Van waar we komen - KU Leuven · van de communicatie kinderen, kinderen met een specifieke...
Transcript of Van waar we komen - KU Leuven · van de communicatie kinderen, kinderen met een specifieke...
24/09/2014
1
Eric Manders
Van waar we komen
“Bij het onderzoek van taalgestoorde kinderen werd het aspect taalgebruik tot op heden erg stiefmoederlijk behandeld.”
(Manders, 1996, p. 39)
Pragmatisch onderzoek
Een volledig onderzoek zou rekening moeten houden met alle relevante
parameters van pragmatiek:
Contextuele
factoren
Communicatieve functies
(intenties): bereik-vorm
Presuppositie
(rolneming)
Organisatie van het gesprek
(beurtneming)
Procedures voor pragmatisch onderzoek
naturalistische observatie (gedurende vrij spel, conversatie of gesprek)/gemanipuleerde observatie
gestructureerde uitlokkingstaken
vragenlijsten (interviews)/checklists
+ narratieve taken
direct indirect
24/09/2014
2
Onderzoeksinstrumenten voor pragmatiek Jaar Nederlands Engels
1981 Communication Intention Inventory (Coggins & Carpenter)
1983 TVK- Test voor verzwegen betekenis Pragmatic Protocol (Prutting & Kirchner)
1985 Test of Pragmatic Skills (Shulman)
1986 Protocol for the assessment of preverbal, intentional communication (Casby & Cumpata)
1987 TOAST – communicatievaardigheidsindex
…
1992 Test of Pragmatic Language (Phelps & Phelps)
…
1995 Pragmatic Profile of Everyday Communication Skills in Children (Dewart & Summers)
…
1998 Children’s Communication Checklist (Bishop)
Onderzoeksinstrumenten voor pragmatiek jaar Nederlandstalig Engelstalig
…
2003 CCC-2
2004
2005 Nijmeegse Pragmatiek Test
2006 Pragmatic Language Skills Inventory
2007 CCC-2-Nl TOPL-2
2008
2009 Pragmatic Language Observation Scale
2010 Lijsten voor Evaluatie van Pragmatische Vaardigheden (EPVs)
…
2013 Communicatie Intentie Onderzoek
2014 RTNA
Nijmeegse Pragmatiek Test (Embrechts et al. 2005) Doel
Het toetsen van de productieve pragmatische vaardigheden bij kinderen om taalgebruikproblemen adequaat te diagnosticeren.
De uiteindelijke testscore en de scores op de bijbehorende vragenlijsten kunnen een aanknopingspunt zijn voor behandeling of voor verder onderzoek.
Nijmeegse Pragmatiektest (Embrechts et al. 2005) Beschrijving
Gebaseerd op het model van Roth en Spekman (1984) dat zich kenmerkt door een differentiatie in pragmatische vaardigheden. De test maakt gebruik van drie categorieën: Communicatieve Functies, Conversatievaardigheden en Verhaalopbouw.
Subtests/categorieën: communicatieve functies: verschillende types en vormen presuppositie: rekening houden met eerder opgedane kennis/
aanpassen van de spreekstijl conversationele vaardigheden: interactie structuur -
introduceren, aanhouden, veranderen van onderwerp vertelvaardigheden: orientatie, opbouw, kern van het verhaal,
afloop en slot + twee vragenlijsten over pragmatische vaardigheden: - ouders - leerkrachten
24/09/2014
3
Nijmeegse Pragmatiektest (M. Embrechts, A. Mugge en W. van Bon, 2005)
Onderdelen: Handleiding
Scoreformulieren
Vragenlijst Leerkracht
Vragenlijst Ouders
Schaalmodel van een huis
Testmap met 9 situatieplaten
Logische reeks
6 kaartjes met afbeeldingen
Leeftijdsbereik: 4 – 7 jaar
Nederlandse aanpassing: CCC-2-NL (Geurts, 2007) Vertaling en aanpassing van de Children’s Communication Checklist (CCC – Bishop 1998, 2003)
Doel Het screenen van kinderen van wie waarschijnlijk is dat zij spraak-/
taalmoeilijkheden hebben
Het identificeren van pragmatische stoornissen bij kinderen met communicatieproblemen
Helpen bij het identificeren van kinderen die voor een autisme spectrum stoornis (ASS) onderzocht moeten worden
Doelgroep Het instrument is bedoeld voor kinderen van 4 tot en met 15 jaar.
CCC-2-Nl: beschrijving De vragenlijst bestaat uit 70 items, verdeeld over 10 schalen
A Spraak, B Syntax, C Semantiek D Coherentie E Ongepaste initiatie, F Stereotype taal G Gebruik van context H Niet verbale communicatie I Sociale relaties en J Interesses) meten).
aspecten van de taalstructuur, zoals woordenschat en verhaallijn
gedrag vaak kenmerkend voor ASS
pragmatische aspecten van de communicatie
CCC-2-Nl (vervolg) Scoring Op basis van de verschillende schalen van de CCC-2-NL kunnen drie samengestelde
scores berekend worden: Algemene Communicatie Score (ACS) Sociale Interactie Score (SIS), en Pragmatiek score
Normering Voor het bepalen van de normen voor het leeftijdsbereik van 4 tot en met 15 jaar zijn er
gegevens verzameld op reguliere scholen verspreid over Nederland, in totaal 2580 kinderen.
Daarnaast wordt in de handleiding een toelichting gegeven op het gebruik bij Vlaamse kinderen, kinderen met een specifieke taalstoornis (SLI), kinderen met ASS en kinderen met ADHD.
Afname De CCC-2-NL wordt individueel afgenomen via de pen-en-papiermethode of online.
De afname duurt ca. 10 minuten.
24/09/2014
4
Lijsten voor Evaluatie van Pragmatische Vaardigheden (EPVs - Cocquit & Zink, 2010)
Gebaseerd op de PPECSC (Dewart & Summers, 1995)
Bestaat uit 2 oudervragenlijsten
EPV1: 6 tot 15 m
EPV2: 16 tot 30 m
Complementair aan de NCDIs (Zink & Lejaegere, 2002)
NCDIs EVPs
Formele taalaspecten Functionele aspecten
EPVs Doel: hulpmiddel bij de preventie, de vroegtijdige
opsporing en de behandeling van communicatieve problemen bij jonge kinderen (6 tot 30 m.)
Doelgroep: al wie professioneel begaan is met kinderen
(logopedisten, pedagogen, psychologen, artsen, teamleden van Kind & Gezin, leidinggevenden van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen)
Zowel voor kinderen, die zich verbaal uiten als non-verbale kinderen
Voorbeeld uit de EPVs Voorbeeld EPVs
24/09/2014
5
Communicatie Intentie Onderzoek (Van der Meulen et al., 2013) Bestaat uit:
Scoreformulieren
Handleiding
Speelgoedsets voor het ontlokken van communicatie: Ouder/kind: ‘gewoon’ speelgoed
Onderzoeker/kind: ontlokkingsprocedures
Subschalen: Voorwaarden
Vormen
Functies
Communicatieve regelkennis
Doelgroep: Kinderen in de pre- en vroegverbale fase
Genormeerd voor kinderen van 1;4 tot 2;5 j
CIO: doelstellingen Onderzoeken van de communicatieve intentie bij
jonge kinderen of bij oudere kinderen, die zich nog in de pre- of vroegverbale ontwikkeling bevinden
Inventariseren van de verbale, maar ook preverbale ontwikkeling
Samenstelling CIO
Overzicht sets en materiaal
Testsituatie Geteste subschalen
Set I: spelmateriaal Interactie met ouder Uitlokken van expressie verbaal en non-verbaal
Set II: spelmateriaal Interactie met onderzoeker Uitlokken van communicatieve intentie
Set III: spel en plaatmateriaal
Interactie met onderzoeker Matchen en benoemen
Overzicht CIO
24/09/2014
6
Renfrew Taalschalen Nederlandse Aanpassing (RTNA, Renfrew 1997, Jansonius et al. 2014)
Onderdelen
Woordenschat-woordvindingtest
Actieplatentest
Busverhaaltest
Procedures voor pragmatisch onderzoek
naturalistische observatie (gedurende vrij spel, conversatie of gesprek)/gemanipuleerde observatie
gestructureerde uitlokkingstaken
vragenlijsten (interviews)/checklists
narratieve taken
direct indirect
Waarom ‘verteltaken’ gebruiken als klinisch instrument Het hele taalsysteem wordt op de proef gesteld en
linguistische-pragmatische zwaktes zullen aan de oppervlakte komen
Wanneer men verhalen analyseert naar inhoud, vorm en gebruik kan men heel wat waardevolle klinische informatie verzamelen op relatief korte tijd
Vertelvaardigheden zijn interessant om verschillende subtypes van personen met communicatieproblemen van elkaar te onderscheiden (bv. om onderscheid te maken tussen kinderen met SLI, PLI en ASS – Norbury & Bishop 2003)
(Botting 2002, Schneider et al. 2003)
Karakteristieken van een goede vertelvaardigheid
Een goede verteller moet niet enkel verstaanbaar zijn, adequate zinnen vormen en een goede lexicale selectie doorvoeren, maar hij/zij moet ook rekening houden met een aantal luisteraarskenmerken:
Voldoende informatie verstrekken (niet te veel, niet te weinig)
Op een correcte wijze inschatten wat de luisteraar(s) al weten
Het taalgebruik aanpassen aan een aantal contextuele variabelen
Vorm en inhoud spelen een grote rol, maar de belangrijkste aspecten van narratieve vaardigheden
hebben betrekking op taalgebruik (pragmatiek)
24/09/2014
7
Het evalueren van de narratieve functie: verschillende onderzoeksprocedures
Verhaal vertellen (Story telling) Een bekend verhaal vertellen (sprookje,…)
Uit het hoofd A.d.h.v. plaatjes
Een persoonlijk relaas doen (zelf meegemaakt)
Verhaal navertellen (Story re-telling) Onmiddellijk/ uitgesteld navertellen
Verhaal gezien in een film Verhaal verteld of voorgelezen door de
onderzoeker Met of zonder plaatjes
Verhaal verzinnen (Story generating) Met of zonder plaatjes Al of niet a.d.h.v. een opgegeven beginzin
Verhaal begrijpen (Story comprehension)
Onderzoeksinstrumenten voor de narratieve functie : onderdelen van ruimere testbatterijen Test Subtest Jaar verschijnen
TAK Verteltaal Verhaalbegrip
2001
RTOS Vertelplaten 2003
NPT Verhaalopbouw 2005
STTP-II Verteltaak 2010
RTNA Busverhaaltest 2014
Specifieke narratieve tests Test Jaar (voorlopige) Ndlse
normering
Edmonton Narrative Norms Instrument
2002 2007
Expression, Reception and Recall of Narratives Instrument
2004 2008, 2010-12
Test of Narrative Language 2004 2010-12
ENNI (Schneider et al. 2002-03)
http://www.rehabresearch.ualberta.ca/enni/
24/09/2014
8
Voorbeeld ENNI
Verhaal Aantal verhaal- episodes
setting Aantal perso-nages
Beschrijving van de personages
Aantal plaatjes
A1 1 Zwembad 2 Jonge vrouwelijke olifant
Jonge mannelijke giraf
5
A2 2 Zwembad
3 Idem A1 + 1 volw. mannelijke olifant
8
A3 3 Zwembad
4 Idem A2 + volw. vrouwelijke olifant
13
Verhaal A1
Scoren van de ENNI Na het transcriberen van de verhalen kunnen
volgende analyses worden uitgevoerd: Globale verhaalstructuur (vlg. story grammar model)
First-mentions (meting van cohesie)
Syntactische complexiteit MLCU (mean lenght of communication unit)
CI (complexity index)
Andere maten (o.a. aantal verschillende woorden, totaal aantal woorden,…)
Exploratief onderzoek bij Nederlandstalige, Vlaamse kinderen (Berthe en Luppens,2007):
Bruikbaarheid ENNI bij (Vlaamse) Nederlandstalige kinderen
Correlatie tussen de verschillende ENNI-verhalen
Correlatie nagaan tussen ENNI en Bus Story Test
Invloed van o.m. leeftijd en geslacht op de ENNI-resultaten
24/09/2014
9
Onderzoek Berthe en Luppens (2007):onderzoeksgroep
Lft.cat. N Gem. leeft.
4;00-4;11 20 4;06
5;00-5;11 20 5;05
6;00-6;11 20 6;05
7;00-7;11 20 7;06
8;00-8;11 20 8;06
9;00-9;11 20 9;04
totaal 120
Onderzoek Berthe en Luppens (2007): voornaamste resultaten
Story grammar
Tot 8-jaar sign. toename SG-score, nadien stagnering Geen verschillen tussen jongens en meisjes
0
10
20
30
40
50
60
4.00-4,11 5,00-5,11 6,00-6,11 7,00-7,11 8,00,8,11 9,00-9,11
SG-totaal
Onderzoek Berthe en Luppens (2007): voornaamste resultaten
First mentions:
stijgende leeftijdstendens, kinderen worden met het ouder worden vaardiger in het introduceren van en het verwijzen naar personages
Ook een zeker plafondeffect, geen stijging meer vanaf de leeftijd 8.00 jaar
Syntactische complexiteit:
Stijgende tendens voor MLCU en CI, zij het niet voor alle leeftijden
Totaal aantal woorden neemt toe (8-jarigen bijna 2 x zoveel woorden dan 4-jarigen !)
Expression, Reception and Recall of Narrative Instrument (ERRNI, Bishop 2004)
Bevat drie onderdelen: Verhaal vertellen a.d.h.v. plaatjes
(expression) Verhaal navertellen uit het
geheugen (recall) Vragen beantwoorden over het
verhaal (reception)
Leeftijdsbereik: 6 j. tot volwassen leeftijd (normen beschikbaar vanaf 4 j.)
Afname: individueel (afnameduur 8 tot 10 min.)
Twee parallelversies: Vis-verhaal Strand-verhaal
24/09/2014
10
Het vis-verhaal (voorbeeld) Scoring ERRNI
Er zijn normen voor volgende aspecten:
1. Informatie-index: hoeveelheid relevante verhaalinhoud, die wordt verstrekt
2. Comprehensie-maat
3. MLU (woorden), maat voor grammaticale complexiteit
4. Vergeet-index, die het verschil aangeeft tussen het aantal verhaalelementen in het initiële verhaal en bij het reproduceren
Normeringsonderzoek ERRNI bij Vlaamse kinderen
Exploratief onderzoek naar de bruikbaarheid van de ERRNI bij Vlaamse kinderen: Verboven, 2008
Normeringsonderzoek
bij 5- en 6-jarigen: Nobels, 2010
bij 7- en 8-jarigen: Grosemans, 2011
bij 9- en 10-jarigen: Barette 2012
Normeringsonderzoek ERRNI bij Vlaamse kinderen :samenstelling proefgroep
Leeft.cat. Jongens Meisjes Totaal
Aantal Gem. lft Aantal Gem.lft
5;0-5;11 25 5;06 19 5;07 44
6;0-6;11 29 6;05 27 6;06 56
7;0-7;11 22 7;06 24 7;05 46
8;0-8;11 24 8;06 27 8;06 51
9;0-9;11 19 9;06 20 9;06 39
10;0-10;11 19 10;05 23 10;06 42
Totaal 138 140 278
24/09/2014
11
Normeringsonderzoek ERRNI bij Vlaamse kinderen (Nobels 2010, Grosemans 2011, Barette 2012)
Test of Narrative Language (TNL, Gillam & Pearson 2004)
Schema TNL (Gillam & Pearson)
Format
Subtest
Narratief begrip Narratieve productie
Geen plaatjes Mc Donalds-verhaal: vragen beantwoorden
Mc Donalds-verhaal: navertellen
Vijf opeenvolgende plaatjes Schipbreuk-verhaal: vragen beantwoorden over voorgelezen verhaal
Te laat op school-verhaal: zelf een verhaal vertellen
Eén situatieplaat Draak-verhaal: na het vertellen vragen beantwoorden
Alien-verhaal: zelf vertellen
Schipbreuk-verhaal
24/09/2014
12
Te laat op school-verhaal Draak-verhaal
Alien-verhaal Scoring TNL Narratief begrip Narratieve productie
Geen plaatjes Mc Donalds-verhaal:
RS:
Navertellen Mc Donalds-verhaal:
RS:
Vijf opeenvolgende plaatjes
Schipbreuk-verhaal:
RS:
Te laat op school-verhaal:
RS:
Eén situatieplaat Draak-verhaal:
RS:
Alien-verhaal:
RS:
Totale ruwe score
Leeftijdsequivalent
Percentiel
Standaardscore
Som v/d stand.scores
Narratieve taalvaardig-heidsindex
24/09/2014
13
Normeringsonderzoek TNL bij Vlaamse kinderen Exploratief onderzoek naar de bruikbaarheid van de
TNL bij Vlaamse kinderen: Van As, 2008
Normeringsonderzoek
Bij 5-, 6- en 7-jarigen: Lousberg, 2010
Bij 8-,9- en 10-jarigen: Kupers, 2011
Bij 11-jarigen uit het gewoon en buitengewoon onderwijs: Van Laer, 2012
Normering TNL in Vlaanderen
Leeft.cat. Jongens Meisjes Totaal
Aantal Gem. lft Aantal Gem.lft
5;0-5;11 20 5;8 18 5;7 38
6;0-6;11 20 6;5 20 6;7 40
7;0-7;11 20 7;4 20 7;5 40
8;0-8;11 18 8;6 22 8;6 40
9;0-9;11 19 9;5 21 9;5 40
10;0-10;11 18 10;5 22 10;5 40
11;0-11;11 25 11;6 25 11;5 50
Totaal 140 148 288
11;0-11;11 (BO)
25 21 46
Vlaamse normering TNL-begrip
0
5
10
15
20
25
30
35
gemidd.score begrip
SD begrip
Vlaamse normering TNL - productie
0
10
20
30
40
50
60
gemidd.score productie
SD productie
24/09/2014
14
Vergelijking TNL-scores gewoon versus buitengewoon onderwijs (Van Laer, 2012)
*
*
* *
*
*
*
**
* p < 0.01 ** p < 0.05
Conclusie
Onderzoek naar pragmatische en vertelvaardigheden verschaft een rijkdom aan informatie over de linguïstische en pragmatische vaardigheden van kinderen en volwassenen en is doorgaans veel leuker om doen dan de meeste traditionele tests.
Pragmatische en narratieve vaardigheden kunnen geëvalueerd worden zowel aan de hand van ruimere testbatterijen als via specifieke tests
Er is een toenemend aantal normatieve data voorhanden op basis waarvan vergelijking en differentiële diagnosestelling kan geschieden
Met dank aan Aan alle (oud-)studenten, die bijdragen hebben
geleverd aan de normeringsonderzoeken
U allen, voor de volgehouden aandacht !