De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ...iwooweb.umcn.nl/web/cko/BA/antwoorden.pdfDe...
Transcript of De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ...iwooweb.umcn.nl/web/cko/BA/antwoorden.pdfDe...
De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART
Opdracht 1
A = M. tensor fasciae lata
B = lig. capitis femoris
C = caput femoris
D = trochanter major
E = collum femoris
F = M. obturatorius internus
G= bursa trochanterica
H = M. obturatorius externus
I = Pees van de M. Iliopsoas
Opdracht 2
A = trochanter major
B = collum femoris
C = caput femoris
D = trochanter minor
E = os ilium
F = os pubis
G = os (tuber) ischiadicum
2[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 3
A = os pubis
B = caput femoris
C = colum femoris
D = trochanter major
E = os oschiadicum
F = (lucht in het) rectum
Opdracht 4
A = M. tensor fasciae lata
B = M. iliopsoas
C = M. obturatorius internus
D = M. obturatorius externus
E = M. adductor magnus
Opdracht 5.
A = spina iliaca (bekkenkam)
B = trochanter major
C = tuberculum ischiadicum
3[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 6:
Deze lijst bevat alle botstukken van het
bekken:
-Os illium (2x):
-Os pubis (2x):
-Os ischiadicum (2x)
-Os sacrum (1x):
-Os coccygis (1x)
Beredeneer welke positie elk van deze botten
heeft ten opzichte van het virutele centrum en
controleer uw antwoord door met de cursor
over de botdelen van de foto te bewegen:
Os illium (2x):
meer craniaal en meer dorsaal
Os pubis (2x):
meer caudaal en meer ventraal
Os ischiadicum (2x)
meer caudaal en meer dorsaal
Os sacrum (1x):
meer craniaal en meer dorsaal
Os coccygis (1x)
meer caudaal en meer dorsaal
Opdracht 7.
A = M. vastus lateralis
B = mediale femur condyl
C = pees van de M. Popliteus
D = laterale meniscus
E = voorste kruisband
F = mediale tibiaplateau rand
4[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 8
A = femur diafyse
B = patella
C = femur epifyse
D = eminentia intercondylaris
E = caput fibulae
F = tuberositas tibiae
Opdracht 9
A = tuberositas tibiae
B = tibia (metafyse)
C = caput fibulae
D = M. gastrocnemius medialis
E = M. Gastrocnemius lateralis
Opdracht 10
A = tendo suprapatellaris
B = femur
C = patella
D = tendo infrapatellaris
E = tuberositas tibiae
F = achterste kruisband
5[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 11.
A = patella
B = epicondylus lateralis
C = epicondylus medialis
D = M. biceps femoris
E = M. gastrocnemius, caput mediale
Opdracht 12
Opdracht 13
A = acromion
B = bursa subacromiale
C = M. supraspinatus
D = pees(schede) van de M. biceps
E = caput humeri
F = glenoid (scapula)
6[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 14
A = laterale clavicula
B = acromion
C = processus coracoideus
D = caput humeri
E = tuberculum majus
F = glenoid (scapula)
Opdracht 15
A = mediale clavicula
B = processus coracoideus
C = tuberculum majus
D = glenoid (scapula)
E = spina scapulae
F = corpus scapulae
Opdracht 16
A = acromion
B = M. supraspinatus
C = glenoid (scapula)
D = tuberculum majus
E = M. subscapularis
7[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 17
De spieren op deze afbeelding die
onderdeel uit maken van de rotator
cuff zijn:
1. M. supraspinatus
2. M. infraspinatus
3. M. teres minor
Opdracht 18
A = middenfalanx 3
B = metacarpale 2
C = os sesamoideum
D = os lunatum
E = processus styloideus ulnae
8[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 19
A = metacarpale 4
B = os trapezium
C = os trapezoideum
D = os capitatum
E = os hamatum
F = os scafoideum
G = os lunatum
H = os triquetrum
Opdracht 20
A = basis metacarpale 1
B = os trapezoideum
C = os capitatum
D = os hamatum
E = pezen van de flexoren
F = M. adductor pollicis
Opdracht 21
A = gewrichtskapsel
B = synovium
C = gewrichtsholte
D = kraakbeen
E = bare area
9[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 22
wijs de vijf onderdelen van een wervel aan
op deze afbeelding.
1 = corpus vertebrae
2 = pediculus
3 = processus transversus
4 = lamina (met facetgewrichten)
5 = processus spinosus
Opdracht 23
Wijs de vijf onderdelen van een wervel aan
op deze afbeelding.
1. Corpus vertebrae
2. Pedikels
3. Processus transversi
4. Lamina met facetgewrichten
5. Processus spinosi
10[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 24
Wijs op bovenstaande afbeelding de conus
medullae aan.
Rood op de afbeelding
Waarom zal de tussenwervelschijf L4-L5
minder signaal vertonen? Beredeneer.
Minder protonen dus minder vocht in het
kraakbeen.
Dit beeld past bij degeneratie van de
tussenwervelschijf.
Opdracht 25
Wijs de volgende structuren aan op bovenstaande foto
1. atlas
2. dens
3. corpus C5
4. lamina C 3
5. vertebra prominens
11[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 26
Bij deze patiënt is een densfractuur geconstateerd. Wijs
deze fractuur aan op bovenstaand beeld.
Zie rode lijn.
Opdracht 27
Achter de wervellichamen bevindt zich een ruimte die
op bovenstaande afbeelding is opgevuld met
afwisselend een langwerpige witte, een grijze en dan
weer een witte structuur. Hoe heet de ruimte waarin
deze structuren zich bevinden en hoe heten deze (twee)
structuren?
De holte is het wervelkanaal
De structuren zijn
Wit: liquor
Grijs: ruggenmerg
Opdracht 28
Welke kenmerken van artrose herkent u
op deze foto?
Behalve de cysten zijn alle
radiologische kenmerken van artrose
zichtbaar in de rechter heup op deze
foto.
-osteofyt vorming
-gewrichtsspleetversmalling
-sclerose
12[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 29
Op het MR onderzoek van de knie van Wim Bal
ontbreekt de voorste kruisband. Wat zal er met de
voorste kruisband gebeurd zijn? Beredeneer uw
overwegingen.
Het straffe bindweefsel zal samentrekken en als een
kleine kluwen op het beeld zichtbaar zijn
Opdracht 30
Waarom zijn deze verkalkingen in de pees
niet te zien op de MR beelden? Welke
radiologische techniek zou voor het
aantonen van verkalkingen sneller,
goedkoper en beter zijn?
Een pees bevat weinig of geen protonen en
is daarom zwart op een MR beeld
Verkalkingen bevatten weinig of geen
protonen en zijn ook zwart op een MR
beeld. Zwart in zwart is niet zichtbaar.
Echografie is de beste methode.
Opdracht 31
Omschrijf het begrip “bare area” en beschrijf het effect
van een ontsteking op dit gebied
De bare area is het gebied van onbeschermd bot tussen
het einde van het kraakbeen en het begin van het kapsel.
Dit gebied is erg gevoelig voor ontsteking en het bot zal
worden aangetast wat resulteert in de marginale erosie.
13[13]
Bewegingsapparaat jaar 2016
Opdracht 32
Welke wervels vertonen een inzakking?
Th 9
Th 12