Cyprus - hoe nu verder?

2
CYPRUS: HOE NU VERDER ? Door THEO MYRONIDIS, STORIO-redactie ‘Eigenlijk kan een artikel over de uitbreiding van de Europese Unie niet ontbreken in de nieuwe editie van STORIO, vind je niet?’, was de subtiele mededeling die onze nieuwbakken hoofdredactrice mij voorlegde. Niet onterecht natuurlijk. Naast koortjes in klederdracht en vals trompetgeschal, zoals we bij de vieringen op 1 mei konden zien en horen, hebben onze nieuwe collegae immers veel meer te bieden. Althans, daar hopen we op. Naar voorbeeld van de binnen onze opleiding gangbare ‘afbakenmethode’ heb ik mijn vizier louter gericht op Cyprus; met mijn etnische achtergrond de meest interessante van de tien nieuwe lidstaten. Of liever gezegd: van de 9,5 nieuwe lidstaten; het noordelijke, Turkse deel van Cyprus is namelijk, na een dramatisch verlopen herenigingscampagne onder toezicht van de VN, niet toegetreden. Het eilandje in de Middellandse Zee heeft een oppervlakte van slechts 10 km 2 , maar niettemin een zeer bewogen recente geschiedenis. Deze begon rond het begin van de jaren ’50. Het grootste deel van Cyprus, toentertijd onder Brits bewind, stemde voor enosis, ofwel eenwording met Griekenland. De Britten wilden hier echter niks van weten. De periode van geweld tussen de verschillende bevolkingsgroepen die hierop volgde resulteerde in de onafhankelijkheid van het eiland in 1960. Met weinig succes, de ruzie tussen de Griekse en Turkse vertegenwoordigers leidde vier jaar later tot de komst van een VN-Vredesmacht. In 1974 leidde een mislukte staatsgreep door Griekse militaire leiders tot een scheiding tussen het Griekse en Turkse deel van Cyprus. De Turkse leider Rauf Denktash riep zijn gebied tot republiek uit, die vervolgens enkel door Turkije wordt erkend. Vanaf dan worden onder aansporing van de internationale gemeenschap om de zoveel tijd onderhandelingen gehouden tussen de twee gedeeltes; gesprekken die gekenmerkt worden door een aantal pieken maar vooral veel dalen. Het herenigingsproces komt in een stroomversnelling als de Europese Unie het eiland in december 2002 uitnodigt om lid te worden. Op de EU-Top in Kopenhagen kunnen de Griekse en Turkse Cyprioten het echter niet eens worden over een hereniging, waarna de EU besluit een ultimatum van twee maanden in te stellen. Intussen staat de Turks-Cypriotische leider Denktash onder grote druk van de nieuwe Turkse regering o.l.v. Tayyip Erdogan, die te horen heeft gekregen dat de hereniging van Cyprus positief zal bijdragen aan het toetredingsproces van Turkije zelf. Het lukt echter wederom niet. In een allerlaatste poging om de twee gedeeltes bij elkaar te brengen komt de VN in 2004 met een herenigingsplan van Annan dat voorziet in een federaal Cyprus naar Zwitsers model, waarover zowel in het Griekse als het Turkse deel gestemd moet worden. De (veel armere) Turks-Cyprioten stemden met 65% van de stemmen voor, maar de Grieks-Cyprioten wezen het uiteindelijk met 76% af. In feite is een gedeelte van het grondgebied van de Europese Unie nu officieel gezien een bezet gebied. Het lijkt dus haast onwaarschijnlijk dat deze situatie nog erg lang voortduurt. Zolang er sprake is van een de facto verdeling van Cyprus, zal de EU d.m.v. financiële bijstand de economie van het noordelijke deel trachten te bevorderen, en wellicht via een preferentiële handelsovereenkomst het onderlinge handelsverkeer proberen te verbeteren. De Turkse Cyprioten voelen

description

Artikel over de politieke problematiek rond de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie (faculteitsblad Internationale Betrekkingen, 2004)

Transcript of Cyprus - hoe nu verder?

CYPRUS: HOE NU VERDER ? Door THEO MYRONIDIS, STORIO-redactie ‘Eigenlijk kan een artikel over de uitbreiding van de Europese Unie niet ontbreken in de nieuwe editie van STORIO, vind je niet?’, was de subtiele mededeling die onze nieuwbakken hoofdredactrice mij voorlegde. Niet onterecht natuurlijk. Naast koortjes in klederdracht en vals trompetgeschal, zoals we bij de vieringen op 1 mei konden zien en horen, hebben onze nieuwe collegae immers veel meer te bieden. Althans, daar hopen we op. Naar voorbeeld van de binnen onze opleiding gangbare ‘afbakenmethode’ heb ik mijn vizier louter gericht op Cyprus; met mijn etnische achtergrond de meest interessante van de tien nieuwe lidstaten. Of liever gezegd: van de 9,5 nieuwe lidstaten; het noordelijke, Turkse deel van Cyprus is namelijk, na een dramatisch verlopen herenigingscampagne onder toezicht van de VN, niet toegetreden.

Het eilandje in de Middellandse Zee heeft een oppervlakte van slechts 10 km2, maar niettemin een zeer bewogen recente geschiedenis. Deze begon rond het begin van de jaren ’50. Het grootste deel van Cyprus, toentertijd onder Brits bewind, stemde voor enosis, ofwel eenwording met Griekenland. De Britten wilden hier echter niks van weten. De periode van geweld tussen de verschillende bevolkingsgroepen die hierop volgde resulteerde in de onafhankelijkheid van het eiland in 1960. Met weinig succes, de ruzie tussen de Griekse en Turkse vertegenwoordigers leidde vier jaar later tot de komst van een VN-Vredesmacht. In 1974 leidde een mislukte staatsgreep door Griekse militaire leiders tot een scheiding tussen het Griekse en Turkse deel van Cyprus. De Turkse leider Rauf Denktash riep zijn gebied tot republiek uit, die vervolgens enkel door Turkije wordt erkend. Vanaf dan worden onder aansporing van de internationale gemeenschap om de zoveel tijd onderhandelingen gehouden tussen de twee gedeeltes; gesprekken die gekenmerkt worden door een aantal pieken maar vooral veel dalen. Het herenigingsproces komt in een stroomversnelling als de Europese Unie het eiland in december 2002 uitnodigt om lid te worden. Op de EU-Top in Kopenhagen kunnen de Griekse en Turkse Cyprioten het echter niet eens worden over een hereniging, waarna de EU besluit een ultimatum van twee maanden in te stellen. Intussen staat de Turks-Cypriotische leider Denktash onder grote druk van de nieuwe Turkse regering o.l.v. Tayyip Erdogan, die te horen heeft gekregen dat de hereniging van Cyprus positief zal bijdragen aan het toetredingsproces van Turkije zelf. Het lukt echter wederom niet. In een allerlaatste poging om de twee gedeeltes bij elkaar te brengen komt de VN in 2004 met een herenigingsplan van Annan dat voorziet in een federaal Cyprus naar Zwitsers model, waarover zowel in het Griekse als het Turkse deel gestemd moet worden. De (veel armere) Turks-Cyprioten stemden met 65% van de stemmen voor, maar de Grieks-Cyprioten wezen het uiteindelijk met 76% af.

In feite is een gedeelte van het grondgebied van de Europese Unie nu officieel gezien een bezet gebied. Het lijkt dus haast onwaarschijnlijk dat deze situatie nog erg lang voortduurt. Zolang er sprake is van een de facto verdeling van Cyprus, zal de EU d.m.v. financiële bijstand de economie van het noordelijke deel trachten te bevorderen, en wellicht via een preferentiële handelsovereenkomst het onderlinge handelsverkeer proberen te verbeteren. De Turkse Cyprioten voelen

zich benadeeld door het Griekse ochi en verwachten dat deze maatregelen snel plaats gaan vinden.

Vanuit de internationale gemeenschap zijn er echter heel andere klanken hoorbaar. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell zegt dat ‘er geen Plan B is’ en de VN trekt, na 40 jaar aanwezigheid op het eiland, zijn troepen terug. Volgens secretaris-generaal Annan moeten de twee gedeeltes hun eigen modus vivendi zien te vinden.

Het grootste sociaal-economische probleem van de Cypriotische politiek zijn de eigendomsrechten van bezittingen die sinds de onderlinge volksverhuizing in 1974 gedwongen van eigenaar zijn veranderd. De meest rechtvaardige oplossing zou opnieuw gedwongen verhuizing van veel Cyprioten en de betaling van veel schadevergoedingen betekenen. Het lijkt er op dat de EU snel knopen door moet hakken voordat deze onopgeloste zaak weer jarenlang door blijft slepen. De internationale gemeenschap lijkt haar handen er in ieder geval niet meer aan vuil te willen maken.