Hoe nu verder in de accountancy?

12
An 12 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws 1. Accountancy rond de eeuwwisseling Accountancynieuws stopt, dat zal u als lezer niet zijn ontgaan. Als een belangrijk me- dium – voor een branche – ermee ophoudt, dan is het niet ongebruikelijk om terug te blikken. In dit laatste nummer blik ik met u terug, maar nog belangrijker: ook voor- uit. Centraal staat de vraag: ‘Hoe nu verder in de accountancy?’ Jan Wietsma accountancy hand gedaan. De computer diende ter ondersteuning. Rapportgeneratoren wa- ren nog geen gemeengoed. Veel kantoren maakten gebruik van een slimme afge- studeerde MBO’er die in een paar dagen tijd een sjabloon ontwikkelde voor Excel waarmee je dan in het vervolg je jaarreke- ning kon maken. Carrièrepaden waren duidelijk. Wilde je het maken, dan moest je de studie tot RA of AA afronden. Dan was er een kans op het felbegeerde plekje in de maatschap. Studeerde je niet, of verliep het allemaal niet zo succesvol, dan kon je er op reke- nen dat er een dag kwam waarop je ver- zocht werd om te zien naar een andere baan. Je werd te duur voor een goede hef- boomwerking. Tenzij je administraties boekte en verwerkte, dan wilden venno- ten je niet graag kwijt. Je leverde immers een substantiële bijdrage aan de winst. Accountancy was eind jaren negentig een traag beroep. Er gebeurde wel van alles in de wereld om de accountants heen, maar dat dit impact zou kunnen hebben op het accountantsberoep en de wijze waarop wij onze werkzaamheden deden, dat leek de meeste accountants onwaarschijnlijk. Het algehele idee was toch dat de werk- zaamheden van de accountant boven alle twijfel verheven waren en dat de maat- schappij niet zonder de accountant kon. Het rumoer begint De eeuwwisseling verliep rustig voor het accountantsberoep. Op 2 januari 2000 startten de meeste computers gewoon weer op en ging het werk gewoon weer door. Dat gebeurtenissen uit de jaren ne- gentig uiteindelijk de voedingsbodem bleken te zijn van een grote dynamiek in de wereld en het accountantsberoep had men niet in de gaten. Het najaar van 2001 is het startpunt voor D e eerste Accountancynieuws verscheen eind jaren negentig. Eenmaal in de 14 dagen werden abonnees bijgepraat over zaken die in de accountancybranche speelden. Het was de tijd dat de meeste kantoren geen webpagina hadden. Als ik cursus gaf en vroeg wie een e-mailadres had, dan gingen er meestal slechts twee of drie handen omhoog. De meesten van u konden zich ook niet voorstellen dat in- ternet en e-mail het grootste deel van de communicatie zouden overnemen. Internet start-ups Tegelijkertijd ontstonden er rond de eeuwwisseling allerlei bedrijven die iets met internet willen doen. Ik kan me nog herinneren hoe zich in die tijd de ene na de andere internetstart-up aandiende met oplossingen voor de accountancy- branche. Vooral online boekhouden was populair. Op een enkele partij na hebben de mees- te start-ups het niet gered. Enerzijds omdat de accountancybranche er nog niet aan toe was, aan de andere kant omdat de technische infrastructuur nog niet op orde was. De meesten van ons belden nog in met een modem. Wie rond de eeuwwisseling zou hebben verteld dat u vandaag de dag nauwelijks meer zonder smartphone zou kunnen om uw werk goed te doen, zou voor gek worden verklaard. Velen van u hadden nog geen mobiele telefoon en als u er wel een had, dan was dat er meestal nog een met een antenne die je uit moest trekken voor optimaal gebruik. Een traag beroep Eind jaren negentig bemoeide de politiek zich ook nog nauwelijks met het accoun- tantsberoep. Het ministerie van Economi- sche Zaken was verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het accountantsbe- roep en daarbij werd vooral gekeken op welke wijze accountants een bijdrage kon- den leveren aan de economische groei. Er waren twee beroepsverenigingen, NO- vAA en NIVRA, en daartussen waren dui- delijke scheidslijnen. Het waren aparte bloedgroepen. Waarbij de NOvAA het do- meinmonopolie claimde op het MKB en het NIVRA vooral werd geassocieerd met wettelijke controles. Weliswaar werd in 1998 al op bestuurlijk niveau de noodzaak ingezien tot een fusie. Toch zou het uitein- delijk nog bijna vijftien jaar duren voordat de fusie daadwerkelijk een feit was. Als er al sprake was van toetsingen, dan waren die vooral collegiaal van insteek. Handboeken werden alleen gebruikt door grote kantoren en een cursus als dossiervorming kon ieder jaar weer reke- nen op grote belangstelling. Het accountantsberoep was eind jaren negentig ook erg arbeidsintensief. Veel werkzaamheden werden ook nog met de Hoe nu verder in de accountancy? ‘De grote klap in Neder- land kwam in 2003, toen in februari bleek dat er spra- ke was van boekhoudfrau- de bij de bekendste groot- grutter van Nederland.’

Transcript of Hoe nu verder in de accountancy?

Page 1: Hoe nu verder in de accountancy?

An

12 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws

1. Accountancy rond de eeuwwisselingAccountancynieuws stopt, dat zal u als lezer niet zijn ontgaan. Als een belangrijk me-dium – voor een branche – ermee ophoudt, dan is het niet ongebruikelijk om terug te blikken. In dit laatste nummer blik ik met u terug, maar nog belangrijker: ook voor-uit. Centraal staat de vraag: ‘Hoe nu verder in de accountancy?’

Jan Wietsma

accountancy

hand gedaan. De computer diende ter

ondersteuning. Rapportgeneratoren wa-

ren nog geen gemeengoed. Veel kantoren

maakten gebruik van een slimme afge-

studeerde MBO’er die in een paar dagen

tijd een sjabloon ontwikkelde voor Excel

waarmee je dan in het vervolg je jaarreke-

ning kon maken.

Carrièrepaden waren duidelijk. Wilde je

het maken, dan moest je de studie tot RA

of AA afronden. Dan was er een kans op

het felbegeerde plekje in de maatschap.

Studeerde je niet, of verliep het allemaal

niet zo succesvol, dan kon je er op reke-

nen dat er een dag kwam waarop je ver-

zocht werd om te zien naar een andere

baan. Je werd te duur voor een goede hef-

boomwerking. Tenzij je administraties

boekte en verwerkte, dan wilden venno-

ten je niet graag kwijt. Je leverde immers

een substantiële bijdrage aan de winst.

Accountancy was eind jaren negentig een

traag beroep. Er gebeurde wel van alles in

de wereld om de accountants heen, maar

dat dit impact zou kunnen hebben op het

accountantsberoep en de wijze waarop

wij onze werkzaamheden deden, dat leek

de meeste accountants onwaarschijnlijk.

Het algehele idee was toch dat de werk-

zaamheden van de accountant boven alle

twijfel verheven waren en dat de maat-

schappij niet zonder de accountant kon.

Het rumoer begintDe eeuwwisseling verliep rustig voor het

accountantsberoep. Op 2 januari 2000

startten de meeste computers gewoon

weer op en ging het werk gewoon weer

door. Dat gebeurtenissen uit de jaren ne-

gentig uiteindelijk de voedingsbodem

bleken te zijn van een grote dynamiek in

de wereld en het accountantsberoep had

men niet in de gaten.

Het najaar van 2001 is het startpunt voor

De eerste Accountancynieuws verscheen

eind jaren negentig. Eenmaal in de

14 dagen werden abonnees bijgepraat

over zaken die in de accountancybranche

speelden. Het was de tijd dat de meeste

kantoren geen webpagina hadden. Als ik

cursus gaf en vroeg wie een e-mailadres

had, dan gingen er meestal slechts twee

of drie handen omhoog. De meesten van

u konden zich ook niet voorstellen dat in-

ternet en e-mail het grootste deel van de

communicatie zouden overnemen.

Internet start-upsTegelijkertijd ontstonden er rond de

eeuwwisseling allerlei bedrijven die iets

met internet willen doen. Ik kan me nog

herinneren hoe zich in die tijd de ene na

de andere internetstart-up aandiende

met oplossingen voor de accountancy-

branche. Vooral online boekhouden was

populair.

Op een enkele partij na hebben de mees-

te start-ups het niet gered. Enerzijds

omdat de accountancybranche er nog

niet aan toe was, aan de andere kant

omdat de technische infrastructuur nog

niet op orde was. De meesten van ons

belden nog in met een modem.

Wie rond de eeuwwisseling zou hebben

verteld dat u vandaag de dag nauwelijks

meer zonder smartphone zou kunnen

om uw werk goed te doen, zou voor gek

worden verklaard. Velen van u hadden

nog geen mobiele telefoon en als u er

wel een had, dan was dat er meestal nog

een met een antenne die je uit moest

trekken voor optimaal gebruik.

Een traag beroepEind jaren negentig bemoeide de politiek

zich ook nog nauwelijks met het accoun-

tantsberoep. Het ministerie van Economi-

sche Zaken was verantwoordelijk voor het

reilen en zeilen van het accountantsbe-

roep en daarbij werd vooral gekeken op

welke wijze accountants een bijdrage kon-

den leveren aan de economische groei.

Er waren twee beroepsverenigingen, NO-

vAA en NIVRA, en daartussen waren dui-

delijke scheidslijnen. Het waren aparte

bloedgroepen. Waarbij de NOvAA het do-

meinmonopolie claimde op het MKB en

het NIVRA vooral werd geassocieerd met

wettelijke controles. Weliswaar werd in

1998 al op bestuurlijk niveau de noodzaak

ingezien tot een fusie. Toch zou het uitein-

delijk nog bijna vijftien jaar duren voordat

de fusie daadwerkelijk een feit was.

Als er al sprake was van toetsingen, dan

waren die vooral collegiaal van insteek.

Handboeken werden alleen gebruikt

door grote kantoren en een cursus als

dossiervorming kon ieder jaar weer reke-

nen op grote belangstelling.

Het accountantsberoep was eind jaren

negentig ook erg arbeidsintensief. Veel

werkzaamheden werden ook nog met de

Hoe nu verder in de accountancy?

‘De grote klap in Neder-land kwam in 2003, toen in februari bleek dat er spra-ke was van boekhoudfrau-de bij de bekendste groot-

grutter van Nederland.’

Page 2: Hoe nu verder in de accountancy?

An

13www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22

accountancy

een discussie over het functioneren van

de accountancybranche. Een discussie

die nog steeds voortwoedt. De wereld

veranderde doordat op 11 september twee

vliegtuigen de Twin Towers in vlogen.

Die gebeurtenis leidde tot een stortvloed

aan nieuwe regelgeving, met als doel het

terrorisme te voorkomen dan wel in te

dammen. Regelgeving waar iedere ac-

countant vandaag de dag nog steeds mee

te maken heeft.

Maar het najaar van 2001 kende twee ge-

beurtenissen die uiteindelijk rampzaliger

waren voor het accountantsberoep. Op 9

november 2001 was er een uitzending

van Zembla waaruit bleek dat er in de

bouw illegale prijsafspraken werden ge-

maakt. De parlementaire enquêtecom-

missie die daarop volgde, maakte duide-

lijk dat accountants hiervan op de hoogte

waren en er verder niets mee deden.

In december 2001 bleek dat Enron met

medeweten van accountants dubieuze en

schimmige constructies had opgezet

waardoor verliezen werden verdoezeld.

Enron ging failliet en in haar kielzog

ging ook het betrokken accountantskan-

toor Arthur Andersen ten onder. Journa-

listen gingen vragen stellen over het

functioneren van de accountant en zijn

vermeende onafhankelijke positie. De

eerste politici roerden zich. De parlemen-

taire enquêtecommissie bouwfraude

kwam met de eerste aanbevelingen. Toch

wist de accountancybranche het nog re-

delijk droog te houden. De grote klap

voor de accountancybranche in Neder-

land kwam in 2003, toen in februari

bleek dat er sprake was van boekhoud-

fraude bij de bekendste grootgrutter van

Nederland. De klanten van het vaste

klantenfonds werden financieel getroffen

en opeens stelde heel Nederland zich de

vraag ‘Hoe kon het nu gebeuren dat de

accountant dit niet heeft zien aanko-

men?’ An -> Lees deel 2 op pag. 23.

Jan Wietsma

Page 3: Hoe nu verder in de accountancy?

An

23www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22

2. De Wta dient zich aan

Als je de accountancybranche van enige afstand beschouwt, valt op dat het beroep de afgelopen 15 jaar heeft geworsteld met een viertal thema’s: de alsmaar toenemende digitalisering, een verdienmodel dat toekomstbestendig is, de wijze waarop het be-roep moet worden uitgevoerd in een complexe maatschappij, waarbij opvattingen per dag lijken te veranderen en de uitholling van het vrije beroep. Begin 2005 kondigt zich de Wta aan!

Jan Wietsma

accountancy

er lichte paniek bij het toenmalige be-

stuur van de NOvAA. Op een emotionele

voorlichtingsvergadering wordt iedereen

in de zaal opgeroepen om een Wta-ver-

gunning aan te vragen. Want zonder

Wta-vergunning ben je niets waard, is het

idee. Dat een Wta-vergunning op zich

geen brug te ver hoeft te zijn, wordt door

de net ingestelde toezichthouders onder-

bouwd. Die wijzen namelijk fijntjes naar

de in 2005 door de beroepsgroep aange-

nomen Richtlijnen Kwaliteitsbeheersing

(RKB1); veel meer hoeven kantoren niet

te doen. De verontwaardiging is evenwel

groot. Het zijn dan ook gouden tijden

voor allerhande adviesbureaus die kanto-

ren bijstaan bij de vraag of men nu wel of

niet moet gaan voor een Wta-vergunning

en wat de consequenties daarvan zijn.

Zelf pluk ik enige vruchten van de onbe-

kendheid met de Wta door het schrijven

van een memo ‘100 vragen en antwoorden

over de WTA’. Het is het eerste Accountancy-

nieuwsMemo.

Op 1 november 2006 meldt Accountancy-

nieuws dat de AFM ruim 700 aanvragen

De laatste twee thema’s raken de ac-

countants in de ziel van hun be-

staan. Zij begrijpen de maatschappelijke

en politiek commotie niet terwijl er vol-

gens hen conform de regels is gehan-

deld. Dat die toenemende regelgeving en

het daarmee gepaarde toezicht dan ook

nog het eigen professional judgement

ondergraaft, is voor een grote groep ac-

countants een onverteerbare zaak.

De kloof tussen wat de accountant doet

en wat er van hem verwacht wordt was

tien jaar geleden zo groot dat de politiek

besloot tot ingrijpen. Het toezicht op ac-

countants kwam in het vervolg bij het mi-

nisterie van Financiën te liggen en de Wet

toezicht accountantsorganisaties werd

aangekondigd. Voor de meeste accoun-

tants was dit een schok. Een toezichthou-

der die mee komt kijken in de keuken,

dat is ongehoord. Met hand en tand ver-

zetten diverse lobbyisten zich tegen de

Wta. ‘Het accountantsberoep is immers

best in staat om zelf de handschoen op te

pakken’, zo stelde men. Maar de politiek

geloofde er niet meer in. Accountants

hebben genoeg kansen gehad, het was

tijd dat er ingegrepen werd.

Nieuw format Rond die tijd - begin 2005 - verscheen

Accountancynieuws in een nieuw format.

Iedereen die iets heeft met de accountan-

cybranche kan zich gratis abonneren.

Het is een succes. Accountancynieuws valt

elke 14 dagen op vrijdag bij ruim 20.000

abonnees op de mat. Uit lezersonderzoek

blijkt dat 90% van de abonnees het blad

voor de maandag heeft gelezen. Het is de

tijd dat kantoren medewerkers vonden

door het plaatsen van personeelsadver-

tenties, ook ICT-leveranciers maakten

gretig gebruik van dit medium voor com-

municatie met hun doelgroep.

Gerrit ZalmEen van de eerste wapenfeiten van Accoun-

tancynieuws in september 2005 is het in-

terview van hoofdredacteur Frans Heit-

ling met de toenmalige minister van

Financiën, Gerrit Zalm. In dit interview

zegt Zalm dat de AFM niet op iedere ac-

countant gaat jagen. Maar de Wta blijft

de gemoederen in die tijd bezighouden.

Als de Wta eenmaal een feit is, ontstaat

Hoe nu verder in de accountancy?

Page 4: Hoe nu verder in de accountancy?

An

24 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws

accountancy

‘Een toezichthouder die mee komt kijken in de keu-ken, dat is ongehoord. Met hand en tand verzetten di-verse lobbyisten zich tegen

de Wta.’

heeft geregistreerd. 20 accountantsorga-nisaties opteren voor een zogenaamde OOB-vergunning. Wie nu het register van het aantal ingeschreven accountantsor-ganisaties met een vergunning raad-pleegt, ziet dat er 430 overgebleven zijn. Het aantal organisaties met een OOB-vergunning bedraagt 11. In het voorjaar van 2007 rapporteert de AFM voor het eerst haar bevindingen naar aanleiding van een onderzoek bij 87 kantoren die een vergunning hebben aangevraagd. De resultaten uit dat onderzoek zijn weinig bemoedigend. De meeste kantoren heb-ben hun zaken niet op orde als het gaat om zaken met betrekking tot kwaliteit. Deze eerste uitgebreide rapportage over de stand van zaken met betrekking tot kwaliteit in de branche is de eerste in een jaarlijkse cadans van rapportages, waar-bij keer op keer blijkt dat accountants moeite hebben met het op peil houden van de kwaliteitseisen die aan een ac-countantsorganisatie mogen worden ge-steld. Elk jaar wordt de toon strenger.

Kwaliteit De focus op kwaliteit – of juist het gebrek daaraan – geeft ook genoeg redactionele stof voor de kolommen van Accountancy-nieuws. In 2009 constateert Accountan-cynieuws al dat de aandacht voor kwali-teit tanende is. Dat wordt door diverse organisaties ontkend en de AFM zegt dat zij hiervoor geen signalen heeft. In schril

contrast daarmee staan de AFM-rappor-tages uit 2013, waaruit de werkelijke stand van zaken blijkt; het merendeel van de onderzochte accountantsorganisaties scoort een onvoldoende. Door het niet voldoen aan die kwaliteitseisen plaatsen

accountantsorganisaties zich continu in de spotlights. De beroeps- en belangen-organisaties lijken onmachtig om het tij te keren. Weliswaar beloven de bestuur-ders van deze organisaties beterschap. Maar in de praktijk van alledag blijft het een worsteling voor kantoren om een goede balans te vinden tussen voldoende aandacht voor kwaliteit en het hiermee samenhangende verdienmodel. Veel be-drijven zien de verplichte accountants-controle als een ‘moetje’ en dagen ac-countantskantoren uit om tegen de laagst mogelijke prijs deze verplichte controle te laten uitvoeren. Veel accoun-tantskantoren gaan hierin mee, omdat zij weten dat zij eventuele tekorten op ac-countantscontroles weer kunnen terug-verdienen met het geven van allerhande advies aan diezelfde bedrijven. De na-tuurlijke adviesfunctie blijkt de afgelopen 15 jaar behoorlijk te zijn opgerekt .An-> Lees deel 3 en 4 op pagina 32-33.

Jan Wietsma.

Elke werkdag als eerstehet fiscale nieuws in uw mailbox!

Meld u GRATIS aan voor het

e-zine TaxLive en ga naar de

site www.TaxLive.nl

Page 5: Hoe nu verder in de accountancy?

32 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws

An

3. Beroep in vertrouwenscrisisHoe wordt er later teruggeblikt op het jaar 2014 en het accountantsberoep? Is dat het jaar waarin de kanteling die voor het accountantsberoep noodzakelijk is echt gemaakt is? Of constateren we later dat er in 2014 weliswaar veel is gezegd en geschreven, maar dat dit niet tot veel veranderingen heeft geleid. Natuurlijk is er het rapport ‘In het publiek belang’ van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep, maar het lijkt er niet op dat de daarin genoemde voorstellen al door een grote groep accountants wordt omarmd. Wellicht heeft dat ook wel te maken met de oorzaak die tot het instellen van een werk-groep leidde. Het was de buitenwereld die van alles van het werk van accountants vond en zodoende de beroepsgroep onder druk zette om nu in actie te komen.

Jan Wietsma

accountancy

zaken aanpakt. Is er sprake van wan-

trouwen in de wijze waarop accountants

met elkaar omgaan? Zijn de vele conflic-

ten in maatschappen daar een voorbeeld

van? Maar ook in de wijze waarop ac-

countants over bijvoorbeeld het bestuur

of de regelgevers praten is eerder sprake

van onbegrip dan van begrip. Hebben

we met elkaar wel voldoende zicht op

elkaars handelingsmotieven? Zijn we be-

reid om daar tijd in te investeren of gaan

we vooral mopperen als het bestuur van

de NBA weer eens met een voorstel

komt? Een voorstel dat in de ogen van

de een veel te slap is en in de ogen van

de ander veel te streng. Is het geen bre-

vet van onvermogen als je een openbaar

aanklager in wilt zetten om het vertrou-

wen in het accountantsberoep weer te-

rug te krijgen? Natuurlijk, accountants

moeten kwaliteit leveren. Maar wanneer

je langdurig met elkaar wilt samenwer-

ken, dan draait het om het vertrouwen.

Accountants laten zich graag de vertrou-

wensman van het maatschappelijk ver-

keer noemen. Maar in wezen zijn ac-

countants die vertrouwensfunctie nu

kwijt. Dat ligt niet zozeer aan de boze

buitenwereld, maar veel meer aan het

feit dat een groot deel van de accoun-

tants een kleine groep de kastanjes uit

het vuur laat halen. Om daarna kritiek te

leveren op de wijze waarop dat is gedaan

en aan te geven dat het deels ook nog de

verkeerde kastanjes zijn. Wil het ac-

countantsberoep daadwerkelijk aan

maatschappelijk vertrouwen winnen,

dan moeten accountants eerst aan

de slag met het vergroten van het onder-

linge vertrouwen. Dat is de daadwerke-

lijke uitdaging voor het accountantsbe-

roep. An

Jan Wietsma.

Dat was 4 jaar geleden wel anders.

Toen was er een accountant, Pieter

de Kok, die van mening was dat accoun-

tants onvoldoende presteerden. Hij wond

zich op over gebrek aan professionaliteit

en wist daarmee een heuse beweging op

touw te zetten. Tuacc was de naam van

deze beweging en in een paar maanden

tijd kwamen gepassioneerde accountants

met enige regelmatig bij elkaar om te be-

spreken op welke wijze het beroep van

binnenuit moest worden hervormd.

Daarbij dienden mensen die geen ac-

countant waren, maar wel betrokken wa-

ren bij het accountantsberoep, als spie-

gel. Deze maand werd bekend dat Tuacc

ermee stopt. De energie is uit de bewe-

ging die ooit zo veelbelovend begon.

LeiderschapEen vraag die je mag stellen is: hoe komt

het dat een grote groep accountants zo

apathisch is als het gaat om zaken die de

noodzakelijke veranderingen in het eigen

beroep betreffen? Voelt men zich niet

aangesproken? Is men intussen gewend

geraakt aan de voortdurende kritiek die

op het accountantsberoep wordt afge-

vuurd? Onderschat men de sense of ur-

gency?

Misschien moeten we wel een paar spa-

den dieper steken en constateren dat de

vertrouwenscrisis waarmee het accoun-

tantsberoep te maken heeft, vooral een

leiderschapscrisis is. Als de voorzitter

van de NBA en enkele medebestuursle-

den aangeven dat er sprake is van een cri-

sis, maar de rest van de accountants

werkt lekker door, dan kun je je afvragen

in hoeverre die vertrouwenscrisis daad-

werkelijk wordt beleefd. Zolang je con-

troleopdrachten mag blijven doen, een

eventuele boete wel materieel maar niet

substantieel is en je van de politiek toch

nog weer te horen krijgt dat je als be-

roepsgroep zelf aan zet bent, dan wordt

die noodzaak tot urgentie door velen niet

beleefd. Natuurlijk, het rapport ‘In het pu-bliek belang’ heeft de functie van een wake-

up call. Maar het is een rapport van de

werkgroep en geen rapport van de huidi-

ge leiders in de branche. Het rapport zou

al veel meer aan draagvlak winnen als het

zou zijn ondertekend door de 25 be-

stuursvoorzitters van de grootste kanto-

ren. Nu lijkt het er toch te veel op dat de

voorzitter van de NBA erop uit wordt ge-

stuurd om de boodschap te verkopen. Op

ledenbijeenkomsten leidt dat tot veel wel-

willende blikken. Maar niet tot daadwer-

kelijke actie.

VertrouwenIn die zin gaat de vertrouwenscrisis ook

over het vertrouwen dat de leden in el-

kaar hebben, in het bestuur en hoe zij de

Hoe nu verder in de accountancy?

Page 6: Hoe nu verder in de accountancy?

33Accountancynieuws 19 december 2014 nr 22 www.accountancynieuws.nl

An

4. Op zoek naar bezielingWaar is de bezieling in het accountantsberoep gebleven? Dat is een vraag die bleef han-gen na de laatste Accountantsdag. Hoogleraar Jan Rotmans vroeg aan de 1400 aanwe-zigen of de voorgestelde maatregelen van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep gingen werken. Rotmans miste het gevoel en de emotie. Daarmee sloeg hij wat mij be-treft de spijker op zijn kop. Het rapport kent een technocratische insteek. Natuurlijk, er worden de nodige woorden besteed aan zaken als cultuur en gedrag, maar het be-klijft niet. Er wordt geen snaar geraakt als het gaat om gemeenschappelijke bezieling. Een beroep op de gemeenschappelijke trots ontbreekt.

Jan Wietsma

accountancy

dures. Een beroepseed. Maar dat heeft al-

lemaal weinig zin als je niet scherp in het

vizier hebt wat je bestaansrecht is. Natuur-

lijk zeggen ministeries, banken en beleg-

gers dat ze niet zonder accountant kun-

nen, dat ze op zijn werkzaamheden

steunen. Maar je kunt een vak niet dag-in-

dag-uit blijven uitoefenen met alleen maar

extrinsieke motivatiefactoren. Wil je ge-

motiveerd blijven en met passie en bezie-

ling aan de slag blijven, dan is er meer no-

dig. De vraag die we elkaar als

accountants moeten stellen is: hebben we

het daar nog wel eens over?

Passie en bezielingAls je nu een groep accountants vraagt

waar ze het meest trots op zijn, dan is de

kans groot dat je als antwoord de oplei-

dingstitel krijgt. Niet het werk dat ze nu

doen, maakt hun trots. Nee, het feit dat ze

de opleiding hebben afgerond verbindt

hen. Dat ze dat zware traject succesvol

hebben afgerond. Daar ligt een gemeen-

schappelijke basis. Daarover kunnen ze

nog uren met elkaar praten. De vraag die

dan rest is: hoe krijg je die passie, die be-

zieling, weer terug in de dagelijkse uitvoe-

ring van het beroep? Daarvoor moet je iets

weten van je eigen drijfveren. Maar nog

belangrijker is dat je gemeenschappelijk

benoemt waarvoor je staat. Dat je aangeeft

waarvoor je verantwoordelijkheid wilt en

kunt dragen en waarvoor niet. Dat vraag-

stuk gaat primair niet over kwaliteit maar

over bezieling. Het zou mooi zijn als de

beroepsorganisatie hier in 2015 werk van

gaat maken. Want willen we de toekomst

van het accountantsberoep daadwerkelijk

verankeren, dan ontkomen we er niet aan

om zaken als bezieling en beroepstrots te

benoemen. An Lees deel 5 op pag. 44.

Jan Wietsma

Die trots heeft overigens niet veel te

maken met het feit dat de accountant

gezien wordt als vertrouwensman van het

gemeenschappelijke verkeer. Aan die ver-

antwoordelijkheid wordt gek genoeg nau-

welijks enige emotionele waarde toege-

kend. Het lijkt erop dat de accountant zijn

werkzaamheden vooral ziet als aangeno-

men werk waaraan weinig eer valt te beha-

len. Wie goed luistert, merkt op dat de ac-

countant het steeds vaker heeft over

commodity als het gaat om het samenstel-

len van jaarrekeningen. Of over het uitvoe-

ren van werkzaamheden waar de dga niet

op zit te wachten als het gaat over het uit-

voeren van een wettelijke controle. Als een

accountant op deze manier tegen zijn

werkzaamheden aankijkt, dan moet je er

ook niet gek van opkijken dat de bezieling

ontbreekt. De accountant kan zelf nauwe-

lijks de toegevoegde waarde van zijn pro-

ducten en diensten benoemen. Laat staan

dat een klant dat dan moet kunnen! De

enige schrale troost die dan nog overblijft

is een geldelijke vergoeding voor de werk-

zaamheden die je nu eenmaal moet uit-

voeren. Tenslotte moet iemand het doen.

Dat accountants ooit een ereloon in reke-

ning brachten, daar kun jij je als accoun-

tant nu nauwelijks meer iets bij voorstel-

len. Zeker niet als je het niet als een eer

ziet dat jij die vertrouwensman van het

maatschappelijk verkeer mag zijn. Bij ge-

brek aan bezieling ga je natuurlijk ook niet

uit jezelf aan de slag met zaken als het ver-

beteren van kwaliteit en innovatie. Waar-

om zou je? Er is toch al weinig maatschap-

pelijke waardering voor wat je doet, het

aantal criticasters neemt in omvang steeds

meer toe en je wordt ook nog geacht alles

tegen een steeds lagere prijs te doen.

Waarom werd je accountant?Maar de vraag is natuurlijk: waarom ben je

ooit accountant geworden? Waarom sta je

iedere ochtend op en hijs je jezelf in pak of

rok? Hoe groot is de kloof tussen jouw in-

trinsieke motivatie en hetgeen eigenlijk

van je verwacht wordt? Ik vrees dat die

kloof groter is dan we elkaar durven te ver-

tellen. Die kloof overbruggen we ook niet

door meer nadruk te leggen op zaken als

kwaliteit. Ik denk namelijk dat er weinig

accountants zijn die ’s morgens uit hun

bed komen en denken: ‘Zo, vandaag ga ik

de zaken eens behoorlijk verstieren.’ Dat

past een professional niet. Daarvoor ben je

ook geen professional geworden. Wat

ontbreekt is een gemeenschappelijke uit-

gedragen visie. Er wordt geen antwoord

gegeven op de vraag wat de toegevoegde

waarde is van de accountant anno 2015. Er

wordt heel veel gesproken over de tech-

niek van het accountantsberoep, het ge-

brek aan kwaliteit, of - zo u wilt de nood-

zaak voor meer kwaliteit -, we zoeken de

oplossingen in governancestructuren,

meer toezicht, andere benoemingsproce-

Hoe nu verder in de accountancy?

Page 7: Hoe nu verder in de accountancy?

44 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuwswww.accountancynieuws.nl

accountancyAn

5. De MKB-accountant wordt sparringpartnerAls aan accountants die actief zijn in het MKB gevraagd wordt wat ze het liefste doen:a. Zorgen dat de cijfers kloppen;b. Met de ondernemer in gesprek gaan over zijn bedrijfsvoering;c. Werken aan uw kantoor in plaats van in uw kantoor;d. Ondernemers op hun gemak stellen;

dan geeft de overgrote meerderheid aan dat ze voor antwoord b kiezen. Men gaat het liefst met de ondernemer in gesprek over de bedrijfsvoering. De praktijk van alledag leert echter dat MKB-accountants vooral druk zijn met werkzaamheden die vallen on-der categorie a. Het grootste deel van de omzet wordt, zo blijkt uit menig benchmark, nog altijd behaald met het samenstellen van de jaarrekening, de administratieve dienstverlening en het verzorgen van aangiften. Voor gesprekken met de ondernemer blijft op deze manier niet zoveel tijd over.

Nu zullen er lezers zijn die opmer-ken dat daar ook geen verandering

in gaat komen. De meeste MKB-ac-countants zijn geen adviseur, wordt er dan gezegd. Daarbij wordt dan een re-latief somber toekomstbeeld geschetst, waarin voor de MKB-accountant op ter-mijn geen plaats meer is. Ik denk dat het goed is dit beeld te nuanceren. Er zal altijd behoefte blijven aan een MKB-accountant die reflecteert in de rol van sparringpartner. Wat wel verandert zijn de werkzaamheden die de MKB-ac-countant verricht. De MKB-accountant zal steeds vaker door de ondernemer gevraagd worden om hem te begelei-den. Daarbij gaat het om vraagstukken waar de ondernemer in de sociaal-eco-nomische context mee te maken heeft. Cijfers spelen daarbij een belangrijke rol. Maar het is ook belangrijk dat de MKB-accountant een goed beeld heeft van de drijfveren van de ondernemer. De moderne accountant kan niet acte-ren zonder enige kennis te hebben van de psychologie van de ondernemer.

Psychologie en cijfersMet die psychologische kennis in zijn

achterzak kan de MKB-accountant de ondernemer veel effectiever bijstaan bij vragen die hij heeft over zijn bedrijfs-voering. Je weet als MKB-accountant hoe je een ondernemer in beweging kunt krijgen of kan laten nadenken over andere keuzes. Dat laat onverlet dat het hoofdbestanddeel van de werk-zaamheden van de MKB-accountant fi-nancieel en cijfermatig gerelateerd zijn. Daar blijft behoefte aan. Financiers ver-trouwen op de werkzaamheden van de MKB-accountant. De Belastingdienst doet dat ook, maar er zijn nog veel meer partijen die vinden dat MKB-ac-countants belangrijk werk doen. Wel-licht dat u denkt, wat verandert er dan concreet?

Op maat van de ondernemerIk denk dat de traditionele wijze waar-op u nu jaarrekeningen samenstelt zijn langste tijd heeft gehad. U zult in de toekomst steeds meer financiële overzichten en jaarrekeningen op maat gaan maken en daar ook een analyse op loslaten. Iedere ondernemer heeft immers te maken met andere kritische prestatiefactoren. Doordat de moge-

Hoe nu verder met accountancy?

lijkheden die Big Data biedt steeds meer binnen handbereik komen, is het ook voor de kleinere MKB-kantoren mogelijk om te werken met bedrijfsver-gelijkingen op basis van die kritische prestatiefactoren. Daarbij zal de MKB-accountant er in de presentatie van de cijfers steeds vaker voor kiezen om aan te sluiten bij de belevingswereld van de ondernemer. Met andere woorden: een ondernemer gaat het leuk vinden om een rapport van zijn accountant te krijgen. De ondernemer zal deze cijfers met gepaste trots willen delen met zijn relaties. De MKB-accountant vervult hierbij de functie als controller. Maar die controllersfunctie is breder dan alleen maar de financiële kant van de zaak. U zult als MKB-accountant ook tijd vrij moeten maken om met enige re-gelmaat met uw klant, de ondernemer, van gedachten te wisselen. U zult het daarbij hebben over de ontwikkelingen die de ondernemer ziet in zijn branche, bij zijn klanten. Als MKB-accountant at-tendeert u de ondernemer op zijn blinde vlekken en helpt u hem om keuzes te maken waar hij zich veilig bij voelt. Mijns inziens kunnen talloze MKB-accountants deze overstap naar een nieuwe invulling van hun functie ma-ken. De meeste MKB-accountants kun-nen echt wel een gesprek voeren. Wat zij alleen moeten leren, is dat zij veel meer invloed hebben op het verloop van ge-sprek dan zij nu denken. Met die andere aanpak zijn ze ook in staat om gedrags-beïnvloeding te realiseren. Inmiddels

Page 8: Hoe nu verder in de accountancy?

An

45www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22

accountancy

weet ik uit de praktijk dat accountants

prima in staat zijn om zich die nieuwe

vaardigheden eigen te maken.

SpecialiserenDaarnaast denk ik dat MKB-accoun-

tants er goed aan om doen om zich te

specialiseren. Dat wil niet zeggen dat u

voor de volle 100% bezig moet zijn met

specialistische werkzaamheden. Het is

eerder zo dat een zekere mate van spe-

cialisatie u helpt om van grotere toege-

Accountancynieuws

AdverteerdersbedanktAccountancynieuws bedankt al haar adverteerders voor hun steun en vertrouwen. Dankzij u konden wij onze lezers de afgelopen tien jaar een onafhankelijke en kritische kijk bieden op de ontwikkelingen in hun vakgebied.

Team Accountancynieuws: Annemarie Oord, Anja Wanink, Frans Eijkelkamp, Frans Heitling en Rick de Ruiter

voegde waarde te zijn voor uw klant en

voor potentiële nieuwe klanten. U zult

merken dat u na verloop meer klanten

krijgt die bij u komen vanwege uw spe-

cialisatie. Die specialisatie kan betrek-

king hebben op specifieke onderwer-

pen. Denk hierbij onder meer aan

financiering, maatschappelijk verant-

woord ondernemen, groei, fusies en

overnames of op bepaalde branches. U

kunt zich natuurlijk ook specialiseren

in de ontwikkelingen in een bepaalde

regio. Het maakt niet zoveel uit wat

u kiest, als er maar iets is waardoor

u opvalt of op gaat vallen.

Regeldruk wordt overdrevenTot slot merk ik nog iets op over de

regelgeving. Veel accountants in het

MKB zijn van mening dat ze bijna

niets meer mogen of kunnen vanwege

de regeltjes. Ik durf dat wel te bestrij-

den. Veel zaken waarmee ik gecon-

fronteerd wordt, zijn van horen

zeggen. Daarnaast blijken veel ac-

countants in het MKB slecht op de

hoogte te zijn van de specifieke regel-

geving die voor hen geldt. Maar - nog

belangrijker - men kan niet aangeven

welke regels niet gelden. Daardoor

verdoen veel MKB-accountants veel

meer dan nodig is en dat is jammer,

want die tijd kan een accountant beter

besteden aan het sparren met de on-

dernemer. Uiteindelijk geven de

meesten van u aan dat zij dit toch het

liefste doen. An Lees deel 6 op pag. 56.

Jan Wietsma.

Page 9: Hoe nu verder in de accountancy?

An

56 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws

6. De kanteling ingezet: Accountancy in 2017Hoe het verder moet met de accountancybranche is geen vraagstuk dat alleen maar Ne-derlandse accountants bezighoudt. Afgelopen jaar was ik aanwezig op een bijeen-komst van de verenigde Europese beroepsorganisaties (FEE). Uit de bijdragen van de deelnemers uit de verschillende Europese landen bleek dat zaken als de niet te stoppen digitalisering van de werkzaamheden, het onder druk staande verdienmodel, de toe-nemende regelgeving en een nieuwe inrichting van het accountantsberoep overal in Europa alle accountants raken.

Jan Wietsma

accountancy

In die zin is het goed om te weten dat

Nederland geen eiland is. Wel is Ne-

derland een klein taalgebied, waardoor

het in Nederland wel eens wat langer

duurt voordat bepaalde zaken gemeen-

goed worden. Dat geldt dan met name

voor het werk van fiscale adviseurs. Dat

werk is hier nog veel minder gedigitali-

seerd dan bijvoorbeeld in een land als de

Verenigde Staten. Aan de andere kant lo-

pen we in Nederland ook voorop, denk

aan de digitalisering van het aangiftepro-

ces en het online boekhouden en we heb-

ben een van de meest efficiënte beta-

lingsprocessen ter wereld. Tegelijkertijd

hebben we in Nederland, in vergelijking

tot andere Europese landen, nog wel een

paar slagen te maken als het gaat om

standaardisatie. Dat heeft vooral te ma-

ken met het feit dat de Nederlandse over-

heid hier nog veel zaken aan de markt

overlaat. Maar het ziet er naar uit dat het

Referentie Grootboek Schema (RGS) en

SBR (Standard Business Reporting) de

komende jaren tot steeds meer standaar-

disatie zullen leiden. Dat houdt in dat ac-

countants- en administratiekantoren

steeds minder tijd kwijt zullen zijn met

het verzamelen, verwerken, rubriceren en

samenvatten van financiële informatie tot

een financieel overzicht.

Tijd- en plaatsonafhankelijkOver hoe het accountantskantoor er in

2017 uit zou kunnen zien schreef ik vorig

jaar in Accountancynieuws het feuilleton

‘Een dag uit het leven van Klaas Ruiter

Echtgenoot, vader en accountant.’ Daar-

in geef ik aan dat de digitalisering van de

werkzaamheden van accountants in 2017

ervoor zorgt dat de accountant en de on-

dernemer dagelijks inzicht hebben in het

financiële reilen en zeilen. Daarbij zullen

veel werkzaamheden tijd- en plaatsonaf-

Hoe nu verder met de accountancy?

Page 10: Hoe nu verder in de accountancy?

An

57www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22

accountancy

hankelijk zijn. Dat houdt in dat huidige

werkplekken binnen een kantoor vooral

ontmoetingsplaatsen zullen worden.

Daarnaast schets ik het beeld dat veel ac-

countantskantoren die nu nog enkele

wettelijke controles verrichten, met el-

kaar zullen gaan samenwerken in een zo-

genaamde AuditExpertiseCentrum. Daar-

bij geef ik ook aan dat accountants met

een kleine harde kern van eigen mede-

werkers zullen werken en voor pieken in

werkzaamheden en incidentele opdrach-

ten gebruik zullen maken van een flexi-

bele schil. De door mij geschetste Freaky

Thursday (inzake de gebrekkige contro-

lekwaliteit) kwam een jaar eerder dan ik

toen dacht.

2017 of toch eerder?Uit de reacties van de lezers uit de ac-

countancybranche leid ik af dat velen

zich wel kunnen voorstellen dat accoun-

tants uiteindelijk zo gaan werken. Maar

men verwacht dat dit in 2017 nog lang

niet zover zal zijn. Lezers uit andere

branches dan de dienstverlening kunnen

zich daar veel meer bij voorstellen, zeker

als het om de impact van de alsmaar

voortgaande digitalisering gaat. Overi-

gens kreeg ik vorige week vrijdag te ho-

ren dat de FEE het afgelopen jaar de En-

gelstalige versie van Klaas Ruiter

gebruikt heeft bij het bepalen van haar

strategie voor de MKB-kantoren en dat

dit boekje nu als discussiestuk naar alle

Europese bestuurders en commissiele-

den van de beroepsorganisatie is ge-

stuurd.

Verandering van tijdperkOp de afgelopen Accountantsdag sprak

hoogleraar Jan Rotmans. Hij merkte op

dat we niet in een tijdperk van verande-

ringen zitten maar in een verandering

van tijdperk. Nederland kantelt en dat

raakt alle geledingen van de Nederlandse

samenleving. Ook die van de werkzaam-

heden van de accountant. Die kanteling

is overigens al in 2007 ingezet en we

gaan er nu de eerste effecten van merken.

Mijn verwachting is dat in 2017 een aan-

tal zaken al nader uitgekristalliseerd zal

zijn. Voor de accountancybranche gaat

het dan om het volgende:

• standaardisatie (RGS en SBR) draagt

daadwerkelijk bij aan het nog efficiënter

werken;

• digitalisering en standaardisatie maken

het voor zowel de ondernemer als de

accountant mogelijk om real-time uit

grote hoeveelheden data relevante in-

formatie te destilleren;

• het aantal accountantskantoren dat

zich nog daadwerkelijk met wettelijke

controle zal bemoeien zal rond de 200

liggen, om zelfstandig een rendabele

controlepraktijk te draaien zal een mi-

nimumomzet van € 1.000.000 de norm

zijn;

• procesoptimalisatie en digitalisering

leiden tot een verdere daling van het

aantal banen in de accountancybran-

che;

• steeds vaker zullen accountantskanto-

ren gebruikmaken van de diensten van

gedragsdeskundigen, natuur- en wis-

kundigen en informaticaspecialisten.

Maar de hierboven geschetste ontwikke-

lingen zijn niet het einde, we bevinden

ons in 2017 namelijk nog volop in de

transitiefase. In het laatste deel zal ik in-

gaan op de impact van de doorgezette

kanteling op de accountancybranche in

2020. An Lees het slot op pag. 73.

Jan Wietsma.

‘Accountants zullen met een kleine harde kern van eigen medewerkers wer-

ken en voor pieken en incidentele opdrachten gebruikmaken van een

flexibele schil.’

Het feuilleton over Klaas Ruiter is niet het enige feuilleton dat Jan Wietsma ge-schreven heeft. ‘Rumoer in de maatschap’ verscheen afgelopen zomer. Wat hoe werkt dat nu: samenwerken in een maatschap? Het organisatiemodel is bijna ideaal. Egalitair; mensen werken vrijwillig, op voet van gelijkheid, met elkaar sa-men. De aanvoerder is een primus inter pares; de eerste onder zijn gelijken. Hij of zij is het gezicht naar buiten en werkt, gedragen door zijn medepartners, aan het grotere doel: een duurzaam accountantskantoor waarin en waaraan zij sa-men werken en innoveren.

Jan Wietsma’s ‘Rumoer in de maatschap’ nuanceert dit beeld. Schuimstra’s kan-toor voldoet formeel aan de eerder genoemde eigenschappen, maar dan komt de menselijke maat. De beslommeringen tussen Schuimstra en zijn vennoten/colle-ga’s op kantoor staan centraal. Rumoer in de maatschap gaat over hun individue-le ambities, hun onderlinge verhoudingen en verschillen. Het gaat over de veran-deringen in het accountantsberoep en de maatschappij. En vervolgens over de besluitvaardigheid en besluiteloosheid binnen dit fictieve accountantskantoor.

Maar zo fictief is het ook weer niet. Voor veel lezers biedt het feuilleton een beeld – geen feest – van herkenning. Het gevoel van ‘Hé, dat maken wij hier ook mee’. Inmiddels hebben enkele duizenden ’Rumoer in de maatschap’ online gelezen en biedt het – zo blijkt uit reacties die bij Jan en bij ons binnenkwamen – een aardi-ge doorkijk in een samenwerkingsverband dat maatschap heet.Voor wie wil weten welke valkuilen je binnen een maatschap tegen kunt komen: lees deze extrapolaties uit Jan Wietsma’s lange ervaring in accountancyland. fh.

Dit boek is nu ook beschikbaar als e book via via deze links:E-book: http://www.boekenbestellen.nl/ePUB/rumoer-in-de-maat-schap/9789082208740 Paperback via: http://www.boekenbestellen.nl/boek/rumoer-in-de-maat-schap/9789082208733

Feuilleton ‘Rumoer in de maatschap’

Page 11: Hoe nu verder in de accountancy?

An

73www.accountancynieuws.nlAccountancynieuws 19 december 2014 nr 22

Slot: Disruptieve innovatie: Accountancy in 2020Op de laatste NBA-ledenvergadering van de Accountants in Business liet hoogleraar Theo Huibers de deelnemers ervaren wat de impact van Disruptieve Innovatie zal zijn op de functie en de werkzaamheden van de accountant. Daarbij liet Huibers kennis-maken met ontwikkelingen en toepassingen waarvan de meeste aanwezigen – ik zelf incluis – niet eens wisten dat die al bestonden. In die zin was zijn interactieve sessie een echte wake-up call; er gebeurt meer dan wij nu waarnemen en dat heeft en krijgt een grote impact op het beroep dat wij uitoefenen. Overigens is Theo Huibers niet de enige die accountants waarschuwt om het fenomeen Disruptieve Innovatie niet te on-derschatten. Han Mesters, werkzaam bij ABN AMRO, doet dit ook al enige jaren en Jan Rotmans deed op de laatste Accountantsdag ook nog een duit in het zakje.

Jan Wietsma

accountancy

hem, om op een betrouwbare wijze data met andere ondernemers en instanties uit te wisselen. Daarbij zullen steeds meer gebruiksgoederen data genereren en ter beschikking stellen aan netwer-ken. De ondernemer die de grens van 500 privékilometers in zijn leaseauto over-

schrijdt krijgt nog dezelfde dag een digi-tale aanslag in zijn belastingapp. Aangif-ten omzetbelasting worden wekelijks of maandelijks op basis van digitale data die door een overheidsportaal heen stromen gegenereerd. U denkt misschien: dat is nog heel ver weg. Echter, hier wordt nu al serieus over nagedacht. In 2020 zullen de meeste ondernemers en accountants zich

Waar moet ik aan denken als het gaat om disruptieve innovatie in de

accountancy? Kijk naar een aantal oplos-singen die nu al bestaan, maar die nog niet grootschalig zijn ingevoerd.Een disruptieve innovatie die nu al op steeds grotere wijze wordt toegepast in Amerika is het digitaliseren van de juridi-sche sector. Computers bepalen wie in een bepaalde kwestie gelijk heeft. De di-gitale rechter heeft zijn intrede al gedaan. Het is alleen een kwestie van tijd voordat ook allerhande fiscale adviezen en proce-dures worden overgenomen door de

computer. Wie denkt dat dit in 2020 vast nog niet het geval zal zijn, raad ik aan om het boek Tomorrow’s Lawyers van Richard Susskind te lezen.

Altijd en overal informatieDisruptieve innovatie zorgt er ook voor dat ondernemers in 2020 continu in staat zijn om via meerdere platforms en devi-ces – denk aan smartphone en tablet – op een interactieve wijze grote hoeveelheden gegevens met u te delen. Daarbij zal de ondernemer veel meer in de regiestoel zitten dan nu het geval is. U faciliteert

Hoe nu verder met de accountancy?

‘De ondernemer die de grens van 500 privékilome-ters in zijn leaseauto over-schrijdt, krijgt nog dezelf-

de dag een digitale aanslag in zijn belastingapp.’

Page 12: Hoe nu verder in de accountancy?

An

74 www.accountancynieuws.nl 19 december 2014 nr 22 Accountancynieuws

accountancy

niet meer met regulier aangiftewerk in de

breedste zin des woords bezighouden.

Digitale robotsDisruptieve innovatie zorgt er ook voor

dat een groot deel van de controlewerk-

zaamheden gedaan zal worden door zo-

genaamde digitale robots. Zij zijn in staat

om in de zeer grote berg aan complexe

datastructuren iedere miliseconde con-

troles uit te voeren om vast te stellen dat

verantwoordingen juist en tijdig hebben

plaatsgevonden. Tegelijkertijd zullen ac-

countants, veel meer dan nu, geconfron-

teerd worden met een scala aan fraudes

die mogelijk gemaakt worden door die

alsmaar toenemende digitalisering. Een

miljardste van een seconde kan immers

in sommige gevallen al het verschil uit-

maken.

Virtueel geldDisruptieve innovatie leidt ook tot andere

waarderingsvraagstukken. De bitcoin is

nog maar het begin. In 2020 zullen er

meerdere virtuele munten met ieder hun

eigen waardering ontstaan. Daar komt

bij dat kasgeld nauwelijks meer zal wor-

den gebruikt. Wilt u hierover meer lezen

en weten dan raad ik u aan om Bank 3.0

van Brett King te lezen.

Minder Wta-kantoren Disruptieve innovatie zorgt er ook voor

dat de hele organisatie rondom het be-

roep op de helling gaat. De toezichthou-

der is in 2020 Europees en zij zal hoge

eisen stellen aan de digitale kennis van

bestuurders van accountantsorganisaties

en de externe accountant. Het aantal Ne-

derlandse kantoren met een vergunning

zal naar verwachting dalen naar rond de

100. Daarnaast zullen er talloze kleine

kantoren zijn die in netwerkachtige

structuren met elkaar samenwerken. De

grotere kantoren hebben programma’s

ontwikkeld waarbij voormalige mede-

werkers voor eigen rekening en risico ge-

bruik mogen maken van de naam van de

organisatie waarvoor zij voorheen werk-

zaam waren.

Daadwerkelijke ontmoetingDat dit ook impact heeft voor de Neder-

landse Beroepsorganisatie staat buiten

kijf. Ze zal nu al aan de slag moeten met

de impact van de op handen zijnde dis-

ruptieve innovaties voor het accountants-

beroep.

Wie disruptieve innovatie alleen maar als

bedreigend ziet heeft het mis. Disruptie-

ve innovatie zorgt er ook voor dat we als

mensen steeds meer tijd overhouden om

over zaken door te spreken die relevant

zijn. Daadwerkelijke ontmoeting is na-

melijk waar het om draait in het samen-

spel tussen accountants en ondernemers.

Daar verandert uiteindelijk niets aan. De

goed voorbereide accountant blijft ver-

trouwenspersoon.

De accountant van morgenDisruptieve innovatie zorgde er ook voor

dat Kluwer stopte met Accountancy-

nieuws. Gelukkig is er vanaf 23 januari

2015 het platform AccountancyVanmor-gen, ingericht naar de eisen van deze tijd.

Daarop zal ik u met mijn waarnemingen

blijven prikkelen. Op 22 januari 2015 is

de lancering. Wilt u daarbij zijn?

Meldt u aan via:

www.iksteunaccountancy vanmorgen.nl. An

‘De toezichthouder is in 2020 Europees en zij zal

hoge eisen stellen aan de digitale kennis van

bestuurders van accoun-tantsorganisaties en de

externe accountant.’

Jan Wietsma is o.a. verbonden aan Full Finance.