Cursus: Ontwikkelings- psychologie voor SCW en PWJ · 4 Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ...

14
Cursus: Ontwikkelings- psychologie voor SCW en PWJ

Transcript of Cursus: Ontwikkelings- psychologie voor SCW en PWJ · 4 Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ...

Cursus:

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ

>  Over deze cursus 3 >  Behoeften en hechting 6 >  Ontwikkelingspsychologie algemeen 9 >  Ontwikkelingspsychologie baby tot en met peuter 11 >  Ontwikkelingspsychologie kleuter tot en met adolescent 15 >  Ontwikkelingspsychologie volwassene en oudere 22 >  Afronding 25 >  Reflectie 28 >  Theoriebron 1: De basis van veiligheid in de opvoeding 30 >  Theoriebron 2: Ontwikkelingspsychologie algemeen 34 >  Theoriebron 3: Ontwikkelingspsychologie baby tot en met peuter 35 >  Theoriebron 4: Ontwikkelingspsychologie kleuter tot en met adolescent 41 >  Theoriebron 5: Ontwikkelingspsychologie volwassenen en ouderen 46 >  Beoordelingsformulier 48 

> Inhoud

Colofon Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: [email protected] Internet: www.edu-actief.nl

Auteurs Theo-Henk Streng, Daphne de Fockert en ROC Mondriaan Titel Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ Vormgeving Binnenwerk: DBD Design / Ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld / Hubi de Gast

ISBN 978 90 3720 384 4 Copyright © 2012 Uitgeverij Edu’Actief b.v.

Eerste druk/vierde oplage

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 3

In deze cursus maak je kennis met de ontwikkelingspsychologie en leer je over de verschillende ontwikkelingsfasen.

Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Kijk voor deze punten achter in dit boek. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: • actieve deelname aan de lessen • nette uitwerking van de opdrachten • afgeronde processtappen voor het maken de beroepsproducten • ontwikkelde spelactiviteiten • een uitgewerkte activiteit • een PowerPoint-presentatie.

Je toekomstige collega

> Over deze cursus

Doelstellingen• Je kunt de ontwikkelingsfasen van de mens met de bijbehorende kenmerken benoemen. • Je kunt de vijf ontwikkelingsgebieden benoemen. • Je kunt per ontwikkelingsfase de ontwikkelingsgebieden beschrijven.

Naam: Klaas Zondervan

Werkzaam bij: Jongerencentrum Ons Stekkie

Medewerkers: 15 vaste medewerkers en ongeveer 20 vrijwilligers die zorg dragen voor informatie en activiteiten voor jongeren van 12 tot 21 jaar

Werkzaam als: Jeugdwerker

Soort werkzaamheden: Het organiseren van activiteiten, zoals een infopunt, poolwedstrijden, caféavonden, meidenavonden, cursussen

Over de werkomgeving: Wij zitten in een gezellig gebouw in het hartje van Amersfoort. Er is een aantal verschillende ruimtes waarin we van alles organiseren. Er is een café waar jongeren kunnen chillen, maar er is ook een rustige ruimte waar ze huiswerk kunnen maken. We hebben zelfs een sportzaaltje. Regelmatig organiseren we hier sportcursussen zoals kickboksen, streetdance en noem maar op. Ik organiseer vooral activiteiten in het café en ben op die avonden ook als begeleiding aanwezig. Ik heb veel contact met jongeren en soms praten ze over de problemen die ze hebben. Gelukkig kan ik ze dan doorverwijzen naar de maatschappelijk werker die aan ons centrum verbonden is.

Wat is leuk aan je werk? Het contact met jongeren en het organiseren van leuke activiteiten.

Grootste blunder: Ik heb wel eens iemand van 14 een breezer gegeven omdat ik dacht dat ze al 18 was. De breezer heb ik toen maar teruggenomen.

Waar werk je aan? Ik ben bezig met het organiseren van een dartswedstrijd.

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ 4

Beroepsproduct 1: Spelactiviteit ontwikkelen

Dit beroepsproduct inleveren voor:

Jullie groep kiest een van de onderstaande doelgroepen. Voor deze doelgroep gaan jullie samen vier concepten voor een spel of activiteit bedenken. Bij elk van de onderstaande ontwikkelingsgebieden bedenken jullie een spel of activiteit om dat ontwikkelingsgebied te stimuleren voor jullie doelgroep. Jullie beschrijven het spel of de activiteit in concept. Een van de vier concepten werken jullie uit tot een spel of een activiteit zodat die uitgevoerd kan worden door jullie groep. Doelgroepen: • peuter • kleuter • schoolkind • puber • adolescent.

Ontwikkelingsgebieden: • lichamelijke en motorisch gebied • cognitief gebied • sociaal/emotioneel gebied • seksueel gebied. Eén concept werken jullie helemaal uit tot een uitvoerbare activiteit met duidelijke instructies en onderbouwing van de elementen. Bijvoorbeeld: als jullie groep een bordspel bedenkt, moet het spel daadwerkelijk gespeeld kunnen worden. Alle materialen moeten aanwezig zijn: het bord, eventuele pionnen enzovoort. De concepten bundel jullie in een boek met duidelijke vermelding van de auteurs. Het geheel is in helder en correct Nederlands geschreven. Processtappen • Maak een planning en een taakverdeling. • Kies een doelgroep. • Ontwerp per ontwikkelingsgebied een activiteit/spel. • Beschrijf de spellen/activiteiten in concept en bundel dit tot een boek. • Ontwerp een uitwerking van een spel/activiteit. • Werk een spel/activiteit uit tot een uitvoerbare activiteit. Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je aan de volgende processtap begint. Eisen beroepsproduct • Kijk voor de eisen waaraan het beroepsproduct moet voldoen in het

beoordelingsformulier.

Werkmodel: Cursusplanning op www.factor-e.nl

Werkmodel: Samenwerkings-contract op www.factor-e.nl

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 5

Beroepsproduct 2: PowerPoint-presentatie

Dit beroepsproduct inleveren voor:

Marcel is een jongen van 15 jaar. Hij is gek op computeren en zit gemiddeld 20 uur per week achter zijn pc. Marcel is vooral bezig met het spelen van games en met het surfen op Hyves. De ouders van Marcel maken zich ernstige zorgen over zijn computergebruik, maar weten niet goed wat ze ermee aan moeten. Hij heeft de computer nodig voor zijn huiswerk en hierdoor is de controle lastig. Ze maken zich zorgen over zijn gezondheid, maar ook over zijn sociale contacten. Ze zijn bang dat Marcel verslaafd is. Je maakt een PowerPoint-presentatie voor de bijeenkomst ‘Kinderen en computers’. Je kunt deze presentatie maken op basis van de casus, maar je mag ook een andere ontwikkelingsfase kiezen van peuter tot adolescent. Processtappen • Maak een planning. • Kies een ontwikkelingsfase en bijbehorend onderwerp. • Ontwerp de PowerPoint-presentatie. • Maak de PowerPoint-presentatie. Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je aan de volgende processtap begint. Eisen beroepsproduct • Kijk voor de eisen waaraan het beroepsproduct moet voldoen in het

beoordelingsformulier.

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ 6

Maslow benoemt vijf fundamentele behoeften. • Beschrijf elke behoefte en geef een voorbeeld.

Onderzoek naar de behoeftepiramide van Maslow heeft weinig tot geen bevestiging opgeleverd van zijn gedachtegoed. Het probleem daarbij was niet het wel of niet bestaan van de fundamentele behoeften, maar dat deze behoeften niet op zijn manier te ordenen zijn. • Beargumenteer op ongeveer één A4’tje de behoeftepiramide van Maslow. Verwerk

daarin de volgende punten: – Waarom vindt Maslow de bevrediging van de

fundamentele behoeften belangrijk? – Waartoe kunnen onbevredigde behoeften leiden? – Wat is de rol van de omgeving in de

mogelijkheid van de bevrediging van de behoeften?

– Waarom denk jij dat de door Maslow gestelde ordening niet aantoonbaar is?

– Wat is jouw eigen mening over de theorie van Maslow?

> > Behoeften en hechting

Doelstellingen• Je kunt de behoeftepiramide van Maslow uitleggen. • Je kunt de fundamentele behoeften beschrijven. • Je kunt de vorming van een gehechtheidsrelatie volgens Bowlby benoemen. • Je kunt het belang van een veilige hechting verklaren. • Je kunt benoemen wat de scheppende voorwaarden van ouders zijn bij de ontwikkeling van een kind.

Opdracht 1: Behoeftehiërarchie

Behoefte Omschrijving Voorbeeld

Lichamelijk

Veiligheid en zekerheid

Sociale contacten

Waardering en erkenning

Zelfontplooiing

Opdracht 2: Behoeftebevrediging

Theoriebron 1: De basis van veiligheid in de opvoeding

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 7

• Beschrijf het verschil tussen een veilig en angstig ontwijkend kind op een half A4’tje.

• Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is een gehechtheidspersoon?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________

2. Hoe ontstaat een gehechtheidsrelatie?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________

3. Wat is het belang van de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________

4. Waar oefent de mate van verbondenheid met de opvoeder invloed op uit?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________

5. Waar kunnen scheidingen en dreigingen van scheiding in de vroege jeugd toe leiden?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________

Emmi Pikler geeft aan dat een baby volwassenen uitnodigt tot het scheppen van voorwaarden in de opvoeding. Deze voorwaarden helpen om het potentieel en de autonomie van een kind tot bloei te laten komen. De twee voorwaarden die Emmi Pikler noemt, zijn het bieden van vrije bewegingsruimte en het opbouwen van een betrouwbare relatie met volwassenen. • Geef in de volgende tabel aan wat Pikler verstaat onder deze twee voorwaarden en

geef er voorbeelden bij.

Opdracht 3: Hechting herkennen

Opdracht 4: Gehechtheidsrelatie

Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl

Taal Taal Taal Taal

• Neem deze cursus door en onderstreep de woorden die je niet kent. • Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. • Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze cursus voeg je toe aan

de woordenlijst. • Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.

Opdracht 5: Voorwaarden scheppen

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ 8

Johan is een jongen van 13 en heeft de naam een probleemjongen te zijn. Hij is als tweede geboren in een gezin met 4 kinderen. Zijn vader zit op de vaart en is telkens 5 maanden weg en dan weer 2 maanden thuis. Zijn moeder werkt parttime als secretaresse. Zijn oudste zus heeft een ongeluk gehad toen Johan een paar maanden oud was en is daarbij in een rolstoel beland. Zij heeft in die tijd veel in het ziekenhuis gelegen. Toen Johan 3 was, werd de tweeling geboren. Gebruik de theorie van Maslow en Bowlby om een mogelijke verklaring te vinden voor het feit dat Johan probleemgedrag vertoont. Maak gebruik van je eigen creativiteit, maar zorg wel dat je voorbeelden aansluiten bij de theorie. Wat kunnen de consequenties zijn geweest van de gezinssituatie voor de gehechtheid en het vervullen van de fundamentele behoeften? • Schrijf hierover een kort verslag van ongeveer een halve A4.

Omschrijving Voorbeeld

Vrije bewegingsruimte

Betrouwbare relatie met volwassenen

Opdracht 6: Probleemjongeren

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ 30

In de pedagogiek heeft men het vaak over het bieden van een veilige basis en een veilige omgeving. Hieronder wordt een aantal theorieën besproken over de invloed van een veilige basis en een veilige omgeving op de ontwikkeling van kinderen. Er wordt aangeven waarom een veilige basis en omgeving belangrijk zijn en wat de voorwaarden hiervoor zijn.

Maslow Maslow gaat ervan uit dat de mens wordt gemotiveerd door een aantal fundamentele behoeften. Fundamentele behoeften zijn belangrijke basisbehoeften. Deze behoeften zijn meer psychisch dan lichamelijk. Het niet bevredigen van deze behoeften kan ziekte tot gevolg hebben. Bij een gezond individu zijn deze behoeften niet actief, nauwelijks merkbaar of functioneel afwezig. Het bevredigen van de fundamentele behoeften is al belangrijk vanaf de geboorte. Mensen die in hun vroege levensjaren sterk en zeker zijn gemaakt, blijven daarna meestal zeker en sterk onder welke bedreiging dan ook. Als de behoeften al vroeg in de ontwikkeling slecht bevredigd worden, is er meer kans op psychische problemen en gedragsproblemen. Maslow zette de behoeften van de mens in een hiërarchie, ook wel de behoeftepiramide genoemd.

> Theoriebron 1:De basis van veiligheid in de opvoeding

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 31

De behoeftepiramide moet van onder naar boven gelezen worden: • De onderste behoeften zijn de lichamelijke behoeften: lucht, water, voedsel, onderdak,

slaap en seks. • Daarna komt de behoefte aan veiligheid en zekerheid. Mensen zoeken veiligheid in

kleine of grote groepen zoals het gezin, de school of het werk. • Na de behoefte aan veiligheid en zekerheid komt de behoefte aan sociaal contact met

vrienden en geliefden. • Vervolgens komt de behoefte aan waardering en erkenning. Mensen willen graag

gezien worden om wat ze kunnen en doen. • Als laatste is er de behoefte aan zelfontplooiing. De behoefte aan zelfontplooiing

houdt in dat men zich verder wil ontwikkelen. Je kunt de piramide lezen als een soort trap. Je moet eerst de onderste tree bevredigd hebben voordat je een stapje naar boven kunt doen. Dit houdt in dat iemand eerst de lichamelijke behoeften geheel of gedeeltelijk bevredigd moet hebben. Als deze niet grotendeels bevredigd zijn, is het moeilijk om de behoefte aan veiligheid en zekerheid te bevredigen. Kijk maar naar een zwerver. Een zwerver houdt zich bezig met de lichamelijke behoeften. Hij wil eten, drinken, slapen enzovoort. De behoefte aan veiligheid en zekerheid is er wel, maar de bevrediging van de lichamelijke behoeften neemt veel tijd en ruimte in beslag. De meeste zwervers komen daarom niet toe aan het bevredigen van de behoefte aan veiligheid en zekerheid. Aan de treden boven veiligheid en zekerheid, komen de meeste zwervers al helemaal niet toe. Om de fundamentele behoeften te bevredigen moet er volgens Maslow aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden zijn vrijheid, rechtvaardigheid, ordelijkheid en uitdaging. Als deze voorwaarden niet aanwezig zijn, kan iemand niet goed werken aan het bevredigen van zijn behoeften.

Bowlby Bowlby heeft de basis gelegd voor de gehechtheidstheorie. De gehechtheidstheorie gaat over gehechtheidsrelaties en de neiging van mensen om zich te hechten. Gehechtheidsrelaties zijn relaties waarbij er sprake is van een bepaalde verbondenheid tussen twee mensen. Mensen hebben al vanaf de geboorte de neiging om zich te hechten. Voor de ontwikkeling van de mensen is de kwaliteit van gehechtheidsrelaties van belang. Dit begint al bij de geboorte waarbij de interactie tussen kind en opvoeders van levensbelang is. De eerste ervaringen van een kind op het gebeid van gehechtheid hebben een belangrijke invloed op latere leeftijd. Als een kind een sterke verbondenheid met zijn opvoeder voelt, heeft dit een grote positieve invloed op zijn zelfvertrouwen. Ook heeft het gevoel van verbondenheid invloed op het vertrouwen van anderen als je in nood bent. De eerste intensieve ervaringen met het vormen en breken van belangrijke gehechtheidsrelaties zijn van invloed op de emotionele ontwikkeling van volwassenen. Het gaat dan vooral om de ontwikkeling van het vermogen om om te gaan met moeilijke situaties en het uiten van emoties. Ervaren van scheidingen in gehechtheidsrelaties en dreigende scheidingen in de vroege jeugd en/of een angstig gehecht kind kunnen leiden tot ernstige psychische problemen. De persoon met wie een kind een gehechtheidsrelatie opbouwt, wordt door Bowlby de gehechtheidspersoon genoemd. Deze persoon vormt de veilige basis voor het kind. De behoefte aan een gehechtheidspersoon blijft het hele leven bestaan! Een veilig gehecht kind van ongeveer 1 jaar is vaak vrolijk. Het is gelukkig, coöperatief en aangenaam in de omgang. Het wil graag buiten spelen, gaat op onderzoek uit en maakt contact met andere kinderen en volwassenen. Met een angstig, ontwijkend kind is het moeilijker goed contact te krijgen. Het is opstandig, niet coöperatief, teruggetrokken. Een onveilig gehecht kind speelt liever alleen of maakt op een negatieve manier contact met anderen. Nieuwe dingen vindt een onveilig gehecht kind vaak beangstigend. Het is voor ouders vaak lastig om zich aan zo’n kind te hechten.

Ontwikkelings-psychologie voor SCW en PWJ 32

Pikler De basis van de theorie en methode van Emmi Pikler ligt bij de opvoeding van haar eigen dochter. Pikler besloot haar kind op geen enkele manier te dwingen en deze methode heeft ze jarenlang bij andere kinderen toegepast. Pikler kwam tot de ontdekking dat een baby al vanaf de geboorte het vermogen heeft om te communiceren en te leren. Door dit vermogen worden volwassenen uitgenodigd tot het scheppen van voorwaarden in de omgang met het kind. Bijvoorbeeld de autonomie en het potentieel van het kind tot bloei laten komen. De uitgangspunten bij de pedagogiek van Pikler zijn: • respect voor de behoefte aan een stabiele persoonlijke band • respect voor de zelfstandige activiteiten van het kind. Deze twee uitgangspunten leiden automatisch tot een derde: • de noodzaak om het leven van het kind zinvol te organiseren. Pikler noemt twee voorwaarden die ervoor kunnen zorgen dat de autonomie en de mogelijkheden van een kind tot bloei kunnen komen: vrije bewegingsruimte en een betrouwbare relatie met een volwassene. Vrije bewegingsruimte De volwassene biedt een kind een veilige omgeving waarin het uit eigen initiatief actief kan bewegen en spelen. De bewegingsruimte moet altijd iets groter zijn dan het kind nodig heeft zodat het geprikkeld wordt om zich verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt het kind nooit in posities gebracht waar hij zelf niet uit kan komen en wordt er niet onnodig ingegrepen. Het kind krijgt de kans in zijn eigen tempo te bewegen, te spreken en te denken. Hierdoor ontwikkelt dit kind zich beter dan een kind dat gestimuleerd of geholpen wordt in zijn ontwikkeling.

Wat betreft de grove motoriek heeft een kind geen volwassenen nodig om te leren kruipen, zich op te richten, te gaan staan of te gaan lopen. Dit zijn overgangsposities die bij alle kinderen voorkomen. Overgangsposities komen bijna altijd voor in dezelfde volgorde. Het omgaan met voorwerpen vormt de basis voor het ontwikkelen van een relatie met deze voorwerpen. Hierbij is er een intense aandacht van de baby voor de voorwerpen en de relatie met een voorwerp roept gedachten op. De gedachten bij voorwerpen zijn te zien aan de uitdrukking van een baby. Het spel tussen de handen van een baby en voorwerpen

© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 33

is zowel een uitdrukkingsmiddel voor zijn gevoelens als een proeftuin voor zijn emotionele leven. De ideeënwereld van een kind gaat zich ontwikkelen doordat handbewegingen en gemoedsbewegingen elkaar voortdurend stimuleren. Betrouwbare relatie met volwassenen Het kind krijgt volledige aandacht tijdens verzorgingsmomenten. Deze momenten bieden de mogelijkheid tot intiem en plezierig contact tussen volwassene en kind. De kwaliteit van de zorg wordt bepaald door de communicatie tussen het kind en de volwassene. Door de communicatie leert een kind te reageren op zijn eigen zorg. Bijvoorbeeld door te lachen bij plezierig contact. Als dat lukt, leert het om mee te doen met de zorg. Bijvoorbeeld door naar dingen te wijzen die bij dat zorgmoment horen. Uiteindelijk leert het kind om mee te werken bij de eigen zorg. Een voorbeeld hiervan is als het kind zelf zijn benen omhoog gooit bij het verschonen van een luier. Door de kans een actieve deelnemer te zijn in zijn verzorging in plaats van een passieve ontvanger, wordt het gevoel van autonomie en zelfvertrouwen van een kind vergroot. Om met plezier te kunnen bewegen en zelfstandig te kunnen spelen, is het voor een kind belangrijk dat het zich veilig voelt. Het gaat hierbij in de eerste plaats om fysieke veiligheid. Het gevoel van veiligheid ontstaat in de handen van een volwassene. Deze handen zorgen ervoor dat door tactvolle en zachte bewegingen een baby leert wat aandacht en belangstelling betekenen. Dit zijn voor baby’s en kleine kinderen belangrijke ervaringen voor het gevoel van veiligheid. Als er sprake is van samenspel bij de verzorging, is het, naast het voldoen aan de behoeften van het kind, voor zowel kind als volwassene ook een belangrijke sociale ervaring. Als een baby zelf steeds meer kan meewerken in zijn verzorging, ontdekt hij dat zijn verzorger hem ziet en begrijpt wat hij nodig heeft. Hij kan invloed uitoefenen op de situatie en dit verhoogt zijn gevoel van autonomie en competentie. Voor de volwassene is dit samenspel met het kind plezierig en verrijkend.

> Beoordelingsformulier

Naam deelnemer:

Namen groepsleden:

Groep:

Docent:

Blok:

Cursus:

Onderwerp:

Product Criteria Voldoende Onvoldoende

Beroepsproduct 1 Proces • planning en taakverdeling • keuze doelgroep • per ontwikkelingsgebied een activiteit/spel

ontworpen • beschrijving van spellen/activiteiten in

concept en gebundeld tot boek • ontwerp uitwerking spel/activiteit • uitwerking van spel/activiteit.

Beroepsproduct 2 Proces • planning • ontwikkelingsfase en bijbehorend

onderwerp • ontwerp PowerPoint-presentatie • uitwerking PowerPoint-presentatie.

Beroepsproduct 1 Concept voor activiteit/spel Algemeen • Het ziet er netjes en verzorgd uit. Concept • Het is duidelijk voor welke doelgroep het

spel/de activiteit bedoeld is (peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent).

• Voor elk ontwikkelingsgebied is er een spel/activiteit.

• Het is duidelijk op welke wijze dit spel of deze activiteit bijdraagt tot de stimulatie van het ontwikkelingsgebied.

Datum:……………………… Paraaf docent: Paraaf deelnemer: ………………………….. ………………………………….

Product Criteria Voldoende Onvoldoende

Uitwerking van activiteit/spel • Een van de activiteiten is volledig

uitgewerkt tot een uitvoerbare activiteit. • Deze is voorzien van duidelijke

instructies. • Het benodigde materiaal is aanwezig.

Beroepsproduct 2 PowerPoint-presentatie • De presentatie bevat een korte

beschrijving van de ontwikkelingsfase. • De presentatie bevat informatie over de

mogelijkheden van de computer om ontwikkelingsgebieden voor deze fase te stimuleren.

• Hij bevat informatie over hoe het computergebruik kan belemmeren in de ontwikkeling in deze fase.

• De presentatie bevat een advies over hoe ouders volgens jou het best om kunnen gaan met het computergebruik en een eventuele computerverslaving van kinderen.

Actieve deelname in de les

• De student was voldoende aanwezig. • De student leverde een positieve

bijdrage in zijn groepje. • De student leverde een actieve bijdrage

in de les.

Opdrachten • De opdrachten voor de cursus zijn goed en netjes uitgewerkt.

• De eigen evaluatie is ingevuld en besproken.

Mondeling en schriftelijk taal-gebruik

Mondeling taalgebruik

Schriftelijk taalgebruik • De teksten zijn in correct Nederlands

geschreven.

Overig