Corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis

1
cats 600 huisarts & wetenschap 56(11) november 2013 Anna Koning, Hans van der Wouden gemene pijnscore. Bahari et al. includeerden 38 patiënten (40 ellebogen). Na 8 weken, 4 maanden en een jaar werd gevraagd naar de functio- nele pijnscore. Acht weken na de injectie werd bij de groep die de methylprednisoloninjectie had gekregen een significant betere functionele pijnscore gezien. Na 4 en 12 maanden was dat verschil verdwenen. Bespreking In de eerste lijn zijn geen onderzoeken beschikbaar omtrent dit onderwerp: het onderzoek van Stahl et al. vond plaats in een tweedelijnssetting in Israël en het onderzoek van Bahari et al. in een privékliniek in Iran. De diagnose werd in beide onderzoeken gesteld op basis van het klinische beeld en is daarmee wel vergelijkbaar met de situatie in een huis- artsenpraktijk. Stahl deed een gerandomiseerd en dubbelblind onderzoek. In geval van uitval na randomisatie werd een nieuwe patiënt gerandomiseerd; hoe vaak uitval plaatsvond en om welke re- denen is niet beschreven. 2 Bahari et al. rapporteren niet of er sprake was van blinde- ring van patiënten en beoordelaars. Evenmin beschreven zij vergelijkbaarheid in gebruik van fysiotherapie en NSAID in beide groepen. Het is voorts onbekend of de analyse op ‘inten- tion to treat’-basis was en uitval werd ook hier niet benoemd. 3 Conclusie De kortetermijnresultaten van een corticosteroïd- injectie bij epicondylitis medialis zijn goed. Het natuurlijk beloop is echter ook gunstig. Het patroon van verslechtering op de langere termijn, zoals bekend bij injectietherapie voor epicondylitis lateralis, werd in deze twee onderzoeken bij epi- condylitis medialis niet gezien. Betekenis Op basis van de gevonden literatuur blijft het initi- ele advies een expectatief beleid. Bij een specifieke wens van de patiënt kan men na goede voorlichting injectietherapie overwegen en hoeft men minder terughoudend te zijn dan de richtlijn aangeeft. Literatuur 1 Assendelft WJJ, Smidt N, Verdaasdonk AL, Dingjan R, Kolnaar BGM. NHG- Standaard Epicondylitis. www.nhg.org. 2 Stahl S, Kaufman T. e efficacy of an injection of steroids for medial epi- condylitis. A prospective study of sixty elbows. J Bone Joint Surg Am 1997;79:1648-52. 3 Bahari M, Gharehdaghi M, Rahimi H. Injection of methylprednisolone and lidocaine in the treatment of medial epicondylitis: a randomized cli- nical trial. Arch Iranian Med 2003;6:196–9. Vraagstelling Een 43-jarige patiënt met epicondylitis medialis kwam op het spreekuur. Hij wilde graag een injectie in de elle- boog. Epicondylitis medialis, ook wel bekend als golfelleboog, is een aandoening van de origo van de vinger- en polsflexoren. In de NHG-Standaard Epicondylitis raadt men injectiethe- rapie af, zowel bij epicondylitis medialis als lateralis, omdat uit onderzoek naar voren is gekomen dat langetermijnresul- taten bij de tweede vorm van injectietherapie ongunstig zijn. De eerste voetnoot van de NHG-Standaard Epicondylitis ver- meldt dat literatuur over epicondylitis medialis schaars is, en men heeft besloten de richtlijnen voor epicondylitis lateralis ook voor epicondylitis medialis te laten gelden. 1 Hiermee volgt de standaard de internationale literatuur, hoewel voor deze opvatting geen wetenschappelijke onderbouwing te vinden is. Wat is het effect van een corticosteroïdinjectie in vergelijking met placebo op pijnklachten bij patiënten met epicondylitis medialis? Zoekstructuur Wij zochten in de Cochrane Database met de zoekterm ‘medial epicondylitis’. Daarnaast zochten we in PubMed met zowel de vrije tekstterm ‘medial epicondylitis’ als de volgende MeSH-termen: ‘Methylprednisolone’, ‘Gluco- corticoids’ en ‘Injections’. Limits: geen. Resultaten Het doorzoeken van de Cochrane Database leverde geen Cochrane-review op. Wel vonden we vier RCT’s, hiervan waren er twee relevant voor het beantwoorden van de vraag- stelling. In PubMed vonden we geen andere relevante RCT’s. De twee geselecteerde RCT’s vergeleken een methylpredni- solon-injectie met een placebo-injectie. Beide injecties werden gecombineerd met een lokaal anestheticum (lidocaïne), fysio- therapie en NSAID’s. In het onderzoek van Stahl et al. werden 58 patiënten (60 ellebogen) geïncludeerd. Follow-up vond plaats na 6 weken, 3 maanden en een jaar. Uitkomstmaten waren een functionele en een algemene pijnscore. Zes weken na de methylprednisoloninjectie werd een sig- nificant betere functionele pijnscore gezien dan in de place- bogroep (p < 0,03). 2 Na 3 maanden en na een jaar was er geen verschil tussen beide groepen. Er bleek geen verschil in de al- Corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis CATS, critically appraised topics, proberen een evidence-based ant- woord op een praktijkvraag te krijgen. De coördinatie van deze ru- briek is in handen van dr. A. Knuistingh Neven en dr. J.A.H. Eekhof, LUMC Leiden. Correspondentie: [email protected] VUmc, afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde, Postbus 7057, 1007 MB Amster- vumc.nl

Transcript of Corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis

cat

s

600 huis art s & we tensch ap 56 (1 1) nov ember 2013

Anna Koning, Hans van der Wouden

gemene pijnscore.

Bahari et al. includeerden 38 patiënten (40 ellebogen). Na 8

weken, 4 maanden en een jaar werd gevraagd naar de functio-

nele pijnscore. Acht weken na de injectie werd bij de groep die

de methylprednisoloninjectie had gekregen een significant

betere functionele pijnscore gezien. Na 4 en 12 maanden was

dat verschil verdwenen.

Bespreking In de eerste lijn zijn geen onderzoeken beschikbaar

omtrent dit onderwerp: het onderzoek van Stahl et al. vond

plaats in een tweedelijnssetting in Israël en het onderzoek

van Bahari et al. in een privékliniek in Iran. De diagnose werd

in beide onderzoeken gesteld op basis van het klinische beeld

en is daarmee wel vergelijkbaar met de situatie in een huis-

artsenpraktijk.

Stahl deed een gerandomiseerd en dubbelblind onderzoek.

In geval van uitval na randomisatie werd een nieuwe patiënt

gerandomiseerd; hoe vaak uitval plaatsvond en om welke re-

denen is niet beschreven.2

Bahari et al. rapporteren niet of er sprake was van blinde-

ring van patiënten en beoordelaars. Evenmin beschreven zij

vergelijkbaarheid in gebruik van fysiotherapie en NSAID in

beide groepen. Het is voorts onbekend of de analyse op ‘inten-

tion to treat’-basis was en uitval werd ook hier niet benoemd.3

Conclusie De kortetermijnresultaten van een corticosteroïd-

injectie bij epicondylitis medialis zijn goed. Het natuurlijk

beloop is echter ook gunstig. Het patroon van verslechtering

op de langere termijn, zoals bekend bij injectietherapie voor

epicondylitis lateralis, werd in deze twee onderzoeken bij epi-

condylitis medialis niet gezien.

Betekenis Op basis van de gevonden literatuur blijft het initi-

ele advies een expectatief beleid. Bij een specifieke wens van

de patiënt kan men na goede voorlichting injectietherapie

overwegen en hoeft men minder terughoudend te zijn dan de

richtlijn aangeeft. ▪

Literatuur1 Assendelft WJJ, Smidt N, Verdaasdonk AL, Dingjan R, Kolnaar BGM. NHG-

Standaard Epicondylitis. www.nhg.org.2 Stahl S, Kaufman T. The efficacy of an injection of steroids for medial epi-

condylitis. A prospective study of sixty elbows. J Bone Joint Surg Am 1997;79:1648-52.

3 Bahari M, Gharehdaghi M, Rahimi H. Injection of methylprednisolone and lidocaine in the treatment of medial epicondylitis: a randomized cli-nical trial. Arch Iranian Med 2003;6:196–9.

Vraagstelling Een 43-jarige patiënt met epicondylitis medialis

kwam op het spreekuur. Hij wilde graag een injectie in de elle-

boog. Epicondylitis medialis, ook wel bekend als golfelleboog,

is een aandoening van de origo van de vinger- en polsflexoren.

In de NHG-Standaard Epicondylitis raadt men injectiethe-

rapie af, zowel bij epicondylitis medialis als lateralis, omdat

uit onderzoek naar voren is gekomen dat langetermijnresul-

taten bij de tweede vorm van injectietherapie ongunstig zijn.

De eerste voetnoot van de NHG-Standaard Epicondylitis ver-

meldt dat literatuur over epicondylitis medialis schaars is, en

men heeft besloten de richtlijnen voor epicondylitis lateralis

ook voor epicondylitis medialis te laten gelden.1 Hiermee volgt

de standaard de internationale literatuur, hoewel voor deze

opvatting geen wetenschappelijke onderbouwing te vinden is.

Wat is het effect van een corticosteroïdinjectie in vergelijking

met placebo op pijnklachten bij patiënten met epicondylitis

medialis?

Zoekstructuur Wij zochten in de Cochrane Database met de

zoekterm ‘medial epicondylitis’. Daarnaast zochten we in

PubMed met zowel de vrije tekstterm ‘medial epicondylitis’

als de volgende MeSH-termen: ‘Methylprednisolone’, ‘Gluco-

corticoids’ en ‘Injections’. Limits: geen.

Resultaten Het doorzoeken van de Cochrane Database leverde

geen Cochrane-review op. Wel vonden we vier RCT’s, hiervan

waren er twee relevant voor het beantwoorden van de vraag-

stelling. In PubMed vonden we geen andere relevante RCT’s.

De twee geselecteerde RCT’s vergeleken een methylpredni-

solon-injectie met een placebo-injectie. Beide injecties werden

gecombineerd met een lokaal anestheticum (lidocaïne), fysio-

therapie en NSAID’s.

In het onderzoek van Stahl et al. werden 58 patiënten (60

ellebogen) geïncludeerd. Follow-up vond plaats na 6 weken, 3

maanden en een jaar. Uitkomstmaten waren een functionele

en een algemene pijnscore.

Zes weken na de methylprednisoloninjectie werd een sig-

nificant betere functionele pijnscore gezien dan in de place-

bogroep (p < 0,03).2 Na 3 maanden en na een jaar was er geen

verschil tussen beide groepen. Er bleek geen verschil in de al-

Corticosteroïdinjectie bij epicondylitis medialis

CATS, critically appraised topics, proberen een evidence-based ant-woord op een praktijkvraag te krijgen. De coördinatie van deze ru-briek is in handen van dr. A. Knuistingh Neven en dr. J.A.H. Eekhof, LUMC Leiden. Correspondentie: [email protected]

VUmc, afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde, Postbus 7057, 1007 MB Amster-

vumc.nl