Contractbundel - Opleiding Freinet...
Transcript of Contractbundel - Opleiding Freinet...
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 1
Contractbundel
Naam: …………………………………………………………... Klas: ……………………………………………………………. …………..........................................................
Omschrijving van de taak verplichte
taak of keuzetaak
individueel of in groep
afgewerkt verbeterd
1.
Letterlijk of figuurlijk?
O
O 2.
Werken met woorden
O
O
3.
Informatieve teksten onder de loep
O
O 4.
Een goede instructie
O
O 5.
Frisse kaaskoekjes
O
O 6.
Die lastige werkwoorden!
O
O 7.
WWG of NWG?
O
O 8.
Bijvoeglijke naamwoorden
O
O
9.
Spreekwoorden in de kookpot
O
10.
Sketch
O
11.
Van Dale Taalspel
O
12.
Vrije tekst/ tekst voor klaskrant
O
O
= leerkracht verbetert
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 2
1. Letterlijk of figuurlijk?
verplichte taak in duo deel 2, blz. 50 - 55 verbetersleutel
Opdracht 1 Zijn deze uitspraken letterlijk of figuurlijk bedoeld? Opdracht 2: deze opdracht laat je nakijken door de leraar!
Neem een krant en lees de krantenkoppen. Noteer drie titels met figuurlijk taalgebruik. Noteer de betekenis met je eigen woorden of gebruik het woordenboek.
Kop/titel 1: ………………………………………………………………………………………………
Verklaring figuurlijk taalgebruik:
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kop/titel 2: ………………………………………………………………………………………………
Verklaring figuurlijk taalgebruik:
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kop/titel 3: ………………………………………………………………………………………………
Verklaring figuurlijk taalgebruik:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 3
2. Werken met woorden
verplichte taak individueel deel 3, blz. 52 - 62 verbetersleutel + woordenboek
Opdracht 1: Lees de tekst. Bestudeer de onderstreepte woorden. Wat betekenen ze? Hoe kun je de betekenis van de onderstreepte woorden achterhalen? Markeer de toegepaste strategie.
woord strategie
consultatie
in de tekst context woordbouw woordenboek
otoscoop
in de tekst context woordbouw woordenboek
stethoscoop
in de tekst context woordbouw woordenboek
spatel
in de tekst context woordbouw woordenboek
observeren
in de tekst context woordbouw woordenboek
produceer
in de tekst context woordbouw woordenboek
symptomen
in de tekst context woordbouw woordenboek
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 4
Opdracht 2: Zoek de betekenis van de vetgedrukte woorden op. Houd rekening met de context! a) memorie …………………………………………. b) uitval …………………………………………. c) wal …………………………………………. d) stuitten …………………………………………. e) stelling …………………………………………. f) zegepraal …………………………………………. g) emotioneel ………………………………………….
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 5
3. Informatieve teksten onder de loep
verplichte taak in duo deel 3, blz. 21 - 34 verbetersleutel
Opdracht 1: Lees de tekst en los daarna de opdrachten op. a) Noteer het onderwerp van de tekst. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. b) Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Opdracht 2: a) Lees de tekst op de volgende bladzijde. Voer deze opdrachten uit:
- Omcirkel de titel.
- Onderstreep de tussentitels twee keer.
- Nummer de alinea’s.
- Duid de inleiding aan met een I, het midden met een M en het slot met een S.
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 6
b) Wat is de functie van de inleiding? ……………………………………………………………………………………. c) Kruis aan welke uitspraken van toepassing zijn voor de inleiding van deze tekst: geeft aan hoe de tekst is opgebouwd verklapt de hoofdgedachte maakt de lezer nieuwsgierig stelt een of meer vragen aan de lezer zet een opvallend detail in de kijker geeft een voorbeeld kondigt het onderwerp aan stelt iemand voor die in de tekst belangrijk is vertelt wat de aanleiding was voor het schrijven van de tekst geeft een samenvatting d) Lees het midden van de tekst opnieuw. Duid in elke alinea de kernzin(nen) aan. (Maximum 2 zinnen per alinea!)
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 7
Meestal vind je de kernzin in de eerste, de tweede of de laatste zin van de alinea!
4. Een goede instructie
verplichte taak individueel deel 3, blz. 34 - 44 verbetersleutel
Opdracht: Een goede instructie moet duidelijk zijn en vraagt om aangepast taalgebruik. - Herschrijf de zinnen in het kader. - Gebruik duidelijke instructietaal. - Let hierbij op de gepaste vorm van de werkwoorden. - Gebruik minimaal drie signaalwoorden. Onderstreep ze. - Sla geen stappen over.
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 8
5. Frisse kaaskoekjes
verplichte taak in duo dvd vragen aan de leerkracht verbetersleutel
Opdracht: Kijk naar het instructiefilmpje over frisse kaaskoekjes. 1. Plaats de verschillende stappen in de juiste volgorde en vul de ontbrekende ingrediënten aan. 2. Onderstreep alle signaalwoorden.
O Verhit nu 1 eetlepel ………………. in een braadpan. 1 eetlepel deeg volstaat per koekje. Afhankelijk van
de grootte van de pan kunt u 4 tot 6 eetlepels (koekjes) in dezelfde pan klaarmaken.
O Meng om te beginnen de ……………………….. met de bloem, de vanillesuiker en het …………………… tot een
gladde brij.
O Serveer ten slotte de koekjes lauw of warm en bestrooi ze eventueel met ……………………………..
O Voeg tot slot de …………………………. toe en meng alles goed dooreen. Bak vervolgens de kaaskoekjes aan beide kanten goudbruin. Je kunt ze voorzichtig omkeren met een bakspaan.
O Klop daarna het …………………….. afzonderlijk los en giet het bij het kaasmengsel.
6. Die lastige werkwoorden!
verplichte taak individueel deel 2, blz. 79 - 100 verbetersleutel deel 3, blz. 63-70 + hulpwijzer blz. 31
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 9
Opdracht 1: Onderstreep in elke zin de werkwoorden. Noteer ze daarna in de juiste kolom.
AARDE niet bezocht door marsmannetjes (1) We kunnen voortaan rustig slapen. (2) Buitenaardse wezens bedreigen de aarde niet. (3) Deze conclusie komt van het Britse ministerie van Defensie. (4) Zij hebben een grote ufo-studie gedaan. (5) Soms zien mensen vreemde dingen aan de hemel. (6) Ze worden echter misleid. (7) Meestal hebben ze een meteoor of een magnetisch verschijnsel waargenomen. (8) Soms is het zelfs gewoon een vliegtuig met felle lichten. (9) De aarde werd nog nooit bezocht door wezens van andere planeten. (10) Slaap dus maar op je twee oren.
Opdracht 2: Vul elke uitspraak aan met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Kruis daarna aan of de uitspraak waar of niet waar is.
zin HULPWERKWOORD HOOFDWERKWOORD
PV VD INF IMP
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 10
Opdracht 3: Vervolledig de tekst op de volgende bladzijde met persoonsvormen in de verleden tijd.
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 11
Opdracht 4:
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 12
7. WWG of NWG
verplichte taak individueel deel 3, blz. 87 - 94 verbetersleutel
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 13
Opdracht 1: Kleur de zinnen met een WWG groen en een NWG geel.
Opdracht 2: Lees het krantenbericht.
Onderstreep de PV en het O. (Schrijf O en PV erbij!)
Schrijf naast elke zin of het een WWG of NWG is.
Markeer het WWG of NWG in een andere kleur.
1. Mathhew Maynard uit Groot-Brittannië is 23 jaar. ………….
2. Hij is inbreker. ………….
3. Daarom zoekt de politie hem. ………….
4. Ze liet een foto van de inbreker in de krant zetten. ………….
5. Maynard was niet tevreden over de foto. ………….
6. Hij stuurde een nieuwe en betere foto naar de krant. ………….
7. Daarop staat de inbreker naast een auto van de politie. ………….
8. Dat stoort de politie niet. ………….
8. Bijvoeglijke naamwoorden
verplichte taak individueel deel 3, blz. 75 - 86 verbetersleutel
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 14
Opdracht 1: Markeer in het onderstaande krantenartikel alle bijvoeglijke naamwoorden. Opgelet: getallen en hoeveelheden (veel, minder, meer, …) zijn geen bijvoeglijke naamwoorden, maar telwoorden!
Opdracht 2 Lees de tekst. Bepaalde bijvoeglijke naamwoorden zijn onderstreept. Noteer ze in de passende kolom. Schrijf de onverbogen vorm. Vul daarna de andere kolommen aan.
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 15
9. Spreekwoorden in de kookpot
keuzetaak in duo vraag de oefenkaartjes aan de leerkracht
Contractwerk 2 Nederlands 1ste jaar 16
Vraag de oefenkaartjes aan de leerkracht. Oefen per twee nog even de spreekwoorden in.
10. sketch
keuzetaak in groep vraag de kaarten aan de leerkracht
Improviseren maar!
11. Van Dale taalspel
keuzetaak in groep vraag het spel aan de leerkracht
Lees eerst nog eens goed de spelregels! Dat de besten mogen winnen.
12. vrije tekst/ tekst voor klaskrant
keuzetaak individueel - leerkracht verbetert
Schrijf een vrije tekst. Je mag kiezen waarover je schrijft, wat je schrijft, of je voor de klaskrant schrijft of niet, … Je vrije tekst mag je aan je leerkracht afgeven.