Constructiv i.s.m. Woodwize HOUT
Transcript of Constructiv i.s.m. Woodwize HOUT
Constructiv, Brussel, 2003Deze publicatie is beschikbaar onder de licentie Creative Commons: Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen.Deze licentie laat toe het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken, zolang Constructiv vermeld wordt als maker van het werk, het werk niet commercieel gebruikt wordt en afgeleide werken onder identieke voorwaarden worden verspreid.https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/deed.nl
D/2003/1698/04172407
ContactVoor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:
ConstructivKoningsstraat 132 bus 11000 Brusselt +32 2 209 65 [email protected] : www.constructiv.be
VOORWOORD
3
Situering
De bouwsector, een draaischijf van onze economie, heeft voortdurend te kampen met een groot aantal uitdagingen. Een van deze uitdagingen is ervoor zorgen dat de sector over opgeleide arbeidskrachten beschikt.
Om deze nood aan arbeidskrachten te lenigen, besteedt Constructiv bijzondere aandacht aan het bouwonderwijs en aan de jongeren die kiezen voor een bouwopleiding.
Ook de bij- en nascholing van volwassenen blijft een noodzaak omdat de technieken en materialen sterk wijzigen en er meer aandacht zal gegeven worden aan het veilig en duurzaam bouwen.
Daarom heeft Constructiv, samen met de beroepsorganisaties, opdracht gegeven aan redactieteams om verschillende handboeken uit te werken. Deze modulaire handboeken kunnen een aanvulling zijn aan de publicaties van het WTCB. De redactieteams kunnen worden samengesteld uit instructeurs, docenten en lesgevers. Ook beroepsverenigingen en mogelijk ook fabrikanten kunnen vakspecialisten uitvaardigen om een handboek te ontwikkelen dat overeenstemt met de huidige realiteit op de werkvloer.
De handboeken van Constructiv
De modulaire handboekenreeksen werden ontwikkeld door Constructiv en zijn partners ter ondersteuning van de lessen voor verschillende opleidingen en doelgroepen. Voor bijkomend leermateriaal en interactieve toepassingen kan u terecht op onze digitale bibliotheek www.buildingyourlearning.be
VOORWOORD
Voorzitter
Rechte steektrap en bordestrap
Redactie4
Hoofdredacteur:
Arch. Edwin De Ceukelaire
Redactiecomité:
Yvo Borry, Jan Claus, Kris Dejonghe, Paul Delcour, Bernard Despiere,Marc Nuytemans, René Van Begin, André Van de Velde, PeterVantuyckom, Etienne Moernaut, André De Potter, Jeroen Doom enChris Decaesstecker
Taaladvies:
Karel De Groote
Terminologie:
André Van de Velde
Tekeningen en illustraties:
Peter Vantuyckom en Paul Delcour
Redactie
Rechte steektrap en bordestrap
Inhoud 5
1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1.1 Eisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91.2 Materialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131.3 Terminologie bij de samenstelling van de trap . . . . . . . . . . . . . 141.4 Draagstructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281.5 Buitentrappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301.6 Trapvormen en trapsoorten met rechte treden . . . . . . . . . . . . 311.7 Trapvormen en trapsoorten met verdreven treden . . . . . . . . . . 35
2 Maten en verhoudingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
2.1 Afmetingen van de treden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 412.2 Handgreep en leuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 472.3 Vrije trapbreedte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 492.4 Bordes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 502.5 Trapgat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
3 Constructie van de trapdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
3.1 Treden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 533.2 Stootboorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 553.3 Trappalen met trapbomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 563.4 Welstuk met trapboom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 593.5 Trapbomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 613.6 Leuning met trappalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 663.7 Balusters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 683.8 Profilering van de tredeneuzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 703.9 Houten bloktrede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 723.10 Oorzaken van en voorzorgen bij het kraken van een trap . . . . 743.11 Bekleding van de onderkant van een trap . . . . . . . . . . . . . . . . 76
4 Uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
4.1 Het nemen van de maten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 774.2 Rechte steektrap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 814.3 Berekening van een rechte steektrap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 824.4 Bordestrap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 914.5 Berekening van een hoekbordestrap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 924.6 Vloertrede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 994.7 Uitvoeringstekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
5 Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap . . . . . . 105Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap . . . . . . . . . . . 113
Inhoud
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 7
Een trap is een bouwelement voor verticale verplaatsing. Dit betekent dat degebruiker de mogelijkheid krijgt te voet een niveauverschil veilig te over-bruggen. Het maken van trappen vraagt van de schrijnwerker-timmermanheel wat vakmanschap. In deze module hebben we ons beperkt tot het be-handelen van rechte steektrappen en bordestrappen.
Hoewel een licht hellend vlak handiger en minder vermoeiend is, neemt detrap een veel kleiner grondoppervlak in, waardoor hij gewoonlijk goedkoperuitvalt. Omdat de trap meestal twee of meer verdiepingen met elkaarverbindt, blijft hij een snelle en economische manier om naar een hoger oflager gelegen niveau te gaan.
Behalve het feit dat ze één of meer ruimten met elkaar verbinden, hebbentrappen een eigen doel, dat door de functie en het gebruik ervan wordtbepaald. Zo zijn er gemeenschappelijke trappen (in openbare gebouwen,kantoorgebouwen, scholen, flatgebouwen enz.), privé-trappen, hoofdtrap-pen, diensttrappen, brandtrappen, staatsietrappen, zoldertrappen, kelder-trappen enz.
Het trapgat moet afgestemd zijn op de afmetingen van de trap.
1 Algemeen
Smet / Zulte
Rechte steektrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 9
1.1 Eisen
Een goede trap moet aan enkele eisen voldoen:• gemakkelijk te bereiken en te belopen zijn in een tochtvrije en goed te ver-
lichten gecompartimenteerde ruimte,• gebruiksveilig zijn (constructie, mechanische sterkte, stabiliteit…),• beantwoorden aan de bestemming, • gemakkelijk te onderhouden zijn,• een economisch aanvaardbare levensduur hebben,• een architecturale meerwaarde aan het gebouw verlenen.
bereikbaarheid
Een trap moet vlot bereikbaar zijn. Het trappenhuis is de ruimte in eengebouw die exclusief voor de trap is voorbehouden. Hoewel de opper-vlakte die door de trap ingenomen wordt heel klein kan zijn, kan men erook gangen, mezzanines, overlopen enz. in aantreffen.
Wat de functie betreft, bestaat er een wisselwerking tussen het trap-penhuis en de trap zelf. Zo past een staatsietrap niet in een smal trap-penhuis en kan een diensttrap het zonder franjes stellen. In woonhuizenmaakt het trappenhuis vaak deel uit van de inkomhal.
Om veiligheidsredenen moet in het trappenhuis van flatgebouwen, kan-toorgebouwen, openbare gebouwen e.d. een ruimte worden voorbe-houden voor een brandtrap. Het trappenhuis en de toegangsdeurenervan moeten een bepaalde brandweerstand hebben.
Smet / Zulte
Staatsietrap in eenwoonhuis
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen10
beloopbaarheid
De eerste vereiste voor een comfortabele trap is dat hij gemakkelijk be-loopbaar is: het bestijgen en afdalen mag zo weinig mogelijk inspan-ning vergen. Daarvoor moet de stapmodulus over heel het gebouwdezelfde zijn en dit vraagt een nauwkeurige uitvoering.
Wanneer de trap een grote hoogte moet overbruggen, kan men één ofmeer bordessen voorzien. Comfort wordt niet door iedereen opdezelfde manier ervaren en hangt ook af van de plaatselijke toestand.Zo hoeft een kelder- of zoldertrap niet hetzelfde comfort te bieden alseen trap in een voor het publiek toegankelijk gebouw. Het comfort vaneen trap hangt rechtstreeks af van de vorm en de hellingshoek.
gebruiksveiligheid
De trap moet zó ontworpen zijn dat de gebruikers zich in alle veiligheidnaar een andere verdieping kunnen begeven. Dit betekent dat de trapvoldoende stabiel en gemakkelijk beloopbaar moet zijn. De veiligheids-graad van een trap hangt niet alleen af van de trapvorm, maar ook vande onmiddellijke omgeving: leuning, trappenhuis, enz.
D’Hondt / Zingem
Bordestrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 11
Een veilige trap is gemakkelijk te belopen en is voldoende verlicht, deleuning voorkomt valpartijen. Openbare trappen dienen inzake afmetin-gen (aantrede, breedte) en brandveiligheid aan specifieke voorschriftente beantwoorden.
trappen voor personen met verminderde mobiliteit
In openbare gelegenheden en collectieve gebouwen, daar waar geenliften of hellende vlakken voorzien zijn, dient een trap minstens aan vol-gende voorschriften te voldoen:• voldoende breed zijn (minimum 1,50 m) om mensen te laten voor-
gaan;• aantrede van 28-30 cm en optrede van 16-18 cm;• rechte trapbomen met maximum 12 treden;• schuin terugliggende tegentreden en zeker geen opengewerkte
tussenruimte;• afgeronde of afgeschuinde trapneuzen;• antislip bekleding.
Tevens dient elke trap van 3 treden of meer voorzien te zijn van eenmakkelijke, stevige, stijve en doorlopende handleuning die minstens 50cm verder gaat dan de eerste en de laatste trede. Die handleuningmoet 4 à 5 cm van de muur verwijderd zijn en een diameter hebben van4 à 5 cm. De leuning bestaat uit een tussenregel op 65 cm (van delooplijn) en de handlijst komt op 90 cm. De leuning moet op het bordesdoorlopen en daar bedragen de respectieve hoogtes 75 en 100 cm.Om de aandacht te trekken van personen met een verminderdgezichtsvermogen zal een op de eerste en de laatste trede een bekle-ding met licht reliëf worden aangebracht.
brandveiligheid
Trappen kunnen deel uitmaken van de vluchtwegen en zijn dus belang-rijk bij evacuatie.Het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 bevat de basisvoorschriften voorde preventie van brand en ontploffingen in nieuwe gebouwen. Het KB isvan toepassing op alle nieuwe gebouwen ongeacht hun bestemming,met uitzondering van eengezinswoningen.
Minimale vereisten voor binnentrappen zijn:
mechanische sterkte en stabiliteit
Mechanische sterkte en stabiliteit zijn fundamentele vereisten waaraantrappen moeten voldoen.Men maakt onderscheid tussen:• de stabiliteit van het geheel en de mechanische sterkte van de ver-
schillende delen van de trap,• de schoksterkte tegen voorwerpen voor de onderdelen van de trap,• de krasbestendigheid en de slijtweerstand van de houten loop-
vlakken,• de duurzaamheidsaspecten inzake mechanische sterkte en stabiliteit.
aantrede 200 mm
optrede 180 mm
helling 37°
nuttige breedte 800 mm
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen12
Luc Steels / Belsele
Open binnentrap
akoestische isolatie
Geluidsoverlast veroorzaakt door het belopen van trappen dient te wor-den beperkt.Men onderscheidt:• contactgeluiden die gedempt kunnen worden door de treden met
een soepele bekleding of met tapijt te bedekken. Verder kan men deoverdracht van storende trapgeluiden beperken door het tussen-plaatsen van een isolerend materiaal waar de trap in de muur oftegen de vloer wordt vastgezet.
• het “kraken” van de treden (zie remedies onder 3.10 – p. 74).Het verdient aanbeveling de onderzijde van de trap akoestisch te iso-leren om het galmeffect naar de belendende vertrekken uit te schake-len.
onderhoud
Een trap moet eenvoudig te onderhouden zijn. Een binnentrap kan vaneen dekkende of niet-dekkende afwerkingslaag voorzien worden.
levensduur
Slijtage is afhankelijk van het “verkeer” op de trappen. Om een gelijk-matige slijtage van de treden te krijgen, is een homogene houtstructuurbelangrijk. Zo zijn houtsoorten met te grote verschillen tussen voor-jaars- en najaarshout minder geschikt voor intensief verkeer.
architecturale meerwaarde
Trappen vinden we terug zowel in als rond openbare gebouwen ofwoonhuizen. De primaire trap of hoofdtrap is de belangrijkste trap vanhet gebouw en valt onmiddellijk op (bv. toegang tot een openbaargebouw, van de gelijkvloerse naar de 1ste verdieping).De secundaire of ondergeschikte trap wordt minder gebruikt en ligteerder verborgen (bv. diensttrappen, brandtrappen, kelder- of zolder-trappen…).
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 13
1.2 Materialen
De materiaalkeuze voor trappen wordt hoofdzakelijk bepaald door:• de aard van het gebouw,• de ligging van de trap (binnen- of buitentrappen),• de stijl van het gebouw,• voorschriften betreffende brandveiligheid, gebruiksveiligheid, slijtvast-
heid, duurzaamheid enz.
De meest voorkomende materialen zijn:• hout (zie verder),• steen (marmer, graniet, baksteen, vloertegel...),• beton (eventueel met een bekleding van hout, marmer, arduin, graniet...),• metaal (inox, staal, aluminium...),• glas (gelaagd glas, plexiglas...),• gerecycleerde materialen, • kunststof zoals PVC...
Uiteraard bespreken we in deze module enkel de houten trappen.
Hout heeft veel voordelen: het kan verschillende vormen aannemen en laatzich gemakkelijk zagen, schaven, schuren, polijsten, enz. Verder is het goedbestand tegen belastingen.
De meest gebruikte houtsoort is de Europese beuk. Daarom spreekt men inde houthandel over de “trappenbeuk” of “witte beuk”. Andere houtsoortenzijn eik, es, esdoorn, wengé, afrormosia, sipo, kerselaar, koto, enz.In plaatvorm komen de gelamelleerde, gevingerlaste panelen en hoog-waardige multiplexplaten voor.
In het volgende hoofdstuk bespreken we aan welke criteria de traphoutsoortmoet voldoen.
Limoco Industries / Opglabbeek
Rechte steektrap inmetaal
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen14
1.3 Terminologie bij de samenstelling van de trap
Smet / Zulte
Terminologiesamenstelling trap
LEIBOOM
TUSSENTRAPPAAL
HOOFDTRAPPAAL
BUITENBOOM
STOOTBORDEN
TREDENVULLING
BINNENBOOM
VULLING
LEUNINGHANDGREEP
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 15
trede
Een trede is het horizontaal gelegen constructiedeel dat tijdens het op-of aflopen van de trap als steun voor de voet dient. Het tredevlak is hethorizontale bovenvlak, de neus is de geprofileerde voorkant van detrede. Elke trede heeft een “neusprofiel”, hoe klein ook.
stootbord
Dit is het verticale constructiedeel tussen twee opeenvolgende tredenom de deze te ondersteunen tijdens het belopen van de trap. Het wordtook tegentrede genoemd. De voorkant is soms schuin geprofileerd.
trapboom
Een trapboom is een hellend zij-, tussen- of middenstuk van de trap datde treden en de stootborden draagt (ook trapwang genoemd).
Verder spreken we nog van:
de muurboom: de trapboom die tegen de muur komt;
de binnenboom: trapboom die vrijstaat, m.a.w. niet tegen een muur(vrijstaande trappen hebben dus twee binnenbomen);
de tussenbomen: twee trapbomen die onder de treden wordengeplaatst;
de middenboom: één trapboom komt onder de treden.
balustrade
Om voor een zekere veiligheid te zorgen, wordt op de binnenboom eenbalustrade geplaatst.
De balustrade bestaat uit drie delen:
de leuning of handgreep: deze vormt de bovenkant van de balustradeom het beklimmen of het afdalen van de trap te vergemakkelijken. Alsze op de muur geplaatst is, noemen we haar de muurleuning.
de vulling: voorkomt het mogelijke doorbuigen van de handgreep enwaarborgt een zekere veiligheid. Naargelang het soort trap kan eenvulling bestaan uit: balusters (meestal met tussenafstand 120 tot 150mm), siersmeedwerk, beplanking evenwijdig aan de handgreep, verga-ring met panelen, gelaagd glas, plexiglas, staal, steen...
de trappalen: dienen om de vulling en de handgreep te beëindigen.
We onderscheiden:• de hoofdtrappaal onderaan de trap,• de eindtrappaal bovenaan de trap,• de tussentrappaal tussen de hoofdtrappaal en de eindtrappaal.
leiboom
De leiboom is de horizontale boom die als afwerking van het trapgat ofhet bordes dient (ook trapgatbekleding, balkstuk of leiwang genoemd).
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen16
traparm
Dit is een ononderbroken opeenvolging van treden tussen twee vloeren,tussen een vloer en een bordes of tussen twee bordessen.
Zo spreken we van:• de onderste of eerste traparm, • tussentraparmen, • middentraparmen, • bovenste of laatste traparm.
bloktrede
Wanneer de hoofdtrappaal op de eerste trede bevestigd is, spreken wevan een bloktrede. Een bloktrede wordt gemaakt uit hout of steen(marmer, arduin, gepolijst beton, metselwerk met bekleding van...).Vaak krijgt een bloktrede een gebogen voorkant, een grotere lengte enbreedte dan de andere treden om de trap een mooier, stijlvoller uitzichtte geven. Door de bloktrede uit te voeren in een steenachtig materiaalkrijgt de trap onderaan een extra bescherming tegen schuur- en reini-gingsmiddelen.
welstuk
Dit is de laatste trede van een trap of een traparm, waarvan debovenkant gelijk komt met de verdiepingsvloer of het bordes (ookaansluitingstrede genoemd).
D’Hondt / Zingem
Welstuk enmuurbomen
MUURBOMEN
WELSTUK
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 17
overgangsstuk
Dit is een boom-, leuning- of trappaalgedeelte dat een gebogen over-gang mogelijk maakt.
Het komt voor in volgende situaties:• tussen twee opeenvolgende bomen,• tussen een leiboom en een binnenboom,• tussen een hoofdtrappaal en binnenboom,• tussen een tussentrappaal en binnenbomen,• tussen een eindtrappaal en leiboom.
Bij de leuningen is dit wrongstuk, “de leuningwrong”, met de hout-draadrichting zoveel mogelijk met de lengterichting van de leuning mee.
Bij de trapbomen is dit tegenwoordig meestal een wrongstuk, maar eenkuipstuk met verticale houtdraadrichting kan ook.Wanneer de trapboom volledig uit een wrongstuk bestaat, spreken wevan een wrongboom.
Vermeulen / Meulebeke
Wrongstuk
D’Hondt / Zingem
WrongboomWRONGBOMEN
WRONGSTUK
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen18
Smet / Zulte
Kuipstuk
KUIPSTUK
bordes
Een bordes is een trapdeel dat meestal tussen twee traparmen ligt. Hetheeft een horizontaal loopvlak dat groter is dan een trede en onder-breekt de trap op deze wijze. Zo spreken we van tussenbordessen enhoekbordessen.
Soms krijgt het bordes een verlenging met een deel van een trede, “destoottrede” of “vloertrede”. Dit is een bijzondere trede, een verbin-dingsstuk met het tredevlak op hoogte van het bordes, tussen het bor-des en het eerste stootbord van de volgende traparm.
D’Hondt / Zingem
Bordes
BORDES
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 19
kraaklatten
Kraaklatten zijn verticale latjes die tegen de achterkanten van de stoot-borden geplaatst worden. Ze dienen om het doorbuigen van de tredentegen te gaan en voorkomen zo het kraken van de trap.
spil
Een spil is een trappaal bij een spiltrap waarin alle smalle delen van detreden ingewerkt zijn.
trappenhuis
Dit is de volledige ruimte waarin de trap geplaatst wordt.
Smet / Zulte
Spil
SPIL
D’Hondt / Zingem
Trappenhuis
TRAPPENHUIS
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen20
schalmgat
Het schalmgat is de ruimte tussen twee traparmen of tussen een trap-arm en de leiboom.
linkse en rechtse trappen
Een linkse trap is een trap die je linksomdraaiend bestijgt (bij een vrij-staande trap aan één zijde staat de binnenboom links).Een rechtse trap is een trap die je rechtsomdraaiend bestijgt (bij eenvrijstaande trap aan één zijde staat de binnenboom rechts).
gesloten en open trappen
Een gesloten trap is een trap met stootborden. Soms worden er trap-pen gemaakt waarbij je door de stootborden heen kan zien, bijvoor-beeld door een perforatie, een infrezing… Men doet dit om een bepaaldlichteffect te krijgen.
Een open trap is een trap zonder stootborden.
looplijn
Een looplijn is een getekende rechte en/of gebogen lijn op de platte-grond van de trap, die je theoretisch beloopt tijdens het bestijgen of af-dalen van de trap. Deze denkbeeldige volle lijn start onderaan de trapaan de voorkant van eerste trede of eerste stootbord en eindigt aan devoorkant van het welstuk of aan de voorkant van het laatste stootbordvan de traparm.
Bij een keldertrap komt de looplijn voor in stippellijn. Naast de looplijnkomt steeds een tredenummering van start (onder aan de trap) toteinde (boven aan de trap).
D’Hondt / Zingem
Schalmgat
SCHALMGAT
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 21
Trautwein / Weingarten
Gesloten trap metopen stootboorden
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen22
optrede
Dit is de verticale afstand tussen de tredevlakken van twee opeenvol-gende treden. Bij éénzelfde trap moet de optrede overal gelijk zijn,m.a.w. het verticaal gemeten gedeelte van de vloer tot het eerste trede-vlak is ook de optrede.
aantrede
Bij een gesloten trap is de aantrede de horizontale afstand tussen tweeopeenvolgende stootbordvoorkanten, gemeten op de denkbeeldigelooplijn.
Bij een open trap is de aantrede de horizontale afstand tussen tweeopeenvolgende tredeneuzen, gemeten op de denkbeeldige looplijn.
wel
De wel is de horizontale afstand van de voorkant van de trede (ook bijhet welstuk) tot de achterkant van de vorige trede of de voorkant vanvorig stootbord, anders gezegd het deel van de trede dat uitsteektboven de onderliggende trede.
Hoe groter de aantrede, hoe kleiner de wel mag zijn, maar minimaal 30 mm. Bij verticale stoorborden wordt voor de wel gewoonlijk 50 mmgenomen, bij stootborden met schuin geprofileerde voorkant 20 tot 30 mm.
Bij klassieke trappen krijgt de wel dikwijls een wellatje, een sierlijstjeonderaan de trede vóór het stootbord voor een zwaarder uitzicht vande neusprofilering. Bij moderne trappen komt een wellatje niet voor.
voor- en achterhout
Het voorhout is het gedeelte van de trapboom dat vóór de treden staat,haaks gemeten op de trapboom. Het gedeelte van de trapboom datvóór de eerste trede komt, wordt soms ook staande voorhout ge-noemd.
Het achterhout is het gedeelte van de trapboom dat achter de treden ofstootborden staat, haaks gemeten op de trapboom.
Normaal wordt 20 mm als minimum afmeting genomen. Hetstaande voorhout krijgt dikwijls een grotere afmeting om bijvoor-beeld aan de muurplint aan te sluiten.
stelruimte
Dit is de horizontale afstand tussen de achterkant van het laatste stoot-bord of van de laatste trede tot de rand van het trapgat.
dikte treden en welstuk
De dikte van alle treden is gelijk. De dikte van het welstuk is gelijk aande dikte van de treden.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 23
Paul Delcour
Optrede, aantrede,voor- en achterhout,breedte welstuk, diktetrede
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen24
Paul Delcour
Optrede, aantrede,breedte trede, wel,
stelruimte
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 25
breedte treden en welstuk
Bij een open of gesloten trap met recht geplaatste stootborden entoepassing van een wel: de breedte van de treden is gelijk aan deaantrede plus de wel. Zonder toepassing van een wel is de breedte vande treden gelijk aan de aantrede. Bij een trap met schuin geprofileerdestootbordvoorkanten is de breedte van de treden afhankelijk van deconstructie tussen stootbord en trede.
Het welstuk bevat geen aantrede en is dus minder breed dan de treden.De breedte van het welstuk bedraagt ongeveer 100 tot 120 mm naarge-lang de situatie.
breedte en dikte stootbord
De breedte van het onderste stootbord is kleiner dan van de anderestootborden.De dikte is afhankelijk van het gebruikte plaatmateriaal of de handels-dikte van massief hout.
trapboombreedte
De trapboombreedte wordt altijd gemeten haaks vanaf de bovenkanttot aan de onderkant van de trapboom.
traphelling
Dit is de stijgingsverhouding van de trap in graden. Ze wordt bepaaldop de denkbeeldige looplijn, dit is de plaats waar de trap normaal be-lopen wordt. De traphelling is afhankelijk van de verhouding tussen op-en aantrede.
Paul Delcour
Breedte en diktestootbord, klimlijn,traphelling, breedteboom
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen26
klimlijn
De klimlijn is de denkbeeldige lijn waarlangs de traphelling gemetenwordt.
traphoogte
De traphoogte is de verticale afstand van de bovenkant van de afge-werkte vloer tot de bovenkant van de afgewerkte vloer van volgende ofvoorafgaande verdieping, gemeten waar de trap eindigt (aansluit op oftegen de verdieping).
Wanneer bijvoorbeeld de afgewerkte vloer van de gelijkvloerseverdieping er nog niet ligt en de trap moet reeds opgemeten engemaakt worden, zal het niveau van de buitendorpel van de voor- ofachterdeur overgebracht worden naar de plaats waar de trap moetkomen. Vroeger gebeurde dit met een pasdarm, nu veelal met eenlasertoestel.
De traphoogte is gelijk aan de som van de optreden.Paul Delcour
Traphoogte, bruto ennetto val, vrije
doorloophoogte,trapgatlengte
BOVENKANTTR
APBOOM
TRAPGATLENGTE
TRA
PH
OO
GTE
NETTO VALNETTO VAL
VR
IJE
DO
OR
LOO
PH
OO
GTE
BRUTO VAL
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 27
bruto val
De bruto val is de horizontale afstand van de voorkant van de trapboomtot aan de rand van het trapgat waar het welstuk tegen of op draagt.
Wanneer we de bruto val vrij mogen bepalen, spreken we van een vrijebruto val. Wanneer de bruto val bepaald is door een muur, een raam,een binnen- of buitendeur... spreken we van een beperkte bruto val,ook bruto sprong of sprong genoemd.
De bruto val is gelijk aan de horizontale afstand van de plaats diede trap inneemt.
netto val
Bij een gesloten trap is de netto val de horizontale afstand van devoorkant van het eerste stootbord tot de voorkant van het laatste stoot-bord.
Bij een open trap is de netto val de horizontale afstand van de voorkantvan de eerste trede (de neus) tot de voorkant van het welstuk (de neus),gelijk aan de lengte van de looplijn.Dit wordt ook de totale aantrede genoemd.
De netto val is gelijk aan de som van de aantreden.
vrije doorloophoogte
Dit is de verticale afstand tussen de bovenkant van de trapboom en derand van het onafgewerkte trapgat.
Om ongehinderd onder de rand van het trapgat te kunnen doorlopen,moet deze vrije doorloophoogte minimum 2 m bedragen.
lengte en breedte trapgat
De lengte van het trapgat is afhankelijk van de traphoogte en detraphelling.
Om ongehinderd onder de rand van het trapgat te kunnen doorlopenmoet de vrije doorloophoogte van de onderkant van het onafgewerktetrapgat tot de bovenkant van de trapboom minimum 2 m bedragen.
trapbreedte
Dit is de buitenwerkse breedte van de trap, van de buitenkant van detrapboom tot de buitenkant van de trapboom.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen28
1.4 Draagstructuur
De draagstructuur van trappen kan sterk verschillen naargelang de toepas-sing, de inplanting of esthetische overwegingen.
De meest voorkomende vormen van draagstructuren zijn:• trapbomen,• trappalen,• trapspil,• trap met hangende treden,• steunplaat van gewapend beton,• fundering op staal,• metselwerk.
In deze module bespreken we enkel de trapboom als hellend structuurele-ment (balk) waarop de treden rusten en dat de belastingen op de bordessenoverdraagt. De binnenboom bevindt zich aan de zijde van het doorzicht, demuurboom aan de wandzijde.
Wanneer de muurboom rechtstreeks door de muur wordt ondersteund,spreken we van een valse trapboom.
Naargelang de verbindingswijze tussen trede en boom maken we een onder-scheid tussen twee soorten:• trap met ingefreesde bomen. Hierbij worden de treden, stootborden en
eventuele wellatjes ingewerkt in de bomen, waarvoor in die bomenuitsparingen of nesten worden gefreesd. De manier waarop de treden enstootborden worden bevestigd, hangt af van de gebruikte materialen.
• trap met uitgekeepte bomen. Bij dit type rusten de treden en stootbordenop keepbomen die trapvormig zijn uitgezaagd.
Spira / Vilvoorde
Draagstructuur inmetaal
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 29
Paul Delcour
Trap met ingefreesdebomen
Paul Delcour
Trap met uitgekeeptebomen
Paul Delcour
Trap met centraleboom
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen30
1.5 Buitentrappen
Buitentrappen moeten met het oog op de veiligheid en de duurzaamheid aaneen aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten de materialen met een mini-mum aan onderhoud bestand zijn tegen schimmels, mos en insecten (voorhouten trappen), maar ook en vooral tegen vorst, regen en felle zon.
Buitentrappen dienen ook aan een aantal veiligheidsvoorschriften te vol-doen:• antisliptrapneuzen en/of treden of met een oppervlaktestructuur (traan-
plaat, groeven, enz.),• de treden moeten licht afhellen (+ 5 mm naar achter), zodat het water kan
afvloeien.
Smet / Zulte
Buitentrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 31
1.6 Trapvormen en trapsoorten met rechte treden
de gewone, klassieke rechte steektrap
Een rechte steektrap is een trap die rechtstreeks twee verdiepingen metelkaar verbindt en waarbij alle treden evenwijdig, haaks en gelijk zijn.
de ruimtebesparende rechte steektrap of molenaarstrap
Bij dit soort trap zijn alle treden evenwijdig, haaks en gelijk, maar deeven treden zijn het spiegelbeeld van de oneven treden. De even tredenbezetten aan de ene zijde de volledige tredebreedte, aan de andere zijde zien we een breedtevermindering. Bij de oneven treden is het netandersom.
Paul Delcour
Rechte steektrap,molenaarstrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen32
de bordestrap
Een bordestrap is een samenstelling van twee of meer rechte steek-trappen. Tussen de rechte steektrappen is een bordes geconstrueerd.Een bordes is een trapdeel met horizontaal loopvlak dat groter is daneen trede en daardoor de trap onderbreekt. Zo spreken we van tussen-bordessen, hoekbordessen.Een traparm is een ononderbroken opeenvolging van treden tussentwee vloeren, tussen een vloer en een bordes of tussen twee bor-dessen.
Zo spreken we van:• de onderste of eerste traparm,• tussentraparmen,• middentraparmen,• bovenste of laatste traparm.
De voornaamste bordestrappen zijn:• de rechte bordestrap,• de enkele hoekbordestrap,• de dubbele hoekbordestrap,• de bordestrap met halve wenteling.
Molenaarstrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 33
Paul Delcour
Rechte en enkelehoekbordestrap
Paul Delcour
Bordestrap met halvewenteling en dubbelehoekbordestrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen34
Glaceries de Saint-RochSambreville
Dubbelehoekbordestrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 35
1.7 Trapvormen en trapsoorten met verdreven treden
Bij alle verdere grondvormen van trappen worden in de trap alle of een deelvan de treden verdreven.
Een verdrijving van treden is het geleidelijk versmallen van de treden naar delinker- of rechterzijde van de trap. Daardoor komen de bovenkanten van detrapbomen niet meer in hetzelfde vlak te liggen. Dit is het scheluw zijn vande bovenkant der trapbomen.
1.7.1 De scheluwe trap
Dit is een rechte steektrap waarbij de bovenkanten van de trapbomen niet inhetzelfde vlak liggen, ze liggen scheluw t.o.v. elkaar.
De voornaamste scheluwe trappen zijn:• de enkele beginscheluwe trap,• de enkele eindscheluwe trap,• de dubbele scheluwe trap.
Paul Delcour
Beginscheluwe,eindscheluwe endubbele scheluwe trap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen36
1.7.2 De kwartdraaitrap
Naargelang het toepassen van een bepaalde verdrijvingsmethode is eenkwartdraaitrap een samenstelling van ofwel:
een spilsteektrap
4 tot 5 treden verdreven in het kwart naar de spil/hoofdtrappaal,voorafgegaan of gevolgd door een rechte steektrap;
een spilscheluwe trap
3 tot 4 treden verdreven in het kwart (naar de spil), voorafgegaan ofgevolgd door een scheluwe trap, m.a.w. alle treden in de trap zijn ver-dreven;
een spilscheluwe steektrap
3 tot 4 treden verdreven in het kwart (naar de spil), voorafgegaan ofgevolgd door een scheluwe trap, voorafgegaan of gevolgd door eenrechte steektrap, m.a.w. niet alle treden in de trap zijn verdreven.
Paul Delcour
Samenstellingkwartdraaitrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 37
De voornaamste kwartdraaitrappen zijn:• de enkele beginkwartdraaitrap,• de enkele eindkwartdraaitrap,• de begin- en eindkwartdraaitrap,• de hoekkwartdraaitrap, ook tussenkwartdraaitrap genoemd.
Paul Delcour
Beginkwartdraaitrap,eindkwartdraaitrap,begin- eneindkwartdraaitrap enhoekkwartdraaitrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen38
1.7.3 De spiltrap
Een spiltrap is een trap waarvan aan de ene zijde alle treden in een spil ver-bonden zijn en aan de andere zijde in de trapbomen zitten:• rechthoekige spiltrap met twee of drie kwarten (zes- of achthoekig grond-
vlak kan ook);• ronde spiltrap met twee of drie kwarten (ellips- of ovaalvormig grondvlak
kan ook).
Paul Delcour
Rechthoekige spiltrapmet twee en driekwarten
Paul Delcour
Ronde spiltrap mettwee en drie kwarten
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen 39
1.7.4 De wrongtrap
Een wrongtrap is een trap waarvan aan de ene zijde alle treden in de gebo-gen (geplooide) boom zitten en aan de andere zijde in de trapbomen. De grondvorm is rechthoekig, maar een zes- of achthoekig grondvlak kanook.
Paul Delcour
Wrongtrap
Teck / Puurs
Ronde spiltrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 1: Algemeen40
1.7.5 De Engelse trap
Een Engelse trap is een trap waarvan alle treden in gebogen cirkel-, ellips- ofovaalvormige bomen zitten.
Vandeweege / Eke
Engelse trap
Paul Delcour
Engelse trap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 41
Bij het bepalen van de afmetingen van een trap moeten we met verschil-lende factoren rekening houden.
2.1 Afmetingen van de treden
De afmetingen van de treden van rechte steektrappen en bordestrappenmoeten aan een aantal regels en formules voldoen. Door ze op de looplijnvan de trap toe te passen, komen we tot gelijke treden.
De plaats van die looplijn hangt af van het traptype. Bij trappen met eenbreedte van minder dan 1 m loopt de lijn halverwege de trapbreedte. Bijbredere trappen bevindt ze zich op 50 cm van de leuning.
2 Maten en verhoudingen
Paul Delcour
Aantrede, wel breedtetrede
Paul Delcour
Aantrede, wel breedtetrede
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen42
bepalen van de optrede
De optrede is de verticale afstand tussen de bovenzijde van tweeopeenvolgende treden.
De optrede is verschillend in afmeting naargelang de plaatsing in hetgebouw en gebonden aan de verdiepingshoogte. In principe zijn alleoptreden even hoog. Indien er een maatafwijking is, dan moet deze bijvoorkeur in de onderste optrede voorkomen.
Eventuele maatafwijkingen mogen maximaal 6 mm bedragen en maxi-maal 3 mm tussen twee opeenvolgende treden.
bepalen van de aantrede
De aantrede van een rechte steektrap moet steeds gelijk zijn. Bij trap-pen met meerdere traparmen is het wenselijk dat de aantrede gelijk is,maar het is niet strikt noodzakelijk.
Uit praktisch, ergonomisch en esthetisch oogpunt streven we bijéénzelfde trap naar gelijke aantreden. Voor de aantrede bestaan ergeen vastgelegde maten.
Ze zijn afhankelijk van:• de optrede, aantal en afmeting,• de beschikbare trapruimte,• de trapbestemming (in een openbaar gebouw of in een woonhuis).
Bij een open of gesloten trap met verticaal geplaatste stootborden,waar treden met een wel toegepast worden, is de tredebreedte gelijkaan de aantrede plus de wel.
Bij een open of gesloten trap met verticaal geplaatste stootborden,waar treden zonder een wel toegepast worden, is de tredebreedte gelijkaan de aantrede.
Alle trapberekeningen en trapbepalingen dienen in hoofdzaak voor hetcorrect bepalen van de op- en aantrede. Het gemakkelijk en veilig be-lopen van de trap hangt immers hoofdzakelijk af van de verhoudingtussen op- en aantrede. Wanneer de optrede gekend of berekend is,kunnen we een passende aantrede bij de optrede vinden.
De maat van de optrede is verschillend voor trappen in woonhuizen enin openbare gebouwen.
De maat van de aantrede is afhankelijk van de trapgrondvorm en vooralvan de beschikbare ruimte.
TYPE TRAP OPTREDE (in mm)
Trap in openbaar gebouw 160-170
Centrale trap in woonhuis 180-190/200
Kelder- en zoldertrappen 180-200
Laddertrappen, torentrappen 220-250
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 43
Voor het vinden van de ideale aantrede moeten we rekening houdenmet volgende twee bevindingen:• de aantrede wordt berekend op basis van de stapmodulus of
paslengte op de looplijn, rekening houdend met de eventuele com-fort- en veiligheidsvereisten. De stapmodulus of paslengte vertegen-woordigt de gemiddelde schredelengte die een normale persoon metéén stap aflegt. Deze afstand ligt tussen 57 en 63 cm;
• een opwaartse verplaatsing van het lichaam over een bepaaldehoogte vraagt ongeveer dubbel zoveel inspanning als dezelfde af-stand af te leggen op een horizontaal vlak.
Om de ideale aantrede te berekenen, passen we volgende formule toe:
de IDEALE aantrede bij een trap in een openbaar gebouw
aantrede = 630 mm - (2 x Optrede)
290 mm = 630 mm - (2 x 170 mm)
de IDEALE aantrede bij een trap in een woonhuis
aantrede = 600 mm - (2 x Optrede)
220 mm = 600 mm - (2 x 190 mm)
De ideale aantrede is bijna nooit te bereiken. De aantrede is afhankelijkvan de trapgrondvorm en vooral van de beschikbare ruimte.
Deze werkwijze om de aantrede te vinden zal dan ook per trapgrond-vorm verschillend zijn.
VROEGER
• Bij gewone woonhuistrappen werd een optrederond 180 mm vooropgesteld.
• Bij trappen in openbare gebouwen werd een op-trede rond 170 mm vooropgesteld om steile trap-pen te vermijden.
• Bij ladders werd een optrede vanaf 200 mmvooropgesteld.
NU
De mensen zijn gemiddeld 2 cm groter dan bijhet begin van de 20ste eeuw en architecten be-sparen vooral in de grootte van het trappenhuisdoor het zo klein mogelijk te krijgen, vandaar datde afmeting van de optrede ook geëvolueerd is.
• Bij gewone woonhuistrappen wordt een optredetussen 180 mm en 200 mm vooropgesteld. Bijruimtebesparende trappen ligt dit tussen 200 mmen 250 mm. Bij ladders vanaf 250 mm.
• Bij trappen in openbare gebouwen wordt een op-trede tussen 170 mm en 180 mm vooropgesteld.
Een traparm telt altijd evenveel aantrede-eenheden als hoogte-een-heden min één.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen44
Paul Delcour
Ideale aantrede
Paul Delcour
Stapmodulus ofgemiddelde
schredelengte
600 / 630 mm
STAPMODULUS = GEMIDDELDE SCHREDELENGTE 600 / 630 mm
GEMIDDELDE SCHREDELENGTEVAN DE MENS 600 / 630 mm
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 45
bepalen van de wel
De wel gebruiken we vaak omwille van de volgende redenen:• om beschadigingen met de achterkant van de voet tegen de stoot-
borden te voorkomen tijdens het afdalen van de trap;• om een groter steunvlak voor de voet te krijgen, de treden worden
immers breder;• om bij dezelfde traphoogte een kortere trap te krijgen.
Paul Delcour
Breedte trede, wel, aantrede
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen46
de traphelling
Wanneer de optrede gelijk is aan de aantrede, dan is de traphelling 45°.De traphelling is de hoek die gevormd wordt tussen de vloer en de on-derzijde van de trapboom.
Hoe groter de traphelling en hoe steiler de trap, hoe moeilijker engevaarlijker het belopen van de trap wordt. Daarom is bij gewone trap-pen een traphelling van groter dan 45° ongewenst. Ruimtebesparendetrappen krijgen een traphelling van ongeveer 60°.
Trappen met een heel kleine helling en een heel grote aantrede zijneveneens gevaarlijk en onaangenaam om te belopen. We noemen zedan ook luie trappen, bv. tuintrappen, trappen in bioscopen.
Paul Delcour
Classificatie vantrappen naar de
traphelling
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 47
2.2 Handgreep en leuning
De balustrade is de zijdelingse afsluiting van de trap die aan de binnenzijdeof dagzijde wordt aangebracht ter bescherming van de gebruikers. Hetbovenste deel ervan is de leuning of de handgreep. Tegen de muur wordteen muurleuning aangebracht.
Functies van de leuning of handgreep:• voorkomt valpartijen,• vergemakkelijkt het bestijgen van de trap,• vergemakkelijkt het verkeer op de horizontale delen,• biedt veiligheid bij het afdalen.
Volgens de STS 54 bedraagt de minimum beschermingshoogte van de leu-ning op een traparm 90 cm. Het vroegere ARAB, nu de CODEX, vermeldteen minimale hoogte van 75 cm.
De hoogte van de balustrade, de verticale afstand van de bovenkant van detrapboom tot de bovenkant van de leuning, bedraagt in de praktijk vaak 80 cm. Wanneer je vanaf een tredeneus meet, krijgt de leuning een maximalehoogte van 85 cm.
Belangrijk:• een balustrade mag niet uitnodigen tot beklimmen;• een kinderhoofdje mag niet klem geraken tussen de stijlen;• de voet mag niet klem geraken tussen de trapboom en de onderkant van
de borstwering.
Bovenop de balustrade staat een voldoende geprofileerde leuning of hand-greep die houvast biedt. De breedte ervan mag niet meer dan 60 mm bedra-gen.
Wanneer trappen van handelsondernemingen breder zijn dan 240 cm, danwordt een tussenbalustrade geplaatst.
BALUSTRADE
Smet / Zulte
Balustrade
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen48
LEIBOOM
TRAPARM
BLOKTREDE
VULLING
TRAPPAAL
D’Hondt / Zingem
Onderdelen van eenbalustrade balustrade • minimale hoogte: 750 mm (CODEX),
• minimale hoogte: 900 mm (STS 54),• minimale hoogte aan de trapgaten: 900 mm,• bij trappen met minder dan 5 treden is een
leuning niet noodzakelijk,• eventuele kinderleuning: 600 mm.
tweede balustrade • trappen breder dan 2400 mm,• specifieke toepassingen (gehandicapten,
bejaarden…).
leuning • maximale breedte: 60 mm,• minimaal 40 mm tussen de leuning en de
aangrenzende constructie.
baluster • afstand tussen 2 balusters maximaal 110 mm.
Samenvattende tabel:
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 49
2.3 Vrije trapbreedte
De trapbreedte van een hoofdtrap in woonhuizen varieert meestal van 80 tot100 cm. Ondergeschikte trappen, zoals bij een kelder of een zolder, zijnmeestal smaller.
Er komt normaal gezien één balustrade per trap, maar in bepaalde gevallenis er een tweede wenselijk (bejaarden…).
In openbare gebouwen:• het minimum voor de trapbreedte bedraagt 80 cm, één persoon heeft 55
tot 60 cm nodig als vrije trapbreedte, de leuning is dan perfect bereikbaar;• er komt een balustrade aan elke trapkant bij trappen breder dan 120 cm;• er komt een middenbalustrade bij trappen breder dan 240 cm (trappen in
handelsondernemingen, scholen, rusthuizen…).
Paul Delcour
Vrije trapbreedte
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen50
2.4 Bordes
Een trap beklimmen vraagt inspanning, daarom wordt het aantal opeenvol-gende treden meestal beperkt tot 17.
In geval van rechte bordestrappen heeft iedere traparm liefst hetzelfde aantaltreden. Het aantal is liefst even, zodat niet altijd met dezelfde voet moet be-gonnen worden. De lengte van het bordes is gelijk aan minimum 3 aantre-den, of beter aan 2 optreden plus 1 aantrede.
In de praktijk is de lengte van het bordes vaak gelijk aan de breedte van detrap. Dit is vooral van toepassing bij hoekbordestrappen.
Paul Delcour
Bordesafmetingen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 2: Maten en verhoudingen 51
2.5 Trapgat
De breedte van het trapgat wordt als volgt bepaald:
bij een trap tussen twee muren
Bij een trap tussen twee muren is er een muurleuning. De kleinstebreedte tussen de twee muren - minimum 20 mm zijdelingse stelruimtegeeft de trapbreedte weer. De trapbreedte is de buitenwerkse breedtevan de trap, hier dus de afstand tussen de buitenkanten van de muur-bomen. Er moet ook minimum 40 mm zijn tussen de muurleuning en deafgewerkte muur, dit om de hand vrij te laten glijden over de leuning.
bij een trap vrijstaand aan één zijde
De trapbreedte is de buitenwerkse breedte van de trap, hier dus van debuitenkant van de muurboom tot de buitenkant van de binnenboom. Debreedte van het trapgat is minimum 100 mm groter dan de trapbreedte,dit om de nodige plaats te krijgen voor:• de uitbekleding van de trap (leiboom),• tussen de leuning, die dwars door het trapgat heen loopt, en de af-
werking/uitbekleding van het trapgat moet een minimum van 40 mmvrije ruimte bestaan,
• de trappaal,• de zijdelingse stelruimte.
De lengte van het trapgat wordt als volgt bepaald:• de lengte van het trapgat is afhankelijk van de traphoogte en de trap-
helling;• om ongehinderd onder de rand van het trapgat te kunnen doorlopen moet
de vrije doorloophoogte van de onderkant van het onafgewerkte trapgattot de bovenkant van de trapboom minimum 2 m bedragen.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 53
3.1 Treden
Waar moet men rekening mee houden?• de dikte van de treden bedraagt meestal 35 tot 45 mm, uitzonderlijk
55 mm;• de vezelrichting van het hout loopt evenwijdig met de voorkant van de
trede;• de eerste trede steekt vaak voorbij de trappaal uit.
De treden en de stootborden worden op volle dikte in de trapbomen en trap-palen ingewerkt. Deze inkepingen in de trapbomen en trappalen noemen wede nesten. De minimum nestdiepte bedraagt 10 mm, in de trapindustrie 12 mm of 15 mm.
Deze nesten worden uitgefreesd:• met de bovenfreesmachine. Dit gebeurt met een handbovenfrees met be-
hulp van een mal of een trappenfrees met geleidingsmal;• met de CNC-bovenfreesmachine.
3 Constructie van de trapdelen
Alleen de treden worden in de trapbomen genageld (geniet/geschoten) ofgeschroefd, de stootborden niet.
De nageling van treden met binnen/buitenbomen:• bij binnenbomen: 7-8 cm lengte, ronde kop, 2-3 mm doorgedreven en
opgestopt met kneedbaar hout of vaste was;• bij de buiten(muur)bomen: 7-8 cm lengte platte kop;• de vastzetting van de treden aan midden- of tussenbomen komt later aan
bod.
De nageling van de bomen aan de treden gebeurt door middel van voorge-boorde gaatjes in de nesten.Dit kan manueel: bij het op lengte zagen van de treden, zagen we een stukjeafvallengte van ongeveer 20 mm, maken het iets kleiner in omtrek, boren erdrie gaatjes in, leggen dit afvalrestje in de nesten en weten precies waar devoorgeboorde gaatjes moeten komen (dit kan ook met een malletje uit eenstukje plaathout).
Dit kan ook machinaal: met de CNC-bovenfreesmachine maken we eenvoorboring met de CNC-boorunit.
Paul Delcour
Nesten
TIP
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen54
De verankering gebeurt bij gesloten trappen eenmaal in de wel en tweemaalin de aantrede. De verankering gebeurt bij open trappen tweemaal in detrede.
Het schroeven van de treden en de binnenbomen gebeurt als volgt:• (onzichtbaar) schroeven; de schroeven worden in dit geval weggestopt
achter een massief houten tapje dat dezelfde houtsoortrichting en hout-soortkleur bezit als de bomen;
• onzichtbaar schroeven; dit is hetzelfde als hierboven, maar gebeurt on-deraan de trede. De draadrichting van het tapje is gelijk aan dedraadrichting van de trede.
Paul Delcour
Verankering van detreden
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 55
Paul Delcour
Verankering van detreden
3.2 Stootborden
verticale stootborden bij trappen met wel
Aan de onderkant van de trede wordt een groef gefreesd. De afstandvan de tredeneus tot de voorkant van het stootbord is gelijk aan de wel.
De diepte van de groef bedraagt minimum 10 mm, in de trapindustrie12 of 15 mm (dit geldt ook voor de diepte van de nesten voor de tre-den).
De dikte van de groef is afhankelijk van het stootbord:• stootborden in dik plaathout van 10 of 12 mm en massieve stootbor-
den van 15 mm dik worden ingewerkt onder aan de trede. Alleen deplaathouten stootborden worden verankerd in de groef onder aan detreden;
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen56
• 20 mm dikke massieve stootborden komen met een bastaardtand inde groef onderaan de trede. Aan de achterkant van de treden komenalle stootborden tegen de treden. De verankering gebeurt met nagelsof schroeven.
Alleen bij zeer brede trappen, vanaf 110-130 cm, worden treden enplaathouten stootborden opgespannen, bovenaan te beginnen.
Paul Delcour
Constructie vanstootborden en
opspannen treden
massieve stootborden bij trappen zonder wel
We spreken over massieve stootborden waarbij de voorkant verticaal ofschuin geprofileerd is. Bij de schuine profilering ontstaat er zo opnieuween wel van 20 tot 30 mm.
Onder aan de treden wordt een groef gefreesd waarin de stootbordenmet tand of losse veer komen.
De stootborden worden ofwel achteraan gewoon tegen de treden ver-ankerd, ofwel komen ze in een sponning aan de treden of de stootbor-den gefreesd. Omwille van de afwerking worden de voegen ertussenmeestal van voegontduikingen voorzien.
3.3 Trappalen met trapbomen
De trapbomen worden met een ± 20 mm dikke pen in de trappalen in-gewerkt. Wanneer de dikte van de trappalen groter is dan de trap-boomdikte, wordt de trapboom op volle dikte minimum 10 mm diep inde trappalen ingewerkt (in de trapindustrie is de volhoutse inwerkinggelijk aan een nestdiepte van 12 of 15 mm).
Waarom kiest men voor de volhoutse inwerking? Door de groteafmetingen van de trappalen is er meer werking in het hout mogelijk; in-dien de trappaal krimpt, dan komen de schouderingen niet open.
Wanneer de dikte van de trappalen en de bomen gelijk is, kunnen wede bomen niet volhouts inwerken. Dan komt er alleen een ± 20 mmdikke pen aan de bomen.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 57
constructie hoofdtrappaal met trapboom
constructie eindtrappaal met trapboom
Paul Delcour
Constructie vanhoofdtrappaal entrapboom
Paul Delcour
Constructie vaneindtrappaal entrapboom
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen58
het opsluiten van de trappalen met de trapbomen
Het opsluiten van de trappalen met de trapbomen kan op 3 manieren:• minder en minder voorkomend is het opsluiten met nagels met ronde
kop 2-3 mm doorgedreven en opgestopt met kneedbaar hout ofvaste was;
• opsluiten met schroeven, weggestopt achter een massief houtentapje dat dezelfde houtdraadrichting en houtsoortkleur bezit als depalen;
• vroeger sloot men op met een trekpen; een trekpen is een houtentap die de trappaal door trekspanning tegen de schouderingen vande boom trekt. De gaten in de paal en de gaten in de pennen van deboom worden verschillend geboord, zodat men bij het inslaan van detrekpen een goede aansluiting krijgt.
Paul Delcour
Opsluiten trappaal –trapboom met nagels
Paul Delcour
Opsluiten trappaal –trapboom met
schroeven
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 59
Paul Delcour
Opsluiten trappaal –trapboom met trekpen
3.4 Welstuk met trapboom
bovenkant trapboom komt gelijk met verdiepingsvloer
De bovenkant van de trapboom komt gelijk met de verdiepingsvloerwaar de trap eindigt. Een belangrijk detail is hier dat het welstuk, na hetplaatsen van de trap, aangepast kan worden aan de verdiepingsvloerom daarna definitief geplaatst te worden.
het voorhout van de trapboom komt boven het welstuk
De bovenkant van de trapboom komt boven de verdiepingsvloer waarde trap eindigt.
Paul Delcour
Constructie welstukmet trapboom
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen60
Opmerking:• bij een trap tussen twee muren is in beide gevallen de lengte van het wel-
stuk gelijk aan de trapbreedte;• wanneer de trap aan de ene zijde vrij staat, m.a.w. wanneer er een
balustrade voor komt, is in beide gevallen de lengte van het welstuk gelijkaan:• de trapbreedte + het gedeelte van de trappaal buiten de breedte van de
trap bij trappalen dikker dan de bomen;• de trapbreedte bij trappalen en bomen met gelijke dikte.
Paul Delcour
Constructie welstukmet eindtrappaal
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 61
3.5 Trapbomen
De bomen moeten voldoende dik zijn om de gewichtsbelasting die op detrap uitgeoefend wordt te kunnen opvangen. Bovendien moet de verbindingtussen de treden en de bomen zo uitgevoerd worden dat de krachten op detreden door de bomen kunnen worden opgenomen. De dikte van de bomenbedraagt minimum 35 mm.
Rechte bomen worden meestal uit één stuk gemaakt. Als dit niet mogelijk is,worden de stukken in de breedte met tand en groef of met de vingerlas ver-gaard en gelijmd of in gelijmd-gelamelleerd hout uitgevoerd.
De constructie is afhankelijk van het type van draagstructuur:
3.5.1 Gesloten trappen
trap met ingefreesde bomen
Teck / Puurs
Gesloten trap metingefreesde nesten
Paul Delcour
Trapboom metingefreesde nesten
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen62
Luc Steels / Belsele
Uitgekeeptetrapbomen
Paul Delcour
Constructie treden bijuitgekeepte trapbomen
trap met uitgekeepte bomen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 63
Paul Delcour
Uitgekeeptetrapbomen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen64
3.5.2 Open trappen
trap met ingefreesde bomen
Luc Steels / Belsele
Open trap metingefreesde nesten
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 65
Vermeulen / Meulebeke
Open trap metuitgekeepte bomen
Paul Delcour
Uitgekeeptetrapbomen
open trap met uitgekeepte bomen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen66
trap met centrale boom
3.6 Leuning met trappalen
Sterk geprofileerde leuningen worden tussen de twee trappalen genageld ofgeschroefd.
Eenvoudige rechthoekige of vierkante vormen van leuningen, eventueel metafrondingen, worden minimum 10 mm volhouts in de trappalen ingewerkt engenageld (in de trapindustrie is dit gelijk aan 12 of 15 mm nestdiepte).
Paul Delcour
Open trap met centraleboom
Paul Delcour
Constructie leuningmet trappaal
METALEN STEUNPLAAT
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 67
Complexe leuningen komen in een andere module aan bod.
Smet / Zulte
Balusters
Smet / Zulte
Hoofdtrappalen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen68
3.7 Balusters
Balusters kunnen zeer uiteenlopend zijn van vorm en afwerking. Meestalhebben ze een rechthoekige of ronde doorsnede.
Enkele mogelijkheden:• gedraaide balusters (hout…) met ronde of rechthoekige basis (hout) wor-
den ingewerkt in de leuning en de trapboom;
• gedraaide balusters (hout) met vierkante basis worden in de leuning en detrapboom ingewerkt op ongeveer 5 tot 10 mm. Balusters zitten met eendeugel- of deuvelverbinding in een lat die over de binnenboom zit (en-veloppe). Bovenaan zit de leuning over die lat.Zo kunnen we een vullingconstructie over de binnenboom plaatsen enachteraf de leuning erboven op monteren. Die “enveloppe” wordt niet in-gewerkt in de trappalen.Balusters zitten op hun juiste plaats door tussenlatjes in de lat diebovenop de binnenboom wordt geplaatst (“enveloppe”). Bovenaan zit deleuning over die lat. De tussenlatjes worden niet in de trappalen inge-werkt;
Paul Delcour
Constructie balusters
Paul Delcour
Constructie balusters
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 69
• balusters met rechthoekige basis van ± 60 tot 100 mm of van 22 tot 45 mm worden in de leuning en de trapboom ingewerkt op ± 5 tot 10 mmdiepte.
Paul Delcour
Constructie balusters
Paul Delcour
Constructie balusters
Paul Delcour
Constructie balusters
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen70
3.8 Profilering van de tredeneuzen
Door een profilering aan de tredeneus te geven bepaal je onmiddellijk hettredevlak (mooiste zijde en hartkant boven).
Voor de treden wordt er meestal kwartiers- of half (vals) kwartiershout ge-bruikt zodat de treden zo weinig mogelijk trekken of krimpen.
Voor de massieve stootborden gebruikt men meestal kwartiershout, voordezelfde reden als hierboven. Iedere trede krijgt een neusprofiel door af-schuining of afronding om het afsplinteren van de scherpe hoek bovenaande tredeneus te vermijden.
Paul Delcour
Vormen vantredeneuzen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 71
Het uitzicht van de trap wordt ook in mindere mate bepaald door deneusprofilering. Een klassieke trap krijgt een sterk geprofileerde neusvorm,vroeger met een wellatje om de neusprofilering te verzwaren.Een hedendaags profiel is bv. een afronding, die met een CNC- boven-freesmachine volledig geautomatiseerd kan uitgevoerd worden.
Opmerking:sterk geprofileerde tredeneuzen komen soms tussen de trapbomen. Denesten worden dan minder breed uitgefreesd en de tredeneus wordt met eenpaneelzaag volgens de nestdiepte uitgezaagd.
Paul Delcour
Volledig ingefreesdetredeneuzen
Paul Delcour
Niet-ingefreesdetredeneuzen
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen72
3.9 Houten bloktrede
Vroegere uitvoeringen• Wanneer de hoofdtrappaal op de grond staat, is de hoofdtrappaal ter
hoogte van de bloktrede volgens de nestdiepte kleiner en steunt hij op devloer. De binnenboom en de hoofdtrappaal zijn volgens de nestdiepte inde bloktrede ingewerkt. Klossen zorgen voor de versteviging van de paalen van de in het verstek rondlopende stootborden. Om het kopshout vande bloktrede onzichtbaar te maken, kan er een koplat geplaatst worden.
• Wanneer de hoofdtrappaal op de bloktrede staat, zijn de binnenboom ende hoofdtrappaal volgens de nestdiepte in de bloktrede ingewerkt. Eenraamwerk zorgt voor de ondersteuning van de bloktrede en van de in hetverstek rondlopende stootborden.
Paul Delcour
Vroegere uitvoeringbloktrede
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 73
Hedendaagse uitvoeringen• massieve stukken van dezelfde houtsoort en dikte als de treden worden
aan elkaar gelijmd en vormen zo de blok onder de trede. De vorm,eventueel met gebogen voorkant en gebogen uiteinde aan de hoofdtrap-paal, wordt gefreesd. Daarop wordt de trede verankerd met daarbovenopde hoofdtrappaal en binnenboom. Het eerste stootbord komt achteraantegen de bloktrede;
• massieve stukken van een minderwaardige houtsoort worden aan elkaargelijmd en vormen zo de blok onder de trede. De eventueel gebogen vormwordt gefreesd. Daarrond wordt een schilfineer van een aantal mm diktemet daarop een fineer van dezelfde houtsoort als de trap op de blok ge-lijmd.
Paul Delcour
Hedendaagseuitvoering bloktrede
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen74
3.10 Oorzaken van en voorzorgen bij het kraken van eentrap
Het kraken van een trap komt voor bij brede trappen doordat de massievestootborden gekrompen zijn. Er ontstaat dan een speling tussen de boven-kant van het stootbord en de onderkant van de groef in de trede.
Wanneer we dan de trap oplopen of afdalen, buigen de treden een beetjedoor, zodat er in de nesten tussen de treden en de trapbomen wrijvingontstaat.
Dit verschijnsel noemen we het kraken van de trap.
Bij smalle trapbreedtes komt het kraken van een trap zelden voor. Bij eengrotere trapbreedte dan ± 1 m, zijn voorzorgen tegen het kraken noodzake-lijk.
Welke voorzorgen kunnen we nemen:• Wanneer de trap onderaan zichtbaar is, worden de plaathouten stootbor-
den aan de bovenzijde 1 tot 2 mm in de lengte rond gemaakt.De treden met de bijbehorende stootborden worden dan opgespannen engenageld. De trede met bijbehorend stootbord wordt met de bovenkantnaar onder opgespannen met aan de uiteinden twee plaathoutdiktes eron-der, zodat de trede 1 tot 2 mm in de lengte kan doorgespannen worden(zie p. 75).Het stootbord wordt naar de trede toe aangespannen en dan vastge-nageld. We moeten hierbij letten op de haaksheid. Op deze manier krijgtde trede zeker steun in het midden van de trapbreedte.
• Wanneer de trap onderaan zichtbaar is, worden de massieve stootbordenvoorzien van sierkraaklatten (zie p. 75).Wanneer de trap onderaan onzichtbaar is, wordt de onderzijde van detrap met een multiplex-, triplex- of gipskartonplaat afgewerkt en wordener eenvoudige kraaklatten van ongeveer 60 tot 20 mm geplaatst.
Deze kraaklatten worden vastgenageld aan de achterkant van onderliggendetreden en schuin tegen de ondersteunende treden.De krimprichting in de lengterichting van de kraaklatten is te verwaarlozenzodat de treden door deze kraaklatten goed ondersteund blijven.
Teck / Puurs
Rechte steektrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen 75
Paul Delcour
Opspannen van eentrede en een plaathoutstootbord zonderkraaklatten
Paul Delcour
Opspannen van eentrede en een massiefstootbord metkraaklatten
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 3: Constructie van de trapdelen76
3.11 Bekleding van de onderkant van een trap
De onderkant van een trap kan bekleed worden. Daarvoor komen verschil-lende materialen in aanmerking:• multiplex,• harde spaanplaat,• zachte spaanplaat,• bepleistering,• planchetten,• plafondtegels in samengesteld hout.
Paul Delcour
Bekleding onderkanttrap
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 77
4.1 Het nemen van de maten
Op het ogenblik dat op de bouwplaats de afmetingen voor de trap genomenworden, is de vloer meestal nog niet afgewerkt. Daarom moeten we rekeninghouden met het afgewerkte vloerpeil, zowel op de gelijkvloerse verdiepingals op de 1ste verdieping.
Het is aangewezen pas de afmetingen te nemen na het voltooien van de vol-gende werkzaamheden: deurdorpel, dekvloer van de verdieping en pleister-werk.
4 Uitvoering
Paul Delcour
Het nemen van de maten
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering78
De volgende maten kunnen ter plaatse genomen worden:
DE TRAPHOOGTE
Dit is de verticale afstand van de bovenkant van de afgewerkte vloer totde bovenkant van de afgewerkte vloer van volgende of voorgaandeverdieping, gemeten daar waar de trap eindigt.
DE BRUTO VAL
Dit is de traplengte of de horizontale afstand die de trap inneemt wanneerhij geplaatst is.Bij een voldoende ruimte spreken we van een vrije val (opgelet: minimum2 m afstand, loodrecht gemeten, tussen de onderkant van het onafge-werkte trapgat en de bovenkant van de boom). Bij een beperkte ruimtespreken we van een beperkte val.Zowel bij een vrije als bij een beperkte val brengen we het einde van hettrapgat, waar de trap eindigt, loodrecht naar beneden om dan horizontaalte meten tot waar de trap mag of moet komen.
DE AFMETINGEN VAN HET TRAPGAT
• de breedte van het trapgat,• de lengte.
DE ONDERLINGE SITUERING VAN DE TRAPGATEN
Dit is belangrijk bij traparmen die boven en onder elkaar liggen.
DE DIKTE VAN DE VERDIEPINGSVLOER
Dit is de verticale afstand tussen de bovenkant van de afgewerkte vloertot de onderkant van het plafond.
NEEM STEEDS EEN FOTO VAN DE BESTAANDE TOESTAND
Een foto kan soms dienen als bewijsmateriaal, bij discussie of bij nietnagekomen afspraken tussen de trappenmaker en de aannemers.
Opmerking
Het kan gebeuren dat een bruto val beperkt is door een binnen- of buiten-deur die nog niet geplaatst is wanneer de trap opgemeten wordt.De bruto val kan hier dus nog niet opgemeten worden.
Wanneer dit het geval is, meten we de horizontale afstand van de rand vanhet trapgat, waar de trap eindigt, tot aan de rand van de muuropening vande deur. Deze afstand verminderen we met 50 mm om de bruto val te vin-den. 50 mm is hier nodig om de bekleding, de stelruimte en de omlijstingvan de deur te kunnen plaatsen.
TIP
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 79
Er moet ook rekening gehouden worden met de voorruimte van 900 mmvoor het oplopen van de trap, wanneer deze aan de binnenmuur begint.
Paul Delcour
Traphoogte – bruto val
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering80
Teck / Puurs
Rechte steektrap metuitgekeepte
binnenboom
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 81
4.2 Rechte steektrap
Een rechte steektrap is een trap die rechtstreeks de verdiepingen met elkaarverbindt. Alle treden zijn evenwijdig, haaks en gelijk (uitgezonderd het wel-stuk), waardoor de trapbomen in hetzelfde vlak liggen.
We kiezen voor de gewone rechte steektrap wanneer we over voldoenderuimte beschikken (voldoende bruto val t.o.v. de traphoogte) om een goedetraphelling te krijgen:• een trap met wel vraagt een traphelling van maximum 45°;• een trap zonder wel vraagt een traphelling van maximum 38°.
Paul Delcour
Doorsnede rechtesteektrap met wel
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering82
Paul Delcour
Doorsnede rechtesteektrap zonder wel
4.3 Berekening van een rechte steektrap
4.3.1. Beperkte berekening van een ideale rechte steektrap met vrijebruto val
Voorbeeld van beperkte trapgegevens:• traphoogte = 2850 mm,• wel = 50 mm,• woonhuistrap of openbaar gebouw.
Voorbeeld van een beperkte berekening:
aantal gehele optreden
De traphoogte delen we door een vooropgestelde optrede van mini-mum 180 mm. Uitzonderlijk krijgen we een geheel getal, meestal echtereen getal met cijfer(s) na de komma.
Aangezien het aantal optreden een geheel getal moet zijn (aantal geheleoptreden), ronden we het berekende getal af naar boven of naar bene-den:• afronden naar boven als het berekende getal na de komma gelijk of
groter is dan 5,• afronden naar beneden als het berekende getal na de komma kleiner
is dan 5.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 83
Resultaat: 2850 mm : 180 mm = 15,8; na afronding = 16 gehele op-treden.
afmeting optrede
De traphoogte delen we door het aantal gehele optreden.
Bij een woonhuistrap:
indien de optrede kleiner is dan 180 mm, verminderen we het aantalgehele optreden met één of twee eenheden, om een optrede tussen180 en 200 mm te krijgen.
2850 mm : 16 optreden = 178 mm2850 mm : (16 optreden - 1 ) = 190 mm (voorkeurafmeting zie p. 43)2850 mm : (16 optreden - 2) = 203 mm
Resultaat: 15 optreden met als afmeting 190 mm.
Bij een trap in een openbaar gebouw:
indien de optrede groter is dan 170 mm, vermeerderen we het aantalgehele optreden met één of twee eenheden, om een optrede tussen160 en 170 mm te krijgen.
2850 mm : 16 optreden = 178 mm2850 mm : (16 optreden + 1) = 167,6 mm (voorkeurafmeting zie p. 43) 2850 mm : (16 optreden + 2) = 158 mm
Resultaat: 17 optreden met als afmeting 167,6 mm.
aantal aantreden
Het aantal optreden vermindert door het aantal traparmen.
Reden: het welstuk bevat geen aantrede.
Bij een woonhuistrap:
Resultaat: 15 - 1 = 14 aantreden.
Bij een trap in een openbaar gebouw:
Resultaat: 17 - 1 = 16 aantreden.
afmeting ideale aantrede
Formule bij een woonhuistrap:
afmeting aantrede = 600 mm - (2 x afmeting optrede)
Resultaat: 600 mm - (2 x 190 mm) = 220 mm.
Formule bij een trap in een openbaar gebouw:
afmeting aantrede = 630 mm - (2 x afmeting optrede)
Resultaat: 630 mm - (2 x 167,5 mm) = 295 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering84
breedte treden
Aantrede + wel = breedte trede.
Bij een woonhuistrap:
Resultaat: 220 mm + 50 mm = 270 mm.
Bij een trap in een openbaar gebouw:
Resultaat: 295 mm + 50 mm = 345 mm.
4.3.2 Berekening rechte gesloten steektrap met beperkte bruto valvoor een woonhuis
We berekenen een rechte steektrap in een eengezinswoning met beperkteval, wat een veel voorkomende situatie is. De optrede ligt tussen 180 mm en200 mm.
Voorbeeld van de trapgegevens in mm:
CODE TRAPGEGEVEN MMTH Traphoogte 3400BV Bruto Val 3670W Wel 50v voorhout 20a achterhout 20d stootborddikte 10s stelruimte 20nestdiepte 10trapgatbreedte 1090linkse of rechtse trap (vrijstaand aan één zijde)dikte verdiepingsvloer 400D dikte treden/welstuk 32dikte trapbomen 42houtsectie trappalen 100/100welstuk op (afmeting) of tegen verdiepingsvloer 20groefdiepte onderaan de treden voor stootborden 10trapmaterialen: Europese es, 1ste keus,stootborden multiplex A/B Europese es
Voorbeeld van de trapberekening:
aantal gehele optreden
We delen de traphoogte door een vooropgestelde optrede van mini-mum 180 mm.
Aangezien het aantal optreden een geheel getal moet zijn (aantal geheleoptreden), ronden we het berekende getal af naar boven of naar bene-den:• afronden naar boven indien het bekomen getal na de komma gelijk
of groter is dan 5;• afronden naar beneden indien het bekomen getal na de komma
kleiner is dan 5.
Bij softwareberekeningsprogramma’s op pc wordt dan een voorstelgedaan om de afmeting van de optrede te berekenen met één of tweeeenheden kleiner dan het aantal gehele optreden.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 85
Reden hiervoor:• voor woonhuizen worden de ruimte waar de trap moet komen en het
trapgat steeds kleiner getekend (vooral bij sleutel-op-de-deurwonin-gen); daarom wordt het aantal gehele optreden meestal met één een-heid (soms twee eenheden) verminderd, zodat er meer en meer meteen optrede tussen 180 en 200 mm gewerkt wordt. Het resultaat isdat er ook in de trap een aantrede minder is en bijgevolg zijn deoverige aantreden groter in afmeting en worden de treden breder.
• voor openbare gebouwen (waar luiere trappen en grotere trappenvoorkomen): het aantal gehele optreden wordt meestal verminderdmet één eenheid (soms twee eenheden), zodat er een optrede tussen160 en 170 mm voorkomt.
Resultaat: 3400 mm : 180 mm = 18,9; na afronding = 19 gehele op-treden.
afmeting van de optrede
We delen de traphoogte door het aantal gehele optreden.
Indien de optrede kleiner is dan 180 mm, verminderen we het aantalgehele optreden met één of twee eenheden. Zo krijgen we een optredetussen 180 en 200 mm.
3400 mm : 19 optreden = 179 mm3400 mm : (19 optreden – 1 ) = 189 mm (voorkeurafmeting zie p. 43) 3400 mm : (19 optreden – 2) = 200 mm
Resultaat: 18 optreden met als afmeting 189 mm.
aantal aantreden
Het aantal optreden vermindert door het aantal traparmen.
Reden: het welstuk bevat geen aantrede.
Resultaat: 18 - 1 = 17 aantreden.
netto val
Bruto val - voorhout 1ste trede - wel 1ste trede - dikte laatste stootbord -stelruimte.
Resultaat: 3670 mm - 20 mm - 50 mm - 10 mm - 20 mm = 3570 mm.
afmeting van de aantrede
De netto val delen we door het aantal aantreden.
Resultaat: 3570 mm : 17 aantreden = 210 mm.
Controle : 210 + (2 x 189) = 588, begrepen tussen 570 en 630 (makke-lijke trap)
breedte van de treden
Aantrede + wel = breedte trede.
Resultaat: 210 mm + 50 mm = 260 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering86
breedte van het welstuk
Wel + dikte laatste stootbord + stelruimte + (eventueel) gedeelte vanhet welstuk dat op de verdiepingsvloer draagt.
Resultaat: 50 mm + 10 mm + 20 mm + 20 mm = 100 mm.
Paul Delcour
Breedte welstuk
trapbreedte
Bij een trap tegen één muur, vrijstaand aan één zijde, linkse of rechtsetrap = trapgatbreedte - minimum 100 mm.
Resultaat: 1090 mm - 100 mm = 990 mm.
lengte van de treden en de stootborden
Trapbreedte - dikte buitenboom - dikte binnenboom + (2 x minimum 10mm nestdiepte).
Resultaat: 990 mm - (2 x 42 mm) + (2 x 10 mm) = 926 mm.
lengte van het welstuk
Bij een trap vrijstaand aan één zijde, linkse of rechtse trap = trap-breedte + gedeelte van de trappaal buiten de trapbreedte.Het gedeelte van de trappaal buiten de trapbreedte =trappaaldikte - binnenboomdikte
2
Resultaat: 990 mm + ((100 mm - 42 mm) : 2) = 1019 mm.
breedte van het onderste stootbord
Optrede - dikte trede + diepte groef onderaan de trede.
Resultaat: 189 mm - 32 mm + 10 mm = 167 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 87
Paul Delcour
Lengte treden enstootborden
Paul Delcour
Lengte welstuk
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering88
breedte van de andere stootborden
Optrede + diepte groef onderaan de trede.
Resultaat: 189 mm + 10 mm = 199 mm.
Paul Delcour
Breedte stootborden
theoretische trapboomlengte (nodig voor het berekenen van prijsof-fertes)
Resultaat:
praktische trapboomlengte (nodig voor bruto houtlengte)
Rekenkundige manier
We vermenigvuldigen de schuine zijde van de driehoek met alsrechthoekzijden de optrede en de aantrede met het aantal optreden.Anders gezegd: de vierkantswortel uit (Optrede2 + Aantrede2) x het aan-tal optreden.
Resultaat:
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 89
Tekenkundige manier
We meten de afstanden A, B en C.Praktische lengte = (afstand A + (Afstand B x aantal treden) + afstandC).
Paul Delcour
Praktischetrapboomlengte:rekenkundige entekenkundige manier
OP
TRE
DE
OP
TRE
DE
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering90
traphelling
Deze wordt gevormd door de hoek tussen de basis en de schuine zijdevan de rechthoekige driehoek.
Resultaat: tangens traphelling = (189 mm : 210 mm) = 42°.
minimale lengte van het trapgat
De minimale lengte van het trapgat wordt bepaald in functie van de vrijedoorloophoogte. Men kan eveneens berekenen hoeveel vrije aantredenin het trapgat moeten voorzien worden, afhankelijk van de gekozen vrijehoogte en de optrede.
De minimale lengte van het trapgat = 13 x 250 mm = 3250 mm
minimale breedte van het trapgat
De minimale breedte van het trapgat op de verdieping is 100 mm groterdan de trapbreedte. Het keldergat moet zo mogelijk 100 mm kleiner zijndan de breedte van de trap naar de verdieping.
De minimale breedte van het trapgat voor een trap met een trapbreedtevan 900 mm is dus 1000 mm.
VRIJE HOOGTE OPTREDE TE VOORZIENAANTAL AANTREDEN
1800 mm 175 -185 mm 12
2000 mm 175 -185 mm 12
2100 mm 175 -180 mm 14
2100 mm 180 -185 mm 13
Paul Delcour
Traphelling
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 91
4.4 Bordestrap
Bordestrappen zijn een samenstelling van twee of meerdere rechte steek-trappen. Tussen elke rechte steektrap is een rustplaats geconstrueerd, bor-des of rustvlak genoemd.
Zo spreken we van:• een tussenbordes bij een rechte bordestrap,• een hoekbordes bij een hoekbordestrap of trap met twee hoekbordessen,• een bordestrap met halve omwenteling.
In woonhuizen komen de hoekbordestrappen en de bordestrappen methalve wenteling veel voor: vaak onder de hoofdtrap, bv. naar de kelder.Rechte bordestrappen en dubbele bordestrappen komen meer voor in open-bare gebouwen. Een bordestrap bestaat uit minimum twee traparmen.
Zo krijgen we:• een ondertraparm (eerste rechte steektrap),• tussentraparmen (tweede, rechte steektrap),• een boventraparm (bovenste of laatste rechte steektrap).
Bij bordestrappen moet de optrede van de verschillende traparmen gelijkzijn.
De optrede wordt berekend in functie van de totale traphoogte. Daarbijwordt het bordes op zodanige hoogte berekend en geconstrueerd dat elketraparm een wenselijk geheel aantal optreden bevat.
De afmetingen van de aantrede van de verschillende traparmen zijn bestgelijk, omdat de traparmen onmiddellijk na elkaar belopen worden. Als deaantrede van de ene traparm te veel verschilt van die van de daaropvol-gende traparm, is de volledige bordestrap niet vlot beloopbaar.
Een gelijke aantrede in dezelfde bordestrap geeft enorme praktische voorde-len, maar met het invoeren van het geautomatiseerde maken van trappen iser nog weinig verschil:• zelfde breedte van de treden,• zelfde traphelling,• zelfde schuinte voor schouderingen van...• zelfde lengte van balusters,• …
De afmetingen van het bordes zijn – bij een rechte bordestrap:
• lengte: in lengterichting van de trap,• breedte: in breedterichting van de trap,
– bij een hoekbordestrap:• lengte: in lengterichting van 1ste traparm,• breedte: in breedterichting van 1ste traparm,
– bij een bordestrap met halve wenteling:• lengte: in lengterichting van beide traparmen,• breedte: in breedterichting van beide traparmen.
De lengte van het bordes bepalen we meestal in functie van de bordes-breedte.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering92
De bordeslengte kan ook bepaald worden met de gemiddelde schredelengte(stapmodulus) van de mens: 630 mm in openbare gebouwen, 600 mm inwoonhuizen. Voor de lengte van het bordes wordt dan een veelvoudgenomen van deze gemiddelde schredelengte zodat we een vloeiende over-gang van de ene naar de andere traparm krijgen.
4.5 Berekening van een hoekbordestrap
We berekenen een open hoekbordestrap in een eengezinswoning waarbijeen vrije doorloophoogte boven het bordes moet gerespecteerd worden. Wespreken hier van een vaak voorkomende trapsituatie.
Voor de optrede wordt minimaal 180 mm en maximaal 200 mm genomen.
Het bordes kan uitgevoerd worden in gewapend beton. We bepalen daarbijvooraf de hoogte. Bij de afwerking moeten we immers al weten welk geheelaantal treden de trap bezit tussen de bovenkant van het afgewerkte bordesen de vloer (benedenvloer of verdiepingsvloer).
De houten bordessen worden uitgevoerd als een balklaag met een planken-vloer bovenop die gelijk is aan de dikte van de treden ongeveer 17 of 22 mm.
Bij een hoekbordestrap wordt het bordes altijd aan de onderste traparmgeconstrueerd.
Bij een hoekbordestrap zijn er twee totale bruto vallen:• de eerste of onderste totale bruto val is de horizontale afstand van de
voorkant van de trapboom van de onderste traparm tot aan de muur;• de tweede of bovenste totale bruto val is de horizontale afstand van de
muur tot aan de rand van het trapgat.
De twee bruto vallen zijn hier dan:• 1ste totale bruto val - lengte van het bordes,• 2de totale bruto val - breedte van het bordes + wel + voorhout van de trap-
boom ten opzichte van de eerste trede van de bovenste traparm.
De afmetingen van het bordes zijn hier dan:• lengte van het bordes = trapbreedte van de bovenste traparm - dikte van
de binnenboom - het gedeelte van de trappaal dat binnen de binnenboomsteekt,
• breedte van het bordes = trapbreedte van de onderste traparm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 93
Paul Delcour
Afmetingenhoekbordestrap
Paul Delcour
Constructie bordeshoekbordestrap
Bij de nummering van de tredenvolgen we de looplijn.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 95
Voorbeeld van trapgegevens in mm van een open hoekbordestrap:
CODE TRAPGEGEVEN MMTH Traphoogte 3095onderste Totale Bruto Val 1814bovenste Totale Bruto Val 3170W Wel 50v voorhout 20a achterhout 20s stelruimte 20nestdiepte 10trapgatbreedte 1050linkse of rechtse trap (vrijstaand aan één zijde)dikte verdiepingsvloer 180D dikte treden/welstuk 32dikte trapbomen 42houtsectie trappalen 90/90welstuk op (afmeting) of tegen verdiepingsvloer of bordes 20houten constructie van het bordes waarboven een vrije doorloophoogtemoet gerespecteerd wordengroefdiepte onderaan de treden voor stootborden 10trapmaterialen: Europese es, 1ste keus,
Voorbeeld van de trapberekening van een open hoekbordestrap:
aantal gehele optreden
We delen de traphoogte door een vooropgestelde optrede van mini-mum 180 mm. Aangezien het aantal optreden een geheel getal moet zijn (aantal geheleoptreden), ronden we het berekende getal af naar boven of naar bene-den:
• afronden naar boven indien het bekomen getal na de komma gelijkof groter is dan 5;
• afronden naar beneden indien het bekomen getal na de kommakleiner is dan 5.
Resultaat: 3095 mm : 180 mm = 17,19 mm; na afronding = 17 optreden.
afmeting van de optrede
We delen de traphoogte door het aantal gehele optreden.Als de optrede kleiner is dan 180 mm, verminderen we het aantalgehele optreden met één of twee eenheden. Zo krijgen we een optredetussen 180 en 200 mm.
3095 mm : 17 optreden = 182 mm3095 mm : (17 optreden – 1 ) = 193 mm3095 mm : (17 optreden – 2) = 206 m
Resultaat: er kan gekozen worden tussen een optrede van 182 of193 mm; hier kiezen we 17 optreden met als afmeting 182 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering96
aantal aantreden
Het aantal optreden vermindert door het aantal traparmen.
Reden: het welstuk van een rechte steektrap bevat geen aantrede.
Resultaat: 17 - 1 = 16 aantreden.
maximum hoogte van het bordes
Traphoogte – dikte verdiepingsvloer – vrije doorloophoogte van 2000mm.
Resultaat: 3095 mm - 180 mm - 2000 mm = 915 mm.
aantal optreden van de onderste traparm
We delen de maximum hoogte van het bordes door de afmeting van deoptrede en ronden altijd naar beneden af.
Reden: het bordes mag niet hoger komen dan de maximum bor-deshoogte.
Resultaat: 915 mm : 182 mm = 5,02 = 5 optreden.
hoogte van het bordes
Deze is gelijk aan de hoogte van de eerste (onderste) traparm.
Resultaat: 182 mm x 5 = 910 mm.
aantal optreden van de boventraparm
Totaal aantal optreden – aantal optreden onderste traparm
Resultaat: 17 - 5 = 12.
aantal aantreden per traparm
Aantal optreden per traparm - 1
Resultaat: • onderste traparm 5 - 1 = 4 aantreden, • boventraparm 12 - 1 = 11 aantreden.
trapbreedte
Trapgatbreedte - minimum 100 mm.
Resultaat: 1050 mm - 100 mm = 950 mm.
lengte van het bordes
Trapbreedte boventraparm – dikte binnenboom – gedeelte van de trap-paal dat binnen de binnenboom steekt.
Resultaat: 950 mm - 42 mm - ((90 mm - 42 mm) : 2) = 884 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 97
lengte van het bordes
Trapbreedte.
Resultaat: 950 mm.
bruto val van de ondertraparm
Onderste totale bruto val - lengte bordes
Resultaat: 1814 mm - 884 mm = 930 mm.
bruto val van de bovenste traparm
Bovenste totale bruto val – breedte bordes + wel + voorhout trapboomten opzichte van de eerste trede boventraparm
Resultaat: 3170 mm - 950 mm + 50 mm + 20 mm = 2290 mm.
netto val van de ondertraparm
Bruto val ondertraparm - voorhout 1ste trede - wel 1ste trede - stel-ruimte.
Resultaat: 930 mm - 20 mm - 50 mm - 20 mm = 840 mm.
netto val van de boventraparm
Bruto val boventraparm - voorhout - wel - stelruimte.
Resultaat: 2290 mm - 20 mm - 50 mm - 20 mm = 2200 mm.
afmeting van de aantrede van de onderste traparm
Netto val delen door het aantal aantreden.
Resultaat: 840 mm : 4 aantreden = 210 mm.
afmeting van de aantrede van de boventraparm
Netto val delen door het aantal aantreden.
Resultaat: 2200 mm : 11 aantreden = 210 mm.
Controle : 210 + (2 x 182) = 574 (tussen 570 en 630).
breedte van de treden
Aantrede + wel = breedte van de trede.
Resultaat: 210 mm + 50 mm = 260 mm.
breedte van het welstuk
Wel + stelruimte + (eventueel) gedeelte van het welstuk dat op deverdiepingsvloer en het bordes draagt.
Resultaat: 50 mm + 20 mm + 20 mm = 90 mm.
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering98
lengte van de treden
Trapbreedte - dikte buitenboom - dikte binnenboom + (2 x minimum 10 mm nestdiepte).
Resultaat: 950 mm - (2 x 42 mm) + (2 x 10 mm) = 886 mm.
lengte van het welstuk van de ondertraparm
Trapbreedte.
Resultaat: 950 mm.
lengte van het welstuk van de boventraparm
Trapbreedte + gedeelte van de trappaal buiten de trapbreedte.Het gedeelte van de trappaal buiten de trapbreedte =trappaaldikte - binnenboomdikte
2
Resultaat: 950 mm + ((90 mm - 42 mm) : 2) = 974 mm.
theoretische trapboomlengtes (nodig voor het berekenen van prijs-offertes)
Ondertraparm:
Boventraparm:
Resultaat:• trapboomlengte ondertraparm =
• trapboomlengte boventraparm =
praktische trapboomlengtes (nodig voor de bruto houtlengte)
Rekenkundige manier:schuine zijde van de driehoek met als rechthoekszijden de optrede ende aantrede vermenigvuldigen met het aantal optreden per traparm.
Anders gezegd:
Resultaat:• trapboomlengte ondertraparm =
• trapboomlengte boventraparm =
Tekenkundige manier:• de afstanden A, B en C meten.• praktische lengte = (afstand A + (afstand B x aantal treden) + af-
stand C)
traphelling
Deze wordt gevormd door de hoek tussen basis en schuine zijde vande rechthoekige driehoek.
Resultaat: tangens traphelling = (182 mm : 210 mm) = 41°
x
x
x
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering 99
4.6 Vloertrede
Bij bordestrappen die van richting veranderen (hoekbordestrappen enbordestrappen met halve wenteling) kan er gebruik gemaakt worden van eenvloertrede of stoottrede: dit is het verlengen van het bordes met een deelvan een trede.
Paul Delcour
Constructie bordeszonder vloertrede
Paul Delcour
Constructie bordesmet vloertrede
MIN
IMU
M L
EU
NIN
GH
OO
GTE
80
cmM
INIM
UM
LE
UN
ING
HO
OG
TE 8
0 cm
MIN
IMU
M L
EU
NIN
GH
OO
GTE
80
cmM
INIM
UM
LE
UN
ING
HO
OG
TE 8
0 cm
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 4: Uitvoering100
Wanneer er geen vloertrede wordt toegepast, kunnen de leuningen en detrapbomen niet op gelijke hoogte in de trappaal ingewerkt worden.
Bij het toepassen van een trappaal met draaiwerk wordt de trappaalsectieter hoogte van de leuningen rechthoekig gelaten om de leuningen in tewerken.
Een vloertrede wordt alleen nog toegepast om een doorlopende leuning opgelijke hoogte te verkrijgen. Om dit te verkrijgen is het noodzakelijk dat detrapboombovenkanten op gelijke hoogte in de trappalen ingewerkt worden.Bij toepassing van een vloertrede krijgt het draaiwerk een grotere lengte bijde palen.
Om dit resultaat te krijgen, moet er bij het construeren van de trap met hetvolgende rekening gehouden worden: de afstand van de voorkant van hetwelstuk van de eerste traparm tot de voorkant van de trappaal + de afstandvan de voorkant van de trappaal tot de voorkant van de eerste trede van debovenste traparm moet gelijk zijn aan de aantrede.
4.7 Uitvoeringstekeningen
De tekeningen in bijlage zijn uitvoeringstekeningen van een rechte steektrapen een bordestrap.
rechte steektrap
Zie bijlage 1 - blz. 105
bordestrap
Zie bijlage 2 - blz. 113
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 5: Verklarende woordenlijst 101
5 Verklarende woordenlijst
woord omschrijving
aansluittrede de laatste trede van een trap die aansluiting geeft met de vloer van deverdieping v. welstuk, halve trede
ARAB Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming
architecturale meerwaarde hogere esthetische en geldelijke waarde die aan een gebouw toegekendwordt bij het verfraaien of integreren van waardevolle bouwconstructies
balkstuk zichtbare onderdelen van de balklaag ter hoogte van een trapopening
balustrade constructie in hout, metaal of kunststof die rond een trapopening geplaatstwordt, om te voorkomen dat men van de verdieping naar beneden valt v. borstwering
baluster onderdeel van een balustrade of van een trapleuning
begin- en gecombineerde trapvorm waarbij twee fragmenten van een spiltrap in eindkwartdraaitrap combinatie met een rechte steektrap of een scheluwe trap een geheel vormen
en waarvan de spiltrapfragmenten aan het begin en aan het einde van de trapzijn gesitueerd v. trap met begin- en eindkwart
beginkwartdraaitrap gecombineerde trapvorm waarbij een fragment van een spiltrap in combinatiemet een scheluwe of rechte steektrap een geheel vormt en waarvan hetspiltrapfragment bij het begin van de trap is gesitueerdv. trap met beginkwart
binnenboom zichtbare boom bij een gedeeltelijk vrijstaande trapv. dagboom, binnenwang
bordes horizontaal vlak in hout, beton of stenen welfsels, dat tussen twee traparmenis geplaatstv. rustvlak, overloop, palier
borstwering afsluiting rond een trapopening of gaanderij, om het risico van vallen ofongelukken te vermijden
boventraparm bovenste trapdeel van een tweedelige bordestrap
brandtrap trap die als evacuatieonderdeel voorzien is bij een gebouw
buitenwerkse breedte volledige breedte van een trap inclusief beleglatten of sierlijsten e.d. v. overmeten breedte
centrale trapboom ondersteunende trapboom die in het midden van de trap is geplaatst
dekkende afwerklaag * afwerkingsmethode voor trappen waarvan de houtstructuur grotendeelsonzichtbaar is na het aanbrengen van het afwerkingsproduct
deuvelverbinding houtverbinding door middel van deugels of houten ronde tapjes
diensttrap trap gelegen in een ondergeschikte plaats van een gebouw bv. een trapgeplaatst in een voorraadkamer of een magazijn
eindkwartdraaitrap zie begin- en eindkwartdraaitrapv. trap met eindkwart
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 5: Verklarende woordenlijst102
eindtrappaal trappaal geplaatst aan het eind van een leuning of een balustrade
enveloppe * onderste deel van een leuning, dat over de trapboom wordt geplaatst enmogelijkheid biedt voor het plaatsen van tussenbalusters en gebruikt wordt bijeenvoudige trapvormen
gecompartimenteerde * lokaal of ruimte die opgedeeld is in kleinere ruimten die gescheiden worden ruimte door één of meerdere scheidingswanden
gemiddelde schredelengte normale staplengte die voor een doorsnee volwassen persoon wordtaangenomen bij de berekening van de op- en aantrede van een trapv. gemiddelde paslengte
geprofileerde leuning bovendeel van een trapleuning die van een ergonomisch profiel is voorzienzodat ze gemakkelijk in de hand te houden is
gerecycleerde materialen materialen die uit herbruikbare afvalresten gewonnen worden en in een anderproduct verwerkt wordenv. recuperatiematerialen
halfkwartiershout speciaal gezaagde houten planken waarbij de houtstralen een kleine hoekvormen met het breedste vlak van de plankv. vals kwartier
handgreep * bovenste deel van een leuning of balustrade waarop de hand rust bij hetbelopen van de trap
hoekkwartdraaitrap gecombineerde trapvorm waarbij een spiltrapfragment tussen twee traparmenis ingewerktv. trap met tussenkwart
homogene houtstructuur gelijkmatige opbouw van het hout waarbij de verschillen tussen hetvoorjaarshout en het najaarshout minimaal zijn
hoofdtrappaal trappaal aan het begin van een balustrade die meestal een mooiere enzwaardere uitvoering heeft
klossen * driehoekige stukken die ter versteviging aan de achterzijde van het eerstestootbord zijn geplaatst
koplat houten lat die speciaal als versieringselement op het einde van de tredewordt gelijmd bij een trap met keepbomendoel: het kopshout van de treden verbergen
kuipstuk * verbindingsstuk geplaatst tussen de binnenbomen van twee traparmen,waarvan de houtdraad verticaal loopt en de boven- en onderzijdespiraalvormig zijn afgewerkt
kwartiershout speciaal gezaagde houten planken waarbij de houtstralen bijna evenwijdiglopen met het breedste vlak van de plank
leiwang bekledingsstuk dat de constructie van de trapopening afdektv. leiboom, uitbekleding, uitleiwang, uitleiboom
leuning onderdeel van een vrijstaande of gedeeltelijk vrijstaande trap, bedoeld alszijdelingse afsluiting ter bescherming van de gebruikersv. trapleuning
leuningwrong overgangsstuk tussen twee opeenvolgende handgrepen waarvan dehoutdraad in de richting van de traphelling loopt
luie trap trap waarvan de trapbomen met de vloer een kleine hellingshoek vormen,d.w.z. een trap met grote aantreden en kleine optreden
Rechte steektrap en bordestrap
Hoofdstuk 5: Verklarende woordenlijst 103
mezzanine tussenverdieping of insteekverdieping die gesitueerd is in eenzelfdelokaalruimte en die via een trap kan bereikt worden
muurleuning handgreep die bij een trap langsheen de muur is voorzienv. muurgreep
neus * voorkant van de trede, al dan niet van een profiel of lijst voorzien
neusprofiel * geprofileerde voorkant van een trede
schilfineer fineerstrook die vervaardigd is volgens het principe van het afrollen ofafschillen van de boomstam
stapmodulus algemeen aanvaarde formule in de trappenconstructie, waarbij twee optredenen één aantrede samen één paslengte vormen
spilscheluwe trap combinatie van een scheluwe trap met een fragment van een spiltrap; ziebegin- of eindkwartdraaitrapv. spilscheluwe steektrap
stijgingsverhouding * verhouding van de helling van een trap gesitueerd op de looplijn enafhankelijk van de verhouding optrede/aantrede
stoottrede aansluittrede bij het begin van de tweede traparm van een bordestrap, die deverbinding vormt tussen het eerste stootbord en de vloer van het bordesv. vloertrede
trapgat opening in de verdiepingconstructie van een gebouw waardoor de trap deverdiepingsvloer bereiktv. trapopening
trappaal begin- of eindstuk van een balustrade of leuning dat op de trapwang wordtbevestigd
trappenbeuk beukenhout van zeer goede kwaliteit dat voor trappen gebruikt wordt v. witte beuk
trappenhuis afgesloten ruimte waar de trap geplaatst is
tussenbaluster verbindingselementen van een balustrade of leuning, die bovenaan met dehandgreep en onderaan met de trapboom of met een vloerlat verbonden zijn
tussenbalustrade een afsluiting of balustrade die geplaatst is tussen twee trappen
tussenbordes rustvlak dat gesitueerd is tussen twee achter elkaar opgestelde traparmen
tussenkwartdraaitrap een gecombineerde trapvorm met een fragment van een spiltrap dieingewerkt is tussen twee traparmenv. trap met tussenkwart
tussentraparm traponderdeel of arm die gesitueerd is tussen minimum twee traparmen
voorruimte * de minimumruimte die voorzien is bij het opstappen van een trap
vrije doorloophoogte * de minimum toegelaten hoogte die voorzien wordt om een normale persoonongehinderd doorgang te geven bij het bestijgen van een trap of bij het lopenonder een bordes
wellatje een latje dat aangebracht wordt onderaan de neus van de trede, met debedoeling het uitzicht van de trede te verzwaren
wrongstuk 1) zie leuningwrong 2) tussenstuk ter hoogte van de trapbomen bij een trapmet tussenhalf of bij een uitleiwang ter hoogte van de verdieping
zijdelingse stelruimte * speling die voorzien is om bv. een trap vlot tussen twee opgaande muren teinstalleren
* betekenis van het woord in de context van de inhoud van de module
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap 105
BIJLAGE 1
Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap106
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap 107
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap108
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap 109
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Com
bina
ties
: 1
tre
den
: 14
en -
oppe
rvlak
: 0
.1 m
*m
Com
bina
ties
: 4
tre
den
: 4 e
n 5
oppe
rvlak
: 0
.4 m
*m
Com
bina
ties
: 2
tre
den
: 1 e
n -
oppe
rvlak
: 0
.2 m
*m
Com
bina
ties
: 5
tre
den
: 6 e
n 7
oppe
rvlak
: 0
.4 m
*m
Com
bina
ties
: 3
tre
den
: 2 e
n 3
oppe
rvlak
: 0
.4 m
*m
Com
bina
ties
: 6
tre
den
: 8 e
n 9
oppe
rvlak
: 0
.4 m
*m
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap110
Com
bina
ties
: 8
tre
den
: 12
en 1
3op
perv
lak :
0.4
m*m
Com
bina
ties
: 7
tre
den
: 10
en 1
1op
perv
lak :
0.4
m*m
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 1: Uitvoeringstekeningen van een rechte steektrap 111
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap 113
BIJLAGE 2
Uitvoeringstekeningen van een bordestrap
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap114
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap 115
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap116
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap 117
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap118
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Com
bina
ties
: 2
(1
, 6)
Com
bina
ties
: 1
(1
5, -) Co
mbi
natie
s :
3
(2, 5
)Co
mbi
natie
s :
4
(3, 4
)
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap 119
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
Com
bina
ties
: 7
(1
0, 1
1)Co
mbi
natie
s :
6
(9, 1
2)Co
mbi
natie
s :
5
(7, 8
)
Com
bina
ties
: 8
(1
3, 1
4)
Rechte steektrap en bordestrap
Bijlage 2: Uitvoeringstekeningen van een bordestrap120
En
se
mb
le 1
Bro
n :
Sm
et /
Zul
te
ConstructivKoningsstraat 132 bus 1, 1000 Brusselt +32 2 209 65 65 • f +32 2 209 65 00
www.constructiv.be • [email protected]
Deze publicatie is beschikbaar onder de licentie Creative Commons: Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/deed.nl
Deze licentie laat toe het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken, zolang Constructiv vermeld wordt als maker van het werk, het werk niet commercieel gebruikt wordt en afgeleide werken onder identieke voorwaarden worden verspreid.
De handboeken zijn tot stand gekomen dankzij de bijdrage van de volgende organisaties:
HOUT
BUILDING your LEARNINGde digitale bibliotheek
1 Houtbewerking1.1 Planlezen1.2 Manuele houtbewerking1.3A Machinale houtbewerking - deel 11.3B Machinale houtbewerking - deel 21.3C Machinale houtbewerking - deel 31.4 Houtverbindingen
2 Meubels2.1 Massief meubel2.2 Plaatmeubel
3 Interieurbouwnog te verschijnen
4 Binnenschrijnwerk4.1 Plaatsen van binnenschrijnwerk4.2 Wanden en plafonds4.3 Houten vloerbekledingen4.4 Rechte steektrap en bordestrap
5 Buitenschrijnwerk5.1 Ramen en deuren5.2 Plaatsen van ramen en deuren5.3 Gevelbekleding
6 Houtconstructies6.1 Dakspanten6.2 Houtskeletbouw6.3 Sterkteleer - balklagen (binnenkort te verschijnen)
N219HORechte steektrap en bordestrap
9000000000271