Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse...

92
Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen

Transcript of Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse...

Page 1: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen

Page 2: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek
Page 3: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

J E N N I E M A S T

A A R T P O O L

N I Z W

Competentiebeschrijvingen

voor wijkverpleegkundigenModule bij het handboek In de spiegel kijken.Werken aan competentiesin de thuiszorg

Page 4: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Eerste druk, december 2003

Tweede druk, januari 2005

© 2003 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van

druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijk toestem-

ming.

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het LSBK, STOOM en de

instellingen die hebben meegewerkt aan het project Op zoek naar de balans (zie handboek).

Auteurs

Jennie Mast en Aart Pool

Tekstbewerking

Jolanda Keesom

Vormgeving omslag

Zeno

Drukwerk

Krips, Meppel

ISBN

90-5957-235-1

NIZW-bestelnummer

E 329192

Bestellen

Deze publicatie is te bestellen via

Adrepak

Postbus 45666

2504 BB Den Haag

Telefoon (070) 359 07 20

Fax (070) 359 07 01

E-mail [email protected].

Dit is een uitgave van NIZW Zorg

Postbus 19152, 3501 DD Utrecht

Telefoon (030) 230 63 45

Fax (030) 230 64 91

E-mail [email protected]

www.nizw.nl/zorg

Page 5: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Inhoud

Inleiding 7

1 Ontwikkelingen in de wijkverpleging 9

2 De competentiebeschrijvingen 15

3 Voorbeelden ter illustratie en onderbouwing van de competenties 59

Verklarende woordenlijst 67

Formulieren voor het screenen van specifieke competenties van wijkverpleegkundigen 73

Literatuur 89

Page 6: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek
Page 7: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Inleiding

Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek In de spiegel kijken (Mast en Pool 2003). In dit hand-boek worden de principes van het werken aan competenties in de thuiszorg uitgebreidbeschreven en wordt daarvoor een aantal werkwijzen en hulpmiddelen gepresenteerd.

In deze module staat de uitwerking centraal van de belangrijkste beroepscompetentiesvan wijkverpleegkundigen die op hbo-niveau functioneren. Deze uitwerking is helemaaltoegesneden op de taken en rollen die wijkverpleegkundigen in diverse domeinen ver-vullen en is daarom niet geschikt voor gebruik door zorgverleners in andere functies.Voor hen verschijnen aparte modules die worden ontwikkeld in vervolg op het projectOp zoek naar de balans dat sinds 2001 op initiatief van het Nederlands Instituut voorZorg en Welzijn / NIZW is uitgevoerd.De competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen die in deze module wordengepubliceerd, zijn gebaseerd op de eerdere publicatie De kern in kaart (Mast, Kappenen Pool 2002) die gedurende het project in zes thuiszorginstellingen gebruikt en geëva-lueerd is. Deze module is daarom te beschouwen als een nieuwe versie van eerderecompetentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen die herzien en aangevuld is naaraanleiding van de evaluatie van het werken ermee in de praktijk en op basis van voort-schrijdend inzicht.

Bij het lezen van deze module wordt de inhoud van het handboek bekend veronder-steld, met name de begrippen en principes die in het eerste hoofdstuk daarvan zijnbeschreven. Voor het werken met de competentiebeschrijvingen als individuele zorgver-lener, team, leidinggevende of directie wordt verwezen naar de andere hoofdstukkenvan het handboek en naar de formulierenset die achter in het handboek is opgenomen.

Het grootste deel van deze uitgave bestaat uit de vijftien specifieke competentiebeschrij-vingen voor wijkverpleegkundigen. Ter inleiding (hoofdstuk 1) worden de ontwikkelin-gen in de wijkverpleging geschetst die van invloed zijn op de behoefte aan bepaaldecompetenties, en komen de kenmerken van de functie en het opleidingsniveau van dewijkverpleegkundige aan de orde die medebepalend zijn voor de rollen die zij geachtwordt te vervullen. In hoofdstuk 2 worden na een korte toelichting op de formuleringde competenties uitgebreid beschreven. Vervolgens wordt aan de hand van twee prak-tijkvoorbeelden geïllustreerd hoe wijkverpleegkundigen hun competenties in de praktijktot uitdrukking kunnen brengen (hoofdstuk 3). Tot slot zijn vijftien formulieren opgenomen die als hulpmiddel kunnen dienen bij hetbeoordelen van specifieke competenties van individuele wijkverpleegkundigen. Dezeformulieren vormen een aanvulling op de formulierenset uit het handboek. 7

Page 8: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek
Page 9: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

1 Ontwikkelingen in de wijkverpleging

Waarom hebben wijkverpleegkundigen competentiebeschrijvingen nodig? Het antwoordligt op de eerste plaats in de stormachtige ontwikkelingen die de afgelopen jaren rondhun werk hebben plaatsgevonden. Juist nu is het belangrijk dat wijkverpleegkundigenzich bewust zijn of worden van hun mogelijkheden, en zich manifesteren als professio-nele krachten met bijzondere taken en capaciteiten. Om deze ambities ook waar te kun-nen maken, is er behoefte aan expliciete beschrijvingen van wat wijkverpleegkundigendoen en in huis hebben; niet alleen in concrete situaties waarin zorg wordt geboden,maar ook in de organisatie en in hun eigen vakgebied.

Spil in de zorg

Verschillende organisaties en instellingen die zich bezighouden met de wijkverplegingals beroep, zoals de voormalige vakorganisatie VVVM, het Landelijk CentrumVerpleging en Verzorging (LCVV), de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT), hetNIVEL, STOOM en het NIZW, hebben in 1998 het initiatief genomen om de wijkver-pleging beter te profileren binnen de thuiszorg. Dit heeft geleid tot informatiebijeen-komsten en discussies met wijkverpleegkundigen in het hele land. Deze bevindingenhebben de notities Kiezen voor nieuw elan (Stuurgroep wijkverpleging met toekomst1998) en Spil in de zorg bij mensen thuis (Van Raalte, Kuiperij en Warringa 1999) opge-leverd. Volgens deze notities zou voor de wijkverpleegkundige moeten gelden dat zij:• beschikt over een kwalificatie op niveau 5 volgens de kwalificatiestructuur;• werkt vanuit het perspectief van de thuiswonende cliënt;• oog heeft voor de levensloop en voor de sociale omgeving van de cliënt;• meewerkt aan de integratie van de cliënt in het normale leven, aan de integratie van

zorg aan huis en aan de integratie van transmurale zorg;• het accent legt op secundaire en tertiaire preventie;• een teamspeler bij uitstek is, in meer dan één verband;• actief werkt aan de aanpak van onvolkomenheden in de zorgverlening.

De wijkverpleegkundige wordt gepresenteerd als de spil in de zorg bij de mensen thuis.Wijkverpleegkundigen bieden aan thuiswonende zorgvragers hoogwaardige verpleeg-kundige zorg. Ze gaan uit van de behoeften en de beleving van zorgvragers. Zij nemende inhoudelijke verantwoordelijkheid op zich voor de professionele kwaliteit van deverpleging en verzorging van mensen thuis. Ze zorgen voor afstemming met behande-laars en overige zorgverleners. Onder verpleging wordt verstaan: het bieden van ver-pleegkundige zorg aan mensen met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrischeaandoening of beperking, of een lichamelijke handicap, gericht op herstel of voorko-ming van verergering van de aandoening, beperking of handicap, te verlenen door eeninstelling (Ministerie van VWS 2002).

9

Page 10: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

De zorg die daarbij hoort bestaat uit:• positieve zorg: bevorderen van een gezond bestaan, gezondheidsvoorlichting en

opvoeding;• preventieve zorg: voorkomen van ongezond of ongezonder wordend bestaan, voor-

lichting, advies en informatie;• curatieve zorg: herstellen van ongezond bestaan, zorg voor chronisch zieken, gehan-

dicapten en mensen met een terminale ziekte, tijdelijke zorg voor mensen rond opna-me en behandeling;

• palliatieve zorg: leefbaar maken en houden van een bestaande toestand van vermin-derde gezondheid dan wel zorg voor het vredig sterven.

Op hbo-niveau functioneren

Ondanks alle initiatieven blijkt echter dat in de praktijk van veel thuiszorginstellingennog steeds niet helder is waarom wijkverpleegkundigen meerwaarde hebben voor desector. Ook is vaak nog niet duidelijk waarom voor deze functie een opleiding op hbo-niveau vereist is. Kenmerkend voor een wijkverpleegkundige is dat zij in staat is in haar handelen hethbo-niveau en de wijkverpleegkundigenstandaard te integreren. Zij vervult haar rollenvooral op het snijvlak van de uitvoering en de organisatie van zorg. Het hbo-niveau is door de HBO-Raad geoperationaliseerd in een standaard die aangeeftwaarmee hogere beroepsopleidingen zich van andere onderwijssoorten onderscheiden.Sommige onderdelen zijn ook van toepassing op andere vormen van onderwijs. Hethoger beroepsonderwijs onderscheidt zich van het middelbaar beroepsonderwijs of hetuniversitair onderwijs door het totaalpakket, en niet door de realisatie van afzonderlijkeonderdelen (HBO-Raad 1999).De onderscheidende kenmerken van hbo-opleidingen zijn:

• brede professionalisering: het zelfstandig uitvoeren van taken door een beginnendberoepsbeoefenaar, functioneren binnen een arbeidsorganisatie en het zelfstandiguitoefenen van het beroep;

• (multidisciplinaire) integratie: het integreren van kennis, inzichten, houdingen envaardigheden vanuit verschillende vakinhoudelijke disciplines in het kader van hetberoepsmatig handelen;

• (wetenschappelijke) toepassing: de toepassing van relevante (wetenschappelijke)inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waarmeehbo’ers in hun beroepsuitoefening worden geconfronteerd;

• transfer en brede inzetbaarheid: de toepassing van kennis, inzichten en vaardig-heden in uiteenlopende beroepssituaties;

• creativiteit en complexiteit in handelen: omgaan met vraagstukken in de beroeps-praktijk, waarvan het probleem niet op voorhand duidelijk is omschreven en waar-op standaardprocedures niet van toepassing zijn;

• probleemgericht werken: het op basis van relevante kennis en (theoretische) inzich-ten zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in deberoepspraktijk; het in dit licht ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe)oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit van deze oplossings-strategieën;

10

Page 11: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• methodisch en reflectief denken en handelen: het stellen van realistische doelen, hetplannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het(beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevanteinformatie;

• sociaal-communicatieve bekwaamheid: communiceren en samenwerken met ande-ren zodat wordt voldaan aan de eisen die participatie in een arbeidsorganisatiestelt;

• basiskwalificering voor managementfuncties: uitvoeren van eenvoudige leiding-gevende taken en managementtaken.

Wat betekenen deze kenmerken nu voor de dagelijkse praktijk van de thuiszorg? Eenthuiszorginstelling kan er bijvoorbeeld voor kiezen wijkverpleegkundigen als liaison inte zetten tussen de huisarts en de organisatie om de samenwerking te verbeteren, mitsde huisarts daartoe ook bereid is. De wijkverpleegkundigen hebben specifieke vermo-gens nodig om die rol op een goede manier te kunnen invullen. Ter ondersteuning krij-gen zij een gerichte training in het profileren van zichzelf en van de instelling.Tegelijkertijd oefenen ze zich in het verkennen van het perspectief en de wensen van dehuisarts. Na de training gaan ze met iedere huisarts of huisartsengroep in hun werkge-bied een gesprek aan. Juist door het evidence based en het multidisciplinaire karaktervan de hbo-verpleegkundige kunnen de wijkverpleegkundigen een bijdrage leveren aanhet dichter bij elkaar brengen van de thuiszorg en de huisarts.

Domeinen en rollen

Naast het voldoen aan de eisen van het hbo-niveau moet de hbo-verpleegkundige ookvoldoen aan de standaarden van het verpleegkundig beroep. Wat moeten hbo-verpleeg-kundigen weten en kunnen om hun beroep goed uit te oefenen? Met andere woorden:hoever moet hun deskundigheid reiken? In aansluiting op Met het oog op de toekomst(Pool, Pool-Tromp e.a. 2001) verdelen wij het gebied waarop verpleegkundigen deskun-dig zijn in drie domeinen: zorg, organisatie van zorg en beroep. De wijkverpleegkundige is deskundig in alledrie domeinen. De harde kern van hetberoep wordt gevormd door: • de zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden; • het bieden van individuele en collectieve preventie; • het geven van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO).

De domeinen organisatie van zorg en beroep bestaan bij de gratie van het domein zorg.Welke doelen bij de wijkverpleegkundige zorg worden gesteld, hangt af van meerderefactoren. Door de jaren heen zijn er nieuwe functies en taken aan het verpleegkundigberoep toegeschreven, of er juist aan onttrokken. Dit geldt ook in de thuiszorg. En ditzal ook de komende jaren blijven gebeuren. Denk alleen al aan de consequenties van deinvoering van de nieuwe AWBZ. Medisch-technische taken en coördinerende taken zul-len steeds meer deel gaan uitmaken van het verpleegkundig beroep, terwijl zorgvragersen hun familie zelf ook steeds meer medisch-technische taken op zich gaan nemen. Dezorgvrager komt weer in het centrum van de zorg te staan, in plaats van het aanbod van

11

Page 12: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

de professionals. Daarom volstaat één welomschreven verpleegkundige functie ook nietmeer in de thuiszorg. Het type verpleegkundige dat vanuit één statische functie denkten handelt, hoort in een maatschappij die gebaseerd is op wat De Swaan (1989) de‘bevelshuishouding’ noemt. Maar in een samenleving die veranderd is van een bevels-huishouding naar een onderhandelingshuishouding is een verpleegkundige nodig dievanuit het vervullen van verschillende rollen samen met de zorgvrager de doelen reali-seert. Het gaat om rollen die worden vervuld ten behoeve van de directe patiëntgebon-den zorg, ten behoeve van de organisatie van de zorg, en ten behoeve van de ontwikke-ling van het beroep. De rollen worden hier kort getypeerd. Voor een uitgebreidebeschrijving wordt verwezen naar Met het oog op de toekomst.

Rol van zorgverlener Kenmerkend voor de rol van zorgverlener is dat het de meest basale rol is die (wijk)ver-pleegkundigen vervullen, ongeacht de opleiding die ze genoten hebben. In deze rolgeeft de verpleegkundige op een professionele manier vorm en inhoud aan vier elemen-ten van zorg: zorg voor, zorg om, zorg geven en zorg ontvangen. Het vervullen van derol van zorgverlener vraagt van de wijkverpleegkundige dat zij in iedere situatie afwe-gingen kan maken met betrekking tot haar technisch en moreel handelen, en dat zij dieafwegingen telkens kan beargumenteren en verantwoorden. Van de hbo-verpleegkundi-ge wordt bovendien verwacht dat zij de vier genoemde elementen kan verbinden metklinisch redeneren, en dat zij haar handelen – van assessment of diagnose tot interventieen evaluatie – kan stoelen op theoretische kennis of resultaten van wetenschappelijkonderzoek, voor zover deze beschikbaar zijn.

Rol van regisseurZorg kan alleen maar tot het gestelde doel leiden, als de tijd, plaats en planmatige aan-pak van zorgactiviteiten in goed onderling overleg op elkaar worden afgestemd.Hiervoor is regie nodig. De wijkverpleegkundige geeft in de rol van regisseur aanwijzin-gen over de wijze waarop de zorgactiviteiten door andere verpleegkundigen en verzor-genden uitgevoerd moeten worden ten behoeve van een zorgvrager. Zorgcoördinatie encasemanagement kunnen ook deel uitmaken van de regie.

PreventieDe rollen zorgverlener en regisseur worden uitgevoerd ten behoeve van het domeinzorg, met de domeinspecificaties zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden; indivi-duele en collectieve preventie en gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO). Deverpleegkunde wordt gekenmerkt door een breed spectrum van zorgvragen en zorgacti-viteiten. Het strekt zich uit van het geven van lichamelijke of psychosociale zorg, coör-dinatie van zorg, ondersteuning van familieleden en mantelzorgers tot het ondersteunenvan medici of andere disciplines bij onderzoeken en behandelingen. Om gezondheidsri-sico’s te vermijden of de kans erop te verkleinen, werkt de wijkverpleegkundige meeaan individuele en collectieve vormen van preventie. Zij kan meewerken aan preventie-programma’s gericht op collectieve primaire preventie, maar ook aan op het individugerichte vormen van secundaire en tertiaire preventie. Is bij individuele en collectievepreventie het kernwoord voorkómen, bij GVO is het kernwoord bevorderen: vangezondheid in de breedste zin van het woord.

12

Page 13: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Rol van coach Het meest kenmerkende van de rol van coach is stimuleren, motiveren en feedbackgeven en ontvangen. De rol van coach kent vele elementen. Soms is deze rol meerimpliciet, bijvoorbeeld als het gaat om het vervullen van een voorbeeldfunctie. Deze rolkan echter ook heel expliciet worden vervuld, bijvoorbeeld bij het begeleiden en inwer-ken van nieuwkomers in een team of op een afdeling, maar ook bij het begeleiden vanstagiaires, en bij intervisie- of reflectiebijeenkomsten. De rol van coach is essentieel voorhet leren op de werkplek. Ook waar verpleegkundigen en verzorgenden solistisch wer-ken, zoals in de extramurale gezondheidszorg, is intervisie en mentorschap op zijnplaats (Butterworth e.a. 1997).

Rol van ontwerper Een wijkverpleegkundige wordt geacht de alledaagse activiteiten van het primaire zorg-proces te kunnen overstijgen. Juist het laveren tussen de belangen, behoeften en nodenvan een individuele zorgvrager en die van de andere zorgvragers – zeker met beperktemiddelen – vereist een consequent en consistent overdenken van de dagelijkse zorgprak-tijk. Daarom wordt van de wijkverpleegkundige verwacht dat zij kan meehelpen in hetbedenken van maatregelen die kunnen worden omgezet in verpleegbeleid of in zorg-programma’s.

ReflectieDe rollen van coach en ontwerper staan indirect wel ten dienste van de zorgvrager enmantelzorger, maar ze worden uitgevoerd ten behoeve van het domein organisatie vanzorg. Dat wijkverpleegkundigen handelen ten behoeve van de zorguitvoering is evident.Dat vormt traditioneel de kern van hun professionaliteit. Nu en in de toekomst is datechter niet meer voldoende. Het geven van werkbegeleiding en het meewerken aankwaliteitszorg spelen evenzeer een belangrijke rol. Goede zorg vraagt om reflectie op dedagelijkse praktijk, zowel op het niveau van het individu als op het niveau van hetteam. Zorg verlenen biedt altijd mogelijkheden om te leren en het eigen handelen teverbeteren. Een van de eerste eisen die aan wijkverpleegkundigen wordt gesteld in ver-band met de kwaliteitszorg is dat zij de (gezondheids)zorg en thuiszorg vanuit verschil-lende gezichtspunten kunnen beschouwen.

Rol van beroepsbeoefenaar Als beroepsbeoefenaar is de wijkverpleegkundige lid van een beroepsgroep, die haarbepaalde verplichtingen oplegt. Zij houdt zich aan de beroepscodes en de ethischecodes. Als individu draagt zij ook beroepswaarden uit. Van de wijkverpleegkundige magworden verwacht dat zij op een proactieve manier meewerkt aan het formuleren vanwaarden en aan het ontwikkelen van strategieën om deze waarden te realiseren. Dewijkverpleegkundige heeft de wil en de kennis, en creëert mogelijkheden om aan eencontinue verhoging van de kwaliteit van het beroep te werken.

De rol van beroepsbeoefenaar wordt vervuld ten behoeve van het domein beroep, metde domeinspecificaties beroepsinnovatie en deskundigheidsbevordering. De wijkver-pleegkundige beroepsgroep moet op talloze manieren laten zien wat zij waard is door

13

Page 14: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

aan te tonen welke bijdrage zij levert aan de gezondheidszorg en thuiszorg en wat dewaarde daarvan is. De wijkverpleegkundige is moreel en juridisch individueel verant-woordelijk voor haar handelen, maar zij heeft ook een verantwoordelijkheid tegenoverde totale beroepsgroep. Deze verantwoordelijkheid kan niet los worden gezien vanmaatschappelijke ontwikkelingen. Belangrijk is dat wijkverpleegkundigen de beroeps-waarden en standaarden als professional respecteren en hooghouden, maar wel flexibelreageren op maatschappelijke, technologische en morele ontwikkelingen in de samenle-ving. In tabel 1 is de relatie aangegeven tussen de rollen die de wijkverpleegkundigevervult op de verschillende (sub)domeinen en de daarvoor benodigde competenties.

Domeinen Domeinspecificaties Rollen Competenties

Zorg • Zorg voor zieken, Zorgverlener 0 Professionele

gehandicapten en wijkverpleegkundige zorg

stervenden

• Individuele en collectieve Zorgverlener 1 Geven van advies,

preventie voorlichting en instructie

• Gezondheidsvoorlichting Zorgverlener 2 Verlenen van

en -opvoeding (GVO) verpleegkundige zorg

• Zorg voor mantelzorgers Zorgverlener 3 Verlenen van medisch-

technische zorg

Zorgverlener 4 Verlenen van

psychosociale zorg

Zorgverlener 5 Ondersteunen van

mantelzorgers

Zorgverlener 6 Verlenen van

palliatieve/terminale zorg

Regisseur 7 Herindiceren van zorg

Regisseur 8 Zorgen voor een

integraal zorgaanbod

Organisatie • Zorgprogrammering Ontwerper 9 Ontwikkelen van

van zorg • Zorgbeleid A.I.V.-programma’s

• Werkbegeleiding Ontwerper 10 Ontwikkelen van

• Kwaliteitszorg instrumenten voor

kwaliteit

Coach 11 Coachen en geven van

werkbegeleiding

Beroep • Beroepsinnovatie Beroepsbeoefenaar 12 Functioneren in een dienst-

• Beroepsuitoefening verlenende organisatie

13 Ontwikkelen van het beroep

14 Functioneren op hbo-niveau

Tabel 1: Overzicht domeinen, domeinspecificaties, rollen en competenties

14

Page 15: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

2 De competentiebeschrijvingen

‘Jeetje wat veel!’, ‘Moet ik dat allemaal kunnen?’, waren eerste reacties van wijkver-pleegkundigen toen ze het resultaat zagen van wat er, gebaseerd op hun eigen inbreng,ontwikkeld was in het document De kern in kaart (Mast, Kappen en Pool 2002). Devolgende reactie was echter steevast: ‘Wat goed dat het nu eindelijk eens op papierstaat’ en: ‘Nu kan iedereen zien wat we doen, en hoe veelomvattend ons werk is.’

Spoorboekje

De competentiebeschrijvingen van de wijkverpleegkundige volwassenenzorg op hbo-niveau die in De kern in kaart voor het eerst zijn gepresenteerd, vormen een profiel vande wijkverpleegkundige zorg zoals die er volgens ons en meerdere thuiszorginstellingenuit zou moeten zien. Het profiel geeft inzicht in wat er wordt verwacht van wijkver-pleegkundigen die een hbo-opleiding hebben gevolgd. Het kan worden gebruikt om dejuiste persoon te kiezen voor een bepaalde taak of voor een bepaald team, maar het kannet zo goed worden gebruikt voor het maken van een eigen ontwikkelplan in de organi-satie. We hebben het profiel in de praktijk van de thuiszorg vaak aangeduid als eenspoorboekje. Je zoekt gericht waar je naartoe wilt, en je bepaalt het traject.Wijkverpleegkundigen die zich willen ontwikkelen, kunnen zichzelf met behulp van hetprofiel een spiegel voorhouden, heel algemeen, of in detail. Op de punten waar ze zich-zelf niet voldoende competent achten, kunnen ze zich ontwikkelen. Het ontwikkelenvan de competenties zal meestal niet los van het team en van de doelstellingen van deorganisatie gebeuren. Gezamenlijk zullen ze bekijken wat reëel en haalbaar is voor demedewerkers.

Vaste formule

De competentiebeschrijvingen zijn geformuleerd volgens de methodiek die is gekozen inhet boek Met het oog op de toekomst (Pool, Pool-Tromp e.a. 2001). Iedere competentie-beschrijving begint met een kernzin, met daarin een werkwoord waarmee een mogelijk-heid voor gedrag wordt uitgedrukt. Aan dat werkwoord worden steeds elementen toe-gevoegd, waarmee wordt weergegeven dat de wijkverpleegkundige over eigenschappenbeschikt waardoor ze in staat is het gewenste gedrag te vertonen als een situatie daaromvraagt. Deze eigenschappen zijn:• geschiktheid;• benodigde kennis en kunde;• wil;• juiste houding.

15

Page 16: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

We hebben gekozen voor omschrijvingen die zo volledig mogelijk en zo concreet moge-lijk zijn. Dat kenmerken van gedrag elkaar daarbij soms overlappen is onvermijdelijk; jehebt nu eenmaal vaak dezelfde of vergelijkbare vermogens nodig om verschillenderesultaten te bereiken. Belangrijk bij het lezen van de competentiebeschrijvingen is datze opgevat dienen te worden als vermogens, en niet als taken. Het gaat bij dit compe-tentieprofiel om de vermogens die nodig zijn voor het vervullen van de hiervoorbeschreven rollen. Vergeleken met De kern in kaart is nieuw in deze competentiebeschrijvingen dat webeginnen met een competentie die alle andere overstijgt, maar ook aan alle anderevoorafgaat. Deze competentie ‘0’ staat voor het meest basale vermogen van de wijk-verpleegkundige om te functioneren als goede zorgverlener.

16

Page 17: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

0 Rol: Professionele zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: alle domeinen

CompetentieOm een cliëntgerichte benadering met een op onderzoek gebaseerde zorgverlening tecombineren, onderhoudt de wijkverpleegkundige een relatie met de zorgvrager, werktzij binnen die relatie methodisch en systematisch, gebruikt zij daarbij de laatste weten-schappelijke inzichten en toetst ze haar handelen aan de geldende kwaliteitseisen.

ToelichtingKenmerkend voor de rol van zorgverlener is dat het de meest basale rol is die de wijk-verpleegkundige vervult. In deze rol geeft de wijkverpleegkundige op een vakbekwamemanier vorm en inhoud aan vier elementen van zorg: zorg voor, zorg om, zorg geven enzorg ontvangen. Het vervullen van de rol van zorgverlener vraagt van de wijkverpleeg-kundige dat zij in iedere situatie afwegingen kan maken met betrekking tot haar tech-nisch en moreel handelen. En zij kan die afwegingen telkens beargumenteren en verant-woorden. Van de op hbo-niveau opgeleide wijkverpleegkundige wordt bovendien verwacht dat zijde vier genoemde elementen kan verbinden met theoretische kennis of met resultatenvan wetenschappelijk onderzoek.Om dit op een cliëntgerichte wijze te doen, is het noodzakelijk dat de wijkverpleegkun-dige een relatie aangaat en onderhoudt met de zorgvrager. In de zorgverlening is diepersoonlijke relatie van groot belang, omdat deze het voertuig is om de doelen te reali-seren.Juist van een op hbo-niveau opgeleide wijkverpleegkundige wordt gevraagd dat zij in dethuiszorg het evenwicht tussen de kwaliteit van het professioneel handelen en de maat-schappelijke waarde van dat handelen kan waarborgen. Dat veronderstelt dat de zorg-verlener een dialoog kan onderhouden met de zorgvrager en de mantelzorger. Vanuitdie dialoog kan zij volgens de vigerende kwaliteitseisen zorg bieden.

Bijprofessionele wijkverpleegkundige zorg

gaat het om• onderhouden van een relatie met zorgvrager en mantelzorger;• onderhouden van een dialoog; • methodisch en systematisch handelen;• realiseren van zorg volgens vigerende kwaliteitseisen;• reflecteren op eigen gedrag;• professionele waarden omzetten in gedrag;

zodatde zorg op een cliëntgerichte en professioneel verantwoorde manier wordt uitgevoerd.

17

Page 18: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 0.1Onderhouden van een relatie:

• een open en eerlijke houding hebben;• openstaan voor feedback;• uitgaan van eigen kernkwaliteiten;• aangaan, onderhouden en afsluiten van een relatie;• open en eerlijke informatie geven;• gemaakte afspraken nakomen;• fouten van zichzelf en van collega’s erkennen en herstellen;• verantwoordelijkheid voor eigen gedrag demonstreren;• zich niet achter formele argumenten verschuilen.

Element 0.2Onderhouden van een dialoog:

• handelen afstemmen op de zorgvraag;• aansluiten bij de voorkeuren, wensen en mogelijkheden;• communicatie afstemmen op de zorgvrager;• de autonomie van de zorgvrager respecteren.

Element 0.3Methodisch en systematisch handelen:

• doen van een assessment (behoeftepeiling);• situatie analyseren;• probleeminventarisatie maken; • valide instrumenten gebruiken bij het stellen van diagnoses;• met zorgvrager doelen en werkwijze vaststellen;• regelmatig met zorgvrager evalueren en bijstellen;• rekening houden met verwerkingsfasen van zorgvrager;• regelmatig rapporteren over voortgang en evaluaties;• regelmatig proces evalueren;• protocollen kritisch gebruiken;• zorgen voor toegankelijke en begrijpelijke verslaglegging;• eigen tijd goed beheren.

Element 0.4Realiseren van zorg volgens geldende kwaliteitseisen:

• besluiten nemen op grond van de beste onderzoeksresultaten;• gezond verstand gebruiken als er geen onderzoek is gedaan;• ervaringsdeskundigheid van zorgvrager gebruiken;• mythen en rituelen in de dagelijkse praktijk bestrijden;• nieuwe technologie gebruiken;• op de hoogte blijven van verpleegtechnische ontwikkelingen;• op de hoogte blijven van ontwikkelingen in zorgaanspraken;• op de hoogte blijven van zorgfinanciering;• vertalen van objectieve gegevens naar subjectieve situaties;

18

Page 19: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• vertalen van subjectieve situaties naar objectieve gegevens;• zorgen voor voldoende deskundigheid en vaardigheid;• kritisch gebruik van classificatiesystemen t.b.v. individuele zorgverlener.

Element 0.5Reflecteren op eigen gedrag:

• in de situatie reflecteren;• over de situatie reflecteren;• regelmatig en gepland met zorgvragers reflecteren;• met andere hulpverleners reflecteren;• leren van consequenties;• methodisch nadenken over zichzelf;• bewust worden van eigen handelen;• gemaakte keuzes verantwoorden;• zich openstellen voor kritiek van anderen;• willen leren van ervaringen;• willen leren van feedback van anderen.

Element 0.6Professionele waarden omzetten in gedrag:

• zorgzaamheid tonen in contact met zorgvrager;• privacy en autonomie respecteren;• waarden en normen van zorgvrager respecteren;• onbaatzuchtig handelen in patiëntenzorg;• anderen tegemoet treden zoals je zelf tegemoet getreden wilt worden;• op basis van argumenten discussiëren;• zorg tot stand brengen in een samenwerkingsrelatie met de zorgvrager;• zorg ondersteunend laten zijn voor de leefwijze van de zorgvrager.

19

Page 20: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

1 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (individueel)

CompetentieOm het zelfmanagement van zorgvragers met een chronische ziekte of handicap tebevorderen, geeft de wijkverpleegkundige advies, instructie en voorlichting (A.I.V.).

ToelichtingOndersteunen van het zelfmanagement is erop gericht dat zorgvragers door een effectie-ver gedrag op korte en lange termijn bereiken wat zij zich ten doel hebben gesteld.Deze doelen kunnen gericht zijn op het hanteren van de ziekte en het inpassen van deziekte in het eigen leven.Van belang hierbij is dat de wijkverpleegkundige aansluit bij de doelen en de behoefteaan ondersteuning van zorgvragers. Dit doet zij door te onderzoeken over welke onder-werpen de zorgvrager zelf al informatie heeft gezocht, te verkennen waar de zorgvragerwel of juist geen behoefte aan heeft, en waar deze op grond van zijn ervaring al ant-woorden op heeft gevonden. Veel informatie kan de zorgvrager vinden bij lotgenoten,via literatuur en bijvoorbeeld op internet. Ter ondersteuning van het zelfmanagementkan een professional samen met de zorgvrager de gevonden informatie bespreken, ana-lyseren en toetsen in hoeverre deze toegesneden is op zijn situatie. Daarnaast kan de wijkverpleegkundige op grond van haar professionele kennis aange-ven welke informatie volgens haar belangrijk is voor het bevorderen van het zelfmana-gement of voor het voorkomen van complicaties bij somatische of psychosociale proble-men. Het omgaan met de mogelijke spanning tussen aansluiten bij de situatie van dezorgvrager en de professionele noodzaak tot het geven van voorlichting, instructie enadvies is kenmerkend voor het hbo-niveau van deze competentie.

Bijhet geven van advies, voorlichting en instructie

gaat het om• toepassen kennis over zelfmanagement;• betrokkenheid bij de zorgvrager en zijn situatie tonen;• authentiek en zelfbewust functioneren;• doelgericht omgaan met grenzen en spanningsvelden;• afstemmen van activiteiten op de zorgvrager;• afstemmen van communicatie op de zorgvrager; • kritisch het verloop van het zelfmanagement volgen en bewaken;• tijdig en adequaat verwijzen;• samenwerken met andere hulpverleners;

zodathet zelfmanagement van de zorgvrager wordt vergroot.

20

Page 21: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 1.1Toepassen kennis over zelfmanagement:

• gebruikmaken van wijze van denken, gedragingen en ervaringen van de zorgvrager; • samen doelen vaststellen;• samen keuzes maken en expliciteren;• de zorgvrager stimuleren en motiveren tot het verzamelen en verwerken van informa-

tie;• samen geschikte werkwijzen kiezen;• aangepast aan de behoefte van de zorgvrager diverse adviesvaardigheden gebruiken.

Element 1.2Betrokkenheid bij de zorgvrager en zijn situatie tonen:

• interesse tonen in de ander, zijn omgeving en zijn functioneren;• alert zijn op verschil in perspectief tussen directbetrokkene en buitenstaander;• vertrouwen wekken door een professionele houding;• zorgvrager en mantelzorger ruimte geven voor het uiten van angst, pijn en ongemak,

ervaringsdeskundigheid van zorgvrager en mantelzorgers gebruiken.

Element 1.3Authentiek en zelfbewust functioneren:

• een open en eerlijke houding hebben;• openstaan voor feedback;• aan zelfreflectie doen;• uitgaan van eigen kernkwaliteiten.

Element 1.4Doelgericht omgaan met grenzen en spanningen:

• herkennen en erkennen van verschillen tussen professionele normen en normen vande zorgvrager;

• met de zorgvrager de kloof tussen professionele wenselijkheid en realiteit bespreken;• gesignaleerde spanningsvelden of mogelijke problemen bespreekbaar maken;• actief naar alternatieve oplossingen zoeken.

Element 1.5Afstemmen van activiteiten op de zorgvrager:

• A.I.V.-activiteiten afstemmen op de persoon en zijn omgeving; • A.I.V.-activiteiten afstemmen op de ziekte en de behandeling;• vragen van de zorgvrager en zijn naasten inventariseren en daarop ingaan;• met de zorgvrager kiezen voor individuele of groepsgewijze voorlichting;• effectief en open communiceren;• zorgen voor schriftelijk of audiovisueel ondersteuningsmateriaal.

Element 1.6Afstemmen van de communicatie op de zorgvrager:

• ideeën mondeling helder en duidelijk formuleren;

21

Page 22: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• ideeën schriftelijk helder en duidelijk formuleren;• de essentie van de boodschap effectief overbrengen;• rekening houden met het taalgebruik van de zorgvrager;• rekening houden met mogelijke onduidelijkheid in boodschap.

Element 1.7Kritisch het verloop van het zelfmanagement volgen en bewaken:

• vaststellen of het plan leidt naar de gestelde doelen; • afwijkingen van de ingezette koers van de individuele zorgverlener opsporen en

bespreken;• kritisch het verloop van de interventies richting doelstelling volgen;• financiële grenzen van de uitvoering bewaken.

Element 1.8Tijdig en adequaat verwijzen:

• regelmatig uitkomsten van evaluaties omzetten in nieuwe strategieën;• tijdig signaleren wanneer niet aan verwachtingen voldaan kan worden;• met instemming van de zorgvrager andere hulpverleners consulteren; • naar de juiste hulpverlener of organisatie verwijzen als bovengenoemde grenzen

bereikt zijn;• verifiëren of de verwijzing tot het gewenste resultaat heeft geleid.

Element 1.9Samenwerken met andere hulpverleners:

• voor eigen deskundigheid instaan;• flexibel omgaan met eigen grenzen;• hulpverleners consulteren bij twijfel of bij complicaties;• hulpverleners inschakelen;• naar andere hulpverleners verwijzen;• samenwerkingsrelatie opbouwen en onderhouden met betrokken hulpverleners;• overleggen over de te behalen resultaten; • mondeling en schriftelijk communiceren met andere hulpverleners over eigen bevin-

dingen;• actief zoeken naar aanvullende informatie ter uitbreiding van eigen kennis.

22

Page 23: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

2 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden

CompetentieOm zorgvragers te ondersteunen in het leven met een chronische aandoening of handi-cap, biedt de wijkverpleegkundige verpleegkundige zorg.

ToelichtingWijkverpleegkundigen verlenen zorg in complexe, niet-stabiele situaties. In de thuiszorgbestaat het grootste deel van de zorgvragers uit mensen met een chronische aandoeningof een handicap, of mensen met meerdere aandoeningen tegelijk, zoals bij ouderennogal eens voorkomt. Deze beschrijving geeft aan welke elementen van belang zijn voorhet verlenen van deze, vaak langdurige, zorg bij de diverse doelgroepen van de thuis-zorg. Wijkverpleegkundigen onderscheiden zich ten aanzien van deze competentie van andereverpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg op (v)mbo-niveau door te voldoenaan een aantal criteria. Zij moeten voldoen aan de kenmerken van het hbo-niveau zoalsdie zijn geformuleerd door de HBO-Raad. Ten aanzien van de directe zorgverlening aanchronisch zieken wordt van wijkverpleegkundigen verwacht dat zij binnen complexesituaties de rol van zorgverlener met meer diepgang invullen. Zij verlenen zorg vanuiteen belevingsgerichte visie, gebaseerd op vakkennis en ervaring, maken gebruik vanresultaten van wetenschappelijk onderzoek en nemen de verantwoordelijkheid voordeze zorg. In snel veranderende situaties kunnen zij adequaat zorg initiëren, efficiëntreageren en ingrijpen. Dit vraagt vaardigheden en een attitude gericht op het probleem-gericht en creatief omgaan met situaties die buiten de bestaande kaders vallen. Bij hetvormgeven van de rol van zorgverlener is kenmerkend dat deze gecombineerd wordtmet andere rollen, zoals regisseur, ontwerper, coach of beroepsbeoefenaar.

Bijhet verlenen van verpleegkundige zorgverlening

gaat het om• zorgen voor een professionele helpende relatie met de zorgvrager;• proactief, anticiperend handelen;• verschillen in perspectief hanteren;• toezicht houden op de conditie van de zorgvrager en zijn situatie;• toezicht houden op het zorgverloop;• principes van evidence based handelen toepassen;• versterkende zorg bieden;• geïntegreerde psychosociale zorg verlenen;• samenwerken met andere hulpverleners;

zodatde zorgvrager zijn ziekte, handicap of beperking beter kan inpassen in zijn leven.

23

Page 24: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 2.1Zorgen voor een professionele helpende relatie met de zorgvrager:

• empathische houding aannemen;• compassie tonen;• dialoog onderhouden;• open communiceren; • autonomie respecteren;• taalgebruik afstemmen op de ander;• actieve deelname van de zorgvrager stimuleren.

Element 2.2Proactief, anticiperend handelen:

• initiatief nemen; • vroegtijdig ingrijpen;• ziektespecifieke kennis en kennis over het verloop van ziekteprocessen gebruiken;• op transities anticiperen; • anticiperen op het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van de zorgvrager;• anticiperen op het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van het gezinssysteem;• anticiperen op complicaties; • anticiperen op problemen en veranderingen.

Element 2.3Verschillen in perspectief hanteren:

• perspectief van de zorgvrager achterhalen;• eigen perspectief expliciteren;• aandacht hebben voor feit en beleving;• verschillen in perspectief accepteren;• streven naar verkleinen kloof tussen perspectieven;• onoverbrugbare verschillen accepteren.

Element 2.4Toezicht houden op de conditie van de zorgvrager in zijn situatie:

• fysieke, emotionele, sociale of materiële problemen opsporen;• veranderingen in de situatie signaleren;• op veranderingen in conditie en situatie en de consequenties daarvan anticiperen;• adequate verslaglegging en overdracht verzorgen.

Element 2.5Bewaken zorgverloop:

• afwijkingen van de uitgezette koers opsporen en corrigeren;• de doelstelling bewaken;• financiële grenzen van de zorguitvoering bewaken;• regelmatig evalueren en bijstellen;• reflecteren en uitkomsten toetsen aan literatuur;• zorgverlening op grond van regelmatige evaluatie bijstellen.

24

Page 25: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 2.6Versterkende zorg bieden:

• vitale functies bewaken;• hygiënische maatregelen treffen;• veiligheidsmaatregelen treffen;• pijn voorkomen of bestrijden; • decubitus voorkomen of bestrijden;• proactief steun bieden bij angst en onzekerheid;• medische therapie ondersteunen; • troosten en verlichting bieden; • emotioneel steunen;• informatie geven;• hulpmiddelen en voorwaarden regelen.

Element 2.7Geïntegreerde psychosociale zorg verlenen:

• de zorgvrager stimuleren zich te uiten over wat hem bezighoudt;• anticiperen op adaptieve opgaven;• inschatten wanneer en hoe een gesprek over deze opgaven aangegaan kan worden;• flexibel en respectvol aansluiten bij de manier waarop de zorgvrager omgaat met de

gevolgen van de aandoening; • psychosociale zorgactiviteiten verantwoorden en vastleggen in een zorgplan.

Element 2.8Samenwerken met andere hulpverleners:

• voor eigen deskundigheid instaan;• flexibel omgaan met eigen grenzen;• hulpverleners consulteren bij twijfel of bij complicaties;• hulpverleners inschakelen;• naar andere hulpverleners verwijzen;• samenwerkingsrelatie opbouwen en onderhouden;• met betrokken hulpverleners overleggen over te behalen resultaten; • mondeling en schriftelijk communiceren met andere hulpverleners over eigen bevin-

dingen;• actief zoeken naar aanvullende informatie ter uitbreiding van eigen kennis.

25

Page 26: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

3 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden

CompetentiebeschrijvingOm herstel van de gezondheid van zorgvragers in elke fase van het ziek zijn te bevorde-ren, complicaties te voorkomen en hen te ondersteunen bij therapeutische behandelin-gen, biedt de wijkverpleegkundige medisch-technische zorg.

ToelichtingOpnames in een ziekenhuis worden steeds korter en steeds meer behandelingen kunnenmet behulp van technologie ook thuis worden gegeven. Zorgvragers die na een behan-deling in een ziekenhuis weer thuis komen, kunnen tijdelijk gezondheidsproblemen heb-ben waarbij medisch-technische thuiszorg geboden moet worden. Hierbij kan het gaanom infuustherapie, wonddrainages, pijnbestrijding, complexe wondverzorging, stoma-verzorging, inbrengen van sondes waaronder PEG-sondes, toediening van parenteralevoeding enzovoort. De wijkverpleegkundige biedt deze medisch-technische zorg. Zijmaakt daarbij gebruik van door de beroepsgroep erkende standaarden, die voldoen aanwetenschappelijke normen. Op grond van haar professionele kennis in een bepaaldesituatie wijkt zij hier zo nodig van af. Hierover legt zij schriftelijk verantwoording af.Zij vraagt zo nodig consult aan derden.De competentie van wijkverpleegkundigen wordt bij deze vaak kortdurende medisch-technische zorg in hoge mate gevormd door een combinatie van kennis over de ziekte,onderzoek en behandeling, medisch-technisch handelen, kritisch denken, en hiervanafgeleide verpleegkundige handelingen en beslissingen.Wijkverpleegkundigen die deze zorg bieden, hebben aantoonbaar aanvullende scholingof training op specifieke gebieden van de zorg gevolgd.

Bijhet verlenen van medisch-technische zorg

gaat het om• medisch-technische zorg regelen;• medisch-technische en agogische vaardigheden demonstreren;• advies, instructie en voorlichting geven;• eigen bekwaamheid op peil houden;

zodatde gezondheid en het herstel van de zorgvrager worden bevorderd en complicaties worden voorkomen.

26

Page 27: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 3.1Medisch-technische zorg regelen:

• overdracht medisch-technische zorg regelen;• formele procedures afwerken;• hulpmiddelen organiseren;• collega’s instrueren;• uitleg geven aan zorgvragers; • verslaglegging en verantwoording regelen;• zorgen voor continuïteit in tijd, persoon en aanpak.

Element 3.2Medisch-technische en agogische vaardigheden demonstreren:

• zorgen voor de veiligheid van zorgvragers, mantelzorgers en professionals;• ondersteunen bij onzekerheid en angst; • handelen volgens richtlijnen of protocollen;• achtergrondkennis demonstreren bij uitvoeren van medisch-technische handelingen;• hygiënische maatregelen treffen;• zorgvrager en mantelzorgers instrueren;• mogelijke complicaties of negatieve gevolgen van het handelen voorkomen en bestrij-

den;• nodige maatregelen treffen voor voortgang tijdens eigen afwezigheid;• in controlesystemen voorzien.

Element 3.3Advies, instructie en voorlichting geven:

• informatie afstemmen op persoon en situatie;• rekening houden met ziekte en behandeling;• vragen van de zorgvrager en zijn naasten inventariseren en daarop ingaan;• zorgvragers en mantelzorgers informeren, adviseren en instrueren;• zorgen voor schriftelijk en audiovisueel ondersteuningsmateriaal;• collega’s informeren.

Element 3.4Eigen bekwaamheid op peil houden:

• medisch-technische vaardigheden op het vereiste niveau houden;• vakliteratuur bijhouden;• symposia en instructiebijeenkomsten bezoeken;• aan wettelijke eisen en regelingen voldoen;• conform de beroepscode handelen;• conform de ethische code van het beroep handelen.

27

Page 28: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

4 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden

CompetentieOm zorgvragers te helpen bij het omgaan met de gevolgen van het ziek zijn en bij hetvoorkomen en terugdringen van psychosociale problemen, biedt de wijkverpleegkundi-ge psychosociale zorg.

ToelichtingWijkverpleegkundigen zien door hun werkzaamheden bij de zorgvragers thuis heeldirect welke effecten het ziek zijn op diverse aspecten van hun leven heeft. Chronischzieken worden gedwongen hun leven aan te passen aan de beperkingen die de ziektehun oplegt. De wijkverpleegkundige die kwalitatief goede zorg wil bieden, kan zich nietbeperken tot het ondersteunen bij de somatische gevolgen van aandoeningen, maarbiedt ook geïntegreerd of gepland psychosociale zorg.Onder verpleegkundige psychosociale zorg aan chronisch zieken verstaan we het onder-steunen van chronisch zieken en hun omgeving bij het omgaan met de zogeheten adap-tieve opgaven. Met de term adaptatie wordt benadrukt dat zij geen keus hebben om deopdracht wel of niet te accepteren. Zij moeten zich ongevraagd aanpassen aan de conse-quenties van de ziekte. Eveneens zal de wijkverpleegkundige met het bieden vanpsychosociale zorg streven naar het voorkomen of terugdringen van psychosociale pro-blemen. We spreken over psychosociale problemen als een persoon psychisch onwelbe-vinden ervaart, sociaal niet naar tevredenheid kan functioneren of de samenhang in dezingeving is kwijtgeraakt. Hoe ernstig deze problemen zijn, hangt af van de mate die debetrokkene aangeeft.Psychosociale zorg is gericht op het verbeteren van de situatie zoals de zorgvrager diebeleeft. Doelen van de psychosociale zorg kunnen gericht zijn op verschillende aspectenvan het leven van de zorgvrager, te weten: betere probleemhantering en adaptatie, zichgesteund voelen, zich minder machteloos voelen en het ervaren van meer samenhang inde zingeving.Wijkverpleegkundigen bieden bewust en proactief psychosociale zorg aan, met inzet vancommunicatieve vaardigheden, psychosociale methodieken, en op een transparante endoelbewuste manier. Zij doen dit in nauwe samenwerking met en met respect voor delevensstijl van de zorgvrager en zijn mantelzorgers. Omdat wijkverpleegkundigen meest-al werkzaam zijn in complexe zorgsituaties, hebben zij een flexibele, creatieve en oplos-singsgerichte houding. Wij sluiten in deze beschrijving aan bij de methodiek van ver-pleegkundige psychosociale zorgverlening zoals die is ontwikkeld door het NIZW (Poolen Egtberts 2001).

Bijhet verlenen van psychosociale zorg28

Page 29: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

gaat het om• behoefte aan ondersteuning signaleren;• de situatie analyseren;• noodzaak inschatten voor het bieden van psychosociale zorg;• psychosociale interventies uitvoeren;• ondersteuning bieden bij materiële problemen;• een professionele therapeutische zorgverleningsrelatie aangaan en onderhouden;

zodat de zorgvrager beter kan omgaan met de ziekte en een crisis wordt voorkomen.

Element 4.1Behoefte aan ondersteuning signaleren:

• verbale en non-verbale uitingen opvangen en interpreteren;• doorvragen op signalen;• verbale en non-verbale uitingen van familieleden en mantelzorgers opvangen en

interpreteren;• (met toestemming) informatie bij derden inwinnen; • overzicht van mogelijke adaptieve opgaven en psychosociale problemen benutten; • gebruikmaken van gegevens van andere hulpverleners;• diverse communicatievormen gebruiken.

Element 4.2De situatie analyseren:

• het verschil in feit en beleving hanteren;• inschatten op welke wijze de zorgvrager problemen hanteert;• inschatten welke vorm van psychosociale zorg nodig is;• met de zorgvrager overleggen over de aanpak, mogelijke keuzes en mogelijke extra

hulpbronnen; • verschillende vaardigen gebruiken op het gebied van gedragsbeïnvloeding en over-

redingskracht gebruiken;• prioriteiten stellen ten aanzien van de gewenste ondersteuning;• reflecteren op eigen aanpak.

Element 4.3Noodzaak inschatten voor het bieden van gestructureerde kortdurendeverpleegkundige psychosociale zorg:

• eigen interpretatie van de situatie toetsen aan die van de zorgvrager;• een aantal gesprekken met de zorgvrager plannen en houden;• kennis over de relatie tussen ziek zijn en levensloop gebruiken;• methoden en principes van psychosociale zorg gebruiken, en integreren in metho-

disch handelen;• crisissignalen herkennen; • proactief reageren bij dreigende crisis;• bij crisis verwijzen of andere hulpverleners inschakelen;• effectief de spanning hanteren tussen eigen normen en die van de zorgvrager.

29

Page 30: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 4.4Psychosociale interventies uitvoeren:

• alert zijn op overdracht en tegenoverdracht; • omgaan met ‘nabijheid en distantie’;• gebruikmaken van uitgewerkte psychosociale zorginterventies;• standaarden en protocollen gebruiken;• aansluiten bij behoeften en stijl van de zorgvrager;• regelmatig het effect van de interventie evalueren.

Element 4.5Ondersteuning bieden bij materiële problemen:

• kennis van de sociale kaart en regelgeving gebruiken;• adequate informatie op het juiste moment geven;• met zorgverzekeraars, artsen, apotheken, leveranciers en gemeenten onderhandelen.

Element 4.6Een professionele therapeutische zorgrelatie aangaan en onderhouden:

• eigen werk- en levenservaring gebruiken;• het vertrouwen van de zorgvrager wekken;• flexibel zijn ten aanzien van wensen en behoeften van de zorgvrager;• op eigen handelen reflecteren;• zich bewust zijn van eigen mogelijkheden en beperkingen;• professioneel omgaan met spanning tussen nabijheid en distantie;• alert zijn op overdracht en tegenoverdracht;• spanning hanteren tussen affectieve neutraliteit en persoonlijke betrokkenheid;• alert zijn op machtsverschillen;• non-verbale en verbale communicatie gebruiken;• open gesprekssituatie creëren.

Element 4.7Tijdig en adequaat verwijzen:

• signaleren wanneer niet meer aan verwachtingen voldaan kan worden;• de sociale kaart gebruiken ten aanzien van psychosociale zorgverlening in de regio;• met instemming van de zorgvrager overleggen met andere disciplines;• nagaan of verwijzing tot het gewenste contact of resultaat heeft geleid.

30

Page 31: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

5 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor mantelzorgers

CompetentieOm het zelfmanagement van mantelzorgers van chronisch zieken, gehandicapten ofstervenden te bevorderen, biedt de wijkverpleegkundige ondersteuning aan mantel-zorgers.

ToelichtingWijkverpleegkundigen komen in de thuiszorg op diverse manieren met mantelzorgers inaanraking. Waarom mantelzorgers zorgen, wat zij doen, en hoeveel tijd zij aan dezezorg besteden, kan zeer uiteenlopen en heeft direct invloed op de situatie thuis. De laat-ste jaren is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de taken en de rollen van demantelzorgers. Dit heeft mede geleid tot een duidelijke erkenning van het belang van demantelzorg. De LVT heeft daarom ook ondersteuning van de mantelzorg als product inhet pakket opgenomen.Meestal zijn de partners van de zorgvragers de primaire verzorgers, maar ook familie-leden, kinderen en vrienden kunnen mantelzorgers zijn. Als mantelzorgers kunnen zijdiverse rollen vervullen, zoals die van hulpbron, medezorgvrager en medezorgverlener.Mantelzorgers komen door de hoeveelheid aan rollen en taken nogal eens in de knel.Door het ondersteunen van mantelzorgers in de diverse rollen en door het bevorderenvan hun zelfmanagement levert de wijkverpleegkundige een belangrijke bijdrage aan hetverbeteren van de kwaliteit van hun leven. Tevens levert zij een bijdrage aan hetinstandhouden of verbeteren van het bestaande zorgsysteem.Diverse hulpverleners en vrijwilligers kunnen ondersteuning bieden bij de uitvoeringvan specifieke taken die de mantelzorger op zich heeft genomen, zoals huishoudelijketaken of respijtzorg. De wijkverpleegkundige onderscheidt zich hierin door haar assess-ment en analyse van de situatie, door het kunnen anticiperen op de gevolgen van desituatie, en door het combineren van de rollen van zorgverlener, regisseur en coach.Ook maakt zij gebruik van de wetenschappelijke kennis en inzichten over mantelzorg enmantelzorgondersteuning. Veelal zal de wijkverpleegkundige deze vaardigheden inzettenin complexe situaties waarbij veel formele en informele hulpverleners betrokken zijn.Zij moet hierbij flexibel en creatief en oplossingsgericht te werk kunnen gaan.

Bijhet ondersteunen van mantelzorgers

gaat het om• de noodzaak voor het ondersteunen van mantelzorgers signaleren;• relatie met mantelzorgers opbouwen en onderhouden;• handelen afstemmen op de mantelzorger;• spanning hanteren tussen professionele en persoonlijke normen;• spanning tussen belangen van zorgvragers en belangen van mantelzorgers hanteren;• spanning tussen behoeften van mantelzorgers en mogelijkheden vanuit de instelling

hanteren;

31

Page 32: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

zodatde mantelzorger meer greep op zijn situatie kan houden, en minder overbelast raakt.

Element 5.1De noodzaak voor het ondersteunen van mantelzorgers signaleren:

• knelpunten in het informele zorgsysteem opsporen;• naar verhalen en signalen van mantelzorgers luisteren;• mantelzorgers stimuleren zich te uiten;• mogelijke probleemsituatie(s) analyseren;• indicatie voor ondersteuning mantelzorg regelen.

Element 5.2Relatie met mantelzorgers opbouwen en onderhouden:

• zich openstellen voor verschillende perspectieven;• alert zijn op partijdigheid;• een actief luisterende houding uitstralen;• de impact van het zorgen op het leven van de mantelzorgers erkennen;• waardering voor mantelzorgers tonen;• de diverse rollen van de mantelzorgers erkennen;• regelmatig met mantelzorgers overleggen over hun eigen behoeften.

Element 5.3Handelen afstemmen op mantelzorger:

• aansluiten bij de gewoonten, mogelijkheden en beperkingen van de mantelzorger;• gebruikmaken van ervaringskennis van de mantelzorger;• systematisch taken en behoeften van mantelzorgers inventariseren;• ondersteuning of overname van zorgtaken regelen;• voor adequate hulpmiddelen, aanpassingen of voorzieningen ter ontlasting van de

mantelzorgers zorgen;• psychosociale ondersteuning aan mantelzorgers geven;• mantelzorgers informeren, adviseren en instrueren;• vrijwilligers en andere disciplines of instanties in overleg inschakelen.

Element 5.4Spanning hanteren tussen professionele en persoonlijke normen:

• persoonlijke normen op professionele wijze hanteren;• professioneel omgaan met gevoelige onderwerpen;• vanzelfsprekendheden en misverstanden bespreekbaar maken;• met mantelzorgers op zorgproces reflecteren;• met anderen op eigen en professionele normen reflecteren;• grenzen aan professionele bemoeienis herkennen en daarnaar handelen.

32

Page 33: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 5.5Spanning tussen belangen van zorgvrager en belangen van mantelzorgershanteren:

• uiteenlopende behoeften en belangen van zorgvrager en mantelzorgers signaleren;• eigen rol en mogelijkheden ten aanzien van deze spanning hanteren;• spanningen bespreken;• oplossingsstrategieën aandragen;• inschatten wanneer een ‘driegesprek’ of een ‘tweegesprek’ de beste aanpak is;• de situatie regelmatig met mantelzorgers evalueren.

Element 5.6Spanning tussen behoeften mantelzorgers en mogelijkheden vanuit deinstelling hanteren:

• ervaren knelpunten in een concrete zorgsituatie bij management aan de orde stellen;• de sociale kaart en mogelijkheden ter ondersteuning van mantelzorgers gebruiken;• knelpunten in het beleid signaleren, hierover rapporteren en oplossingen aandragen;• mogelijkheden van de instelling bespreken;• anderen (professioneel of vrijwillig) inschakelen.

33

Page 34: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

6 Rol: Zorgverlener

Domein: ZorgDomeinspecificatie: palliatieve terminale zorg

CompetentiebeschrijvingOm het lijden van zorgvragers te verlichten bij wie de ziekte niet meer reageert op eencuratieve behandeling, en het sterven binnen afzienbare tijd verwacht kan worden, ver-leent de wijkverpleegkundige palliatieve terminale zorg.

ToelichtingOok in de thuiszorg worden wijkverpleegkundigen geconfronteerd met mensen die hulpnodig hebben, omdat zij in de laatste fase van hun leven verkeren. Palliatieve zorg voorterminale patiënten is emotioneel belastende zorg, omdat het de kern van het menselijkbestaan raakt, zowel voor zorgvragers, mantelzorgers als voor professionals. Voor allenbetekent het vaak een confrontatie met gevoelens van machteloosheid en verdriet. Enhet vergroot het risico opgebrand te raken of routinematig zorg te verlenen. Palliatievezorg is afhankelijk van de kwaliteit van de individuele zorgverlener, en vraagt om eenintegraal zorgaanbod. Omdat de situatie van een zorgvrager, bij wie de ziekte niet meerreageert op een curatieve behandeling en het sterven redelijkerwijs binnen afzienbaretijd verwacht kan worden, zo wezenlijk anders is dan alle andere situaties waarin thuis-zorg wordt gegeven, is specifieke deskundigheid en een specifieke attitude op zijnplaats. Palliatieve zorg voor terminale patiënten is ‘alle zorg die gericht is op het ver-lichten van het lijden van patiënten in de laatste fase van hun leven. Naast bestrijdingvan lichamelijke symptomen is er daarbij ook aandacht voor emotionele, sociale en spirituele aspecten.’

Bijhet geven van palliatieve terminale zorg

gaat het om• pijnbestrijding verzorgen;• aandacht besteden aan existentiële vragen;• betrekken van de naasten;• bestrijden van symptomen; • continu, actief, integraal zorgen; • reflecteren op eigen emoties;• organiseren van zorg;

zodatde laatste levensfase zo veel mogelijk overeenkomt met de wensen en behoeften van dezorgvrager en zijn naasten.

34

Page 35: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 6.1Pijnbestrijding:

• openstaan voor pijnbeleving; • kennis hebben van pijnonderzoek;• gebruikmaken van regionale pijnteams;• gebruik van pijnprotocollen;• alert zijn op nevenverschijnselen van pijnmedicatie.

Element 6.2Aandacht voor existentiële vragen:

• openstaan voor verschillende religieuze opvattingen;• openstaan voor diversiteit van levensstijlen;• actief en open gelegenheid bieden voor het uiten van emoties;• bereidheid tot het aangaan van een vriendschappelijke relatie;• volledig beschikbaar zijn;• bereidheid tot het meewerken aan rituelen; • zorg geven bij het sterven en rouwen;• bekend zijn met euthanasiewetgeving.

Element 6.3Betrekken van de naasten:

• aansluiten bij wensen en gewoonten van mantelzorgers;• doordrongen zijn van de plaats van zorgend familielid, vrijwilliger en professional;• samenwerken met familie en vrienden;• samenwerken met vrijwilligers;• samenwerken met andere (para)medische professionals;• samenwerken met geestelijk verzorgers.

Element 6.4Bestrijden van symptomen:

• speciale aandacht voor problemen als sufheid, obstipatie en misselijkheid;• alert zijn op gevoelens als angst, machteloosheid en verwardheid;• alert zijn op lichamelijke klachten en symptomen;• bewaken van neveneffecten van medicijnen;• gesignaleerde problemen omzetten in acties;• mondverzorging;• zorgen voor eigen deskundigheid;• gebruikmaken van protocollen.

Element 6.5Zorgverlenen als persoon:

• aanwezig zijn als mens;• aanvullingen op reguliere zorg bieden;• zich niet beroepen op formele procedures;• taal afstemmen op de zorgvrager en zijn familie;

35

Page 36: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• aansluiten bij de wensen en gewoonten van de zorgvrager;• handelen afstemmen op de zorgvrager en de situatie.

Element 6.6Reflecteren op eigen gedrag en emoties:

• in de situatie reflecteren;• op de situatie reflecteren;• regelmatig met betrokkenen bij het zorgproces reflecteren;• eigen gevoelens durven ervaren;• bewust zijn en blijven van eigen waarden;• verantwoorden van gemaakte keuzes;• steun zoeken bij collega’s en vrienden; • zorgen voor psychische en emotionele hygiëne.

Element 6.7Organiseren van zorg:

• zorgen dat hulpmiddelen op tijd beschikbaar zijn;• continuïteit in persoon en tijd realiseren;• aanvullingen op reguliere zorg organiseren;• bereidheid en vermogen tot improviseren hebben;• meewerken aan een integraal zorgaanbod;• flexibel omgaan met professionele grenzen.

36

Page 37: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

7 Rol: Regisseur

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor zieken, gehandicapten, stervenden

CompetentieOm ervoor te zorgen dat de zorgvrager de zorg krijgt die hij nodig heeft, als zijn situa-tie zich wijzigt of zich anders ontwikkelt dan ten tijde van het indicatiebesluit werd ver-wacht, brengt de wijkverpleegkundige een herindicatieadvies uit.

ToelichtingThuiszorg wordt geboden op basis van een indicatiebesluit dat is afgegeven voor debetreffende zorgvrager. De zorgcoördinator zal regelmatig de zorg met de zorgvragerevalueren, en erop toezien dat de zorg geboden wordt conform het zorgbesluit en dezorgtoewijzing. Gedurende het zorgverloop kan de situatie van de zorgvrager zich wijzi-gen, door exacerbatie van het ziekteproces, door verandering in de sociale situatie enzo-voort. Voor de zorgvrager kan het dan onbevredigend zijn als er volgens het vigerendeindicatiebesluit zorg wordt verleend. Daarnaast kan de wijkverpleegkundige signalerendat er andere dan de geïndiceerde activiteiten nodig zijn. Dit kan gebaseerd zijn op devertrouwensrelatie die ontstaat tussen de zorgvrager en de hulpverlener, maar ook opkennis en ervaring van de wijkverpleegkundige, bijvoorbeeld of psychosociale zorg ofhuishoudelijke zorg ter ondersteuning van de mantelzorg nodig is. Ook kan het zo zijndat er in de tijd tussen het indicatiebesluit en het daadwerkelijk verlenen van zorg wijzi-gingen zijn opgetreden in de behoeften van de zorgvrager.Van de wijkverpleegkundige mag worden verwacht dat zij in de rol van regisseur eenherindicatie kan uitvoeren. Zij is formeel geen indicatiesteller, maar meer en meerwordt afgesproken tussen RIO en thuiszorg dat de zorgcoördinatoren een preadvieskunnen uitbrengen. Het indicatieadvies en indicatiebesluit wordt door de bevoegdeinstantie genomen. Maar omdat de wijkverpleegkundige als regisseur verplichtingentegenover de zorgvrager heeft, mag worden verwacht dat zij op een proactieve manierreageert op wijzigingen in de situatie, en op basis daarvan overgaat tot het uitbrengenvan een preadvies.

Bijhet herindiceren van zorg

gaat het om• de behoefte aan zorg vaststellen op een wijze die op de zorgvrager gericht is;• zorgverleningsdoelen formuleren;• benodigde zorg specificeren;• een preadvies voor een (her)indicatiebesluit formuleren;• met derden over de noodzaak van herindicatie onderhandelen;• de spanning tussen wensen en formeel besluit hanteren;

zodatde zorg bijgesteld kan worden, en de zorgvrager de zorg ontvangt die hij nodig heeft.

37

Page 38: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 7.1Op een cliëntgerichte wijze de behoefte aan zorg vaststellen:

• de behoefte van de zorgvrager inventariseren;• het bestaande indicatiebesluit met de geuite zorgbehoefte vergelijken;• rekening houden met de rechten en plichten van de zorgvrager; • een cliëntgerichte houding vertonen;• servicegericht zijn;• de belangen van de zorgvrager kunnen afwegen tegen die van de zorgaanbieder;• een respectvolle houding tonen;• evenwicht zoeken tussen nabijheid en distantie.

Element 7.2Zorgverleningsdoelen formuleren:

• doelen formuleren door de lange termijn;• doelen formuleren voor de korte termijn;• vakjargon vermijden;• doelen in haalbare termen formuleren;• ICF als kader gebruiken;• methoden van gezamenlijke doelbepaling gebruiken.

Element 7.3Benodigde zorg specificeren:

• benodigde zorg naar soort en hoeveelheid inschatten;• inschatting met de zorgvrager bespreken;• afwijkende mening van de zorgvrager en van zichzelf vastleggen; • afwijkingen voorleggen aan RIO;• benodigde zorg vaststellen;• benodigde deskundigheid van de zorgverleners vaststellen; • urgentie van de aanpassing van het indicatiebesluit meedelen aan RIO.

Element 7.4Een preadvies voor een (her)indicatiebesluit formuleren:

• zorgen voor eenduidigheid in de formuleringen;• RIO-protocol gebruiken;• gegevens vastleggen op het indicatieformulier;• zich houden aan afspraken voor RIO-herindicatie;• de ICF gebruiken; • voor voldoende aanvullende informatie zorgen;• kennis van AWBZ en andere relevante wetten en regelgeving gebruiken;• RIO op de hoogte brengen van het preadvies; • vastgestelde procedures voor indicatiestelling gebruiken.

Element 7.5Met derden over de noodzaak van herindicatie onderhandelen:

• onafhankelijk en zelfstandig oordelen over noodzaak herindicatie;

38

Page 39: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• op basis van argumenten discussiëren; • verantwoordelijkheid voor eigen gedrag demonstreren;• beroepswaarden uitdragen tijdens discussies;• verschillende onderhandelingsstrategieën gebruiken;• personen en belangen scheiden;• standpunten vermijden.

Element 7.6De spanning tussen wensen en formeel besluit hanteren:

• met de zorgvrager de kloof tussen wenselijkheid en realiteit bespreken;• actief naar alternatieve oplossingen zoeken;• beleidsmatig signalen afgeven binnen en buiten de eigen organisatie;• meewerken aan beleidsbeïnvloeding;• het geaccordeerde zorgbesluit met de zorgvrager bespreken;• preadvies indicatie voorleggen aan de zorgvrager.

39

Page 40: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

8 Rol: Regisseur

Domein: ZorgDomeinspecificatie: Zorg voor zieken, gehandicapten, stervenden

CompetentieOm zorg in de thuissituatie – vanuit het perspectief van de zorgvrager – als een samen-hangend geheel te laten verlopen, stelt de wijkverpleegkundige een integraal zorgplanop, zorgt zij ervoor dat er uitvoering aan wordt gegeven, houdt zij toezicht op die uit-voering, stelt zij het zorgplan zo nodig bij, en bewaakt zij het realiseren van de integraledoelen.

ToelichtingWijkverpleegkundigen worden geconfronteerd met zorgvragers die informele en forme-le zorg nodig hebben. Het professionele circuit van zorginstellingen kent een grotediversiteit aan activiteiten en personen. Bij onderzoek, zorg en behandeling aan dezelfdepersoon zijn vaak meerdere personen en instanties betrokken. Het blijkt dat professio-nals op verschillende manieren onderling en met de zorgvrager en zijn familie commu-niceren. Hierdoor kunnen deze soms in verwarring raken over wat hun te wachtenstaat. In de meeste gevallen zal de bijdrage aan het welzijn van de zorgvrager groter zijnals deze activiteiten en de communicatie erover op elkaar zijn afgestemd. De onderzoeken, behandelingen, verzorgende en verpleegkundige activiteiten en anderediensten vormen naast hulp vaak ook een belasting voor de zorgvrager. Door een goederegie over deze activiteiten kan deze belasting worden verminderd. Deze regie kanbestaan uit coördinatie in een instelling of casemanagement over de grenzen van deinstelling heen. De zorgvrager is het centrale punt, van waaruit de zorg geregisseerdwordt.

Bijhet zorgen voor een integraal zorgaanbod

gaat het om• een assessment (behoeftepeiling) doen;• een uitvoeringsplan samenstellen;• het verloop van de zorg kritisch volgen en bewaken;• multidisciplinair samenwerken;• continuïteit van de zorgverlening waarborgen;

zodatde zorgvrager vanuit zijn perspectief de zorg als een samenhangend geheel ontvangt.

Element 8.1Een assessment (behoeftepeiling) doen:

• een cliëntgerichte benadering tonen;• de behoefte van de zorgvrager inventariseren;

40

Page 41: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• rekening houden met de rechten en plichten van de zorgvrager;• zoeken naar de samenhang tussen problemen en behoefte aan zorg;• relevante en irrelevante informatie scheiden;• inschatten van de behoeften van de zorgvrager;• inschatten van het evenwicht tussen draaglast en draagkracht van de zorgvrager;• inschatten van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van het gezinssysteem;• inschatten van de mogelijkheden tot informele zorg; • inschatten van de behoefte aan professionele coördinatie.

Element 8.2Een uitvoeringsplan samenstellen:

• vaststellen welke zorg in vorm en tijd geboden wordt;• in samenspraak met de zorgvrager doelen vaststellen;• een dossier aanleggen;• een uitvoeringsteam organiseren;• met betrokkenen onderhandelen;• met de zorgvrager beslissingen nemen over de uitvoering van het plan;• met de zorgvrager beslissingen nemen tijdens de uitvoering van het plan;• evaluatieprocedure vaststellen.

Element 8.3Het verloop van de zorg kritisch volgen en bewaken:

• afwijkingen van de koers van de individuele zorgverleners opsporen en corrigeren;• het verloop richting doelstelling kritisch volgen;• kwaliteit bewaken;• bewaken dat het plan aansluit bij de noden en behoeften van de zorgvrager; • financiële grenzen van de uitvoering bewaken;• initiatief nemen tot een gesprek met individuele zorgverleners;• rapportages over de zorg regelmatig evalueren;• regelmatig overleggen en zo nodig plan bijstellen; • problemen bespreekbaar maken;• initiatief nemen voor een evaluatiegesprek met de zorgvrager en de zorgverlener(s)

tezamen.

Element 8.4Multidisciplinair samenwerken:

• verantwoordelijkheid nemen; • initiatief tot samenwerken nemen;• samenwerking tussen professionals bevorderen;• samenwerking van professionals met vrijwilligers bevorderen;• samenwerking van professionals met mantelzorgers bevorderen;• volgens vastgestelde afspraken evalueren;• individuele zorgverleners stimuleren in de richting van de doelen; • overleggen met andere hulpverleners over te behalen resultaten;• raadplegen van andere hulpverleners bij twijfel of bij complicaties;• mondeling en schriftelijk communiceren over eigen bevindingen.

41

Page 42: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 8.5Continuïteit van de zorgverlening waarborgen:

• zorgen dat alle betrokkenen over de juiste informatie beschikken;• zorgen dat de zorgvrager over de juiste informatie beschikt;• zorgen dat de zorgvrager niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd;• continuïteit in persoon bevorderen en bewaken;• continuïteit in tijd bevorderen en bewaken;• continuïteit in aanpak bevorderen en bewaken; • overlap in de activiteiten voorkomen;• op het juiste moment instellingen en personen inschakelen.

42

Page 43: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

9 Rol: Ontwerper

Domein: Organisatie van zorg Domeinspecificatie: Zorgprogrammering

CompetentieOm ervoor te zorgen dat in de thuiszorg voldoende deskundigheid en programma’sbeschikbaar zijn om groepsgericht advies, instructie en voorlichting (A.I.V.) te geven,werkt de wijkverpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van A.I.V.-pro-gramma’s.

ToelichtingWijkverpleegkundigen worden niet alleen geacht A.I.V. te geven aan individuen en groe-pen, maar ook mee te werken aan de ontwikkeling en evaluatie van A.I.V.-programma’s.Kenmerkend is hierbij het multidisciplinaire karakter van het werk, en de specifieke ver-pleegkundige inbreng. De wijkverpleegkundige levert haar bijdrage door deel te nemenaan projectgroepen en ontwikkelgroepen. Haar bijdrage kan dan bestaan uit – hetsamen met anderen – ontwikkelen van een (verpleegkundige) module, een cursus, eeneenmalige groepsbijeenkomst of het ontwerp en de inrichting van een voorlichtings-stand. Deze competentie hangt nauw samen met de competenties uitvoeren en het regisserenvan individuele A.I.V. (competentie 1).

Bijhet ontwikkelen van programma’s voor advies, instructie en voorlichting

gaat het om• de alledaagse zorgactiviteiten overstijgen;• advies, instructie en voorlichting (A.I.V.) stimuleren en initiëren;• projectmatig werken;• onderwijskundige principes hanteren;• meeschrijven aan A.I.V.-programma’s;

zodatde thuiszorg over voldoende programma’s beschikt om groepsgericht voorlichting,advies en voorlichting te geven.

Element 9.1De alledaagse zorgactiviteiten overstijgen:

• betrokkenheid tonen bij het onderwerp;• zich kenmerken door een positief-kritische houding;• consequent en consistent alledaagse activiteiten doordenken;• knelpunten en mogelijke verbeterpunten signaleren en analyseren. 43

Page 44: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 9.2Advies, instructie en voorlichting (A.I.V.) stimuleren en initiëren:

• helder, kort en bondig formuleren;• open en doelgericht communiceren;• op de hoogte zijn van stand van zaken in zorg en A.I.V.;• vakliteratuur gebruiken; • behoefteanalyse doen;• in krachtenvelden denken;• op basis van argumenten discussiëren;• ideeën met collega’s bespreken en behoefte en herkenning inventariseren;• organisatorische, financiële en wettelijke kaders gebruiken;• onderbouwde voorstellen aan leidinggevende doen;• argumenten en overtuigingskracht gebruiken; • strategisch handelen;• durven afwijken.

Element 9.3Projectmatig werken:

• vanuit een doelgroepenaanpak werken;• resultaatgericht handelen;• een flexibele houding hebben;• proactief handelen;• tijdslimieten hanteren;• budgetlimieten hanteren;• binnen contractuele afspraken werken.

Element 9.4Onderwijskundige principes hanteren:

• beginanalyse van deelnemers maken;• didactische principes gebruiken;• onderwijsmateriaal gebruiken;• leerpsychologische aspecten hanteren,• principes van ervaringsleren gebruiken;• audiovisueel materiaal gebruiken;• evaluatieprincipes toepassen.

Element 9.5Meeschrijven aan A.I.V.-programma’s:

• ideeën omzetten in een plan van aanpak;• in een projectgroep participeren;• resultaatgericht werken;• tijdslimieten hanteren;• budgetlimieten hanteren;• op een effectieve manier omgaan met onzekerheden;• doorzettingsvermogen tonen bij tegenslagen.

44

Page 45: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

10 Rol: Ontwerper

Domein: Organisatie van zorgDomeinspecificatie: Zorgprogrammering, zorgbeleid en kwaliteitszorg

CompetentieOm de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorgverlening te bevorderen, levert dewijkverpleegkundige een bijdrage aan de ontwikkeling en invoering van zorgprogram-ma’s, protocollen, procedures en kwaliteitscriteria.

ToelichtingIn de thuiszorg wordt ten behoeve van de zorgverlening aan individuele zorgvragersgebruikgemaakt van procedures, protocollen, werkafspraken en werkmethoden. Om dekwaliteit van de zorgverlening te bewaken en te verbeteren worden kwaliteitscriteriavastgesteld voor werkprocessen. In de rol van ontwerper levert de wijkverpleegkundigeeen bijdrage aan de ontwikkeling en het actueel houden van deze elementen van zorg-beleid en kwaliteitszorg. Hiervoor weet zij de alledaagse activiteiten van het primairezorgproces te overstijgen. Ze heeft een wakkere en positief-kritische houding tenopzichte van bestaande werkwijzen en oog voor mogelijke verbeteringen. Zij doet sug-gesties voor nieuwe aanpakken en draagt bij aan de ontwikkeling hiervan. Bij het ont-wikkelen maakt zij gebruik van informatie uit verschillende bronnen, zoals wetenschap-pelijk onderzoek, vakliteratuur en kennis uit andere disciplines. De rol van ontwerper van de wijkverpleegkundige zal veelal betrekking hebben op eenspecifiek beroepsinhoudelijk deel van de zorgverlening. Steeds vaker zal zij echter bijnieuwe ontwikkelingen multidisciplinair samenwerken met vertegenwoordigers vanandere organisaties in de zorgketen en met vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties.Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van zorgprogramma’s voor specifieke doel-groepen van zorgvragers en mantelzorgers. De wijkverpleegkundige zal hieraan vanuithaar deskundigheid met name een inhoudelijke bijdrage leveren. Bij het ontwerpproces van een vernieuwing is het van belang dat de wijkverpleegkundi-ge van het begin af aan oog heeft voor de behoefte van de doelgroep en voor de toepas-baarheid ervan. Als de nieuwe werkwijze totstandgekomen is, levert de wijkverpleeg-kundige ten slotte een bijdrage aan de invoering ervan.

Bijhet ontwikkelen van instrumenten voor kwaliteit

gaat het om• de alledaagse zorgactiviteiten overstijgen;• programmatisch werken;• projectmatig werken;• een inhoudelijke bijdrage leveren aan innovatie;• samenwerken met anderen; • zich vaardig uitdrukken;

45

Page 46: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• bijdragen aan implementatie;• onderwijskundige principes hanteren;

zodater hulpmiddelen in de organisatie beschikbaar zijn voor kwaliteitsverhoging van dezorg.

Element 10.1De alledaagse zorgactiviteiten overstijgen:

• betrokkenheid tonen bij het onderwerp;• zich kenmerken door een positief-kritische houding;• consequent en consistent alledaagse activiteiten doordenken; • knelpunten en mogelijke verbeterpunten signaleren en analyseren.

Element 10.2Programmatisch werken:

• helder, kort en bondig formuleren;• open en doelgericht communiceren;• op de hoogte zijn van de stand van zaken in zorgprogrammering;• vakliteratuur gebruiken; • behoefteanalyse doen;• in krachtenvelden denken;• op basis van argumenten discussiëren;• ideeën met collega’s bespreken en behoefte en herkenning inventariseren;• organisatorische, financiële en wettelijke kaders gebruiken;• onderbouwde voorstellen aan leidinggevende doen;• argumenten en overtuigingskracht gebruiken; • strategisch handelen;• durven afwijken.

Element 10.3Projectmatig werken:

• ideeën omzetten in een plan van aanpak;• in een projectgroep participeren;• resultaatgericht werken;• tijdslimieten hanteren;• budgetlimieten hanteren;• op een effectieve manier omgaan met onzekerheden;• doorzettingsvermogen tonen bij tegenslagen.

Element 10.4Een inhoudelijke bijdrage leveren aan innovatie:

• kennis van eigen vakgebied en van andere disciplines gebruiken;• relevante (vak)literatuur gebruiken;• bestaande theorieën en modellen gebruiken;

46

Page 47: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• resultaten van wetenschappelijk onderzoek gebruiken;• creatief denken;• oog hebben voor de behoeften van de doelgroep;• rekening houden met de toepasbaarheid van methodiek of methode;• rekening houden met de gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe werkwijze.

Element 10.5Samenwerken met anderen:

• vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties betrekken;• open communiceren;• zich assertief opstellen;• zich flexibel opstellen;• voor eigen deskundigheid instaan;• flexibel omgaan met eigen grenzen;• feedback geven en ontvangen.

Element 10.6Zich vaardig uitdrukken:

• ideeën mondeling helder en duidelijk formuleren;• ideeën schriftelijk helder en duidelijk formuleren;• de essentie van de boodschap effectief overbrengen;• rekening houden met het verschil in mondelinge en schriftelijke taal;• rekening houden met mogelijke storingen bij zender, boodschap en ontvanger.

Element 10.7Bijdragen aan implementatie:

• een voorbeeldfunctie vervullen;• instructie geven;• een bijdrage leveren aan een scholingstraject;• begeleiding geven;• geven en ontvangen van feedback; • motiveren;• initiatief nemen tot evaluatie;• uitvoeren van evaluatie van de nieuwe werkwijze.

Element 10.8Onderwijskundige principes hanteren:

• beginanalyse van deelnemers maken;• didactische principes gebruiken;• onderwijsmateriaal gebruiken;• leerpsychologische aspecten hanteren;• principes van ervaringsleren gebruiken;• audiovisueel materiaal gebruiken;• evaluatieprincipes toepassen.

47

Page 48: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

11 Rol: Coach

Domein: Organisatie van zorgDomeinspecificatie: Werkbegeleiding

CompetentieOm stagiaires en collega’s in de thuiszorg te steunen bij de uitoefening van hun beroepen hun groei en ontwikkeling hierin, staat de wijkverpleegkundige hun als coach terzijde.

ToelichtingWijkverpleegkundigen maken deel uit van teams, waarvan de samenstelling per organi-satie kan verschillen. De rol van coach van de wijkverpleegkundige komt daarbij op ver-schillende manieren tot uitdrukking. Soms is deze rol meer impliciet doordat de wijk-verpleegkundige een voorbeeldfunctie vervult, bijvoorbeeld in een situatie waarin zijsamenwerkt met verzorgenden en ook helpenden. Soms coacht zij meer expliciet, zoalsbij het begeleiden van stagiaires, het inwerken van nieuwe collega’s en uitzendkrachten.Soms coacht zij teamgenoten, soms ook collega’s uit een ander team. In haar rol vancoach geeft zij hun feedback en begeleidt hen waar nodig ten behoeve van een kwalita-tief goede en doelmatige zorg. Om een goede coach te zijn is het in de eerste plaats van belang dat een wijkverpleeg-kundige authentiek, oprecht betrokken en zelfbewust functioneert. Zij stelt zich openen eerlijk op naar de ander en weet zicht te krijgen op diens belevingswereld, gevoelens,behoeften en mogelijkheden. Zij weet wat ze van de ander mag verwachten en coachtop een manier die aansluit bij diens ontwikkelingsniveau. Essentieel is dat de wijkver-pleegkundige beschikt over goede communicatieve vaardigheden en in staat is zowelfeedback te geven als te ontvangen. Zij is in staat problemen te signaleren en te analyse-ren en oplossingsgericht te werk te gaan. Op deze manier helpt zij anderen bij het lerenmaken van eigen keuzes en het competent en zelfstandig uitvoeren van hun werk. Bij het begeleiden van stagiaires en het inwerken van collega’s gaat de wijkverpleegkun-dige procesmatig te werk. Het coachen door de wijkverpleegkundigen is meestal gerichtop individuen. Soms lenen problemen of vragen zich voor reflectie in teamverband. Dewijkverpleegkundige heeft dan ook een actieve rol in het signaleren hiervan en organi-seert intervisie- of reflectiebijeenkomsten. De wijkverpleegkundige vervangt in haar rolals coach geenszins de direct leidinggevende of de personeelsfunctionaris. Zij coachtvanuit haar deskundigheid als wijkverpleegkundige en niet vanuit een personeels- ofmanagementfunctie. In organisaties waarin teams verpleging en teams huishoudelijke zorg gescheiden zijn,kan de wijkverpleegkundige initiatief nemen om verzorgenden en helpenden te onder-steunen ten aanzien van de zorgverlening. Ook werken wijkverpleegkundigen steedsmeer samen met verzorgenden in verzorgingshuizen. Het opbouwen van een relatie alscoach vergt in deze prille situaties de nodige takt en diplomatie.

48

Page 49: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Bijhet coachen en het geven van werkbegeleiding

gaat het om• initiatief nemen tot coaching;• de leerbehoeften van de ander herkennen en erkennen;• rekening houden met de mogelijkheden van de ander;• een benaderingswijze kiezen die past bij de situatie;• vaardigheden tonen ten aanzien van de volgende benaderingswijzen;• als rolmodel fungeren;

zodatstagiaires en nieuwe collega’s worden geholpen zich te ontwikkelen tot goede zorgverle-ners.

Element 11.1Initiatief nemen tot coaching:

• interesse tonen in de ander en diens functioneren;• zich op de hoogte stellen van het functioneren van de ander;• initiatief nemen tot een gesprek;• gesignaleerde problemen of leerpunten bespreekbaar maken;• behoefte aan coaching buiten het eigen team signaleren;• buiten het eigen team dezelfde coachingsvaardigheden demonstreren als binnen het

eigen team.

Element 11.2De leerbehoeften van de ander herkennen en erkennen:

• effectief omgaan met een defensieve, niet-open houding van de ander; • open, actief en reflectief luisteren en reageren op de ander;• de ander stimuleren zich te uiten over haar waarnemingen en gevoelens;• zich empathisch opstellen;• gericht waarnemen;• de ander duidelijk maken dat je haar gevoelens hebt begrepen.

Element 11.3Rekening houden met de mogelijkheden van de ander:

• blijk geven van belangstelling voor de mogelijkheden van de ander;• blijk geven van inzicht in wat van de ander verwacht mag worden; • kennis demonstreren van ontwikkelingsfases van een beroepsbeoefenaar;• taalgebruik afstemmen op de ander;• geaccepteerde werkopdrachten als uitgangspunt voor feedback gebruiken;• aansluiten bij de leerstijl van de ander.

49

Page 50: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 11.4Een benaderingswijze kiezen die past bij de situatie:

• de situatie analyseren;• onderscheid maken tussen verschillende doelen en bijbehorende benaderingswijzen

van coaching;• blijk geven van kennis van de stagedoelen;• blijk geven van kennis van de leerdoelen;• openstaan voor de leermogelijkheden;• inwerkmodules gebruiken;• stagemodules gebruiken;• werken binnen de interne formele afspraken;• werken binnen de externe formele afspraken.

Element 11.5Als rolmodel fungeren:

• inspireren, motiveren, waardering geven;• feedback geven op inhoud, gedrag en gevoelens;• een open en eerlijke houding hebben;• openstaan voor het ontvangen van feedback;• aan zelfreflectie doen;• uitgaan van eigen kernkwaliteiten;• reflecteren met anderen op eigen en professionele normen.

50

Page 51: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

12 Rol: Beroepsbeoefenaar

Domein: BeroepDomeinspecificatie: Beroepsuitoefening

CompetentieOm kwalitatief verantwoorde zorg te bieden, functioneert de wijkverpleegkundige pro-actief en anticiperend als lid van een organisatie en van een team.

ToelichtingDe wijkverpleegkundige die in de thuiszorg werkt is niet alleen een professioneel ver-pleegkundige. Zij is ook lid van een organisatie. Deze rol geeft haar verplichtingen. Zijkan bijvoorbeeld optreden als een intermediair tussen de zorgvrager en de organisatie.Door het contact met de zorgvragers kan zij het management voorzien van informatiedie belangrijk is uit het oogpunt van marketing. Maar zij vervult ook een eigen rol ineen team. Zij is bijvoorbeeld aan haar beroepswaarden verplicht beslissingen die ingaantegen de belangen van de zorgvrager niet klakkeloos te accepteren. Juist in de uitoefe-ning van de rollen van zorgverlener en organisatiedeelnemer ligt een voortdurende bronvan spanning. Volgens de International Council of Nurses is de moeilijkste taak voorverpleegkundigen door te gaan met het verlenen van menselijke morele zorg vanuit eenorganisatie die naar doelmatigheid en rentabiliteit streeft. Een kern van professionaliteitligt in het niet afwijzen van doelmatigheid en rentabiliteit, maar deze ook niet als enigewaarheid te accepteren. Zorg voor organisaties en zorg voor individuele mensen vragenverschillende competenties. De opdracht van de wijkverpleegkundige is op een creatie-ve, flexibele en standvastige manier om te gaan met deze spanning. Juist hier spelenpersoonlijke vaardigheden en hoedanigheden een belangrijke rol. Veel veranderingen enbeslissingen in organisaties worden ingegeven door zaken die rechtstreeks het voortbe-staan van de organisatie betreffen. Maar tegelijk worden ook veel beslissingen ingege-ven door trends, modes en beslissingen uit de omgeving van de organisatie zoals over-heid en financieringsbronnen.

Bijhet functioneren als professional in een dienstverlenende organisatie

gaat het om• voor een professionele stem in de thuiszorg zorgen; • spanning tussen doelmatigheid en kwaliteit hanteren;• spanning tussen beroep en organisatie productief maken;• functioneren als actief teamlid;• als leidinggevend verpleegkundige functioneren;

zodatde wijkverpleegkundige als professioneel teamlid kan werken. 51

Page 52: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 12.1Voor een professionele stem in de thuiszorg zorgen:

• zich met de beroepswaarden identificeren;• in ethische commissies participeren;• uitdragen van beroepswaarden en deskundigheid in de dagelijkse praktijk;• het functioneren van een verpleegkundige adviesraad steunen;• initiatief nemen tot de instelling van een verpleegkundige adviesraad;• actief zoeken naar mogelijkheden voor een professionele inbreng in de organisatie.

Element 12.2Spanning tussen doelmatigheid en kwaliteit hanteren:

• voorstellen doen voor doelmatige werkvormen;• voorstellen doen voor efficiënte werkvormen;• voorstellen doen voor klantgerichte werkvormen;• regelmatig verbetervoorstellen doen aan management;• informatie die van belang is voor verbetering van zorg verzamelen;• budget waarvoor zij verantwoordelijk is bewaken;• participeren in multidisciplinaire werkgroepen (zorg/beleid/financiën).

Element 12.3Spanning tussen beroep en organisatie productief maken:

• beleidsbeslissingen niet onvoorwaardelijk accepteren;• zelfstandig en onafhankelijk een oordeel vormen;• zich neerleggen bij het onvermijdelijke;• open en op basis van argumenten onderhandelen;• voor vakinhoud zorgen tijdens discussies;• bijdragen aan acceptatie van goed zorgbeleid;• alert zijn op mythes en rituelen van het beroep;• alert zijn op mythes en rituelen van de organisatie;• verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag in de organisatie;• een kritische houding tonen in de verhouding zorgvraag, technologie en bureaucratie;• een lerende houding demonstreren.

Element 12.4Functioneren als actief teamlid:

• rolmodel zijn;• onafhankelijke standpunten durven innemen;• bijdragen aan een open werkklimaat;• tekorten in teamdeskundigheid effectief hanteren;• effectief omgaan met hoge werkdruk;• teamgeest stimuleren;• lezen van vakliteratuur stimuleren;• collega’s activeren tot actieve teamdeelname.52

Page 53: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Element 12.5Als leidinggevend verpleegkundige functioneren:

• meewerken aan kwaliteitssystemen voor verantwoorde zorg;• vaardigheden demonstreren in het hanteren van budgetten;• zorgverleners aan zorgvragers toewijzen; • kwaliteit van zorg bewaken;• cliëntbesprekingen stimuleren;• cliëntbesprekingen leiden;• vakbekwaamheid in het team bevorderen;• bevorderen deelname zorgvrager aan cliëntbesprekingen; • participatie van stagiaires bevorderen.

53

Page 54: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

13 Rol: Beroepsbeoefenaar

Domein: BeroepDomeinspecificatie: Beroepsinnovatie

CompetentieOm het vak van wijkverpleegkundige te ontwikkelen tot een beroep dat aansluit op deeisen van de eenentwintigste eeuw, vervult de wijkverpleegkundige een actieve rol in devernieuwing van het beroep, in vakinhoudelijke ontwikkelingen en in het bevorderenvan het beroepsbewustzijn bij zichzelf en collega’s.

ToelichtingWijkverpleegkundigen zijn niet alleen verantwoordelijkheid voor hun handelen bij dezorgvrager thuis. Zij zijn ook verantwoordelijk voor hun handelen buiten het zicht vande zorgvrager, als professionele verpleegkundige. De kaders voor hun handelen wordenbepaald door hun professionele referentiekader, dat wordt gevormd door opleiding,deelname aan beroepsorganisaties en inschrijving in het register BIG. Zo wordt in deWet BIG de nadruk gelegd op het behoud van de eigen deskundigheid. Dit heeft alsconsequentie dat (wijk)verpleegkundigen verantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwik-keling, en zich permanent op de hoogte moeten stellen van de ontwikkelingen in hunvakgebied. Ook vakinhoudelijke verdieping en uitbreiding, zoals het uitbouwen van deinhoud en de functie van praktijkverpleegkundige horen hierbij. De wijkverpleegkundige oefent haar beroep meestal uit vanuit een thuiszorgorganisatie.Het getuigt van vakvrouwschap als zij in staat is binnen de grenzen van een organisatieaan haar professionele verplichtingen te voldoen. Dit vraagt van haar dat zij haar capa-citeiten aanwendt en naar mogelijkheden zoekt om mee te werken aan een vorm vanprofessionalisering van het beroep die past bij de eenentwintigste eeuw. Zij identificeertzich met de waarden van het beroep, en incorporeert haar professionaliteit in de dage-lijkse zorgverlening. Dat houdt in dat zij vanuit haar beroepsperspectief standpuntenkan innemen rond ethische, economische, organisatorische en maatschappelijke vraag-stukken. Gezien de combinatie van de kwaliteiten die zijn verbonden aan een hogereberoepsopleiding en aan het beroep, mag van de wijkverpleegkundige worden verwachtdat zij een actieve rol vervult bij de beroepsontwikkeling en bij de ontwikkeling van hetberoepsbewustzijn bij vakgenoten.

Bijberoepsontwikkeling door wijkverpleegkundigen

gaat het om• bijdragen aan de integratie van wijkverpleging en thuiszorg;• verhogen van de rationaliteit van het beroep;• de klantgerichtheid van het beroep verhogen;• de zorg voor mensen uit andere culturen verbeteren;54

Page 55: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

zodatde wijkverpleging als dienstverlenend vak in de thuiszorg kan aansluiten bij de eisen vande maatschappij.

Element 13.1Bijdragen aan integratie van wijkverpleging en thuiszorg:

• eigen beroepsgrenzen relativeren zonder eigen deskundigheid te verloochenen;• beroepswaarden uitdragen tijdens functioneren in de organisatie; • de situatie waarin de wijkverpleging als zich professionaliserend beroep bevindt

begrijpen;• open en met argumenten communiceren;• verzorgenden en helpenden actief uitnodigen tot deelname aan discussies; • open en beargumenteerd met beleidsfunctionarissen en management discussiëren;• initiatief nemen tot de ontwikkeling van gezamenlijke referentiekaders.

Element 13.2Verhogen van de rationaliteit van het beroep:

• meewerken aan standaard- en protocolontwikkeling;• participeren in de ontwikkeling van nieuwe classificatiesystemen, standaarden en

modellen voor de praktijk;• concreet rekening houden met wet- en regelgeving in de beroepspraktijk en beroeps-

ontwikkeling; • participeren in (verplegings)wetenschappelijk en praktijkonderzoek; • regelmatig de efficiëntieaspecten van het beroepsmatig handelen evalueren;• regelmatig de effectiviteit van beroepsmatig handelen evalueren;• actief contact zoeken met behandelend artsen en andere professionals;• actief zoeken naar samenwerking met vrijwilligers en mantelzorgers.

Element 13.3Klantgerichtheid van het beroep verhogen:

• meewerken aan projecten klantgerichtheid;• samenwerken met zorgvragers en patiëntenorganisaties;• een rolmodel zijn voor belevingsgerichte zorg;• met anderen klantvriendelijke werkmethoden ontwikkelen;• actief zoeken naar participatie van zorgvragers in de zorg; • gebruikersraden (van zorgvragers en mantelzorgers) actief opzoeken en gebruiken.

Element 13.4De zorg voor mensen uit andere culturen verbeteren:

• zich openstellen voor aspecten van interculturele verpleging;• praktische tips voor interculturele verpleging ontwikkelen;• casussen vanuit de praktijk analyseren en hierop reflecteren;• voorstellen doen voor interculturele zorg aan het management;• deelnemen aan werkgroepen interculturele verpleging.

55

Page 56: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

14 Rol: Beroepsbeoefenaar

Domein: BeroepDomeinspecificatie: Beroepsuitoefening

CompetentieOm de zorgverlening te laten voldoen aan eisen die gesteld mogen worden aan een ver-pleegkundige die opgeleid is op hbo-niveau, integreert de wijkverpleegkundige professi-onele waarden, maatschappelijke waarden en medische en verpleegtechnische vaardig-heden in de uitoefening van haar beroep.

ToelichtingDe wijkverpleegkundige oefent haar beroep meestal uit in de context van een organisa-tie. Zij doet dit steeds vanuit haar professionele referentiekader, dat wordt gevormddoor opleiding, deelname aan beroepsorganisaties en inschrijving in het BIG-register.Dit geeft haar speciale verplichtingen. Zij moet rekening houden met professionelewaarden en standaarden, economische normen en maatschappelijke normen enwaarden. In de huidige maatschappij worden professionele waarden niet meer vanzelf-sprekend aanvaard. Volgens de International Council of Nurses verkeert de verpleeg-kundige in een positie die van haar vraagt om de waarde van haar werk voor de maat-schappij duidelijk te maken. Voor wijkverpleegkundigen geldt dit zeker in nog groteremate. Zij moeten aantonen wat de waarde van hun professioneel handelen is voor demaatschappij en voor de thuiszorg. Dit vraagt van hen dat zij zich bewust zijn van deprofessionele en maatschappelijke verplichtingen. Zij zullen zich hier niet alleen inwoord op beroepen, maar dit bewustzijn zal juist blijken uit hun gedrag in alledaagsesituaties en omstandigheden.

Bijhet functioneren als wijkverpleegkundige op hbo-niveau

gaat het om• technische vaardigheden demonstreren;• kritisch denken demonstreren;• gevoeligheid voor vraaggerichtheid in zorgsysteem demonstreren;• hbo-standaard omzetten in gedrag;• zorgen voor eigen deskundigheid:• een open houding ten aanzien van het beroep hebben;

zodatde wijkverpleegkundige het vereiste niveau van functioneren kan bereiken.

Element 14.1Technische vaardigheden demonstreren:

• zorgen voor voldoende veiligheid voor zichzelf en collega’s;• zorgen voor voldoende hygiënische maatregelen;

56

Page 57: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• zorgen voor voldoende veiligheid voor de zorgvrager;• medische technieken op de juiste manier uitvoeren;• achtergrondkennis demonstreren bij het uitvoeren van medische en verpleegkundige

technieken;• voorzien in controlesystemen.

Element 14.2Kritisch denken demonstreren:

• kritisch omgaan met modes en trends binnen de verpleging en de thuiszorg;• creatief zijn in het oplossen van problemen;• reflecteren op eigen gedrag en groepsgedrag;• onafhankelijk en zelfstandig oordelen;• analyseren en synthetiseren; • wetenschappelijke en professionele kennis gebruiken; • de ‘waarheid’ van de praktijk relativeren;• verschillende beslissingsmodellen gebruiken.

Element 14.3Gevoeligheid voor vraaggerichtheid in zorgsysteem demonstreren:

• meewerken aan de rechtvaardige verdeling van zorg;• geen willekeurige voorkeuren van zorgvragers of zorgaanbieders accepteren;• meewerken aan flexibel aanbod van zorg;• meewerken aan zorg ten behoeve van de gehele mens;• geen uitsluiting van psychosociale zorg accepteren;• belangen van de zorgvrager boven belangen van het team stellen.

Element 14.4Hbo-standaard omzetten in gedrag:

• zelfstandig als beroepsbeoefenaar binnen een organisatie werken;• kennis en vaardigheden vanuit verschillende vakinhoudelijke disciplines gebruiken;• relevante (wetenschappelijke) inzichten, concepten, theorieën toepassen;• onderzoeksresultaten toepassen in het werk;• brede inzetbaarheid tonen;• creativiteit en flexibiliteit tonen;• probleemoplossend werken;• meerdere oplossingsstrategieën gebruiken;• methodisch en reflectief werken;• basale management- en coördinatietaken uitvoeren;• communiceren en samenwerken zodat de arbeidsorganisatie zich ontwikkelt.

Element 14.5Zorgen voor eigen deskundigheid:

• deelnemen aan professionele verenigingen zoals LVW en hiervan afgeleide werkgroe-pen en vakgroepen;

• vakliteratuur bijhouden;

57

Page 58: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

• vakliteratuur met collega’s bespreken;• symposia en workshops bezoeken.

Element 14.6Een open houding ten aanzien van het beroep hebben:

• zich ontvankelijk opstellen voor vernieuwingen;• actief op zoek zijn naar veranderingen in eigen werk;• openstaan voor discussies;• op basis van argumenten discussiëren;• eigen mening relativeren;• eigen mening bij discussies geven;• conflicten op een effectieve manier hanteren;• openstaan voor meerdere beroepsopvattingen.

58

Page 59: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

3 Voorbeelden ter illustratie en onderbouwing van de competenties

Voorbeeld 1 Rol: regisseur, competentie 8

Om zorg in de thuissituatie – vanuit het perspectief van de zorgvrager – als een samenhangendgeheel te laten verlopen, stelt de wijkverpleegkundige een integraal zorgplan op, zorgt ervoor dater uitvoering aan wordt gegeven, houdt toezicht op die uitvoering, stelt het zorgplan zo nodig bijen bewaakt het realiseren van de integrale doelen.

59

Ik bezoek wekelijks een 60-jarige vrouw,met de medische hoofddiagnose multiplesclerose. Zij wordt dagelijks verpleegd enverzorgd door haar man (65 jaar), sindshij niet meer werkt. Hij is hiervoor gedu-rende een groot aantal jaren, 24 uur perdag in touw. De vier kinderen wonenbuiten de stad. Er bestaat een goede rela-tie met de kinderen en kleinkinderen,maar de afstanden zijn te groot om dage-lijks bij te kunnen springen. Het echtpaarwordt ondersteund door een ziekenver-zorgende (1 x per dag) en een gezinsver-zorgende (1 x per week).

Mw. De Wit heeft een indrukwekkendepatiëntencarrière doorlopen vanwegehaar multiple pathologie. Zij is meer dantien jaar rolstoelafhankelijk. Ten gevolgevan de MS heeft zij veel paresen vanarmen en benen. Zij heeft weinig hand-functie meer, contracturen aan armen,veel spalken en andere steunmiddelen omhet lichaam te steunen. Zij heeft veelpijn. Zij heeft een tillift en een elektri-sche rolstoel. Het huis is voldoende aan-gepast. Eten en drinken en uitscheidingvan urine en ontlasting zijn problema-tisch. Het ziekteverloop is nu redelijkstabiel.

� Neemt initiatief tot eengesprek met zorgvrager en/ofzorgverleners

� Bewaakt kwaliteit

� Doet assessment op niveaucliënt

� Doet assessment op niveausysteem

Element 8.3Het verloop van de zorg kritischvolgen en bewaken

Element 8.1Een assessment (behoeftepeiling)doen

Samenvatting situatie Gedrag Element

Page 60: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

60

Meneer en mevrouw ervaren beiden hunsituatie als zwaar, wat betreft de adl-acti-viteiten en de steun die hierbij nodig is.Zij hebben een hechte liefdevolle relatie,maar zij vertellen dat er nu spanningengaan ontstaan omdat het voor meneerDe Wit te zwaar dreigt te worden. Manen vrouw willen elkaar sparen, waardoorsoms situaties ontstaan die een van bei-den of beiden niet willen.

Mevrouw heeft een formele verpleeghuis-indicatie, maar geen van beiden willendat mevrouw nu naar een verpleeghuisgaat.

De kinderen benadrukken dat het echt-paar geen stappen moet ondernemenwaardoor zij een recht op een verpleeg-huisindicatie verliezen, als het helemaalniet meer gaat. Er is trouwens ook eenwachtlijst.

Ik heb de laatste keren hier intensief metbeiden over gesproken, soms samen eneen enkele keer met de partners apart.

Mijn beleid is er nu op gericht ombinnen de geïndiceerde zorg te zoekennaar mogelijkheden dat de zorg beterafgestemd kan worden op de situatie, enop de wens om thuis te blijven. Omdatde mogelijkheid bestaat tot aanvullendeverpleeghuiszorg, heb ik contact gezochtmet het team dat beslist over toelatingtot deze zorgvorm.

Door deze gesprekken heb ik een procesbij mijzelf en bij het echtpaar in ganggezet, waardoor er verwachtingen bijallen is geschapen, die ik moest gaanwaarmaken.

Ik heb de situatie zo duidelijk mogelijkin kaart gebracht, een aantal problemengeformuleerd en de wensen vanmevrouw én meneer De Wit beschrevenin de aanmelding.

Samenvatting situatie Gedrag Element

� Zoekt met zorgvrager(s) naarsamenhang tussen problemendie zij ervaren en de behoefteaan zorg

� Doet assessment op niveausysteem

� Doet assessment op niveauprofessionele hulp

� Zoekt met zorgvrager(s) naarsamenhang tussen problemendie zij ervaren en de behoefteaan zorg

� Stelt doelen in samenspraakmet zorgvrager vast

� Volgt kritisch het verloopvan de doelen richting doel-stelling

� Overlegt met andere hulpver-leners over te behalen resul-taten

� Initiatief tot samenwerkingnemen

� Treft maatregelen zodatwordt voorkomen dat dezorgvrager ieder keeropnieuw zijn verhaal moetvertellen

� Communiceert mondeling enschriftelijk over eigen bevin-dingen

� Stelt doelen in samenspraakmet zorgvrager vast

Element 8.1Een assessment (behoeftepeiling)doen

Element 8.2Een uitvoeringsplan samenstellen

Element 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewaken

Element 8.4Multidisciplinair samenwerken

Element 8.4Multidisciplinair samenwerkenElement 8.5Continuïteit van de zorgverle-ning waarborgen

Element 8.4Multidisciplinair samenwerken

Element 8.2Een uitvoeringsplan samenstellen

Page 61: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

61

Samenvatting situatie Gedrag Element

Ik weet nog niet precies wat de specifie-ke doelen moeten zijn, maar er moet inieder geval aan gewerkt worden datmevrouw De Wit minder afhankelijkwordt van haar man, zodat er voor bei-den meer ontspanning mogelijk is. Datblijkt ook uit wat zij vertellen, wat zijgraag willen.

Meneer wil niet nog meer mensen in huisdie de zorg overnemen, hij wil welondersteuning bij de zorg. De aanpassin-gen in het huis zouden nog eens nage-lopen moeten worden. Er moet ooknagedacht worden over hulpmiddelenvoor communicatie en lezen. Lezen vindtmevrouw heerlijk, en als zij leest voeltmeneer zich ontspannen.

Ik ben gaan nadenken over de stappendie nodig zijn, en over de consequentiesals zij worden toegelaten, maar ook alszij niet worden toegelaten.

Ik heb ondertussen een onderhandelings-strategie voor mijzelf bedacht, en hebhierover met een collega gesproken.

Nadat mevrouw is toegelaten tot dezezorgvorm, heb ik een overleg georgani-seerd met de verpleeghuisarts en hetgezin, ik heb contact opgenomen met dehuisarts, en heb samen met de verpleeg-huisarts een bespreking met het gezingehad, en we hebben een teamvergade-ring met als thema ‘aanvullende ver-pleeghuiszorg’ voorbereid.

Nadat er is afgesproken dat de fysiothe-rapeut oefeningen zal uitwerken, deergotherapeut de huisaanpassingen heeftnagelopen, en de verpleeghuisarts eenbeleid heeft ingezet te bestrijding van eenchronische blaasontsteking en ter bevor-dering van de stoelgang, moet ik ervoorzorgen dat deze afspraken worden nage-komen. Dat is geen sinecure, want het

� Doet assessment op niveausysteem

� Doet assessment op niveauprofessionele hulp

� Volgt kritisch het verloopvan de doelen richting doel-stelling

� Schakelt op het juistemoment instellingen en per-sonen in

� Coördineert samenwerkingprofessionals en zorgvragers

� Bewaakt voortgang en conti-nuïteit

� Treft maatregelen opdat zorgactiviteiten op het juistemoment door de juiste per-soon worden verricht

� Stelt vast welke zorg in vormen tijd geboden wordt

� Legt een dossier aan

� Coördineert samenwerkingprofessionals

� Treft maatregelen ter voorko-ming dat zorgvrager van hetkastje naar de muur wordtgestuurd

Element 8.1Een assessment (behoeftepeiling)doen

Element 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewaken

Element 8.5Continuïteit van de zorgverle-ning waarborgen

Element 8.4Multidisciplinair samenwerken

Element 8.5Continuïteit van de zorgverle-ning waarborgen

Element 8.5Continuïteit van de zorgverle-ning waarborgen

Element 8.2Een uitvoeringsplan samenstellen

Element 8.4Multidisciplinair samenwerken

Element 8.5Continuïteit van de zorgverle-ning waarborgen

Page 62: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

62

Samenvatting situatie Gedrag Element

blijkt dat iedere discipline zo haar eigenwerkmethoden kent. Ik moet dan ookstappen ondernemen om een geïnte-greerd zorgplan te maken. We hebbenhiervoor geen formulieren, dus probeerik zo veel mogelijk informatie en formu-laria van de verschillende disciplines ende thuiszorg te verbinden. Ik vind dat jehier geen punt van moet maken, maardit zo efficiënt mogelijk moet doen.Roeien met de riemen die je hebt. Vervolgens word ik ook geconfronteerdmet bureaucratische procedures. En moetik regelmatig onderhandelen met de indi-catiestellers van het RIO. Ook is het inde thuiszorgorganisatie waar ik werk nogniet vanzelfsprekend dat dit allemaalextra werk kost. De directie staat er vol-ledig achter. Maar mijn operationeelmanager blijft maar benadrukken dat ikproductie moet leveren. Ik moet telkensde discussie aangaan over klantgericht-heid, kwaliteit en doelmatigheid.

Toch heb ik dat ingecalculeerd als zorg-coördinator. Ik wil daar geen schuldge-voel over krijgen. Ik heb het gevoel datik door de rol van zorgcoördinator opme te nemen, de motor van de zorg bengeworden, en dat ik de touwtjes steedsstrakker aan moet trekken om de motorte laten lopen.

Mevrouw en meneer De Wit kunnen inieder geval weer een tijd vooruit, ik moetdit wel goed in de gaten houden. Dus legik alvast een aantal punten vast waar ikop wil letten, en ik wil toch nog eens inde organisatie en het team aan de ordestellen dat we ervoor moeten zorgen dater minder ziekenverzorgenden en gezins-verzorgenden in dit gezin komen.Continuïteit in personen is erg belangrijkvoor allen. Anders is het bijna ook niette regisseren en te coördineren. Want tel-kens blijkt dat verzorgenden niet op dehoogte zijn van gemaakte afspraken.

� Communiceert schriftelijk

� Volgt kritisch het verloopvan de doelen

� Overlegt met anderen over tebehalen resultaten

� Schat behoefte aan coördina-tie in

� Volgt kritisch het verloop

� Stelt evaluatiepunten vast

� Coördineert samenwerkingprofessionals

� Spoort op en corrigeertafwijkingen van de koers vanindividuele zorgverleners

� Bewaakt verloop van de zorg� Evalueert de zorg

� Bewaakt verloop van de zorg

Element 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewakenElement 8.4Multidisciplinair samenwerken

Element 8.1Een assessment (behoeftepeiling)doen

Element 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewakenElement 8.2Een uitvoeringsplan samenstellen

Element 8.4Multidisciplinair samenwerkenElement 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewaken

Element 8.3Kritisch het verloop van de zorgvolgen en bewaken

Page 63: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Voorbeeld 2 Rol: ontwerper, competentie 10

Om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorgverlening te bevorderen, levert de wijkverpleeg-kundige een bijdrage aan de ontwikkeling en invoering van zorgprogramma’s, protocollen, proce-dures en kwaliteitscriteria.

63

Samenvatting situatie Gedrag Element

In mijn organisatie wordt gewerkt metgeïntegreerde teams verpleging en ver-zorging. De verzorgenden hadden eenbijscholing gekregen in het maken vaneen zorgplan. Er was echter nog geenplan voor het vervolg. Daarnaast vond ikdat het taalgebruik van sommige onder-delen van het zorgplan niet helemaalpassend was. Aan het eind van de cursus vroeg ik mijaf: hoe gaat het nu verder, welke stappenvolgen er? Vanuit de organisatie was aan-gegeven dat wij als verpleegkundigen alscoach zouden gaan fungeren voor de ver-zorgenden. Daar hebben we ook bijscho-ling over gehad. Ik beschouw mezelf ookals mentor van dat team. Je moet dat opeen zo goed mogelijke manier proberenop een ander peil te brengen. Dat vind ikwel mijn taak, ook wel omdat het depatiëntenzorg overstijgt. Ik vind het ookleuk. We hebben een goed team metelkaar. We zijn open tegen elkaar. Wekunnen dingen tegen elkaar zeggen.Ik bedacht: om te kunnen coachen moeten we alle zorgplannen onder deloep nemen; hoe werkt dit, hoever zijnjullie ermee? Dan moeten in vergaderin-gen zorgplannen ingebracht en bespro-ken kunnen worden.Ik zat toen bij mezelf alles na te gaanwat er nodig zou zijn. Op dat momentwas ik alleen als wijkverpleegkundige. Ikheb toen een werkplan gemaakt. Ik hadhet er wel over met een wijkziekenver-zorgende maar in principe heb ik dit planzelf bedacht. Zij heeft mij geholpen metde uitvoering van dit plan; onder anderehet installeren van groepjes.

� Kenmerkt zich door eenpositief-kritische houding

� Signaleert en analyseert knel-punten en mogelijke verbe-terpunten

� Toont betrokkenheid

� Doordenkt consequent enconsistent alledaagse acti-viteiten

� Zet ideeën om in een planvan aanpak

� Bespreekt ideeën met colle-ga’s en peilt behoeften enherkenning

Element 10.1 Alledaagse zorgactiviteiten over-stijgen

Element 10.1 Alledaagse zorgactiviteiten over-stijgen

Element 10.1 Alledaagse zorgactiviteiten over-stijgen

Element 10.3 Projectmatig werken

Element 10.2Programmatische aanpak stimu-leren

Page 64: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

64

Samenvatting situatie Gedrag Element

In het plan had ik aandacht besteed aan:• Het feit dat het maken van een zorg-

plan voor de verzorgenden ook nieuwwas; dat zij moesten gaan leren eerst-verantwoordelijke in zorgsituaties tezijn

• Het ontwerpen/aanpassen van de for-mulieren voor het zorgplan

• Een stappenplan, een tijdsplanning eneen specificatie van het aantal urendat het voor welke personen zoukosten.

We hebben het plan op papier gezet enaan de manager gegeven. Deze heeft hetgelezen en ging akkoord. Vervolgenshebben we het plan besproken in deteamvergadering en gevraagd wat ze ervan vonden. Later heb ik het ook aan destaffunctionaris verteld en die vond hetprima. Wij begonnen in kleine groepjes, met mijals begeleider, al onze zorgplannen onderde loep te nemen en te bespreken. Ookzijn we ermee begonnen dat verzorgen-den de zorgplannen met de cliënten gin-gen bespreken. Het is in principe ook debedoeling dat ze het plan samen met decliënt maken, maar sommigen vinden hetnog moeilijk om het daar ter plekke oppapier te zetten. Bij de cliënt laat de ver-zorgende het plan nu zien en ze vraagt ofdeze het ermee eens is. Op dat momentwordt dan ook meteen de evaluatie afge-sproken.

We hebben samen een formulier voor hetzorgplan gemaakt, zodat de verzorgen-den daarmee konden werken en ook deverpleging. Dat ging dus hoofdzakelijkom het zoeken naar betere bewoordin-gen. Wij (verpleging) maken een ver-pleegplan en dat moest een beetje inelkaar geschoven worden. Dan is hethandig als het op dezelfde manier isopgebouwd, met dezelfde woorden en

� Heeft oog voor de behoeftenvan de doelgroep

� Hanteert tijdslimieten

� Hanteert budgetlimieten

� Doet onderbouwde voorstel-len aan leidinggevende

� Bespreekt ideeën met colle-ga’s en peilt behoefte aanherkenning

� Geeft instructie� Geeft begeleiding� Motiveert

� Heeft oog voor de toepas-baarheid en de gebruiksvrien-delijkheid van de nieuwewerkwijze

Element 10.4Een inhoudelijke bijdrage leve-ren bij innovatie

Element 10.3 Projectmatig werken

Element 10.2Programmatische aanpak stimu-leren

Element 10.7Bijdragen aan implementatie

Element 10.4Een inhoudelijke bijdrage leve-ren bij innovatie

Page 65: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

65

Samenvatting situatie Gedrag Element

omschrijvingen. Het zorgplan is voorna-melijk gebaseerd op Orem en een stukjeGordon, maar daar ben ik iets minderbekend mee. Het was ook zo dat we een nieuwe com-puter hadden waar niet mee gewerktwerd. Ik heb toen gevraagd of ze het for-mulier niet ook op de computer kondenzetten. Dat hebben ze gedaan en nu kun-nen we ermee werken.

Uiteindelijk weten onze verzorgenden nueen zorgplan te maken maar, zeker zobelangrijk, het waarom hiervan te begrij-pen. Nu zijn ook andere teams van dewijkverpleging in onze organisatie hier-mee bezig.

� Maakt gebruik van bestaandetheorieën en modellen

� Signaleert en analyseert knel-punten en mogelijke verbe-terpunten

Element 10.4Een inhoudelijke bijdrage leve-ren bij innovatie

Element 10.1De alledaagse zorgactiviteitenoverstijgen

Page 66: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek
Page 67: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Verklarende woordenlijst

Termen Verklaringen

Adaptatie Het afgestemd zijn van delen van een organisme of vanprocessen op elkaar en van het gehele organisme op hetmilieu (Van Dale 1992). Wordt in de gezondheidszorgmeestal uitgewerkt als het proces van zich aanpassen aande nieuwe situatie die ontstaat door ziekte en de gevolgenvan ziekte. Waarbij de biologische, psychologische, socialeen spirituele processen op elkaar worden afgestemd en inovereenstemming worden gebracht met de omgeving.Afhankelijk van het gebuikte theoretische kader (meestalsysteemleer) worden verschillende wijzen van adapterenbeschreven.

Adaptieve opgaven Zijn al die gevolgen van een ziekte, die het werk – in den-ken, voelen, doen en geloven – voor de betrokkene enzijn directe naaste gezinsleden veroorzaken. Corbin enStrauss (1985) spreken over het nooit eindigende werk.

Assessment Is het besluitvormingsproces dat gebaseerd is op de verza-meling van relevante informatie, waarbij gebruik wordtgemaakt van een relevante set van ethische criteria, diebijdragen aan een overall inschatting en beoordeling vande persoon en zijn situatie (Barker 1997). Voor ditbesluitvormingsproces zijn verschillende stappen en hulp-middelen beschreven. Het verschil met diagnosticeren isdat bij een verpleegkundige diagnose de verpleegkundigezoekt naar specifieke gezondheidsproblemen. Als dezeniet worden gevonden, is er geen reden voor verpleeg-kundige hulp. Bij een assessment wordt er naar de per-soon en zijn situatie gekeken. De verpleegkundige wilzich een indruk van de gehele situatie vormen, van desituatie waarin de cliënt verkeert, zijn doelen, strevingen,opvattingen en problemen. Een assessment beschrijft dedraaglast en de draagkracht van de zorgvrager en zijnmantelzorger, en de vaardigheden waarover ze beschikkenom hiermee om te gaan, en waarin zij tekortschieten.Er wordt gebruikgemaakt van formele en informelemethoden van assessment.

67

Page 68: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Authentiek Overeenkomend met het oorspronkelijke en daaraan zijngezag ontlenend (Van Dale 1992). In de zorgverleningwordt hiermee benadrukt dat de zorgverlener zich in haargedrag niet verschuilt achter procedures, principes enzo-voort. De houding kan ook niet bestaan uit ‘gespreks-trucjes’. Echtheid is nauw verwant met respect, zelf-kennis, empathisch begrijpen, directheid en concreetheidin de communicatie. Authenticiteit wordt in maatschappe-lijke zin, door Charles Taylor (1998), opgevat als moreelideaal. De zorgvrager en verpleegkundige worden danbeiden als een volledig persoon met een levensverhaalbeschouwd.

Beroepsinnovatie De ontwikkeling van het beroep als professionele acti-viteit. Het leveren en vervolmaken van de verpleegkundi-ge waarden en standaarden vanuit een maatschappelijkecontext.

Bestaansproblemen Problemen die niet rechtstreeks en aantoonbaar veroor-zaakt hoeven te worden door een ziekte (dan zouden hetimmers gezondheidsproblemen zijn), maar er nauw meesamenhangen en een rol spelen bij het omgaan met adap-tieve opgaven; ze zijn gerelateerd aan het leven met eenziekte.

Compassie Medelijden (Van Dale 1992). In de zorg- en hulpverleningwordt met compassie bedoeld dat de zorgverlener oprechtmeeleeft met diegene voor wie ze zorgt, zodat haar zorg-verlening niet tot een product vervalt.

Diagnosticeren Het verkrijgen van een uniek, gedetailleerd en omvattendbeeld met de intentie de problematiek van de individuelezorgvrager in zijn of haar situatie te begrijpen.

Evidence based handelen Is de integratie van het beste (onderzoeks)bewijs met kli-nische ervaring en de waarden van de cliënt (Sacket2000). Dat wil zeggen dat verpleegkundigen datgene doen voorde zorgvrager, waarvan is bewezen door middel vanonderzoek dat het de beste keuze is. Tegelijkertijd houdtze rekening met de normen, waarden en voorkeuren vande zorgvrager. Haar eigen klinische ervaring speelt hierbijeen rol. Kern is dat verpleegkundigen niet allerlei zakenkunnen uitvoeren zonder rationele legitimering. In deliteratuur worden vijf niveaus van evidentie beschreven,die samenhangen met de mate van wetenschappelijkheidvan de beslissingen.

68

Page 69: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Gezondheidsproblemen Hieronder vallen problemen die voortkomen uit ziekte,stoornis, beperking of handicap, het verloop van de ziek-te, de ziektefase waarin de cliënt zich bevindt en debehandeling. Om hierin ordening aan te brengen, wordtvaak gebruikgemaakt van de gezondheidspatronen, zoalsGordon (1995) deze heeft geordend.

I.C.F. Internationaal classificatiesysteem voor het ordenen enbeschrijven van gezondheid en gezondheidsgerelateerdeaspecten. Het gaat hierbij om het ordenen van lichaams-functies en structuren, activiteiten en participatie. Debeschrijving is gebaseerd op het document van deWereldgezondheidsorganisatie International Classificationof functioning, disability and health (2002). Het doel vande classificatie is om eenheid in taal en een kader vanordening te bieden. Het indicatieprotocol van de RIO’szijn gebaseerd op deze classificatie.

Incorporeren Opnemen, inlijven (Van Dale 1992).

(Her)indiceren Het met behulp van een geformaliseerd proces op eenobjectiveerbare wijze vaststellen van de zorgbehoefte enhet vervolgens aangeven van de in dat kader aangewezenzorg naar aard, inhoud en omvang.

Intervisie Is een vorm van supervisie (een-op-een of in een groep),die wijkverpleegkundigen helpt vertrouwen in zichzelf ende bekwaamheid te vergroten (Kohner 1994). Dit wordtals steunend ervaren. Omdat wijkverpleegkundigen wer-ken ‘achter gesloten deuren’ is wijkverpleging een beroepmet veel onzekerheid en stress (Pateman 1998). Er zijnvoor de wijkverpleging veel mogelijkheden en methodie-ken beschreven voor intervisie.

Mentorschap De kunst van het uitvoeren van de rol van mentor. Voormentorschap in de wijkverpleging wordt van de wijkver-pleegkundige verwacht dat ze:• de ander (meestal student) kan inspireren;• investeert in de ander;• een medestander van de ander is (Butterworth e.a.

1997).Mentorschap vraagt zelfinzicht, effectieve communicatieen inzicht in de ontwikkeling van degene die leert enbegeleid wordt.

69

Page 70: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Monitoren Bewaken van de conditie van de zorgvrager, van de dia-gnostische (medische) tests en therapeutische interventies.Uit het grote onderzoek van Benner (1984) blijkt dat diteen van de belangrijkste bijdragen van de verpleegkundeis aan de gezondheidszorg. Veel medicijnen werken alleenals ze volgens voorschrift worden gebruikt. De verpleeg-kundige is steeds alert op signalen van zorgvragers, waar-uit blijkt dat de toestand of situatie verandert in positieveof in negatieve zin (ook in de thuissituatie).

Proactief Anticiperend op; op eigen initiatief vooruitlopend op.

Protocol Een protocol is de uitkomst van het overleg tussen eenaantal beroepsbeoefenaren over de wijze van diagnostieken behandeling die bij een groep zorgvragers een optimaalresultaat geeft.

Reflecteren Beschouwen, overdenken, het in aanmerking nemen (VanDale 1992). Voor de beroepspraktijk van professionalswordt bij reflectie veel verwezen naar Schön (1987). Hijmaakt onderscheid tussen reflecteren tijdens het handelenen nadenken over het handelen. Het eerste gaat vaakgepaard met experimenteren. Bij het laatste gaat het voor-al om een kritische zelfanalyse. De laatste jaren zijn ermethoden beschreven om individueel en als team tereflecteren.

Rentabiliteit Winstgevendheid (financieel, maatschappelijk).

Respijtzorg Een voorziening of dienst ter tijdelijke of intermitterendeovername van zorg om een of meer (centrale) mantelzor-ger(s) even op adem te laten komen en de gelegenheid tegeven tot maatschappelijke participatie.

Verpleegkundige psycho- Het bieden van steun bij de adaptieve opgaven en sociale zorg psychosociale problemen van een zorgvrager.

Voorbehouden handelingen Handelingen die een aanmerkelijk risico met zich mee-brengen voor de gezondheid van de zorgvrager, indiendeze worden uitgevoerd door niet-deskundigen.

Verpleegkundige adviesraad Een adviserend orgaan binnen een zorgaanbiedende orga-nisatie, naast de ondernemingsraad, waarmee verpleeg-kundige inbreng in een organisatie wordt nagestreefd.

70

Page 71: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Verpleegkundige diagnose Volgens Carpenito (1995) heeft het begrip verpleegkundi-ge diagnose drie verschillende betekenissen. Ten eerstekan het worden gezien als een centrale besluitvormingsfa-se in het verpleegproces. Het wordt ook gebruikt als eengestandaardiseerde en geordende beschrijving van reactiesop gezondheidsproblemen, zoals Gordon (1995) doet.Tenslotte wordt het gebruikt als een uitspraak over eenindividuele reactie van de persoon op een gezondheids-probleem (Schoot en Stevens 2000).

Verpleegkundige interventie Verpleegkundige interventie is elke behandeling die eenverpleegkundige op grond van zijn deskundig oordeel enklinische kennis uitvoert ten behoeve van een zorgvrager (Schoot en Stevens 2000).

Verpleegbeleid Een combinatie van activiteiten die worden gevormddoor:• (individuele) voornemens tot interventies op basis van

een diagnosestelling;• werkprocedures, routines en improvisaties op een afde-

ling of binnen een team;• relaties met het gehele behandelplan van derden;• het uitstippelen van zorgtrajecten voor de zorgvrager,

om de inhoud en condities voor de verpleegkundigezorg op concreet niveau op elkaar af te stemmen (Pool,Pool-Tromp e.a. 2001).

Vigerend Geldend, van kracht zijnd.

Zorgcoördinatie Zorgcoördinatie is het op uitvoerend niveau samenstellenen instandhouden van een op de individuele zorgvragertoegesneden pakket van verschillende soorten zorg, hulpen diensten (Willems 1991). Zorgcoördinatie is dus altijdberoepsoverstijgend, en gaat uit van de vraag van de zorg-vrager. Zorgcoördinatie is dus ook niet gebonden aan éénbepaalde discipline. Is nauw verwant met casemanage-ment. Aan casemanagement wordt vaak nog casefindingtoegevoegd. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag vande zorgvrager, maar ook om het opsporen van de zorg-vrager, bijvoorbeeld in de psychiatrie en bij daklozen.

Zorgprogramma Een aantal gespecificeerde en samenhangende activiteitenen maatregelen, die resulteren in een doelgerichte enplanmatige inzet van twee of meer modules ten behoevevan een gespecificeerde doelgroep (Van Yperen, Van Resten Vermunt 1998).

71

Page 72: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek
Page 73: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Formulieren voor het screenen van specifieke competenties vanwijkverpleegkundigen

De volgende formulieren kunnen gebruikt worden om een beeld te krijgen van een ofenkele specifieke competenties van wijkverpleegkundigen. Per competentie worden deelementen genummerd aangegeven met daarachter de antwoordschaal met uitersten van‘helemaal niet’ tot ‘volledig’. Bij het invullen wordt antwoord gegeven op de vraag inhoeverre de wijkverpleegkundige het gedrag laat zien dat onder het betreffende elementbeschreven wordt. Elk formulier bevat de mogelijkheid een totaalindruk van de betreffende competentie tegeven. Onder aan het formulier is ruimte om een toelichting te geven op de antwoorden.

73

Page 74: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 0

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 0.

Om een cliëntgerichte benadering met een op onderzoek gebaseerde zorgverlening te

combineren, onderhoudt de wijkverpleegkundige een relatie met de zorgvrager, werkt

zij binnen die relatie methodisch en systematisch, gebruikt zij daarbij de laatste

wetenschappelijke inzichten en toetst ze haar handelen aan de geldende kwaliteits-

eisen.

Nr. Helemaal niet Volledig

0.1

0.2

0.3

0.4

0.5

0.6

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

74

Page 75: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 1

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 1.

Om het zelfmanagement van zorgvragers met een chronische ziekte of handicap te

bevorderen, geeft de wijkverpleegkundige advies, instructie en voorlichting (A.I.V.).

Nr. Helemaal niet Volledig

1.1

1.2

1.3

1.4

1.5

1.6

1.7

1.8

1.9

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

75

Page 76: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 2

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 2.

Om zorgvragers te ondersteunen in het leven met een chronische aandoening of han-

dicap, biedt de wijkverpleegkundige verpleegkundige zorg.

Nr. Helemaal niet Volledig

2.1

2.2

2.3

2.4

2.5

2.6

2.7

2.8

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

76

Page 77: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 3

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 3.

Om het herstel van de gezondheid van zorgvragers in elke fase van het ziek zijn te

bevorderen, complicaties te voorkomen en hen te ondersteunen bij therapeutische

behandelingen, biedt de wijkverpleegkundige medisch-technische zorg.

Nr. Helemaal niet Volledig

3.1

3.2

3.3

3.4

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

77

Page 78: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 4

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 4.

Om zorgvragers te helpen bij het omgaan met de gevolgen van het ziek zijn en bij het

voorkomen en terugdringen van psychosociale problemen, biedt de wijkverpleegkun-

dige psychosociale zorg.

Nr. Helemaal niet Volledig

4.1

4.2

4.3

4.4

4.5

4.6

4.7

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

78

Page 79: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 5

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 5.

Om het zelfmanagement van mantelzorgers van chronisch zieken, gehandicapten of

stervenden te bevorderen, biedt de wijkverpleegkundige ondersteuning aan mantel-

zorgers.

Nr. Helemaal niet Volledig

5.1

5.2

5.3

5.4

5.5

5.6

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

79

Page 80: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 6

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 6.

Om het lijden van zorgvragers te verlichten bij wie de ziekte niet meer reageert op een

curatieve behandeling, en het sterven binnen afzienbare tijd verwacht kan worden,

verleent de wijkverpleegkundige palliatieve terminale zorg.

Nr. Helemaal niet Volledig

6.1

6.2

6.3

6.4

6.5

6.6

6.7

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

80

Page 81: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 7

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 7.

Om ervoor te zorgen dat de zorgvrager de zorg krijgt die hij nodig heeft, als zijn situa-

tie zich wijzigt of zich anders ontwikkelt dan ten tijde van het indicatiebesluit werd

verwacht, brengt de wijkverpleegkundige een herindicatieadvies uit.

Nr. Helemaal niet Volledig

7.1

7.2

7.3

7.4

7.5

7.6

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

81

Page 82: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 8

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 8.

Om de zorg in de thuissituatie – vanuit het perspectief van de zorgvrager – als een

samenhangend geheel te laten verlopen, stelt de wijkverpleegkundige een integraal

zorgplan op, zorgt zij ervoor dat er uitvoering aan wordt gegeven, houdt zij toezicht

op die uitvoering, stelt zij het zorgplan zo nodig bij, en bewaakt zij het realiseren van

de integrale doelen.

Nr. Helemaal niet Volledig

8.1

8.2

8.3

8.4

8.5

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

82

Page 83: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 9

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 9.

Om ervoor te zorgen dat in de thuiszorg voldoende deskundigheid en programma’s

beschikbaar zijn om groepsgericht advies, instructie en voorlichting (A.I.V.) te geven,

werkt de wijkverpleegkundige mee aan de ontwikkeling en vaststelling van A.I.V.-pro-

gramma’s.

Nr. Helemaal niet Volledig

9.1

9.2

9.3

9.4

9.5

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

83

Page 84: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 10

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 10.

Om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorgverlening te bevorderen, levert de

wijkverpleegkundige een bijdrage aan de ontwikkeling en invoering van zorgprogram-

ma’s, protocollen, procedures en kwaliteitscriteria.

Nr. Helemaal niet Volledig

10.1

10.2

10.3

10.4

10.5

10.6

10.7

10.8

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

84

Page 85: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 11

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 11.

Om stagiaires en collega’s in de thuiszorg te steunen bij de uitoefening van hun

beroep en hun groei en ontwikkeling hierin, staat de wijkverpleegkundige hun als

coach ter zijde.

Nr. Helemaal niet Volledig

11.1

11.2

11.3

11.4

11.5

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

85

Page 86: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 12

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 12.

Om kwalitatief verantwoorde zorg te bieden, functioneert de wijkverpleegkundige pro-

catief en anticiperend als lid van een organisatie en als teamlid.

Nr. Helemaal niet Volledig

12.1

12.2

12.3

12.4

12.5

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

86

Page 87: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 13

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 13.

Om het vak van wijkverpleegkundige te ontwikkelen tot een beroep dat aansluit op de

eisen van de eenentwintigste eeuw, vervult de wijkverpleegkundige een actieve rol in

de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn bij haar-

zelf en haar collega’s.

Nr. Helemaal niet Volledig

13.1

13.2

13.3

13.4

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

87

Page 88: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Competentie 14

Datum:

Betreft wijkverpleegkundige (naam):

Ingevuld door:

Competentie 14.

Om de zorgverlening te laten voldoen aan de eisen die gesteld mogen worden aan

een verpleegkundige die opgeleid is op hbo-niveau, integreert de wijkverpleegkundige

professionele waarden, maatschappelijke waarden en medische en verpleegtechnische

vaardigheden in de uitoefening van haar beroep.

Nr. Helemaal niet Volledig

14.1

14.2

14.3

14.4

14.5

14.6

Totaalindruk competentie:

Niet aanwezig Volledig aanwezig

Eventuele opmerkingen:

88

Page 89: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Literatuur

Barker, F.J.Assessment in psychiatric and mental health nursing. Cheltenham: Stanley Thornes Ltd., 1997

Benner, P.From Novice to Expert, Excellence and Power in Clinical Nursing Practice. Menlo Park:Addison-Wesley, 1984

Butterworth, T. e.a.Clinical supervision and mentorship in nursing. Cheltenham: Stanley Thornes Ltd., 1998

Carpenito, L.J. (ed.)Nursing diagnosis, application to clinical practice. Philadelphia: Lippincott, 1995

Corbin, J.M. en A. StraussUnending work and care, managening chronic illness at home. San Francisco: Jossey BassPubl., 1985

Gordon, M.Nursing diagnosis, process and application. New York: McGraw-Hill, 1995

HBO-RaadHoofdlijnen Evaluatieplan Proefaccreditering. Den Haag: HBO-Raad, 1999

Kohner, N. (ed.) Clinical supervision in practice. London: King’s Fund Centre, 1994

Mast, J., M. Kappen en A. Pool De kern in kaart. Competentiebeschrijvingen voor de wijkverpleegkundige. Utrecht:NIZW, 2002

Mast, J. en A. PoolIn de spiegel kijken. Werken aan competenties in de thuiszorg. Utrecht: NIZW, 2003

Ministerie van VWSBesluit Zorgaanspraken AWBZ. Den Haag: Ministerie van VWS, 2002

Pateman, B.Clinical supervision in district nursing. Butterworth, T. e.a., Clinical supervision andmentorship in nursing. Cheltenham: Stanley Thornes Ltd., 1998

89

Page 90: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Pool, A. en J. EgtbertsDe steen de berg op rollen. Verpleegkundige psychosociale zorg voor chronisch zieken.Utrecht: NIZW, 2001

Pool, A., C. Pool-Tromp e.a.Met het oog op de toekomst. Beroepscompetenties van hbo-verpleegkundigen. Utrecht:NIZW, 2001

Raalte, B. van, R. Kuiperij en M. Warringa / Stuurgroep wijkverpleging met toekomstSpil in de zorg bij mensen thuis. Utrecht: LCVV, 1999

Sacket, D.L. e.a.Evidence based medicine: how to practice and teach. London: Churchill Livingstone,2000

Schön, D.A.Educating the reflective practioner. San Francisco: Jossey-Bass, 1987

Schoot, T. en P. StevensOntwerpen van zorg, vanuit verpleegkundig perspectief. Amsterdam: ThiemeMeulenhoff,2000

Stuurgroep wijkverpleging met toekomstKiezen voor nieuw elan. Utrecht: LCVV, 1998

Swaan, B. deDe mens is de mens een zorg. Amsterdam: Meulenhoff, 1989

Taylor, C.De malaise van de moderniteit. Kampen: Kok/Agora, 1998

Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal. Utrecht/Antwerpen: Van DaleLexicografie, 1992

Willems, D.Coördinatie van zorg op het continuüm van vraag en aanbod. Graaff, H. de (red.). Casemanagement: Een zorg minder? Utrecht: SWP, 1991

World Health OrganizationInternational classification of functioning, disability and health. I.C.F. Geneva: WHO,2002

Yperen, T. van, E. van Rest en C. VermuntZorgprogramma’s: een begrippenkader. Definitie van kernbegrippen. Programma’s in dezorg. Utrecht: NIZW, 1998

90

Page 91: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

Materiaal ontwikkeld in het kader van het project Op zoek naar de balans,competenties en competentiemanagement in de thuiszorg

Kappen, M. (red.)Nieuwsbrieven ‘Op zoek naar de balans’. Utrecht: NIZW, 2001-2003

Mast, J. Resultaten quickscan. Utrecht: NIZW, 2000

Mast, J., A. van Dorsen en A. PoolEindverslag project ‘Op zoek naar de balans’. NIZW: Utrecht, 2003

Mast, J. en M.S.H. Duijnstee Plan van aanpak. Utrecht: NIZW, 2000

Mast, J., M. Kappen en A. Pool De kern in kaart. Competentiebeschrijvingen voor de wijkverpleegkundige. Utrecht:NIZW, 2002

Mast, J., M. Kappen en A. PoolDe kern van de zaak. Uitgangspunten. Utrecht: NIZW, 2001

Mast, J. en A. Pool Projectopzet. Utrecht: NIZW, 2000

91

Page 92: Competentiebeschrijvingen voor wijkverpleegkundigen · Inleiding Deze module is een van de losse uitgaven met beroepsspecifieke competentiebeschrijvin-gen die horen bij het handboek

NIZW, innovatiepartner in zorg en welzijnHet Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW is een onafhankelijke organisa-tie die zich richt op het toepasbaar maken en overdragen van kennis aan professionals,beleidsmakers en burgers in de sector zorg en welzijn. De inzet is aantoonbaar effec-tieve vernieuwingen in het werkveld te realiseren en de kwaliteit van de beroeps-uitoefening te verhogen.In de sector zorg en welzijn werken zo’n 700.000 beroepskrachten en vele vrijwilligersop terreinen als kinderopvang, maatschappelijke dienstverlening, sociaal-cultureel werk,ouderendienstverlening, jeugdzorg, maatschappelijke opvang, verzorgings- en verpleeg-huizen, thuiszorg en hulpverlening aan mensen met een handicap. Ook instellingen buiten de sector die zorg- en welzijnsactiviteiten ondernemen, zoals opleidingen, provincies, gemeenten en woningbouwcorporaties, doen regelmatig een beroep op hetNIZW.Binnen het NIZW vormen de integrale activiteiten van de beleidscentra Jeugd, Zorg enSociaal Beleid de kern van de organisatie. Beleid en strategie van de centra zijn eropgericht om professionals in de sector te informeren, te adviseren en samen met heninnovaties in de praktijk door te voeren. Tegelijkertijd investeert het NIZW in een aantal algemene functies, te weten professionalisering, internationalisering en publieks-informatie. Het werkprogramma van het NIZW komt tot stand in nauw overleg met het werkvelden het ministerie van VWS. In het streven de doelmatigheid binnen de sector te bevor-deren en zo veel mogelijk maatschappelijk rendement te bereiken, zoekt het NIZW desamenwerking met andere relevante partijen, met name binnen de landelijke kennis-infrastructuur. Op deze wijze wil het NIZW bijdragen aan een zorgzame samenlevingwaarin de eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van burgers vooropstaan. Hetwerk van het NIZW resulteert onder meer in adviezen, facts en figures, databanken,implementatietrajecten, trainingen, congressen, boeken, best practices, e-zines, nieuws-brieven, websites, cd-rom’s en video’s. Meer informatie over het NIZW is te vinden op www.nizw.nl.