Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978...

86
Communicatie, sleutel tot participatie De Somalische gemeenschap in Nederland Adri Nieuwhof Abdullah A. Mohamoud Maart 2000 advies Pijlkruidlaan 14 2811 CM Reeuwijk tel. 0182-300302 fax 0182-301318 e-mail [email protected] Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Transcript of Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978...

Page 1: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

Communicatie, sleutel tot participatie

De Somalische gemeenschap in Nederland

Adri Nieuwhof

Abdullah A. Mohamoud

Maart 2000

advies

Pijlkruidlaan 14

2811 CM Reeuwijk

tel. 0182-300302

fax 0182-301318

e-mail [email protected]

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Page 2: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland
Page 3: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

3

Inhoud

Inleiding 5

Samenvatting 7

Sumary 11

1 De achtergrond van de Somalische gemeenschap 17

1.1. Somaliërs: Afrikanen van ten zuiden van de Sahara 17

1.2. De economie en de sociale structuur bij de nomaden 18

1.3. Orde en gezag 21

1.4. Kolonialisme en Koude Oorlog 23

1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26

1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26

2 De Somalische gemeenschap in Nederland 29

2.1. Demografische data 29

2.2. De sociale context 32

2.3. Oorzaken van aanpassingsproblemen 35

2.3.1. Cultuurschok 35

2.3.2. Identiteitscrisis 36

2.3.3. Dubbele loyaliteit 37

2.4. Zichtbare knelpunten voor participatie 38

2.4.1. Onderwijs en werk 38

2.4.2. Wantrouwen 40

2.4.3. Gebruik van qat 40

2.4.4. Isolement 42

3 Interculturele communicatie 45

3.1. Cultuurverschillen 45

3.1.1. Maatschappelijke ongelijkheid: omgaan met macht, machtsafstand 47

3.1.2. Individualisme en collectiviteit: een "ik" of "wij"-cultuur 47

3.1.3. Man, vrouw, m/v: rollen van mannen en vrouwen 48

3.1.4. Wat anders is, is gevaarlijk: omgaan met onzekerheid 49

3.1.5. Korte termijn of lange termijn 49

3.2. Het terrein van de gespreksvoering 50

3.2.1. Taal 50

3.2.2. Ordening/invalshoek 51

Page 4: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

4

3.2.3. Perspectieven 52

3.2.4. Organisatie/context 52

3.2.5. Inzet 53

4 Rapportage focusgroepen over de communicatie tussen Somaliërs en instellingen 55

4.1. De aanpak 55

4.1.1. Het doel van het onderzoek 55

4.1.2. De onderzoeksvragen 55

4.1.3. De werkwijze 55

4.2. De resultaten 58

4.2.1. Ervaringen met Nederlandse instellingen 58

4.2.2. Ervaringen met de Somalische gemeenschap 59

4.2.3. Algemene knelpunten in de communicatie 60

4.2.4. Specifieke knelpunten voor instellingen bij de communicatie 62

4.3. Aandachtspunten voor de toekomst 63

4.3.1. Jongeren 63

4.3.2. Alleenstaande moeders 64

4.3.3. Ouderen 64

5 Voorstellen voor het verbeteren van de communicatie 65

5.1. Een structureel knelpunt vraagt een structurele oplossing 65

5.1.1. De instellingen 65

5.1.2. De Somalische gemeenschap 67

5.2. Adviezen gericht op de communicatie 69

5.2.1. Algemene knelpunten in de communicatie 70

5.2.2. Instellingsspecifieke knelpunten in de communicatie 72

5.3. Aandacht voor kwetsbare groepen 74

5.3.1. Jongeren 74

5.3.2. Alleenstaande moeders 76

5.3.3. Ouderen 76

Literatuur 79

Noten 83

Colofon 85

Page 5: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

5

Inleiding

In Nederland vormen Somaliërs de grootste groep onder de Afrikanen die afkomstig

zijn uit het gebied ten zuiden van de Sahara. Somaliërs zijn een nieuwe groep in de

Nederlandse samenleving. De meesten zijn gekomen op basis van politiek asiel.

Degenen die vervolgens erin slagen een duurzaam verblijf in Nederland te realiseren

staan voor de taak hier te integreren. Dat is geen gemakkelijke opgave: de kloof tussen

Somalische leefgewoonten en culturele gebruiken en de Nederlandse is erg groot. Het

is van belang dat beleidsmakers en -uitvoerders die betrokken zijn bij de opvang en

integratie van Somaliërs in Nederland zich daarvan vergewissen, juist met het oog op

een succesvol integratiebeleid.

In het eerste hoofdstuk wordt hiervoor de basis gelegd door aandacht te besteden aan

de historische, sociale en culturele achtergrond van Somaliërs. Het tweede hoofdstuk

gaat in op het verloop van het integratieproces. Het derde hoofdstuk gaat in op factoren

die de interculturele communicatie beïnvloeden. Vervolgens worden de resultaten

gepresenteerd van het onderzoek naar knelpunten in communicatie tussen Somaliërs

en Nederlandse instellingen zoals beide partijen die ervaren. In het vijfde hoofdstuk

volgen algemene en specifieke voorstellen voor het verbeteren van de communicatie en

voor de wijze waarop extra aandacht gegeven kan worden aan kwetsbare groepen onder

de Somalische bevolking in Nederland.

Het beeld dat de grote kloof tussen de Somalische cultuur en de cultuur van het nieuwe

land de participatie in de weg staat, wordt bevestigd door documentatie uit

Denemarken, Finland en Engeland. Nader onderzoek is echter nodig om te beoordelen

in hoeverre ervaringen met de Somalische gemeenschap rond integratie in deze landen

ook voor de Nederlandse situatie bruikbaar zijn.

Het onderzoek is verricht in opdracht van de Directie Coördinatie Integratiebeleid

Minderheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Reeuwijk, maart 2000,

Adri Nieuwhof,

Abdullah A. Mohamoud.

Page 6: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

6

Page 7: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

7

Samenvatting

In Nederland wonen circa 27.500 Somaliërs waarvan de meesten vanaf het eind van de

jaren tachtig als vluchteling naar Nederland zijn gekomen. De voortdurende oorlog in

het land van herkomst maakte dat men elders een veilig heenkomen zocht. Het

merendeel van de Somaliërs werd in de regio opgevangen en een klein deel van hen

kwam naar Europa. De Somalische gemeenschap in Nederland is in vijf jaar tijd met

ruim 10.000 personen toegenomen. Het betreft een jonge bevolking, waarvan de helft

jonger is dan 20 jaar.

Veel Somaliërs kampen in Nederland met problemen die grotendeels verklaard kunnen

worden uit het verschil tussen de Somalische en de Nederlandse leefwijze en

gewoonten.

In vergelijking met vluchtelingen uit andere landen is de te overbruggen culturele

afstand veel groter. Het gevolg is dat Somaliërs minder succes hebben in het onderwijs

en op de arbeidsmarkt. Het risico bestaat dat de geringe participatie van Somaliërs aan

de Nederlandse samenleving de Somalische gemeenschap verder in een isolement

drijft. Het talent wordt niet benut en men loopt kansen mis. Uiteindelijk kan dit tot een

negatieve beeldvorming over de groep leiden, waardoor participatie weer verder

belemmerd wordt.

Effectieve communicatie tussen Somaliërs en medewerkers van Nederlandse

instellingen is een voorwaarde voor goede toegang tot voorzieningen en daarmee tot

participatie. Deze studie biedt nader inzicht in de knelpunten die Somaliërs en

instellingen in het onderlinge contact ervaren. De informatie is verzameld door middel

van literatuurstudie, gesprekken (telefonisch en persoonlijk), interviews met twee

focusgroepen en berust mede op de jarenlange ervaring van de onderzoekers met de

Somalische gemeenschap en hun contact met Nederlandse instellingen. De kern van

de studie wordt gevormd door de aanbevelingen voor verbetering van de communicatie.

Hoofdstuk 1 gaat in op het wereldbeeld van Somaliërs zoals dat voortkomt uit hun

nomadische achtergrond. Reizen en trekken is voor een Somaliër de gewoonste zaak

van de wereld. Het belangrijkste middel van bestaan in Somalië is de nomadische

veehouderij. De hierbij behorende economie en sociale structuur zijn eenvoudig. Het

leven is georganiseerd rondom clans. Met centraal, hiërarchisch gestructureerd gezag

heeft men geen ervaring.

Page 8: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

8

Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 de sociale positie van de Somalische gemeenschap in

Nederland behandeld. Het gaat in op de omstandigheden van de gemeenschap en de

mogelijke oorzaken van de aanpassingsproblemen. Een deel van deze oorzaken is

verbonden aan het vluchtelingschap en het ontheemd zijn, zoals cultuurschok,

identiteitscrisis en dubbele loyaliteit. Daarnaast komt een aantal meer zichtbare

knelpunten aan de orde, zoals werkloosheid, uitval in het onderwijs, wantrouwen

jegens Nederlandse instellingen, gebruik van qat, en het isolement waarin de

gemeenschap verkeert.

Hoofdstuk 3 behandelt het terrein van de interculturele gespreksvoering. Het biedt

instellingsmedewerkers een kader om gesprekken met Somalische cliënten voor te

bereiden. Het gebruik ervan in combinatie met kennis van de achtergrond van

Somaliërs zal tot een effectievere communicatie en daarmee tot een effectievere

hulpverlening leiden. Overigens is dit kader algemeen bruikbaar voor interculturele

communicatie.

In hoofdstuk 4 volgt een rapportage van focusgroepen over de communicatie tussen

Somaliërs en instellingen. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen:

– Hoe verloopt het contact tussen Somaliërs en Nederlandse instellingen? Zijn er

specifieke knelpunten aan te wijzen?

– Zijn er factoren te benoemen bij de instellingen of bij de Somaliërs die de

communicatie belemmeren?

Het gebruik van schriftelijke enquêtes of individuele interviews sluit niet goed aan bij

de voor Somaliërs traditioneel gebruikelijke - groepsgerichte - manier van informatie

uitwisselen. In deze studie is daarom gekozen voor de methode van focusgroepen. Er

zijn twee focusgroepen geïnterviewd met een gelijke deelname van Somaliërs en

instellingsmedewerkers.

Aan de focusgroepen namen deel:

– Somaliërs uit Amsterdam, Arnhem, Delft, Den Haag en Nijmegen: vier volwassen

mannen, drie volwassen vrouwen en één jongere. Zij zijn actief in zelforganisaties of

werken als sleutelfiguur voor de Somalische gemeenschap.

– Medewerkers van Bureau Nieuwkomers, de Arbeidsvoorziening, het taalonderwijs, een

gemeentelijke afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een gemeentelijke afdeling

Nieuwkomersbeleid, VluchtelingenWerk, de Opbouw, de politie, het consultatiebureau,

het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers uit Amersfoort, Delft, Den Haag, Rotterdam,

Tilburg en De Lier.

Page 9: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

9

De gedachtenwisseling in de focusgroepen leverde veel informatie op. Nederlandse

medewerkers en Somaliërs hadden een gelijke inbreng en bespraken openlijk hun

kritiekpunten over het verloop van de communicatie tussen Somaliërs en Nederlandse

instellingen. Heel duidelijk bracht men naar voren dat het niet juist is om te

generaliseren, noch tegenover de Somalische gemeenschap, noch tegenover de

Nederlandse instellingen. Dit rapport biedt een overzicht van veel voorkomende

ervaringen, zodat deze meegenomen kunnen worden in het ontwikkelen van een

effectievere communicatie. De uitkomsten zijn geordend naar ervaringen met

Nederlandse instellingen; ervaringen met de Somalische gemeenschap; algemene

knelpunten in de communicatie, en specifieke knelpunten die instellingen ervaren.

Aan het eind van de bijeenkomst is aan de deelnemers de vraag voorgelegd: "Hoe staat

het met de Somalische gemeenschap over vijf jaar, als wij niets doen?". Alle deelnemers

maakten zich zorgen over de gemeenschap en meenden dat er extra inspanningen

nodig zijn van de Somalische gemeenschap en de Nederlandse instellingen rond

jongeren, alleenstaande moeders en ouderen.

In hoofdstuk 5 volgen voorstellen voor het verbeteren van de communicatie.

De schrijvers concluderen dat de knelpunten die op individueel niveau in de

communicatie worden ervaren niet meer alleen het individuele probleem zijn van de

Somalische cliënt en de instellings- medewerker, maar het probleem worden van de

Somalische gemeenschap én de instelling.

De aanbevelingen richten zich op Nederlandse instellingen en de Somalische

gemeenschap.

Onderlinge samenwerking van de Somalische gemeenschap en de Nederlandse

instellingen is een voorwaarde voor effectieve communicatie. De methodiek van

interviews met focusgroepen levert veel informatie op en is goed te gebruiken om ook

lokaal de knelpunten in de communicatie in kaart te brengen. De resultaten kunnen als

basis dienen voor het ontwikkelen van oplossingen. Het is een voorwaarde dat

Somaliërs en instellingsmedewerkers een gelijkwaardige rol hebben zowel in de

focusgroepen als bij het ontwikkelen van nieuw beleid.

De auteurs adviseren dat instellingen nagaan hoe de communicatie met Somalische

cliënten verloopt en vervolgens een plan ter verbetering ontwikkelen. Vergroting van de

kennis, aanstelling van Somalische medewerkers, contacten leggen en onderhouden

met Somalische zelforganisaties, sleutelfiguren en deskundigen zijn punten die hierbij

aandacht vragen.

Page 10: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

10

De Somalische gemeenschap is volgens de auteurs medeverantwoordelijk voor het

oplossen van de problemen die zij ervaren. De Somalische zelforganisaties en

sleutelfiguren zouden daarom projecten moeten initiëren die bijdragen aan het

overbruggen van de kloof tussen de gemeenschap en de instellingen. Zij mogen daarbij

de steun van de Nederlandse overheid en instellingen verwachten. Er worden

aanbevelingen gedaan op het vlak van versterken van de eigen organisaties, het

ombuigen van het perspectief van de Somaliërs in Nederland, het opzetten van

projecten en het geven van voorlichting aan instellingen. Verder worden suggesties

gegeven voor extra aandacht voor jongeren, alleenstaande moeders en ouderen.

Tenslotte stellen de auteurs dat de ernst van de in de studie gesignaleerde knelpunten

en problemen niet alleen de inzet vraagt van de instellingen en de Somalische

gemeenschap, maar ook van de overheid. De participatie van Somaliërs aan de

Nederlandse samenleving stuit op een aantal ernstige belemmeringen die niet

genegeerd mogen worden. Ook al is het verlangen naar terugkeer naar Somalië groot,

de toekomst van de Somalische gemeenschap zal volgens de auteurs in Nederland

liggen. Als de participatie op zijn beloop wordt gelaten, zal de Somalische gemeenschap

verder ontwricht raken. De dreiging dat deze nieuwe groep nieuwkomers aan de kant

blijft staan is groot en de overheid mag er daarom haar ogen niet voor sluiten. De

bijdrage van de overheid moet liggen op het terrein van het regisseren, stimuleren,

ondersteunen en faciliteren van oplossingen.

Page 11: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

11

Summary

Around 27,500 Somalis are living in the Netherlands. Since the late 1980s the Somalis

have been coming to Holland as refugees. The continuing conflicts and wars in their

home country Somalia forced them to flee abroad and to come here. At present,

Somalia has no government. Most of the Somali refugees find refuge in neighbouring

countries in the region and only a very small number come to Europe. Nonetheless,

within the short time of five years, the Somali community in the Netherlands has

astronomically increased to about 10,000 individuals of which the majority are younger

than 20 years.

Many Somali refugees in the Netherlands have adjustment problems which can largely

be explained by the difference of social norms, habits and lifestyles between the Somali

and Dutch societies. Somalis coming from a nomadic culture, are a group which

experiences one of the biggest differences possible in relation to the societal norms of

their host (Dutch) society. Consequently, the Somalis remain far behind with respect to

social mobility and achieve little success both in education and at the job market. This

dismal performance and the limited participation of the Somali community in the

mainstream Dutch society indeed opens the risk of further isolation of the community.

While at the same time, the talent and the experiences of the individuals in the

community are not utilised and could be wasted forever. This can eventually develop a

negative perception of the whole Somali community which may become a further

impediment to their participation in the wider society in the country.

As this research study clearly shows, effective and better communication

is the primary condition for a better understanding and a key to a successful social

integration. With respect to the Somalis, this process should be initiated at the level of

Somali individuals and their Dutch contact persons working in the social institutions,

with whom they frequently come into contact for help and information. The intention

of this study is to lay bare the bottle-necks that the Somalis and the Dutch employees

working in the social institutions experience as they come into contact. The

information in this study is collected through literature study, informal conversations

both through individual and telephone contacts, interviews with focus groups and years

of research and participatory experience we observed over the communication

difficulties between the individual Somalis and the Dutch employees in the social

institutions. The significance of the study is that it offers practical recommendations

which will help to improve the communication between the Somali and the Dutch

society.

Page 12: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

12

Chapter one of the study lays the groundwork and describes the historical, social,

cultural and nomadic background of the Somali community in Somalia (their original

homeland). It explains that, due to the demands of the pastoral nomadic economic

existence by which they subsist, most Somalis in Somalia move and travel constantly

in search of water and pasture. This simple pastoral nomadic economy of the Somali

society has given rise to a simple social organisation. The Somalis still organise

themselves through clan associations. This means that the Somali society has no

hierarchical authority and no historical experience of a centralised authority.

Building on the discussion in this chapter, the second chapter recounts

the social position of the Somali community in the Netherlands. It describes the

conditions of the community in Holland, examines the possible causes of the

adjustment problems they are confronted with and how their integration process

within the wider Dutch society is faring. Some of the adjustment problems the Somali

community is confronted with are caused by cultural shocks , identity crisis, double

loyalties, etc; which the Somali individuals experience in the new environment. In

addition, other concrete challenges that the Somali community is faced with are mass

unemployment, early drop out from schools, social isolation, "qat" addiction and lack of

trust in the governmental institutions.

Chapter three deals with the subject of inter-cultural communication. It provides a

well-defined framework of references that will help the workers in the social

institutions to better prepare in the consultation with their Somali clients. The

knowledge of the social and cultural background of the Somali society we discussed in

the previous two chapters combined with the techniques of inter-cultural

communication will lead to enhance a better understanding and an effective help

service to the community.

In chapter four, we account the outcome of the discussions with the focus groups over

the bottle necks in the communication between the individual Somalis and the Dutch

employees working in the social institutions.

This research study attempts to answer the following questions:

– How is the contact between the Somalis and the Dutch social institutions at the

moment?

– What are the specific bottle necks which can be concretely identified?

– Are there specific factors on either side which hinder communication between the

Somalis and the Dutch social institutions?

Page 13: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

13

We learned in the process of collecting the research materials for the study that written

questionnaires or individual interviews are techniques Somalis are hardly familiar

with. Both techniques do not correspond with the Somali oral tradition. The Somalis

are accustomed to exchanging news and information and have group discussions. It is

because of this experience that we chose the method of focus groups. In this study, we

interviewed two focus groups in which Somalis and employees working in the Dutch

social institutions are equally represented.

In the two focus groups, the Somalis who participated come from Amsterdam,

Arnhem, Delft, Nijmegen and The Hague. Seven were adults (four male, three female)

and one youth. Either of them hold a key position in the community or play an active

role in one or other of the Somali self help organisations.

With respect to the representatives of the Dutch social institutions in the focus groups,

they were employees from the Bureau of New Comers, Dutch language schools, the

Department of Social Affairs, Employment and Labour services in the local authorities,

Department of policy making with respect to the New Comers in Municipalities,

Refugee Office, the Police, a Consultant Bureau and the Central Organs of the Refugee

Camps in Amersfoort, Delft, Rotterdam, De Lier, The Hague and Tilburg.

The brain storming and the exchange of views and experiences of the individuals in the

focus groups have produced a lot of information. Both the Somalis and the Dutch in

the focus groups have done their utmost to contribute to the two round table

discussions we organised in Delft and in Utrecht. They openly spoke about their

displeasure and frustrations over the existing difficulties in the communication

between the Somali community and the Dutch social institutions. It was very useful

that the participants in the focus groups narrated their respective experiences over the

nature of the bottle necks with respect to communication. They described many bottle

necks which very often repeat and hinder normal communication between the

individual Somalis and the employees working in the Dutch social institutions. We

detail in this study all the bottle necks the participants emphasised in the hope that they

would be considered in the process of developing a better and effective

communication. The representatives in the focus groups repeatedly emphasised that

the communication difficulties cannot be generalised since it is not a problem that

every Somali living in Holland or every Dutch employee working in social institutions

is suffering from. The results of the discussions of the focus groups are organised in

the following sequences: experiences of the Dutch social institutions; experiences of the

Somali community; general bottle necks in communication; and specific bottle necks

that the Dutch social institutions experience.

Page 14: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

14

At the end of each meeting we asked the participants in the focus groups the following

question: How will the Somali community be over five years, if we do not act

immediately now? Answering the question, all participants in the focus groups

expressed their concern with the present condition of the Somali community in the

Netherlands. They suggested that extra attention and commitment are needed both

from the Somalis themselves and the Dutch social institutions in order to guide the

youth and help the single mothers and the unemployed elders in the community.

In chapter five, recommendations for better communication are presented.

On the basis of a deeper analysis of the social and cultural background of the Somalis

and the inventories of the bottle necks which hinder the communication between the

Somalis and the Dutch institutions that we formulated recommendations. It is very

important that the bottle necks in communication are not only seen as a problem

between the individual Somali client and the Dutch contact person working in an

institution but also as a problem between the Somali community as a whole and the

Dutch social institutions. Keeping this in mind, the recommendations are aimed at the

Dutch social institutions, the Somali community and the Dutch employees working in

those institutions.

Furthermore, a close and a good working relationship between the Somali community

and the Dutch social institutions is a condition for a better communication. It is also

very important that the Somalis and the employees working in the Dutch social

institutions accept each other as partners and play an equal role in finding solutions for

the communication problems. The Dutch social institutions have a responsibility to

assess how communication between their employees and the Somali clients is

progressing and develop a plan accordingly in order to improve it. The social

institutions can increase their know-how about the Somali community by recruiting

Somali employees, seeking contact with the Somali self-organisations, seeking advice

from key Somali figures as well as from experts on the Somali society in the

Netherlands.

The Somali community is also responsible for finding solutions to the problems they

experience in the country. For example, the Somali self-organisations and the leading

Somali figures in the community can initiate projects aimed at bridging the

communication gap between the community and the Dutch social institutions. Of

course, establishing such projects, the Somalis need the support of the social

institutions and the government. In this study, we presented specific

recommendations which are aimed at enhancing the capacity of the Somali self-

organisations, setting up self-help projects and the provision of information about the

social and cultural background of the Somali society for the Dutch social institutions.

Page 15: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

15

Furthermore, we recommended that extra attention be given to the young, the single

mothers and the unemployed elders.

Finally, we proposed that the seriousness of the bottle necks in the communication that

we have recounted in this study not only require the intervention of the Somali

community and the social institutions but also the involvement of the authorities , such

as the higher levels of the government, the province and the municipality. We should

not underestimate the seriousness of these obstacles since they slow the pace of the

integration process of the Somali community into the wider Dutch society. And the fact

is that if we leave the community on their own and do not help them to speeding up the

pace of their integration process into the wider society right now, certainly their social

position will deteriorate further as time passes by. This is a reality which will happen if

the government ignores the serious social situation the Somali community is

confronted with now and does not act immediately. The intervention of the

government must lie in areas such as ensuring proper registration, support,

stimulation and playing the role of facilitator in the solutions to the community’s

problems .

Page 16: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

16

Page 17: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

17

1 De achtergrond van de Somalische

gemeenschap

In het contact van Somaliërs met Nederlandse instellingen ontstaan vaak

misverstanden. De bedoeling van dit hoofdstuk is om via kennis van de achtergrond van

Somaliërs een deel van de bronnen die aanleiding geven tot die misverstanden te

begrijpen en te betrekken in de communicatie. Dit hoofdstuk schetst de economische en

sociale leefsituatie van Somaliërs, Somalische opvattingen over orde en gezag, en geeft

een beeld van de geschiedenis van Somalië.

1.1 Somaliërs: Afrikanen van ten zuiden van de Sahara

Er zijn naar schatting op dit moment circa acht miljoen Somaliërs. Somaliërs hebben de

laatste 1000 jaar in de Hoorn van Afrika gewoond. Zij kwamen daar in contact met

Arabische en Perzische migranten. De islam is in de loop van de tijd voor Somaliërs een

belangrijke bindende factor geworden. Somaliërs zijn nomadische herders. Hun

middelen van bestaan, culturele leven en kijk op de wereld worden bepaald door de

eenvoudige economie die daarbij hoort. Somaliërs staan bekend om hun traditie van

orale epische poëzie over hun overwinningen en verliezen, hun vreugde en zorgen, en de

ontberingen van het leven. De meerderheid van het Somalische volk woont in Somalië.

Een deel van hen woont in Djibouti waar zij een grote etnische groep vormen. In

bepaalde regio´s van Kenya en Ethiopië wonen ook groepen Somaliërs. In het Midden-

Oosten werken 250.000 Somaliërs als gastarbeider en de overigen verblijven momenteel

in het buitenland als zakenman of vluchteling.

Profiel van Somalië 1990

Bevolking 7,3 miljoenOppervlakte 637.000 km2Landbouwgrond 1,6%Aandeel BNP veeteelt 47%Export veeteelt 60%

fruit 40%

Africa Insight, vol.23, nr.1., 1993

Somaliërs zijn in vergelijking met de meeste Afrikaanse gemeenschappen etnisch

homogeen. Zij hebben een gemeenschappelijk taal, een zelfde manier van leven, een

gemeenschappelijke manier van politiek bedrijven, een diep doorleefd islamitisch

erfgoed en de sterke overtuiging dat alle Somaliërs afstammen van dezelfde mythische

Page 18: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

18

voorouder "de Samaale" . Zij voelen zich door lijnen van afstamming en verwantschap

met elkaar verbonden.

Strijd om de schaarse natuurlijke bronnen van het land heeft de Somalische

gemeenschap echter ook diep verdeeld. Dit leidde er uiteindelijk toe dat Somalië

afgleed naar een staat van anarchie, waarin rivaliserende clans de natie en de staat

Somalië hebben vernietigd. Het ineenstorten van Somalië maakte dat de bevolking

massaal het land ontvluchtte en dat zij een van de grootste vluchtelingen-

gemeenschappen van de jaren negentig vormt.

1.2 De economie en de sociale structuur bij de nomaden

In het algemeen is het productieproces een belangrijk startpunt om de sociale

verhoudingen en de machtsverhoudingen in een gemeenschap te begrijpen.

"Productie is de materiële basis van alle sociale bestaansvormen. De manier waarop mensen

hun inzet organiseren in het productieproces beïnvloedt alle andere aspecten van het sociale

leven, inclusief het politieke leven" (Robert Cox, 1987:1).

Met dit als uitgangspunt heeft de productie van het nomadische bestaan veel

bijgedragen aan de manier waarop de Somalische gemeenschap gevormd is en aan de

kijk op de wereld die zij heeft ontwikkeld. Het nomadische bestaan overheerst nog

steeds in Somalië vanwege de barre omstandigheden in het land: het is er heet en er

valt bijna geen regen.

53% van het land (35 miljoen hectare) is geschikt voor begrazing, slechts 13% (8.2

miljoen hectare) is geschikt voor landbouw en de resterende 34% is rotsachtig of bedekt

met duinen en zo arm dat de grond ongeschikt is voor landbouw of veeteelt. In een

land met zoveel arme grond en zo´n heet klimaat is het nomadische bestaan de meest

geëigende economische activiteit. De veehouders zijn met hun kudden constant op

zoek naar water en weideland. Als zij dat vinden dan blijven zij in het gebied tot deze

bronnen uitgeput zijn. Zij zullen daardoor nooit lang op eenzelfde plaats verblijven.

In het zuiden van het land vindt op beperkte schaal commerciële landbouw plaats,

maar dit is ondergeschikt aan de nomadische veeteelt. Volgens recente schattingen is

65% van de Somaliërs nomade: het hoogste percentage van de wereld. Zij houden

geiten, schapen, kamelen en runderen.

De nomaden streven naar een structurele overproductie van hun vee om het risico van

natuurrampen, langdurige hitte en droogte te beperken . Somalië is dan ook een

Page 19: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

19

belangrijk veeproducent in Afrika. In 1990 bezat Somalië 43% van de kamelen, 2% van

het rundvee, 10% van de geiten en 5% van de schapen van heel Afrika. Deze

statistieken zijn opgesteld door het departement van Planning en Statistiek van het

Ministerie van Landbouw in samenwerking met een Duitse ontwikkelingsorganisatie

(Damooei, in Adam, H.M., 1997).

"Hij die geen kamelen heeft leeft onder de bescherming van anderen."

"Ik blijf niet op een plaats waar kamelen geen kalveren krijgen."

"De dood van een man zonder kamelen zal onopgemerkt blijven." Rirash 1988

De nomaden houden vooral kamelen en daarom wordt de economie van Somalië ook

wel de "kameel-economie" genoemd en het Somalische gevoel van historisch

bewustzijn het "kameel-complex" (Laitin en Samatar 1987). Kamelen geven prestige

aan de eigenaar: zij zijn het symbool van rijkdom voor de Somalische nomade. In

klassieke Somalische gedichten wordt het bezit van kamelen bezongen.

De economie van de nomaden is gebaseerd op veeteelt en op extensief gebruik van

grond waarbij de technologische ontwikkeling laag is. Het is een economie met een op

de natuur gebaseerde productie die sinds de oudste tijden bestaat. In het Westen heeft

de agrarische revolutie, waarbij nomadische veetelers zich vestigden en gesettelde

landbouwers werden, zich voorgedaan lang voor het begin van de jaartelling.

Clanfamilies, clans en subclans

Somale/Somaliërs

(vooral nomaden)

Haawiye Isaaq Dir Darod

(Shermarke)

Gadabursi

Habir Gedir Abgal Dulbahante Marehan Ogaden Mijerteyn

(aidid) (Mahdi) (Morgan) (Barre)

(jess)

Sab

(vooral landbouwers)

Rahanweyn Digil

Page 20: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

20

Plattegrond Somalië met overzicht clans

Clans

Dir

Hawiya

Darod

Rahanweyn

Ishaak

darod

Niet-Somalische clans

Indische Oceaan

Ethiopië

Djibouti

Kenia

Golf van Aden

Uit Somalia, a crisis of famine and war

• Berbera

• Hargeisha

• Garoe

• Oddur

Baldoa•

• Bardera

• Kismayo

Mogadisho

Page 21: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

21

In Somalië was en is het echter voor de meerderheid van de bevolking nog steeds de

manier om in het onderhoud te voorzien. Het leven van nomaden in Somalië is te

beschrijven als een leven van steeds maar verder trekken naar steeds weer nieuwe

waterbronnen en nieuw weideland. Ondanks de sociale en economische veranderingen

die de laatste honderd jaar tijdens de kolonisatie zijn doorgevoerd, (over)leven de

nomaden nog steeds op dezelfde manier. Er heeft zich een gemeenschap ontwikkeld

die gebaseerd is op familie-verwantschap. De belangrijkste reden hiervoor is dat de

productie van nomaden een beperkte economische ontwikkeling geeft. Er is te weinig

geld om een andere politieke structuur te financieren dan een structuur die zich

baseert op het clan-systeem. In het vroege verleden vond je overal wel samenlevingen

die zich organiseerden rond familieverbanden: het is een elementaire fase aan het

begin van elke ontwikkeling. Hoe hoger het niveau van ontwikkeling, hoe verder sociale

systemen zich ontwikkeld hebben. In het Westen heeft de vergaand ontwikkelde

kapitalistische manier van produceren tot een maatschappij geleid die sterk op sociale

hiërarchie gebaseerd is. De geringe economische ontwikkeling van Somalië maakt dat

Somaliërs zich in kleine groepen langs lijnen van clans organiseren.

Somalië kent zes grote clan-families en enkele kleinere clans. Elke clan-familie is

opnieuw onderverdeeld in clans, sub-clans en kern-families die al generaties in

bepaalde delen van het land leven. De namen van de 6 hoofdclans zijn: Isaaq, Darod,

Haawiye, Rahanweyn, Dir en Digil.

Het continu rondtrekken van de bevolking heeft ertoe geleid dat het land dun bevolkt is

en dat de bewoners zich gelijkmatig over het hele land verspreid hebben. In het

grootste deel van Somalië hebben zich hierdoor dan ook geen dorpen of steden

ontwikkeld.

1.3 Orde en gezag

Somaliërs hebben nooit autoriteit in hun samenleving geformaliseerd. Men kent geen

hiërarchie en men heeft er ook geen respect voor. Het ontbreken van

geïnstitutionaliseerde macht en hiërarchie in de politieke organisatie van Somaliërs

onderscheidt hen van andere gemeenschappen in Afrika waar machtige chiefs zijn

opgestaan die hun positie weten te handhaven. Tot vandaag de dag is de Somalische

samenleving gebaseerd op gelijkheid. Somalische leiders zijn in naam de eersten onder

hun gelijken, met uitsluitend morele invloed door consensus en overreding. In het

verleden werden de Somalische clans geleid door sultans die door overerving deze titel

verwierven. Deze sultans hebben echter nooit formeel gezag over anderen kunnen

uitoefenen of anderen hun politieke wil kunnen opleggen. Tijdens de koloniale periode

klaagden Britse officieren vaak dat Somaliërs zich niets aantrekken van hun bevelen en

Page 22: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

22

hun gezag. Een Britse officier noteert in zijn dagboek in 1940 de reactie van de

Somaliërs op het Britse bestuur:

"Wij willen goed bestuurd worden, maar we willen ook met rust gelaten worden."

De ervaringen van Somaliërs met het gezag van koloniale onderdrukkers en met

regeringen die na de onafhankelijkheid Somalië steeds in oorlogen verwikkelden zijn

niet positief. Hier vloeit het wantrouwen van Somaliërs uit voort voor het gezag van de

overheid, of het nu het leger, de politie of de overheidsfunctionarissen betreft. Elke actie

of beslissing die riekt naar gezag van de overheid roept achterdocht op.

De opvatting dat iedereen gelijk is en geen formele macht over de ander kan uitoefenen

overheerst in Somalië. Hiervan vindt men in het recente verleden een goed voorbeeld:

van 1992 tot 1995 probeerde de internationale gemeenschap vergeefs om door middel

van een vredesoperatie bij te dragen aan een oplossing van het politieke conflict in

Somalië. De reden voor het falen van deze interventie was dat er in Somalië geen

leiders met autoriteit zijn die als gesprekspartner konden dienen:

" De internationale gemeenschap ging uit van de universaliteit van hiërarchisch opgebouwde

overheden. Zij vroeg het Somalische volk hen naar hun leiders te brengen. De Somaliërs

hebben een totaal verschillende politieke filosofie en hebben de internationale gemeenschap

naar ‘schoonmakers’ gebracht."

(Lewis, 1995:1)

In Somalië wordt de sociale orde niet door wetten instandgehouden, maar door

onderlinge afspraken en regels. Deze vorm van sociale organisatie staat

geïnstitutionaliseerd gezag en politieke macht in de weg. Sociale relaties worden in

clanverband geregeld. Het ontbreken van effectief leiderschap heeft geresulteerd in een

situatie van diffuus gezag waarin het hoofd van de familie de belangrijke beslissingen

neemt. Consensus in de groep is hierbij het uitgangspunt. Somaliërs handhaven

sociale rust en orde met behulp van het sociaal contract. Op het niet naleven van het

sociaal contract staan morele en sociale sancties van de groep. Hierover bestaat een oud

Somalisch gezegde:

"Zonder morele en sociale codes is alles losbandigheid en mistroostige armoede."

Aan de basis van het sociaal contract ligt verwantschap en afkomst. In de Somalische

samenleving functioneert het sociaal contract op twee niveaus. Ten eerste wordt de

onderlinge solidariteit met de clan en sub-clans geregeld. Leden van een zelfde groep

Page 23: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

23

worden geacht elkaar altijd te hulp te schieten of met elkaar samen te werken als er

moeilijkheden zijn. Deze solidariteit heeft Somaliërs eeuwenlang geholpen om in barre

omstandigheden te overleven. Het is nog steeds een goede gewoonte waardoor Somaliërs

van dezelfde clan op elkaar kunnen rekenen en elkaar helpen, waar zij ook zijn.

Ten tweede is het sociaal contract de basis voor politieke regelingen, in de besluitvorming,

voor het afdwingen van besluiten en bij conflict-bemiddeling. Voor de politieke regelingen

wordt het sociaal contract van de "heer" gebruikt. De heer is een ongeschreven sociaal

contract dat gebruikt wordt voor bemiddeling bij conflicten en om de sociale vrede voor de

hele gemeenschap te bewaren. Clans treffen heercontracten over bijvoorbeeld het gebruik

van weidegrond, waterplaatsen en handelsroutes. Ook worden de ongeschreven wetten en

regels van de heercontracten toegepast bij conflicten tussen personen, waarbij sprake is van

geweld: moord, verminking, beroving, enzovoort.

In het algemeen wordt er op de naleving van het sociaal contract toegezien door de

ouderen, de wijze mannen en de lokale religieuze leiders. Het sociaal contract is een

gewoonterecht: de ongeschreven wetten worden volgens de orale traditie overgeleverd.

Vooral de ouderen van de clan hebben kennis van de heercontracten. Mannen die veel

weten van de regels van de heercontracten staan bekend als wijze mannen .

Als er een probleem in de gemeenschap opgelost moet worden dan komen de oudsten van de

groep en de wijze mannen bijeen in een "shir" om over het conflict te praten. Nadat zij tot een

besluit zijn gekomen spreken zij hun eindoordeel uit. De vertegenwoordigers van de islamitische

rechtspraak of de religieuze geleerden vullen hun werk aan en bekrachtigen het.

Op deze manier wordt dus de orde in de Somalische gemeenschap gehandhaafd

zonder formeel gezag. In het huidige Somalië is nog steeds sprake van een

samenleving die gebaseerd is op gelijkheid zonder geformaliseerd gezag: iedere

individu is zijn eigen sultan. De ouderen en clan-leiders bieden in de ogen van

Somaliërs, of zij nu in Somalië of het buitenland leven, de enig acceptabele morele

basis voor uitoefening van gezag. Zij bieden het forum voor consultatie, consensus en

instemming zoals dat altijd het terrein van de politiek in Somalië is geweest. Na het

uiteenvallen van de staat in 1991, bestond er door het gewoonterecht van het sociaal

contract relatieve rust en stabiliteit in bepaalde regio’s van het land.

1.4 Kolonialisme en Koude Oorlog

Tot het eind van de vorige eeuw leefden de Somaliërs relatief rustig als nomaden. De

clans controleerden de verschillende gebieden van het land. Daar kwam verandering in

toen Somalië door de koloniale machten in vijven gedeeld werd: Brits Somaliland,

Page 24: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

24

Frans Somaliland (dat is nu Djibouti), Italiaans Somaliland, Ethiopisch Somaliland en

een deel dat bekend werd als het Noordelijk Grensdistrict van Brits Kenya. De

koloniale machten bezetten Somalië om economische of strategische redenen. In het

begin van de koloniale periode gingen de conflicten tussen de koloniale machten vaak

over de grenzen. Nadat de grensconflicten "opgelost" waren, ondervonden clans en

families dat zij plotseling door de koloniale grenzen van elkaar gescheiden waren.

Een nomadische dichter die geen toestemming kreeg om zich bij zijn familie in

Ethiopië te voegen weeklaagt hierover:

Mijn broer is daar

Ik hoor de bellen van zijn kamelen klinken

Wanneer zij beneden in de vallei grazen

De bladeren van de bosjes die zij afvreten

Smaken even zoet als de bosjes bij mij

De regen waarvan zij groeien,

Valt uit dezelfde lucht

Als ik bid, bidt hij

Mijn Allah is zijn Allah

Mijn broer is daar

En kan niet naar mij toe komen.

In vergelijking met andere Afrikaanse staten is de opdeling van Somalië in vijf delen

uitzonderlijk: geen ander Afrikaans land is zo sterk uiteengevallen. Het opdelen van het

land werd door het Somalische volk als de meest dramatische daad van buitenlandse

agressie beschouwd en heeft diepe wonden heeft geslagen. Het helen van deze wonden

werd de prioriteit van de politieke elite. De vrijheidsstrijd in Somalië richtte zich tegen

de bezetters. Het ideaal dat men wilde bereiken was het opnieuw verenigen van het

Somalische volk in één staat.

De Somaliërs waren echter niet sterk genoeg om het hele land te bevrijden en te

herenigen. In 1960 werden slechts twee delen herenigd in het nieuwe onafhankelijke

Somalië: Italiaans en Brits Somaliland. Vrijwel direct na de onafhankelijkheid stelde de

nieuwe regering zich ten doel de drie andere delen terug te winnen. Ook al is het land

erg arm, toch stak de nieuwe Somalische regering veel van de schaarse middelen in

deze strijd. Hierdoor verwaarloosde zij de binnenlandse economie en de sociale

ontwikkeling. Er werd nauwelijks geïnvesteerd in het onderwijs en de

gezondheidszorg. De regering startte een agressieve campagne om het recht op

zelfbeschikking voor Somaliërs onder buitenlands bestuur te propageren. Deze politiek

Page 25: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

25

om teruggave van oude gewesten te bereiken was op dat moment uniek in Afrika.

Andere regeringen namen de grenzen die zij erfden uit de koloniale tijd als

uitgangspunt en concentreerden zich op de binnenlandse politiek. De diplomatieke

verhoudingen met Ethiopië en Kenya kwamen onder druk te staan, omdat in beide

landen grote Somalische gemeenschappen leefden en de Somalische regering deze

gebieden terug wilde. De slogan van de regering was "wij zijn een natie op zoek naar

een staat". De vijfpuntige ster in de Somalische vlag symboliseert de eenheid van de vijf

gebieden.

Binnen drie jaar na de onafhankelijkheid ontbrandde het grensconflict met Ethiopië en

iets later ook met Kenya. Het werd een gewapend conflict dat soms opvlamde tot een

ware oorlog. De Somalische burgers in deze grensgebieden werden hier het slachtoffer

van. Het conflict eiste talloze doden en joeg mensen op de vlucht. De constante oorlog

over grensconflicten heeft Somalië gedestabiliseerd en heeft zijn stempel gedrukt op de

samenleving. Een Somalische schrijver zegt hierover:

"Het ineenstorten van de Somalische staat begon bij de geboorte ervan."

De Koude Oorlog heeft de verdere militarisering van Somalië gevoed. Op het

moment van de onafhankelijkheid was de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt. De

geografische ligging van Somalië maakte dat het land van strategisch belang was.

Somalië grenst aan de Rode Zee en de Indische Oceaan en vormt de overgang van

Afrika naar het Midden-Oosten. Het ligt hiermee aan de route waarlangs de olie

naar het Westen getransporteerd wordt. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie

probeerden allebei Somalië naar hun kamp over te halen. Beide paaiden de

Somalische regering met wapenleveranties, en met hun steun bouwde Somalië een

krachtig en modern leger op. In 1960 had Somalië na Nigeria, Ethiopië en Ghana

het grootste leger ten zuiden van de Sahara. Met de komst van het militaire regime

van Siad Barre in 1969 zette de militarisering verder door, opnieuw ten koste van de

binnenlandse problematiek. Van 1970 tot 1980 besteedde de Somalische regering

naar schatting $960 miljoen aan wapenaankopen, dat is ongeveer 16% van het

bruto nationaal product (Mubarak 1996). Ook al was Somalië een van de armste

staten, de defensie-uitgaven behoorden met 25% van het overheidsbudget tot de

hoogste. De aandacht voor defensie heeft het land nog verder in de armoede

geworpen.

In 1977-78 verklaarde Somalië de oorlog aan Ethiopië met het doel de Ogaden terug

te veroveren. In de Ogaden woonden veel Somaliërs met hun vee. De oorlog werd

verloren en was een groot debacle voor de regering. Bijna een miljoen Somalische

vluchtelingen en ontheemden waren het trieste resultaat. In feite was de staat

Page 26: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

26

hierna bankroet. De mislukte bevrijding van de Ogaden wekte de woede van de

Somalische bevolking. In april 1978 probeerden hoge officieren uit onvrede de

regering omver te werpen, maar dat mislukte.

1.5 Opkomend verzet vanaf 1978

Uit frustratie over de nederlaag en de slechte economie ontstond er een

machtsstrijd in het leger die een diepe kloof sloeg tussen de clans. Ontevreden

legerofficieren verenigden zich in het Somali Salvation Democratic Front (SSDF),

een verzetsbeweging om Somalië te redden. Zij rekruteerden hun steun onder de

Mijerteyn clan uit centraal- en noord-oost Somalië. Zij opereerden vanuit een

hoofdkwartier in Ethiopië. Het militaire regime in Ethiopië had door de Ogaden-

oorlog een vijandige houding tegenover de regering van Siad Barre. Daarom was

Ethiopië bereid de verzetsbeweging logistiek en militair te steunen in hun poging

de regering van Siad Barre omver te werpen. Vanuit Ethiopië werden Somalische

steden in het grensgebied regelmatig aangevallen door het SSDF. De regering

reageerde met harde vergeldingsacties tegen de burgers die tot de Mijerteyn clan

hoorden. Onschuldige burgers werden gearresteerd en vervolgd en hun

waterbronnen en vee werden vernietigd.

In 1981 werd een nieuwe verzetsbeweging door ontevreden legerofficieren en

ministers opgericht: Somali National Movement (SNM). Ook deze beweging verbond

zich aan een clan: zij zocht steun onder de Isaaq uit het noorden van Somalië. De

SNM opereerde vanuit Ethiopië en was vastbesloten de regering van Siad Barre met

geweld omver te werpen. Vanaf 1980 bestookten beide verzetsbewegingen het land

en dit verzwakte de positie van de regering aanzienlijk.

In april 1988 sloten de regering van Ethiopië en Somalië een vredesakkoord, waarin

zij afspraken geen steun meer te geven aan elkaars dissidente bewegingen. De

Ethiopische steun aan de twee Somalische verzetsbewegingen werd ingetrokken en

zij werden gesommeerd Ethiopië te verlaten. De strijders van de SNM besloten

hierop tot een laatste grote militaire operatie om het noorden van Somalië te

veroveren. Zij faalden hierin en de regering sloeg met een keiharde tegenaanval

terug. Tienduizenden burgers werden gedood tijdens de hevige bombardementen op

de steden Hargeysa, Berbera en Burao. Veel inwoners vertrokken uit het gebied.

De genadeloze oorlog joeg veel Somaliërs op de vlucht. In deze periode kwamen de

eerste vluchtelingen uit Noord-Somalië naar Nederland. Zij waren meestal van de

Isaaq clans.

Page 27: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

27

1.6 Het ineenstorten van de staat in 1991

De tweede fase in de geschiedenis van de Somalische vluchtelingen zette in toen het

militaire regime van Siad Barre in 1991 werd verjaagd. Daarbij stortte het centrale

gezag in en verdwenen de instellingen van het overheidsapparaat. Mensen konden zich

niet meer op bescherming door de overheid beroepen en het recht van de sterkste gold.

Dit machtsvacuüm leidde tot gewapende conflicten tussen clans en georganiseerde

milities met grote sociale gevolgen. Somalië viel uiteen in kleine stukjes waar clans en

sub-clans de macht hadden. Het bloedbad dat toen plaats had eiste meer dan 30.000

levens. Het geweld verstoorde ook de voedselproductie. De gevechten vonden vooral in

het vruchtbare zuiden plaats: de graanschuur van het land. Nog eens 300.000

Somaliërs stierven als gevolg van honger en ziekten (Sahnoun 1994).

Honderdduizenden burgers sloegen op de vlucht op zoek naar bescherming in andere

delen van het land of in vluchtelingenkampen in de regio. Een minderheid vluchtte

weg uit de regio, maar strandde onder meer in Roemenië en Rusland. Mensen met

meer middelen vluchtten naar West-Europa, bijvoorbeeld Nederland, of over de

Atlantische Oceaan naar Canada en de Verenigde Staten. Het grootste deel van de

Somalische vluchtelingen in Nederland arriveerde hier tussen 1992 en 1994.

In 1992 leidde de Verenigde Staten de internationale gemeenschap bij een interventie

in Somalië. Deze vredesoperatie "Restore Hope" richtte zich op het herstel van de orde

en van het centrale gezag, maar het ambitieuze project werd een fiasco. De Verenigde

Staten zag zich op 4 maart 1995 gedwongen uit Somalië terug te trekken. De

internationale vredesmissie had tot dan toe US$3 miljard gekost en heeft in Somalië

geen vooruitgang opgeleverd (Horn of Africa Bulletin 1995:20). Sindsdien wachten

Somaliërs tot een nieuw bestuur van het land tot stand komt en met de wederopbouw

begonnen kan worden.

Anno 2000 heeft Somalië nog steeds geen regering. Het land is uiteengevallen in

gebiedjes waar krijgsheren met hun clans heersen en elkaar het land en de toegang tot

de havens en luchthavens van Somalië betwisten.

Page 28: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

28

Page 29: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

29

2 De Somalische gemeenschap in Nederland

In dit hoofdstuk wordt de Somalische gemeenschap in Nederland beschreven met

behulp van gegevens over de samenstelling van de populatie. Tevens worden de

oorzaken van aanpassingsproblemen en zichtbare knelpunten voor participatie van

Somaliërs in Nederland behandeld.

2.1 Demografische data

Vanaf 1980 komen Somaliërs naar Europa vanwege de voortdurende politieke

conflicten in hun land. Velen van hen vluchtten naar Nederland.

Erkende asielaanvragen van Somaliërs in Europa 1989-1998

Land AantalGriekenland 6

Oostenrijk 43Spanje 122België 210Italië 238

Frankrijk 617Duitsland 1.215

Zwitserland 1.911Finland 2.287

Noorwegen 2.808Zweden 7.551

Denemarken 8.292Nederland 17.527

Groot Brittannië 19.158Totaal 61.938

(Bron: UNHCR)

Somaliërs zijn als vluchteling gekomen en dat onderscheidt hen van de traditionele

migranten die naar Nederland kwamen om te werken. Van 1982 tot 1986

vertegenwoordigen Somaliërs 1% van de vluchtelingenpopulatie in Nederland. Dit loopt

op tot 15% in 1991. In dat jaar breekt de burgeroorlog in volle hevigheid uit en

ontvluchten honderdduizenden Somaliërs hun land, het merendeel naar de

buurlanden. Een minderheid zocht asiel in Nederland. In de volgende tabel staat een

overzicht van het aantal allochtonen van Somalische afkomst.

Page 30: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

30

Aantal Somaliërs in Nederland

aantal aantal asielverzoekenSomaliërs van Somaliërs

1995 16850 39971996 20060 14611997 23865 12801998 25840 27751999 27421 2731(Bron: CBS)

Aan het begin van de jaren negentig is het niet mogelijk om als asielzoeker

ingeschreven te staan bij een gemeente. Met de invoering van de Wet op de

Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) in 1994 kunnen asielzoekers na 1 jaar verblijf

in Nederland zich inschrijven in de gemeente waar zij wonen.

Niet alle Somalische vluchtelingen zijn als asielzoeker gekomen. Een klein deel is door

de overheid uitgenodigd als vluchteling naar Nederland te verhuizen. Zij verblijven op

dat moment in vluchtelingenkampen in Kenya. Anderen zijn in het kader van

gezinshereniging gekomen of zijn in Nederland geboren. Per 1 januari 1999 wonen

27.421 allochtonen van Somalische afkomst in Nederland.

Leeftijdsopbouw Somalische bevolking in Nederland per 1 januari 1999

Leeftijd Totaal Man Vrouw0- 4 5526 2807 27195- 9 2868 1518 135010-14 2732 1539 119315-19 2705 1581 112420-24 2485 1428 105725-29 3930 2259 167130-34 3459 2035 142435-39 1606 903 70340-44 944 552 39245-49 470 293 17750-54 294 179 11555-59 189 103 8660-64 78 33 4565+ 135 33 102Totaal 27421 15263 12158(Bron: CBS)

Opvallend is dat 30% van de populatie jonger is dan 10 jaar en 50% jonger dan 20 jaar.

(Ter vergelijking: voor de Nederlandse bevolking geldt dat circa 25% jonger dan 20 jaar is.)

Somaliërs wonen over heel Nederland verspreid vanwege het spreidingsbeleid van de

overheid in het kader van de Regeling Opvang Asielzoekers (ROA) en de huisvesting

Page 31: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

31

van statushouders. Er is wel een tendens waarneembaar dat Somaliërs naar een aantal

kerngemeenten en grote steden verhuizen.

Geografische spreiding per gemeente

Absoluut %Rotterdam 1765 6,5Tilburg 1730 6,3Den Haag 1630 5,9Amsterdam 1165 4,2Eindhoven 910 3,3Delft 560 2,0Nijmegen 520 1,9Utrecht 480 1,8Arnhem 480 1,8Amersfoort 465 1,7Schiedam 435 1,6Dordrecht 380 1,4Haarlem 365 1,3Vlaardingen 360 1,3Den Bosch 330 1,2Breda 325 1,2Groningen 320 1,2Overige <300 55,4Totaal 27.421 100(Bron: CBS)

Geografische spreiding per provincie

1 januari 1999Absoluut %

Zuid-Holland 8195 30Noord-Brabant 5695 20Noord-Holland 3610 13Gelderland 2765 10Utrecht 2075 8Limburg 1415 5Friesland 975 4Overijssel 775 3Groningen 715 3Drenthe 595 2Zeeland 345 1Flevoland 265 1Totaal 27.421 100(Bron: CBS)

Page 32: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

32

2.2 De sociale context

De sociale context van de Somalische gemeenschap is het product van de oude normen

en waarden die Somaliërs meebrachten en de "nieuwe vreemde" wereld van Nederland

waarin men terecht komt. Migratie naar Nederland is geen bewuste keuze voor

Nederland, maar vooral een vlucht voor het geweld en de ellende van de oorlog in

Somalië. Men gaat ervan uit dat het verblijf in het buitenland tijdelijk is, en men weer

terug gaat zodra het weer rustig is in Somalië.

Sinds de jaren negentig worden asielzoekers onder de regie van de overheid opgevangen

in landelijke opvangcentra. Het verblijf in deze centra is vol onzekerheid. De

asielprocedure neemt enkele jaren in beslag en gedurende deze periode verblijft men in

een opvangcentrum. Medewerkers uit de geestelijke gezondheidszorg hebben er

regelmatig op gewezen dat een langdurig verblijf in een opvangcentrum ziekmakend is.

Een Somaliër zei over het verblijf in een opvangcentrum: "Wait and dream."

Als gevolg van de ontoereikende capaciteit in de opvangcentra is in 1998 de

mogelijkheid geopend om gedurende de asielprocedure buiten het centrum te wonen:

het zelfzorg arrangement (ZZA) maakte het mogelijk om bij vrienden of familie met

zelfstandige huisvesting in te trekken. (Deze regeling wordt mogelijk afgeschaft.) De

centrale opvang in woningen (COW) onder verantwoordelijkheid van het Centraal

Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) biedt eveneens opvang in woningen in de

gemeente.

Als na jaren wachten positief wordt besloten op het asielverzoek dan verkrijgt men een

verblijfsvergunning en verhuist men vanuit het opvangcentrum naar een eigen woning.

Dit is een grote overgang. In het opvangcentrum was men afhankelijk: de overheid

verstrekte onderdak, en geld voor voeding en kleding. Nu moet men zelfstandig een

nieuw leven opbouwen en staat men

De Somaliërs voelen zich in de kou gezet bij de overgang van asielzoekerscentra naar wonen in

de wijk, door discriminatie en de eisen van de inburgeringstrajecten.

Salonbijeenkomst over opvoeden,

Nieuwsbrief Mutant, april 1999

voor verschillende taken zoals het regelen van zaken rondom de woning (huur, energie,

telefoon, verzekeringen, belastingen); het leren van de Nederlandse taal en cultuur; het

wennen aan een sneller levensritme, de arbeidsmoraal en de bureaucratie met talloze

regels.

Page 33: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

33

Aandacht voor de kinderen

Volgens de richtlijnen van het Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde

Naties is de beste manier om vluchtelingen- kinderen te steunen, de gezinnen te steunen; en

de beste manier om de gezinnen te steunen is om de gemeenschap te steunen.

Van Keulen, Spel aan Huis, werken met vluchtelingen, 1999:27

Somaliërs wonen vooral in grotere gemeenten in wijken met goedkope woningen:

wijken met veel mensen in een achterstandssituatie, zowel autochtonen als

allochtonen. De basis voor de integratie van Somaliërs met de Nederlandse

samenleving ligt in deze wijken, waar een cumulatie van problemen plaatsvindt. De

werkloosheid is hoog en autochtonen die zich een betere en dus duurdere woning

kunnen veroorloven trekken weg. De buren zijn vaak ook van allochtone afkomst en de

vriendjes van de kinderen ook. Zij zijn het referentiekader voor de Somaliërs, terwijl de

participatie van deze "oude" groepen allochtonen aan de Nederlandse samenleving op

zich ook nog veel aandacht vraagt. De voorzieningen in deze wijken staan onder druk.

Dikwijls zijn bijvoorbeeld het onderwijs en de gezondheidszorg overbelast.

Voor veel Somaliërs zijn de eisen die aan hen gesteld worden te zwaar. Zij voelen zich

machteloos en ontmoedigd, en trekken zich terug. Enkelen spannen zich in om de

moeilijkheden te overwinnen.

Aan de andere kant zijn de nomadische culturele waarden nog steeds van grote invloed

op het sociale leven van Somaliërs. De meeste Somaliërs hebben een nomadische kijk

op de wereld, die inhoudt dat men niet gewend is om zich te vestigen. Het leven is

georganiseerd in clanverband. De afstand tussen de eigen cultuur en de Nederlandse is

bijzonder groot. Dit verklaart waarom Somaliërs in vergelijking met andere

minderheden meer moeilijkheden ondervinden in de aansluiting bij de Nederlandse

samenleving. Dit wordt ook bevestigd in onderzoek (Brink et al., 1996).

Verder heeft de nomadische cultuur een behoudend karakter, zij is niet erg ontvankelijk

voor veranderingen. Somaliërs zullen daardoor contact met Nederlanders, maar ook

met andere minderheden, uit de weg gaan. Men wil niet beïnvloed worden door andere

culturen. Dit komt niet uit onbeleefdheid voort, maar uit onzekerheid en wantrouwen

voor het onbekende. De nomaden in Somalië hebben van oudsher slechts heel beperkt

contact gehad met de buitenwereld. Somaliërs zijn van nature op hun hoede voor

vreemden en deze houding zal niet snel veranderen.

De Somalische historicus Geschekter (1993:15) heeft hierover geschreven:

Page 34: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

34

"Somaliërs mogen dan van verblijfplaats veranderen, maar zij verlaten nooit hun culturele

achtergrond, noch in hun geest noch in hun gedrag."

We kunnen hieraan toevoegen dat Somaliërs, waar zij ook naar toegaan, nooit hun

"thuis" verlaten. Er bestaat geen Somalisch woord voor ballingschap.

De nomadische manier van leven van Somaliërs heeft een negatief effect op hun sociale

positie in Nederland.

a Somaliërs zijn gewend om voortdurend te verhuizen. Dit steeds onderweg zijn in

Nederland, Europa, Canada of de Verenigde Staten is gericht op het handhaven en

versterken van de familiebanden. Grond, ruimte, of grenzen zijn minder belangrijk dan

familiebanden.

b Somaliërs vertrouwen voor sociale en economische veiligheid meer op verwanten en

clanfamilies dan op zichzelf. Dit staat haaks op de ontwikkeling van individuele

capaciteiten tot zelfvoorziening.

c Somaliërs regelen zaken via informele netwerken waarin nauwe verwantschap en

individuele vriendschap van belang zijn. Men geeft de voorkeur aan informele en

persoonlijke relaties boven formele en zakelijke relaties. Na een afspraak bij de Sociale

Dienst zal men opmerken of de medewerker "aardig" of "niet aardig" was. De eerste

interesse ligt bij de persoonlijke relatie tot de medewerker en niet bij de inhoud of het

concrete resultaat van het gesprek.

Als iemand "aardig" is, dan zal het wel goed komen. In contacten is het dus van belang

om eerst aandacht aan de persoonlijke relatie te besteden, bijvoorbeeld door een

zorgvuldige begroeting, en daarna een duidelijke overgang te maken naar de inhoud

van de afspraak.

d De Somalische gemeenschap is over het algemeen arm. Het inkomen dat er is, wordt

gedeeld met de familie in Somalië. De druk op familieleden in het Westen is groot. Veel

Somaliërs steken zich om die reden in de schulden. Strafrechterlijke vervolging

wegens uitkeringsfraude door het verzwijgen van extra inkomsten die worden

aangewend voor de familie in het land van herkomst neemt toe.

e Somaliërs hebben relatief vaak grote gezinnen. Dit legt een groot beslag op het

bescheiden inkomen.

f In vergelijking met andere Afrikaanse landen is in Somalië betrekkelijk laat een

onderwijsstructuur ontwikkeld (Omar, 1992). Tot 1940 meenden Somalische clan-

oudsten dat onderwijs een bedreiging is voor het geloof. Zij zagen het als hun plicht de

jonge generatie tegen dit kwaad te beschermen. Onderwijs dat verder ging dan het

leren uit de koran en een cultuur van schrijven heeft geen lange traditie, en deed pas na

de kolonisatie zijn intrede.

Page 35: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

35

2.3 Oorzaken van aanpassingsproblemen

De Somalische gemeenschap wordt geconfronteerd met grote aanpassingsproblemen.

Deze problemen hebben dieper liggende oorzaken die verbonden zijn aan het

vluchtelingschap en het ontheemd zijn, zoals cultuurschok, identiteitscrisis en dubbele

loyaliteit.

2.3.1 Cultuurschok

De grootste problemen worden veroorzaakt door de transitie naar een totaal andere

samenleving. Dit gaat gepaard met veel spanning; een gevoel van verlies en

tekortkomen; verwarring over rollen, waarden, gevoelens en zelfbeeld; verbazing; angst

en zelfs afkeer als men zich bewust wordt van de cultuurverschillen (Oberg, 1960).

Somaliërs worden in Nederland geconfronteerd met een complexe samenleving die

hoge eisen stelt. Zij verbazen zich over de haast die Nederlanders altijd hebben, het

stipt op tijd moeten zijn op afspraken, maar ook over "de agenda" in de wc. Dit maakt

het voor hen niet gemakkelijk zijn om zich thuis te voelen in Nederland. Men blijft lang

buitenstaander.

De hevigheid van de cultuurschok hangt niet alleen samen met de grootte van het

cultuurverschil, maar ook met hoelang de persoon in Somalië gewoond heeft voor hij

naar Nederland kwam en met diens sociale achtergrond. Voor een goed begrip van

iemands positie is het dan ook van belang dat men zich verdiept in de ervaringen vóór

de komst naar Nederland: komt iemand uit de stad of uit een nomadisch bestaan op het

platteland? Hoeveel onderwijs heeft iemand genoten? Hoeveel heeft iemand van de

wereld gezien? etc.

Als wij problemen hebben thuis, en we hebben ruzie, dan lopen we boos het huis uit. Ons

hoofd zit vol en als we dan problemen op straat krijgen, dan begrijpt de politie ons niet. We

krijgen alleen maar nog meer problemen.

Interview focusgroep, Somalische jongere, 3-2-200

De spanningen als gevolg van de aanpassingsproblemen leiden vaak tot een crisis in

het gezin. De ouders hebben niet alleen de taak om hun eigen moeilijke ervaringen

rond de vlucht een plaats te geven, maar ook om de cultuurschok te verwerken. Dit

belemmert hen in het functioneren als helpende en leidende ouder. De Jong (1993)

schrijft hierover dat vluchtelingenouders zich vaak niet bij machte voelen hun kinderen

te helpen. Zij zijn hun vaderland en hun middelen van bestaan kwijt en alles waarmee

zij voor het gezin konden zorgen. Rolpatronen binnen het gezin zijn omgedraaid of

Page 36: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

36

verdwenen en de spanningen die hierdoor ontstaan, kunnen leiden tot mishandeling

binnen het gezin, verwaarlozing of het uiteenvallen van het gezin. Echtscheidingen en

kinderen die weglopen komen vaak voor. Steeds vaker kiezen gezinnen voor een

verhuizing naar Afrika, het Midden-Oosten, Engeland, Canada of de Verenigde Staten,

omdat zij niet langer met de aanpassingsmoeilijkheden kunnen omgaan. Men heeft de

verwachting dat in een ander land deze problemen zich vanzelf zullen oplossen. Dit

betreft overigens tot nu toe nog slechts enkele tientallen gezinnen: de meerderheid van

de gezinnen probeert de aanpassingsmoeilijkheden te overwinnen.

Somalische bevolking in Nederland naar plaats in het gezin

plaats in het gezin 1997 1999gehuwd zonder kinderen 217 270gehuwd met kinderen 2.404 2.650ouder in éénoudergezin 1.837 2.590kind 8.676 11.435alleenstaand 10.284 10.130samenwonend met kinderen 299 345onbekend - 6totaal 23.717 27.421(Bron: CBS)

Uit onderzoek van Bouwmeester et al.(1998) komt naar voren dat 72% van de

Somalische kinderen een psychosociale problematiek vertoont. Bij vergelijkbaar

onderzoek naar Nederlandse kinderen ligt dit cijfer op 10%. De geïnterviewde ouders

noemen het vaakst gedragsproblemen, waaronder druk gedrag, niet luisteren en

leerachterstanden. Andere problemen zijn nachtmerries, vertraagde spraak- en

taalontwikkeling, problematische contacten met leeftijdgenoten (ruzies en pesten),

stotteren en bedplassen.

2.3.2 Identiteitscrisis

Erikson (1962:96) legt een verband tussen immigratie en identiteit. De kern van

identiteit is het vermogen van het ego om zijn eigenheid te behouden in tijden van

grote verandering. Immigratie is een vrijwillige keuze voor verhuizen naar een ander

land. Bij vluchten ziet men vaak geen andere uitweg en de veranderingen zullen

daardoor een grotere invloed hebben. De grote veranderingen in het leven van

Somaliërs die gevlucht zijn, zullen zeker hun invloed hebben op hun identiteit.

Bij aankomst in Nederland zien Somaliërs een totaal onbekende omgeving die erg

verschilt van de sociale omgeving in het land van herkomst. In het algemeen zullen

nieuwkomers een daling in sociale positie ervaren. Verwezenlijking van de oude sociale

Page 37: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

37

identiteit in het nieuwe land zal de nieuwkomer het gevoel van succesvolle participatie

geven. Het soepel verlopen daarvan hangt onder meer af van factoren als leeftijd,

sociaal-economische status en opleidingsniveau.

Bij iedere inspanning die gericht is op integratie van nieuwkomers uit een traditionele

samenleving, moet de ontvangende samenleving rekening houden met de status die

die de nieuwkomer bezat in het land van herkomst en die verloren kan gaan. Deze

positie-bepaling is een wenselijk uitgangspunt bij de herdefiniëring van status en rol in

het nieuwe land. Degenen die zich bezig houden met de opvang en integratie van

nieuwkomers moeten daarom expliciet de waarde van de meegebrachte identiteit

erkennen als onderdeel van het proces tot herdefiniëring van de positie van de

nieuwkomer (Spector, 1996).

Somaliërs ontlenen hun identiteit ook aan hun afkomst. Men voelt zich niet zozeer

"Somaliër" als wel lid van een bepaalde clan. De nieuwe Nederlandse omgeving

beschouwt de Somalische gemeenschap echter als één etnische groep.

2.3.3 Dubbele loyaliteit

Wij zijn hier tijdelijk. Nederland is een bushalte voor ons.

Interview focusgroep, Somalische vrouw, 3-2-2000

Het derde probleem de aanpassing aan de nieuwe samenleving negatief beïnvloedt is

de dubbele loyaliteit van de Somaliërs. Dat is het gevoel tegelijk in Nederland en in

Somalië te leven, waarbij het moeilijk is om deze gevoelens met elkaar in evenwicht te

brengen. Veel Somaliërs zijn fysiek in Nederland, maar geestelijk nog in Somalië. Men

zien het verblijf vaak als tijdelijk en is niet erg geneigd om te investeren in het

opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland, ook niet na een verblijf van tien jaar.

De meesten zijn zich er sterk van bewust dat hun wortels in Somalië liggen en dat

Nederland nooit hun thuis zal worden. Men heeft het gevoel dat men nooit

geaccepteerd zal worden, hoezeer men zijn best ook doet om zich aan te passen en te

integreren in Nederland.

Het is niet uitzonderlijk dat de meeste Somaliërs in Nederland dit gevoel hebben

verscheurd te worden tussen twee werelden. Iedereen die naar een nieuwe omgeving

verhuist, denkt in het begin steeds aan zijn oorspronkelijke omgeving en oriënteert

zich daarop. In de loop van de tijd zal dit veranderen afhankelijk van de leeftijd en de

omstandigheden van de betrokkene. De jonge generatie zal uiteindelijk waarschijnlijk

volop participeren en integreren in de Nederlandse samenleving, maar de ouderen

zullen problemen houden om hun plek te vinden: Somalië zal altijd in hun gedachten

zijn.

Page 38: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

38

Wij willen wel aanpassen, maar niet integreren. Omdat wij later teruggaan naar Somalië.

Interview Somalische man, De Pree, 1998

Nu men hier eenmaal is, zou men zich hier ook werkelijk moeten vestigen: het

voortdurend van de ene plaats naar de andere plaats trekken belemmert de opbouw van

een nieuw bestaan. Men zou moeten proberen om zich hier thuis te voelen en dat als

uitgangspunt te nemen.

Daar ligt een uitdaging voor de Somalische gemeenschap om zichzelf te helpen.

Daarvoor is niet alleen deskundigheid, creativiteit en positieve houding nodig, maar

ook een open houding, waardoor Somaliërs zich geen buitenstaander hoeven te voelen.

2.4 Zichtbare knelpunten voor participatie

Naast de dieperliggende oorzaken die de integratie kunnen belemmeren, zijn er ook

een aantal meer zichtbare knelpunten aan te wijzen zoals de werkloosheid en de uitval

in het onderwijs, het wantrouwen jegens instellingen, het gebruik van qat en het

isolement waarin de gemeenschap verkeert.

2.4.1 Onderwijs en werk

Taal is heel belangrijk; het maakt het contact met de samenleving en het leven met de buren

makkelijker; als je de taal leert, is het ook makkelijker de cultuur te begrijpen.

Somalische vrouw, Tabibian, 1999

Onderwijs en werk bieden de meest praktische mogelijkheden voor integratie. Via

onderwijs verwerft men kennis en vaardigheden die nodig zijn om de kans op werk te

vergroten. Somaliërs hebben naar Nederlandse normen weinig onderwijs genoten. Het

onderwijs in de Somalische geschreven taal is in 1972 ingevoerd. Voor die tijd kreeg

men vooral onderwijs via de koranschool. In 1988 schatte Unicef dat 76% van de

Somalische bevolking analfabeet is: 18% van de mannen en 6% van de vrouwen kan

lezen en schrijven.

De aandacht voor het onderwijs in Somalië verminderde: in 1980 was nog 9% van de

nationale uitgaven bestemd voor onderwijs, in 1988 was dit afgenomen tot 1,5%

(Economist Intelligence Unit, 1991) In de daarop volgende jaren woedde een felle

burgeroorlog en stortte het onderwijssysteem verder in.

Page 39: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

39

De verschillen in opleidingsniveau zijn groot in de Somalische gemeenschap in Nederland:

10% heeft in Somalië een universitaire opleiding gevolgd, 68% laag of hoog voortgezet

onderwijs, 6% basisonderwijs en 16% is nooit naar school geweest (De Wit, 1998).

Gezien de geringe ervaring met onderwijs is het leren van de Nederlandse taal voor veel

Somaliërs - zeker voor de ouderen - een probleem. De in totaal 500 à 600 uur taalles

voor nieuwkomers is in de praktijk te weinig en na afloop van de cursus beheersen

Somaliërs het Nederlands onvoldoende om door te kunnen stromen naar de

arbeidsmarkt (De Wit, 1998).

Onderzoek naar de Somalische gemeenschap in Amersfoort bevestigt het beeld dat veel

Somalische ouderen en vrouwen grote moeite hebben met de Nederlandse taal. Van de

30 geïnterviewden spraken 10 personen slecht, 10 personen redelijk en 10 personen

goed Nederlands (Ali, 1999).

In Tilburg is onderzoek gedaan onder de Somalische vrouwen (Tabibian, 1999). Eén

derde van de vrouwen heeft geen Nederlandse taallessen gevolgd. Vooral

(alleenstaande) vrouwen met kinderen vinden het moeilijk om hun leven zo te

organiseren dat ze naar Nederlandse taallessen kunnen. Een deel van hen spreekt de

voorkeur uit voor taallessen aan huis.

De vaardigheden die men in Somalië heeft geleerd, sluiten niet goed aan bij de eisen

die het Nederlandse arbeidsproces stelt. De uitval in het Nederlandse onderwijs is

relatief groot (de Wit, 1992) en men mist daardoor de kans de in Nederland benodigde

vaardigheden te verwerven. In vergelijking met andere allochtone groepen is voor

Somaliërs de afstand tot de arbeidsmarkt daardoor groter.

Somaliërs gedragen zich vaak als nomaden. Zelf overwegend afkomstig uit de stad, vertonen

ze niettemin het gedrag van hun rondtrekkende voorouders. Alles heeft een tijdelijk karakter.

Ze werken ergens een aantal maanden en stappen op, vaak zonder hun werkgever in te

lichten. "Nooit eens iets opbouwen, nooit eens een probleem oplossen. Als er een probleem is,

vertrekken ze gewoon."

Tellegen: Afrikanen in Nederland, 2000

De werkloosheid onder Somaliërs is groot. Recent onderzoek van de gemeente

Rotterdam naar de positie van Somalische jongeren bevestigt dit beeld: van de 34

geïnterviewde jongeren van 16 t/m 25 jaar hebben drie een baan, vier

studiefinanciering, 20 een uitkering en van zeven jongeren is over het inkomen geen

informatie (Kolk, 1999).

In Amersfoort heeft 30% van de 30 geïnterviewden een inkomen uit werk (Ali, 1999)

Page 40: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

40

en van de 66 geïnterviewde Somalische vrouwen in Tilburg heeft 6,7% betaald werk

(Tabibian, 1999).

De economische groei in Nederland heeft de kansen op werk voor Somaliërs vergroot.

Uit cijfers van de arbeidsinspectie blijkt echter dat de werkloosheid onder allochtonen

vier keer zo hoog is als onder autochtonen (Rapport Task Force Minderheden en

Arbeidsmarkt, 2000).

De Somalische koepel van zelforganisaties geeft aan dat de groei in betaald werk

veelal tijdelijke arbeid betreft, die via uitzendbureaus verkregen wordt. Naar hun

zeggen gaan Somaliërs voor arbeidsbemiddeling eerder naar een uitzendbureau dan

naar het arbeidsbureau. Dit draagt het risico in zich dat als de economie daalt deze

mensen als eerste weer op straat staan.

2.4.2 Wantrouwen

In het eerste hoofdstuk beschreven we dat het besloten nomadische bestaan in

Somalië tot onzekerheid en wantrouwen tegenover het onbekende leidt. Voor de

meeste Somaliërs zijn overheidsinstellingen een nieuw verschijnsel, zeker die met

een taak rond het sociale leven en het familieleven. Te noemen zijn de

bevolkingsadministratie en de Sociale Dienst. Men ervaart de vragen van deze

instellingen als een bemoeienis met het privé-leven. Het wantrouwen tegenover

(medewerkers van) overheidsinstellingen die het gezag vertegenwoordigen is meestal

groot.

Wij hebben alles verloren. De groep biedt ons veiligheid, houvast.

Interview focusgroep, Somalische man, 3-2-2000

De meeste Somaliërs organiseren hun sociale en familieleven bij voorkeur binnen

het informele netwerk van hun clan. Dat is het enige sociale instituut dat zij kennen

en vertrouwen. Als men informatie nodig heeft of iets moet regelen met een

instelling dan zal men altijd familieleden om hulp vragen. Uit onderzoek in Canada

blijkt dat deze handelwijze zijn beperkingen heeft: ook het familielid heeft beperkte

kennis van en beperkte toegang tot de werkwijze van het sociale systeem. Het risico

bestaat dat de gemeenschap door onvoldoende informatie over de mogelijkheden en

verplichtingen aan de rand van de samenleving blijft opereren.

2.4.3 Gebruik van qat

Het gebruik van qat - een stimulerende drug - vormt ook een knelpunt voor de

Page 41: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

41

participatie van Somaliërs. Er bestaan twee soorten qat:

– Harari dat vooral groeit op het Harar-plateau en de omringende heuvels in Ethiopië. De

plant groeit uit tot een struik en men kauwt op de blaadjes om daar sappen aan te

onttrekken.

– Meera dat vooral in Kenya groeit. Men kauwt op de jonge scheuten van de takken in

plaats van op de blaadjes.

Ethiopië en Kenya zijn de grootste leveranciers van qat voor de Somaliërs. De sappen

die tijdens het kauwen van qat vrijkomen worden doorgeslikt. Qat heeft een bittere

smaak en geeft een droog gevoel in de mond. Daarom drinken qat-gebruikers er veel

water of coca cola bij. Voor het bereiken van een maximaal effect wordt qat-gebruik

gecombineerd met het roken van veel sigaretten.

Eeuwen geleden begon het kauwen van qat in het noord-westen van Somalië. Qat werd

toen op kleine schaal gebruikt door religieuze groepen en rijke zakenlieden.

Aanvankelijk gebruikten alleen de mannen qat, òf om de hele nacht wakker te blijven

voor religieuze doelen, bijvoorbeeld om de koran te lezen, òf bij het zaken doen. Het

gebruik nam vooral de laatste 30 jaar toe in heel Somalië. Een Somaliër zegt hierover:

Het kauwen van qat is voor een volwassen Somaliër net zoiets als `s ochtends een broek

aandoen voor een Nederlander (Braam et. al, 1999:69).

Qat kauwen is een geaccepteerd sociaal gebruik geworden in alle lagen van de

bevolking. De laatste tijd gaan ook vrouwen qat kauwen, maar het gaat nog om een

minderheid. Ook onder Somalische vluchtelingen is het een wijd verbreide gewoonte.

In een aantal Westerse landen, zoals de Scandinavische landen, is het importeren en

verhandelen van qat verboden. In andere landen, zoals Nederland, is de handel niet

verboden. De in Nederland geïmporteerde qat is de Meera qat en wordt vanuit Kenya

ingevlogen en over heel Nederland gedistribueerd door handelaren. De prijs van een

bosje qat - dat is genoeg voor één persoon voor één dag - ligt rond de f 12,50. Somaliërs

kunnen door het kauwen van qat de werkelijkheid even ontvluchten en de dagelijkse

problemen even vergeten. In Nederland is het voor een deel van hen een vast

tijdverdrijf geworden en een manier om de gevoelens van pijn, isolement en frustratie

te verzachten. Anderen gebruiken het middel om de nieuwe omgeving te vergeten en te

dromen van Somalië. Qat geeft het gevoel dat men de problemen in de hand heeft. Qat

biedt tijdelijk troost en opluchting, vermindert tijdelijk de spanning en gevoelens van

depressiviteit, maar na afloop volgt de ontnuchtering en komen de problemen terug.

Page 42: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

42

Een Somalische vluchteling is iemand die heel wat problemen tegenkomt en vaak in

verwarring is. Als hij lichamelijk al niet ziek is, dan is hij moreel gesproken wel ziek. Vanwege

de zware omstandigheden waartegen hij heeft moeten vechten. Ook door de nog steeds

voortdurende oorlog in zijn land en door de zorg over de rest van de familie die hij in Somalië

heeft achter gelaten.

Interview Somalische man, De Pree, 1998

Een Somaliër in Den Haag vertelde dat qat voor de Somaliërs in Nederland zowel een

zegen als een plaag is. Het is een zegen omdat het als sociaal tijdverdrijf Somaliërs de

kans biedt de eenzaamheid te ontvluchten en tijdens een qat-sessie nieuws uit te

wisselen over Somalië, informatie te krijgen over Nederland en problemen te vergeten.

Het is een plaag omdat het een belangrijke oorzaak is van gezinsproblemen. Qat is in

Nederland op een veel later tijdstip van de dag verkrijgbaar dan in Somalië. Qat-gebruik

kan het levensritme ontregelen, doordat ook ’s avonds qat gebruikt wordt. De

stimulerende werking maakt dat gebruikers pas tegen de ochtend gaan slapen. Dit leidt

tot schoolverzuim en staat ook deelname aan het arbeidsproces in de weg. Een

aangepaste aanvoerlogistiek zou een oplossing voor dit probleem kunnen zijn (Braam

et. al 1999).

Een onderzoek van de Somalisch Nederlandse Associatie (Soneca, 1997) gaat in op de

gevolgen van qat voor de Somalische gemeenschap in Nederland. De conclusie was dat

qat-gebruik niet alleen het integratieproces en de individuele en sociale mobiliteit

belemmert, maar ook dat het de gebruikers en hun familie armoede en isolement

brengt.

Alle geïnterviewde Somalische vrouwen in Amersfoort zeggen dat qat een probleem is.

"Bijna alle echtscheidingen in de gemeenschap zijn het gevolg van de problemen die

ontstaan door het kauwen van qat", zegt een vrouw en deze opmerking wordt door vier

alleenstaande vrouwen met kinderen bevestigd (Ali, 1999).

In november 1999 werd in Rotterdam een werkconferentie gehouden over qat-gebruik

onder Somalische jongeren. Eén van de conclusies was dat de combinatie van een

"uitzichtloze situatie" en qat-gebruik elkaar zouden kunnen versterken (Anoniem, verslag

conferentie 1999).

2.4.4 Isolement

Somaliërs zijn binnenvetters, wij praten niet makkelijk over onze problemen. Onze

gemeenschap is hermetisch gesloten.

Interview focusgroep, Somalische man, 3-2-2000

Page 43: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

43

Een ander knelpunt dat de participatie belemmert is het isolement waarin Somaliërs

leven: de gemeenschap is erg op zichzelf gericht. Men oriënteert zich op de Somalische

wereld: men gaat met Somaliërs om; trouwt binnen de gemeenschap; luistert naar de

Somalische radio-uitzendingen van de BBC.

Onderzoek (Tabibian, 1999) onder Somalische vrouwen maakt duidelijk dat velen zeer

gehecht zijn aan de Somalische tradities en gewoonten, en dat men weinig geneigd is

zich aan te passen aan de Nederlandse maatschappij. Alle geïnterviewde vrouwen, op

twee na, vinden dat zij moeten vasthouden aan de eigen tradities. Slechts 18,3% is van

mening dat ook aanpassing aan de Nederlandse gewoonten noodzakelijk is. De

vrouwen hechten geen groot belang aan sociale contacten met Nederlanders, 66,1%

heeft geen Nederlandse kennissen of vrienden.

41,4% van de vrouwen vindt hun sociale contacten onvoldoende en voelt zich geïsoleerd

vermoedelijk omdat men Somalië gewend is aan meer intensieve contacten.

Er bestaat veel interesse voor mogelijkheden om andere Somalische vrouwen (61,7%) of

vrouwen uit andere landen (61,7%) in een ontspannen sfeer te ontmoeten.

Ik verveel me vaak. Vooral in de winter voel ik mij eenzaam. In de zomer kan ik in de stad

rond lopen. Ik ga vaak naar een qat-huis, door de qat kan ik mijn problemen vergeten.

Interview Somalische jongeman, Kolk, 1999

Van de 16 geïnterviewde vrouwen in Amersfoort (Ali, 1999) zijn drie vrouwen erg

eenzaam. Zij geven aan dat al hun tijd opgeslokt wordt door het huishouden en het

verzorgen van de kinderen. Geen van de 14 geïnterviewde mannen voelt zich eenzaam.

Alle geïnterviewde mannen en vrouwen hebben contact met andere Somaliërs in

Amersfoort of elders in het land. Men heeft behoefte aan een ruimte waar men bij

elkaar kan komen. De contacten tussen Somalische en Nederlandse bewoners in

Amersfoort zijn zeer gering.

Uit onderzoek in Rotterdam (Kolk 1999) blijkt dat voor Somalische jongeren contacten

met familie en vrienden belangrijk zijn. Ook de familie elders in Nederland, in Somalië

of in het buitenland is een belangrijk onderdeel van het leven. De jongeren hebben

soms ook vrienden van andere nationaliteiten, maar de intensievere contacten bestaan

toch vooral uit die met Somaliërs. Enkele jongeren geven aan zich soms of vaak

eenzaam te voelen, doordat zij hun familie missen en heimwee hebben naar Somalië.

Het spreidingsbeleid van de overheid in het kader van de Regeling Opvang

Asielzoekers en de huisvesting van statushouders heeft Somaliërs over alle gemeenten

in Nederland verspreid. Vooral in kleine gemeenten wonen dan slechts enkele

Page 44: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

44

Somaliërs, waardoor men de dagelijkse contacten met landgenoten moet missen. Dit

kan tot gevoelens van eenzaamheid leiden. Verhuizen naar een gemeente waar een

grotere groep Somaliërs woont is voor sommigen een oplossing.

Page 45: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

45

3 Interculturele communicatie

In het contact van medewerkers van Nederlandse instellingen met Somalische cliënten

spelen tal van factoren rol, zoals taal, tijd, positie of verwachtingen. De betekenis die de

hulpverlener aan een woord hecht, kan zeer verschillen van de betekenis die de cliënt

hieraan toekent. Als er weinig tijd is voor de cliënt kan dat het gevoel geven dat hij niet

serieus wordt genomen.

Kennis van cultuurverschillen en een beter zicht op de factoren die van invloed zijn op

gespreksvoering helpen bij het voorkomen van misverstanden en dragen bij aan een

grotere effectiviteit. De resultaten van het onderzoek dat Hofstede heeft verricht naar

cultuurverschillen bieden een heel praktisch kader voor interculturele communicatie

(Hofstede 1991). De Jong geeft door zijn jarenlange ervaring in de transculturele

psychiatrie een duidelijk kader voor het voeren van een intercultureel gesprek (De Jong,

1996). Hun ervaringen vormen de leidraad voor dit hoofdstuk.

Omdat ieder mens uniek is bestaan er geen standaardrecepten voor succesvolle

communicatie. Wel geldt als stelregel dat het erom gaat inzicht te krijgen in de eigen

waarden en de persoonlijke geschiedenis van waaruit men werkt, én op die van de

ander. Aangezien ieder mens een product is van talloze invloeden zal dat steeds

verschillen.

3.1 Cultuurverschillen

Een cultuur kan gelden voor een land, een regio, een religie, een generatie, een sekse,

een sociale klasse of een organisatie. De kern van een (sub)cultuur wordt gevormd door

normen en waarden. Waarden horen tot de eerste dingen die kinderen op een

onbewuste manier leren. In kinderboeken bijvoorbeeld zijn de geldende normen in de

samenleving tussen de regels door te lezen. Zij hebben betrekking op gevoelens:

slecht - goedvuil - schoonlelijk - mooionnatuurlijk - natuurlijkabnormaal - normaalparadoxaal - logischirrationeel - rationeel

Het bespreekbaar maken van waarden is moeilijk, juist omdat men ze op jonge leeftijd

onbewust verwerft. Waarden zijn niet direct zichtbaar, maar slechts af te leiden uit het

handelen van mensen onder verschillende omstandigheden.

Page 46: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

46

In een cultuur worden waarden uitgedrukt in de keuze van:

rituelen:

collectieve activiteiten variërend van manieren om elkaar te begroeten, respect te

betonen tot sociale en religieuze bijeenkomsten. (Koninginnedag vieren is in

Nederland bijvoorbeeld uitgegroeid tot een ritueel.)

helden:

personen die in een cultuur in hoog aanzien staan en daarom als rolmodel fungeren.

symbolen:woorden, gebaren afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen

doo leden van de cultuur begrepen wordt. Nieuwe symbolen ontstaan gemakkelijk.

Denk hierbij aan jargon, kleding, vlaggen en gebaren.

Culturen kunnen van elkaar verschillen in waarden, rituelen, helden en symbolen.

Iedereen maakt gelijktijdig deel uit van een aantal verschillende groepen. Dat betekent

dat mensen verschillende culturen in zichzelf kunnen verenigen. Hoe groter de

cultuurverschillen tussen gesprekspartners zijn, hoe groter de kans is op

misverstanden. Het is zaak om voorbereid te zijn op misverstanden en daar niet

verkrampt mee om te gaan.

Het is van belang mensen te benaderen als een unieke persoon en niet vanuit de

stereotype ideeën over diens cultuur.

Hofstede heeft onderzocht waarin nationale culturen verschillen. Een multinational merkte

dat managers die in de vestiging van het ene land zeer succesvol waren, faalden als zij aan

het hoofd werden gesteld van een vestiging in een ander land. Aangezien het bedrijf

waarvoor zij werkten hetzelfde bleef, ging de multinational op zoek naar een verklaring die

in cultuurschillen tussen landen lag. Uit een grootschalig onderzoek onder functionarissen

in 72 vestigingen in 50 landen werden vijf cultuurdimensies gedestilleerd. Verschillen in

nationale culturen op deze dimensies zijn relatieve en graduele verschillen. In de ene

cultuur scoort men hoger of lager op deze dimensies in vergelijking met andere culturen.

Het gaat dus niet om een tegenstelling, waarbij culturen ingedeeld worden op de uitersten

van de schaal: het is niet het één of het ander.

Bij interculturele communicatie ontstaan snel misverstanden door de verschillen op deze

dimensies. Hieronder worden deze dimensies genoemd.

1. Maatschappelijke ongelijkheid: omgaan met macht of machtsafstand

2. Individualisme en collectiviteit: een "ik" of "wij"-cultuur

3. Man, vrouw, m/v: rollen van mannen en vrouwen

4. Wat anders is, is gevaarlijk: omgaan met onzekerheid

5. Korte termijn of lange termijn

Page 47: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

47

Zij worden geïllustreerd met voorbeelden uit de Nederlandse en Somalische nationale

cultuur.

3.1.1 Maatschappelijke ongelijkheid: omgaan met macht, machtsafstand

Culturen verschillen van elkaar in de mate waarin maatschappelijke ongelijkheid

geaccepteerd is. In Nederland is de afstand tot het gezag niet groot. Het is voor de

meeste Nederlanders geen probleem om in discussie te gaan met een politie-agent. Het

gevoel dat iedereen gelijkwaardig is overheerst: de dochter van een burgemeester én de

dochter van de timmerman hebben evenveel recht op een universitaire studie.

In Somalië is de afstand tot de macht van de overheid groot. Vertegenwoordigers van de

macht - leger, politie, docenten, overheid, chefs - roepen veelal wantrouwen op en zal

men niet snel tegenspreken. In culturen met een grote machtsafstand gaat macht vaak

boven recht. Bovendien valt macht vaak samen met status, rijkdom en opleiding.

Iemand met macht heeft dus status, is doorgaans rijk en heeft doorgaans diploma´s.

Toegang tot voorzieningen verloopt in dit systeem vaak via relaties (familie of

vrienden).

Voorbeeld 1

Een sleutelfiguur voor de Somalische gemeenschap in Delft ging op zondagmorgen

met een aantal andere Delftenaren op bezoek bij een minister. Hij sprak later zijn

verbazing uit dat de minister niet in een paleis woonde, maar in een huis in een rij

langs de gracht. Het meubilair en serviesgoed vond hij meer in zijn eigen huis passen

dan in het huis van een minister.

Voorbeeld 2

Een Somaliër zoekt werk. Hij kan goed overweg met de directeur van

VluchtelingenWerk en vraagt haar om wat voor hem te regelen. Vanuit de Somalische

achtergrond geen ongebruikelijke aanpak, maar voor de Nederlandse situatie is dit niet

geschikt.

3.1.2 Individualisme en collectiviteit: een "ik" of "wij"-cultuur

Nederland is een samenleving die op individualisme is gebaseerd. De onderlinge

banden tussen individuen zijn los. Ieder wordt geacht voor zichzelf te zorgen en voor

zijn naaste familie. Het belang van het individu gaat boven het belang van de groep.

Een eigen mening hebben is gewoon en wordt gewaardeerd. Een fout maken leidt tot

schuldgevoel bij het individu.

Page 48: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

48

In Somalië is sprake van een collectivistische samenleving. Individuen zijn vanaf hun

geboorte opgenomen in een sterke hechte groep, die levenslang bescherming biedt in

ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. Het in harmonie bijeen zijn in een groep op zich

is voor veel Somaliërs voldoende. De mening van het individu valt samen met de

mening van de groep. De ouderen in de groep zijn bepalend voor de meningsvorming.

Een fout maken leidt tot schaamtegevoel bij de groep.

Voorbeeld 3

Een alleenstaande jongeman zal alles in het werk stellen als zijn zieke moeder in

Somalië om medische hulp vraagt. Geld lenen en schulden maken zijn ondergeschikt

aan een goede zoon willen zijn.

Voorbeeld 4

Een alleenstaande minderjarige asielzoeker (AMA) is slecht voorbereid op het leven in

een ik-maatschappij. Het zelf keuzen maken en zelfstandig wonen zijn nieuw. De

veiligheid en bescherming van het leven in een breed familieverband is weggevallen.

Veel Somalische jongeren zoeken daarom steun bij elkaar. Zij creëren hun eigen

nieuwe familie.

3.1.3 Man, vrouw, m/v: rollen van mannen en vrouwen

Culturen verschillen in opvattingen over de vraag of gedragingen als mannelijk

(masculien) of vrouwelijk (feminien) gezien worden. In een masculiene cultuur zijn de

sekse-rollen duidelijk gescheiden. De mannen worden geacht assertief en hard te zijn

en gericht op materieel succes. Conflicten vecht je uit. Vrouwen horen bescheiden en

teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan. In een masculiene

cultuur hecht men voor de "ideale baan" grote waarde aan veel verdienen, erkenning

voor prestaties krijgen, vooruit kunnen komen en nieuwe uitdagingen. In een

feminiene cultuur overlappen de sekse-rollen elkaar. Zowel mannen als vrouwen

worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan. In

een feminiene cultuur zijn voor de "ideale baan" goede werkrelaties, samenwerken,

prettige woonomgeving en zekerheid belangrijk.

Somaliërs hebben meer een achtergrond van een masculiene cultuur. De Nederlandse

cultuur is in vergelijking met de Somalische veel feminiener.

Voorbeeld 5

Een Somalische vader is werkloos en het gezin maakt aanspraak op een

bijstandsuitkering. Ook al onderhoudt vader de contacten met de Sociale Dienst, hij is

toch zijn status kwijt. Hij is overdag thuis en maakt zijn traditonele rol als man

Page 49: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

49

(kostwinner) niet waar. Zijn statusverlies in het gezin brengt spanningen mee en kan

het gezinsverband ondermijnen.

3.1.4 Wat anders is, is gevaarlijk: omgaan met onzekerheid

Culturen verschillen in de mate waarin leden zich bedreigd voelen door onzekere of

onbekende situataties. Dit gevoel wordt onder andere uitgedrukt in nerveuze spanning

en in een behoefte aan voorspelbaarheid: aan formele en informele regels.

Onzekerheidsvermijdende culturen hebben moeite met onduidelijkheid. Men streeft

naar een structuur in organisaties en relaties die maakt dat gebeurtenissen

ondubbelzinnig en voorspelbaar worden. Er is weinig ruimte voor twijfel en

relativisme, en er wordt grote waarde aan deskundigheid gehecht.

De wijze waarop men in Nederland via regels zekerheid probeert te verkrijgen sluit niet

aan bij de achtergrond van de meeste Somaliërs. In Somalië heeft men weinig ervaring

met een georganiseerde bureaucratie. De meeste Somaliërs zoeken houvast bij familie

en vrienden.

Voorbeeld 6

Een Somalische vrouw heeft een afspraak bij de Sociale Dienst. Zij is onzeker over wat

er gaat gebeuren. Zij belt met landgenoten om na te gaan of zij dit al eens hebben

meegemaakt. Zij vraagt advies: "Wat moet ik doen?" "Welke antwoorden moet ik

geven?" Zij voelt zich prettiger als haar vriendinnen meegaan en gaat met hun steun

naar de afspraak. De Nederlandse medewerkster is dit niet gewend en weet niet hoe zij

de situatie moet hanteren.

3.1.5 Korte termijn of lange termijn

Culturen verschillen in hun gerichtheid op de korte termijn of de lange termijn.

Volgens

Hofstede behoren bij gerichtheid op de lange termijn de volgende waarden:

– volharding

– gevoel voor status (ordenen van relaties en respecteren van deze rangorde)

– spaarzaamheid

– schaamtegevoel.

Bij gerichtheid op de korte termijn horen de waarden:

– kalmte

– bescherming van "je gezicht"

– respect voor traditie

– verplichtingen nakomen bij begroeting, gunsten en giften.

Page 50: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

50

Deze termijn-dimensie is heel bepalend bij het maken van keuzen. Als het perspectief

van Somalische vluchtelingen bij het opbouwen van hun leven in Nederland op de

korte termijn gericht is - en daar lijkt het op - dan botst dat met het lange-

termijnperspectief van de medewerkers van Nederlandse instellingen. Zij voeren

gesprekken met elkaar vanuit een verschillend perspectief. De keuze voor een opleiding

om uiteindelijk een goed betaalde baan op de arbeidsmarkt te veroveren, zal niet

makkelijk gemaakt worden. Dit geeft frustratie, zowel bij de Somalische cliënt als bij de

instellingsmedewerker: zij vragen en bieden elkaar niet wat zij van elkaar verwachten.

3.2 Het terrein van de gespreksvoering

Cultuurverschillen zijn een bron van misverstanden in gesprekken. In Handboek voor

hulpverlening en beleid onder redactie van J. de Jong en M. van den Berg wordt het

TOPOI- model aangeboden voor gespreksvoering. Dit model onderscheidt vijf gebieden

in de communicatie, dus ook de interculturele communicatie, waar misverstanden

kunnen ontstaan: Taal, Ordening, Perspectieven, Organisatie en Inzet (TOPOI). In de

gespreksvoering zijn deze gebieden bronnen van misverstanden.

1 taal: aandacht voor verbaal en non-verbaal

2 ordening:vanuit welke invalshoek kijken de gesprekspartners?

3 perspectieven: hoe zien de gesprekspartners zichzelf, elkaar en de onderlinge

relatie? Welke anderen hebben invloed op de communicatie?

4 organisatie/context: kent de cliënt de organisatie, het doel en de inhoud van het

gesprek, de functie van de medewerker?

5 inzet: welke vormen van inzet worden getoond en worden erkend? Zijn er

verschillen tussen bedoelingen en effecten?

Dit model is goed te gebruiken in gesprekken met Somaliërs als aanvulling op de

kennis van cultuurverschillen. Hieronder gaan we op elk van deze gebieden in.

3.2.1 Taal

Medewerkers van instellingen hanteren de Nederlandse taal als vanzelfsprekend in het

contact met de cliënt. Somaliërs spreken van huis uit Somalisch, soms Arabisch, en

een deel van hen spreekt ook enig Engels. Het is belangrijk om een tolk in te schakelen

als de cliënt zich niet goed in het Nederlands kan uiten. Medewerkers moeten zich ook

bewust zijn van het jargon dat zij gebruiken. Ook spreekwoorden en uitdrukkingen

kunnen verwarrend zijn. "De deur staat altijd voor u open" en "op hetzelfde spoor

zitten" zijn voor de medewerker wellicht duidelijk, maar kunnen voor de cliënt heel

Page 51: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

51

verwarrend zijn. In het gesprek is het belangrijk na te gaan of de boodschap voor de

cliënt duidelijk is.

Naast de taal van de woorden is er nog een andere taal, de taal van de niet-afgesproken

tekens. De betekenis van gebaren, non-verbale expressie en interactionele regels

kunnen in verschillende culturen een heel verschillende betekenis hebben. Men moet

daarbij denken aan de vertelwijze, elkaar wel of niet in de ogen kijken, kleding en

opmaak, hoe wordt een gesprek geopend en beëindigd, etc.

Voorbeeld 7

Een Somaliër tolkt een gesprek. De Somalische cliënt stelt een vraag en de medewerker

antwoordt in twee zinnen. De vertaling neemt enige minuten in beslag. De

medewerker vraagt de tolk wat hij allemaal vertelt, omdat het veel meer lijkt dan er

gezegd is. De tolk antwoordt dat het hier om een belangrijk onderwerp gaat en dat het

antwoord voor de cliënt van groot belang is. Door de tijd te nemen voor de

beantwoording geeft hij de cliënt de boodschap mee dat het betreffende onderwerp

serieus genomen moet worden.

3.2.2 Ordening/invalshoek

Iedereen ordent de werkelijkheid op zijn manier, heeft een bril op waardoor men naar

de werkelijkheid kijkt. Mensen hebben een verschillend referentiekader, verschillen in

waar hun loyaliteit ligt, of nemen verschillende machtsposities in. Dit is bepalend voor

hoe men aan een gesprek deelneemt. Ieder gaat uit van zijn eigen waarheid.

In een gesprek moet een medewerker oog hebben voor andere ideeën, opvattingen,

gewoonten, normen en waarden. Dat vraagt een open houding en een bereidheid om te

luisteren. Het vraagt ook een bewustzijn van de eigen kijk op het leven, de mensen en

het werk. Het heeft geen zin om te strijden over elkaars werkelijkheid. Het is belangrijk

die werkelijkheid te verduidelijken, zodat verwachtingen van elkaar aangepast kunnen

worden aan de realiteit.

Voorbeeld 8

Een cliënt komt met een vraag bij een uitvoerend medewerker. De cliënt krijgt niet het

antwoord dat hij wil horen, en vraagt naar de directeur. Zijn verwachting is dat

directeuren de macht hebben om problemen op te lossen. Dat in Nederland de

directeur aan dezelfde regels gebonden is als de uitvoerend medewerker is onbekend.

Page 52: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

52

3.2.3 Perspectieven

In een gesprek brengen de partners naast een inhoudelijke boodschap ook een

relationele boodschap over. Zij zeggen tegelijk iets over hoe zij willen dat de ander met

hen omgaat. Opvattingen over man-vrouw verhoudingen en respect voor ouderen

kunnen hierin bijvoorbeeld heel bepalend zijn.

Ook spelen sociale perspectieven een rol, bijvoorbeeld de publieke beeldvorming rond

buitenlanders. Een beeld dat van grote invloed op gesprekken kan zijn, is het heersende

beeld onder Nederlanders dat buitenlanders zich snel moeten aanpassen. Als de

medewerker vanuit dit beeld werkt, zal hij weinig oog hebben voor de realiteit van de

cliënt. Dit kan een reactie bij de cliënt oproepen die effectieve communicatie in de weg

staat.

Voorbeeld 9

Een Somalisch meisje van 16 jaar vertelt op school hoe moeilijk zij het thuis heeft. Zij

wil ’s avonds uitgaan met haar Nederlandse vriendinnen. Haar moeder vindt dit niet

goed. De spanningen lopen op en zij zegt dat zij thuis wordt geslagen. Het meisje wil

weglopen. De school belt met een medewerker van VluchtelingenWerk met de vraag of

men wil helpen bij het zoeken van een plek voor het meisje. De school handelt vanuit

het idee dat meisjes van 16 in zo´n situatie recht hebben op een eigen leven. De in de

Somalische cultuur zo belangrijke familieband wordt niet als uitgangspunt genomen.

De ouders voelen zich niet serieus genomen.

3.2.4 Organisatie/context

Hiermee wordt bedoeld het kader waarin het gesprek plaatsvindt. Is het voor de cliënt

duidelijk bij wat voor instelling hij is (wat zijn de regels en procedures); wat is de

functie van de medewerker (verantwoordelijkheid en bevoegdheid); wat is het doel van

het gesprek; hoeveel tijd is hiervoor en van welke voorzieningen kan de cliënt gebruik

maken? De medewerker kan deze duidelijkheid geven tijdens het gesprek. Door naar

de verwachtingen en de ideeën die de cliënt hierover heeft te vragen, krijgt de

medewerker zicht op de bronnen van misverstanden. Met name de organisatie van de

gezondheidszorg geeft aanleiding tot veel vragen en verwarring. Het is vaak onduidelijk

voor allochtonen bij wie je met welke hulpvraag moet zijn.

Voorbeeld 10

Een Somaliër voelt zich niet goed en laat zich door een vriend naar de Eerste Hulp van

het ziekenhuis brengen. Het ziekenhuis ergert zich aan deze actie; het gaat op het

eerste gezicht niet om urgente, ernstige gezondheidsproblemen. De Somaliër voelt zich

Page 53: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

53

tekort- gedaan, omdat hij niet wordt geholpen. In Somalië kun je als je voldoende geld

hebt met al je medische klachten rechtstreeks naar het ziekenhuis gaan.

3.2.5 Inzet

Voor het oplossen van een probleem zal men iets moeten doen. In het TOPOI-model

wordt deze factor benoemd als "inzet". De inzet van zowel de medewerker als de cliënt

zijn nodig om aan de oplossing van problemen te werken. Als een van beiden het idee

heeft dat de ander zich niet inzet, dan zullen de gesprekken niet tot veel resultaat

leiden. Het is met het oog hierop belangrijk de inzet van de cliënt te (h)erkennen.

Erkennen van inzet is overigens niet hetzelfde als instemmen.

Voorbeeld 11

Een ouder slaat zijn zoon om hem op het goede pad te houden. Hij zet zich in voor zijn

zoon, en laat zien dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt als opvoeder. Als de

medewerker de ouder direct aanspreekt met: "het is fout om kinderen te slaan", dan is

de kans groot dat de ouder zich niet erkend voelt in zijn betrokkenheid bij het oplossen

van het probleem. Hoe ongelukkig een inzet van een cliënt ook lijkt of is, eerst zal de

medewerker deze inzet moeten (h)erkennen. Daarna kan verder gewerkt worden aan

verandering en kan gepraat worden over andere manieren om met het probleem om te

gaan.

Schema voor interculturele gespreksvoering

medewerker gesprek cliëntcultuurverschillen TOPOI cultuurverschillen-machtsafstand taal - machtsafstand- ik-wij ordening/invalshoek - ik-wij- man-vrouw rollen perspectieven - man-vrouw rollen- omgaan met onzekerheid organisatie/context - omgaan met onzekerheid- korte-, lange termijn inzet - korte-, lange termijn

Page 54: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

54

Page 55: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

55

4 Rapportage focusgroepen over de

communicatie tussen Somaliërs en instellingen

In dit hoofdstuk wordt het onderzoek naar de knelpunten in de communicatie tussen

Somaliërs en instellingen beschreven. Wij gaan in op de aanpak van het onderzoek en de

resultaten ervan.

4.1 De aanpak

4.1.1 Het doel van het onderzoek

Het onderzoek heeft ten doel om een goed beeld te krijgen van de knelpunten die

Somaliërs en instellingen in het onderlinge contact ervaren. De bijeenkomst van de

focusgroepen is aangegrepen als middel om actieve Somaliërs, hun zelforganisaties, en

actieve medewerkers van instellingen met elkaar in contact te brengen en te inspireren de

knelpunten in hun communicatie op te lossen.

4.1.2 De onderzoeksvragen

Het onderzoek moet antwoord geven op de volgende vragen:

– Hoe verloopt het contact tussen Somaliërs en Nederlandse instellingen? Zijn er specifieke

knelpunten aan te wijzen?

– Zijn er factoren te benoemen bij de instellingen of bij de Somaliërs die de communicatie

belemmeren?

4.1.3 De werkwijze

De informatie is verzameld door middel van literatuurstudie, gesprekken (persoonlijk en

telefonisch), interviews met twee focusgroepen en uit de jarenlange ervaring van de

onderzoekers met de Somalische gemeenschap en Nederlandse instellingen.

Het gebruik van schriftelijke enquêtes of individuele interviews sluit niet goed aan bij de

voor Somaliërs traditioneel gebruikelijke - groepsgerichte - manier van informatie

uitwisselen. De onderzoekers hebben de ervaring dat deze methoden wantrouwen

oproepen bij Somaliërs: zij hebben er veelal negatieve ervaring mee opgedaan bij de

interviews door de Immigratie- en Naturalisatie Dienst in de context van het asielverzoek.

In het onderzoek is daarom gekozen voor de methode van interviews met focusgroepen.

Page 56: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

56

De opzet van de focusgroepen is van tevoren met de opdrachtgever besproken. Er is

besloten om twee focusgroepen te interviewen. Als uitgangspunt is gekozen dat

gestreefd wordt naar een gelijke deelname van Somaliërs en instellingsmedewerkers,

en dat de onderzoekers een extra inspanning verrichten om de Somaliërs goed voor te

bereiden op de inbreng die van hen wordt verwacht. De Somalische deelnemers

hebben wij gezocht in kringen van zelforganisaties en vluchtelingenwerkgroepen waar

de onderzoekers een uitgebreid netwerk hebben. De deelnemers zijn geselecteerd op

hun deskundigheid, hun betrokkenheid bij het onderwerp en vermogen om verder te

kijken dan hun individuele ervaring. De meeste deelnemers kennen de onderzoekers

door hun bijdrage aan de versterking van de Somalische gemeenschap. Dit alles maakte

dat de deelnemers vol vertrouwen en met een open houding naar de bijeenkomsten

kwamen. De discussie vond op een hoog abstractieniveau plaats en er was volop

interactie tussen de deelnemers.

Alle deelnemers zijn eerst telefonisch benaderd. Met de Somalische deelnemers zijn in

het kader van een goede voorbereiding vaak meerdere telefoongesprekken gevoerd,

waarin ingegaan is op het doel van het onderzoek en de inbreng die van hen verwacht

werd. Deze manier van voorbereiden is effectief, omdat deze goed aansluit bij de orale

traditie van Somaliërs.

Vervolgens is een schriftelijke uitnodiging gestuurd, waarin de onderzoeksvragen aan

de deelnemers zijn voorgelegd met de vraag hierover na te denken. Verder werd hen

gevraagd wat zij geprobeerd hebben om de communicatie te verbeteren en waaraan zij

behoefte hebben om verder te werken. Zij kwamen goed voorbereid naar de

bijeenkomst, hetgeen onder meer bleek uit het feit dat sommige Somalische

deelnemers een schrift hadden meegenomen met hun aantekeningen voor de

bijeenkomst.

De beide onderzoekers namen als gespreksleider en notulist deel aan de focusgroepen.

De inbreng van de deelnemers werd gestimuleerd door het stellen van open vragen.

Verder werd gelegenheid geboden om elkaar onderling om verduidelijking te vragen,

hetgeen positief werkte. Nederlandse medewerkers en Somaliërs hadden een

gelijkwaardige inbreng en bespraken openlijk hun zorgen en twijfels over het verloop

van de communicatie tussen Somaliërs en Nederlandse instellingen. Gedurende de

drie uur durende bijeenkomst zijn intensief ervaringen uitgewisseld. Aan het eind is

aan de deelnemers de vraag voorgelegd: "Hoe staat het met de Somalische

gemeenschap over vijf jaar, als wij niets doen?"

De deelnemerslijst is aan iedereen uitgereikt om het onderlinge contact te stimuleren.

In de bijeenkomsten bleek dat deelnemers elkaars deskundigheid hard nodig hebben.

Het enthousiasme van de deelnemers was zo groot dat de meesten na afloop druk met

elkaar bleven napraten.

Page 57: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

57

Voor de eerste focusgroep zijn tien personen schriftelijk uitgenodigd en namen er

negen deel: drie vertegenwoordigers van Somalische zelforganisaties, en zes

instellingsmedewerkers, namelijk van Bureau Nieuwkomers, de Arbeidsvoorziening,

het taalonderwijs, een gemeentelijke afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een

gemeentelijke afdeling Nieuwkomersbeleid en het Nieuwkomers- en

Vluchtelingenwerk. De deelnemers kwamen uit Amersfoort, Amsterdam, Arnhem,

Delft, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg.

Het Landelijk Punt Nieuwkomers van de Arbeidsvoorziening kon helaas niet

deelnemen. Het onderkent dat voor Somaliërs een speciale aanpak nodig is.

Voor de tweede focusgroep zijn 13 personen schriftelijk uitgenodigd en namen er elf

deel: vijf vertegenwoordigers van Somalische zelforganisaties en zes

instellingsmedewerkers namelijk van de politie, een consultatiebureau, het

Nieuwkomers- en Vluchtelingenwerk, de Opbouw en het Centraal Orgaan Opvang

Asielzoekers (COA). De deelnemers kwamen uit Amsterdam, De Lier, Delft, Den Haag

en Tilburg.

In het kader van het verzamelen van informatie en het organiseren van de

focusgroepen is verder contact geweest met instellingen, zoals het Centraal Orgaan

Opvang Asielzoekers, Arbeidsvoorziening Rotterdam, Landelijk Punt

Arbeidsvoorziening Nieuwkomers, Bureau Bevolking Delft, het ministerie van VWS,

Vluchtelingenwerk Arnhem en Vluchtelingenwerk Rijnmond, Centrum voor

Verslavingsonderzoek, Garab Galid Arnhem, Prof. Dr. Mohamed Saleh (oorspronkelijk

uit Soedan en werkzaam aan het Institute of Social Studies), en Prof. Dr. Gerd Junne

(Universiteit van Amsterdam).

Gezien het grote belang van een draagvlak voor het project hebben de onderzoekers

tevoren gesproken met de voorzitter en de penningmeester van de Federatie van

Somalische Associaties in Nederland (FSAN) om met hen het doel en de opzet van het

project Communicatie en Somaliërs te bespreken. In een tweede gesprek met het

bestuur van de FSAN is uitgenodigd om in beide focusgroepen te participeren. Het

project is een eerste aanzet tot het in kaart brengen van knelpunten en mogelijke

oplossingen. Het succes van het project wordt echter mede bepaald door de bereidheid

van betrokken partijen om verder te investeren in het verbeteren van de communicatie.

Betrokkenheid van de Somalische gemeenschap is daarom een voorwaarde. De ruime

deelname van vertegenwoordigers van Somaliërs uit Amsterdam, Arnhem, Delft, Den

Haag, Nijmegen aan de focusgroepen is bemoedigend: vier mannen, drie vrouwen en

één jongere.

Page 58: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

58

Met een medewerker van Vluchtelingen Organisaties in Nederland (VON), het landelijk

platform van vluchtelingen-zelforganisaties, is het project en de deelname aan de

focusgroepen besproken. Dat leidde tot participatie van een Somalisch kandidaat-

bestuurslid van de VON.

4.2 De resultaten

De gedachtenwisseling in beide focusgroepen leverde tal van ervaringen op. Hieronder

worden die ervaringen weergegeven die door de deelnemers (h)erkend werden als een

belangrijk gegeven voor de communicatie tussen Somaliërs en Nederlandse

instellingen.

Heel duidelijk bracht men naar voren dat het niet juist is om te generaliseren, noch

tegenover de Somalische gemeenschap, noch de Nederlandse instellingen. Bij elk

contact is het zaak om de persoon of de instelling open te benaderen. Het is echter

zinvol om veel voorkomende ervaringen te benoemen, zodat deze meegenomen

kunnen worden in het ontwikkelen van een effectievere communicatie.

Hieronder worden de uitkomsten weergegeven:

– ervaringen met Nederlandse instellingen

– ervaringen met de Somalische gemeenschap

– algemene knelpunten in de communicatie

– specifieke knelpunten die instellingen in de communicatie ervaren

4.2.1 Ervaringen met Nederlandse instellingen

a De instellingen gaan in hun benadering van de Somalische gemeenschap nog te veel

uit van het beeld dat van de traditionele migranten bestaat. De groep verschilt echter

van de traditionele migranten alleen al door de achtergrond van vluchtelingschap.

Instellingen weten veelal niet dat Somaliërs naar Nederland gekomen zijn vanwege de

burgeroorlog in het land van herkomst.

b Voor zover er een beeld van Somaliërs bestaat, is dit vaak een negatief beeld. In dit

beeld passen typeringen als "veeleisend", "niet bereid zich in te zetten", "veel schulden

maken", "frauderen met uitkeringen", "de kinderen zijn druk en niet goed opgevoed"

en "de vrouwen moeten alles doen".

c De instellingen kennen een bureaucratie met strakke regels. Subsidiëring van het werk

van de instelling is vaak output-gestuurd. Interculturele communicatie kost gemiddeld

meer tijd dan er beschikbaar is. Dit belemmert het contact.

d Financiering van de inburgering is output-gestuurd: het afsluiten van een

inburgeringscontract levert 30% van het beschikbare budget op, het maken van een

Page 59: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

59

toets levert nog eens 70% op. Cliënten die voortijdig afhaken of uit onzekerheid niet

naar de toets gaan, brengen de Bureaus Nieuwkomers in een moeilijk parket. Het werk

- de begeleiding van de Somalische inburgeraars - wordt wel verricht, maar de financiën

van de tweede termijn van 70% blijven uit.

e Instellingen kiezen vaak voor het geven van informatie per brief in de Nederlandse taal.

Veel Somaliërs maken hun brieven echter niet open. De instelling gaat ervan uit dat er

contact is, maar in feite is dat er niet.

f Belangrijke informatie is vrijwel altijd in het Nederlands. Dat is een drempel, waardoor

Somaliërs geen toegang hebben tot deze informatie. Slechts enkele instellingen zorgen

ervoor dat essentiële informatie vertaald wordt in het Somalisc

4.2.2 Ervaringen met de Somalische gemeenschap

a Het verblijf in Nederland wordt als tijdelijk gezien.

b De afstand tot de Nederlandse samenleving is groot.

c De gemeenschap is gesloten, men praat niet makkelijk met buitenstaanders over

problemen.

d Men vertrouwt eerder op de hulp van de eigen groep dan op de hulp van Nederlandse

instellingen.

e Veel Somaliërs hebben het gevoel dat zij niet geaccepteerd worden in Nederland.

f De benadering door de instellingen wordt door veel Somaliërs als onpersoonlijk

ervaren.

g De druk om geld naar familie te sturen is zó groot dat daardoor (grote) schulden

ontstaan. De neerwaartse spiraal die hierdoor ontstaat is moeilijk te doorbreken.

h Men verhuist gemakkelijk naar een andere gemeente. Soms hoopt men zo het

probleem van de schulden op te lossen.

i De onderlinge communicatie binnen de gemeenschap verloopt mondeling en is

razendsnel. Als bekend is dat een gemeente iets te bieden heeft dan wordt dat

doorverteld. Meer Somaliërs zullen naar deze gemeente verhuizen. Zo zijn in Tilburg

grote woningen te huur. Relatief veel Somaliërs hebben grote gezinnen, dus Tilburg is

hierdoor een aantrekkelijke gemeente geworden voor huisvesting.

j Veel personen die in Somalië een rolmodel waren voor anderen, zijn nu werkloos. Men

kan hierbij denken aan oudere artsen. Zij zijn hun status en hun macht kwijt: hun

succesverhaal is gestopt in Nederland. Volgens de traditionele waarden staan zij in

hoog aanzien, maar zij kunnen anderen - ook de jongeren - in feite niet goed adviseren

over het behalen van succes in Nederland. Er ontstaat een vacuüm in de gemeenschap.

k Voor de in Nederland afgestudeerde Somaliërs is de drempel om te gaan solliciteren te

hoog. Het idee leeft dat aan allochtonen extra zware eisen worden gesteld. Men is bang

om niet aan deze eisen te voldoen.

Page 60: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

60

l De bijstandsuitkering is een ongekend resultaat voor een geringe inspanning. De

Sociale Dienst is een " oom" die goed zorgt voor zijn familie. De prikkel om werk te

zoeken is niet groot.

m De gemeenschap is moeilijk te mobiliseren wat de emancipatie in de weg kan staan.

Als men iets organiseert - of het nu van Somalische of Nederlands kant komt - wordt

dat al gauw gezien als een actie die opgezet is in het voordeel van de initiatiefnemers en

niet van de gemeenschap. De ervaring in het land van herkomst met een jarenlange

burgeroorlog, waarbij verschillende clans elkaar bevechten heeft veel Somaliërs

wantrouwend gemaakt.

n De kloof tussen de ouderen en de jongeren in de gemeenschap is groot.

o De gemeenschap kent relatief veel alleenstaande minderjarige asielzoekers die steun bij

elkaar zoeken.

p Het aantal grote gezinnen met meer dan vier kinderen is groot.

q De vrouwen zijn geïsoleerd. Er zijn relatief veel alleenstaande moeders die de zorg voor

hun kinderen hebben. Het gaat zowel om moeders die hier alleen zijn gekomen als om

moeders die in Nederland gescheiden zijn. De beheersing van de Nederlandse taal bij

vrouwen is gering. De stap naar voorzieningen als de peuterspeelzaal is voor veel

moeders te groot. De zorg voor het gezin valt hen zwaar.

4.2.3 Algemene knelpunten in de communicatie

a Beide partijen hebben onvoldoende kennis van elkaars achtergrond en cultuur.

Somaliërs missen daardoor kansen op bijvoorbeeld kwijtschelding van gemeentelijke

belastingen of tegemoetkoming in de studiekosten van hun kinderen.

b De taalvaardigheid van veel Somaliërs belemmert de communicatie. Instellingen

kunnen een tolk inschakelen om dit knelpunt te ondervangen, maar doen dat niet vaak.

c Veel Somaliërs komen trots over en dat is een houding die Nederlandse instellingen

niet zo goed vinden passen bij het vragen van hulp.

d Nederlandse instellingen hanteren een directe stijl van communiceren. Dit botst met

de indirecte stijl van de Somalische gemeenschap.

e Somaliërs kijken naar de inspanning die de medewerker zichtbaar voor hen verricht.

Een aardige persoon zal zijn best doen voor de klant. Een direct "nee" wordt ervaren als

onwil van de medewerker iets voor de klant te doen. De Nederlandse medewerker wil

echter zo snel mogelijk duidelijkheid geven. Een Somaliër zal dan zeggen: "Jullie doen

niets voor ons."

f Over het algemeen ervaren de instellingen die betrokken zijn bij de inburgering een

hoge ambitie bij de deze doelgroep. "Ik wil arts worden", "ik wil een kantoorbaan" zijn

vaak geuite wensen. De inzet van de Somalische cliënt om dit doel te bereiken

ontbreekt vaak. Dit komt makkelijk als veeleisend over op medewerkers. Gezien het

Page 61: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

61

genoten onderwijs en de eisen die de arbeidsmarkt stelt is deze ambitie vaak niet reëel.

Een directe reactie die op de onmogelijkheid van het realiseren van de ambitie wijst,

wordt door de cliënt al snel als discriminerend ervaren.

g Afspraak is afspraak voor Nederlandse instellingen. Voor Somaliërs is het moeilijk om

op tijd te komen, zeker als het te verwachten resultaat gering is. Schriftelijk uitnodigen

voor een afspraak is niet effectief: veel brieven worden niet gelezen.

h Nederlandse instellingen bedoelen nee, als zij nee zeggen. Veel Somaliërs hebben

echter het idee dat er dan toch nog wel wat te regelen valt.

i Het is voor veel Somaliërs heel moeilijk om nee te zeggen, omdat dit onbeleefd wordt

gevonden. Ja-zeggen is respect tonen. Nederlandse instellingen ergeren zich

vervolgens: "Hij heeft toch ja gezegd? En nou doet hij het niet."

j Veel Somaliërs handelen met het oog op het behalen van korte-termijnresultaten. Dit

botst met de lange-termijngerichtheid van Nederlandse instellingen, zoals bijvoorbeeld

het arbeidsbureau.

k Nederlandse instellingen, zoals het Arbeidsbureau en Bureau Nieuwkomers,

verwachten dat Somaliërs initiatieven nemen. In het land van herkomst is het echter

ongebruikelijk om bij instellingen, en zeker bij overheidsinstellingen, initiatief te

nemen. Men heeft in Somalië slechte ervaring met machtsmisbruik door medewerkers

van overheidsinstellingen.

4.2.4 Specifieke knelpunten voor instellingen bij de communicatie

Bureau Nieuwkomers:

Bureau Nieuwkomers ziet steeds minder Somaliërs voor inburgeringstrajecten. De

afgelopen twee jaar vroegen ruim 2700 Somaliërs asiel aan, maar door een trage

besluitvorming rond asielverzoeken en het toekennen van voorwaardelijke

vergunningen tot verblijf (vvtv) komen zij niet allen in aanmerking voor inburgering in

het kader van de WIN (Wet Inburgering Nieuwkomers) in. Met de invoering van de

nieuwe Vreemdelingenwet zal de vvtv verdwijnen.

Arbeidsvoorziening:

a De arbeidsvoorziening bereikt de Somaliërs moeilijk. Zij staan doorgaans wel

ingeschreven, omdat dit een voorwaarde is voor het verstrekken van een

bijstandsuitkering. Somaliërs zijn echter niet positief over wat het arbeidsbureau voor

hen kan doen. Zij gaan, als zij aan het werk willen, eerder naar een uitzendbureau. Dit

past in het beeld dat zij het liefst op korte termijn resultaten willen zien.

b In Somalië keken nomaden neer op mensen die hun handen vuil maakten met

handarbeid. ("Achter de kamelen houd je schone handen.") Werken in de

schoonmaakbranche of de tuinbouw is om die reden niet aantrekkelijk.

Page 62: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

62

c Veel Somaliërs komen trots over. Dat werkt bij sollicitatie gesprekken niet gunstig.

d Het maken van tests is voor veel Somaliërs een nieuwe ervaring en zal niet snel

betrouwbare resultaten opleveren.

AZC

Het is moeilijk om tot de Somalische groepen door te dringen. Er zijn enkele personen

waar men contact mee heeft. De groep maakt weinig gebruik van de voorzieningen en

activiteiten in het AZC.

Gemeentelijk Bureau bevolking

a De spelling van de namen geeft veel verwarring, omdat bij de omzetting van het

Somalisch naar het Nederlands wel eens wat mis gaat: het Somalische Axmed wordt

bijvoorbeeld Ahmed. Ook de volgorde van de namen geeft misverstanden. In Somalië

is de naam opgebouwd uit de namen van de voorouders. De voornaam van de vader is

daardoor de tweede naam van de zoon, en die wordt gevolgd door de naam van de

grootvader: er is geen vaste familienaam. In Nederland moet een achternaam en een

voornaam gekozen worden.

b Voor inschrijving in de GBA zijn officiële documenten nodig. Het ontbreken van

geboorte- en huwelijksakten leidt tot langdurige, arbeidsintensieve

inschrijvingsprocedures. De klant verwacht dat zaken snel geregeld worden en denkt al

snel dat er sprake is van onwil bij de ambtenaar.

Consultatiebureau

Het consultatiebureau heeft een aanbod rond opvoedingsondersteuning. De

alleenstaande moeders met grote gezinnen zouden veel profijt van dit aanbod kunnen

hebben, maar het lukt niet om hen hiermee te bereiken. De gezondheidscontroles

worden goed bezocht, maar zodra het onderwerp opvoeden aangesneden wordt, stokt

het gesprek.

De Opbouw

a Familieproblemen worden niet met de voogd besproken, ook de problemen van het

pleegkind niet.

b Een sekseverschil tussen de voogd en de pleegouder werkt belemmerend.

c Als er een pleegvader is, dan voert hij het gesprek met de voogd, terwijl de pleegmoeder

vaak verantwoordelijk is voor de zorg.

d In het belang van het kind is het nodig dat er ouders of familieleden opgespoord

worden, waarvoor persoonsgegevens nodig zijn. De reisagent die bemiddelde bij de

vlucht heeft nogal eens geadviseerd met valse persoonsgegevens te reizen. Men is

vervolgens terughoudend om de benodigde informatie te geven, waardoor het

Page 63: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

63

onmogelijk is om kinderen met hun familie te herenigen.

e De Somalische en de Nederlandse opvoedingsstijlen botsen en drijven ouders en

kinderen uit elkaar. Jongeren overzien de verantwoordelijkheden die bij de

ogenschijnlijke vrijheid van de Nederlandse jeugd horen niet. Zij verwachten dat

anderen de problemen oplossen die er ontstaan door hun nieuwe leefstijl.

Politie

Het is heel belangrijk om niet alleen met elkaar te praten als er problemen zijn. Het is

echter moeilijk om de tijd te vinden om regelmatig met elkaar contact te houden. Toch

is dat belangrijk uit het oogpunt van voorkomen van problemen. In een sfeer van

onderling vertrouwen kan men meer bereiken dan wanneer men elkaar wantrouwt.

4.3 Aandachtspunten voor de toekomst

Hoe staat het met de Somalische gemeenschap over vijf jaar, als wij niets doen? Deze

vraag is aan de deelnemers van de focusgroepen voorgelegd en leverde een beeld op dat

door iedereen werd onderschreven, zowel van Somalische als de Nederlandse zijde.

Tegelijk werd de aantekening gemaakt, dat het wellicht een somber beeld is, en dat er

wel degelijk mogelijkheden zijn om het tij te keren. Daarbij zijn inspanningen nodig

van de Somalische gemeenschap en de Nederlandse instellingen.

4.3.1 Jongeren

De deelnemers signaleren dat ouderen en jongeren steeds verder van elkaar komen te

staan. De ouderen hebben grote zorgen om de jongeren en vrezen dat zij verdrinken.

Veertig procent van de Somaliërs in Nederland is jonger dan 15 jaar: dat zijn 11.125

jongeren.

De talloze alleenstaande jongeren lopen grote risico’s. Het feit dat velen van hen door

de oorlog familie hebben verloren, maakt hen naar verwachting onverschilliger

tegenover geweld. Zij hebben niets meer te verliezen omdat zij al zoveel verloren

hebben. Met het bereiken van de leeftijd van 18 jaar komt er een abrupt einde aan de

ondersteuning van de voogdijvereniging De Opbouw. Zij moeten dan hun leven verder

alléén opbouwen. Hun verlangen naar sociale steun maakt dat zij veel met Somalische

leeftijdgenoten optrekken. De steun die zij hierdoor krijgen heeft echter zijn

beperkingen omdat zij onvoldoende kennis hebben van de kansen en mogelijkheden in

Nederland.

Page 64: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

64

4.3.2 Alleenstaande moeders

De verwachting bij de deelnemers is dat het merendeel van de gezinnen uit elkaar zal

vallen. Redenen hiervoor zijn er onder meer in gelegen dat Somalische vrouwen in

Nederland - in tegenstelling tot hun situatie in Somalië - niet van hun echtgenoot

afhankelijk zijn voor een inkomen. In geval van nood kunnen zij een beroep doen op

de Algemene Bijstandswet. De werkloosheid onder Somalische mannen - de

traditionele kostwinners - maakt veel gezinnen al afhankelijk van een

bijstandsuitkering. De man verliest hierdoor zijn status en zijn rol in het gezin wordt

onduidelijk. Daar komt dan nog bij dat, als de man frequent qat-gebruik, hij een groot

beslag legt op het gezinsinkomen. Het verschil tussen een bijstandsuitkering voor een

alleenstaande ouder met kinderen of een echtpaar met kinderen is niet zo groot. Dit

alles bij elkaar doet steeds meer vrouwen besluiten tot echtscheiding.

Het aantal alleenstaande moeders is nu al groot - bijna evenveel als het aantal gehuwde

ouderparen - en de verwachting is dat dit aantal verder zal toenemen. De moeders

hebben de zorg voor de kinderen en dat is zo’n zware taak dat zij aan niet veel anders

toekomen. Zij spreken de Nederlandse taal niet goed omdat het praktisch gezien

moeilijk is om de Nederlandse lessen te volgen. Het isolement dat dreigt vormt een

risico, met name ook voor de kinderen. De moeders hebben eigenlijk steun nodig bij

het opvoeden van de kinderen, maar weten die steun niet te vinden.

4.3.3 Ouderen

Vooral de Somaliërs die ouder zijn dan 45 jaar leven in de overtuiging dat zij terug

zullen gaan naar Somalië. Zij zullen hierdoor de aansluiting in Nederland missen en

nauwelijks participeren in de Nederlandse samenleving. Traditioneel spelen de ouderen

een belangrijke rol in de gemeenschap. Het is van belang te werken aan het herstel van

deze positie.Van de eerste generatie zal het slechts een klein deel van de Somaliërs

lukken een plekje te veroveren in Nederland.

Page 65: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

65

5 Voorstellen voor het verbeteren van de

communicatie

De kloof tussen leefgewoonten en culturele gebruiken en de Nederlandse is erg groot

en is de aanleiding tot tal van misverstanden in de communicatie. Op basis van kennis

van de achtergrond van Somaliërs en de geïnventariseerde knelpunten in het contact

tussen Somaliërs en Nederlandse instellingen worden in dit hoofdstuk voorstellen

gedaan voor het verbeteren van de communicatie. De aanbevelingen zijn gericht op de

Nederlandse instellingen, de Somalische gemeenschap en instellingsmedewerkers.

5.1 Een structureel knelpunt vraagt een structurele oplossing

De in hoofdstuk 4 gesignaleerde knelpunten in de communicatie tussen Somaliërs en

Nederlandse instellingen zijn in de meeste gevallen terug te voeren op de grote kloof

die bestaat tussen de Somalische en Nederlandse leefgewoonten en culturele

gebruiken. De oplossing van de communicatieproblemen moet in eerste instantie

gezocht worden in het overbruggen van deze kloof. De knelpunten manifesteren zich

op het niveau van de individuele Somalische cliënt en de instellingsmedewerker. De

instellingsmedewerker ervaart dat de contacten niet goed verlopen en vaak niet tot

vooruitgang leiden. De Somalische cliënt raakt gefrustreerd, doordat het contact niet tot

de gewenste resultaten leidt.

Het is van belang dat knelpunten in de communicatie niet meer het individuele probleem zijn

van de betrokkenen - de Somalische cliënt en de instellingsmedewerker - , maar het probleem

worden van de instelling én de Somalische gemeenschap.

5.1.1 De instellingen

De instellingen zullen op basis van de ervaring van de medewerkers en de Somalische

cliënten moeten vaststellen of er sprake is van een probleem dat extra aandacht vraagt.

Daarop zullen zij vervolgens beleid moeten ontwikkelen om deze problemen te

voorkomen. Het instrument van een focusgroep is ook plaatselijk geschikt voor het

verkrijgen van inzicht in de communicatieproblemen. De aanpak die in hoofdstuk 4

staat beschreven is dan goed bruikbaar. Het biedt de instelling de mogelijkheid om op

deze manier gelijk een relatie met de doelgroep op te bouwen en hen bij het oplossen

van de knelpunten te betrekken.

Page 66: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

66

De werkwijze van interviews met gemengd samengestelde focusgroepen leent zich uitstekend

om lokaal zicht te krijgen op de knelpunten in het contact tussen Somaliërs en instellingen.

Belangrijke aandachtspunten voor het opstellen van een plan ter verbetering van de

communicatie zijn:

a vergroten van de kennis in de instelling van de achtergrond, leefgewoonten en cultuur

van Somaliërs, in samenwerking met de Somalische gemeenschap. De instelling kan

(enkele) medewerkers scholen en trainen en op laten treden als interne deskundige;

b aanstellen van Somalische medewerkers, waardoor de instelling kennis in huis haalt en

haar toegankelijkheid vergroot voor de doelgroep;

c het bieden van taal- of werkstages aan Somaliërs, zodat zij ervaring op kunnen doen en

de instelling haar kennis van de doelgroep kan vergroten en haar contacten met de

doelgroep kan verbeteren;

d contact leggen en onderhouden met Somalische zelforganisaties, sleutelfiguren en

Somalische deskundigen (rolmodellen) met het doel de toegankelijkheid van de

instelling voor de doelgroep te vergroten en het wantrouwen te doorbreken;

e vaststellen binnen welk kader de contacten van medewerkers zullen plaatsvinden:

1 welke resultaten wil de instelling behalen, zodat dit duidelijk is voor de Somaliërs

en de medewerkers;

2 op welke wijze wordt de doelgroep benaderd:

• alleen een schriftelijke uitnodiging voor afspraken is niet effectief, kort van

tevoren telefonisch uitnodigen werkt beter;

• algemene informatie kan het best groepsgewijs gegeven worden in overleg en

met hulp van Somalische zelforganisaties, sleutelfiguren en deskundigen. Soms is

het aan te raden de voorlichtingsbijeenkomst niet in de instelling te houden, maar op

neutraal terrein. Bepaal ook in overleg met Somalische sleutelfiguren het beste

moment van een bijeenkomst;

3 hoe moet worden omgegaan met het taalverschil (inzet van sleutelfiguren, tolken of

de tolkentelefoon, vertalen van essentiële informatie);

4 de beschikbare tijd voor contacten (kan er meer tijd dan gemiddeld besteed worden?).

f het vergroten van de vaardigheden van de medewerkers rond interculturele

communicatie via trainingen. Dit kan ondersteund worden met de productie van een

handleiding. In 5.1.3. geven we praktische adviezen voor medewerkers op de

gesignaleerde knelpunten in de communicatie met Somaliërs. Deze punten kunnen als

uitgangspunt voor een training genomen worden.

Onderlinge samenwerking van de Somalische gemeenschap en de Nederlandse

instellingen is een voorwaarde voor een effectievere communicatie.

Page 67: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

67

5.1.2 De Somalische gemeenschap

De Somalische gemeenschap moet zich in het kader van het vergroten van de

participatie verdiepen in de problemen die Somaliërs ervaren in het contact met

Nederlandse instellingen. De verantwoordelijkheid voor participatie aan de

Nederlandse samenleving, voor het pakken van kansen, ligt vooral ook bij de Somaliërs

zelf. Zij zijn medeverantwoordelijk voor het oplossen van de problemen die zij zelf

ervaren. De Somalische zelforganisaties en sleutelfiguren zouden daarom projecten

moeten initiëren die bijdragen aan het overbruggen van de kloof tussen de

gemeenschap en de instellingen. Zij mogen daarbij de steun van de Nederlandse

overheid en instellingen verwachten. Hieronder doen wij aanbevelingen op het vlak van

het versterken van de eigen organisaties, het ombuigen van het perspectief van de

Somaliërs in Nederland, het opzetten van projecten en het geven van voorlichting aan

instellingen.

a Zelforganisaties

Met het oog op de emancipatie van de groep is het van groot belang dat Somaliërs zich

meer gaan organiseren. Alleen als zij gezamenlijk opereren, zullen zij zich met meer

succes een plaats in Nederland kunnen verwerven. Een nationaal opererende

organisatie van Somaliërs in Nederland, die ook het vertrouwen krijgt van de

Somaliërs, ligt nu nog niet binnen het bereik. Het onderlinge wantrouwen vormt

hierbij een belemmering, maar ook de geringe ervaring met nationale organisaties:

hun oriëntatie richt zich tot nu toe vooral op de eigen clan-familie.

Met lokale, meer kleinschalige zelforganisaties wordt een belangrijke eerste stap gezet

naar een oriëntatie op de belangen van de Somalische gemeenschap als geheel.

Het opzetten van lokale zelforganisaties moet dan ook prioriteit krijgen en zou zich

moeten richten op het overbruggen van onderlinge verschillen. De oorlog in het land

van herkomst heeft Somaliërs verdeeld, maar de Somaliërs die in Nederland zijn,

hebben ervoor gekozen de oorlog achter zich te laten. Het ligt voor de hand dat

zelforganisaties het accent leggen op de gemeenschappelijke taak om als Somaliër een

plek te vinden in Nederland.

b Kader in kaart brengen

Het inventariseren van de gegevens van Somalische sleutelfiguren, deskundigen en

studenten is van belang: wie zijn zij, waar wonen zij, wat is hun deskundigheid? Deze

groep kan een belangrijke rol spelen bij het overbruggen van de kloof tussen de

Somalische gemeenschap en de Nederlandse samenleving. Zowel de Somalische

zelforganisaties als de Nederlandse instellingen hebben het Somalische kader hard nodig.

Page 68: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

68

De Somalische gemeenschap kan de deskundigheid van het kader inzetten:

1 bij het geven van voorlichting over de kansen en de mogelijkheden die de

Nederlandse samenleving biedt,

2 bij het coachen van nieuw talent en kader,

3 als voorbeeld voor de Somalische gemeenschap dat je in Nederland iets kan bereiken,

4 als ondersteuning bij het behartigen van de belangen bij de overheid en instellingen,

5 als denktank en ondersteuning bij het opzetten van projecten

c Landelijke ontmoetingen

Landelijke ontmoetingen van zelforganisaties en Somalisch kader, waar informatie-

uitwisseling en deskundigheidsbevordering op de agenda staan, kunnen bijdragen aan

het versterken van de onderlinge contacten en het vergroten van het onderlinge

vertrouwen. Zo wordt aan de voorwaarden voor samenwerking op nationaal niveau

gewerkt.

d Perspectief ombuigen

Het is belangrijk dat het perspectief van de Somaliërs wordt omgebogen naar

Nederland. Alleen de Somalische gemeenschap zelf kan hierin verandering brengen,

de Nederlandse overheid en instellingen kunnen dit veranderingsproces aanmoedigen

en ondersteunen. De volgende middelen kunnen hierbij aangewend worden:

1 In Den Haag heeft de Somalische zelforganisatie Soneca vier uur zendtijd per week.

In de uitzendingen wordt voorlichting gegeven over tal van onderwerpen die van

belang zijn voor Somaliërs, zoals "gezondheidszorg in Nederland", "onderwijs in

Nederland". Radio is een uitstekend medium voor contact met de Somalische

gemeenschap. Somalische zelforganisaties kunnen in hun eigen regio ook zendtijd

aanvragen en in samenwerking met Soneca programma’s uitzenden.

2 Somaliërs vertrouwen veelal op de hulp van de eigen groep, maar de kennis van de

mogelijkheden in Nederland is beperkt. Voorlichtingsprojecten gericht op de

Somalische gemeenschap, georganiseerd door Somalische zelforganisaties en

deskundigen in samenwerking met relevante instellingen is nodig. Met deze

samenwerking wordt tevens een basis gelegd voor het opbouwen van een relatie die

van belang is voor de participatie en de belangenbehartiging van de Somalische

gemeenschap. De Somalische zelforganisaties kunnen voorlichtingsprojecten

initiëren over de Nederlandse voorzieningen, zoals "Naar welke school gaat mijn

kind?", "Hoe blijf ik gezond in Nederland?", "Wat moet ik doen om werk te vinden?",

" (Over)leven in Nederland", "Wat zijn onze rechten en plichten?" en "Informatie

over het gebruik van qat".

Page 69: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

69

e Opzetten van projecten

Somalische zelforganisaties en sleutelfiguren kunnen werken aan het vergroten van het

welbevinden van de Somalische gemeenschap. De cultuurschok, de identiteitscrisis en

het gevoel in twee werelden te leven veroorzaken spanningen en stress, waardoor men

zich lichamelijk ongezond voelt. De ervaring met de Nederlandse gezondheidszorg is

niet positief, omdat men niet de behandeling krijgt die men verwacht. Intensieve

voorlichting over de opzet en inhoud van de Nederlandse gezondheidszorg is

belangrijk, maar niet voldoende. Zelforganisaties en sleutelfiguren zouden moeten

onderzoeken hoe men de gezinnen die in de problemen raken - door echtscheiding of

weggelopen kinderen - kan steunen. Somaliërs gaan niet snel naar het Nederlandse

maatschappelijk werk en de Riagg omdat het beeld bestaat dat je hier alleen naar toe

gaat als je gek bent. Het is belangrijk om deze gezinnen niet in de kou te laten te staan.

Wellicht kan men hiervoor projecten ontwikkelen in samenwerking met Somalische en

Nederlandse deskundigen. Wellicht kunnen zelforganisaties overwegen projecten rond

"Gezondheid van het gezin" opzetten, waarbij onderwerpen aan de orde komen als

"Vaak verhuizen, wat betekent dat voor mijn kinderen" en "Een groot gezin, wat

betekent dat voor mij nu ik in Nederland woon."

f Voorlichting aan instellingen

Het is van belang dat de lokale Somalische zelforganisaties, sleutelfiguren en

deskundigen het initiatief nemen tot het geven van voorlichting over de achtergrond

van de Somaliërs aan de instellingen in hun gemeenten. De instellingen hebben deze

informatie nodig voor een effectieve uitvoering van hun taken. Door dit aanbod te doen

wordt tevens de basis gelegd voor verdere onderlinge samenwerking.

5.2 Adviezen gericht op de communicatie

Uit het onderzoek kwamen diverse knelpunten in de communicatie tussen Somaliërs

en instellingsmedewerkers naar voren. In deze paragraaf worden praktische adviezen

gegeven over hoe deze knelpunten aangepakt kunnen worden. Het oplossen van de

knelpunten vraagt een inspanning van beide partijen: de Somaliër en de

instellingsmedewerker. Beiden zouden via voorlichting voorbereid kunnen worden op

de struikelblokken in de communicatie en getraind kunnen worden in hoe zij hiermee

om kunnen omgaan. De adviezen worden gegeven vanuit het perspectief van de

instellingsmedewerker. Een gedegen voorbereiding op een gesprek is van groot belang.

Kennis van de achtergrond van Somaliërs en de punten uit hoofdstuk 3 over

interculturele gespreksvoering zijn hierbij een bruikbare kapstok.

Page 70: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

70

5.2.1 Algemene knelpunten in de communicatie

a Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal

Voor het overbrengen van belangrijke informatie of vragen is het van groot belang dat

dit in de taal gebeurt die de cliënt goed spreekt. Als men de Nederlandse taal niet goed

beheerst dan is het beter om het gesprek in het Somalisch te voeren door een

(telefonische) tolk in te schakelen. Het is niet aan te raden kinderen als tolk op te laten

treden bij persoonlijke gesprekken met de ouders, omdat het ouder-kindpatroon wordt

doorbroken: het kind wordt aangesproken op de persoonlijke problemen van de ouders.

b Directe stijl van de medewerker

Voor een effectieve communicatie met Somaliërs is het niet goed een gesprek direct

met zakelijke mededelingen te beginnen. Het is belangrijk om de eerst aandacht te

besteden aan de relatie door de tijd te nemen voor de begroeting, te informeren hoe het

gaat met de familie en de kinderen, en de cliënt uit te nodigen om plaats te nemen. Het

is ook van belang dat de cliënt ziet dat de medewerker zich inspant voor hem. Een

directe afwijzing op een verzoek komt al snel over als onwil om de cliënt te helpen.

Probeer stappen te verzinnen die duidelijk maken dat de medewerker zich wel degelijk

inzet voor de cliënt. Men kan denken aan: "ik zal eens informeren bij mijn chef", of "ik

zal eens bellen met de instantie". Op deze manier kan men het ijs breken en het

vertrouwen winnen van de cliënt.

c Grote ambitie van Somaliërs

De grote ambitie van Somaliërs is een sterk punt en het is zaak hier niet gelijk negatief

op te reageren. Als de medewerker de wens om arts te worden onmiddellijk afdoet met

"daar heeft u niet voldoende opleiding voor", dan zal het heel moeilijk zijn om nog een

relatie met de cliënt op te bouwen. Het is aan te bevelen de ambitie als uitgangspunt

voor het gesprek te nemen.

Ga met iemand die arts wil worden na welke stappen dan gezet moeten worden. Vertaal

de hoge ambitie in kleine stappen en zeg niet "nee, dat kan niet". De medewerker kan

de cliënt ook adviseren om bij een Somaliër die in Nederland als arts werkt te

informeren hoe hij dat bereikt heeft.

d Afspraken

Op de volgende manieren kan het succes van de afspraak worden vergroot:

1 Maak een Somalische cliënt medeverantwoordelijk voor de volgende stappen,

bijvoorbeeld door te vragen wanneer en op welk tijdstip de volgende afspraak zal zijn

en wat het onderwerp zal zijn. De medewerker kan aan de orde stellen hoe de cliënt

zich op het gesprek kan voorbereiden;

Page 71: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

71

2 de medewerker kan de cliënt inzicht geven in het resultaat dat met de afspraak

behaald kan worden. Als er een duidelijk resultaat te behalen is, zal de cliënt komen;

3 een afspraak om alleen een formulier in te vullen zal door de cliënt gezien worden

als een afspraak waar alleen de instelling resultaat haalt. De kans dat de cliënt niet

komt is dan veel groter.

4 wanneer de cliënt te laat op zijn afspraak komt en de medewerker is inmiddels met

andere zaken bezig, dan kan de medewerker de cliënt vragen om even te wachten tot

de medewerker vijf minuten de tijd heeft om wat te vertellen. In deze vijf minuten

begroet de medewerker de cliënt, zegt de medewerker dat het fijn is dat de cliënt er

is, maar dat het jammer is dat de cliënt te laat is. De medewerker legt uit dat er nu

geen tijd meer is, maar dat de medewerker graag op een ander tijdstip wil praten.

Het is belangrijk om de cliënt niet te veroordelen, maar te verduidelijken hoe het in

de instelling werkt.

Als de medewerker een afspraak heeft met een Somalische cliënt die niet komt

opdagen, dan kan de medewerker de tijd het beste gebruiken om de cliënt op te bellen

en te vragen waar hij blijft en wat de reden is dat hij niet is gekomen.

e "Nee" betekent "nee" voor Nederlandse instellingen

De Somalische cliënt heeft een verzoek waaraan de medewerker niet tegemoet kan

komen: de medewerker moet dan vertellen dat hij dit keer niet kan helpen.

Verduidelijk de redenen waarom dit niet mogelijk is en dat dit geen persoonlijke keuze

is. Het is belangrijk dat de medewerker aan de cliënt duidelijk maakt dat het feit dat hij

nu niet geholpen kan worden, niets zegt over de relatie die de medewerker met de

cliënt heeft. Een volgende keer kan de medewerker wellicht wel helpen. Men moet zich

realiseren dat het voor de cliënt zeer moeilijk is om duidelijk "nee" te zeggen op een

vraag omdat het naar zijn gevoel getuigt van een gebrek aan respect.

f Korte-termijngerichtheid

De Somalische cliënt richt zich vooral op het behalen van resultaten op de korte

termijn. Sommige zaken vragen echter een aanpak die zich op de lange termijn richt

zoals bij het saneren van schulden of het verwerven van hooggeschoolde arbeid. In het

contact is het van belang het doel dat op de lange termijn bereikt moet worden te

vertalen in stappen voor de korte termijn. Bij alle stappen is het nodig om het resultaat

dat de cliënt kan behalen te benoemen zodat duidelijk wordt wat er op het spel staat.

Ook is het van belang de cliënt te betrekken en medeverantwoordelijk te maken voor de

gekozen oplossingen. Door het stellen van open vragen biedt de medewerker ruimte

voor de inbreng van de cliënt.

Page 72: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

72

g Initiatief nemen

De medewerker verwacht dat de Somalische cliënt initiatieven neemt tijdens het

gesprek, maar dat is voor veel cliënten hoogst ongebruikelijk. Door de cliënt te vragen

naar zijn ideeën en suggesties voor de aanpak laat de medewerker merken dat hij de

inbreng van de cliënt belangrijk vindt. De oplossingen die de cliënt aandraagt dienen

als basis voor het uitwerken van de te volgen aanpak. Het geeft de medewerker inzicht

in de mogelijkheden van de cliënt terwijl de verantwoordelijkheid en betrokkenheid van

de cliënt zo vergroot wordt. Een goede vraag die in dit kader gesteld kan worden is:

"Hoe zou u dit probleem opgelost hebben toen u nog in Somalië woonde?"

5.2.2 Instellingsspecifieke knelpunten in de communicatie

Arbeidsvoorziening:

a Het in dienst nemen van Somalische medewerkers zal de drempel aanzienlijk verlagen.

b Het is van belang om te investeren in Somalisch kader door het bieden van taal- en

werkstages.

c Samenwerken met Somalische zelforganisaties en sleutelfiguren zal bijdragen aan het

vergroten van de toegankelijkheid van de arbeidsvoorziening. Met hen kan besproken

worden wat de beste manier is om de doelgroep te bereiken en hoe de beste resultaten

behaald kunnen worden.

d Scholingstrajecten met garantie op een baan sluiten aan bij de resultaatgerichtheid van

Somaliërs omdat aan de inspanning een duidelijk resultaat gekoppeld wordt.

e De trotse houding van veel Somaliërs kan een ongunstige invloed hebben op de

sollicitatie. Hieraan zou de sollicitatietraining aandacht moeten besteden.

f Het maken van tests zal niet snel betrouwbare resultaten opleveren. Praktische vormen

van assessment geven meer inzicht in de mogelijkheden van cliënten.

g De krapte op de arbeidsmarkt dwingt werkgevers en de Arbeidsvoorziening tot

creatieve oplossingen. Uitsluiting van mensen die de Nederlandse taal niet goed

beheersen werkt in tijden dat er voldoende aanbod van arbeidskracht is. Bij een grote

vraag naar arbeidskrachten zouden meer mensen gerekruteerd kunnen worden als zij

vaardigheden hebben die van belang zijn voor het vervullen van vacatures, waarbij de

werkgever de werknemer in de gelegenheid stelt om in werktijd Nederlands te leren.

AZC:

Bij het organiseren van activiteiten die zich richten op de Somalische gemeenschap is

het van belang dat zij hierbij betrokken wordt en er medeverantwoordelijk voor is. Het

initiatief moet in feite bij de gemeenschap liggen en de instelling kan dat

ondersteunen. Dan nóg kan een factor als onderling wantrouwen het slagen van

activiteiten belemmeren. De instelling zou alleen activiteiten moeten steunen die zich

Page 73: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

73

richten op de hele groep om een aanzet te geven tot het overbruggen van onderling

wantrouwen. Activiteiten gericht op de kinderen zijn vaak een goede ingang, omdat

ouders het beste voor hun kinderen wensen.

Gemeentelijk Bureau bevolking:

a Voorlichting aan de Somalische gemeenschap over de werkwijze die gevolgd wordt bij

de GBA is noodzakelijk. Er zou gestreefd kunnen worden naar een vaste Somalische

contactpersoon als intermediair voor de ambtenaren.

b Veel Somaliërs hebben geen officiële documenten van huwelijken en geboorten. In een

aantal steden wordt al gewerkt met de mogelijkheid om een eed of gelofte af te leggen

tegenover de ambtenaar omtrent de geldigheid van de gevraagde mondelinge

overeenkomst over huwelijk of vaderschap. De formele aflegger van een eed of gelofte

is daarbij strafbaar (meineed) als er later bewijzen komen dat familierelaties toch

anders blijken.

Consultatiebureau:

In Delft heeft het consultatiebureau in overleg met Somalische sleutelfiguren bedacht

om de gezondheidscontroles voor Somalische kinderen op een vast tijdstip te

organiseren, zodat de moeders bij die gelegenheid elkaar ontmoeten. Voor deze

middag wordt dan ook een vrouwelijke Somalische tolk uitgenodigd. Het bureau werkt

zo aan de voorwaarden om ook opvoedingsvraagstukken bespreekbaar te maken. Dit

lijkt een goede aanpak.

Inburgering:

Schakel Somaliërs in bij de maatschappelijke begeleiding in het kader van het

inburgeringstraject van landgenoten.

De Opbouw:

a Er moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de sekseverschillen tussen de

voogd en de pleegouder. Omdat dit niet altijd haalbaar is, is het belangrijk om aan het

begin van de relatie de betekenis van het sekseverschil te bespreken. De voogd geeft aan

dat zij van de instelling de taak heeft gekregen de pupil en het gezin te begeleiden, en

dat zij zich realiseert dat dit wellicht een nieuwe ervaring is voor de pleegvader, maar

dat er geen keuze is.

b Als de pleegvader vooral het woord voert, terwijl de pleegmoeder de zorg heeft, dan is

het van belang de moeder bij het gesprek te betrekken. Erken eerst de pleegvader als

hoofd van het gezin en verduidelijk vervolgens waarom de inbreng van de pleegmoeder

voor de voogd belangrijk is.

c Vrijwel elke jongere heeft familieleden in Nederland. In plaats van te vragen naar de

Page 74: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

74

persoonsgegevens is het ook mogelijk om te vragen "waar woont familie van je die

dichtbij is". Vaak kunnen Somalische zelforganisaties of sleutelfiguren hier ook bij

helpen. Het voordeel van deze aanpak is dat op een informele manier de familiebanden

kunnen worden hersteld.

d Het uitgangspunt van het werk van De Opbouw moet het herstel van verbanden in de

familie en de gemeenschap zijn. De pleegouders moeten in hun rol als opvoeder

gesteund en gesterkt worden.

Politie:

De politie kan niet vanzelfsprekend rekenen op het vertrouwen van Somaliërs: de

ervaring in het land van herkomst sluit dit uit. De politie in Delft heeft dit probleem

aangepakt en haar voorbeeld verdient navolging. De politie onderhoudt contact met de

Somalische zelforganisatie, sleutelfiguren en Delftse Somalische jongeren. Er hebben

gesprekken plaatsgevonden tussen diverse politieagenten, Somalische jongeren en de

zelforganisatie over de wederzijdse ervaringen en irritaties. Er zijn vervolgens

afspraken gemaakt over hoe men elkaar hierop voortaan zou aanspreken. Verder is er

ter verbroedering een voetbalwedstrijd georganiseerd van Somalische jongeren tegen

een elftal van de politie. Het is van belang te blijven investeren in deze relatie zodat zij

het vertrouwen en het gezag verwerven van de Somalische gemeenschap. Als er

vertrouwen is zal men eerder naar de politie gaan en minder snel het recht in eigen

hand nemen.

5.3 Aandacht voor kwetsbare groepen

In paragraaf 4.3. staan de resultaten beschreven van de discussie in de focusgroepen

over de toekomst van de Somalische bevolking in Nederland. Het beeld dat naar voren

komt, is zorgwekkend. Er zijn extra inspanningen nodig, die zich richten op de

kwetsbare groepen in de Somalische gemeenschap, opdat isolement en marginalisatie

bestreden worden. In de volgende paragraaf doen wij daarvoor voorstellen.

5.3.1 Jongeren

De deelnemers aan de focusgroepen waarschuwen dat Somalische gezinnen uit elkaar

groeien. Het toekomstperspectief van de ouders is veelal op Somalië gericht, evenals

het perspectief dat zij voor hun kinderen zien. Vasthouden aan de Somalische

gewoonten en leefwijzen zijn daarom van belang. De jongeren groeien op in Nederland

en zij richten zich dan ook op een permanent verblijf in Nederland. Zij nemen

Nederlandse gewoonten aan, die voor de ouders ver staan van de Somalische. Dit roept

bij de ouders de vrees op dat zij hun kinderen zullen verliezen.

Page 75: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

75

Jongeren opvoeden in Somalië is niet alleen de taak van de ouders: de school, de

geestelijke leiders en de clan-familie dragen daar allemaal aan bij. In Nederland valt

deze steun bij de opvoeding weg. De ouders zijn hier verantwoordelijk voor alle facetten

van de opvoeding en dat stelt zware eisen aan hen. In de opvoeding worden jongeren

voorbereid op de taken die aan hen gesteld worden als zij eenmaal volwassen zijn. De

taken in Somalië zijn anders dan die in Nederland, omdat de samenleving totaal anders

georganiseerd is. De ouders hebben echter bij hun opvoeding veelal nog de taken voor

ogen die in Somalië gesteld worden.

Steun aan de ouders in hun rol als opvoeder is een goede manier om de jongeren te

helpen. Het kan bijdragen aan het voorkomen van hevige conflicten. Vroegtijdige

laagdrempelige steun aan de gezinnen, die zich richt op het versterken van de ouders

in hun rol van opvoeder en bijdraagt aan het verstevigen van de relatie tussen ouders en

hun kinderen, is daarom aan te bevelen. Als voorbeeld hiervan noemen wij het Spel

aan Huis-project in Gouda van de Stichting Spel- en Opvoedingsondersteuning, waar

een allochtone medewerksters opvoedingssteun biedt aan de gezinnen in antwoord op

een vraag van de ouders.

Deze stichting ontwikkelt in samenwerking met vluchtelingenouders een cursus:

"Stilstaan bij veranderingen" gericht op het leven en gezinsleven van vluchtelingen.

Het doel van de bijeenkomsten is het herstellen van het vertrouwen van ouders in de

eigen opvoedingscapaciteiten. Vluchtelingen worden getraind om deze bijeenkomsten

in hun gemeenschap te houden.

Bij problemen met jongeren is het van groot belang deze aan te pakken met steun van

hun familie, sleutelfiguren, religieuze leiders of "wijze" ouderen uit de gemeenschap.

De instellingen die met deze jongeren te maken krijgen moeten zich realiseren dat de

Nederlandse - op het individu gerichte- aanpak niet goed zal werken. Jongeren hebben

de sociale steun van hun familie en gemeenschap hard nodig. Met een individuele

aanpak worden de verhoudingen in het gezin nog meer verstoord. De inzet en

betrokkenheid van de jongere, zijn familie en de gemeenschap zijn nodig bij het

aanpakken van de problemen. Consultatie van Somalische sleutelfiguren of

deskundigen over hoe de instelling het beste kan handelen is een belangrijke eerste

stap.

Het abrupte beëindigen van de begeleiding van AMA’s (Alleenstaande Minderjarige

Asielzoekers) bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar brengt risico’s met zich mee

voor de jongeren. Als 18-jarige zijn zij plotseling zelf verantwoordelijk voor hun

huisvesting, inkomen, studie en gezondheid. Dat is een moeilijke taak en bijvoorbeeld

bij het zoeken naar woonruimte worden zij geconfronteerd met een grote

terughoudend van kamerverhuurders jegens Afrikanen met een donkere huidskleur.

Page 76: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

76

De op een individualistische manier van leven afgestemde voorzieningen in Nederland

sluiten slecht aan bij de traditionele manier van samenleven in de clan-familie.

Jongeren zoeken vervolgens steun bij elkaar. Het is van groot belang dat AMA’s ook

steun van volwassenen krijgen bij het opbouwen van een zelfstandig leven in

Nederland als zij 18 jaar zijn geworden.

Asielaanvragen van Somalische AMA’s in Nederland

jaar aantal1996 2421997 3021998 5341999 496(Bron: CBS)

5.3.2 Alleenstaande moeders

In 1999 telde de Somalische bevolking in Nederland 2.590 éénoudergezinnen. Dat zijn

er bijna 750 meer dan in 1997, en dit aantal zal naar verwachting verder toenemen.

Alleenstaande moeders dreigen in een isolement te raken, omdat zij vanwege de zorg

voor hun kinderen minder vaak naar Nederlandse les gaan en minder vaak een baan

hebben. De in 5.3.1. geschetste kloof tussen kinderen en hun ouders geldt onverkort

ook voor de jongeren en hun alleenstaande moeder. Het behoeft geen toelichting dat de

opvoeding voor deze moeders heel zwaar is. Het feit dat Somalische gezinnen

kinderrijk zijn, versterkt dit. Laagdrempelige steun voor de moeders is van groot

belang. Zelforganisaties en vrouwelijke Somalische sleutelfiguren zouden de vrouwen

kunnen ondersteunen bij het realiseren van activiteiten die voor hen van belang zijn.

De moeders zouden gestimuleerd moeten worden om gebruik te maken van de

mogelijkheden van de kinderopvang. De drempel is vaak hoog, maar in het belang van

de ontwikkeling van het kind is dit van groot belang. Bovendien geeft het moeder enige

ruimte als haar kinderen naar deze voorzieningen gaan. Spel aan Huis-projecten zijn

een uitstekend instrument, ook voor de toeleiding naar de kinderopvang.

5.3.3 Ouderen

De ouderen die traditioneel een belangrijke rol vervullen in de gemeenschap vinden

maar moeilijk hun weg in Nederland. Het statusverlies dat zij ervaren doordat zij geen

werk meer hebben is groot. Aandacht voor het herstel van hun positie is noodzakelijk.

Dit kan door in samenwerking met zelforganisaties en Somalische sleutelfiguren

projecten op te zetten die zich richten op de activering en bemiddeling naar

Page 77: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

77

(vrijwilligers-) werk. Een eerste stap is wellicht hen te motiveren tot activiteiten in de

gemeenschap.

Een andere mogelijkheid is om speciale projecten voor arbeidsbemiddeling op te

zetten. Het eerder genoemde uitzicht op een baan moet duidelijk aanwezig zijn. Onder

de ouderen zijn mensen met een redelijk goede opleiding en jarenlange werkervaring.

Leeftijd zou geen drempel mogen zijn bij het stimuleren tot activiteiten. Het draagt

bovendien bij aan het ombuigen van het toekomstperspectief richting Nederland.

Somaliërs die al langer in Nederland zijn, zouden alsnog in de gelegenheid gesteld

moeten worden om de Nederlandse taal te leren en ondersteuning moeten krijgen bij

de inburgering. Middels speciale oudkomersprojecten zou de groep oudere Somaliërs

alsnog aansluiting bij de Nederlandse samenleving kunnen vinden.

Page 78: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

78

Page 79: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

79

Literatuur

Ali Ayaan Hirshi, Somalische gemeenschap Amersfoort, Utrecht: 1999

Besteman, Catherine and Cassanelli, Lee V., (eds), The Struggle for Land in Southern Somalia:

The War Behind the War, Boulder: Westview Press, 1996

Bouwmeester, M., Dekovic, M., Groenendaal, H., Opvoeding in Somalische

vluchtelingengezinnen in Nederland, Assen: Van Gorcum, 1998

Braam, R., Dupont, H., Verbraeck, H., Asielzoekers en middelengebruik, Utrecht: Centrum voor

Verslavingsonderzoek, 1999

Bradbury, M., Somaliland Country Report, London: CIIR, 1997

Brink, M., Pasariboe, M., Hollands, M., Integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt;

resultaten van een vervolgonderzoek onder statushouders afkomstig uit Iran, Somalië en

voormalig Joegoslavië, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 1996

Cassanelli, Lee V., The Shaping of Somali Society: Reconstruction of the History of a Pastoral

People, 1600-1900, Philadelphia: University of Pennsylvania Press, 1982

Daahir, J., Canshur, M., Cabdi, M., Mijn vlucht, Den Haag: HOF, 1998

Damooei, Jamshid, Analyzing Somalia’s Past and Present Economic Constraints and

Opportunities for Creating Conducive Economic Environment, Mending Rips in the Sky: Options

for Somali Communities in the 21st Century (eds.) Hussein Adam and Richard Ford, Asmar:

The Red Sea Press, 1997

Erikson, E., Insight and responsibility, New York: Norton, 1962

Federatie van Somalische Associaties in Nederland (FSAN), Mutant, Opvoeding en onderwijs in

Nederland, Informatie voor Somalische ouders in het Somalisch en het Nederlands, Utrecht:

1999

FSAN, Bespaar uw dochter de pijn van besnijdenis, Amsterdam: 1997

Garab Galid, Ondersteuningsproject Somalische Arnhemmers, Evaluatieverslag, Arnhem: 1999

Page 80: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

80

"Goed gedaan jongens!", Verslag van de UAF-Studie- en Ontmoetingsdag voor Somalische

studenten, Utrecht: UAF, 1997

Hofstede, G., Allemaal andersdenkenden, Omgaan met cultuurverschillen (vijfde druk).

Amsterdam: Contact. Vertaling (1991) van: Cultures and Organizations, Software of the

Mind. London: McGraw-Hill, 1995

Hulshof, M., Ridder, L. de, Krooneman, P., Asielzoekers in Nederland, Amsterdam:

Universiteit van Amsterdam, 1992

Jong, Joop T.V.M., de, Handleiding bij psychotrauma, Amsterdam: Koninklijk Institutt voor de

Tropen, 193

Jong, Joop de , Berg, Margo van den (Red.), Transculturele psychiatrie & psychotherapie,

handboek voor hulpverlening en beleid (eerste druk). Lisse: Swets & Zeitlinger, 1996

Jong, Janny de, Janssen, Joep, Omgaan met vluchtelingenkinderen en hun ouders, (cursussen

voor werkers in het basisonderwijs, de ouder- en kindzorg en de kinderopvang), Gouda:

Stichting Spel- en Opvoedingsvoorlichting Zuid-Holland in samenwerking met Stichting

Vluchtelingenwerk Delft, 1997

Kattestaart, Paul, "Probleem Somaliërs te groot voor hulpverlening", Alphen a.d. Rijn:

Binnenlands Bestuur, 31/1/1997: 27

Kessel, I. van., Tellegen, N. (Red.), Afrikanen in Nederland, Amsterdam: Koninklijk Instituut

voor de Tropen, 2000

Keulen, A., van, "Salonbijeenkomst verrassend", Utrecht: Mutant Nieuwsbrief, april 1999:1

Keulen, A., van, Handleiding voor Spel aan Huis voor vluchtelingengezinnen, Amsterdam:

Averroès stichting, Stichting Vluchtelingenwerk Delft en Stichting Spel- en

Opvoedingsvoorlichting, 1997

Kolk, R., Bronsveld, C., Somalische jongeren in Rotterdam, Rotterdam: Gemeente Rotterdam,

Sociale Zaken en Werkgelegenheid, november 1999

Kusow, A., Migration and Identity Processes Among Somali Immigrants in Canada, Detroit,

Michigan: Wayne State University, 1998

Page 81: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

81

Laitin, David, Samatar, Said, Somalia: Nation in Search of a State, Boulder: Westview Press,

1987

Lewis, A, Pastoral Democracy: A Study of Pastoralism and Politics Among the Northern

Somali of the Horn of Africa, Oxford: Oxford University Press, 1991

Lewis, I.M., A Modern History of Somalia: Nation and State in the Horn of Africa (Revised,

Updated, and Expanded Edition), Boulder, Colorado: Westview Press, 1995 (1988)

Lewis, I.M., Understanding Somalia: Guide to Culture, History and Social Institutions,

London: Haans Associates, 1994

Lewis, I.M., Blood and Bone: The Call of Kinship in Somali Society, Lawrenceville, NJ: The

Red Sea Press, 1994

Lewis, I.M., A study of decentralised political structures for Somalia, a menu of options,

London: The London School of Economics and Political Science, 1995

Mubarak, Jamil, From Bad Policy to Chaos in Somalia: How an Economy Fell Apart,

Westport: Praeger, 1996

Oberg, K., "Culture shock: adjustment to new cultural environments", Practical Anthropology,

7:177-82.

Postma, I., "Eenheid Somaliërs begint in Delft", De Gelderlander, 14/11/1997

Pree, P. de, Over de kloof....; een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van vluchtelingen

met de Nederlandse gezondheidszorg, Amsterdam: VluchtelingenWerk Nederland, 1999

Qatgebruik in sociale context van Somalische jongeren in Rotterdam, verslag van een

werkconferentie, Rotterdam, november 1999

Qat kauwen: een zegen of een plaag?, Den Haag: Soneca, 1997

Ricciuti, E.R., Somalia, a crisis of famine and war, London: Evans Brothers Ltd., 1995

Sahnoun, Mohammed, Somalia: The Missed Opportunities, Washington: United States

Institue of Peace Press, 1994

Page 82: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

82

Samatar, Abdi I., The State and Rural Transformation in Northern Somalia, 1886-1986,

Madison, Wisconsin: The University of Wisconsin Press, 1989

Samatar, Abdi I., "Destruction of State and Society in Somalia: Beyond the Tribal

Convention" in The Journal of Modern African Studies, Volume 30, Number 4, 1992a:625-

641

Samatar, Abdi I., "Dictators and Warlords are a Modern Invention", in Africa News,

December 21, 1992 - January 3, 1993:1

Samatar, Ahmed I., The Somali Challenge: From Catastrophe to Renewal?, Boulder,

Colorado and London: Lynne Rienner Publisher Inc., 1988 (1994)

Samatar, Ahmed I., Somalia: State Collapse, Multilateral Intervention, and Strategies for

Political Reconstruction, Washington, D. C: The Brookings Institution, 1995

Samatar, Ahmed I., The Death of a State, and Other Reflections, a paper delivered at the

University of Otago in Dunedin, New Zealand, 1996

Samatar, Ahmed I., The Somali Catastrophe: Explanations and Implications, a paper

presented at the International Congress of Somali Studies in Turku, Finland, 1998

Samatar, Said S., Somalia: A Nation in Turmoil, London: Minority Rights Group, 1991

Spectra, G., Surviving culture shock: helping immigrant parents to cope with the challenge of

adaptation to the new country, Jerusalem: Hebrew University, 1996

Tabibian, N., Maatschappelijke zelfstandigheid van Somalische vluchtelingenvrouwen,

Tilburg: PON, 1999

"Voorlichtingsproject Somalische vrouwen", Amsterdam: VluchtelingenWerk Nederland

Contouren nr.1, 2000: 1

Wit, W. de, "Somalische vluchtelingen in het onderwijs", Profiel, nr. 5, mei 1998

Wit, W. de, Vluchtelingen in het Nederlandse onderwijs: Somaliërs in Nijmegen, Nijmegen:

Katholieke Universiteit Nijmegen, ITS, 1994.

Page 83: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

83

Eindnoten

1 Veel Somaliërs verklaren de naam Samaale met de Somalische woorden "soo" en "maal" die letterlijk "gaan

melken" betekenen. De naam Samaale verwijst naar het dagelijkse karwei van het melken dat voor nomadische

veehouders het belangrijkste middel van bestaan oplevert. Volgens een andere verklaring is de naam Samaale

afgeleid van het Arabische woord "zumal" dat "rijkdom" betekent en verwijst naar het overvloedige Somalische vee.

Beide verklaringen drukken de lange verbondenheid uit van de Somaliërs met het nomadische veehoudersbestaan.

2 Somaliërs krijgen ook veel nakomelingen om er zeker van te zijn dat een deel van hun nageslacht de barre

omstandigheden zal overleven. De kindersterfte is erg hoog. Een andere reden is ook dat de omvang van de clan

optimaal blijft. Militaire kracht en politieke kracht is een zaak van de macht van het aantal. Een derde reden is dat

Somaliërs gelovig zijn en ook vaak uiten dat Allah de kinderen zal voeden. Met deze houding en kijk op de wereld is

geboortebeperking niet aan de orde. Hierin ligt ook de verklaring voor de kinderrijkheid van de Somalische families

die in Nederland wonen.

3 De clan is in de context van Somalië het hoogste niveau van politieke structuur. Een clan omvat een groot

aantal groepen die in een groot gebied wonen. Politieke samenwerking van verwante groepen vindt maximaal op het

niveau van de clan plaats.Een clan verschilt van een stam in het ontbreken van een stabiel politiek systeem en het

rondtrekken van de leden.

4 De schoonmaker wordt hier aangehaald als symbool voor iemand zonder macht.

5 "Heer" is een woord van Somalische nomaden en staat voor het gewoonterecht van het sociaal contract. Het

doel van het sociaal contract is om veiligheid en sociale rechtvaardigheid van de hele gemeenschap te bewaren.

6 Een wijze man in Somalië is iemand die grote wijsheid en geleerdheid belichaamt in traditionele conflict-

bemiddeling. Zijn advies in heercontracten is zwaarwegend.

7 "Shir" is het Somalische woord voor vergadering. De shir is een forum waar alle mannen van de gemeenschap

bijeen komen in de schaduw van een grote boom. Zij praten over de brandende kwestie en werken via consensus aan

een voor alle partijen acceptabele oplossing.

8 Zie verder over dit conflict, Africa Watch, Somalia: A Government at War with its own People (1990).

9 Dit is het aantal allochtonen van Somalische afkomst. Een allochtoon is volgens deze definitie een persoon die

zelf in Somalië is geboren, of waarvan tenminste één van de ouders in Somalië geboren is. De cijfers zijn gebaseerd

op de gegevens van de GBA.

Page 84: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

84

10 Een Somaliër die geïnterviewd werd zei: "Het is heel moeilijk om je aan te passen aan een samenleving die zowel

individueel als collectief zo georganiseerd is. Iedere persoon heeft verschillende agenda’s, er hangt er zelfs één in de

wc." (Mohamoud, in Afrikanen in Nederland, 2000)

11 De Somalische gemeenschap in Canada is er in tien jaar niet in geslaagd dit te veranderen. Zij zien zichzelf niet

als Somaliër of Afrikaan, maar alleen als clan-families, clans en sub-clans (Kusow, 1998)

12 Qat is een struik die groeit in Ethiopië en Kenya, Jemen en sinds kort ook in Somalië. De Latijnse naam voor qat

is Catha edulis Forsk.

Page 85: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

85

Page 86: Communicatie, sleutel tot participatiedalmar.org/rapport/somali.pdf1.5. Opkomend verzet vanaf 1978 26 1.6. Het ineenstorten van de staat in 1991 26 2 De Somalische gemeenschap in Nederland

86

Colofon

UitgaveMinisterie van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesDirectie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden

TekstSamora advies

ProduktiebegeleidingDirectie Voorlichting en Communicatie

Ontwerp omslagMaarten Balyon, grafische vormgeving bv, Zoeterwoude

Lay out en drukDirectie Informatievoorziening

juni 2000

Meerdere exemplaren kunt u opvragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Afdeling servicevoorlichtingPostbus 20011, 2500 EA Den HaagTelefoon 070 426 6038