Column Final
-
Upload
courtney-ratliff -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of Column Final
Peter de Vries (1993) studeertJournalistiek aan de HogeschoolUtrecht.
Column:Eigenlijk mag je het niet zeggen, maar...Column: Eigenlijk mag je het niet zeggen,
maar...
Ik ben geboren en getogen in Nederland. Het
Nederlands is mijn moedertaal en tot voor
kort was mijn enige ervaring met buitenlandse
reizen een midweekje naar Vlaanderen.Ik ben
dan ook in een vrij blanke omgeving opge-
groeid en betrap me er vaak op dat ik me het
blankste jongetje in mijn vriendengroep voel,
ookal ben ik, om maar een cliché van stal te
halen, “licht getint”.
Laatst werd ik in de supermarkt geconfron-
teerd met de verharde toon en interpretatie
van het debat dat zich afspeelt in de maatsch-
appij.
“Sir, koelt joe plies open jor bek voor me?”ver-
baasd kijk ik in het gezicht van een man. Hij is
klein, kleiner dan ik. Op zijn colbert prijkt een
naamkaartje.
Deze meneer is de filiaalmanager van de su-
permarkt.
“Sorry?” vraag ik
beduust.
“Jor bek.
Koelt joe
open it voor us plies?” vraagt hij, nu geiri-
teerd. Ik kijk om me heen en merk dat ik
nogal wat bijkijks trek. Vier vakkenvullers
vormen zo onopvallend als ze kunnen een
cordon om me heen.Nu maakt de irritatie zich
ook van mij meester.
“U kunt gewoon Nederlands tegen met praten,
hoor, dat is misschien wat makkelijker voor
u.” “Ja, nou, je tas. Kun je...” Inmiddels heb ik
mijn rugtas al op de grond gezet en openger-
itst. Op de vraag waarom ik gecontroleerd
wordt, reageert de supermarktmanager
nuchter, “Ja, we hebben al twee mensen als
jou betrapt vandaag. Dus we nemen het ze-
kere voor het onzekere.”
Nu ben ik de laatste die “racial profiling”
roept. één, het ligt niet lekker in de mond en
twee, het laat een vieze nasmaak achter. Maar
wanneer je in de supermarkt gecontroleerd
wordt op basis van het feit dat er “mensen als
jou” diefstallen plegen, dan kan je je op zijn
minst achter je oren krabben.
Nu schrijf ik deze column niet om de gut-
“De eerste stapis erkennen dat het
mensch uit te hangen en te zeggen dat dit
soort situaties niet mogen gebeuren, in
tegenstelling zelfs.Maar misschien moeten we
wel een dialoog op gang brengen, zoals die
ook elders gevoerd wordt. Niet alleen met de
militante racisme-roepers, maar ook met de
normale man die normaal gesproken niet naar
een debat komt.
Er ontwikkelt zich momenteel namelijk
een sfeer van onbegrip. Onbegrip vanuit de
bezorgde burger, de politie-agent die het
zekere voor het onzekere neemt en daarom
een verdacht persoon, op basis van uiterlijke
kenmerken, aanspreekt op zijn of haar gedrag.
Aan de andere kant groeit het onbegrip en
de boosheid over dit soort optredens bij de
getroffen doelgroep wanneer er een video van
een incident op Facebook verschijnt.
Ik denk dat het mogelijk moet zijn om door
middel van het publieke debat een oplossing
te kunnen vinden voor de problemen rond
racial profiling. En de eerste stap daarin is
erkennen dat het gebeurt. Vervolgens kunnen
we de oorzaak van het ontstane wantrouwen
vanaf de wortel aanpakken.
Na afloop van mijn kleine incident, er werd
niets in mijn tas gevonden en ik mocht mijn
weg vervolgen, wenste ik de supermarktman-
ager nog een fijne dag verder. Hij zei niets
terug.