College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit...

26
College 3 Meten

Transcript of College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit...

Page 1: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

College 3

Meten

Page 2: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Meten• Methode van meten

– Interview• Vragenlijst

– Test

– Observatie

• Kwaliteit van de meting– Validiteit

• Inhouds -• Criterium -• Construct -

– Betrouwbaarheid• Test-hertest -• Interne consistentie -• Inter-beoordelaars -

Page 3: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Vragenlijsten

• Rare factoren die de antwoorden beïnvloeden

Page 4: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Methode van vragen

• Vraag: “Voel je je wel eens eenzaam?”

• Interview: 80% ja

• Vragenlijst: 43% ja

Page 5: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Volgorde van vragen

• Vraag A: Geef een rapportcijfer voor de colleges

• Vraag B: Geef een rapportcijfer voor de syllabus

• Helft van de studenten versie AB

• Helft van de studenten versie BA

Page 6: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Richting van de vraag

• Positief: “Dit boek is goed gestructureerd”

• Negatief: “Dit boek is niet goed gestructureerd”

• Op een 7-puntsschaal (1 = zeer oneens, …, 7 = zeer eens)

• Positieve versie, gespiegeld: m = 2.55• Negatieve versie: m = 4.09

Page 7: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Antwoord-categorieën

• Vraag: Was u tevreden met de blokvorm?

Versie A Versie B

Ja 52,6% 26,5%

Nee 26,3% 73,5%

Geen mening

21,1%

Page 8: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Antwoordtendenties• Neiging om een bepaal antwoord te

geven, ongeacht de inhoud van de vraag.

Item Alternatieven %

I ja

onzeker

nee

60

16

24

II 1

2

3

4

11

27

48

14

Page 9: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Item Alternatieven %

III zeer tevreden

tevreden

Ontevreden

zeer ontevreden

24

45

16

15

IV eerste

tweede

derde

41

36

23

Page 10: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Instructie

“Probeer zo snel en nauwkeurig mogelijk te antwoorden”

Page 11: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Conclusie•We weten niet hoe mensen vragen beantwoorden.

•Rare factoren die meespelen:–Methode–Volgorde–Richting–Antwoordalternatieven–Antwoordtendenties–Instructie

Page 12: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Observatie

Problemen:

•Wat moet je observeren?

•Hoe moet je observeren?

•Hoe moet je beschrijven?

•Hoe moet je interpreteren?

Page 13: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Voorbeeld: Ekman & Friesen, 1978

•Een mens kan ± 5000 verschillende gelaatsexpressies maken.

•Video, slow-motion

•Nummers

•Betekenis opmaken uit de context.

Page 14: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

A B C

D E F

Page 15: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Emotie

Walging =

Boosheid =

Vreugde =

Angst =

Bedroefdheid =

Verbazing =

C

E

F

A

D

B

Foto nr.

Page 16: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Observatoren natuurlijk - toegewezen

getraind - ongetraind

menselijk - automatisch

passief - participerend

verborgen - waarneembaar

een – meerdere

Methode direct – retrospectief Time sampling - event sampling

Responsies frequentie - duur - intensiteit

ratings - exacte categorieën

dichotoom - polytoom – open

neutrale categorie - geen neutrale

unipolair – bipolair

Gedrags-eenheden

stimulus & response - response only

structureel - functioneel - causaal

moleculair - molair

geobserveerd – geïnfereerd

exploratief - gededuceerd

eenvoudig - complex

natuurlijk - reductionistisch

positief – negatief

Combinaties representatief - niet representatief

veel – weinig items

één - meer dimensies

Page 17: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

CRITERIUM VALIDITEIT

• Hoe goed kan de test de scores op een gekozen criterium variabele voorspellen?

• Belangrijkste ondervorm: Predictieve validiteit, het criterium ligt in de toekomst.

• De criterium-variabele moet al goed gemeten zijn

Page 18: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Voorbeeld criterium validiteit

Diagnosis

Predicted

Total

Schizophrenia Depression

Schizophrenia 11 4 15

Depression 4 12 16

74,2% correct voorspeld

Page 19: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

• Test = SPQ

• Criterium = diagnose (schizofreen / depressief)

• correct "voorspeld" = 74.2%

• (zonder kennis kun je al 50% correct voorspellen)

• Is de SPQ hierom een goede of een slechte test?

• Zijn de diagnoses zelf wel valide?

Page 20: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

INHOUDS VALIDITEIT

• Zijn de items een evenwichtige afspiegeling van het soort items dat de test zou mogen bevatten?

• Om de inhouds validiteit te bepalen hoeft de test niet te worden afgenomen bij proefpersonen. Je hoeft alleen te weten hoe hij geconstrueerd is.

• Leunstoel validiteit. Vergelijk: Het kopen van een auto omdat hij er op de tekentafel zo goed uit ziet.

Page 21: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Voorbeeld inhoudsvaliditeit

• Test = statistiek tentamen– standaard- vs. inzichts-vragen– kennis- vs. redeneer-vragen– reken- vs. visualiseer-vragen– theorie- vs. praktijk-vragen– makkelijke vs. moeilijke vragen

Page 22: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

CONSTRUCT VALIDITEIT

• In hoeverre begrijp je– door welke variabelen de testscores

worden beïnvloed– op welke variabelen de testscores invloed

hebben?

Page 23: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

• APA: Daar moet je een theorie (nomologisch netwerk) voor hebben. De theorie moet zijn getoetst.

• Nomologisch netwerk: Geeft aan welke wetmatige relaties de diverse constructen met elkaar hebben.

• De meeste constructen (begrippen) die men wil meten zijn theoretische constructen (niet-waarneembaar). Zo'n construct kun je definiëren door middel van een nomologisch netwerk.

Page 24: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Voorbeeld construct validiteit

Piekeren

Prozac, Fevarin

Winter

Emotionele stabiliteit

Piekeren

Zwart-wit denken

Cognitieve psychotherapie

Automatische negatieve gedachten

Scheiding

X

Belangstelling

Besluiteloosheid

Huilen

Slapeloosheid

Eetlust

Suïcide

X

Page 25: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

Voorbeeld construct validiteit

• Bij construct validiteit wordt de betekenis van het construct niet afgeleid uit de naam van de test, maar uit de vele verbanden met andere variabelen.

• Hoe meer verbanden je kent, hoe beter je begrijpt wat er gemeten wordt.

Page 26: College 3 Meten. •Methode van meten –Interview •Vragenlijst –Test –Observatie •Kwaliteit van de meting –Validiteit •Inhouds - •Criterium - •Construct.

• Criterium validiteit• één correlatie• moet zo hoog mogelijk

zijn• geen theorie nodig• gericht op voorspellen• hoge betrouwbaarheid

nodig• keuze van het criterium

is moeilijk

• Construct validiteit• meerdere verbanden• moeten sterk of juist

zwak zijn• gebaseerd op theorie• gericht op begrijpen• geen hoge

betrouwbaarheid nodig• formuleren van de

theorie is moeilijk