CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de...

16
DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE. featuring RONDETAFEL Gerard van Harten, Jan Willem Toering en Jaap Brouwer over de toekomst van chemie DUURZAAM EN INNOVATIEF Toepassing biotechnologie in de Agro & Food sector IDEALE OMSTANDIGHEDEN Veel potentie voor chemie op Nederlandse bodem NR. 1 / MAART 2014 SCAN DE QR-CODE EN LEES MEER OP WWW.CHEMIEBIOTECH.NL CHEMIE & BIOTECH Chemie: ons leven, onze toekomst Onze Chemie, Jouw toekomst meer weten? www.vnci.nl Concurrentiestrijd aangaan door strategische samenwerkingen Extra verdieping Food Innovations

Transcript of CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de...

Page 1: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

DIT IS EEN UITGAVE VERSPREID MET HET FINANCIEELE DAGBLAD. DE REDACTIE VAN HET FINANCIEELE DAGBLAD HEEFT GEEN BETROKKENHEID BIJ DEZE PRODUCTIE.

featuring

RONDETAFELGerard van Harten,

Jan Willem Toering en Jaap Brouwer over de toekomst

van chemie

DUURZAAM EN INNOVATIEF

Toepassing biotechnologie

in de Agro & Food sector

IDEALE OMSTANDIGHEDENVeel potentie voor chemie

op Nederlandse bodem

NR. 1 / MAART 2014SCAN DE QR-CODE EN LEES MEER OPWWW.CHEMIEBIOTECH.NL

CHEMIE & BIOTECH

meer weten? www.toekomstchemie.nl

Chemie: ons leven, onze toekomstOnze Chemie, Jouw toekomst

meer weten? www.vnci.nl

Concurrentiestrijd aangaan door strategische samenwerkingenExtra verdieping Food Innovations

Page 2: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

“In de industrie, bij in-vesteerders en bij de politiek heeft de che-mie een goede naam, maar het algemeen belang van de chemie wordt stevig onder-

schat door het publiek. De sector zorgt voor een grote hoeveelheid directe en indirecte banen. Kijk bij-voorbeeld ook naar de centrale rol die chemie in de maakindustrie speelt. Een duurzame toekomst is zonder de chemie niet denkbaar, daar ben ik erg enthousiast over. Maar we moeten ook rekening hou-den met de keerzijde. In het verle-den zijn er incidenten geweest die voor een negatieve lading hebben gezorgd. Die lading moeten we als sector wegnemen. Niet alleen ont-wikkelingen in biotechnologie kunnen daarbij helpen. We moeten ook meer laten zien hoe efficiënt de reguliere chemie is. De indus-trie zelf moet meer van de waarde gaan pakken die het in de keten ge-nereerd en ervoor zorgen dat nog meer jonge mensen Chemie en Bio-technologie gaan studeren.

ConcurrentiepositieDe betrokkenheid van de overheid is groot. Bij het onderzoek naar de

schaliegasrevolutie in de VS nam ze de tijd om met de industrie se-rieus naar de consequenties te kijken. Dat is positief, maar de overheid zit met een dilemma. Het ministerie van Economi-sche Zaken ziet het belang van de chemische industrie in, maar schept niet de juiste voorwaar-den om de sector naar een hoger plan te brengen. Een goed voor-beeld daarvan zijn de hoge ener-giekosten in ons land. De chemie is een energie-intensieve sector, waardoor het voor veel concerns niet aantrekkelijk is om hun pro-ductie in Nederland neer te zet-ten. De overheid haalt zelf echter inkomsten uit energie, waardoor de situatie niet gauw zal veran-deren. Dat verzwakt de concur-rentiepositie van Nederland. De concurrentie uit het Midden-Oosten en de Verenigde Staten neemt toe. Om daar tegenwicht aan te blijven geven, dienen we strategisch samen te werken. Dat kan alleen als er goede voor-waarden worden geboden; een aantrekkelijk stelsel van fiscale voordelen, subsidies en gunsti-ge energieprijzen. Dat maakt het makkelijker investeerders met durfkapitaal aan te trekken.

InnovatieZoals gezegd ben ik enthousiast over de toekomst van de chemie en de rol die Nederland daarin kan spelen. Op het vlak van Advan-ced Materials voor bijvoorbeeld de bouw, defensie en automotive doen we het redelijk goed. De com-binatie van kennis van agro en chemie die wij hebben, biedt ver-dere kansen voor innovatie in een aantal segmenten. Hier speelt bio-techniek een toenemende rol. De centrale vraag is hoe landbouw en chemie het beste kunnen samen-werken in de keten. We moeten be-drijven met Intellectual Property (IP) op verschillende vlakken sa-menbrengen om tot innovatieve toepassingen te komen. En boven-al zorgen dat deze toepassingen naar de markt worden gebracht. Belangrijk daarbij is een deel van de productie in eigen land te kun-nen houden, want daarmee houd je de innovatie ook in eigen land. Innovatie die niet alleen in het materiaal zelf zit, maar ook in het applicatieproces en het business-model er omheen.”

VOORWOORD

Willem Vaessen werkte als industrial engineer voor Ciba Specialty Chemicals in Zwitserland. Sinds 2009 is hij Director bij Deloitte voor de Chemical Value Chain. Hij werkt als adviseur en programmamanager voor grote projecten in de chemiesector en is nauw betrokken bij de ‘Chemical Think Tanks’ die Deloitte regelmatig organiseert.

2 · MAART 2014

‘Kansen chemie en biotechniek vragen om strategische samenwerking’

De Nederlandse chemiesector is sterk en innovatief. Door toenemende internationale concurrentie groeit echter de behoefte naar een gunstiger vestigingsklimaat, zegt Willem Vaessen, Director Chemical Value Chain bij Deloitte.

Willem VaessenDirector Chemical Value Chain Deloitte

NIELS ACHTEREEKTE

[email protected]

Colofon: Uitgave van MediaplanetHerengracht 174 1016 BR Amsterdam

Project Managers: Guido Duijzers, Melvin van den Mosselaar,

Joséphine FigeeBusiness Developers:

Anko Steenbeek, Micky Jongen Head of Content & Production:

Stella van der Werf Designer: Imre Engbers

Managing Director: Marc Reineman

Gedistribueerd:Het Financieele Dagblad, maart 2014

Drukkerij: Drukkerij Noordholland

Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000

Fax: 020-7077099

Een tip voor de redactie?Mail dan naar:

[email protected]

Dit is een bijlage bij Het Financieele Dagblad. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele

verantwoordelijkheid van het Financieele Dagblad.

Copyright Mediaplanet Publishing HouseVolledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking

of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding:

Mediaplanet Publishing House.

TIP VAN DE REDACTIEVeredelen voor meer

duurzaamheid en voedselzekerheid

De topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen wil in 2020

wereldmarktleider zijn in duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. De sector is hard op weg

om dat doel te bereiken.

P12

MEER CHEMIE & BIOTECH?SCAN DE QR-CODE EN GA NAAR

WWW.CHEMIEBIOTECH.NL

facebook.com/MediaplanetNL

@MediaplanetNL

@mediaplanetnl

ON DARK BACKGROUND

ON DARK BACKGROUND

ON DARK BACKGROUND

Chemelot. Investeren in de toekomst.

Focus op samenwerkingHet belang van de chemische industrie voor de economie is groot, zowel voor Nederland als wereld-wijd. Chemelot (Sittard-Geleen) is een multi-usersite met vele ondernemingen en processen. Wij stellen sitebewoners in staat concurrerend te werken door de juiste randvoorwaarden te scheppen. Richting toekomst staan we voor een grote uitdaging. Door goede samen-werking, afstemming van activiteiten en zoeken naar optimale oplossingen op het gebied van energie, duurzaamheid en innovatie versterken we de synergie op de site en daarmee investeren we in de toekomst.

De groeimotor van de Limburgse economieDe omvang en de diversiteit aan bedrijven, maakt Chemelot tot een belangrijke groeimotor van de Limburgse economie. De partijen ver-antwoordelijk voor ontwikkeling van Chemelot, Sitech Services en Chemelot Campus, zien het als hun opdracht deze positie te waarborgen en te versterken. Dit vereist een goede samen-werking met de vele bedrijven op Chemelot, met kennisinstituten en met lokale gemeenten en de Provincie Limburg.

Kennis en faciliteiten delen, succes vermenigvuldigenChemelot als geheel is onderscheidend. Starters én multinationals ontplooien hier hun activiteiten. Van het eerste idee tot de ontwikkeling van het proces in laboratoria en pilot plants, tot de uiteindelijke productie. Alles grijpt in elkaar en komt hier samen. Dit schept mogelijkheden voor waardecreatie en totaaloplossingen. Belangrijke bouwstenen voor een duurzame siteontwikkeling.

Interesse, meer informatie of contact?Chemelot Campus: www.chemelot.nl | Chemelot Site: www.sitech.nl

Page 3: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire
Page 4: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Biotechniek als fe-nomeen kan de suggestie wek-ken dat het op zichzelf staat en zich afzet tegen de reguliere che-

mie, maar volgens Gerard van Harten, Boegbeeld van de Topsector Chemie, is het juist een onderdeel ervan. Het is een andere methode waarop mole-culen benaderd worden. Per methode moet gekeken worden hoe duurzaam deze is. Zo kan organische synthese (chemie) groen zijn en zijn produc-ten die uit groene grondstoffen zijn opgebouwd niet per definitie natuur-lijk afbreekbaar en goed voor het mi-lieu. Mede om die reden moeten we biotechniek dan ook zien als één van de oplossingen voor maatschappe-lijke problemen, naast technieken

op basis van fossiele stoffen. Één as-pect is volgens Jaap Brouwer, Weten-schappelijk Directeur Leids Instituut voor de Chemie, in ieder geval over-duidelijk. “Het is zonde dat we aard-gas en –olie verbranden. Die bronnen moeten we juist gebruiken om nieu-we moleculen te maken. Dat kunnen we in Nederland heel goed en heel ef-ficiënt.” We dienen dan ook niet te streven naar een maatschappij zon-der fossiele bronnen, maar moeten zorgen dat deze bronnen optimaal worden gebruikt. Temeer doordat de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire economie, waarin afval niet meer bestaat. Of zoals chemici zeggen: iedere molecuul weer terug in het systeem wordt gezet.

Bezuinigingen niet per definitie slechtOm tot toepassingen voor de circulai-re economie te komen, pleiten beide heren voor voldoende fundamenteel onderzoek. De budgetten hiervoor nemen echter af. Een van de redenen hiervoor zijn de teruglopende aard-gasbaten. De kwaliteit van onder-zoek is volgens de tafelheren echter de kern van het succes van de Ne-derlandse chemiesector. “Arbeid is elders veel goedkoper, dus moeten wij slimmer zijn”, verklaart Brou-wer. En wie eenmaal een goede sta-tus heeft, trekt de juiste mensen en instellingen aan. Dat maakt het zaak om zeer kritisch te bekijken waar het beschikbare geld aan wordt besteed. Het Sectorplan Natuur- en Scheikun-de geeft hier houvast bij. Van Har-ten: “We willen meer marktgericht

RONDETAFEL

4 · MAART 2014 · WWW.CHEMIEBIOTECH.NL

‘Biotechniek werkt het beste als aanvulling op bestaande chemische techniek’

Op weg naar een circulaire economie is de maatschappij toe aan een

systeemverandering. Biotechniek draagt hier sterk aan bij. Wat volgens

verschillende prominenten uit de chemische industrie niet betekent

dat we afscheid hoeven nemen van reguliere chemie.

zijn, maar er moet altijd ruimte blij-ven voor grensverleggend onderzoek. Terugkijkend in de historie zie je dat belangrijke uitvindingen bij toeval werden ontdekt bij onderzoek naar chemische reacties.” Brouwer: “Be-zuinigingen zijn niet per definitie slecht. Met minder geld ga je gericht te werk. Het sectorplan helpt daar-bij. We moeten zorgen dat de beste mensen het meeste geld krijgen en niet iedereen een beetje. Willen we werkelijk een kenniseconomie zijn, dan moeten we het poldermodel een beetje loslaten en duidelijke keuzes maken.”

KetensamenwerkingOp de vraag of het bedrijfsleven niet in het gat dient te springen, reageert Jan-Willem Toering, Directeur KNCV, de beroepsvereniging voor chemi-

ci, nuchter. “Het contact met het be-drijfsleven is goed in ons land, maar bedrijven moeten door het econo-misch klimaat meer dan voorheen terug naar hun kernactiviteiten.” Evenals Van Harten ziet hij heil in de win-winsituatie van open inno-vatie en samenwerking, waarin ook overheid en kennisinstellingen een belangrijke rol spelen. “De chemie vindt zichzelf steeds opnieuw uit en dit kunnen we versnellen door keten-samenwerking”, aldus Van Harten. Brouwer haalt daarop het voorbeeld aan van grootbedrijven die zakelijk gezien ‘risicovolle’ moleculen ont-wikkelen met behulp van universi-teiten. “Voor universiteiten zijn de faciliteiten vaak onbetaalbaar en het bedrijfsleven zet haar mensen graag in op de meer zekere projecten.”

Een mogelijke nieuwe oplos-

FOTO

: MON

A VA

N DE

N BE

RG

Groene chemie, nieuwe productenDe chemie, food, farma en agrosector varen wel bij de Drentse aanpak. Nieuwe biobased tuinbouwplastics bijvoorbeeld, leveren com-posteerbaar opbindgaren voor tomaten en komkommers, en een volledig a� reekbaar folie voor de lelieteelt. Dat klinkt klein, maar levert een grote milieuwinst én arbeidse� -ciëncy. Indrukwekkend is de ontwikkeling van een nieuw medicijn tegen hartfalen. Een ‘topstuk’ is de biocomposietenbrug voor de dierentuin in Emmen, veel sterker en lichter dan de bestaande. Binnenkort te belopen bij de drukbezochte savannen.

Internationale bedrijvenHet brandpunt van de groene chemieactiviteit is het Emmtec-terrein in Emmen. Hier zijn global players als DSM, Teijin en Bonar ge-vestigd, samen met vindingrijke MKB-ers. Dit voormalig AKZO-terrein bundelt laboratoria, pilot-, demo- en productie-’plants’ op één lo-catie. Ook is er ruimte voor tijdelijke bedrijfs-activiteiten.

COCIDe Drentse agribusiness- en (glas)tuinbouw-sector zit bijna letterlijk ‘om de hoek’ en levert

de ondernemers op het Emmtec-terrein bio-grondsto� en. Dat leidt tot verbindingen waar-bij 1 + 1 véél is, zeker door de versterking met kennisinstellingen op locatie. Ook de overhe-den zijn actief betrokken. Zo is de Drentse groene driehoek ontstaan. Eind 2013 leverde dat de COCI-status op.

“In Emmen hebben ze een lange historie op het gebied van chemie. Hun praktische insteek van het HBO en MBO is uitermate geschikt voor toegepaste expertise op dit vlak,” vertelt Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsec-tor Chemie. De COCI-status is voor Green PAC. Daarin trekt Stenden PRE, een samen-werkingsverband in de groene chemiesector, samen met bedrijven en kennisinstellingen op in marktgericht onderzoek, productontwik-keling én onderwijs. Het Centre of Expertise Smart Polymeric Materials en het op te starten Centrum voor Innovatief Vakmanschap ver-sterken die toekomstgerichte koers.

Chemiecluster Drenthe Europees topspeler

Het lijkt een goed bewaard geheim: de chemische industrie in Zuidoost Drenthe is een Europese topspeler in innovatieve vezelchemie. Dat concludeerde de Stockholm School of Economics al in 2011. De regio timmert dan ook stevig aan de weg en investeert in de ontwikkeling van groene chemie. Ketensamenwerking is het toverwoord. De drie-eenheid vezels, composieten en biobased kunststoffen bepalen de focus.

STARTBIJEENKOMST TOEKENNING COCI-STATUSV.l.n.r. Klaas-Wybo van der Hoek (vice-voorzitter Stenden Hogeschool), Daan Borjeson (communicatie Green PAC), Gerard van Harten (Topsector Chemie)

Page 5: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Colette Alma is algemeen directeur van de Vereni-ging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), de belangenorganisatie waarvan de meeste Nederlandse chemische bedrijven lid zijn. Wat ziet zij voor ‘haar bedrijfstak’ als de belangrijkste prio-riteiten voor de komende jaren?

“Chemie maakt als bedrijfstak een lastige periode door. De con-currentie neemt op wereldschaal toe en zowel grondstoffen als energie zijn in Europa duurder dan in andere regio’s in deze we-reld. Daarom zetten we vol in op de ontwikkeling van maatrege-len en middelen om concurrerend te kunnen blijven opereren. Innovatie en het benutten van de kansen van biobased grond-stoffen is één van de opties. Daar zit op langere termijn zeker toe-komst in. De Topsector Chemie zorgt ervoor dat dit gecoördineerd en naar de behoefte van de industrie plaatsvindt. We hebben ook een intensieve verbinding met de foodsector. Denk aan vitami-nes, waaraan chemie een duidelijke bijdrage levert. Binnen de chemie speelt ook verduurzaming een zwaarwegende rol. We dra-gen heel nadrukkelijk bij aan het produceren van lichte materia-len voor bijvoorbeeld de luchtvaart- en auto-industrie. Daarmee zorgen we ervoor dat er minder energie nodig is om de eindpro-ducten te gebruiken.

Ook zelfhelende coatings in de verfindustrie zijn een mooi voorbeeld. En we produceren in toenemende mate sterke materi-alen, die langer worden gebruikt en minder vaak hoeven te wor-den vervangen. Een andere belangwekkende ontwikkeling is het realiseren van de circulaire economie. We ontwerpen steeds meer producten die uiteindelijk geschikt zijn voor recycling. Daarin speelt de samenwerking van wetenschap en onderwijs ook een belangrijke rol. Die coöperatie is goed zichtbaar binnen de Top-sector Chemie. Het stelt ons als industrie in staat om heel gericht en snel het proces te doorlopen van fundamentele wetenschap tot toepassing in concrete producten. Als het om innovatie gaat, is de ‘eigen verduurzaming’ ook heel belangrijk. Daarom gaan we bij onze productieprocessen steeds zorgvuldiger om met grond-stoffen en energie. Al deze ontwikkelingen dragen bij aan het bereiken van ons ultieme doel: de toekomst van de chemische in-dustrie veiligstellen als één van de motoren van onze economie, die ook oplossingen kan bieden voor de grote uitdagingen van de toekomst.”

sing voor financiële krapte, zijn vol-gens Van Harten venture capitalists. Aangezien ook banken weinig lust hebben om in relatief risicovolle ont-wikkelingen te investeren, groeit de behoefte aan durfkapitaal. Het aanbod ervan wil echter nog niet vlotten. “Provincies laten wel ont-wikkelingen zien met nieuwe ‘revol-ving funds’, maar een infrastructuur zoals die er in de VS is, ontbreekt.” Brouwers stemt in. “Investeerders in de VS weten dat niet ieder project een succes zal worden, maar investeren in wetenschap waarin ze vertrouwen hebben. Hier kwamen weinig men-sen op af, de keren dat we pitchavon-den hielden.”

Gebrek aan goede docentenHet grootste aandachtspunt van de drie heren is Nederland aantrekke-

lijk houden op wereldniveau. Het eerder genoemde kwalitatief hoog-staande bedrijfsleven en het onder-zoek dat daarvoor nodig is, zijn van grote invloed op elkaar. “Maar eigen-lijk moeten we nog een stap terug”, zegt Toering. “We merken dat er een schrijnend tekort is aan goed opge-leide scheikundedocenten in het voorgezet onderwijs, waardoor het onderwijsniveau te laag is.” Een si-tuatie die Brouwer zeker herkent. De kennis van nieuwe studenten moet flink bijgespijkerd worden. “Ik zie het als een plicht om dat te veranderen. We streven ernaar om promoven-di voor de klas te krijgen. Die krijgen daar een extra jaar voor.” Goed opge-leide docenten, die met overtuiging voor de klas staan, blijken verschil te maken. “Tijdens de Chemie Olympi-ade voor scholieren, horen we stee-

vast dat ze mee zijn gaan doen omdat ze een enthousiaste docent hebben”, aldus Van Harten.

Brouwer merkt op academisch ni-veau wel vooruitgang. Onder ande-re doordat biotechniek en reguliere chemie steeds dichter bij elkaar ko-men. De samenwerking tussen zijn instituut en Universiteit Delft ziet hij als goed voorbeeld. Er wordt steeds meer gewerkt in multidisciplinaire teams, waarbij business skills even-goed belangrijk zijn. “Maar dat moet in een opleiding niet te vroeg samen-komen”, nuanceert hij. “Een chemi-cus moet in de eerste plaats goed zijn in z’n vak. Daarna kan er aandacht zijn voor overige competenties.”

MAART 2014 · 5

GEERT STRUIKSMA

[email protected]

‘Chemie als één van de motoren van onze economie’

NIELS ACHTEREEKTE

[email protected]

Dat wil zeggen: als ze de subsidieaanvraag en de admi-nistratie slim aanpakken. SUBtracers helpt bedrijven daarbij. Daardoor zijn bedrijven veel minder tijd kwijt aan het subsidietraject en is de subsidieopbrengst maxi-maal. “De adviseurs van SUBtracers hebben ons geholpen met het slimmer inrichten van onze subsidieaanvraag,” vertelt Peter de Rooij van Zandvliet Vleeswaren. Recent ontwikkelde de onderneming uit Delft innovatieve her-sluitbare verpakkingen waarmee het terrein wint in de supermarktschappen. “Met behulp van SUBtracers heb-ben we zowel de subsidieopbrengst als de administratie voor dat innovatietraject weten te optimaliseren c.q. te perfectioneren. Dankzij hun uitstekende begeleiding zijn we onlangs met vlag en wimpel door een controle van de RVO gekomen.”

Ook Techmedic International, dat tele-monitoring-producten maakt voor de zorg, is enthousiast over de samenwerking met SUBtracers. CEO Rutger Brest van Kempen: “SUBtracers pakt subsidieaanvragen slim aan, waardoor deze ook voor andere (internationale) aan-vragen bruikbaar zijn. Ook de administratie richten ze efficiënt in. Zo kunnen verschillende subsidietrajecten makkelijk worden toegevoegd. Al met al levert hun in-zet ons veel meer op en scheelt het ons bovendien zeeën van tijd.”

4 tips bij subsidieaanvragen1. Scheid het kaf van het koren. Het barst van de subsi-dies, maar slechts enkele zijn interessant. Zorg dat je de beste subsidies tijdig op de radar hebt.2. Organiseer subsidieaanvragen en -administratie mo-dulair, zodat je geen dubbel werk hoeft te doen voor fiscale regelingen en regionale, nationale en Europese subsidies.3. Benader subsidies zakelijk. Check daarom elke subsi-dieaanvraag op de potentiële opbrengst, de slagingskans en de tijdsbesteding voor de aanvraag en de adminis-tratie.4. Schakel een goede subsidieadviseur in. Ook al wordt reeds gebruik gemaakt van een adviesbureau, in 70% van de gevallen kan SUBtracers het subsidiebeleid van bedrijven optimaliseren: meer opbrengst, minder risico en een lagere tijdsbesteding.

Slimmer met subsidiesVoor veel ondernemers is subsidie een vies woord. Logisch, want innovatieve bedrijven kunnen prima op eigen benen staan. Toch kunnen ook gezonde ondernemingen hun voordeel doen met subsidies.

SUBtracers international subsidy consultants

www.SUBtracers.com

SUBtracers is een subsidie-adviesbureau. Wij maken subsidies simpel. Zowel start-ups als beursgenoteerde bedrijven behoren tot onze klanten.

V.L.N.R. JAAP BROUWER, JAN WILLEM TOERING , GERARD VAN HARTEN

VISIE

Page 6: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Huygensweg 26 • 5482 TG Schijndel • www.maris-projects.nl

GREENTECH PARK BRABANTZero-Energy costs for rural communitiesZero-Energy costs for rural communities

PARTNERS

Het Greentech Park Brabant is in opbouw. Bedrijven die

groene reststromen willen om-zetten in grondstof of energie, kunnen hun product daar tes-ten, zodat deze vervolgens in de markt gezet kunnen worden. Vanuit het onderwijs kunnen studenten van Helicon (MBO) en HAS (HBO) bedrijven prak-tisch, vaardig en creatief hel-pen met conceptontwikkeling. Zo wordt een nieuwe generatie jongeren opgeleid die enthou-siast is over de mogelijkheden van groene economie. De ver-binding tussen ondernemers, onderwijs en overheid vormt een perfecte basis voor de op-komende ‘biobased economy’.

Een brug tussen theorie en praktijk!Binnen het midden- en klein-bedrijf is grote behoefte aan slimme testlocaties waar Greentech concepten opgezet en getest kunnen worden. Dit om een brug te slaan tussen

Greentech Park Brabant: van groen naar poen!

In de gemeente Boxtel is een consortium van partijen aan de slag gegaan om een plek te creëren waar kennis en ervaringen op Greentech gebied worden doorontwikkeld. Een plek waar ondernemers concepten voor het verwaarden van groene stromen, zoals biomassa en GFT, kunnen testen voor ze de markt op kunnen. Het Greentech Park Brabant is gestart!

Klaar voor de groene Golf?

Burgemeester Mark Buijs van gemeente Boxtel over Greentech:“Om verder te komen en een plaats te behouden als innovatieland moeten we ontwikkelingen als Greentech Park Brabant maximaal onder steunen. Maar wel vanuit de rol die de overheid past: faciliteren. We gaan ervoor!”

Voor meer informatie, ga naar:www.greentechcampusbrabant.nl of neem direct contact op met de projectleider Greentech Park Brabant Daan Arkesteijn, via: [email protected] of (0411) 655 224.

elementair wetenschappelijk onderzoek en toegepast on-derzoek, waar het bedrijfsleven direct voordeel van heeft. Het Greentech Park Brabant voor-ziet in deze behoefte. Zij wil een bijdrage leveren aan het maximaal verwaarden van rest-stromen tot energie en half-fabricaten voor de biobased In-dustries, de tak van chemie die gebruik maakt van bioproduc-ten als olievervanger. Door in te zetten op kleinschalige pilots en toegepast onderzoek, wordt de transitie naar meerwaarde uit groen afval toegankelijk en tastbaar! Een unieke kans om in te stappen, doet u mee?

In Boxtel ontspringt iets moois…Duurzaamheid is al jaren een belangrijk onderwerp in het beleid van de gemeente Boxtel, de vestigingsplaats van Green-tech Park Brabant. ‘Duurzaam wonen, werken en leven’ is het devies in Boxtel, waar ooit

‘De Kleine Aarde’ als centrum voor duurzame ontwikkeling ontstaan is. Boxtel wil samen met bedrijven, onderwijs en in woners energieneutraal worden in 2040, waarbij het gebruik van fossiele brandstof-fen wordt teruggedrongen. Om dat te kunnen bereiken moeten we op zoek naar alternatieven.

Gemeente Boxtel is op zoek naar alternatieven en daarom in de regio Noordoost-Brabant dé kartrekker op het gebied van duurzaamheid. In de regio zijn veel bedrijven en instanties actief op het terrein van ‘bio-based economy’ en verwaar-ding van reststromen.

Boxtel wil de (regionale) Green-tech ontwikkelingen stimulerenen ondersteunen samen met bedrijfsleven en onderwijs. Als we daarbij kennis en kunde kunnen bundelen en clusteren,boeken we samen betere resul-taten!

Groei en innovatie in regio Emmen

Koploper in groene chemieGroene chemie heeft de toekomst. In Emmen en omgeving is de concentratie van specialisten en bedrijven op dit gebied ongekend. Hier brengen we toegepast onderzoek in de praktijk. We ontwikkelen nieuwe producten in de biochemie en verbeterde producten voor de food- en farma-industrie. De toepassing van natuurlijke producten, zoals plantextracten, zorgt voor wereldwijde innovaties. Duurzame vezels op basis van biomassa ontwikkelen zich in razend tempo. Het aantal toepassingen is onbegrensd, van wegwerpbeker tot vliegtuigonderdelen.

Grote spelers als Teijin Aramid, DSM Engineering Plastics, Fokker, Bonar, Forbo Novilon en Ruma Rubber, maar ook tal van mkb-bedrijven zijn actief in de regio. Emmen huisvest koplopers op het gebied van biobased producten, zoals Applied Polymer Innovations Emmen, Machinefabriek Emmen en Cumapol.

Onze regio is de ideale vestigingsplaats voor bedrijven: Emmen ligt aan de A37/E233, de snelste verbinding van de Randstad naar Duitsland en Scandinavië. Internationaal georiënteerde bedrijven profiteren optimaal van Dryport Emmen-Coevorden, het overslagpunt tussen weg, water en spoor.

Meer weten over deze kansrijke regio? Kijk op www.emmen.nl/ondernemen. www.schipholtradepark.nl/expo

Ondernemen en investeren in BioBased Economy op dé economische hotspot van Nederland?Op Schiphol Trade Park kan het!

Page 7: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Weten bedrijven uit de chemie en biotechnologie Nederland te vinden? “Als je als bedrijf wilt profiteren van de sterke track-record in het vinden van duurzame oplossin-gen in de fijnchemie, high-perfor-mance materialen en industriële biotechnologie ben je in Nederland altijd op de juiste plek. Op veel plek-ken speelt de sterke binding tus-sen bedrijfsleven en wetenschap een belangrijke rol. Daardoor is het relatief eenvoudig om van idee tot werkend en rendabel eindproduct te komen. In die bijzondere vertaal-slag zijn wij heel goed. Kijk maar naar de volgende initiatieven.”

Aantrekkelijke gebieden in Nederland voor de chemie & biotechnologie sectorDe haven van Rotterdam heeft de ambitie een knooppunt voor we-reldwijde biobased kennis te wor-den. Op Maasvlakte 2 wordt een

biobased cluster ontwikkeld. Naast schaalvoordelen kunnen bedrij-ven hier optimaal profiteren van elkaars aanwezigheid. Het rest-product van de één kan weer de grondstof zijn voor de ander. De re-gio Zuid-Oost Drenthe is een ster-ke ontwikkelregio voor de sectoren (vezel)chemie, (glas)tuinbouw en agribusiness. De nationaal toege-kende status als knooppunt voor open innovatie in de chemiesec-tor (COCI, Centre for Chemical In-novation) bevestigt dit. Met deze status wordt het mogelijk om toe-gepast onderzoek te doen en (star-tende) ondernemers de kans te bieden om hun hoogwaardige bio-based producten op te schalen naar grootschalige productie. Cheme-lot in Zuid-Limburg is een inno-vatief industrieterrein waar veel organisaties zijn gevestigd: van basischemie tot fijnchemie. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze staan ervoor open om in samen-

werking met en met behulp van andere bedrijven continu te inno-veren op het gebied van producten en toepassingen. Ook het Zeeuwse Terneuzen herbergt mooie initia-tieven. Biopark Terneuzen verte-genwoordigt een nieuwe manier van denken in de creatie van agro-industriële duurzaamheid. In Bio-Base Europe werken Vlaanderen en Nederland samen in een ‘state of the art’ onderzoeks- en trainings-centrum om zo de economische groei, innovatie capaciteit en duur-zame ontwikkeling in de regio te versnellen. De aanwezigheid van Dow in Terneuzen is ook heel be-langrijk. In het noorden van ons land speelt Delfzijl een belangrijke rol. De chemische industrie neemt hier 15 procent van alle chemische producten die in Nederland worden geproduceerd voor haar rekening. Binnen de chemische industrie in Europa is Delfzijl één van de kern-locaties en de basis voor enkele

essentiële industrieën. Andere ini-tiatieven vinden we bijvoorbeeld in Boxtel, met Greentech park en Greentech campus. Een prachtige proeftuin waar ook zeker weer ge-interesseerde buitenlandse spelers op af zullen komen. Het open inno-vatiecentrum Green PAC in Noord-Oost Nederland is ook interessant. In een businessgedreven omgeving wordt hier gewerkt aan (groene) kunststoffen, vezels en composie-ten. Nog een mooi voorbeeld vin-den we rond Schiphol. Op Schiphol Trade Park is het BioBased Econo-my cluster gevestigd. Daar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een innovatief en logistiek bedrij-venterrein met een volledig duur-zame kringloop waar de grondstof cellulose wordt geteeld en verwerkt tot producten.

INSPIRATIE

MAART 2014 · 7

GEERT STRUIKSMA

[email protected]

Nederland herbergt nu 19 van ‘s werelds top 25 grootste chemische bedrij-ven als Lyondell-

Basell, Sabic, Teijin en Dow, net als een aantal wereldklasse R&D-instituten voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Jeroen Nij-land, commissaris van NFIA, ver-telt over Nederland als ideale vestigingsplek voor grote inter-nationale spelers, ook voor che-miebedrijven.

NFIA (Netherlands Foreign In-vestment Agency) is een uit-voeringsorganisatie van het ministerie van Economische Za-ken en werkt daarnaast ook in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De organi-satie helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzet-ten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activi-teiten in Nederland. Dit gebeurt onder meer door buitenlandse investeerders snel van vertrou-welijke en gratis ondersteuning, informatie en advies te voorzien en hen directe toegang te bieden tot een uitgebreid netwerk van zakelijke partners en overheids-instanties.

Welke voordelen biedt Nederland ten opzichte van andere landen?“Onze geografische ligging is ide-aal. Met de zeehavens in Rotter-dam en Amsterdam en Schiphol als grote luchthaven zijn wij de poort tot het achterland van Eu-ropa. We fungeren ook als prima uitvalsbasis voor het bedienen van de markten in Oost-Euro-pa (en verder) het Midden-Oos-ten en Afrika. Een internationale oriëntatie en openheid voor bui-tenlandse investeringen is ste-vig geworteld in onze cultuur. Tel daar het gunstige fiscale klimaat bij op, onze open innovatie aan-pak en goed georganiseerde pu-bliek-private partnerschappen, dan kun je als buitenlands bedrijf niet anders concluderen dat het in Nederland goed vestigen is. On-ze hoog opgeleide, flexibele en ge-motiveerde arbeidskrachten zijn ook een pre.”

‘Nederland biedt ideale omstandigheden voor chemiebedrijven’Is Nederland concurrerend genoeg en lukt het ons om interessante internationale chemiebedrijven naar Nederland te halen? Het NFIA spant zich namens de overheid in om ons land als ideale vestigingsplaats te promoten. De cijfers tonen aan dat dit prima lukt.

ChemelotInnovatief industrieterrein

Zuid-Oost DrentheEmmtec-terrein met COCI-status

Biopark TerneuzenSamenwerkingsknooppunt tussen

Vlaanderen en Nederland

DelfzijlProductie van 15% van alle

chemische producten

DeventerKoploper in cleantech

Greentech Campus BoxtelOnline kennisbank over Greentech

FoodvalleyChemie tussen kennis, bedrijven en overheid

Metropool AmsterdamBiobased expocenter, kennisplatform

en ambachtelijke academie

Rotterdam-Leiden-DelftMedical Delta

Page 8: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Er werken 2.000 men-sen, wereldwijd zijn dit er ruim 40.000. Frank Kuijpers is General Manager Technology Euro-pe, US & Developed

Economies bij SABIC. Hij is een groot pleitbezorger van de publiek-private samenwerking op het gebied van in-novatie binnen de chemie.

Wat voor bedrijf is SABIC?“Wij maken grondstoffen voor de productie van verschillende kunst-stofeindproducten. Deze grondstof-fen maken we van koolwaterstoffen die we uit geraffineerde aardolie ha-len. Een tak van sport waarin de tech-nische ontwikkelingen snel gaan en waarin we graag samenwerken met andere partijen. Bijvoorbeeld op het gebied van innovatie.”

Wat is het belang van innovatie?“Als chemiebedrijf moeten we voort-durend in beweging zijn, zorgen voor vernieuwingen. Dat doen we om in te spelen op ontwikkelingen in de sa-menleving – niet alleen in Nederland, maar wereldwijd – en simpelweg

omdat onze klanten er om vragen. De innovaties zijn zeer divers. Duur-zaamheid is daarin heel belangrijk. We voeren dat door op verschillen-de niveaus. Allereerst investeren we voortdurend in besparende maatre-gelen in onze productieprocessen, bij-voorbeeld als het gaat om het gebruik van water en energie. Ook onze afval-stromen proberen we tot een mini-mum te beperken. Daar hangen ook grote investeringen in het beperken van onze milieuemissie mee samen. Een tweede – heel belangrijke – inves-tering in innovatie heeft betrekking op onze producten. Welke oplossin-gen dragen wij aan om een duurzame samenleving te creëren? In Nederland focussen we daarbij op twee busines-ses: polymeren en innovative plastics (polyolefine en engineering plastics).

Wij maken bijvoorbeeld smart mate-rials voor heel specifieke toepassin-gen. Denk aan medische apparatuur, elektronica en de auto-industrie. Maar ook lichtgewicht materialen voor bijvoorbeeld verpakkingen, au-to-industrie en luchtvaartindustrie. We investeren ook veel in alternatieve energievormen, waarbij onze materi-alen worden toegepast.”

Op welke manier werken jullie samen en met wie?“Voor ons is publiek-private samen-werking belangrijk. Het biedt voorde-len om in de non-competitieve fase van innovatie ondernemingen en de wetenschap te verbinden. Het be-drijfsleven is actief in de markt en in direct contact met de oplossingen, producten en toepassingen. De be-drijven geven de richting aan, maar kunnen dit niet alleen. Wij vinden het partnerschap met wetenschappelijke instituten cruciaal, want zij dragen bij op het gebied van onderzoek. Op dit moment werken wij samen met insti-tuten als ETH Zürich, MIT, Cambridge en Fraunhofer.”

INNOVATIE

8 · MAART 2014 · WWW.CHEMIEBIOTECH.NL

Frank KuijpersManager Technology Europe, US & Developed Economies SABIC

Polyplast Keurmerk staat voor kwaliteit! Branchevereniging Polyplast hanteert een keurmerk om kwaliteit binnen de branche te garanderen. De leden be-werken kunststof halffabricaten tot installaties met tanks en leidingwerk.

De producten moeten aan hoge eisen voldoen i.v.m. de chemische stoffen die in de tanks worden opgeslagen en via de leidingen getransporteerd. Het keurmerk toetst op diverse aspecten rond veiligheid en kwaliteit, in productie-proces, eindproduct en montage. Denk aan ISO 9001 inte-grale kwaliteitsborging), VCA-2008 (veiligheid bij montage op locatie) en DVS 2212 / NEN 7200 (kwaliteit in laswerk).

Op www.polyplast.nl ziet u wie het Keurmerk bezitten.

SeminarOp de site leest u ook meer over het seminar op 4 september 2014, inzake de nieuwste innovaties en toepassingen in de branche.

“De dempers voor machines met draaiende onder­delen zijn van rubber gemaakt. Dat rubber slijt hard. Met ons onderzoek naar zelfhelend rubber pakken we dit probleem aan. Daarmee helpen wij direct de industrie”, vertelt Jacques Joosten, Managing Director van DPI (Dutch Polymer Institute). “De vraag komt van bedrijven. Wij matchen deze vraag wereldwijd aan top universiteiten die daarbij passend onderzoek doen, of dit nu gaat om chemisch, natuurkundig of werktuigbouwkundig onderzoek. In het belang van de gezochte oplossing werken meerdere partijen met elkaar samen, ook bedrijven die elkaars concurrenten zijn.” Dit is bij uitstek een voorbeeld van onderzoek dat in samenwerking met de ‘gouden driehoek’ van bedrijven, universiteiten en overheid tot stand komt. Bedrijven zijn bepalend voor de richting van het onderzoek, universiteiten voeren het onderzoek uit. De voortgang van het onderzoek wordt voortdurend bewaakt. De kwaliteit van het onderzoek wordt ge­toetst. Vooraf is bij goed resultaat industriële impact gegarandeerd, een droom wordt waar gemaakt. “Zo’n selfhealing rubber komt straks ook ter beschikking van andere bedrijven, denk dan ook aan het MKB.”

Self healing rubber is nu nog een maakbare droom. Het gaat om risicovol langere termijn onderzoek, dat in theorie mogelijk moet zijn. De kosten voor het onderzoek worden gedeeld door de industriële partners (o.a. Teijin Aramid, SKF, Arkema), de betrokken universiteiten (o.a. de TU Delft) en de over­heid. Op het gebied van polymeren – hoogwaardige kunststoffen – heeft Nederland een sleutelpositie. Bedrijven en universiteiten uit de hele wereld sluiten zich aan bij onderzoek dat vanuit DPI wordt gedaan, en ook bij innovaties die samen met DPI Value Centre worden gedaan. “Zo versterken wij de concurrentiepositie van de BV Nederland en stimuleren wij een gunstig vestigingsklimaat van de R&D van de betrokken chemische, biobased en verwerkende industrie.” DPI is een publiek­privaat samenwerkingsverband tussen ruim 80 bedrijven en kennisinstellingen en het ministerie van Economische Zaken. DPI is in 1997 opgericht. Er werken circa 200 onderzoekers actief aan DPI projecten.

DPI (Dutch Polymer Institute), Eindhovenwww.polymers.nl

Samenwerken aan innovatie loont

‘Publiek-private samenwerking essentieel voor innovatie binnen chemie’

SABIC behoort als petrochemisch bedrijf tot de top van de

wereld. Het hoofdkantoor is gevestigd in Saoedi Arabië, het

Europese hoofdkantoor zetelt in Sittard. In Nederland bevinden

zich ook een productielocatie in Geleen (Chemelot) en een

vestiging in Bergen op Zoom.

Toekomst duurzaam kunststof krijgt vormOm te komen tot een cir-culair systeem in de kunst-stofindustrie is een andere verdeling in grondstofge-bruik nodig. Hoe zet de sec-tor zich hiervoor in? We bespreken het met Aafko Schanssema, Directeur van Vereniging Kunststofverpak-kingen (VMK).

Kunststof is in drie ‘stromen’ op te de-len: kunststof uit fossiele bronnen (aardolie en gas), kunststof uit her-nieuwbare bronnen (biobased) en recyclaat (hergebruikafval). In de line-aire economie waarin we leven, heeft kunststof uit fossiele bronnen de

overhand. Vanuit de sector wordt ech-ter gewerkt om biobased kunststof en afval meer ruimte te geven in het streven naar een circulaire economie. Schanssema: “Innovatief gebruik van recyclaat en biobased kunststof zijn de stip op de horizon. De weg er naar-toe bepalen we nu samen met de ke-ten.” De directeur is realistisch over de stand van zaken. Hoewel er stappen zijn gezet in het recyclen van plastic, wordt een erg groot gedeelte nog ver-brand of afgedankt. Ter nuance geeft hij wel aan dat er zuinig met bronnen wordt omgegaan. “Kunststofproduc-tie is erg efficiënt. De producten doen het goed in de gebruiksfase.”GEERT STRUIKSMA

[email protected]

FOTO

: © B

YSAB

IC

Page 9: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Het Kabinet heeft negen topsectoren aangewezen waarin Nederland wereld-wijd sterk is. Binnen de top-sectoren heeft de chemie het thema ‘biobased’ ge-adopteerd. Stichting Top-consortium voor Kennis en Innovatie Biobased Eco-nomy (TKI-BBE) voert het cross-sectorale innovatie-contract Biobased Economy uit. Kees de Gooijer is voor-zitter van de directie TKI Biobased Economy. “We wil-len de komende jaren toe-werken naar herkenbare producten in de schappen.”

Op de vraag hoe hij Biobased Eco-nomy in één woord zou willen om-schrijven, antwoord Kees de Gooijer: “Verduurzamen. Ik vind het belang-rijk om te inspireren en te motive-ren. We moeten bruggen bouwen. Niet alleen tussen de verschillende topsectoren, maar ook richting het bedrijfsleven. Het cross-sectorale in-novatiecontract biedt een mooi ver-trekpunt. In totaal hebben meer dan 100 bedrijven zich aan dit contract ge-committeerd.”

Wat is het belangrijkste uitgangspunt voor de Biobased Economy?

“Wij zetten ons in om op korte termijn te komen tot een efficiëntere inzet van biomassa voor energie en mate-rialen. Biomassa heeft twee belangrij-ke voordelen ten opzichte van fossiele grondstoffen: biomassa is hernieuw-baar, er is dus geen sprake van uitput-ting en biomassa wordt door de korte koolstofcyclus als CO2-neutraal ge-zien. Daarbij is biomassa de enige ver-vanger van fossiele grondstoffen voor toepassingen waarbij koolstof onmis-baar is, zoals bij diverse chemicali-

en en materialen. Op langere termijn willen we fundamentele doorbraken realiseren in de energie- en chemie-sector. Wij denken bijvoorbeeld dat het mogelijk is om in de toekomst ‘so-lar fuels’ te maken. Voor het zover is, kan er ook nu al veel worden bereikt. Kijk naar de pilots op het gebied van reststromen, bijvoorbeeld het opwek-ken van biogas uit de verwerking van mest van allerlei oorsprong. Daar kun-nen we veel van verwachten. Net als van andere spannende ontwikkelin-gen als het winnen van pyrolyse-olie uit houtresten, het winnen van eiwit-ten uit plantaardige resten en het pro-duceren van biokool.”

Wat is de aanpak van TKI Biobased Economy?

“Biobased Economy timmert behoor-lijk aan de weg binnen de Topsecto-renaanpak. We zijn sterk gelieerd aan de topsectoren Chemie en Energie. In-middels hebben we ook verbinding gemaakt met Agri&Food, Tuinbouw, Life Sciences en Logistiek. Met elkaar streven we ernaar om Nederland con-currerender te maken. We willen de Nederlandse bedrijven op basis van hun kennispositie en innovatief ver-mogen een voorsprongpositie geven op anderen. Daarmee leggen we een stevig fundament voor de kennisin-tensieve Nederlandse Biobased Eco-nomy. Dit beleid mondde onlangs uit in ondertekening van het Innovatie-contract. Daarmee kunnen we nog na-drukkelijker naar rendabele kansen zoeken. Ook omdat we zo langzamer-hand meer resultaten willen laten zien. Samen kunnen we voor produc-ten in de winkelschappen zorgen die een goede waardepropositie hebben en herkenbaar zijn voor de consu-ment.”

MAART 2014 · 9

GEERT STRUIKSMA

[email protected]

Biobased Economy: duurzaam cross-sectoraal innoveren

SIETSE HERREMA

[email protected]

In de transitie naar hernieuwbare energie zet Havenbedrijf Amsterdam sterk in op de biobased economy. Wij zijn actief deelnemer in het

project Biobased Connections van de Amsterdam Economic Board. Hierin ont-wikkelen we zogenaamde proeftuinen voor het slim uitwisselen van rest stromen voor grondstof- en energieproductie, vaak in combinatie met innovatieve biotechno-logie. Zo wint Waternet fosfaat uit urine in rioolwater, wat ICL Fertilizers weer kan benutten voor kunstmest productie. Orgaworld, Biodiesel Amsterdam, NOBA en Rotie werken samen in een

Partner in biotechnologie en chemie

Havenbedrijf Amsterdam:

De Amsterdamse haven staat bekend als energie haven. Logisch, want tachtig procent van de activiteiten betreft de overslag van energiegrondstoffen. Hoewel minerale brandstoffen de komende decennia belangrijk blijven, is de haven ook een actieve speler in de nieuwe markten van biofuels, biomassa, groengas en restwarmte.

Meer weten? Bezoek onze website: www.portofamsterdam.nl

Foto

: Gre

enm

ills

Greenmillsconcept om frituurvet en ander organisch afval om te zetten in bio diesel, groene stroom en warmte, waarmee we duizenden woningen verwar-men. Biodiesel Amsterdam zal in 2014 de productie van bio diesel verdubbelen tot 300.000 ton en 50.000 ton farmaceutische glycerine. Daarmee is Greenmills één van de grootste biodieselfabrieken in Europa. Met Waternet en AEB Amsterdam onder-zoeken we momenteel het omzetten van biogas uit rioolwaterslib in bio-LNG.

Amsterdamse hernieuwbare energie biedt ook extra mogelijkheden voor

de chemische sector in de regio. We werken nauw samen met Innovation Lab Chemistry Amsterdam, waarmee we de verbinding maken tussen de haven, chemische productiebedrijven, weten-schap, spin-offs en start-ups. Daar komt bij dat Europa steeds meer chemische

producten importeert uit opkomende economieën zoals India, waaronder veel biochemische producten. De Amsterdamse haven is de logische plek voor biobased chemie: er is ruimte, energie, samenwerking en unieke (kennis)-infrastructuur.

Toekomst duurzaam kunststof krijgt vormKetenakkoord ondertekendDe weg naar de circulaire economie kent volgens Schanssema enkele bar-rières door de huidige stand van de markt voor biobased kunststof. “Be-drijven hebben de angst om de eerste te zijn, maar de belangrijkste rem-mende factor zijn de hoge kosten. De materialen staan aan het begin van het ontwikkeltraject, de efficiëntie-slag is nog niet gemaakt en er is nog geen sprake van schaalvoordeel.”

Om te zorgen voor een versnelling van het geheel, is vorig jaar novem-ber het ketenakkoord ondertekend. Buiten het bedrijfsleven hebben ook universiteiten, groene NGO’s, de ha-venbedrijven en de overheid zich er-

aan gecommitteerd. De strekking ervan reikt verder dan de biobased economie, zo maakt ook zwerfvuil op zee er onderdeel van uit. “Het is een ideaal platform om initiatieven op te zetten”, licht Schanssema toe. “Zo richten we ons naast stimulering van biobased en de inzet van meer re-cyclaat ook op chemische recycling; het opwerken van plastic afval naar een olieproduct.”

De manier waarop doelen behaald worden, wordt momenteel vastge-steld. Duidelijk is volgens de direc-teur wel dat de ambities groot zijn. “De kunststof-industrie wil bijvoor-beeld 25 procent biobased werken in 2030. Als we uitgaan van autono-

me groei dan wordt dat zo’n drie tot vijf procent, dus is ingrijpen noodza-kelijk.” Hierover wordt momenteel beleid ontwikkeld, wat zorgvuldige afstemming vergt met alle betrok-kenen. “Gedacht wordt aan demon-stratieprojecten”, legt Schanssema uit. “En ook aan een greendeal om be-lemmeringen weg te nemen, zoals het opnemen van duurzaam inko-pen. Evenals fiscale voordelen, verge-lijkbaar met de BPM van voertuigen, als een tijdelijk stimuleringsinstru-ment.”

CHEMELOT

Page 10: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

“Nederland is koploper van de wereld betref-fende nanotechnologie en omdat het multi-disciplinair is, biedt het ook voor de toekomst enorme kansen.” Nano-

technologie is ontstaan uit natuur- en scheikunde, een zoektocht naar steeds kleinere afmetingen. Inmid-dels hebben biologie en medische wetenschappen aangehaakt. “Na-nostructuren zijn zo klein dat ze be-staan uit slechts enkele atomen en moleculen, waardoor deze op elkaar gestapeld kunnen worden. Dat stape-len met atomen en moleculen zorgt voor vele vernieuwende toepassin-gen.”

Laboratorium in één pilLuizink geeft een voorbeeld. “In de medische wereld wordt darmkanker nu opgespoord door bloedonderzoek. We werken nu echter aan een ‘nano-pil’ die in een veel vroeger stadium sneller en veel uitgebreider ziektes kan opsporen. De pil bevat elektro-nica, nanodraadjes en een pompje dat vloeistof naar binnen zuigt. Via

een ingebouwd zendertje stuurt de pil de informatie direct door naar de huisarts.” Het klinkt als science fic-tion, maar Luizink is ervan overtuigd dat een dergelijke pil binnen vijf jaar gebruikt kan worden. “Het wordt een normaal formaat pil, die vol zit met nanotechnologie en de ontwikkeling is in volle gang. Want de pil moet na-tuurlijk afbreekbaar worden en geen duizenden euro’s gaan kosten. Door dergelijke pillen te maken, zijn ziek-ten veel sneller op te sporen wat de kans op genezing natuurlijk veel gro-ter maakt. Een volgende stap in het onderzoek is een ziekte niet alleen opsporen, maar ook direct gericht be-handelen. Bijvoorbeeld bij kanker: een nanopil spoort een tumor op en geeft direct gericht medicatie af, zon-der omliggend weefsel en organen te raken.”

Nieuwe materialenMet nanotechnologie kunnen nieu-we materialen worden gemaakt door het stapelen van moleculen. “Bij-voorbeeld: glas is doorzichtig, maar geleidt niet. Koper is ondoorzichtig, maar geleidt goed. We kunnen ato-

men bouwen met de gezamenlijke eigenschappen zodat er een materi-aal ontstaat dat én doorzichtig is én goed geleidt. Dit zou bijvoorbeeld toe-gepast kunnen worden in zonnecel-len.” Ook de foodsector profiteert van nanotechnologie. “Door het bestu-deren van voedingsmiddelen, willen we ontdekken waarom voedsel ver-oudert en hoe we dit tegen kunnen gaan. Er is een apparaat in de maak gebaseerd op nanotechnologie dat kan ‘ruiken’ of iemand tuberculose heeft, zoiets kan ook in een melkpak geïntegreerd worden om te meten of de melk nog te drinken is.”

Nanotechnologie biedt ongekende mogelijkheden. “De overheid en het bedrijfsleven investeren fors in de onderzoeken. De innovaties die daar-uit voortkomen, bieden kansen aan tal van spin-off bedrijven. Zonder in-vesteringen en participatie van over-heid en bedrijfsleven zou Nederland de toppositie kwijtraken.”

VISIE

10 · MAART 2014 · WWW.CHEMIEBIOTECH.NL

Futuristische toepassingen van nanotechnologie dichtbij

Nanotechnologie speelt een grote rol in ons dagelijks leven,

bijvoorbeeld als toepassingen in elke mobiele telefoon. Continu

onderzoek zorgt voor vele innovaties in verschillende sectoren.

Miriam Luizink is zakelijk directeur aan het MESA+, instituut voor nanotechnologie van de Universiteit Twente en zij vertelt meer over

de wondere wereld van nanotechnologie.

ONTDEK HOE NANO DE WERELD GAAT VERANDEREN

“DENK KLEIN”DAVE BLANKNANO-PIONEER#getconnected

twente.com/nano

Gratis collegeNanotechnologiedoor Dave Blank.Woensdag 16 april.Universiteit Twente.

Aanmelden en livestream op:

CORRY DAALHOF

[email protected]

◀◀◀

◀ ◀

Page 11: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Steeds meer opdracht-gevers in de bouw stellen duurzaamheidseisen aan materialen. Verf is daarop geen uitzondering. Het En-schedese schilder- en vast-goedonderhoudsbedrijf Gebr. van der Geest besloot daarom haar eigen natuur-lijke verf te ontwikkelen. Het groeide uit tot een duur-zame productieketen dicht bij huis, die tot interessante spin-offs kan leiden.

Begin 2010 raakte Gebr. van der Geest via AgentschapNL betrokken bij de duurzame inkoopcriteria van de overheid. Om zaken te blijven doen met de overheid verduurzaamde het bedrijf haar organisatie, maar er bleef één belangrijk punt over: de

verf. “We zijn terug gaan kijken naar de tijd voor de chemische revolu-tie rond 1950”, zegt directeur Bas van der Geest. “In die tijd werd gebruik-gemaakt van natuurlijke grondstof-fen, waarbij vooral het lijnzaad van de vlasplant opviel.” Zo’n drie en een half jaar geleden richtte hij Rol-sma Advanced Biobased Paints op met een eigen R&D-afdeling om een moderne variant te maken van lijn-zaadverf. Er was een verbetering in de receptuur nodig om de verf min-stens zo goed te laten presteren als de gebruikelijke chemische varianten. Zo droogt het natuurlijke materiaal minder snel van zichzelf. “We heb-ben verschillende natuurlijke oliën gemixt, die het droogproces versnel-len, zoals olie van de Chinese Tung noot.” Begin dit jaar is de verf op de markt gebracht, maar Rolsma blijft

verder ontwikkelen. Van der Geest wijst onder andere op het gebruik van een residu van biobrandstof als basis voor nieuwe verf en het gebruik van pure, natuurlijke zetmeel.

Zelf vlas verbouwenDe ontwikkelingen van Rolsma val-len binnen de Green Deal voor bio-based bouw, waardoor de overheid regels kan versoepelen om het ont-wikkelproces te versnellen. Het bood uitkomst voor de grondstoffen. De lijnolie die het grootste deel uitmaakt van de verf, haalde Rolsma aanvan-kelijk uit Canada, maar volgens Van der Geest moest dat ook dichter bij huis kunnen. “We zijn gevestigd in een ruimtelijke omgeving, dus zijn we met de gemeente om tafel gegaan om te overleggen of er plek was. Met als resultaat dat we nu op drie hecta-

re grond vlas verbouwen met behulp van de Landbouw ROC in Raalte.”

Het gebruik van vlas biedt vol-gens Van der Geest meer voordelen dan alleen het maken van de verf. Zo worden de stengels ook gebruikt in biocomposiet en is de isolerende waarde groot. Hij ziet dan ook nieu-we samenwerkingen voor zich, waar hij voor 2010 nooit op was gekomen. Zeker aangezien de grond in Neder-land erg geschikt is om vlas op te ver-bouwen. Wat ook weer voordelen met zich meebrengt. “Je hoeft het niet te bespuiten en verschillende ak-kerkruiden groeien er tussendoor, wat de biodiversiteit vergroot. Land-schap Overijssel stelt haar grond dan ook graag beschikbaar. Dit kan een hele nieuwe industrie worden.”

MAART 2014 · 11

NIELS ACHTEREEKTE

[email protected]

Op het terrein van AkzoNobel in Hengelo is Empyro BV begonnen met de bouw van de eerste py-rolysefabriek, waarin vanaf eind dit jaar duurzame olie uit biomassa (hout) zal wor-den gemaakt. De jaarlijkse productie zal het aardgas-verbruik van 8.000 huishou-dens kunnen vervangen en ruim 20.000 ton CO2-uit-stoot besparen. De reali-satie is een sterk regionaal gedreven project, dat ex-tra kansen in het buitenland doet vermoeden.

Het pyrolyseproces is oorspronkelijk bedacht aan de Universiteit Twente en de afgelopen twintig jaar verder ontwikkeld door BTG in Enschede. Empyro BV is opgericht door BTG Bio-

Liquids BV (leverancier technologie) en Tree Power (investeerder) om de technologie op commerciële schaal toe te passen. “Deze investering is een zeer belangrijke bouwsteen voor de biobased economy, waarin bio-ener-gie, biobrandstoffen en biomaterialen hand in hand gaan”, stelt René Venen-daal, CEO van BTG. Hij kan rekenen op de steun van Minister Kamp van Economische Zaken. “De start van de bouw van deze innovatieve pyro-lysefabriek laat zien wat er mogelijk is als bedrijven, kennisinstellingen en overheden nauw samenwerken”, laat deze weten. “Mede dankzij de fi-nanciële steun van Rijk en Provincie verzilvert het MKB hier de kansen om onze economie op innovatieve wijze te versterken en te verduurza-men. Dat levert veel banen op voor de regio, draagt bij aan de ontwikkeling van duurzame biobrandstoffen en le-

vert een belangrijke bijdrage aan een schonere energieproductie.”

FrieslandCampina in Borculo heeft een langjarig afnamecontract gete-kend voor de te produceren olie. Zij zal hiermee jaarlijks zo’n tien miljoen ku-bieke meter aardgas vervangen en de CO2-uitstoot van haar locatie met vijf-tien procent verminderen.

Versterking provinciale economieMet het ontwerpen en bouwen van Empyro is een investering van ne-gentien miljoen euro gemoeid. Zo’n 40 procent van dat bedrag komt uit innovatiesubsidies. Behalve de Euro-pese Commissie, het Ministerie van Economische Zaken en de provincie Overijssel, dragen ook het Energie-fonds Overijssel en een private in-vesteerder uit Enschede bij aan de financiering. “Deze investering van

Energiefonds Overijssel is de eerste in een reeks van investeringen in bio-energie die ik voorzie voor de komen-de jaren”, stelt Gedeputeerde Theo Rietkerk. Volgens hem is het een con-crete stimulering van de regionale werkgelegenheid en een versterking van de economie in Overijssel. Het vermoeden leeft ook dat het Henge-lose project internationale navolging krijgt. Gerhard Muggen, managing director van BTG BioLiquids: “We zien ook grote kansen voor uitrol van deze technologie in het buitenland. Dankzij de steun van de provincie Overijssel, onze overheid, en de EU krijgen onze Nederlandse bedrijven en toeleveranciers straks de kans om op deze markten aan te haken.”

NIELS ACHTEREEKTE

[email protected]

Bouw eerste pyrolysefabriek Hengelo: duurzame energievoorziening zorgt voor versterking regionale economie

Lokale vlasproductie voor duurzame lijnolieverf

Het zijn namen die niet meer weg te denken zijn in Nederland en zelfs ver buiten onze landsgrenzen. Booking.com en Thuisbezorgd.nl zijn beide succesverhalen uit het Twentse ondernemersklimaat. Booking.com begon als kleine start-up in Enschede en groeide uit tot het grootste ICT bedrijf buiten de VS met 120 kantoren wereldwijd. De boekingssite is er inmiddels in 42 talen en registreert meer dan 500.000 reserveringen per dag.

Ook de roots van Thuisbezorgd.nl liggen in het Oosten; de populaire

bezorgservice werd opgericht door Jitse Groen tijdens zijn studie Bedrijfsinformatietechnologie aan de Universiteit Twente. Het zijn niet de enige voorbeelden van innovatieve ideeën die in Twente geboren zijn. Met haar traditie in ‘business incubation’ is de regio al jarenlang een broedplaats voor tal van spin-offs en start-ups. Veel eerste stappen werden gezet in de collegezalen van Saxion Hogescholen en Universiteit Twente. De oudste ‘business incubator’ van Nederland, BTC Twente,

werd in 1982 opgericht in Enschede. Het complex vormt sindsdien een centrum voor kennisintensieve bedrijven en organisaties, gespecialiseerd in ‘hightech’ of hoogwaardige zakelijke dienstverlening. De jonge ondernemers krijgen naast bedrijfsruimte toegang tot een netwerk van deskundigen die hen adviseren en coachen bij het ontwikkelen van hun bedrijf. Meer dan 700 start-ups en spin-offs zijn begonnen bij BTC en 80% van hen bestaat nog altijd. Een aantal is werkzaam tot ver over de

Booking.com en Thuisbezorgd.nlgroot geworden door Twentse ‘incubatie’

Nederlandse grenzen, zoals het bedrijf Xsens dat met haar ‘motion tracking suits’ grote Hollywood producties van ‘special effects’ voorziet. Ook Norit X-Flow is als onderdeel van Pentair betrokken bij waterzuiveringsprojecten over de hele wereld.

Sinds april 2013 heeft Twente er een nieuwe ‘incubator’ bij, The Gallery. Dit is een plek waar innovatie en ondernemerschap samenkomen: het biedt jonge ondernemers een stimulerende omgeving waar ideeën kunnen uitgroeien tot vernieuwende

producten en plannen. Het gebouw bevindt zich op de grootste innovatiecampus en het beste bedrijventerrein van Nederland, Kennispark Twente, en vormt daardoor een ontmoetingspunt voor kennisinstituten, bedrijven en ondernemers. ‘The Gallery’ wordt op 2 april officieel geopend door Koning Willem-Alexander.

Twente, de regio waar jonge ondernemers zich ontwikkelen tot wereldspelers.

Get Connected via Twente.com

◀◀

VAN VLAS OP HET VELD NAAR EEN NATUURLIJKE VERF. OP DE FOTO’S IS HET PROCES IN KAART GEBRACHT.

Page 12: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

De topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen wil in 2020 wereldmarktleider zijn in duurzame oplossin-gen voor maatschappelij-ke problemen. De sector is hard op weg om dat doel te bereiken.

“We kunnen in Nederland op een kleine oppervlakte veel verbouwen op een duurzame manier, met wei-nig gebruik van bestrijdingsmid-delen, water en reststoffen”, vertelt Jan Willem Breukink van de In-cotec Group. Als lid van het Top-team Tuinbouw brengt hij advies uit over ambities, en speerpun-ten voor de lange en korte termijn. “In Nederland kunnen we bijvoor-beeld tachtig kilo tomaten telen per m2. In andere landen is dat vaak maar acht kilo en dan wordt ook nog eens tien keer zoveel wa-ter gebruikt.”

Koploper in innovatieIn vrijwel elk land staat voedsel-zekerheid en voedselveiligheid hoog op de agenda. Dit komt door de groeiende wereldbevolking, het afnemend areaal aan goede landbouwgrond en de strenge-re eisen omtrent het milieu en de veiligheid van producten. Breu-kink: “In de hele wereld is vraag naar innovatieve groenterassen en het biedt geweldige kansen voor Nederland als we dat goed aan-pakken. Dat betekent samen op-trekken en onze kennis en kunde goed verkopen.” Groente veredelen doen Nederlandse zaadbedrijven voor de wereldmarkt. De verede-lingsbedrijven zijn met hun R&D

en productie actief op 90 loca-ties in 45 landen in alle wereldde-len en klimaatzones. Onderzoek en ontwikkeling is de sleutel tot duurzaamheid en voedselzeker-heid. Innovatie in resistentie en productiviteit van rassen zorgt voor hogere productie van hoog-waardige groenten met als re-sultaat verduurzaming van de wereldtuinbouw. De Nederlandse veredelingssector is koploper op het gebied van innovatie en be-steedt jaarlijks gemiddeld zo’n

zestien procent van de omzet aan innovatie.

Maatwerk leverenInternationaal kennis uitrollen, betekent volgens Breukink niet dat je een concept wereldwijd kunt uitrollen. “Elk land is anders en verdient maatwerk. De te ontwik-kelen groenterassen moeten aan-sluiten bij de lokale marktvraag en klimatologische omstandighe-den. Ook andere factoren hebben grote invloed op de wereldwijde groenteteelt. In India vormt bij-voorbeeld de gebrekkige infra-structuur het grootste probleem. De gewassen kunnen daardoor niet met de juiste kwaliteit gele-verd worden. China heeft wel een goede infrastructuur, maar loopt achter in teelttechnische kennis. Soms is het nodig dat bedrijven technologie inbrengen die hele-maal niet hoogstaand is, maar in dat gebied al voor enorme verbe-teringen zorgt. Breukink: “Uitein-delijk moet de teler ter plaatse er beter van worden en die technolo-gie leren gebruiken. Hierbij is een belangrijk onderdeel dat wij telers, naast kwalitatieve groentezaden, kennis geven en opleiden.”

Meer bekendheid in eigen landNederland loopt in de wereld voor-op op gebieden als veredeling en high tech kassenteelt, maar de kracht van de tuinbouw- en uit-gangsmaterialensector is in ei-gen land nog relatief onbekend. En dat terwijl met name de verede-lingssector een sterke branche is met een goed toekomstperspectief

en veel werkgelegenheid. Breuk-ink: “In het buitenland wordt al-om voor ons geapplaudisseerd, maar hier nog niet. Onze Seed Valley is echt uniek in de wereld. Veel Nederlanders hebben nog nooit gehoord van het cluster van zaadbedrijven in de hele kop van Noord-Holland, terwijl de verede-lingssector van groot belang is voor de Nederlandse economie en export.” Wel 86 procent van de za-den wordt geëxporteerd en de ge-middelde omzetgroei voor 2014 zal ongeveer zeven procent bedragen. Breukink: ”Iedereen weet dat de Nederlandse baggerindustrie tot de wereldtop behoort. Als sector gaan we voor hetzelfde, want we hebben echt goud in handen.”

Biotechnologie in de tuinbouwBreukink: “Biotechnologie, lie-ver gezegd genomics, is sterk ge-integreerd in onze tuinbouw. Dit betekent dat we heel nauwkeu-rig weten hoe genen de kwaliteit van de zaden en het gewas beïn-vloeden. Rond dit thema heeft de tuinbouw een krachtig cluster ge-vormd tussen de zaadindustrie en de kennisinstellingen. We werken bijvoorbeeld aan tal van projec-ten om gewassen beter bestand te maken tegen ziekten. Om te vol-doen aan de toenemende vraag naar voedselzekerheid zullen de-ze ontwikkelingen op het gebied van genomics steeds sneller gaan en wereldwijd steeds belangrijker worden.”

FOOD INNOVATION

12 · MAART 2014 · WWW.CHEMIEBIOTECH.NL

Veredelen voor meer duurzaamheid en voedselzekerheid

“In de hele wereld is

vraag naar innovatieve

groenterassen en het biedt

geweldige kansen voor

Nederland als we dat goed

aanpakken."

Jan Willem BreukinkLid Topteam Tuinbouw

NIENKE HOEK

[email protected]

‘Investeren in innovatie betekent vooral ook investeren in mensen’Groenteveredelingsbedrijf Enza Zaden uit Enkhuizen investeert jaarlijks meer dan zestig miljoen euro in inno-vatie. Voor het internationaal opererende familiebedrijf is het ontwikkelen van structu-rele en duurzame oplossingen voor gezonde voeding top-prioriteit.

De wereldspeler op het gebied van groen-teveredeling heeft research- & develop-mentstations, commerciële vestigingen en zaadproductiestations in alle delen van de wereld en realiseert een omzetgroei van gemiddeld acht procent per jaar.

Gedreven en innovatief‘Wij hebben als doel om, waar ook ter wereld, mensen toegang te verschaffen tot gezonde en gevarieerde groenten’, zegt Jaap Mazereeuw, Managing Director

van Enza Zaden en binnen het bedrijf de derde generatie in lijn. We richten ons bij de ontwikkeling van nieuwe groenterassen sterk op smaak, productiviteit en resistentie tegen ziekten. Met als beoogd resultaat hogere productie van hoogwaardige groen-ten, minder gebruik van gewasbescher-mingsmiddelen en verduurzaming van de wereldtuinbouw.’

Samenwerken voor nieuwe inzichtenEen nieuw groenteras ontwikkelen betekent acht tot twaalf jaar intensief onderzoek. Dit vraagt om grote investeringen die het bedrijf uit eigen middelen betaalt. Mazereeuw: ‘We veredelen op de tradi-tionele manier in combinatie met moderne en uiterst geavanceerde technologieën. Hierdoor maken we het veredelingsproces effi ciënter en versnellen we het aanzienlijk. Er bestaan in andere hightech sectoren vele innovatieve bedrijven met vernieu-wende technologie, zoals beeldanalyse en robotisering, die ook binnen ons bedrijf zijn toe te passen. We zoeken daarom bewust de samenwerking met dergelijke bedrijven om tot nieuwe inzichten en ontwikkelingen te komen.’

Honderd nieuwe vacatures per jaar‘Investeren in nieuwe producten en techno-logieën betekent vooral ook investeren in mensen’, zegt Mazereeuw. ‘Onze medewer-kers krijgen veel verantwoordelijkheden en hebben volop de ruimte om zich te ontwik-kelen. Op onze Enza Academy volgen medewerkers op maat gemaakte opleidin-gen die we met gerenommeerde univer-siteiten hebben ontwikkeld en werken we samen met professoren van de Franse business school Insead.’

Gekwalifi ceerde mensenHet bedrijf heeft wereldwijd ruim 1500 medewerkers in dienst en jaarlijks zo’n honderd vacatures. Daarbij gaat het bijvoor-beeld om onderzoekers, bio-informatici, veredelaars met management skills, inter-nationale functies in sales en productiema-nagers. Enza Zaden is dan ook continu op zoek naar gekwalifi ceerde mensen, maar legt hierbij de lat hoog. ‘Ondernemende kandidaten met de juiste persoonlijke instelling, die verantwoordelijkheid willen nemen en een kei zijn in samenwerken zijn bij Enza Zaden van harte welkom’, aldus Mazereeuw.

‘Investeren in innovatie betekent vooral ook investeren in mensen’

Page 13: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Het contractonderzoeks-bedrijf NIZO food research werkt in opdracht van de in-ternationale voedingsmid-delenindustrie en verbetert voedingsmiddelen op het gebied van smaak, textuur, darmgezondheid en voe-dingsveiligheid en optimali-seert productieprocessen. Welke trends ontwaren zij in de voedingsmiddelenin-dustrie?

“E-nummers, additieven, werden zo’n veertig jaar geleden volop inge-zet om producten lekkerder, stabie-ler of veiliger te maken. Inmiddels willen producenten in toenemende mate een ‘clean label’ voeren, omdat de consument kritischer is gewor-den en allerlei toevoegingen niet langer accepteert”, vertelt Fred van de Velde, groepsleider Protein and Ingredient Functionality bij NIZO. “Dat betekent uitsluitend gebruik van natuurlijke ingrediënten die consumenten kennen.”

Het gebruik van natuurlijke in-grediënten mag echter niet ten kos-te gaan van de huidige kwaliteit van producten, zoals smaak, gemak en houdbaarheid. “De houdbaarheid proberen we te bewerkstelligen door het productieproces anders in te richten. Bijvoorbeeld door te zorgen voor minder besmetting tijdens het maakproces, of door het slim gebrui-ken van aanwezige ingrediënten zo-dat een product niet gaat scheiden vóór houdbaarheidsdatum.”

EiwittenDuurzaamheid is in de voedings-middelenindustrie een belangrijk thema, daarom ontwerpen ze bij

NIZO producten die met minder energie geproduceerd kunnen wor-den. Van de Velde: “Tevens zijn we bezig om naast dierlijke eiwitten ook plantaardige eiwitten, zoals so-ja en erwt, en eiwitten uit nieuwe bronnen te ontwikkelen om tege-moet te komen aan de groeiende vraag naar eiwit. De eiwitten probe-ren we steeds vaker te halen uit de reststromen van andere productie-ketens. Van sojabonen gebruikten we eerst alleen de olie en werd het restproduct gebruikt als veevoer. In-middels halen we daar ook eiwitten uit voor levensmiddelen.” Voor het verwaarden van rest- of bijproduc-ten hebben onderzoekers van NIZO onder andere een techniek ontwik-keld om een veel voorkomend ei-wit in planten (RuBisCo) geschikt te maken voor toepassing in voe-dingsmiddelen, zonder dat het aan waardevolle voedingskundige ei-genschappen hoeft in te leveren.

Juiste combinatieConsumenten eisen in toenemen-de mate producten die gezonder, natuurlijker, duurzamer en langer houdbaar zijn, maar willen geen concessies doen aan de beleving: als de textuur, smaak of geur niet klopt, heeft een voedingsmiddel geen kans van slagen. Daarom werkt Fred van de Velde, zelf expert op het gebied van textuur, veel samen met Pe-ter de Kok, bij NIZO werkzaam als Principal Scientist Flavour en ver-antwoordelijk voor de wetenschap-pelijke kwaliteit van het aroma- en smaakonderzoek. De Kok: “De com-binatie van de juiste textuur en smaak, maakt dat je écht een smaak-beleving kunt creëren die zout is terwijl het zoutgehalte is verlaagd

of een romige smaak tot stand kunt brengen, terwijl het product geen vet bevat.”

SmaakoptimalisatieZoutbeleving wordt niet alleen door zout bepaald volgens De Kok. “Er zijn aroma’s die de zoutbeleving kunnen versterken waardoor er minder zout in hoeft. Voor een grote vleesprodu-cent hebben we de smaakbeleving van bacon onderzocht. Toen de aro-maverbindingen die bij bacon aan de zoutbeleving bijdragen, waren ontra-feld, zijn we gaan onderzoeken welke andere vleessoorten dezelfde verbin-dingen hebben. We hebben dus vlees gebruikt om de smaak van vlees te optimaliseren terwijl er aanzienlijk minder zout in zit. Er zijn dus geen vreemde stoffen aan het product toe-gevoegd om de smaak te behouden.”

NIZO heeft vetvrij ijs ontwikkeld met magere melk als basis. Van de Velde: “Vet maakt dat ijs romig van smaak wordt en heeft dus een domi-nante functie. Daarnaast stabiliseert vet de luchtbellen. Haal je het vet uit een product dan zal het minder sta-biel worden. Dus moest er een manier bedacht worden om de natuurlijke functionaliteit van melkeiwit in ijs optimaal te benutten, zodat eiwit de rol van vet overneemt. Het ijs is tij-dens een beurs door 500 bezoekers al-om als romig gekwalificeerd.” Het zal niet lang duren voordat de eerste pro-ducenten het vetvrije ijs in de markt zetten. Zo werkt het onderzoeksbe-drijf aan tal van kwaliteitsverbete-ringen van voedingsmiddelen voor de voedingsmiddelenindustrie.

MAART 2014 · 13

NIENKE HOEK

[email protected]

‘Een optimale smaakbeleving blijft de belangrijkste succesfactor’

Hoe slaan jullie als kenniscentrum de brug naar de praktijk?‘Dat doen we door vraag en aanbod actief bij elkaar te brengen. We brengen kennis in kaart aan de aanbodkant. Wat heeft de tuinbouw te bieden bij haar rol in de biobased economy? Aan de andere kant kijken we naar de concrete vragen vanuit de industrie. In welke markten is vraag naar natuurlijke grondstoffen en hoe kan de tuinbouwsector daar als leverancier van plantenstoffen aan voldoen? Door die werelden bij elkaar te brengen, ontstaan concrete mogelijkheden, die steeds vaker uitmonden in concrete producttoepassin-gen en samenwerkingsverbanden.’

Welke meerwaarde biedt de Nederlandse tuinbouw?‘De tuinbouw spant zich in voor een bete-re benutting van de zijstromen. Daarmee streven we naar een duurzamere keten.

Een mooi voorbeeld – waar wij ook nauw bij betrokken waren – is de realisatie van de biobased verpakking van tomatensten-gelvezels. Het blijkt echter lastig om vanuit de zijstromen tot nieuwe verdienmodellen te komen. De totale biomassa is te gering voor grootschalige toepassingen. Voor de tuinbouwsector liggen de grootste kansen bij de ontwikkeling van nieuwe, actieve inhoudsstoffen, waar een duidelijke vraag naar is, bijvoorbeeld nieuwe antibiotica of gewasbeschermingsmiddelen. Maar ook teelten die naar de kas worden verplaatst, zoals Digitalisteelt en de teelt van Vanille en Indigo. Hierbij speelt de toenemende vraag naar hoge kwaliteit een rol.’

Met welke interessante projecten zijn jullie bezig?‘We realiseren op het Leiden Bio Science Park het Business en Innovation Centre Natural Products. We brengen diverse

bedrijven bij elkaar, die zich op allerlei terreinen specifiek bezighouden met in-houdsstoffen. Denk aan meten, extrahe-ren, research en toepassen. Daar bouwen we een bussiness development schil om-heen. Innovaties die vanuit de kennisin-stellingen komen, kunnen binnen dit cen-ter in de praktijk worden gebracht. Telers en de industrie vinden daar één loket voor al hun vragen en verzoeken. Dit moet de biobased activiteiten vanuit de Neder-landse tuinbouw een grote boost geven.’

Samen werken aan het commercieel benutten van plantenstoffen‘Het creëren van een doorbraak in de commerciële benutting van plantenstoffen’. Dat is een belangrijke doelstelling van het Kenniscentrum Plantenstoffen. Volgens directeur Leon Mur moet dit leiden tot nieuwe, uitgebreidere verdienmodellen, gebaseerd op een duurzame productie.

FOTO’S: ENZA ZADEN

Page 14: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

“Gedreven door onze fascinatie voor melk werken wij hard aan baanbrekende inno-vaties in zuivel en zuivelingrediënten. Dit zijn vernieuwingen waardoor consumenten wereldwijd kunnen pro� teren van de goede nutritionele eigenschappen van melk. Er is binnen FrieslandCampina veel kennis over melk en de producten die je ervan kunt maken; denk aan kindervoeding, zui-velproducten en medicinale voeding. Het gaat daarbij altijd om voedingswaarde en functionaliteit. Hoogwaardige eiwitten uit melk halen ten behoeve van kindervoeding of sportvoeding; daarin zijn we heel goed. Op wereldschaal zelfs een van de vooraan-staande bedrijven. We hanteren daarvoor meer en meer moderne scheidingstechno-logieën zoals membraanprocessen. Dat stelt ons in staat om heel speci� ek te werken. Binnen het IFFI netwerk gaat het vooral om het delen van kennis en kunde. Het netwerk zit complementair in elkaar. We delen bij-voorbeeld soms laboratoria. Deze samen-werking sluit perfect aan bij onze zoektocht naar professionals en bedrijven die onze in-novatieprocessen kunnen ondersteunen en versnellen.”

“We moeten ons er wel van be-wust zijn dat we hard moeten blijven werken aan onze positie. Daarin is het delen van kennis heel belangrijk.”

Kennisdeling gebeurt binnen IFFI on-der meer via de reguliere bijeenkomsten. Loek Favre: “Die organiseren we met in-spirerende sprekers over actuele thema’s. Nog meer toegevoegde waarde leveren we door het faciliteren van trainingen en cur-sussen. We zijn vorig jaar gestart met een serie masterclasses, waarin bijvoorbeeld industrial sales, innovatiemanagement en procestechnologie worden gedoceerd. De allerbelangrijkste rol van IFFI is dat het de leden motiveert tot open innovatie.”

Complementair aan elkaar“Onze aangesloten bedrijven hebben verschillende productpakketten”, vertelt Loek Favre. “Ze vullen elkaar perfect aan. De bindende factor is een open geest voor nieuwe ideeën. Diverse thema’s zijn actu-eel. Smaakcreatie is een wezenlijk onder-deel van nieuwe voedingsmiddelen, daar-bij gaat het ook om de textuur. Daarnaast moet het voedingsmiddel nutritioneel in balans zijn. Een volgend belangrijk thema is het benutten van reststromen. Aller-eerst vanuit het oogpunt van duurzaam-

heid, maar ook kijkend naar waardecrea-tie. Voedselveiligheid en het verminderen van verspilling spelen ook een belangrijke rol, daarin hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”

Positief over de toekomstLoek Favre is positief over de innovatie-kracht van de sector. “Ik vind dat wij een unieke positie hebben. Biotechnologie speelt daarin voor een deel van de aan-gesloten bedrijven een rol. Belangrijker nog is de winst die we kunnen halen uit procestechnologie. Dat speelt voor alle bedrijven. Met optimale fysische proces-

sen kunnen we opbrengsten verhogen, productiekosten verminderen en nieuwe producten maken. Binnen IFFI kunnen we ook op dat terrein van elkaar pro� te-ren. We moeten ons ervan bewust zijn dat we hard blijven werken aan onze positie. Daarin is het delen van kennis belangrijk.”

“Nog meer voorsprong door samenwerking en innovatie”

Hans Westerbeek, Development Director Food Ingredients FrieslandCampina

Ingredients for Food Innovators, afgekort IFFI, dat is de netwerkorganisatie voor Nederlandse bedrijven die ingrediënten produceren

voor de levensmiddelenindustrie. Loek Favre, in het dagelijks leven Chief Operating Officer van IOI Loders Croklaan, combineert deze

functie met onder meer het voorzitterschap van IFFI. Hij is positief over de innovatiekracht van de sector.

“Wij zijn echt een Business-to-Business-bedrijf ”, vertelt Ruud Peerbooms. “Daarom kennen de meeste consumenten ons niet. Toch eten of drinken ze iedere dag producten waar onze ingrediënten

in zitten. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.”

Verspilling tegengaanOm duidelijk te maken hoe belangrijk de voedingsmiddeleningrediënten van Corbion zijn, begint Bert de Vegt met het noemen van een aantal confronterende cij-fers. “In Nederland gooien we jaarlijks 2,5 miljard euro aan voedsel weg. Dat is ruim € 150 per persoon. Ofwel zo’n 50 kilo. Pro-ducenten, tussenhandel, horeca en super-markten verspillen ook nog eens zo’n € 2 miljard. 45% van alle groente en fruit wordt verspild; 33% van alle graanproducten en 20% van al het vlees. Gigantische hoeveel-heden, die wel worden geproduceerd, maar nooit worden genuttigd. Dan gaat niet al-leen het voedsel zelf verloren, maar bijvoor-beeld ook het benodigde water en land om het te produceren. Als industrie hebben we het potentieel om voedselverspilling te eli-

mineren, biotechnologietoepassingen kun-nen voedsel veiliger maken en voedselver-spilling terugdringen.”

Voedselveiligheid en verlengen van de houdbaarheid“In het zorgen voor voedselveiligheid en het verlengen van de houdbaarheid is Corbion leidend”, vervolgt Ruud Peer-booms. “Onze natuurlijke producten dragen bij aan het terugdringen van voedselverspil-ling; maatschappelijk gezien dus zeer rele-vant. Houdbaarheid hee� voor een deel te maken met de perceptie van de consument over de versheid van het product. We zor-gen met natuurlijke ingrediënten voor een langere houdbaarheid waarbij ook kleur, smaak, textuur en mondgevoel bewaard blijven. Daarnaast voorkomen onze ingre-diënten de groei van ziekteverwekkende bacteriën en zorgen daarmee voor veiliger voedsel. De consument moet het voedsel ook kunnen vertrouwen.”

Innovaties belangrijkBert de Vegt: “Een recente innovatie van Corbion zorgt ervoor dat cakes en mu� ns langer houdbaar zijn en blijven smaken

alsof ze net uit de oven komen. Daarnaast hebben we ook een lijn uitgebracht om zout en natrium in levensmiddelen, zoals vlees, brood, sauzen en dressings te kunnen ver-lagen. Groot voordeel is dat het toevoegen van onze producten een bijdrage levert aan de houdbaarheid en voedselveiligheid zon-der dat dit ten koste gaat van de smaak.”

Als het gaat om vernieuwingen speelt IFFI volgens beide heren een belangrijke rol in de levensmiddelensector. “IFFI verbindt spelers in de industrie. We delen kennis en laten de Nederlandse levensmiddelenindustrie ver-der groeien. Bepaalde thematieken zijn voor iedereen belangrijk. Wetgeving bijvoorbeeld, daarin kun je van elkaar leren. Maar het gaat in de eerste plaats om open innovatie. Dat doen we samen met klanten en toeleveran-ciers, maar ook met industriepartners. Door kennisdeling ben je samen sterker.”

“Door kennisdeling ben je samen sterker”Corbion maakt voedingsingrediënten en biochemicals. Het bedrijf is gegroeid uit CSM en heeft

vestigingen over de hele wereld. Als het gaat om de productie van ingrediënten waarmee

levensmiddelen veiliger en langer houdbaar worden, neemt Corbion wereldwijd een

toppositie in. Innovatie speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. Bert de Vegt,

Vice President Meat & Culinary en Ruud Peerbooms, Vice President Foods, vertellen er meer over.

www.ingredientsforfoodinnovators.com

Page 15: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Hoe ziet u de toekomst van moderne biotechnologie?

“Hoe die toekomst eruit zal zien, is in de EU vooral een politieke kwestie. Genetische modificatie, de basis van de moderne biotechnologie, is het afgelopen decennium snel verder ontwikkeld en de precisie waarmee nieuwe genen in het erfelijke materiaal van cellen geplaatst kunnen worden, is inmiddels groot. Daardoor is de kans op ongewenste nevenef-fecten minimaal. In Europa is de wetgeving proces gebaseerd. Is er spra-ke van genetische modificatie, dan geldt een restrictieve wetgeving en moet er uitvoerig getest worden. Daardoor zijn genetisch gemodificeer-de gewassen hier nauwelijks aanwezig. De betrokken grote Europese bedrijven zijn allemaal vertrokken, met name naar de VS waar niet het proces maar het product bepaalt of en in welke mate er getest moet wor-den. Door dat vertrek is veel kennis en bedrijvigheid verdwenen. Om als-nog de voordelen van genetische modificatie te kunnen benutten, moet het roer snel om.”

Welke ontwikkelingen zijn belangrijk voor de toekomst?

“Grote gewassen als soja, mais en katoen laten zien dat door genetische modificatie de teelt eenvoudiger kan worden. Door genetische modificatie kunnen ook gewassen ontwikkeld worden die onder lastige omstandighe-den te verbouwen zijn, bijvoorbeeld op arme, zoute of koude gronden. Dat vergroot de mogelijkheden enorm. Sommige voedingsmiddelen kunnen ook gezonder gemaakt geworden. Gouden rijst is daar een goed voorbeeld van. Deze rijst beschikt over een relatief grote hoeveelheid pro-vitamine A, waardoor blindheid door een tekort ervan bij kinderen in derdewereldlan-den voorkomen kan worden.

Een nieuwe Nederlandse ontwikkeling maakt gebruik van modificatie met soorteigen genen, denk aan de phytoftera-resistente aardappel, die gemodificeerd is met resistentiegenen van wilde aardappelsoorten. Dit om het label ‘genetische gemodificeerd’ te ontlopen.”

Waar liggen de kansen voor moderne biotechnologie?

“Genetisch gemodificeerde gewassen zijn belangrijk om de snel groei-ende wereldbevolking blijvend van voldoende energie en gezond voedsel te voorzien. Zeker voor een exportland als Nederland is het belangrijk dat het politieke klimaat verandert om onze sterke mondiale concurrentie-positie te kunnen handhaven. Dat klimaat wordt nu in Europa voor een belangrijk deel bepaald door angst die er bij het publiek heerst voor gene-tisch gemodificeerde organismen. Ik zie het niet als mijn taak om men-sen om te praten en plaats me niet boven mensen die alleen vertrouwen hebben in de natuur, maar het zou goed zijn als keuzes voortaan niet al-leen gemaakt worden op basis van irreële angst.”

In ons land zitten vele suc-cesvolle en innovatieve be-drijven en hebben we een hoog aangeschreven ken-nisinfrastructuur. Rob van Leen is Chief Innovation Of-ficer van DSM en het boeg-beeld van de topsector Life Sciences en Health (LSH). Afgelopen jaar is hij door Accenture uitgeroepen tot ‘Innovator of the Year’ van-wege de buitengewone bij-drage die hij heeft geleverd aan innovatie in Nederland. Hij gaat in op actuele ont-wikkelingen rond Food.

Van Leen begint met het benadruk-ken van de noodzaak om als bedrij-ven en overheid te blijven innoveren en verduurzamen. Dit is nodig om de uitdagingen aan te gaan en de kan-sen te benutten. Volgens hem is in-novatie de sleutel naar de toekomst. “Diverse mondiale trends zorgen er-voor dat het belang van de foodsec-tor de komende jaren nog groter zal worden” geeft Van Leen aan. “In 2050 zullen negen miljard mensen gevoed moeten worden, die door de stijgen-de welvaart steeds meer zuivel, vis en vlees gaan consumeren. Hierdoor zal de vraag naar voedsel in de ko-mende 40 jaar met ongeveer 65 pro-cent toenemen, terwijl grondstoffen als water, grond en energie steeds schaarser worden. Dit vraagt om een

enorme duurzaamheidsinspanning. Daarnaast zijn er grote uitdagingen op het gebied van gezondheid. Veel ontwikkelde landen vergrijzen. Dit geeft druk op betaalbaarheid van de gezondheidszorg en daarmee be-schikbaarheid van zorg voor ieder-een. Verder nemen de problemen met voedingsgerelateerde ziekten ten ge-volge van overgewicht nog steeds wereldwijd toe. Zo is het percentage Nederlanders met overgewicht in de periode 1981-2009 toegenomen van 30 procent tot 47 procent. Tegelijker-tijd is er in de wereld nog steeds op grote schaal sprake van ondervoe-ding. Zo leiden er bijvoorbeeld zo’n twee miljard mensen aan ‘hidden hunger’, een chronisch gebrek aan vi-taminen en mineralen.”

Grote kansenVan Leen stelt dat Nederlandse be-drijven en kennisinstellingen hier grote kansen hebben. Voeding is be-langrijk voor de gezondheid. Een ge-zond voedingspatroon heeft een grote impact op de verdere verhoging van de levensverwachting en levens-kwaliteit van de bevolking en heeft de potentie om de kosten voor ge-zondheidszorg te verlagen.

Als DSM spelen we hier met onze strategie ‘Bright Science. Brighter Li-ving’ ook actief op in. We werken aan innovaties op het gebied van Nutri-tion, Health en Materialen. Daarbij is het cruciaal om ook in tijden van cri-

sis vast te houden aan het investeren in innovatie. Ook de Nederlands top-sectoren LSH en Agri&Food hebben deze uitdagingen en kansen als uit-gangspunt in hun agenda.

Actief samenwerkenDe sector LSH beslaat het brede ter-rein van medische technologie, (bio)farmacie en regeneratieve genees-kunde die producten en oplossingen bieden die de kwaliteit van leven ver-groten of zorgen voor een toeganke-lijke, betaalbare zorg. We besteden agenda daarbij specifiek aandacht aan het onderwerp (medische) voe-ding, bijvoorbeeld voor de behande-ling van chronische aandoeningen. In de topsector Agri&Food wordt in-gezet op een gezondere bevolking op een gezondere aarde. Daarbij ligt de focus onder andere op duurzaamheid (meer met minder) en voeding en ge-zondheid.

Wij werken als sectoren actief sa-men om de benodigde kennis te genereren en tot innovatieve pro-ducten en oplossingen te komen. Zo werken we bijvoorbeeld samen in het Europese initiatief ‘A Heal-thy Diet for a Healthy Life’ waar we als sectoren samen met NWO en ZonMW Europese kennisprogram-ma’s bundelen voor meer maat-schappelijke en economische waardecreatie.

FOOD INNOVATION

MAART 2014 · 15

‘Het roer moet snel om’

Hans TramperHoogleraar Bioprocestechnologie Wageningen UR

NIELS ACHTEREEKTE

[email protected]

VRAAG & ANTWOORD

OP DE FOTOWetenschapper extraheert DNA uit Arabidopsis-plant om de moleculaire mechanismen van dit modelsysteem in kaart te brengen. Arabidopsis is het meest gebruikte modelplantje in genetisch onderzoek. BRON: WWW.VIB.BE

De gemeente Nijkerk is u graag van dienst. Heeft u vragen over de mogelijkheden voor vestiging van uw bedrijf in Nijkerk, dan kunt u contact opnemen met onze bedrijfscontact functionaris Thea Kraaij. Zij maakt graag een afspraak met u.

Gemeente Nijkerk - Kolkstraat 27 - Postbus 1000 - 3860 BA Nijkerk - www.nijkerk.eu - [email protected]

Bereikbaar, duurzaam en flexibel ondernemen doe je in Nijkerk.Nijkerk is centraal gelegen en bereikbaar, direct aan A-28, bij de A-1 en aan de spoorlijn Amsterdam.

Nijkerk maakt deel uit van Regio FoodValley en noemt zich Foodproducentrum binnen de Regio. Nijkerk biedt veel werkgelegenheid aan de Food-sector en heeft nog locaties beschikbaar om deze bedrijvigheid uit te breiden op de bedrijfsterreinen Arkerpoort en De Flier en multifunctioneel park Spoorkamp.

Hier uw bedrijf?

Bel nu 14 033

Nederland Wereldspeler in Food

[email protected]

Page 16: CHEMIE & BIOTECH€¦ · de vraag naar chemische producten door de groeiende bevolking en de toenemende welvaart sterk zal toe-nemen. Tegelijkertijd willen we naar een circulaire

Biotech in FoodValley

Ontwikkelingen in de biotechnologie gaan snel en drukken een stempel op de toekomst van de foodsector. Beschikbaarheid van kennis is van groot belang, maar vooral het snel kunnen toepassen van kennis is bepalend voor de innovatieve slagkracht van bedrij ven. In de Food-Valley regio, met Wageningen UR als kennishart, zorgt de chemie tussen kennis, bedrij ven en overheid voor groei.

tot een innovatief eindproduct voor voedselproducent en consument. Het bedrijf ontwikkelt en produceert allergeenvrije kruiden en specerij-en die voldoen aan de wereldwijd geaccepteerde VITAL 2.0 norm en daarmee ook veilig zijn voor mensen met een voedselallergie. “Allergeen-vrij produceren doe je er niet zomaar bij”, benadrukt Betty Groen, marke-tingadviseur van Dutch Spices. “Het vereist veel kennis en dat begint al bij de inkoop van grondstoffen.”

Dutch Spices zocht samenwerking in de regio, onder meer met Allergenen Consultancy uit Scherpenzeel. “Maar kennis blijft nodig”, zegt Groen. “Zo laten we ons wekelijks bijscholen.” Daarnaast werkt het Nijkerkse bedrijf samen met de provincie Gelderland en Wageningen UR aan onderzoek op het gebied van diagnostiek en testen. Dutch Spices, in Nijkerk genomineerd als ondernemer van het jaar, opereert internationaal en dat maakt vestiging in de FoodValley regio van belang.

Groen: “De regio staat in Europa, maar ook in Azië bekend als vooruitstrevend. Die bekendheid schept vertrouwen.”

Kracht van samenwerkingDat biotechnologie kan bijdragen aan een betere voedselvoorziening bewijst ook de Wageningse onderne-ming Solynta, die een methode heeft ontwikkeld waarmee het kweken van nieuwe aardappelrassen enorm wordt versneld. Voor het onderzoek is samengewerkt met Wageningen UR. Hein Kruyt, CEO van Solynta: “Wageningen UR is het mekka van de aardappelkennis. Juist die kruis-bestuiving van kennis en faciliteiten op en rond de campus stimuleert innovaties. Dat trekt ook andere bedrijven aan. En waar we vanwege het klimaat met onze kassen beter af zijn dicht bij zee, vinden we toch de kracht van samenwerking in de Food-Valley regio belangrijker. Wij willen met onze mensen bij elkaar gevestigd zijn, in het centrum van de kennis.”

FoodValley is een belangrijke voedingsbodem voor de Nederlandse economie en een inspirerende kennisregio in Europa. Karakteristiek voor de regio is de toonaangevende innovatie en vakkennis op het gebied van agrifood, het aantrekkelijke vestigingsklimaat en de dynamische, groene woon- en leefomgeving. Wilt u meer weten over vestiging in de FoodValley regio? Bel dan met Arnoud Leerling van Regio FoodValley op 06 404 64 098 of Bernold Kemperink, OostNV, 06 288 76 089 en kijk op www.regiofoodvalley.nl

In acht jaar tijd zijn binnen de agro-foodsector in de FoodValley regio ruim 1600 nieuwe, directe arbeidsplaatsen gecreëerd. “En dan hebben we het alleen nog maar over de projecten waar wij bij betrokken zijn”, zegt Bernold Kemperink, sec-tormanager Investeringsbevordering Agro-Food van ontwikkelingsmaat-schappij Oost NV. Kennisinstituten en researchbedrijven maken de regio aantrekkelijk. “Het draait om debereikbaarheid van de juiste men-sen, kennis en expertise.” Kemperink schetst een beeld van globalisering, een toenemend aantal nationaliteiten in de regio en steeds snellere tech-nologische ontwikkelingen. “De ´time to market´ neemt sterk af”, benadrukt hij. “Het wordt in de toekomst voor bedrijven nog belangrijker om de mensen en de faciliteiten op de juiste plek te hebben.” Wageningen UR stelt via CAT-Agro-Food onderzoeksfaciliteiten beschik-baar aan bedrijven. Het ministerie van Economische Zaken, de provin-cie Gelderland en Wageningen UR investeerden als gezamenlijke initia-tiefnemers de afgelopen 3 jaar zo´n 9 miljoen euro. “Voor bedrijven is het vaak te kostbaar om zelf te investeren in onderzoeksapparatuur en exper-tise”, zegt Petra Caessens, manager CAT-AgroFood. Op het gebied van biotechnologie beschikt CAT-Agro-Food onder meer over faciliteiten voor Next Generation Sequencing, bioinformatica en massaspectometrie. “Het mooie is dat bedrijven ook in

aanraking komen met andere partijen en dat er nieuwe onderzoekssamen-werking ontstaat.”

Internationale meerwaardeDouwe de Boer, managing director van Genetwister Technologies onderschrijft het belang van deze investeringen. “Er is een revolutie aan de gang. De mogelijkheden om genetische informatie ook daad-werkelijk te lezen zijn enorm. Het ver-groot de snelheid waarmee gewassen kunnen worden verbeterd. Nederland speelt daar een belangrijke rol in.” Genetwister legt zich sinds 2006 toe op merkergestuurde veredeling van zaden. Geavanceerde technologieën en tools op dit gebied geven de zaadveredelaars die klant zijn bij Genetwister een sneller resultaat.

De Boer roemt de kennisinfrastructuur in de FoodValley regio. “Door de aan-wezige kennis en expertise kunnen we hier samenwerking realiseren”, zegt hij. Genetwister participeert in projecten van Wageningen UR en in projecten van andere bedrijven in de regio. Dat het bedrijf geworteld is in de FoodValley regio heeft ook inter-nationaal een meerwaarde, ervaart De Boer. “Iedereen kent de regio, dat helpt in het beslechten van een drempel. Veel bedrijven willen met ons kennismaken.”

Kennis blij ft nodigWaar Genetwister halffabrikaten produceert, leidt de toepassing van kennis bij Dutch Spices in Nijkerk