Burger en bedrijf centraal

Publieksversie

NUPNationaal Uitvoeringsprogramma

Dienstverlening en e-overheid

2

3

Burger en bedrijf centraal

Publieksversie

NUPNationaal Uitvoeringsprogramma

Dienstverlening en e-overheid

4

5

Inhoudsopgave

Deel 1

InleidingOver het NUPBelang van het NUPNegentien NUP-bouwstenen, zes voorbeeldprojectenNORA: ruggengraat van de architectuurWat betekent het NUP voor u? Wat betekent u voor het NUP?Ondersteuning bij implementatieDe organisatieDe Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-overheidDe Ambtelijke Regiegroep Dienstverlening en e-overheidPlanningFinancieringMeer informatieNUP Meldpunt

Deel 2

Negentien NUP-bouwstenen

Deel 3

Zes voorbeeldprojecten

6

788

1011111212121313141414

16

17

24

25

6

Deel 1

Inleiding

Een dienstbare overheid stelt burgers en bedrijven centraal. Verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven is de inzet van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid, kortweg het NUP.

In deze brochure vindt u informatie over het NUP. Wat is het NUP? Waarom is dit programma belangrijk? En wat betekent het NUP voor u? Op deze en andere vragen geeft deze publicatie antwoord.

De informatie is bedoeld voor bestuurders en beleidsmede-werkers van departementen, provincies, gemeenten, water-schappen en uitvoeringsorganisaties. Deze organisaties hebben een rol en een verantwoordelijkheid bij de uitvoering van het programma, omdat ze bij hun e-overheidsprojecten gebruik gaan maken van de e-overheidsbouwstenen, zoals die in het NUP zijn vastgesteld. Met hulp van deze brochure kunnen bestuurders hun collega-bestuurders eenvoudig en snel informeren over het NUP. Meer informatie, zoals over alle gemaakte afspraken, is in het NUP zelf te vinden (zie onder Meer informatie).

De kern

Burgers en bedrijven vragen van de overheid betere dienstverlening met minder regels en lagere administratieve lasten. Dat betekent een snelle, efficiënte en klant-gerichte overheid. Hiervoor zijn goede (elektronische) instrumenten nodig. De overheden hebben gezamenlijk vastgesteld welke negentien bouwstenen essentieel zijn voor het verbeteren van de dienstverlening. De negentien bouwstenen vormen in hun samenhang een basisinfrastructuur, die met het NUP zullen worden gerealiseerd. Zo brengt het NUP focus, samenhang en structuur aan in de verbete-ring van de e-dienstverlening. Bovendien hebben de overheden afgesproken deze basisinfrastructuur daadwerkelijk te realiseren en gezamenlijk in gebruik te nemen. Onderdelen van de basisinfrastructuur zijn elektronische toegang tot de overheid, elektronische authenticatie, informatienummers, basisregistraties en elektronische informatieuitwisseling. In het NUP worden zes voorbeeldprojecten genoemd die laten zien hoe dankzij de beschikbare infrastructuur de e-overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven zichtbaar verbetert.

7

Over het NUP

Het NUP is een gezamenlijk prioriteitenprogramma van gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk. Het is een lijst van negentien NUP-bouwstenen en zes voor-beeldprojecten. Deze voorzieningen vormen gezamenlijk de basisinfrastructuur voor de realisatie van de e-overheid. Het NUP wil niet alleen prioriteit geven aan deze voorzieningen, maar ook de regie versterken op de realisatie ervan.

Juist deze basisvoorzieningen zijn gekozen omdat zij de minimaal noodzakelijke randvoorwaarden zijn voor goed elektronisch verkeer tussen overheid en burger. De commissie Postma/Wallage heeft in haar rapport Het uur van de waarheid de aanzet gegeven tot het NUP en de keuze voor de negentien bouwstenen.

Belang van het NUP

Leidraad bij de realisatie van het NUP is het perspectief van burgers en bedrijven. Het NUP wil via de e-overheid tot be-tere dienstverlening en minder administratieve lasten komen.

Betere dienstverlening

Een dienstbare overheid stelt burgers en bedrijven centraal, werkt op basis van vertrouwen in burgers en bedrijven en verdient hun vertrouwen door haar respectvolle werkwijze en goede dienstverlening. De overheid is een organisatie waarin burgers en bedrijven zich herkennen. Wat betekent dat?

De e-overheid

Burgers en bedrijven willen hun zaken met de overheid eenvoudig kunnen regelen, waar en wanneer het hen uitkomt. Daarom verbeteren overheden gezamenlijk de dienstverlening met slimme en betrouwbare ICT-oplossingen.

8

• Deoverheidistransparant.Informatieoverrechtenenplichten is eenduidig, begrijpelijk en vindbaar. Burgers en bedrijven moeten hun zaken met de overheid eenvoudig kunnen regelen.

• Deoverheidgaatuitvaneenvraaggestuurde,service-enpersoonsgerichte aanpak. Niemand wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Dat betekent dat informatie over-heidsbreed wordt gedeeld en gebruikt.

• Dienstverleningmoetopmeermanierentoegankelijkzijn.Dat betekent: alle kanalen open. Burgers bepalen zelf langs welk kanaal (internet, telefoon, loket, post, fax) zij de over-heid benaderen. Dat impliceert een goede infrastructuur van de e-overheid.

• Deoverheidsteltzichontvankelijkop.Zevraagtactiefominbreng van burgers en bedrijven om de overheidsdienst-verlening verder te verbeteren.

• Deoverheidrespecteertdeprivacyvanburgers, bejegent hen correct en vereenvoudigt de dienstverlening

met slimme en betrouwbare ICT-oplossingen.

• Deoverheidgaatuitvanbetrouwbare,veiligeenvertrouwe-lijke elektronische authenticatie en autorisatie van burgers en bedrijven. Voor de beveiliging van informatie heeft de overheid passende voorzieningen getroffen.

• Deoverheidgaatuitvaneenmaligegegevensuitvraag.Informatie die bij de overheid bekend is hoeft niet elke keer opnieuw te worden gevraagd en verstrekt.

• Voorburgersvormtdegemeentedepoorttotdeoverheid.

Minder administratieve lasten

De overheid wil de administratieve lasten voor burgers en bedrijven verminderen. Wat betekent dat?

9

• Deafhandelingvantransactiesverlooptzoeenvoudig,inzichtelijk en goedkoop mogelijk.

• Deoverheidsdienstverleningiseenduidigendeoverheidbiedt diensten in samenhang aan.

• Deoverheidverleentophetjuistemomentdienstenenverstrekt tijdig informatie.

• Deoverheidistransparantoverhetprocesvandienst-verlening.

• Gemeentenhebbenafgesprokenderegeldrukmet25procent te verminderen. Elektronische dienstverlening en herinrichting van de informatiehuishouding zijn middelen om dit doel te bereiken. In het NUP is afgesproken zoveel mogelijk dezelfde standaarden voor e-overheids- programma’s te gebruiken.

Negentien NUP-bouwstenen, zes voorbeeldprojecten

De afgelopen jaren is er veel infrastructuur voor de e-overheid gebouwd. Deze moet, evenals de daarbij opgedane kennis en ervaring, beter worden benut. Binnen het brede scala aan al deze overheidsprogramma’s heeft het NUP daarom prioriteit gegeven aan negentien NUP-bouwstenen. Deze vormen de noodzakelijke randvoorwaarden voor goed elektronisch verkeer tussen overheid en burger en voor betere dienstver-lening met minder administratieve lasten. Door de nadruk te leggen op deze bouwstenen, kan het NUP de ontwikkelingen rondom de e-overheid en de samenhang tussen de diverse programma’s beter beheersen.

Zes voorbeeldprojecten, verspreid over diverse beleids-terreinen, maken zichtbaar hoe de basisinfrastructuur van de e-overheid helpt bij het realiseren en daadwerkelijk verbeteren van de dienstverlening. Ze leveren een merkbare bijdrage aan de reductie van administratieve lasten.

10

OverigensishetNUPeendynamischprogramma.Afgerondepro-jecten verlaten het NUP, nieuwe betekenisvolle e-overheidsbouw-stenen en/of -projecten kunnen, na bestuurlijke overeenstemming, gaandeweg worden toegevoegd aan het NUP.

NORA: ruggengraat van de architectuur

De Nederlandse overheidsreferentie-architectuur (de NORA) is de leidende ruggengraat van de architectuur van de e-overheid. Alle partijen hebben de NORA onderschreven. Met de NORA kunnen overheden ontwikkelingen binnen hun eigen organisatie afstemmen. Door zich te houden aan ontwerpprincipes en standaarden voldoen ICT-oplossingen aan eisen van samenhang en standaardisatie.

Wat betekent het NUP voor u? Wat betekent u voor het NUP?

Bent u bezig met het verbeteren van uw dienstverlening aan burgers en bedrijven? Wilt u minder administratieve lasten voor uw klanten? Of wilt u uw eigen uitvoeringsorganisatie verbeteren? In al deze situaties is het NUP voor u van belang. De voorbeelden tonen aan dat er dankzij de NUP-bouwstenen projecten kunnen worden gerealiseerd, die voorheen niet mogelijk waren. Bij de verdere totstandkoming en het succes van het NUP hebben alle betrokken partijen hun rol en verantwoordelijkheid. Van overheden wordt - naast betrokkenheid - verwacht dat ze gebruik maken van de bouwstenen op het gebied van toeganke-lijkheid, authenticatie en autorisatie, nummers, basisregistraties en e-informatieuitwisseling. Waar nodig zal dit - indien nog niet gebeurd - wettelijk worden verankerd. Dezelfde bouwstenen worden overheidsbreed gebruikt; er worden nergens (eigen) alternatieven gebruikt. Verder verwacht het NUP dat overheden zich houden aan ontwerpprincipes en standaarden, zoals die in

11

de NORA zijn vastgelegd, dat overheden gebruik maken van open ICT-standaarden en daarvoor verantwoording moeten kunnen afleggen volgens het principe “pas-toe-of-leg-uit” en dat bij aanbestedingen open source dezelfde kans wordt meegeven als software van commerciële softwareproducen-ten.

Ondersteuning bij implementatie

Een gecoördineerde implementatie is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle realisatie van de e-overheidsdoelstellingen.HetprogrammaEGEMi-teamsen Het Waterschapshuis kunnen deze implementatie ondersteunen, door partijen te helpen met het maken van een implementatieplan.

Voor de basisvoorzieningen en voorbeeldprojecten die thans in het NUP staan beschreven bestaan overigens ook eigen, inhoudelijke implementatieteams. De i-teams hebben in dit verband een verwijsfunctie.

De organisatie

De realisatie van de e-overheid vraagt om goede samenwer-king tussen de vele betrokken overheden en andere belang-hebbende partijen. De wijze waarop deze samenwerking gestalte krijgt is vernieuwd. Voor de regie, aansturing, voort-gang en samenhang op politiek-bestuurlijk niveau vindt er overheidsbreed overleg plaats in de Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-overheid. De Bestuurlijke Regiegroep wordt ondersteund door de Ambtelijke Regiegroep.

De Bestuurlijke Regiegroep Dienstverlening en e-overheid

De Bestuurlijke Regiegroep, onder voorzitterschap van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties, stuurt de realisatie van het NUP. In deze regiegroep

12

zijn alle relevante overheidspartijen vertegenwoordigd die noodzakelijk zijn voor de gezamenlijke regie op het gebruik van en de aansluiting op de e-overheid: overheidskoepel-organisaties, departementen en de Manifestgroep (de grote uitvoeringsorganisaties).

De Ambtelijke Regiegroep Dienstverlening en e-overheid

De Ambtelijke Regiegroep heeft een onafhankelijke voorzitter en voert de besluiten van de Bestuurlijke Regiegroep uit. Dat betekent dat ze onder meer verantwoordelijk is voor:

• hetaansprekenvanallebetrokkenpartijenophunrolenverantwoordelijkheid bij de totstandkoming van het pro-gramma;

• deafstemmingmetkoepelorganisaties,departementenende Manifestgroep;

• debewakingvandesamenhangtussenbasisvoorzieningenen voorbeeldprojecten;

• devoortgangsbewakingvanprogramma’senprojecten;• deintegratievandebasisregistraties;• deharmonisatievandeimplementatieaanpakbijdebasis-

voorzieningen en voorbeeldprojecten;• deversterkingvanonderlingekennisuitwisseling;• hetinbrengenvanwensenvanburgersenbedrijven,waar-

door het NUP vraaggericht zal zijn;• deregievandecommunicatienaaralleoverhedenoverde

voortgang van het hele programma.

Planning

Voor alle onderdelen van het NUP zijn afspraken gemaakt over de datum waarop deze gerealiseerd moeten zijn. De uiterste datum waarop alle partijen aangesloten moeten zijn is 1 januari 2011. Voor alle voorzieningen geldt dat aange-gane verplichtingen en afspraken over prioriteitstelling blijven gelden, ook na 1 januari 2011.

13

Financiering

De ontwikkeling van basisvoorzieningen wordt gefinancierd door de overheidsorganisatie die verantwoordelijk is voor de betreffende voorziening. In algemene zin is de rijksoverheid in principe verantwoordelijk voor de landelijke infrastructurele basisvoorzieningen. De exploitatie en beheer van basisregistraties zijn/worden budgetgefinancierd, mits dit doelmatig en budgettair neutraal vorm te geven is.Er is een werkgroep die dit onderzoekt. Budgetfinanciering is een bekostigingswijze, waarbij de kosten voor exploitatie en beheer niet naar rato van verbruik worden doorberekend aan gebruikers, maar uit de begroting van het verantwoordelijke departement worden gefinancierd. Dat betekent dat over-heden geen rekeningen meer over en weer hoeven te sturen voor het gebruik van elkaars gegevens.

Meer informatie

Wilt u na het lezen van deze brochure meer informatie over het NUP, de bouwstenen en de voorbeeldprojecten hebben? Kijk dan op www.e-overheid.nl

NUP Meldpunt

Heeft u klachten en/of opmerkingen over het NUP? Wilt u melden dat de uitvoering van het NUP niet goed verloopt of heeft u vragen? Neemt u dan contact op met:

NUP MeldpuntTelefoon 070 889 61 37E-mail: info@e-overheid.nlFormulier: www.e-overheid.nl/sites/nup/contact

14

15

16

Deel 2

Negentien NUP-bouwstenen

Het NUP telt negentien basisvoorzieningen, die de nood- zakelijke randvoorwaarden zijn voor goed elektronisch verkeer tussen de overheid en burgers en bedrijven. De basisvoorzieningen zijn ingedeeld in vijf categorieën: e-toegang, e-authenticatie, nummers, basisregistraties en e-informatieuitwisseling.

e-toegang

1. Webrichtlijnen

Informatie op websites die voldoen aan de webrichtlijnen is toegankelijk voor iedereen, onafhankelijk van de gebruikte software of hardware. Voor het bouwen van websites bestaan internationaal erkende afspraken in de vorm van webstan-daarden. De Nederlandse overheid heeft deze standaarden samengebracht in het kwaliteitsmodel Webrichtlijnen. Dit model telt 125 kwaliteitseisen om te komen tot betere overheidswebsites, die toegankelijk zijn voor alle gebruikers.

2. Samenwerkende catalogi

Deze NUP-bouwsteen zorgt ervoor dat gebruikers informatie kunnen vinden, ook al zoeken zij op de website van de over-heidslaagdiehiernietovergaat.Gebruikerskomennietmeervoor een ‘dichte deur’ te staan, maar worden naar het juiste loket geleid. Dat betekent dat burgers en bedrijven op de websites van deelnemende overheden goed en snel informa-tie vinden over producten en diensten die ze nodig hebben.

3. Antwoord voor Bedrijven

Bij dit portaal kunnen alle ondernemers terecht voor alle actuele en relevante overheidsinformatie, bijvoorbeeld over regelgeving, vergunningen en rijkssubsidies. Doel van Antwoord© voor Bedrijven is het verbeteren van de elektro-nische dienstverlening van de overheid aan ondernemers en het verminderen van de administratieve lasten door het vraaggericht ontsluiten van informatie en diensten.

17

4. MijnOverheid.nl

Deze voorziening is een persoonlijke en veilige webomgeving, waarmee burgers zaken doen en informatie uitwisselen met de gehele overheid, waar en wanneer ze dat maar willen en zo snel en goedkoop mogelijk. Denk aan belastingaangifte, het aanvragen van een uitkering, bouw- of kapvergunning. Aansluiting op MijnOverheid.nl betekent voor overheden dat hun diensten gemakkelijker vindbaar zijn en dat ze gemak-kelijker berichten kunnen sturen naar specifieke groepen burgers, bijvoorbeeld de bewoners van een bepaalde wijk.

5. Antwoord©

Een aantal overheden werkt samen aan de realisatie van een dienstverleningsconcept, een multichannel loket waar burgers en bedrijven met vrijwel al hun vragen terecht kunnen: een klantcontactcentrum (KCC). In het NUP is afgesproken dat alle gemeenten met meer dan 100.000 inwoners een KCC inrichten dat is aangesloten op het 14+ netnummer. Ook is afgesproken dat informatie over producten van provincies en waterschappen aan de gemeentelijke klantcontactcentra beschikbaar wordt gesteld.

e-authenticatie

6. DigiD burger

DigiDishetgemeenschappelijke,digitaleauthenticatiesys-teem voor de overheden, waarmee ze elektronisch de identi-teit kunnen verifiëren van burgers die van overheidsdiensten gebruik maken. Zo kunnen overheden betrouwbaar met bur-gers zaken doen. Een burger kan met zijn eigen, unieke DigiD via internet communiceren met overheidsorganisaties en transacties afhandelen. Eén gebruikersnaam en wachtwoord voldoen daarbij. DigiD voorkomt dus dat elke overheidsinstel-lingeeneigenauthenticatiesysteemmoetontwikkelenendraagt daardoor bij aan de efficiëntie van de overheid.

7. Gemeenschappelijke machtigingsvoorziening (GMV)

DeGMViseenlandelijke,gemeenschappelijkevoorzieningdie het gebruik van machtigingen voor elektronische overheidsdienstverlening mogelijk maakt voor burgers en

18

bedrijven. Met deze voorziening wordt het mogelijk een ander te machtigen - namens jezelf - elektronisch diensten van de overheid af te nemen. Bijvoorbeeld iemand die een belastingconsulent inschakelt voor de elektronische aangifte van inkomstenbelasting. Met behulp van deze machtigings-functionaliteit kan worden voorkomen dat mensen hun DigiD-wachtwoord uitlenen, of dat onbevoegden zich toegang verschaffen tot vooringevulde gegevens.

8. eHerkenning voor bedrijven (DigiD voor bedrijven)

Het programma eHerkenning voor bedrijven is het vervolg op het huidige DigiD voor bedrijven, daarom is het programma nu ook zo genoemd. De eisen en wensen van de bedrijven gaan verder dan het huidige programma op dit moment kan bieden. Om betrouwbaar, gemakkelijk en veilig digitaal zaken te kunnen doen hebben bedrijven behoefte aan een aantal extra voorzieningen. In het het programma eHerken-ning gaan bedrijven samen met partijen die op de markt van e-herkenning actief zijn een netwerk voor e-herkenning opzetten. Deelnemers maken afspraken om bestaande oplossingen breder te gaan toepassen en aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Het streven is om eind 2009 op basis van de marktconsultatie een eerste versie van het stelsel van afspraken gereed te hebben.

Nummers

9. Burgerservicenummer (BSN)

Het BSN is een uniek persoonsnummer, voorheen het sofi-nummer. De overheid hanteert in haar contacten met burgers, maar ook in de uitwisseling van gegevens tussen overheden, slechts één uniek persoonsnummer: het burgerservicenum-mer (BSN). Het BSN maakt het efficiënt en betrouwbaar uitwisselen van persoonsgegevens tussen burger en overheid en tussen overheden onderling mogelijk. Het BSN levert een bijdrage aan de bestrijding van identiteitsfraude en helpt de administratieve lasten van burgers terug te dringen.

19

basisregistraties

Basisregistraties zijn gegevensbronnen die op één plaats worden bijgehouden en door alle andere overheden worden gebruikt.

10. Gemeentelijke Basisregistratie Personen (GBA)

DeGBAisdeenigeenuniekebronvanpersoonsgegevensvan Nederlandse ingeschrevenen. De regelgeving voor de GBAalsbasisregistratieisop1april2007inwerkinggetre-den en wordt tot 2010 binnen de gehele overheid ingevoerd. Persoonsgegevens en een goed werkende basisregistratie zijn nodig voor de effectieve uitvoering van overheidstaken en een adequaat dienstverleningsniveau van de overheid. Elke gemeenteactualiseertenbeheertdegegevensindeGBAvoor de eigen inwoners.

11. Registratie Niet Ingezetenen (RNI)

De RNI is het register voor natuurlijke personen die niet inNederland zijn gevestigd, maar wel relaties met de Neder-landse overheid onderhouden. Een Poolse schilder die steeds voor twee maanden in Nederland werkt, woont niet in Neder-land maar heeft wel een relatie met de Nederlandse overheid. Dat geldt ook voor een Nederlander die aan de Spaanse kust van zijn AOW geniet. Aangezien ze niet in Nederland wonen, wordenhungegevensnietbijgehoudenindeGemeentelijkeBasisadministratie(GBA).Deverschillendeoverheidsorganenhouden elk hun eigen registratie van deze ‘niet-ingezetenen’ bij. In de RNI worden enkele algemene gegevens van die registraties gebundeld tot één geheel. Verder worden de iden-tificerende gegevens, het burgerservicenummer (BSN) en het buitenlandse adres van niet-ingezetenen vastgelegd. Deze gegevenskunnen-netalsdeGBA-wordengebruiktdooralle daartoe geautoriseerde overheidsorganisaties.

12. Nieuw Handelsregister (NHR)

De Kamer van Koophandel werkt aan en beheert een nieuw Handelsregister, dat de basisregistratie wordt voor onder-nemingen en rechtspersonen (verenigingen, stichtingen). Alle overheden worden tussen 2008 en 2014 op het NHR aange-

20

sloten. Door de koppeling aan andere basisregistraties draagt het NHR bij aan een efficiëntere overheid en een betere dienstverlening aan ondernemers.

13. Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)

DeBAGiseendoorgemeentenbijgehoudenbasisregistratiemet gegevens over adressen en gebouwen. Alle overheden kunnen deze gegevens afnemen en zijn vanaf medio 2011 verplicht ze te gebruiken.

14. Basisregistratie Topografie (BRT)

De BRT is de unieke bron voor alle midden- en kleinschalige topografische kaarten (schaal van 1:10.000, later ook kaarten op kleinere schaal), waarmee overheden gemakkelijk met elkaar geografische informatie kunnen uitwisselen. Het Kadaster is houder van de BRT.

15. Basisregistratie Kadaster (BRK)

De BRK registreert kadastrale informatie over percelen, eigendom,hypotheekenzelfstandigbeperkterechten,zoalserfpacht, opstal en vruchtgebruik. Het BRK fungeert als basisregistratie, aangezien veel overheden de kadastrale gegevens gebruiken als basis voor hun eigen werkprocessen.

16. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)

DeGrootschaligeBasiskaartNederland(GBKN)endegrootschalige topografie van de topografie-producerende gemeenten(TPG)vormen,samenmetbrongegevensvanRijkswaterstaat, ProRail, provincies en waterschappen, de BGT.Gegevenshoevendoordezebundelingnogmaaréénmaal te worden ingewonnen, terwijl ze meervoudig kunnen worden gebruikt.

e-informatieuitwisseling

17. OverheidsServiceBus (OSB)

De OSB is een eenduidige, innovatieve en veilige voorziening die diverse soorten berichten vervoert, zoals het berichten-verkeer van basisregistraties tussen serviceaanbieders en

21

-afnemers. Het gaat dus om de logistiek van het berichten-verkeer, niet om de inhoud. De OSB is noodzakelijk voor de ontsluiting van basisregistraties. Met deze basisvoorziening kan het streven naar ‘eenmalige gegevensverstrekking, meervoudig gebruik’ worden gerealiseerd. In de toekomst kan de OSB voor bijna alle soorten gegevensuitwisseling binnen de overheid worden gebruikt.

18. TerugMeldFaciliteit (TMF)

Een overheidsorganisatie die gegevens gebruikt uit een van de basisregistraties kan vermoeden dat de gegevens onjuist zijn en is dan verplicht dit te melden. Met de TMF kan deze organisatie via één centraal punt zijn vermoeden melden, waarna de melding naar de betreffende instantie gaat. Elke gebruiker draagt er zo aan bij dat de gegevens in de basis-registraties een zo hoog mogelijke kwaliteit hebben.

19. Gemeenschappelijke Ontsluiting Basisregistraties (GOB)

DeGOBiseenstelselvanafspraken,standaarden,voor-waarden en voorzieningen die helpen de ontsluiting van de basisregistraties uniform en eenduidig te laten plaatsvinden. De Stelselcatalogus is zo’n voorziening, waarin de structuur van het stelsel van basisregistraties is beschreven. DoordeGOBwordthetvooroverhedenveeleenvoudigeromde basisregistraties te gebruiken.

Onderlinge afhankelijkheid

De meeste NUP-bouwstenen kunnen onafhankelijk van elkaar worden ontwikkeld. Als losstaande bouwstenen leveren ze echter geen toegevoegde waarde. De OverheidsServiceBus (OSB),deTerugMeldFaciliteit(TMF)endeGemeenschappe-lijkeOntsluitingBasisregistraties(GOB)hebbenbijvoorbeeldgeen enkele waarde zolang de basisregistraties niet daarop zijn aangesloten.

De Front-Office-programma’s Antwoord©, Antwoord© voor Bedrijven en MijnOverheid.nl vullen elkaar aan en delen in toenemende mate elkaars componenten.

22

23

24

Deel 3

Zes voorbeeldprojecten

1. Omgevingsloket ten behoeve van omgevings- en

watervergunning

De omgevings- en watervergunning is één geïntegreerde vergunning met één loket, één bevoegd gezag en één hand-havende instantie voor aanleggen, bouwen, wonen, monu-menten, ruimte, natuur en milieu. Het ministerie van VROM wil met dit project de regelgeving reduceren en verbeteren, zodat ze burgers en bedrijven minder tijd en geld kost. De voor-ziening maakt bijvoorbeeld gebruik van DigiD voor burgers enbedrijvenenheefteenkoppelingmetdeGBA.Daardoorzullen aanvragen sneller verlopen en administratieve lasten afnemen.

2. Digitaal Klantdossier werk en inkomen (DKD)

Het DKD is een virtueel dossier voor werk en inkomen. Dat wilzeggendatdesystemenvandeketenpartnersCWI,UWVen de gemeentelijke sociale diensten zodanig met elkaar zijn verbonden, dat op elk gewenst moment de benodigde informatie kan worden opgevraagd. Medewerkers in de keten kunnen zo op eenvoudige en verantwoorde wijze gegevens delen ten behoeve van de dienstverlening aan de klant, maar ook ten behoeve van de stroomlijning van de eigen dienst-verleningsprocessen. Burgers worden dus niet meer gecon-fronteerd met onnodige uitvraag van allerlei gegevens: het DKD ondersteunt de eenmalige gegevensuitvraag. Het DKD is aangesloten op diverse NUP-bouwstenen, waaronder de GBA,hetNHR,hetBSN,DigiDenMijnOverheid.nl.

3. 1 loket voor verzuim en voortijdig schoolverlaten

HetministerievanOCWheeftsamenmetdeIB-Groepeneen aantal pilot-gemeenten een digitaal loket voor verzuim en voortijdig schoolverlaten ontwikkeld. Het loket zorgt ervoor dat scholen nog maar op één plaats en op een uniforme manier het verzuim hoeven te melden. Vervolgens stelt het loket de juiste gemeente op de hoogte. Dat scheelt scholen en overheden veel werk en resulteert in betrouwbare gege-vens. Het loket maakt gebruik van de NUP-bouwstenen OSB, BSNenGBA.

25

4. Regelhulp en digitalisering Wmo

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft als doel ‘meedoen’: de wet moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en meedoen in de samenleving. Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen vormen een belangrijk deel van de doelgroep. Er zijn nogal wat andere wetten die zich eveneens op deze doelgroep richten, hetgeen tot grote administratieve lasten leidt bij bur-gers én professionals. De inzet van ICT verlaagt de lasten en maakt de uitvoering van de wetten efficiënter. Een belangrijk onderdeel is Regelhulp, een website die gehandicapten, chro-nisch zieken, maar ook gemeenteambtenaren en zorgprofes-sionals informeert over voorzieningen in de zorg en sociale zekerheid. Het voorbeeldproject maakt gebruik van diverse NUP-bouwstenen, zoals BSN, DigiD burger en webrichtlijnen.

5. Verwijsindex risico’s jeugdigen (VIR)

De VIR, voorheen Verwijsindex risicojongeren, is een ICT-toepassing die risicomeldingen registreert van jongeren tot 23 jaar. Bij deze jongeren doen zich problemen voor waar-doorhunlichamelijke,psychische,socialeen/ofcognitieveontwikkeling wordt bedreigd en zij buiten de maatschappij dreigen te vallen. Hulpverleners uit de jeugdketen melden het risico. Wanneer er al eerdere meldingen over een jongere zijn gedaan, worden betrokken instanties geïnformeerd over elkaars melding. Het resultaat van de betere informatie-uitwisseling in de jeugdketen is dat organisaties minder langs elkaar heen werken. De VIR maakt gebruik van de NUP-bouwstenenOSB,BSNenGBA.

6. Dienstenloket

In alle EU-lidstaten wordt de Dienstenrichtlijn ingevoerd. Het doel van de richtlijn is om het dienstverleners gemakkelijker te maken in de Europese Unie te ondernemen, door middel van het verminderen of wegnemen van regelgeving, admi-nistratieve lasten en hoge kosten. In alle lidstaten komt er een centraal, elektronisch Dienstenloket waar de binnen- en buitenlandse dienstverleners informatie kunnen vinden en hun zaken met de overheid kunnen regelen, zoals het aanvragen en verkrijgen van vergunningen. Ook het Dienstenloket maakt gebruik van een groot aantal NUP-bouwstenen.

26

27

Colofon

UitgaveRENOIR, in opdracht van de Vereniging van Nederlandse gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voor een complete en exacte weergave van alle afspraken wordt verwezen naar de volledige tekst van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (bijlage bij Tweede Kamer, 29362, nr. 148).

Redactietoelis tekst|communicatie

BeeldRENOIR, Stichting ICTU

FotografieRENOIR, Stichting ICTU

Grafische vormgevingNew Case, Den Haag

DrukDen Haag Offset, Rijswijk

Den Haag, juni 2009