Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

119
Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020 Agenda bijlagen presentatie voorzittersoverleg-18nov2020.pdf 01 Opening en vaststelling agenda 1. Agenda voorzittersoverleg 18-11-2020.docx 02 Conceptverslag voorzittersoverleg d.d. 16 september 2020 2. Conceptverslag voorzittersoverleg 16 september 2020.pdf 02.a Standaardmededeling naar AB's over VZ-overleg (Manager P&V) 2a Standaardmededeling naar AB over VZ-overleg .pdf 03 Planning & Control 03.a Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening (Controller RNH) 3a1 Uurtarieven en prestatieafrekening.docx 3a2 Verslag ambtelijk overleg uurtarieven RNH.docx 3a3 Aangevulde presentatie uurrtarieven en afrekenscenario's.pdf 03.b Voorstel data voorzittersoverleg 2021 3b Vergaderschema 2021_concept.docx 04 Visie en uitvoeringsprogramma 04.a Mededeling voortgang visies en uitvoeringsprogramma's recreatieschappen (Manager P&V) 4a Visietrajecten november 2020 SPW GAB RAUM TW en GGA.docx 04.b Reactie RNH en recreatieschappen op 80% Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (Manager P&V) 4b Reactie RNH Visie RecreatieToerisme Noord-Holland.docx 04.c Presentatie Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (programmamanager visie provincie en Bureau Buiten) 4c Visie Recreatie & Toerisme Noord-Holland_concept80%.pdf 05 Meerjaren beheer 05.a Uitkomst overleg lange termijn afspraken erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer (Manager P&V) 5a Uitkomst lange termijnafspraken erfpacht met SBB.docx 05.b Mededeling Bezoekersmanagement (Manager P&V) 5b1 Mededeling Bezoekersmanagement.docx 5b2 Notitie Lusten en lasten in tijden van corona.pdf 05.c Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling (Manager P&V) 5c1 Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling.pdf 5c2 Bijlage nota werkwijze uitgifte.pdf 5c3 Bijlage tabel uitgifte prijzen.pdf 05.d Deelname Hoge Nood App (Manager P&V) 5d1 Voorstel Hoge Nood App.docx 5d2 Hoge Nood-Brochure.pdf 06 Organisatie 06.a Besluitvorming Bestuursopdracht (Sectormanager Groen provincie) 6a Bestuursbureau recreatieschappen NH versie 16 nov.docx 07 Mededelingen 08 Agenda vergadering woensdag 27 januari 2021 \- Inrichting bestuursbureau \- Erfpachtcontracten Staatsbosbeheer \- Uitwerking Druktemonitor \- Uitvoeringsprogramma recreatie & toerisme provincie Noord\-Holland \- Mandaatregeling 09 Rondvraag

Transcript of Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Page 1: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agenda bijlagen

presentatie voorzittersoverleg-18nov2020.pdf

01 Opening en vaststelling agenda1. Agenda voorzittersoverleg 18-11-2020.docx

02 Conceptverslag voorzittersoverleg d.d. 16 september 20202. Conceptverslag voorzittersoverleg 16 september 2020.pdf

02.a Standaardmededeling naar AB's over VZ-overleg (Manager P&V)2a Standaardmededeling naar AB over VZ-overleg .pdf

03 Planning & Control03.a Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening (Controller RNH)

3a1 Uurtarieven en prestatieafrekening.docx

3a2 Verslag ambtelijk overleg uurtarieven RNH.docx

3a3 Aangevulde presentatie uurrtarieven en afrekenscenario's.pdf

03.b Voorstel data voorzittersoverleg 20213b Vergaderschema 2021_concept.docx

04 Visie en uitvoeringsprogramma04.a Mededeling voortgang visies en uitvoeringsprogramma's recreatieschappen (Manager P&V)

4a Visietrajecten november 2020 SPW GAB RAUM TW en GGA.docx

04.b Reactie RNH en recreatieschappen op 80% Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (ManagerP&V)

4b Reactie RNH Visie RecreatieToerisme Noord-Holland.docx

04.c Presentatie Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (programmamanager visie provincie enBureau Buiten)

4c Visie Recreatie & Toerisme Noord-Holland_concept80%.pdf

05 Meerjaren beheer05.a Uitkomst overleg lange termijn afspraken erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer (Manager P&V)

5a Uitkomst lange termijnafspraken erfpacht met SBB.docx

05.b Mededeling Bezoekersmanagement (Manager P&V)5b1 Mededeling Bezoekersmanagement.docx

5b2 Notitie Lusten en lasten in tijden van corona.pdf

05.c Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling (Manager P&V)5c1 Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling.pdf

5c2 Bijlage nota werkwijze uitgifte.pdf

5c3 Bijlage tabel uitgifte prijzen.pdf

05.d Deelname Hoge Nood App (Manager P&V)5d1 Voorstel Hoge Nood App.docx

5d2 Hoge Nood-Brochure.pdf

06 Organisatie06.a Besluitvorming Bestuursopdracht (Sectormanager Groen provincie)

6a Bestuursbureau recreatieschappen NH versie 16 nov.docx

07 Mededelingen08 Agenda vergadering woensdag 27 januari 2021

\- Inrichting bestuursbureau\- Erfpachtcontracten Staatsbosbeheer\- Uitwerking Druktemonitor\- Uitvoeringsprogramma recreatie & toerisme provincie Noord\-Holland\- Mandaatregeling

09 Rondvraag

Page 2: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

10 Sluiting

Page 3: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agenda bijlagen

1 presentatie voorzittersoverleg-18nov2020.pdf

VISIE RECREATIE & TOERISME NOORD-HOLLAND

Voorzittersoverleg

18 november 2020

1

Page 4: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Programma

• Presentatie Visie Recreatie en Toerisme • Toelichtende vragen / discussie

2

Page 5: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Visie Recreatie & Toerisme…

3

Page 6: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Visie Recreatie & Toerisme

4

Muiderslot. Bron: Liniebureau Nieuwe Hollandse Waterlinie

Page 7: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Samengevat

• Optimaliseren toegevoegde waarde welvaart en welzijn

• Sturen op balans druk en draagkracht en duurzaamheid door management en ontwikkeling van bestemmingen

• Gezamenlijk en gebiedsgerichte aanpak

• Aandacht voor meekoppelkansen en synergie met andere beleidsvelden

5

Page 8: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Ambitie

6

Heel Noord-Holland profiteert van recreatie & toerisme (coalitieakkoord) • Voldoende adequaat toeristisch en recreatief aanbod creëren; • Toegevoegde waarde recreatie & toerisme voor welvaart en welzijn

optimaliseren; • Unieke kwaliteiten van Noord-Holland benutten (landschap, cultureel

erfgoed e.d.)

Page 9: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Opgaven

• Toenemende vraag van recreanten en toeristen accommoderen

• Juiste balans tussen toeristisch-recreatieve druk en draagkracht omgeving bereiken en behouden

• Kwaliteit van het aanbod versterken door benutten van unieke kwaliteiten

7

Page 10: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Strategie

Bestemmingsmanagement en -ontwikkeling, geldt zowel voor recreatie als toerisme

Bestemmingsmanagement, actielijnen: • Druk & Draagkracht; • Data & Onderzoek; • Informatie & Communicatie; • Goede samenwerking & Afspraken

Bestemmingsontwikkeling, actielijnen: • Aanbodontwikkeling; • Productontwikkeling; • Koppelkansen identificeren & verzilveren

(landbouw, natuur, energie, klimaatadaptatie, cultuurhistorie etc.)

Page 11: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Voorwaarden

• Regionale aanpak; • Toekomstgericht & duurzaam ondernemen; • Goede bereikbaarheid voor alle modaliteiten; • Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit.

Page 12: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Doorkijk naar uitvoering

• 2021 start binnen huidige capaciteit en middelen • Start met bestemmingsmanagement

• 2022 en verder: extra inzet afhankelijk van toekomstige besluitvorming over de financiële inzet hiervoor

10

Page 13: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

11

Page 14: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

01 Opening en vaststelling agenda

1 1. Agenda voorzittersoverleg 18-11-2020.docx

Recreatie Noord-Holland NV 1

AGENDA

Bijeenkomst : Voorzittersoverleg recreatieschappen RNH Datum : 18 november 2020Tijd : van 9:00 tot 10:30 uur Locatie : digitaal via MS teams

1. Opening en vaststellen agenda- Kennismaken met de nieuwe vice- voorzitter van het RAUM: Hr. S. Nieuwland

2. Conceptverslag voorzittersoverleg d.d. 16 september 2020a. Standaardmededeling naar AB’s over VZ- overleg (bijlage; Manager P&V)

3. Planning & Controla. Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening (bijlagen; controller RNH)b. Voorstel data voorzittersoverleg 2021 (bijlage)

4. Visie en uitvoeringsprogrammaa. Mededeling Voortgang visie en uitvoeringsprogramma’s recreatieschappen (bijlage; Manager P&V)b. Reactie RNH en recreatieschappen op 80% Visie recreatie & toerisme provincie Noord Holland (bijlage; Manager P&V)c. Presentatie Visie recreatie & toerisme provincie Noord Holland (bijlage 80% versie; programmamanager visie provincie en bureau Buiten)

5. Meerjaren beheera. Uitkomst overleg lange termijn afspraken Erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer (bijlage; Manager P&V)b. Mededeling Bezoekersmanagement (bijlagen; Manager P&V)c. Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling 3 bijlagen; Manager P&V)d. Deelname Hoge Nood app (bijlagen; Manager P&V)

6. Organisatiea. Besluitvorming Bestuursopdracht (bijlage; Sectormanager Groen provincie)

7. Mededelingen

8. Agenda vergadering woensdag 27 januari 2021 9.00 tot 10.30 uur:- Inrichting bestuursbureau- Erfpachtcontracten Staatsbosbeheer- Uitwerking Druktemonitor- Uitvoeringsprogramma recreatie & toerisme provincie Noord Holland- Mandaatregeling

9. Rondvraag

10. Sluiting

Page 15: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

02 Conceptverslag voorzittersoverleg d.d. 16 september 2020

1 2. Conceptverslag voorzittersoverleg 16 september 2020.pdf

Verslag van het voorzittersoverleg recreatieschappen gehouden op woensdag 16 september 2020 via MS Teams. Aanwezig: mevrouw Zaal (voorzitter), de heer Diepstraten, mevrouw Groenewoud, mevrouw Langenacker, de heer Nieuwenhuizen, mevrouw van Weel-Niesten, mevrouw Van Goor, de heer Louwman, de heer Gilliam, de heer Rolleman, mevrouw Willems, de heer Dorscheidt, de heer Rodenburg en de heer Hartog (verslag). Afwezig: de heer Biermann 1. OPENING EN VASTSTELLING AGENDA

Mevrouw Zaal opent haar 1e vergadering als voorzitter. Mevrouw Langenacker is tot 10:00 uur aanwezig. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2. CONCEPTVERSLAG 15 mei 2020 Het conceptverslag wordt ongewijzigd vastgesteld met dank aan de notulist. Naar aanleiding van: 5a Voortgang korte en termijn afspraken erfpachtcontracten met SBB De brief aan SBB is verzonden. Dit onderwerp staat tevens onder 5a op deze agenda.

3. PLANNING & CONTROL a. Voorstel uurtarieven RNH De deelnemers vinden het een technisch verhaal en vragen het voorstel eerst ambtelijk voor te bespreken met de adviescommissieleden. Het voorzittersoverleg besluit dat het voorstel terugkomt op de agenda op 18 november a.s. nadat het in alle adviescommissies van de schappen is besproken. Het kan daarna geagendeerd worden in alle AB-vergaderingen in november/ december. b. Mededeling voortgang Corona en evenementen Medio juni is een brief verzonden naar de ondernemers van de schappen met daarin het in het vorig voorzittersoverleg besproken voorstel. De reacties van de ondernemers waren over het algemeen positief en men waardeert het meedenken van RNH. We kunnen nu de facturen gaan sturen voor de 15% van de vaste gebruiksvergoeding. Het voorzittersoverleg neemt kennis van de mededeling.

4. VISIE- EN UITVOERINGSPROGRAMMA a. Mededeling voortgang visie en uitvoeringsprogramma’s recreatieschappen Dit overzicht geeft inzicht in de stand van zaken van de ambitietrajecten. Het voorzittersoverleg neemt kennis van de mededeling.

Page 16: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

b. Mededeling Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland Mevrouw van Goor geeft een toelichting op het visietraject. Met de in de verschillende regio’s gehouden gesprekstafels is veel informatie opgehaald. In samenwerking met Bureau Buiten wordt deze informatie verwerkt in een concept visie. Het streven is om deze eind oktober / begin november open te stellen voor inspraak. Speerpunten in de visie zijn: - Spreiding van bezoekers(stromen); - Ontwikkelen van nieuwe toeristische mogelijkheden; - Regionale – gebiedsgerichte aanpak - Data onderzoek naar de drukte in de gebieden in relatie tot de draagkracht van de gebieden - Bereikbaarheid - Koppelkansen - Goed gastheerschap – met name in de horeca. De deelnemers benadrukken het belang van samenwerking op het gebied van data onderzoek. Daarnaast vragen zij specifieke aandacht voor mobiliteitsstromen en dan met name voor de fietser en het klimaat vraagstuk. Zij doen de provincie de suggestie om de schapsvisies mee te nemen in het recreatiebeleid. Ook vragen zij de provincie om de gemeenten als deelnemers van de recreatieschappen en het algemeen bestuur te betrekken bij het vervolgproces. De voorzitter geeft aan dat zij gaat kijken wanneer het goed moment zou zijn om de conceptvisie op de agenda’s van de schapsbesturen te plaatsen. Daarnaast worden de uitvoeringsprogramma’s

per regio uitgerold en zullen de partners daarin worden betrokken.

5. MEERJAREN BEHEER a. Mededeling voortgang korte en lange termijn afspraken erfpachtcontracten met

Staatsbosbeheer (SBB) De heer Rolleman geeft een toelichting. Voor de korte termijn zijn al afspraken gemaakt. Op 4

november zullen de conclusies over de lange termijn afspraken, die SBB, RNH en vertegenwoordigers vanuit de gemeenten van de 3 schappen onder begeleiding van P2 hebben getrokken, met de directeur van SBB door de 3 voorzitters van GGA, TW en SPW worden besproken.

Het voorzittersoverleg neemt met instemming kennis van de mededeling en complimenteren de betrokkenen met het behaalde (voorlopige) resultaat. b. Mededeling Druktemonitor Naar aanleiding van een vraag van het vorige voorzittersoverleg geeft de heer Rolleman aan dat er geen real time informatie beschikbaar is over de bezoekersaantallen in de recreatiegebieden. De provincie neemt dit mee in de visie Recreatie & Toerisme. Er is behoefte aan een éénduidige methodiek om de drukte te meten. De deelnemers doen de suggestie om contact te leggen met de gemeenten. Daar is veel kennis over crowd management beschikbaar. Zo ook bij de evenementenorganisatoren, deze kennis moeten we ook benutten. Er is een duidelijke behoefte bij de deelnemers aan informatie om te kunnen sturen als het te druk wordt in bepaalde gebieden. Het voorzittersoverleg: - neemt kennis van de mededeling; - geeft RNH opdracht om nadere voorstellen voor betere informatie uitwisseling uit te werken in samenwerking met de provincie, gemeenten, evenementenorganisatoren en andere terrein beherende organisaties; - bepaalt dat dit terugkomt op de agenda van het voorzittersoverleg alvorens te agenderen voor de besturen.

Page 17: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

6. ORGANISATIE

a. Mededeling Voortgang bestuursopdracht De voorzitter geeft aan dat het adviesrapport van Kokxdevoogd in het vooroverleg van de voorzitters is besproken. Zij stemmen in met de conclusies met uitzondering van het 4e punt over de vorming van een “bestuursbureau” bij de provincie. Hiervoor wordt een bredere verkenning uitgezet. Het rapport is besproken met RNH en zij kunnen zich goed vinden in de voorstellen zoals deze er nu liggen en zijn in afwachting van de nadere uitwerking. De voorzitter benadrukt dat de uitwerking op een zorgvuldige wijze zal plaatsvinden. Hierbij zal aandacht zijn voor het meenemen van de raden in de besluitvorming en het aspect van de bestuurlijke drukte. b. Mededeling Procesaanpak governance recreatieschap Geestmerambacht De heer Nieuwenhuizen geeft een toelichting. Door de fusie van Heerhugowaard en Langedijk blijven er slechts 2 deelnemers over in de gemeenschappelijke regeling. De vraag is of daarvoor een zware regeling zoals de huidige GR in stand moet blijven. Daarnaast wordt gekeken naar de meeste efficiënte wijze van beheer(der) van de recreatiegebieden.

7. MEDEDELINGEN a. Infographic 2019 van het routebureau van Recreatie Noord-Holland De heer Rolleman geeft aan dat het routebureau inmiddels een behoorlijk netwerk heeft opgebouwd met opdrachtgevers verspreidt over de gehele provincie. De deelnemers vinden de data interessant en stellen voor om deze aan te vullen met een toekomstbeeld. De heer Gilliam beaamt dat het doel is om een provincie dekkend netwerk te beheren en in stand te houden. Samen met Bureau Buiten is een onderzoek gestart naar de beleving van routes. De uitkomst van dit onderzoek zal

worden gedeeld met de voorzitters. b. Werkwijze zienswijzen recreatieschappen De heer Gilliam geeft een toelichting. Bestuurders ervaren een ongemakkelijk positie als zij namens het recreatieschap een visie moeten geven op beleidsnota’s van de eigen organisatie. Hij is echter van mening dat RNH geen inhoudelijke ambtelijke reactie kan geven namens het recreatieschap. In de notitie in een werkwijze beschreven die met het bestuur van Twiske-Waterland is afgesproken en die tegemoet komt aan bovenvermelde bezwaren. RNH kan daarnaast wel input leveren aan de vertegenwoordigers van gemeenten om deze namens het recreatieschap mee te nemen in hun zienswijze. Het voorzittersoverleg besluit in te stemmen met: - de voorgestelde werkwijze; - het nog op de oude wijze indienen van een reactie op de regionale energiestrategie voor

recreatieschap Spaarnwoude waarbij zij zullen benadrukken dat het een reactie van het recreatieschap betreft en niet van RNH;

- RNH vroegtijdig te betrekken bij relevante opgaven, en binnen de eigen organisaties: - de nieuwe werkwijze kenbaar te maken; waarbij indien er vanuit een gemeente/provincie

behoefte is op een reactie vanuit het schap dit specifiek gevraagd zal worden.

Page 18: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

c. Bewapening BOA’s RNH is van mening dat het zichtbaar dragen van een wapenstok en pepperspray nodig is voor de BOA’s om veilig hun werk in de gebieden te kunnen doen. Tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden als gastheer/gastvrouw in de gebieden kunnen zij in situaties terechtkomen die als bedreigend worden ervaren. Het Ministerie heeft de bevoegdheid voor het dragen van de bewapening niet verlengd en het bezwaarschrift tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Hiertegen zal beroep ingesteld worden bij de rechter. Waarbij onder andere wordt gewezen op het feit dat BOA’s werkzaam bij bijvoorbeeld Staatbosbeheer wel bewapeningsbevoegdheid hebben. De discussie speelt ook bij verschillende gemeenten die BOA’s in dienst hebben. De heer Gilliam heeft de intentie om de burgemeesters van deze gemeenten te vragen om ook de belangen van onze BOA’s mee te nemen in het overleg met de Minister. De deelnemers staan hier verschillend in. Per regio en gemeente zijn de ervaringen anders. Ook hebben zij te maken met meerdere basisteams van de politie. Het advies is om vanuit de recreatieschappen ook in de veiligheidsregio’s aandacht te vragen voor deze problematiek. Het voorzittersoverleg besluit: - vanuit de recreatieschappen een brief te sturen naar de veiligheidsregio’s - een oproep te doen aan de burgemeesters om in hun reactie naar het Ministerie de

belangen van de groene BOA’s van het recreatieschap mee te nemen. 8. AGENDA VERGADERING 18 november 2020

- Mandaatregeling - Erfpacht met SBB opvolging - Bestuursopdracht opvolging - Uurtarieven RNH - Visie Recreatie & Toerisme provincie; update - Druktemonitor - Bewapening BOA’s

9. RONDVRAAG Geen vragen. 10. SLUITING

De voorzitter bedankt de aanwezigen hartelijk voor hun inbreng en sluit om 10:05 uur het overleg.

Page 19: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

02.a Standaardmededeling naar AB's over VZ-overleg (Manager P&V)

1 2a Standaardmededeling naar AB over VZ-overleg .pdf

Mededeling AB Highlights en bestuurlijke opvolging voorzittersoverleg 16 september 2020

Agendapunt AB 08 b 1

1 / 2

Mededeling AB Recreatieschap Spaarnwoude Vergadering Adviescommissie mondeling Dagelijks bestuur mondeling Algemeen bestuur 22 oktober 2020

Onderwerp Highlights en bestuurlijke opvolging voorzittersoverleg 16 september 2020

Het algemeen bestuur neemt kennis van de belangrijkste onderwerpen die besproken zijn in het voorzittersoverleg van 16 september 2020 en de wijze waarop dit terugkomt op de bestuurlijke agenda van Recreatieschap Spaarnwoude.

Bestuurlijke achtergrond DB 1 oktober 2020: verzoek om het verslag van het voorzittersoverleg te agenderen voor het AB en de belangrijke punten voor Spaarnwoude er uit te lichten, wanneer het verslag ontbreekt. Dit i.v.m. de hoeveelheid aan stukken.

Toelichting Verslaglegging voorzittersoverleg Binnen het voorzittersoverleg is afgesproken het verslag pas te publiceren als de provincie Noord-Holland heeft ingestemd met het verslag. Daardoor kan het zijn dat tijdens het DB/AB het verslag van het meest recente voorzittersoverleg ontbreekt. Voor het AB van 22 oktober is het verslag beschikbaar gekomen.

Belangrijkste onderwerpen voor Spaarnwoude van overleg 16 september & bestuurlijke planning Recreatieschap Spaarnwoude

Onderwerp Afgesproken lijn/aandachtspunten Agenda AB 03a uurtarieven RNH Vergt eerst ambtelijk advies (AC), dan

terugkomen in vz-overleg en dan in de lijn DB-AB

Q4 AB 17 december

04b visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland

(Staat onder 8.b.4 op de agenda)

De provincie wil de visie graag agenderen in de recreatieschappen, er worden uitvoeringsprogramma’s per regio uitgerold waarin ook de recreatieschappen worden betrokken

Q1 AB

05a erfpachtcontracten SBB Kennis genomen van afrondende fase afspraken korte/lange termijn

Q4 AB 17 december

05b druktemonitor RNH werkt nader voorstel uit voor volgend vz- overleg

Q1 AB

06a voortgang bestuurs-opdracht governance

Uitkomst onderzoek is besproken en wordt geagendeerd voor alle schappen. De provincie werkt voorstel uit voor instelling bestuursbureau voor volgend vz- overleg.

Q4 AB 17 december

Agendapunt 2a voorzittersoverleg 18 november 2020

Page 20: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Mededeling AB Highlights en bestuurlijke opvolging

voorzittersoverleg 16 september 2020 Agendapunt AB 08 b 1

2 / 2

07b zienswijzen

Instemming over voorgestelde werkwijze. RNH gaat voortaan zo handelen

N.v.t.

07c bewapening BOA’s

Brief vanuit recreatieschap sturen naar veiligheidsregio’s (nb. DB Spaarnwoude adviseert dit met de G10 op te pakken).

Mededeling Q3 AB 22 oktober (agendapunt 08c)

Bijlage N.v.t.

Behandelaar Afdeling bestuursadvisering, Elise Bos Eyssen, programmamanager

Page 21: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

03.a Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening (Controller RNH)

1 3a1 Uurtarieven en prestatieafrekening.docx

Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening18 november 2020

Agendapunt 3a

1

ADVIES Voorzittersoverleg Recreatieschappen Noord-Holland

Datum vergadering 18 november 2020

Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening

In het voorzittersoverleg van 16 september 2020 is besloten dat het voorstel over uurtarieven RNH en scenario’s voor afrekenen terug komt in de vergadering van 18 november, nadat het met de adviescommissieleden van de schappen is besproken. Het technische verhaal kan daarna geagendeerd worden in alle AB- vergaderingen van dit jaar.

Op 21 oktober jl. heeft het ambtelijk overleg via MS Teams plaatsgevonden. Bijgevoegd is hiervan het verslag en de presentatie. Naar aanleiding van dit overleg kunnen de volgende conclusies getrokken worden.

Kostenstijgingen door afschaffen van kortingen op uurtarieven RNHA) Het is logisch dat de kostenstijgingen bij RNH doorwerken in de kosten die de schappen

moeten betalen. De kostenstijgingen worden veroorzaakt door het verbeterprogramma dat gebaseerd is op de wensen en aanbevelingen van de participanten, de noodzakelijke investeringen in medewerkers en systemen, en de CAO-ontwikkelingen. De uurtarieven van RNH blijken, ook na afschaffing van de kortingen, laag te zijn ten opzichte van gemeenten, provincie en een deel van de externe bureaus.

B) Voor de recreatieschappen (en de participanten) zijn niet zozeer de uurtarieven interessant, maar vooral de totale kosten van de gewenste prestaties. Daarom wordt in ieder geval geadviseerd om het aantal uurtarieven te vereenvoudigen. Hierbij wordt vergeleken met omgevingsdiensten en waterschappen die werken met één gemiddeld uurtarief. Ook kan per prestatiegroep een gemiddeld uurtarief, onderscheiden naar bijvoorbeeld beheer, toezicht, bestuursadvisering, projecten en processen ingezet worden.

Afrekenen op basis van vaste bedragen per productC) Voorgesteld wordt om over te stappen van het afrekenen op basis van uurtarieven naar het

afrekenen op basis van vaste bedragen per product. Niet het aantal bestede uren wordt dan afgerekend, maar de prijs op basis van prestatieafspraken. Hierbij is een heldere afbakening en kwaliteitsafspraak per product belangrijk. Dit kan in de vorm van een productenboek / dienstencatalogus met serviceniveaus (SLA) en kritische prestatie indicatoren (KPI’s). Ook moet afgesproken worden hoe aangetoond en beoordeeld gaat worden dat de prestatie is geleverd. Het maken van een productenboek vraagt een investering en doorlooptijd, die alleen zinvol is wanneer er voor RNH zicht is op meerjarencontracten.

Nadeel van deze werkwijze kan zijn dat, wanneer lopende een jaar veranderingen of extra prestaties gewenst zijn, hierover extra overleg nodig is. Ook kan meer inspanning nodig zijn om dekking te vinden voor de afwijkingen ten opzichte van de begroting. Wanneer de begroting voldoende bandbreedte heeft om veranderingen en extra werk te kunnen opdragen, is er geen probleem, maar meestal heeft een schapsbegroting die ruimte niet. Opgepast moet worden voor ‘cherry-picking’. Wanneer onderdelen niet worden afgenomen, zal dat effect hebben op de prijzen van andere producten omdat de efficiency van RNH is gebaseerd op onafgebroken, meerjarig en voor meerdere schappen het totaalpakket te organiseren .

Page 22: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening18 november 2020

Agendapunt 3a

2

D) Ook kan gekozen worden voor een combinatie, waarbij een schap producten met een vaste prijs inkoopt voor bepaalde (reguliere) onderdelen van het programma en een x aantal uren inkoopt voor andere (incidentele) onderdelen.

Reken af met integrale afkoopsommenE) Voorgesteld wordt om te gaan werken met integrale prijzen, waarin niet alleen de inzet van

RNH berekend is, maar ook de bedrijfskosten (materiaal, materieel, adviesbureaus en aannemers). Mogelijk kan dit zelfs zo ver gaan, dat de totale schapsbegroting beschouwd kan gaan worden als afkoopsom.

Hierbij neemt RNH meer risico’s over, maar ook een eventueel aanbestedingsvoordeel is dan voor RNH. Ook het betrekken van SW-organisaties vormt dan integraal onderdeel van de producten. Dit kan worden uitgedrukt als een percentage social return. Voorgesteld wordt om te rade te gaan bij Meerlanden en Stadswerk 072 om te leren van hun aanpak.

Eind advies Het gaan werken met een productenboek met integrale afkoopsommen heeft de voorkeur van de gemeentelijke vertegenwoordigers, gekoppeld aan lange termijnafspraken voor alle recreatieschappen.. Vooruitlopend hierop wordt geadviseerd te gaan werken met één of enkele gemiddelde uurtarieven.

Voorgesteld vervolgtrajectDe nieuwe lange termijn contractafspraken tussen RNH en de recreatieschappen lijkt het moment om de mogelijkheden te onderzoeken om uit te gaan van een productenboek met integrale afkoopsommen. Dit proces kan worden opgestart na afronding van de besluitvorming over de governance. Dan moet ook onderzocht worden of dat gevolgen heeft voor de positie van RNH als aanbestedende dienst voor de schappen. Ondermeer moet onderzocht worden of de gunning (inbesteden) van werkzaamheden voor de schappen aan RNH zonder meervoudige/openbare aanbesteding kan blijven plaatsvinden. Ook moet met de aandeelhouder (provincie Noord Holland) onderzocht worden of RNH meer risico's (en kansen op winst of verlies) op zich mag nemen.

Het voorzittersoverleg stelt voor om de algemene besturen van de recreatieschappen - Kennis te nemen van de conclusie dat de uurtarieven van RNH, ook na afschaffing van de

kortingen, laag zijn ten opzichte van gemeenten en provincie- Kennis te nemen dat RNH vereenvoudiging van de uurtarieven gaat doorvoeren door te gaan

werken met een gemiddeld uurtarief, te starten met te onderscheiden productgroepen (beheer, toezicht, bestuursadvisering en projecten)

- Bij de nieuwe lange termijn contractafspraken tussen RNH en de recreatieschappen de mogelijkheden te onderzoeken om uit te gaan van een productenboek met integrale afkoopsommen

- Bijgaand advies (met bijbehorende onderbouwende stukken) ter kennisname voor te leggen aan de AB’s in de vergaderingen van dit jaar (2020).

Page 23: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel uurtarieven en prestatie afrekening18 november 2020

Agendapunt 3a

3

Bijlagen1. Verslag en presentatie ambtelijk overleg uurtarieven en afrekenen van prestaties RNH

Behandelaars namens Recreatie Noord HollandRik Rolleman, Manager programmasturing en vastgoed

Page 24: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 3a2 Verslag ambtelijk overleg uurtarieven RNH.docx

Recreatie Noord-Holland NV 1

VERSLAG

Bijeenkomst : Ambtelijk overleg uurtarieven RNH en scenario’s voor afrekenenDatum : 21 oktober 2020Locatie : MS TeamsAanwezig :

• Provincie Noord-Holland Matthijs Vos• Gemeente Alkmaar Deirdre Pronk• Gemeente Amstelveen Karin van den Heuvel• Gemeente Amsterdam (Noord) Simon Witter• Gemeente Edam-Volendam Karin Uijlenhoed• Gemeente Haarlemmermeer Marjolein van de Ridder• Gemeente Heemskerk Loes van Swol-Noomen• Gemeenten Heerhugowaard en Langedijk Sandra Beentjes• Gemeente Ouder-Amstel Dejan Jurisic• Gemeente Velsen Linda Londt Schultz-Zwart• Gemeente Zaanstad Ben Haisma• Recreatie Noord-Holland Fred Rodenbach (controller RNH, verslag),

Rik Rolleman (manager)Kees Rood (Programmamanager GGA en RTW) Gerben Houtkamp (Programmaman. GAB/ RAUM)

Het overleg vond plaats aan de hand van bijgevoegde presentatie. De opbrengst van het overleg worden door RNH gedeeld met alle AC-leden van de 5 recreatieschappen, teruggekoppeld naar het voorzittersoverleg en op basis van de richting die daar afgestemd wordt volgt (met name over de toekomstscenario’s voor het financieel afrekenen) een voorstel naar de schappen (via AC-DB-AB).

Benodigde reserveBij het oprichten van RNH zijn de personeelsrisico’s van de schappen overgegaan naar RNH. In verband daarmee moet RNH een reserve opbouwen van 5,1 miljoen euro. Dit is gebaseerd op een accountantsadvies uit 2015 en is overeengekomen tussen RNH en de aandeelhouder (provincie). Zie bijgevoegde brief van de accountant van RNH. (1) De berekening van de benodigde reserve kan geactualiseerd worden.

Kostenstijgingen door afschaffen van kortingen op uurtarieven RNHHet is logisch dat de kostenstijgingen bij RNH doorwerken in de kosten die de schappen moeten betalen. De kostenstijgingen worden veroorzaakt door het verbeterprogramma dat gebaseerd is op de wensen en aanbevelingen van de participanten, de noodzakelijke investeringen in medewerkers en systemen, en de CAO-ontwikkelingen. De uurtarieven van RNH blijken, ook na afschaffing van de kortingen, laag te zijn ten opzichte van gemeenten, provincie en een deel van de externe bureaus. In de vergelijking kan bij de provincie rekening gehouden worden met 35% overhead (verwerkt in bijgevoegde presentatie). (2) Voor de recreatieschappen (en de participanten) zijn niet zozeer de uurtarieven interessant, maar

vooral de totale kosten van de gewenste prestaties.

ContractrelatieDe inkoop van diensten bij RNH gebeurt op basis van inbesteding. Hierbij is geen sprake van gedwongen winkelnering. Wel is het efficiënt om te werken met meerjarencontracten. Vanwege het lopende governance onderzoek is de raamovereenkomst voor 2021 met één jaar verlengd, maar daarna is het wenselijk om weer een 3 of 5-jarige raamovereenkomst te sluiten.

Page 25: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Recreatie Noord-Holland NV 2

Aanbevelingen vanuit de gemeenten: (3) Vereenvoudig het aantal uurtarieven. Vergelijk met bijvoorbeeld omgevingsdiensten en

waterschappen die werken met één gemiddeld uurtarief. Of bepaal per prestatie een gemiddeld uurtarief, onderscheiden naar bijvoorbeeld beheer, toezicht, bestuursadvisering, projecten en processen. Het recreatieschap koopt dan een x-aantal uren in en zet die in voor de gewenste prestaties.

(4) Stap over van het afrekenen op basis van uurtarieven naar het afrekenen op basis van vaste bedragen per product. Niet het aantal bestede uren wordt dan afgerekend, maar de prijs op basis van prestatieafspraken.

a. Hierbij is een heldere afbakening en kwaliteitsafspraak per product belangrijk. Dit kan in de vorm van een productenboek / dienstencatalogus met serviceniveaus (SLA) en kritische prestatie indicatoren (KPI’s). Ook moet afgesproken worden hoe aangetoond en beoordeeld gaat worden dat de prestatie is geleverd.

b. Geef aan wat de prijsverschillen zijn tussen kwaliteits-/serviceniveaus, tussen een meerjarencontract voor 2, 5 of bijvoorbeeld 8 jaar. Het maken van een productenboek (met de kwaliteiten van RNH) vraagt een investering en doorlooptijd, die alleen zinvol is wanneer er voor RNH zicht is op meerjarencontracten.

c. Nadeel van deze werkwijze kan zijn dat wanneer lopende een jaar veranderingen of extra prestaties gewenst zijn hierover extra overleg nodig is. Met wie voert RNH dan het gesprek?

d. Ook kan meer inspanning nodig zijn om dekking te vinden voor de afwijkingen ten opzichte van de begroting. Wanneer de begroting voldoende bandbreedte heeft om veranderingen en extra werk te kunnen opdragen, is er geen probleem, maar meestal heeft een schapsbegroting die ruimte niet.

e. De uitvoeringsorganisatie moet goed in control zijn bij alles wat er gedaan wordt, om goed te kunnen bewaken dat aan de juiste prestaties wordt gewerkt en wanneer afwijkt en dus ander/ extra werk betreft omdat de risico’s ook bij de uitvoeringsorganisatie liggen.

f. Het is wenselijk om bestuurders het gevoel van controle te geven en mogelijkheden om bijvoorbeeld op onderdelen van het productenboek te kunnen bezuinigen. Tegelijk oppassen voor ‘cherry-picking’. Wanneer onderdelen niet worden afgenomen, zal dat effect hebben op de prijzen van andere producten omdat de efficiency van RNH is gebaseerd op onafgebroken, meerjarig en voor meerdere schappen het totaalpakket te organiseren .

(5) Of maak een combinatie, waarbij een schap producten met een vaste prijs inkoopt voor bepaalde (reguliere) onderdelen van het programma en een x aantal uren inkoopt voor andere (incidentele) onderdelen.

(6) Ga werken met integrale prijzen, waarin niet alleen de inzet van RNH in berekend is, maar ook de bedrijfskosten (materiaal, materieel, adviesbureaus en aannemers). Mogelijk kan dit zelfs zo ver, dat de totale schapsbegroting beschouwd kan gaan worden als afkoopsom.

a. Hierbij neemt RNH meer risico’s over, maar ook een eventueel aanbestedingsvoordeel is dan voor RNH.

b. Ook het betrekken van SW-organisaties vormt dan integraal onderdeel van de producten. Dit kan worden uitgedrukt als een percentage social return.

(7) Ga te rade bij omgevingsdiensten, Meerlanden en Stadswerk 072 om te leren van hun aanpak.

Eind advies vanuit de gemeentenHet gaan werken met een productenboek met integrale afkoopsommen heeft de voorkeur van de aanwezige gemeentelijke vertegenwoordigers, gekoppeld aan lange termijnafspraken voor alle recreatieschappen. De

Page 26: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Recreatie Noord-Holland NV 3

invoering hiervan wil men graag zo spoedig als mogelijk is. Vooruitlopend wordt geadviseerd te gaan werken met één of enkele gemiddelde uurtarieven.

Vanuit de provincie is ambtelijk nog geen uitspraak gedaan over bovenstaande aanbevelingen vanuit de gemeenten.

Voorgesteld vervolgtrajectAfhankelijk van de richting waar ook het MT van RNH en het voorzittersoverleg naar toe willen, zal RNH een stappenplan en voorstel uitwerken (in samenhang met de uitkomsten uit het governanceonderzoek en de keuzes die daarbij gemaakt worden over het bestuursbureau). Dat voorstel wordt op 27 januari voorgelegd aan de voorzitters en dan in de eerste bestuursronde van 2021 aan de recreatieschappen (AC-DB-AB).

De relevante onderzoeksrapporten van KokxDeVoogd, Berenschot en de Randstedelijke Rekenkamer worden door RNH ter informatie nagezonden aan de aanwezigen.

Page 27: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 3a3 Aangevulde presentatie uurrtarieven en afrekenscenario's.pdf

Uurtarieven van RNH en scenario’s voor het afrekenen

21 oktober 2020

Page 28: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Hoe werkt “Recreatieschap Noord-Holland”?

De relatie tussen recreatieschappen en RNH• Elk recreatieschap een GR• Één uitvoeringsorganisatie voor vijf schappen• Raamcontract en verlenging daarvan (2021)• Jaarlijkse opdrachten (inzet RNH in de schapsbegrotingen)

De doorlopende zoektocht naar verbetering• Evaluatie van de samenwerking• Aanbevelingen van Randstedelijke rekenkamer• Beheerkosten vergeleken met landelijke normen (Cyber)• Governance onderzoek in de MRA (Berenschot / KokxDeVoogd)• Governance onderzoek voor Geestmerambacht (Berenschot)

o.a.transparante

kostenverdeling

Contract relatie

Innoveren en efficiënter

maken

Page 29: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Omgaan met kostenstijgingen

Aanleiding• Kostenstijgingen voor RNH en aanzienlijk verlies in 2019 en 2020• Kostenstijgingen voor de schappen door afschaffing van 3,5% aan kortingen• Indexatie van schapsbegrotingen is structureel lager dan kostenstijgingen in de markt

De reserve van RNH zou 5,1 miljoen moeten zijn, maar is in deze jaren gezakt van 3,2 naar 2,5 miljoen.

-800.000

-600.000

-400.000

-200.000

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

2017 2018 2019 2020 begroot

Kosten van RNH (x10) Financieel resultaat van RNH Reserves van RNH (x10)

Page 30: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Omgaan met kostenstijgingen

Vragen van bestuurders1. Hoe is de opbouw van de huidige RNH-tarieven?2. Hoe marktconform zijn deze uurtarieven?3. Welk scenario om de kosten van RNH te koppelen aan de prestaties van RNH moet

nader uitgewerkt worden voor het nieuwe contract per 2022?

AntwoordenVoorzitters vinden de beantwoording te technisch. Daarom nu:

vragen en antwoorden doornemen, klankborden, begrijpen en adviseren

Page 31: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Wat is de kern van de vraag?

1. Hoe is de opbouw van de huidige RNH-tarieven?2. Hoe marktconform zijn deze uurtarieven?3. Welk scenario om de kosten van RNH te koppelen aan de prestaties van RNH moet

nader uitgewerkt worden voor het nieuwe contract per 2022?

• Zijn dit de wezenlijke vragen?• Wat hebben jullie bestuurders nodig om meer vertrouwen te hebben in RNH als

uitvoeringsorganisatie? • Hebben we de juiste antwoorden gegeven?• Wat zouden we anders moeten doen?

Page 32: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1. Hoe is de opbouw van de huidige RNH-tarieven?

• Tarieven op functieniveau• 1410 productieve uren per fulltimer

Knelpunten:• CAO-stijgingen > door RNH

toegepaste indexatie• Investeringen in verbeteringen• Afschaffen kortingen door RNH =

plotselinge kostenstijging voor schappen

• Indexatie schapsbegrotingen <kostenstijgingen, dus:

budget < gewenste prestatie

Page 33: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

2. Hoe marktconform zijn deze tarieven?

* Geen overhead / ** bij inhuur komen er 11% huisvestings-, kantoorkosten bij.

• Directe vergelijking is lastig (functie, loonschaal en meegerekende kostenposten)• Verschillende kostenstructuur en kwaliteitsniveaus tussen overheden, overheids-NV’s en bedrijven• Inhuur kost soms meer dan de RNH-tarieven opleveren• Opbouw handleiding overheidstarieven: huisvesting-, kantoor- en bedrijfskosten eerlijker verdeeld over functies

Provincie Noord-Holland (inclusief

35% overhead)

116

103

93

86

80

74

70 66

Page 34: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

3. Welk scenario om de kosten van RNH te koppelen aan de prestaties van RNH per 2022?

Nacalculatie betekent dat de bar turft hoeveel drankjes er worden gedronken en deze na afloop met jullie afrekent. Afkopen betekent dat je vooraf met de cateraar een vast bedrag afspreekt en het afgesproken aantal gasten onbeperkt mag drinken van de afgesproken drankjes.

RNH wil graag bespreken welke richting wenselijk is, op welke termijn en wie daarbij betrokken moeten worden.

Bespreekbare opties voor de scenario’s• Nacalculatie of overstappen naar afkoopsommen?

1. Alleen het routebeheer (huidige situatie)2. Bedrijfskosten die RNH centraal inkoopt en verdeelt over de schappen3. Inzet RNH uit programma 4 (programmasturing, FEZ, secretariaat, locatiebeheerder en leidinggevenden)4. Inzet RNH uit programma 3 (toezicht)5. Inzet RNH uit programma 2 (beheer, maar dan zonder begeleiding evenementen)6. Inzet RNH uit programma 1 (ontwikkeling en inrichting + dan ook begeleiding evenementen)7. Kostenposten die opgenomen zijn in de uurtarieven: management, back office (ICT, HR, arbo en facilitair),

huisvestings- en kantoorkosten, bedrijfskostenIn het voorstel stond de huidige situatie (1) vergeleken met een scenario waarin opties 1 t/m 5 zijn opgenomen.

• Tempo en fasering• In 2022 beginnen of pas later?• Direct t/m optie 5? Of eerst optie 2 toevoegen en als dat wederzijds bevalt verder gaan?

Page 35: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

3. Welk scenario om de kosten van RNH te koppelen aan de prestaties van RNH per 2022?

• Welke voor- en nadelen zien jullie?• Wat merken gemeenten en provincie hiervan?

• Staat los van de participantenbijdragen, zolang het binnen de begroting past.• Minder detailniveau van afrekenen.• Minder schommelingen t.o.v. de begroting.• Anders sturen: het gesprek minder over uren en euro’s, meer over prestaties en

kwaliteit.• Risico’s worden afgekocht in de vaste prijzen.• Grotere prikkel voor RNH om te innoveren en efficiënt te blijven werken.

Page 36: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Doel bereikt?

Wat wilden we bereiken?• Duidelijkheid over de opbouw van uurtarieven van RNH.• Duidelijkheid over de marktconformiteit van de uurtarieven van RNH.• Inzicht in de voor- en nadelen van het afrekenen op basis van nacalculatie, danwel op

basis van vaste prijsafspraken.• Inzicht in de voorkeuren / het draagvlak van deze opties bij de participanten van de

recreatieschappen.• Voor alle recreatieschappen dezelfde manier voor het afrekenen van de

werkzaamheden van RNH afspreken.• De eventueel nieuwe manier van afrekenen zo mogelijk per 2022 laten ingaan.

Hoe nu verder?• In gesprek met de voorzitters op 18 november 2020.• Selecteren van de voorkeursoptie voor het afrekenen van de werkzaamheden van RNH.• De voorkeursoptie ter besluitvorming voorleggen aan de schapsbesturen in het

voorjaar van 2021.

Page 37: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

03.b Voorstel data voorzittersoverleg 2021

1 3b Vergaderschema 2021_concept.docx

Voorzittersoverleg 18 november 2020 agendapunt 3b

Vergaderschema 2021 adviescommissies en besturen en het voorzittersoverleg CONCEPT

MAAND GEESTMERAMBACHT RAUM AMSTELLAND TWISKE-WATERLAND SPAARNWOUDE VOORZITTERSAC DB AB AC DB AB AC DB AB AC DB AB AC DB AB overlegwo wo wo di wo wo di do do di do do ma do do wo

Januari 279:00

Februari

Maart 179:30

3115:00

239:00

3010:00

2314:30

229:30

April 715:00

1515:00

810:00

159:30

Mei 2510:00

2015:00

2715:00

DI 259:30

209:30

199:00

Juni 3016:00

2315:00

1015:00

114:30

1715:00

109:30

Juli 110:00

815:00

19:30

Augustus

September 299:30

2810:00

69:30

309:30

19:00

Oktober 1315:00

129:00

1415:00

1214:30

289:30

November 1716:00

315:00

2510:00

410:00

19:30

259:30

10 (gewijzigd)13:30

December 115:00

215:00

169:30

Vakanties ea.: Voorjaar: 20 – 28 feb. 2e paasdag: 5 april meivakantie: 1 mei / 9 mei* Hemelvaart: 13 mei 2e pinksterdag: 24 mei VNG-congres: 15 en 16 juni zomer: 10 juli / 22 aug. herfst: 16 t/m 24 okt. kerst: 25 dec. t/m 9 jan.

* meivakantie plus week er voor of erna

Page 38: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

04.a Mededeling voortgang visies en uitvoeringsprogramma's recreatieschappen (Manager P&V)

1 4a Visietrajecten november 2020 SPW GAB RAUM TW en GGA.docx

November 2020: Stand van zaken ambities recreatieschappen SPW, GAB, RAUM, TW en GGAStart o.b.v. inspiratie-document

Participatie (1): Participatie-plan

Rondje velden: raden & Staten

Financiële- planeconomische doorrekening

Visie op hoofdlijn Uitvoeringsprogramma

Concept vaststelling Visie

Besluit Visie op basis van zienswijzen

SPW Afgehandeld Afgehandeld Afgehandeld; werkgroep stakeholders participatie en raden- en Staten (o.m. werkconferentie 6 februari met stakeholders & raden- en Statenleden)

1e concept AB 11 juli 2019. 2e concept AB 17 oktober 2019. Scenario’s grote bandbreedte waar door onduidelijkheid participantenbijdrage

Afgehandeld. Vrijgegeven door AB van 11 juli voor bijeenkomst BOB raden- en Statenleden op 26 september 2019 (oordeelsvormend en besluitvormend)

In concept vastgesteld 7 mei 2020 incl. startbudget planvoorbereiding 7 projecten

door AB op 17 oktober 2019. Periode van 16 weken.

Vastgesteld 7 mei 2020

GAB Afgehandeld Afgehandeld Afgehandeld; stakeholders-bijeenkomst afgerond, inwoners breed betrokken (via Swipocratie)

Modellen zijn doorgerekend op 20/01/2020

Conform planning, gestart

Uitgangspunten voor uitvoering opgesteld. Verder gepland Q3 2020

Conceptvisie vastgesteld door AB op 1 juli 2020 en verzonden naar raden

Gepland voor Q1 2021

RAUM Afgehandeld Grotendeels uitgevoerd middels swipocratie. Afronding stakeholders overleg in Q3

Gestart. Onderdeel van participatie en gepland in september.

Nog niet gestart/wordt onderdeel bij het uitvoeringsprogramma

Concept-visie op hoofdlijnen gereed voor participatietraject.

Opstarten gepland voor Q4 2020 parallel aan besluitvorming visie

Gepland voor Q4 2020.

Gepland Q2 2021

TW Afgehandeld Inventarisatie ambtelijk en bestuurlijk: Bestaande visies, coalitieakkoorden en collegeprogramma’s

Participatie is zienswijze Ambitie document en met omgeving bij uitvoering. In voorkomende gevallen zal gemeente initiatiefnemer van ontwikkelingen zijn.

Ontwikkelingen per project doorrekenen als onderdeel initiatieffase/ ontwikkelfase

Ambitiedocument in ontwerp vastgesteld AB 16 okt 19

In opbouw. Selectie producten/ projecten: afstemming met AC, in Q1 2020

Procedure zienswijzen afgerond.

Ambitie-document vastgesteld AB 25 juni 2020Uitvoering-programma in najaar-vergadering

GGA Afgehandeld Procesplan opgesteld met advies participatie:Fase 1: opgeleverd Desk study Fase 2 start nov20 inhoud concept Ambitiedocument en Uitvoeringsplan

Participatie met stakeholders is onderdeel van fase 3 Q2/3 2021.

Onderdeel van fase 3: uitvoeringsprogramma Q2/3 2021

Ambitiedocument vaststelling ontwerp mei 2021.

Parallel ontwikkelen aan Ambitiedocu ment.

Ambitie planning vaststelling mei 2021.

Gepland fase 4 medio 2021.

Page 39: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

04.b Reactie RNH en recreatieschappen op 80% Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (Manager P&V)

1 4b Reactie RNH Visie RecreatieToerisme Noord-Holland.docx

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Reactieformulier Visie Recreatie & Toerisme Noord-HollandReactie van: Alex Rohof, Jos Gilliam, Rik Rolleman namens Recreatie Noord-Holland (=RNH)Reacties van de 5 recreatieschappen worden separaat per recreatieschap verstuurd. Zij gaan in op de gebiedsspecifieke opgaves en bestemmingsontwikkelingen op basis van de vastgestelde of in ontwikkeling zijnde visie van het desbetreffende recreatieschap

Gelieve dit formulier uiterlijk 30 oktober te versturen aan [email protected]

Algemene reactie/opmerkingen

RNH is blij met de (80% versie) integrale visie op recreatie en toerisme van de provincie Noord Holland. Het was een missende schakel in de beleidscyclus waarbij de meerjaarlijkse ambities geformuleerd worden. Wij misten als uitvoeringsorganisatie de strategische beleidskaders die vertaald worden in operationeel beleid op grond waarvan wij het uitvoeringsbeleid kunnen bepalen (zie ook het Big- 8 model zoals verwoord in het rapport van Berenschot “knip beleid en uitvoering RNH d.d. 6 maart 2020). Wij zijn blij dat de provincie de noodzaak inziet dat er behoefte is aan provinciale sturing en integraal beleid in het vrijetijdsdomein. Hiervan uitgaand verdient dit ook een sterke en heldere uitvoeringsparagraaf met concrete activiteiten en financiële middelen. Wij hebben goede ervaringen met de provinciale Visie Waterrecreatie en gaan ervan uit dat er eenzelfde soort uitvoeringsparagraaf komt met dito financiële middelen. De uitvoeringsparagraaf was helaas nog niet beschikbaar, graag zouden wij in de gelegenheid worden gesteld om daar ook onze visie op te geven. De visie staat goed in de steigers, maar het beeldverhaal dat er bij hoort nog niet. Kaartbeelden uit de Omgevingsvisie 2030, visie Waterrecreatie 2030, Interbestuurlijk programma Vitaal Platteland Laag Holland (incl. Amsterdam Wetlands) en vastgestelde visies van recreatieschappen en Nationale Parken zouden een plek moeten krijgen.

De samenwerkende Terreinbeherende Organisaties (TBO) van de provincie Noord Holland, waaraan ook RNH deelneemt, hebben ook een reactie gestuurd naar aanleiding van het door hen opgestelde rapport “Lusten en lasten in tijden van Corona”. Hierin doen wij ook aanbevelingen voor de nieuwe visie Recreatie & Toerisme waaronder de financiering.

Wij kunnen ons vinden in de ambitie voor 2030: “Heel Noord-Holland profiteert van recreatie en toerisme”. Ook de 3 opgaven (Toenemende vraag accommoderen; Juiste balans tussen recreatieve drukte en draagkracht en Versterking van aanbod) herkennen wij hierbij. In de visies van de 5 recreatieschappen worden de gebiedsspecifieke opgaven aangegeven.

De strategie “bestemmingsmanagement en bestemmingsontwikkeling” om de ambitie te realiseren spreekt ons aan, vooral omdat dit regionaal en gebiedsgericht ingericht wordt, waarbij het schaalniveau van de gemeenten wordt overstegen. Wij zijn blij dat het “recreatieschap” als schaalniveau wordt erkend waar de opgave zich voordoet. Wij zijn benieuwd hoe de provincie de regierol wil oppakken om te zorgen voor een goede samenhang tussen de verschillende regionale aanpakken. Wij kunnen ons voorstellen dat het voorzittersoverleg van de recreatieschappen hierbij ook een rol kan spelen.

Page 40: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Ten aanzien van de actielijnen die vertaald zullen worden in uitvoeringsprogramma willen wij het volgende opmerken.

Bestemmingsmanagement Analyse druk en draagkracht om ontwikkelruimte en opgaves in kaart te brengen moeten zowel op regionaal niveau als op plekniveau in kaart gebracht worden. Het verdient hierbij aanbeveling om te werken met zonering van gebieden met een grote draagkracht (bijvoorbeeld ontvangstgebieden met intensieve recreatie mogelijkheden) en die met minder draagkracht (bijvoorbeeld stilte of natuurgebieden). Wij gaan er hierbij vanuit dat de provincie met een objectief instrumentarium komt die gebruikt kan worden bij ruimtelijke afwegingen. Data en onderzoek zijn randvoorwaardelijk. RNH heeft bijgedragen aan de provinciale onderzoeksagenda vrijetijdseconomie. Graag gaan wij, als beheerder van de meeste wandel- en fietsroutes in de provincie in gesprek met de provincie om voor de bestaande routenetwerken de dataverzameling te verbeteren. Met de recreatieschappen werken wij aan een nieuwe manier van real time data verzamelen om bezoekersstromen beter te kunnen sturen. Wij rekenen erop dat de provincie hierin regie neemt om er zorg voor te dragen dat er door partijen geïnvesteerd wordt in systemen waarbij de data makkelijk uitgewisseld kan worden waardoor er overal de juiste en eenduidige informatie beschikbaar is zodat daar helder over gecommuniceerd kan worden. Bij informatie & communicatie over de drukte rekenen wij ook op provinciale regie zoals dat nu ook bijvoorbeeld gebeurd bij de communicatie over de veilig en schoon zwemwater via bijvoorbeeld de App Zwemwater. Wij juichen toe dat de provincie de bekendheid van het wandelnetwerk en de Toeristische Overstap Punten wil verbeteren. BestemmingsontwikkelingAanbodontwikkeling en vooral uitbreiding van het aanbod is in de MRA elementair. Wij gaan ervan uit dat de provincie bij de goedkering van de ruimtelijke plannen voor woningbouw aangeeft waar de ruimte moet komen om de recreatieve druk op te vangen. Aansluitend op de suggestie van de TBO’s zouden wij het toejuichen als er hierbij ook gekeken wordt naar bijdragen voor de projectontwikkelaars van deze woningbouwplannen; een soort rood- voor groen regeling of zoals bij de VINEX een “Ruimte om de Stad”- regeling. Bij productontwikkeling zijn wij enthousiast over de wijze waarop de provincie “Ode aan het Landschap” heeft opgepakt. Wij werken graag mee met het themajaar 2021 waarbij onder andere de molens in ons gebied hun verhaal gaan vertellen. Om storytelling beter te verankeren is het wenselijk dat de “cultuurerfgoed deal” ook verbonden wordt met deze actielijn.

Aanvullende opmerkingen:Wat wij nog missen is de vermelding van de conjunctuur gevoeligheid van Recreatie en Toerisme. Als het goed gaat met de economie gaat het met de bedrijven in recreatie en toerisme héél goed en gaat het slecht met de economie dan gaat het met de bedrijven in recreatie en toerisme héél slecht. Als mensen in tijden van financiële krapte keuzes moeten maken is het maken van kosten voor vrijetijd activiteiten een van de eerste dingen waar op bespaard wordt. Er vind dan in het gedrag van mensen een verschuiving plaats van bezoek aan de private exploitaties naar het publieke aanbod van (vrijwel) gratis toegankelijke parken, recreatie- en natuurgebieden en gratis sport en spel faciliteiten (fiets- en wandel paden, bermen, sportvelden en zon- en ligweiden. In deze periode zien wij echter dat ook lokale overheden gaan bezuinigen op de openbare voorzieningen en bijvoorbeeld de bijdragen

Page 41: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

in de recreatieschappen gaan verlagen. Wij pleiten dan ook om de bijdragen van overheden in recreatieve voorzieningen anti cyclisch en structureel te maken, netzoals dat gebeurd met het onderhoud aan wegen. De Corona pandemie vergroot dit beeld in extreme mate. De daling van het toerisme in 2020 met 71% t.o.v. 2019 onderstreept het extreme karakter van deze gebeurtenis alsmede de grote stijging van het gebruik van de (gratis) recreatiegebieden (zie ook bovengenoemd rapport “lusten en lasten in tijden van corona”

Wij gebruiken de vier genoemde deelaspecten in de trechter als kapstok om de in de gewenste activiteiten in de actielijnen verder toe te lichten: Vervoer (Voorwaarde) Omgeving (Voorwaarde) Vermaak (Bestemmingsontwikkeling) Verblijf (Bestemmingsontwikkeling)

Op het gebied van vervoer heeft de provincie een grote taak. Natuurlijk in de eerste plaats als operationeel beheerder van het provinciale wegen- en vaarwegennetwerk, maar ook via de inzet van brede en gerichte doeluitkeringen voor lokale wegen aan gemeenten en uitgave van OV concessies aan streekvervoerbedrijven. Regievoering op brug- en sluisbediening in het primaire en secundaire weg- en vaarwegennetwerk in samenwerking met Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschappen is een provinciale taak. Brug- en sluisbediening in het tertiaire wegen en vaarnetwerk dient bij voorkeur regionaal georganiseerd worden, bijvoorbeeld door die regie taken onder te brengen bij recreatieschappen of andere intergemeentelijke samenwerkingsorganen.Het zoeken van samenwerking met nationale, regionale en lokale openbaar vervoerbedrijven in de ontwikkeling van specifiek Recreatie &Toerisme aanbod (bv. Buitenpoorten) draagt bij aan de gewenste spreiding van inwoners en bezoekers over de verschillende bestemmingen en daarnaast aan klimaatdoelstellingen. Het fietspadennetwerk in de provincie is op dit moment niet voldoende ingericht voor de vele verschillende gebruikers: stadsfietsen, racefietsen, elektrische fietsen, bakfietsen, snorfietsen, brommers, scootmobiels, rolschaatsers, inline skaters, hoover- en skateboarders. De maatvoering (breedte), toegepast verhardingsmateriaal en staat van onderhoud is vaak niet afgestemd op de toenemende en verschillende vraag van inwoners in en bezoekers van de provincie. Zoals in de visie wordt aangegeven is vervoer en de aanwezigheid van goede wegen en paden rand voorwaardelijk om routes en routenetwerken te kunnen samenstellen en verhaallijnen te ontwikkelen. Op het gebied van omgeving heeft de provincie een grote taak ten aanzien van het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit.. Als beleidsmaker en financier (o.a. SNL en SKNL) en deelnemer in 5 van de 7 recreatieschappen in de provincie Noord Holland speelt de provincie ook een grote rol in het dagelijks beheer en onderhoud van de natuur en recreatie in de provincie. Het natuurbeleid moet daarbij recreatie inclusiever worden en het recreatiebeleid natuur inclusiever. Continuering van de provinciale boerenlandpadregeling die bijdraagt aan openstelling van het provinciale agrarische cultuurlandschap is belangrijk. Met de visie zijn wij het eens dat het behoud van het bijzonder Provinciaal Landschap voorwaardelijk is en een goede plek heeft gekregen in de Structuurvisie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening.

Page 42: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Op het gebied van vermaak is de rol van de overheid faciliterend. Gebiedsbeheerders kunnen delen van hun gebieden permanent of tijdelijk uitgeven aan private exploitanten en organisatoren van evenementen. Te betalen vergoedingen voor gebruik van onroerend goed (grond, open water en gebouwen) en openbare ruimte voor evenementen zijn marktconform. Durfsporten genieten ook een steeds groter wordende belangstelling onder de bevolking. Kite-, golf en foilsurfen, wakeboarden en waterskiën, blokarten, skydiven, parachutespringen, parapenten, zweefvliegen, Quad en 4*4 rijden, Fiets- en Motocross, auto- en motor racen, mountainbiken, duiken, klimmen zijn voorbeelden van vermaak die voor specifieke groepen mensen aansprekend zijn. Deze vormen van durfsporten kunnen niet overal, maar zijn op een klein aantal en specifieke plekken te faciliteren. Deze gebieden kan de provincie aanwijzen in het kader van bestemmingsmanagement.Preventieve en mitigerende maatregelen ten gunste van te realiseren en te beschermen natuurwaarden en woongenot van direct omwonenden maken standaard onderdeel uit van het afsprakenkader tussen private ondernemer, betrokken gebiedsbeheerder en vergunning verlenende gemeente. Alleen Recreatie &Toerisme functies in leegstaande monumenten (civiel, religieus of militair) is economisch niet robuust en duurzaam genoeg vanwege de hoge conjunctuur én trendgevoeligheid van Recreatie &Toerisme functies. Menging met andere sociaal maatschappelijk gewenste functies vergroot de economisch duurzame behoudswaarden van het gebouwde culturele erfgoed. Op het gebied van verblijf is de overheid ook faciliterend. Het omgevingsbeleid daarvoor moet op orde zijn. De provincie zou een bovenlokale regierol – die verder gaat dan het schrijven en vaststellen van een provinciale omgevingsverordening - moeten vervullen om over gemeentegrenzen heen een spreidingsbeleid te kunnen voeren over nieuw te realiseren verblijfsaccomodaties en revitalisering van bestaande hotels, pensions, verblijfsrecreatieparken en jachthavens. Revitalisatie van bestaande campings, verblijfsparken en jachthavens zou prioriteit moeten hebben boven nieuwe ontwikkelingen, dan wel in samenhang met de regionale woningbouwbehoeften op lokaal niveau uitgewerkt. Bij bedrijventerreinen vervult de provincie al jaren deze revitaliseringsrol. Dit zou ook voor de toerisme sector opgepakt kunnen worden. Ook kan een soort ruimte voor ruimte regeling zoals ook tussen de landbouw, natuur en woningbouwopgaven toegepast wordt hierbij ondersteunen. Verblijfsrecreatie in bestaande woningen via digitale booking sites als Airbnb vraagt ook aandacht. Dit word nu lokaal gereguleerd door de gemeenten, het zou mooi zijn als dat regionaal ondersteund wordt. Daarnaast zou er goed gespreid over de hele provincie ruimte gecreëerd moeten worden voor basale verblijfsplaatsen (zonder nutsinfra) in de natuur, vergelijkbaar met openbare aanlegplaatsen zoals Recreatieschap Marrekrite die in Friesland aanbiedt. Dit kan op regionale schaal gerealiseerd, beheerd en onderhouden worden door deze regie taak onder te brengen bij recreatieschappen, of andere terrein beherende organisaties.

Opmerkingen Hoofdstuk 1Paragraaf Blz. nr. Opmerking1.1 2 (…) Daarnaast levert de sector belangrijke bijdragen aan het voorzieningenniveau, woonklimaat en het behoud van cultuur en

erfgoed, draagvlak voor natuur en landschap en preventieve gezondheidszorg. (…)2 (…) Tegelijk met de toenemende vraag vanuit inwoners en gasten, zien we ook een groeiende druk op de ruimte door opgaven op

het gebied van verstedelijking, infrastructuur, energietransitie, klimaatadaptatie, natuurbelangen en landbouw. (...)1.4 5/6 Idee: samenhang tussen de beleidsstukken in een schema visualiseren.

Page 43: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Opmerkingen Hoofdstuk 2Paragraaf Blz. nr. Opmerking

Opmerkingen Hoofdstuk 3Paragraaf Blz. nr. Opmerking3.2 8 e.v. Dit stuk is nog vrij theoretisch. Zijn er meer voorbeelden te geven, bijvoorbeeld vanuit de visies van de recreatieschappen?3.2 9 (…) Zo worden zij verleid om (ook) minder bekende parels in onze provincie te bezoeken. (…)

Misschien een lijst opnemen wat die parels zijn. Handig hulpmiddel daarbij de kaart van Bezoekersonderzoek Natuur- en Recreatiegebieden Noord-Holland 2016, NBTC-NIPO Research (zie achteraan dit formulier). Hierop staat in bolletjes aangegeven hoeveel bezoekers er per gebied komen, en welke nog onderbenut zijn. Bijvoorbeeld de gebieden van het schap zijn parels in het landschap en zeer geschikt om meer bezoekers te kunnen ontvangen.

3.2 9/10 (…) Het opvangen van recreatieve vraag bij de bron is in het bijzonder relevant voor de regio’s Amsterdam, Zaanstad en Amstelland-Meerlanden (woningbouwopgave van +20% of meer). Hier moet de realisatie van nieuw recreatieaanbod gekoppeld worden aan de verstedelijkingsopgave. De gebieden van de recreatieschap Noord-Holland in en rond de MRA hebben hier een belangrijke rol in. (…)

10 (…) De Noordzeekust is één van de gebieden waar de impact van het groeiend toeristisch-recreatief bezoek merkbaar is. De duurzame bereikbaarheid van de kust en de beschikbaarheid van voldoende kwalitatief goed verblijfsaanbod zijn hier belangrijke opgaven. Voor dat laatste vormen de afspraken uit het Kustpact een belangrijk uitgangspunt. (…) Ook het verleiden van bezoekers om andere recreatiegebieden dan de kust te bezoeken is van belang; de druk(te) is nu soms te hoog aan de kust (duingebieden).

10 (…)Op sommige plekken (voorbeelden noemen) in onze provincie ervaren inwoners en toeristen bij tijd en wijle een te hoge toeristisch-recreatieve druk (…). In andere regio’s (voorbeelden noemen) liggen nog volop kansen om een groeiend aantal toeristen te ontvangen (…)

11 (…) Daarom pleit de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in haar advies over waardevol toerisme voor het opstellen van regionale toeristische ontwikkelstrategieën: een regionale aanpak is het meest effectief voor het uitstippelen van de route naar de juiste balans. De actuele (concept)visies die het recreatieschap beschikbaar heeft zijn een belangrijke inhoudelijke input voor de regionale toeristische ontwikkelstrategieën.(…) In Noord-Holland Noord is het druk aan de kusten, maar zijn er ook gebieden die kunnen profiteren van een toename van het aantal gasten, zoals de gebieden van de recreatieschap Noord-Holland. Het is zaak om potentiële gasten te verleiden deze gebieden te bezoeken, onder meer door passend en verrassend aanbod.

Page 44: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Opmerkingen Hoofdstuk 4Paragraaf Blz. nr. Opmerking4.1 14 (…) Informatie en communicatie via de juiste kanalen sleutelfactoren zijn in het (bij)sturen van bezoekersstromen, ook na corona.

Essentieel onderdeel daarvan is regionale promotie en marketing van gebieden die nu nog onderbenut zijn. Dit helpt bestaande ondernemers in het gebied, leidt tot nieuwe initiatieven en draagt bij aan spreiding van bezoekers. (...)

14/15 De actielijnen Analyse druk & draagkracht en Data & onderzoek zijn zeer belangrijk om samen beter inzicht te krijgen voor de ontwikkeling (koers) van de regio’s en gebieden.

15/16 kader

(…) Kenmerkende ontwikkelingen aan de commerciële kant van de sector zijn schaalvergroting en ketenvorming. Daarnaast is er toenemende opkomst van lokale aanbieders met streekeigen aanbod en (kleinschalige) voorzieningen.

4.2 16 Wij zetten graag onze visies in als een van de instrumenten voor deze actielijnen.4.3 17 Eerste bullit: voor het succes van de recreatiegebieden is het essentieel dat de provincie meehelpt dat inwoners vanuit de kernen

snel, makkelijk en aantrekkelijk in de (schaps)gebieden komen, met name met de fiets. Hiervoor zijn (boven)regionale investeringen nodig in routes (m.n. ook geschikt voor e-bikes) en kunstwerken om makkelijk zware infrastructuur (spoor, waterwegen autowegen) te passeren.

17 Tweede bullit, tweede streepje: ook de term inclusieve samenleving opnemen.18 Verwezen wordt naar de structuurvisie i.p.v. omgevingsvisie NH.

Page 45: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 4b voorzittersoverleg 18 november 2020

Page 46: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

04.c Presentatie Visie recreatie & toerisme provincie Noord-Holland (programmamanager visie provincie en Bureau Buiten)

1 4c Visie Recreatie & Toerisme Noord-Holland_concept80%.pdf

1

VISIE RECREATIE & TOERISME NOORD-HOLLAND CONCEPT 80%, 15 OKTOBER 2020

Inhoud

1 Inleiding 2

1.1 Waarom een Visie Recreatie & Toerisme voor Noord-Holland? 2 1.2 Waar gaat de Visie Recreatie & Toerisme over? 4 1.3 Hoe is de Visie Recreatie & Toerisme tot stand gekomen? 5 1.4 Samenhang met andere visies 5 1.5 Leeswijzer 6

2 Het belang van recreatie en toerisme 6

2.1 Sociaal-maatschappelijke waarde 6 2.2 Economische waarde 7 2.3 Gezondheidswaarde 7

3 Ambitie en opgaven 8

3.1 Ambitie 8 3.2 Opgaven 8

4 Strategie 12

4.1 Bestemmingsmanagement 13 4.2 Bestemmingsontwikkeling 16 4.3 Voorwaarden 17

Bijlage 1 – Schematische weergave Visie Recreatie & Toerisme 19

Agendapunt 4c voorzittersoverleg 18 november 2020

Page 47: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

2

1 Inleiding

1.1 Waarom een Visie Recreatie & Toerisme voor Noord-Holland?

Recreatie en toerisme in Noord-Holland

Recreatie en toerisme zijn een onlosmakelijk deel van onze manier van leven. Dit is merkbaar in het

voorzieningenniveau, de leefomgeving en de economie van Noord-Holland. Recreatie en toerisme

spelen een grote rol in de welvaart en het welzijn van onze inwoners. In 2019 hadden in Noord-Holland

meer dan 150.000 mensen een baan in de toeristisch-recreatieve sector (LISA, 2020). Daarnaast levert

de sector belangrijke bijdragen aan het voorzieningenniveau, woonklimaat en het behoud van cultuur

en erfgoed, draagvlak voor natuur en preventieve gezondheidszorg.

Recreatie en toerisme in Noord-Holland: enkele feiten en cijfers

Jaarlijks bezoeken miljoenen dagjesmensen Noord-Hollands’ steden, stranden,

bezienswaardigheden, wateren en natuurgebieden. Buitenrecreatie staat met stipt op één in het

aantal ondernomen vrijetijdsactiviteiten. Nederlanders ondernamen in 2018 zo’n 114,8 miljoen

buitenrecreatie-activiteiten in Noord-Holland zoals wandelen, fietsen, strandbezoek en picknicken1.

Een groot deel van deze activiteiten in onze provincie wordt ondernomen door eigen inwoners.

Gezamenlijk gaven inwoners en Nederlandse gasten aan buitenrecreatieve uitstapjes in Noord-

Holland (activiteiten met een duur van > 2 uur) in 2018 zo’n 374 miljoen euro uit (CVTO, 2018).

Noord-Holland is de provincie met veruit het hoogste aantal overnachtingen in

logiesaccommodaties. In 2019 waren dit er maar liefst 15,5 miljoen (CBS, 2020). Bijna tweederde

daarvan betreft overnachtingen van gasten uit het buitenland.

Noord-Holland kent een grote diversiteit aan landschappen met elk een uniek karakter en eigen

aantrekkingskracht en maar liefst vier UNESCO Werelderfgoederen (Waddenzee, Droogmakerij de

Beemster, Stelling van Amsterdam & Nieuwe Hollandse Waterlinie en de grachtengordel van

Amsterdam). Daarnaast zijn er in Noord-Holland meer dan 100 musea, vele monumenten en

historische stads- en dorpsgezichten.

Groeiende behoefte biedt kansen, maar brengt ook uitdagingen met zich mee

De komende jaren zal de behoefte aan voorzieningen voor recreatie en toerisme in Noord-Holland flink

groeien. Dit komt door de toenemende populariteit van buitenrecreatie, het groeiende aantal inwoners

en een forse groei in het aantal inkomende toeristen (zie paragraaf 3.2). Deze ontwikkelingen bieden de

provincie kansen, maar brengen ook belangrijke uitdagingen met zich mee. Recreatie en toerisme

kunnen worden ingezet om de welvaart en het welzijn van onze inwoners te vergroten. Een groeiend

recreatief-toeristisch gebruik van de ruimte kan echter ook leiden tot overlast. Hoe zorgen we ervoor

dat we bezoekersstromen in goede banen leiden?

Tegelijk met de toenemende vraag vanuit inwoners en gasten, zien we ook een groeiende druk op de

ruimte door opgaven op het gebied van verstedelijking, infrastructuur, energietransitie,

klimaatadaptatie en de landbouw. Hoe zorgen we dat er ook in de toekomst voldoende ruimte is om in

de behoefte van recreanten en toeristen te voorzien? Daarnaast moeten we investeren in de kwaliteit

1 Watersport, sport en sportieve recreatie vallen hier niet onder en kennen eigen categorieën binnen het CVTO.

Page 48: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

3

van ons toeristisch-recreatief product om een aantrekkelijke bestemming te blijven en aanbod te bieden

dat optimaal aansluit bij de veranderende wensen van recreanten en toeristen.

Adviezen uit diverse hoeken duiden op urgentie voor provinciale regierol

De provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit heeft de provincie geadviseerd over de ruimtelijke

implicaties van deze ontwikkelingen. Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC,

Perspectief 2030) en de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli, Advies waardevol toerisme)

roepen overheden op om het belang van de inwoner voorop te zetten en te sturen op vormen van

recreatie en toerisme die van toegevoegde waarde zijn voor een gebied. Bovendien doet de Rli een

oproep voor meer beleidsmatige aandacht voor toerisme en recreatie en het opstellen van regionale

strategieën voor duurzame bestemmingsontwikkeling. Het Rli ziet daarbij ook een nadrukkelijke rol voor

provinciale overheden. Het College voor Rijksadviseurs bracht adviezen uit over de betekenis van fietsen

en wandelen in de openbare ruimte.

Dat recreatie en toerisme van provinciaal belang zijn, blijkt uit het gegeven dat ontwikkeling van

recreatie en toerisme deel uitmaakt van meerdere kerntaken van de provincie: duurzame ruimtelijke

ontwikkeling, vitaal platteland en natuur en regionale economie. Daarnaast hebben recreatie en

toerisme een directe relatie met drie andere provinciale kerntaken: regionale bereikbaarheid, culturele

infrastructuur en milieu. De provincie Noord-Holland zet zich op dit moment op diverse manieren in

voor recreatie en toerisme. Zo werken we met de Visie Waterrecreatie en het bijbehorende

uitvoeringsprogramma aan het verbeteren van de mogelijkheden voor waterrecreatie; zijn we mede

opdrachtgever en financier van de recreatieschappen; en zetten we met ons economisch beleid in op

het spreiden van toeristen. De provincie heeft op dit moment echter geen integraal beleid voor

recreatie en toerisme.

Als provincie zien we de urgentie om met voorgenoemde adviezen aan de slag te gaan en zien we een

rol voor onszelf om deze opgaven aan te pakken. De provincie wil haar unieke kwaliteiten versterken en

de toegevoegde waarde van de toeristisch-recreatieve sector voor heel Noord-Holland vergroten.

Tegelijkertijd staat de provincie voor de opgave om de groeiende vraag van recreanten én toeristen op

een goede manier te accommoderen. Dit vraagt om een provinciale regierol waarmee de provincie

mede sturing geeft aan het vrijetijdsdomein. We hebben gemerkt dat hieraan bij gemeenten en regio’s

ook een duidelijke behoefte bestaat. De Visie Recreatie & Toerisme is het fundament voor de

provinciale inzet op dit vlak.

De impact van het coronavirus

De Visie Recreatie & Toerisme is opgesteld tijdens de Coronacrisis. Het Coronavirus heeft een

ongekende impact op de toeristisch-recreatieve sector:

Door het Coronavirus zien we veranderingen in recreatiegedrag. Het bezoek aan natuur,

recreatiegebieden, water en strand is sterk toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van Wandelnet en

gegevens van recreatieschappen en natuurbeheerders.

Het ondernemende deel van de toeristisch-recreatieve sector heeft het zwaar door

noodgedwongen beperking van de capaciteit. Er kunnen geen grote groepen worden ontvangen en

evenementen georganiseerd worden, banen verdwijnen en vrijwilligers kunnen niet aan de slag.

Het is hoogst onzeker hoe ondernemingen en instellingen uit de crisis komen. Tegelijkertijd zien we

ook dat een deel van de ondernemers nieuwe ideeën realiseert, nieuwe samenwerking opzoekt en

zich weet aan te passen. Dit is positief voor de innovatie binnen de sector.

Page 49: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

4

Het nationaal en internationaal, leisure en zakelijk bezoek is sterk gekrompen, in Amsterdam zelfs

met dubbele cijfers. Sommige ondernemers vragen zich af of het stedenbezoek zich op termijn

volledig zal herstellen.

Het zakelijk toerisme is grotendeels weggevallen. De vraag is of Corona een blijvende impact heeft,

doordat mensen gewend zijn aan online vergaderen en daardoor wellicht minder vergaderen op

externe locaties. Hiertegenover staat dat, zeker in een kenniseconomie, ontmoeting en contact

belangrijk blijven.

De onzekerheid ten aanzien van het Coronavirus zal voorlopig nog voortduren. De Visie Recreatie &

Toerisme richt zich op de middellange termijn en blijft daarom ook na Corona actueel. Bij de uitwerking

van de visie proberen we zo goed als mogelijk te anticiperen op de lange termijnimpact van het

Coronavirus. Dat doen we door bij het uitwerken van de actielijnen in regionale actieplannen integraal

te kijken naar hoe deze kunnen bijdragen aan een duurzaam herstel van de sector.

1.2 Waar gaat de Visie Recreatie & Toerisme over? Strategische visie met uitvoeringsparagraaf

De Visie Recreatie & Toerisme is strategisch van aard. De visie beschrijft de belangrijkste opgaven op het

gebied van recreatie en toerisme voor de provincie Noord-Holland op de middellange termijn en de rol

die de provincie daarin wil nemen. De ambitie en doelen uit de visie zijn vertaald naar een

uitvoeringsparagraaf met concrete activiteiten voor de komende jaren.

Integrale blik op recreatie en toerisme

In deze visie kijken we integraal naar recreatie en toerisme. We hebben het dan zowel over

vrijetijdsactiviteiten van onze eigen inwoners in eigen provincie als over gasten die onze provincie

bezoeken, voor een dag of een verblijf van meerdere nachten, voor vrijetijd of om zakelijke redenen.

Hoewel er verschillende doelgroepen zijn, is er in de praktijk geen scherp onderscheid te maken tussen

recreanten en toeristen. Toeristen uit binnen- en buitenland maken deels gebruik van dezelfde

voorzieningen als inwoners en hetzelfde geldt voor zakelijke gasten die in hun vrije tijd een plek

bezoeken.

Samengesteld toeristisch-recreatief product

Voor het realiseren van onze ambities en doelen is het belangrijk om te beseffen dat het toeristisch-

recreatief product een samengesteld product is (zie kader). Er zijn veel factoren die gezamenlijk de

aantrekkelijkheid van een bestemming bepalen, zoals landschappelijke kwaliteit, activiteiten,

verblijfsmogelijkheden en vervoer. Daarnaast zijn er veel verschillende actoren en organisaties

betrokken bij het realiseren van een geslaagde vrijetijdsbeleving. Dit betekent dat we onze ambities en

doelen alleen kunnen bereiken door samen te werken met andere partijen.

Page 50: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

5

Recreatie en toerisme: een samengesteld product Een toeristisch-recreatieve bestemming of product is samengesteld. Het bestaat uit meerdere onderdelen die samen kunnen zorgen voor een toeristisch-recreatieve beleving. Kenmerkende onderdelen zijn vervoer, verblijf, dingen om te doen, oftewel ‘vermaak’ en de omgeving. Vervoer heeft betrekking op de reis naar de bestemming toe, maar ook op toeren als activiteit op zich, zoals fietsen of wandelen. Verblijf gaat over waar je kunt overnachten en onder ‘dingen om te doen’ verstaan we behalve dagattracties, evenementen en activiteiten bijvoorbeeld ook bezienswaardigheden, musea, horeca en retail. De omgeving is zowel de facilitator van het geheel als zelf ook onderdeel van het toeristisch-recreatieve product. Veel keuzes die de overheid maakt

hebben daarom invloed op de mogelijkheden en aantrekkelijkheid voor recreatie en toerisme. Om in de juiste totaalbeleving te voorzien, moeten alle onderdelen goed op elkaar aansluiten en aan de verwachtingen van de gast voldoen. De behoeften en de verwachtingen van gasten veranderen continu. De toeristisch-recreatieve sector wordt gekenmerkt door een hoge dynamiek en complexiteit. Samenwerking tussen actoren en organisatiekracht van aanbieders is daarom steeds meer bepalend voor het functioneren van een bestemming.

1.3 Hoe is de Visie Recreatie & Toerisme tot stand gekomen? De provincie vindt het belangrijk dat betrokken partijen zich herkennen in de Visie Recreatie & Toerisme

en dat de provinciale inzet goed aansluit bij de inzet van gemeenten, regio’s en anderen op dit vlak.

Voor de totstandkoming van de visie hebben we daarom een intern en extern participatieproces

ingericht. Onderdeel hiervan waren 8 thematische gesprekstafels, interviews met diverse stakeholders,

een ondernemerstafel, een bestuurlijke tafel en een webinar.

1.4 Samenhang met andere visies

Mede doordat toeristisch-recreatieve belevingen samengestelde producten zijn, raken recreatie en

toerisme aan veel verschillende onderwerpen waarmee de provincie zich bezighoudt en waar zij beleid

voor heeft of ontwikkelt. Daarnaast zijn voor de uitvoering van het recreatiebeleid onder meer de

recreatieschappen van belang. Het gesprek over de governance en de financiering van de

recreatieschappen waarin de provincie deelnemer is, maakt geen deel uit van deze visie.

Hierna geven we voor een aantal belangrijke onderwerpen aan hoe de Visie Recreatie & Toerisme zich

daarmee verhoudt.

Opgave Vitaal landelijk gebied

Onder de noemer Vitaal Landelijk Gebied ontwikkelt de provincie, naast de Visie Recreatie & Toerisme,

tegelijkertijd het Masterplan Biodiversiteit en de Voedselvisie. Deze visies stellen we in samenhang met

elkaar op, om integraal te kunnen werken aan het versterken van de vitaliteit van het landelijk gebied.

Een vitaal landelijk gebied produceert voedsel, biedt ruimte aan recreatie en toerisme én is rijk aan

natuurwaarden. Juist door in onderlinge samenhang naar deze drie onderwerpen te kijken en opgaven

Toeristisch-recreatief product

Vermaak

Vervoer

Verblijf

Page 51: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

6

aan elkaar te koppelen, ontstaan interessante landschappen en zorgen we voor een zo efficiënt mogelijk

gebruik van de ruimte.

Visie Waterrecreatie

Watersport en waterrecreatie zijn belangrijk voor Noord-Holland. Met zoveel meren, plassen en

natuurlijk de zee is er genoeg water om te zwemmen, roeien, surfen en zeilen. De provincie stimuleert

de verdere ontwikkeling van waterrecreatie door als partner ondernemers en gemeenten te helpen om

kansen te benutten. In 2016 is een provinciale Visie Waterrecreatie opgesteld waarin dit is uitgewerkt.

Deze visie is nog steeds actueel en loopt tot 2030. De Visie Recreatie & Toerisme zoekt waar relevant de

verbinding met de Visie Waterrecreatie en sluit daar op aan. De Visie Recreatie & Toerisme en de Visie

Waterrecreatie vormen gezamenlijk het fundament voor de koers en de inzet van de provincie op het

gebied van recreatie en toerisme.

Bossenstrategie

Om de biodiversiteit te bevorderen, moet er de komende 10 jaar in heel Nederland 37.000 hectare aan

bomen bij komen. De provincie Noord-Holland werkt graag mee aan die ambitie en heeft samen met

het Rijk een begin gemaakt met de zogenoemde bossenstrategie. Deze wordt de komende maanden

verder ingevuld en uitgewerkt. Daarbij is het van belang om een goede koppeling te maken met het

opvangen van de recreatiebehoefte.

Cultuur- en erfgoedbeleid

Cultuur en erfgoed zijn van grote waarde voor Noord-Holland. De provincie wil cultuur en erfgoed

behouden en versterken door bijvoorbeeld stolpboerderijen, kerken, militair en industrieel erfgoed,

molens en dijken helpen te behouden door restauratie of herbestemming. Ook wil de provincie

culturele voorzieningen, zoals theaters, bibliotheken en musea, bereikbaar en toegankelijk houden.

Voor recreatie en toerisme zijn het culturele aanbod en erfgoed van groot belang. In deze visie sluiten

we daarom aan bij relevante speerpunten uit het provinciale cultuurbeleid.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 leest u over het belang van recreatie en toerisme voor onze provincie. In hoofdstuk 3

gaan we in op onze ambitie en de opgaven die we moeten aanpakken voor het bereiken daarvan.

Hoofdstuk 4 beschrijft de strategie die we daarvoor willen inzetten. In hoofdstuk 5 wordt de strategie

uitgewerkt in een uitvoeringsparagraaf met concrete actierichtingen [in deze 80%-versie nog niet

beschikbaar].

2 Het belang van recreatie en toerisme

Een optimaal toeristisch-recreatief aanbod is geen doel op zich, maar een middel om te werken aan een

provincie waar het prettig en gezond wonen, werken, verblijven en recreëren is. Investeren in recreatie

en toerisme heeft een directe positieve impact op het welzijn en de welvaart van inwoners. Recreatie en

toerisme hebben een belangrijke toegevoegde waarde voor de provincie. Hierna gaan we nader in op

de sociaal-maatschappelijke, economische en gezondheidswaarde van recreatie en toerisme.

2.1 Sociaal-maatschappelijke waarde

Recreatie en toerisme hebben een belangrijke sociaal-maatschappelijke waarde:

Page 52: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

7

Recreatie en toerisme vormen een essentieel onderdeel van het dagelijks leven en kunnen worden

gezien als het cement voor de samenleving. Recreatie en toerisme zorgen voor ontmoetingen,

contact, nieuwe inzichten, creativiteit en ontspanning, wat essentieel is voor welbevinden en

productiviteit.

Recreatievoorzieningen die goed aansluiten bij de behoeften van inwoners, zijn voor hen direct van

waarde en zijn van invloed bij de keuze van een woonbestemming.

Recreatie en toerisme zijn van belang voor behoud van cultuur en erfgoed. Bijvoorbeeld door

herbestemming van stolpen en religieus erfgoed met een nieuwe toeristisch-recreatieve functie en

door inkomsten uit toerisme en recreatie te benutten voor instandhouding en restauratie van

erfgoed. De ruim 4000 stolpboerderijen die Noord-Holland nog kent (er waren er 10.000 in 1950)

zijn als groep in hoge mate bepalend voor de identiteit van Noord-Holland. Verder verlies leidt tot

een verminderde herkenbaarheid van het Noord-Hollandse landschap. Ook de molens, de

kerktorens en de dijken (oostkust, Waterland, West-Friesland) en de landgoederenzones van

Kennemerland en het Gooi zijn kenmerkend voor het Noord-Hollandse landschap. Dit zijn tevens

belangrijke factoren in de toeristisch-recreatieve beleving en ze bieden kansen voor verdere

aanbodversterking en productontwikkeling.

Recreatie en toerisme vergroten het draagvlak voor natuur. Recreëren doen we vaak in het groen of

in de natuur. Mensen hechten mede daarom een groot belang aan natuur, wat zorgt voor draagvlak

voor bescherming en ontwikkeling ervan. Ook zijn recreanten ook steeds vaker bereid om te

betalen voor (toeristisch-recreatieve) activiteiten in de natuur, wat direct bij kan dragen aan de

instandhouding.

2.2 Economische waarde

Recreatie en toerisme hebben een belangrijke economische waarde:

Toerisme en recreatie zijn een belangrijke economische motor. De sector zorgt voor de nodige

directe en indirecte bestedingen en werkgelegenheid. In 2019 hadden in Noord-Holland meer dan

150.000 mensen een baan in de toeristisch-recreatieve sector (LISA, 2020), wat neer komt op bijna

10% van het totaal aantal banen in de provincie.

In de kleinere kernen zorgen toerisme en recreatie voor draagvlak voor voorzieningen als een

supermarkt, bakker, pinautomaat. Deze voorzieningen zijn van groot belang voor de leefbaarheid in

kleinere kernen en gebieden waar rekening moet worden gehouden met een bevolkingsdaling in de

toekomst.

2.3 Gezondheidswaarde

Er is een toenemende aandacht voor preventieve gezondheidszorg en daardoor ook voor een gezonde

leefomgeving. Recreatie en toerisme hebben een belangrijke gezondheidswaarde:

Recreatie-activiteiten in een groene omgeving hebben een belangrijk positief effect op de fysieke en

mentale gezondheid2.

De aanwezigheid van een ‘beweegvriendelijke omgeving’, zoals sport-, spel- en recreatieve

voorzieningen op loop- en fietsafstand, de aanwezigheid van groen of water, een goede

2 Zie verder: https://heatwalkingcycling.org/#homepage; www.gezondnatuurwandelen.nl;

claiming_the_health_dividend.pdf ; dr. ShaneOmara

Page 53: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

8

voetgangersinfrastructuur, veilige fietspaden en een aantrekkelijke en veilige buurt, daagt mensen

uit om voldoende te bewegen (Rijksoverheid, Gezondheid en zorg).

De provincie Noord-Holland erkent de waarde van toerisme en recreatie en wil deze behouden én

vergroten. Wat we willen bereiken en wat daarvoor nodig is, leest u in het volgende hoofdstuk.

3 Ambitie en opgaven

3.1 Ambitie Recreatie en toerisme zijn al van groot belang voor Noord-Holland (zie hoofdstuk 2). We zien kansen en

uitdagingen om de potentie van recreatie en toerisme nog beter te benutten en de bijdrage van de

sector aan de welvaart en het welzijn van al onze inwoners te vergroten. Als provincie zetten we ons in

voor het behouden én vergroten van de toegevoegde waarde van recreatie en toerisme voor heel

Noord-Holland.

De ambitie voor 2030 luidt daarom: heel Noord-Holland profiteert van recreatie en toerisme.

Hiermee bedoelen we dat…

…er voldoende fysieke ruimte is voor recreatie en dat we een kwalitatief hoogwaardig aanbod van

toeristisch-recreatieve voorzieningen hebben dat optimaal aansluit bij de wensen en behoeften van

inwoners en gasten;

…de kwaliteiten van onze natuur, landschap, cultuur en ondernemerschap zo goed mogelijk worden

ingezet voor duurzame toeristisch-recreatieve ontwikkeling;

…de hele Noord-Hollandse samenleving profijt heeft van recreatie en toerisme. We maximaliseren

de positieve impact en beperken de negatieve impact;

…recreatie en toerisme een optimale bijdrage leveren aan de economie, leefbaarheid, behoud van

cultuur en natuur en preventieve gezondheidszorg. De toegevoegde waarde van recreatie en

toerisme wordt dan ten volle benut. Wat die ‘optimale’ bijdrage precies inhoudt, kan per gebied

verschillen.

3.2 Opgaven

We zien drie belangrijke opgaven voor het bereiken van onze ambitie.

1) Toenemende vraag van recreanten en toeristen accommoderen

Opgave: De provincie ziet het als een belangrijke opgave om de toenemende recreatiebehoefte van

recreanten en toeristen te accommoderen. Het gaat hierbij zowel om de behoefte vanuit eigen

inwoners als de behoefte van dag- en verblijfstoeristen. Dit is belangrijk om Noord-Holland aantrekkelijk

te houden om in te wonen, maar ook om te bezoeken en te verblijven.

Om voldoende aanbod van recreatief-toeristische voorzieningen te garanderen, moeten we goed kijken

naar mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik, het bedienen van verschillende doelgroepen en

het opvangen van recreatieve druk bij de bron door de realisatie van (groen-blauw) recreatieaanbod

gekoppeld aan woningbouw. Belangrijk is dat bij ontwikkeling van aanbod de vraag van recreanten en

toeristen als uitgangspunt genomen wordt. Dit aanbod moet in voldoende mate beschikbaar zijn,

Page 54: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

9

bereikbaar, betaalbaar, beleefbaar en bekend. Daarnaast zijn goede afspraken over beheer en

onderhoud van publieke recreatievoorzieningen van belang.

Toelichting: De komende jaren moeten we rekenen op een flinke groei van de recreatieve en

toeristische vraag door:

Toenemende populariteit van buitenrecreatie: buitenrecreatie is al jaren één van de meest

ondernomen uithuizige vrijetijdsactiviteiten onder Nederlanders. In 2019 ondernamen Nederlanders

zo’n 926 miljoen recreatieve activiteiten buiten, gevolgd door 839 miljoen sportactiviteiten. Door de

toenemende aandacht voor een gezonde levensstijl en voldoende beweging en de behoefte aan

individuele vormen hiervan, zien we een groeiende behoefte aan buitenrecreatie.

Een groeiend aantal inwoners: volgens de Bevolkingsprognose Noord-Holland 2019-2040 (Provincie

Noord-Holland, 2019) neemt het aantal inwoners in Noord-Holland tot 2040 naar verwachting met

circa 392.000 mensen toe.

Een groeiend aantal inkomende toeristen: het NBTC verwachtte pré-corona landelijk een forse

stijging van het inkomend toerisme van 19 miljoen in 2018 naar 29 miljoen gasten in 2030. Voor het

jaar 2020 verwachtte het NBTC op landelijk niveau een groei van 7% van het aantal internationale

bezoekers naar 22 miljoen. Eind september 2020 is deze verwachting bijgesteld naar een totaal van

6 miljoen internationale bezoekers, een krimp met 71%. Alhoewel corona dus een belangrijke

impact heeft op het aantal inkomende toeristen, is de verwachting dat dit uiteindelijk vooral leidt

tot vertraging in de groei, maar geen groeistop. Volgens het NBTC zal de markt zich mogelijk in 2024

weer herstellen. Daarnaast heeft Corona op de middellange termijn naar verwachting vooral impact

op intercontinentaal toerisme. Deze groep vormt in Noord-Holland circa 21% van het totaal aantal

overnachtingen. Het binnenlandse toerisme zal als eerste weer op gang komen, gevolgd door het

internationale toerisme uit Europese landen.

De ervaring leert dat toerisme en recreatie zonder sturing vooral toenemen op plekken en momenten

waarop het nu al druk is. In dit kader zien we twee belangrijke opgaven:

Op diverse plekken in Noord-Holland is sprake van een grote verstedelijkingsopgave. In totaal

moeten er tot 2040 zo’n 202.000 extra woningen gebouwd worden in de provincie. Omdat het

beleid er (deels) op is gericht om zo veel als mogelijk binnen bestaand bebouwd gebied te bouwen,

zijn onze inwoners voor rust en ruimte, ontspanning, verkoeling en natuurbeleving in toenemende

mate op het buitengebied aangewezen. Eén van de belangrijkste opgaven voor het accommoderen

van de toenemende recreatiebehoefte van eigen inwoners is daarom om juist in en rondom (nieuw)

stedelijk gebied te zorgen voor voldoende recreatievoorzieningen in het groen (het opvangen van

recreatieve vraag bij de bron).

Daarnaast vraagt het groeiend aantal inkomende toeristen om een aanpak van verleiden en

spreiden. Dit is gericht op het voorkomen van knelpunten op plekken waar het nu al (te) druk is en

kansen voor minder bekende bestemmingen in Noord-Holland te verzilveren. Het bestaande aanbod

moet verder ontwikkeld en verbonden worden, waarna het beter onder de aandacht gebracht kan

worden bij (internationale) toeristen. Zo worden zij verleid om (ook) minder bekende parels in onze

provincie te bezoeken.

Voorbeelden van gebiedsspecifieke opgaven:

Het opvangen van recreatieve vraag bij de bron is in het bijzonder relevant voor de regio’s

Amsterdam, Zaanstad en Amstelland-Meerlanden (woningbouwopgave van +20% of meer). Hier

Page 55: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

10

moet de realisatie van nieuw recreatieaanbod gekoppeld worden aan de verstedelijkingsopgave. In

de Kop van Noord-Holland is geen sprake van een verstedelijkingsopgave.

De Noordzeekust is één van de gebieden waar de impact van het groeiend toeristisch-recreatief

bezoek merkbaar is. De duurzame bereikbaarheid van de kust en de beschikbaarheid van voldoende

kwalitatief goed verblijfsaanbod zijn hier belangrijke opgaven. Voor dat laatste vormen de afspraken

uit het Kustpact een belangrijk uitgangspunt.

Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (25 km van Amsterdam) biedt ‘om de hoek’ aantrekkelijke

mogelijkheden voor natuurbeleving, recreatie en ontspanning, waardoor het een belangrijke rol

speelt in het leefklimaat van de MRA. In de Visie Duurzaam Toerisme Nationaal Park Zuid-

Kennemerland zet het Nationaal Park lijnen uit voor een toekomst waarin de toename van toerisme

en recreatie goed samengaan met bescherming en behoud van kwetsbare natuur.

2) Juiste balans tussen toeristisch-recreatieve druk en draagkracht van de omgeving bereiken en

behouden

Opgave: Het realiseren van de juiste balans tussen toeristisch-recreatieve druk en de draagkracht3 van

de omgeving is een centrale opgave voor het bereiken van onze ambitie. Hiermee bedoelen we dat we

de toegevoegde waarde van recreatie en toerisme moeten optimaliseren, waarbij de positieve effecten

worden gemaximaliseerd en de negatieve impact wordt geminimaliseerd.

In Noord-Holland zien we zowel regio’s waar actie gewenst is om de positieve effecten van recreatie en

toerisme te maximaliseren, als bestemmingen waar negatieve effecten aangepakt moeten worden. Op

sommige plekken in onze provincie ervaren inwoners en toeristen bij tijd en wijle een te hoge

toeristisch-recreatieve druk, wat kan leiden tot een verminderd woongenot, schade aan de omgeving of

een minder positieve bezoekervaring. Hierdoor vermindert zowel het draagvlak voor toerisme onder

inwoners, als de aantrekkelijkheid van de bestemming voor bezoekers. In andere regio’s liggen nog

volop kansen om een groeiend aantal toeristen te ontvangen, maar zijn nu al slimme keuzes nodig om te

toegevoegde waarde van de sector voor de toekomst te behouden.

De toegevoegde waarde van recreatie en toerisme voor een regio én de bijbehorende vraagstukken zijn

overal in de provincie verschillend. Met inzicht in de druk en draagkracht van een regio of bestemming,

en een beeld van de gewenste toegevoegde waarde van recreatie en toerisme, kan een

toekomstperspectief gemaakt worden. Op basis hiervan kunnen keuzes gemaakt worden voor onder

meer aanbodontwikkeling en sturen van bezoekersstromen, waarbij het DNA van het gebied wordt

benut, versterkt en beleefbaar gemaakt.

Toelichting:

De juiste balans tussen toeristisch-recreatieve druk en draagkracht geeft de kaders waarbinnen de

kwantitatieve en kwalitatieve toeristisch-recreatieve behoefte kan worden opgevangen. Daarbij is

3 Op basis van de definitie van de UNWTO kan toeristisch-recreatieve draagkracht van een bestemming

omschreven worden als: het maximum aantal mensen die een bestemming op hetzelfde moment kan bezoeken,

zonder de fysieke, economische en sociaal-culturele omgeving aan te tasten, met als gevolg een daling van de

leefbaarheid als ook de tevredenheid van bezoekers. De draagkracht duidt dus op het vermogen van een bepaalde

bestemming om bezoekers te ontvangen, zonder dat negatieve gevolgen optreden maar waarbij recreatie en

toerisme juist van toegevoegde waarde zijn.

Page 56: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

11

het belangrijk om ons te realiseren dat toeristisch-recreatieve druk op veel plekken niet hoofdzakelijk

wordt veroorzaakt door (verblijfs)toeristen. Inwoners van onze eigen provincie recreëren juist ook

vaak in de nabije omgeving: één op de vier vrijetijdsactiviteiten buitenshuis worden ondernomen in

de woongemeente4. Ook bij deze opgave gaat het daarom zowel om de behoeften van de eigen

inwoners, als die van dag- en verblijfstoeristen.

De juiste balans is moeilijk objectief vast te stellen en moet daarom onderwerp zijn van een gesprek

in de regio en op gezette tijden gemonitord worden. Om dit gesprek te voeden is er behoefte aan

betrouwbare en vergelijkbare data, en methoden om deze data te verkrijgen en te analyseren.

Door te sturen op bezoekersstromen en de ontwikkeling van toeristisch-recreatief aanbod (passend

bij de vraag), wordt de toegevoegde waarde van recreatie en toerisme geoptimaliseerd.

De meerwaarde van recreatie en toerisme verschilt per regio, evenals de uitgangspositie van de

sector. Daarom pleit de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in haar advies over waardevol

toerisme voor het opstellen van regionale toeristische ontwikkelstrategieën: een regionale aanpak is

het meest effectief voor het uitstippelen van de route naar de juiste balans.

Voorbeelden van gebiedsspecifieke opgaven:

In de MRA is (was, pre-Corona) op bepaalde plaatsen sprake van een verstoorde balans tussen

bezoekers en inwoners. Het is zaak om deze balans te herstellen en vervolgens te behouden.

In Noord-Holland Noord is het druk aan de kusten, maar zijn er ook gebieden die kunnen profiteren

van een toename van het aantal gasten. Het is zaak om potentiële gasten te verleiden deze gebieden

te bezoeken, onder meer door passend en verrassend aanbod.

3) Kwaliteit van het aanbod versterken door benutten van unieke kwaliteiten

Opgave: De kwalitatieve behoefte gaat over het bieden van aanbod dat past bij de wensen van de

recreant en toerist. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen kwaliteiten; ontwikkelingen moeten passen bij

een plek en waarde toevoegen.

De provincie vindt het belangrijk om in te zetten op een gevarieerd vrijetijdslandschap (combinaties van

cultuur, natuur en verblijf) en om minder bekende parels beter beleefbaar te maken. Daarvoor moeten

we inzetten op het beter verbinden van het huidige aanbod en, waar nodig en mogelijk, het ontwikkelen

van nieuw aanbod, en het verbeteren van de recreatieve verbindingen en routenetwerken en de

vitaliteit van de verblijfsrecreatie. De opgave daarbij is ook om de Noord-Hollandse identiteiten en

verhalen te versterken en te benutten voor het creëren van een aantrekkelijk en vraaggericht aanbod,

bijvoorbeeld door middel van storytelling.

Toelichting: Noord-Holland kent unieke kwaliteiten en landschappen, waarvan sommige onder druk

staan. Denk bijvoorbeeld aan de toenemende leegstand van beeldbepalende gebouwen zoals stolpen en

kerken. Het geleidelijk verdwijnen van deze unieke kwaliteiten zet de identiteit van het landschap onder

druk. Daardoor wordt Noord-Holland minder herkenbaar. Toeristisch-recreatieve herbestemming

voorkomt leegstand en behoudt deze beeldbepalende elementen voor de toekomst.

Het benutten van de unieke kwaliteiten van Noord-Holland biedt kansen om tegelijkertijd in te spelen

op de wensen van de recreant en toerist. Belangrijke trends op dit vlak zijn de beleveniseconomie, de

4 Bron: Trendrapport Toerisme, Recreatie en Vrije Tijd (2019)

Page 57: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

12

zoektocht naar authenticiteit en unieke ervaringen en de steeds verder uiteenlopende wensen van

consumenten. Monumentale gebouwen, bijzondere landschappen zoals legakkers, dijkstructuren en

archeologische schatten vertellen verhalen. Verhalen die kansen bieden voor beleving en bijzonder

aanbod. Innovatieve aanbodontwikkeling is nodig om op dit gebied aan de verwachtingen van de

recreant en toerist te kunnen blijven voldoen.

Voorbeelden van gebiedsspecifieke opgaven:

In Noord-Holland Noord is de vitaliteit van campings en vakantieparken een belangrijk

aandachtspunt, in het Vechtplassengebied de vitaliteit van het watersportcluster.

Bij de versterking van de Markermeerdijken tussen Hoorn en Amsterdam wil de Provincie de

Markermeerkust en het achterland een extra impuls geven, onder meer door extra mogelijkheden

voor natuur en recreatie te creëren. Uitgangspunt hierbij is het versterken van het karakter van de

dijk als cultuurhistorisch en landschappelijk belangrijk element.

In het Waddengebied zet de provincie in op het versterken van de unieke kwaliteiten voor recreatie

en toerisme. Het project “De donkerte van het Waddengebied” is hiervan een goed voorbeeld. Het

Werelderfgoed Waddenzee is één van de weinige plekken waar de donkerte nog echt kan worden

ervaren. Het project heeft als doel bewoners, recreanten en toeristen de duisternis van het

Waddengebied te laten ervaren en nieuwe gasten te trekken die aangetrokken worden door de

beleving van de donkerte.

4 Strategie

Om de ambities te realiseren en de opgaven aan te pakken, zetten we een strategie uiteen waarin de

bestemming centraal staat. De beschreven opgaven doen zich voor in de verschillende (deel)regio’s,

plekken en gebieden in Noord-Holland. Vanwege het samengestelde karakter van het toeristisch-

recreatieve product en de vele betrokken actoren, vragen deze opgaven om regie. Regie op basis van

analyse, samenwerking en een gezamenlijke visie noemen we bestemmingsmanagement. Investeren in

een verdere ontwikkeling van toeristisch-recreatief aanbod op basis van analyse, samenwerking en een

gezamenlijke visie noemen we bestemmingsontwikkeling. Daarnaast gaan we in op de voorwaarden die

hiervoor gerealiseerd moeten worden.

De bestemming centraal

Recreanten en toeristen laten zich niet leiden door gemeentegrenzen. Daarom is het schaalniveau van

de bestemming of de regionale opgave hier het uitgangspunt. De genoemde uitdagingen

overstijgen het schaalniveau van gemeenten. En de uitgangssituatie van recreatie en toerisme, en

belangrijkste kansen en opgaven, verschillen per regio. Voor het aanpakken ervan is ten minste een

aanpak op regioniveau nodig. Actoren uit de regio’s hebben de provincie gevraagd om hierin mede de

regie te nemen. Dit betekent dat de provincie actief is op het schaalniveau waar zich de opgave

voordoet; bijvoorbeeld de Noordzeekust, een recreatieschap, de Oostelijke Vechtplassen, de

Metropoolregio Amsterdam of Noord-Holland Noord5. Een provinciale regierol is ook belangrijk om te

zorgen voor een goede samenhang tussen de verschillende regionale aanpakken.

5 Waar mogelijk sluiten we aan bij gangbare regio-indelingen en (bestuurlijke)samenwerkingen

Page 58: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

13

Samen pakken we dit op

Als provincie pakken we samen met betrokken partijen de regie en gaan we aan de slag met de

toeristisch-recreatieve bestemming Noord-Holland en de bestemmingen, plekken en regio’s daarbinnen.

Samen kunnen we de regie voeren op hoe recreatie en toerisme en de toegevoegde waarde daarvan

zich in een stad of gebied manifesteren. Hiervoor moet een gezamenlijk proces worden ingericht en zijn

analyses op basis van feiten en cijfers en gezamenlijke visievorming cruciaal. Zo kunnen gedragen kaders

en voorwaarden voor ontwikkeling worden opgesteld.

Naast de inzet op provinciale schaal, richten we ons dus vooral op de verschillende bestemmingen en

regio’s binnen onze provincie. Hiermee vergroten we de toegevoegde waarde van recreatie en toerisme

voor onze hele provincie. Centrale uitgangspunten zijn:

De balans van de toeristisch-recreatieve druk en draagkracht van een gebied of samenleving staat

centraal;

Bij ontwikkeling van aanbod wordt de vraag van recreanten en toeristen als uitgangspunt genomen.

Dit aanbod moet in voldoende mate beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar, beleefbaar en bekend zijn;

Toeristisch-recreatieve ontwikkeling benut en versterkt het DNA van een gebied en maakt het beter

beleefbaar.

Data en analyse als basis voor gezamenlijke aanpak

De gezamenlijke regionale aanpak start met een analyse van druk en draagkracht, en wordt vertaald

naar een gezamenlijke (ontwikkel)strategie voor recreatie en toerisme per regio. Door te sturen op

bezoekersstromen, de ontwikkeling van het toeristisch-recreatieve aanbod en het creëren van de juiste

voorwaarden, zetten we in op gebieden en bestemmingen die voorzien in de behoeften van inwoners

én gasten. In de aanpak voor management of ontwikkeling van een bestemming wordt ingegaan op:

de doelen waaraan recreatie en toerisme een bijdrage moeten leveren;

de regionale recreatief-toeristische behoeften en opgaven (in hoofdstuk 3 hebben we hiervoor een

aantal denkrichtingen meegegeven);

de doelgroepen die de regio wil aantrekken;

een strategie of actieplan voor het realiseren daarvan, door onder meer aanbod- en

productontwikkeling, zonering van natuur en recreatie en inspelen op mogelijke koppelkansen.

Sommige regio’s hebben op dit moment al een eigen visie of ontwikkelstrategie. Op basis daarvan kijken

we samen met deze regio’s hoe we elkaar kunnen versterken en wat eventueel aanvullend nodig is.

4.1 Bestemmingsmanagement

Management zien we als de ‘software kant’ van de strategie: we zorgen ervoor dat de basis voor de

uitvoering op orde is. Met instrumenten voor analyse van druk en draagkracht, data en informatie wordt

de vorming van regionale toeristisch-recreatieve strategieën ondersteund. Daarnaast zetten we in op

het verder ontwikkelen van de informatiebasis, instrumenten en vaardigheden voor het managen van

bezoekersstromen en het aanbod op bestemmingen. We zorgen ervoor dat deze informatie goed

ontsloten wordt. En we zetten ons in voor het maken van goede afspraken en het opzetten van

structurele samenwerkingen en netwerken op het juiste schaalniveau.

Hierbij is van belang dat:

Recreanten te sturen zijn, maar tot op zekere hoogte, omdat ze deels vaste gedragspatronen

hebben. Toeristen zijn mogelijk beter te sturen, omdat zij hun reis online voorbereiden, recreanten in

Page 59: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

14

de lokale omgeving raadplegen wellicht minder vaak dergelijke bronnen. Tegelijkertijd zijn hier ook

mogelijkheden, denk aan de Uitagenda, die door veel mensen gebruikt wordt voor culturele

activiteiten.

Informatie en communicatie via de juiste kanalen sleutelfactoren zijn in het (bij)sturen van

bezoekersstromen, ook na corona. In Coronatijd bleek het voor bezoekers en aanbieders van belang

om te weten waar het al druk is en op welke plekken nog capaciteit is. Het verkrijgen van de juiste

data is daarvoor essentieel.

Ingezet wordt op het beïnvloeden van gedrag aan de voorkant, oftewel vóórdat recreanten of

toeristen hun reis of activiteit ondernemen. Eenmaal op locatie zijn zij minder snel te verleiden om

toch ergens anders naartoe te gaan.

Spreiden en verleiden

De provincie zet, samen met de regio’s en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

(NBTC), al een aantal jaren in op spreiding van toeristen in tijd en ruimte. Waar het spreidingsbeleid

eerst voornamelijk werd benaderd als kans om alle regio’s in Noord-Holland economisch te laten

profiteren van het toerisme, staat de laatste jaren steeds meer de urgentie centraal dat actief spreiden

(of eigenlijk verleiden) noodzakelijk is om grip te krijgen op de groei van het toerisme en de impact

hiervan. Deze verschuiving is ook goed terug te zien in de aanpak van het toonaangevende programma

‘Amsterdam Bezoek, Holland Zien’, dat we samen met onze partners in de MRA meer dan 10 jaar

geleden gestart zijn. Doel van het project was lange tijd de internationale bezoeker meer over de MRA

te verspreiden zodat ook de regio buiten Amsterdam economisch kon profiteren van het (groeiend)

toerisme. Het spreiden van de bezoekers staat nu nog steeds centraal, maar behalve als kans zien we

dit nu ook als noodzaak om de regio als geheel leefbaar te houden.

Sinds 2018 benut de provincie ook landelijke marketingprogramma’s om te komen tot een betere

spreiding van het toerisme. Binnen de Holland City strategie van het NBTC worden internationale

bezoekers aan de hand van themalijnen geïnspireerd om ook de minder bekende plekken in ons land te

bezoeken. De voor Noord-Holland relevante verhaallijnen zijn de Waterlandlijn en de themalijn

Kastelen en Buitenplaatsen. Daarnaast benutten we het landelijke themajaar 2021 “Ode aan het

Nederlandse Landschap” om een recreatieve impuls te geven aan bestaande en nieuwe culturele en

landschappelijke initiatieven. Het themajaar biedt ook kansen om bij inwoners meer draagvlak voor en

kennis over het (veranderende) landschap waarin zij wonen te genereren.

Op basis van de keuzes die we met de regio’s maken, zetten we in het kader van

bestemmingsmanagement de komende jaren in op het verleiden en waar mogelijk sturen van

bezoekers, voor een betere spreiding over de provincie.

Actielijnen

Binnen dit deel van de strategie richten we ons op:

Analyse druk & draagkracht. Om op regionale schaal goed te kunnen inspelen op de impact van het

vrijetijdsdomein, is een analyse nodig van de relatie tussen recreatie en toerisme en welzijn en

welvaart van een bepaalde bestemming. Dat kan door de aard en omvang van recreatieve en

toeristische ontwikkelingen af te zetten tegen de draagkracht van een regio of plek. Het verkrijgen

van inzicht in de druk en draagkracht per regio is een belangrijk onderdeel van management en -

ontwikkeling. Deze analyse levert een beeld op van de ontwikkelruimte en opgaven van een

bestemming, zowel in gebieden met veel bezoekers als in gebieden waar meer bezoekers gewenst

Page 60: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

15

zijn. De uitkomsten zijn een belangrijke basis voor het opstellen van regionale ontwikkelstrategieën

voor recreatie en toerisme.

Data & onderzoek. Voor een goede analyse van druk en draagkracht zijn betrouwbare data nodig. De

provincie zet zich daarom samen met betrokken partijen in voor het verkrijgen van de juiste data en

het (laten) uitvoeren van relevante onderzoeken. Zo wordt momenteel een provinciale

onderzoeksagenda vrijetijdseconomie opgesteld en neemt de provincie deel aan de Landelijke Data

Alliantie, waarin op nationaal niveau wordt gewerkt aan het verkrijgen van betrouwbare en

vergelijkbare data over recreatie en toerisme. Data en onderzoek zijn ook belangrijk voor het

verbeteren van het bestaande routenetwerk voor onder meer wandelen en fietsen. Hierbij gaat het

bijvoorbeeld om data over het gebruik van routenetwerken en onderzoek naar ontbrekende schakels

en voorzieningen.

Informatie & communicatie. Landelijk wordt gesproken over een verschuiving van de marketing van

bestemmingen naar het managen van bestemmingen. Onderdeel van die verschuiving is het

toenemende belang van een goede informatievoorziening en effectieve communicatie. Met

bijvoorbeeld betrouwbare (zo mogelijk real time) data over het gebruik van recreatiegebieden en

bezienswaardigheden kunnen terreinbeheerders bezoekersstromen beter sturen en kunnen

recreanten en toeristen zien waar het al druk of juist nog rustig is. Het informeren van doelgroepen

over al het moois dat er in onze provincie aanwezig is, is nodig om hen te verleiden ook minder

bekende plekken te bezoeken. Daarvoor is ook het verbeteren van de bekendheid van het

wandelnetwerk en het vergroten van het gebruik van de Toeristische Overstap Punten (TOP’s) van

belang.

Samenwerking & afspraken. Strategische en operationele samenwerking binnen de sector, tussen de

sector en de overheid én tussen overheden onderling is essentieel voor het effectief kunnen

managen (en ontwikkelen) van een bestemming. De toeristisch-recreatieve sector heeft een aantal

specifieke kenmerken (zie kader) die samenwerking zowel noodzakelijk als uitdagend maken. De

provincie richt zich daarom op het stimuleren van samenwerking ter ondersteuning van

bestemmingsmanagement en –ontwikkeling. De provincie wil eraan bijdragen dat duurzame

netwerken en samenwerkingen ontstaan, die gedragen worden door de regio’s zelf. De provincie is

op dit moment deelnemer in verschillende samenwerkingen, bijvoorbeeld in Noord-Holland Noord

en de Metropoolregio Amsterdam. Vanuit het belang van de regionale insteek van management en

ontwikkeling van bestemmingen, blijft de provincie inzetten op het versterken van regionale

samenwerking binnen het domein recreatie en toerisme. Hierbij bevordert de provincie de deelname

van relevante actoren in een regio, zoals natuur- en cultuurorganisaties, uitvoeringsorganisaties,

DMO’s, kennisinstellingen, onderwijs en ondernemers(vertegenwoordigers). Daarnaast onderstreept

de provincie het belang van goede afspraken over beheer van voorzieningen voor recreatie in

natuur- en recreatiegebieden en het landelijk gebied.

Kenmerken van het speelveld van de toeristisch-recreatieve sector

Door het samengestelde karakter van het toeristisch-recreatieve product kent de sector een grote

diversiteit aan actoren. Onder de aanbieders zijn naast bedrijven ook natuurorganisaties, culturele

instellingen, boerenbedrijven, vrijwilligersorganisaties en overheden waaronder overheidsbedrijven

en gemeenschappelijke regelingen.

In het spectrum van actoren zien we een aantal grote bedrijven, maar vooral veel kleine en

middelgrote ondernemingen en gezinsbedrijven.

Kenmerkende ontwikkelingen aan de commerciële kant van de sector zijn schaalvergroting en

Page 61: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

16

ketenvorming.

Binnen de non-profit kant van de sector (natuur, recreatieschappen en cultuur) zagen we de

afgelopen jaren een groeiende afhankelijkheid van inkomsten van bezoekers. Bijvoorbeeld uit

evenementen, entree- en parkeergelden, verkoop van producten en horeca.

4.2 Bestemmingsontwikkeling

Bestemmingsontwikkeling zien we als het realiseren en stimuleren van de ontwikkeling van relevant

aanbod. Vanuit een gezamenlijke analyse en visie gaan we aan de slag met het daadwerkelijk versterken

(ontwikkelen) van passend en wenselijk aanbod binnen de bestemming. Het gaat hierbij bijvoorbeeld

om de kwaliteit van het aanbod en de verbindingen daartussen, het vernieuwen van aanbod en het

realiseren van aanvullend aanbod voor recreatie en toerisme. Omdat het toeristisch-recreatieve product

samengesteld is, richt bestemmingsontwikkeling zich op alle facetten van het product (verblijf, vermaak,

vervoer en omgeving). We kijken daarbij goed naar de mogelijkheden om recreatie en toerisme te

koppelen aan andere (ruimtelijke) opgaven.

Actielijnen

Binnen dit deel van de strategie richten we ons op:

Aanbodontwikkeling. We zetten in op het versterken, vernieuwen, verbinden en uitbreiden van het

toeristisch-recreatieve aanbod om gebieden zo in te richten dat zij recreanten en toeristen optimaal

kunnen accommoderen. Voor Noord-Holland Noord ligt het accent op kwaliteitsverbetering,

doorontwikkeling en verdieping van het aanbod, waarbij in de Metropoolregio Amsterdam ook het

accent ligt op het ontwikkelen van aanvullend toeristisch-recreatief aanbod op plekken waar dat kan.

Voorbeelden zijn:

– Het opvangen van recreatieve druk bij de bron, oftewel nabij huidige steden en dorpen en op

plekken waar nieuwe verstedelijking is gepland, moet deel uitmaken van de

verstedelijkingsstrategie. Daarbij is het zaak om te zorgen voor vernieuwend aanbod, buiten de

gebaande paden en in aansluiting op de vraag;

– Vitale verblijfsaccommodaties;

– Aanbod voor cultuurtoerisme;

– Routes voor wandelen, fietsen en varen en overstappunten.

Productontwikkeling. Met productontwikkeling bedoelen we het samenspel tussen aanbieders van

toeristisch-recreatieve voorzieningen om deze met elkaar te verbinden en als een belevenis of

product in de markt te zetten. Voorbeelden hiervan zijn:

– Themajaren: een specifiek onderdeel van ons aanbod in de schijnwerpers zetten, beter verbinden

en aanvullen;

– Storytelling, o.a. in relatie tot cultuurtoerisme en cultureel aanbod;

– Icoonroutes voor fietsen, en ook het betrekken van ondernemers bij de routenetwerken voor

wandelen, fietsen, varen.

Koppelkansen identificeren & verzilveren. Om de ambities te realiseren, is het essentieel dat het

recreatief-toeristisch belang een plek krijgt bij ontwikkelingen op andere beleidsterreinen. Het gaat

om projecten en plannen op het gebied van klimaatadaptatie, waterbeheer, landbouw,

natuurontwikkeling, energietransitie, kunst en cultuur, klimaatmitigatie en gezondheid. Om

koppelkansen te verzilveren, moet de regionale strategie voor bestemmingsontwikkeling de

toeristisch-recreatieve behoeften van een gebied in beeld brengen. Dit is nodig om koppelkansen te

realiseren die ook passen in de regionale visie op recreatie en toerisme.

Page 62: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

17

Enkele voorbeelden zijn:

– Dijkversterking benutten voor het aanleggen van een fiets- of wandelpad langs de dijk;

– Het realiseren van nieuwe natuur met voorzieningen voor recreatie erin én rond omheen, in

synergie met landbouwfuncties en gebaseerd op de zonering van recreatie en natuur in het

gebied;

– Leegstaand erfgoed een nieuwe bestemming geven door huisvesting van een toeristische

functie.

4.3 Voorwaarden

Om goed te kunnen sturen op bezoekersstromen en de ontwikkeling van bestemmingen, draagt de

provincie samen met haar partners bij aan het creëren van de juiste voorwaarden hiervoor.

Actielijnen

Voor het creëren van de juiste voorwaarden, richten we ons op:

Bereikbaarheid van toeristisch-recreatief aanbod. Een goede bereikbaarheid van het toeristisch-

recreatieve aanbod is cruciaal bij de ontwikkeling en management van een bestemming. Wanneer er

een negatieve impact van recreatie en toerisme ervaren wordt, zijn verkeer en parkeren regelmatig

pijnpunten. De provincie wil eraan bijdragen dat (potentieel) belangrijke bestemmingen, en

bestemmingen onderling (zoals de kusten en het achterland) goed bereikbaar zijn voor bezoekers en

personeel. Met het oog op verduurzaming van de sector zijn ook bereikbaarheid via OV en elektrisch

vervoer hierbij een aandachtspunt. Het Perspectief Fiets6 en de Buitenpoorten7 worden hier in ieder

geval voor ingezet, waarbij altijd gezocht wordt naar samenhang met het management van de

bestemming als geheel. Voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de kust werkt de provincie

op dit moment samen met partners aan een nieuw programma Bereikbaarheid Kust Zuid-

Kennemerland. Hierin wordt onder andere gekeken naar slimme OV-oplossingen, investeringen in

fietsbereikbaarheid, het afstemmen van pendelvervoer met parkeerbeleid en andere innovatieve

vormen van verkeersmanagement.

Toekomstgericht & duurzaam ondernemen. Voor de kwaliteit van het aanbod is het belangrijk dat

ondernemers voldoende mogelijkheden hebben om toekomstgericht en duurzaam te ondernemen.

Daarmee bedoelen we zowel ecologische als economische en sociale duurzaamheid:

– Ecologische duurzaamheid gaat over het verkleinen van de ecologische ‘footprint’ door gebruik

van schone energie, minder afval, circulair bouwen en duurzaam consumeren.

– Sociale duurzaamheid heeft betrekking op bijvoorbeeld de toegankelijkheid van voorzieningen

voor mindervaliden, ontwikkelperspectief voor mensen die werken in de sector en de bijdrage

van de sector aan maatschappelijke opgaven zoals leefbaarheid op lokaal niveau.

– Economische duurzaamheid is gericht op een toekomstbestendig verdienmodel en het

optimaliseren van de winstgevendheid op de lange termijn.

De Provincie gaat in beeld brengen wat opgaven zijn om tot duurzaam ondernemerschap te komen,

voldoende personeel is één van de uitdagingen hierbinnen. Daarnaast maakt de provincie zich sterk

6 In Perspectief Fiets heeft de provincie de uitdagingen voor de fiets voor de komende jaren vastgelegd. De

belangrijkste doelen zijn om Noord-Holland klaar te maken voor de elektrische fiets en de fiets naadloos te laten aansluiten op het openbaar vervoer. De projecten hiervoor staan in het Actieprogramma Fiets 2019-2021. 7 Buitenpoorten zijn spoorwegstations op het snijvlak van stad en land, die als startpunt gebruikt worden om van

het buitenleven te genieten. Door via marketing bekend te maken dat het landschap vlakbij is en door van de stations aantrekkelijke plekken te maken om te verblijven.

Page 63: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

18

voor de toegankelijkheid van regelingen voor verduurzaming en groen herstel voor ondernemers uit

de toeristisch-recreatieve sector.

Behoud & versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Mede dankzij de grote variëteit aan landschappen,

dorpen en bijbehorende cultuurhistorie is Noord-Holland een aantrekkelijk gebied om te wonen,

werken en recreëren. De ruimtelijke kwaliteit van onze provincie is daarmee een belangrijke basis

voor recreatie en toerisme. De provincie Noord-Holland wil de kwaliteit en de diversiteit van het

Noord-Hollandse landschap graag in stand houden en verder versterken. Daarom heeft het begrip

ruimtelijke kwaliteit een belangrijke plek gekregen in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de

Provinciale Ruimtelijke Verordening.

De provincie zet zich ervoor in dat de kwaliteiten van landschap, natuur en erfgoed beleefbaar zijn

voor recreanten en toeristen. Daarbij is uitgangspunt dat natuur- en cultuurwaarden samengaan met

recreatie en toerisme en dat deze elkaar versterken.

Page 64: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

19

Bijlage 1 – Schematische weergave Visie Recreatie & Toerisme

Page 65: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

05.a Uitkomst overleg lange termijn afspraken erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer (Manager P&V)

1 5a Uitkomst lange termijnafspraken erfpacht met SBB.docx

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

1

Opleg notitie t.b.v. overleg directie Staatsbosbeheer en voorzitters Recreatieschappen, de

notitie is een door partijen gedeeld voorstel voor de uitwerking van oplossingsrichtingen en het

vervolgproces

Datum vergadering 4 november 2020Via MS- teams van 10.30 tot 11.30 uur:aanwezig: Staatsbosbeheer: - Silvo Thijsen; Algemeen Directeur - Riena Tienkamp; Hoofd Noord Holland Recreatieschap GGA: - Joyce Langenacker; burgemeester OuderAmstel Recreatieschap SPW: - Ilse Zaal; gedeputeerde Provincie Noord Holland Recreatieschap TW: - Saskia Groenewoud; bestuurder Stadsdeel Amsterdam Noord RNH: - Jos Gilliam, directeur- bestuurder - Rik Rolleman; manager programmasturing en vastgoed (verslag)

Achtergrond erfpachtcontracten Staatsbosbeheer Op 13 november 2019 zijn in het voorzittersoverleg de uitgangspunten en het vervolgproces voor de lange termijn afspraken besproken waarbij er breder gekeken wordt dan alleen de huidige beheergebieden van de drie recreatieschappen in de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Het betreft de recreatieschappen Groen Gebied Amstelland (GGA), Spaarnwoude (SPW) en Twiske- Waterland (TW).

Vervolgens is het organisatie adviesbureau P2 ingehuurd door de uitvoeringsorganisatie Recreatie Noord Holland (RNH) namens de recreatieschappen en Staatsbosbeheer (SBB) om voortgang te maken in het proces om tot lange termijn afspraken te komen. Het proces met P2 heeft een lange start gekend omdat er bij start nog niet echt sprake was van een gezamenlijk ijkpunt. Er is veel tijd in gaan zitten om elkaar, elkaars organisaties en elkaars posities en standpunten beter te leren kennen. Hierbij was het vooral van belang om te weten hoe het feitelijk zo gekomen is, de historische context (zie bijlage 2 in het bijgevoegde rapport) is hier een weergave van.

De bijgevoegde rapportage d.d. 16 september 2020 is het tussenresultaat en bevat bouwstenen voor oplossingsrichtingen voor de toekomst van de erfpachtcontracten. De rapportage beschrijft naast vier oplossingsrichtingen ook randvoorwaarden en beoordelingscriteria van de oplossingsrichtingen. Het rapport concludeert dat er eigenlijk twee opvattingen zijn bij de betrokken partijen over zeggenschap over de recreatiegebieden die beide waar zijn. De eerste lijn is dat door de decentralisatie van taken door het rijk het betekent dat besluiten over inrichting bij provincies en gemeenten ligt. De andere lijn is dat SBB een duidelijke taakopdracht van het Rijk heeft meegekregen en dat zij daar invulling aan moeten geven.

Uitgangspunt is dat we samen de verantwoordelijkheid delen voor alle groene recreatieve gebieden in de MRA die in eigendom zijn van Staatsbosbeheer of de provincie Noord Holland of de deelnemende gemeenten van de recreatieschappen. We willen samen het liefst één werkwijze die daarbij past met een evenwichtige gedeelde financiering om zoveel mogelijk middelen te bundelen voor inrichting en beheer van die gebieden met instrumenten die daar het best bij passen. Om zo de kwaliteit van de gebieden voor natuur- en recreatieve doeleinden te verbeteren en samen voldoende middelen te hebben om dat te kunnen doen.

Page 66: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

2

Doel van dit overleg is om een keuze te maken welke oplossingsrichtingen verder uitgewerkt moeten worden en welk vervolg proces daarbij het beste past. Daarnaast worden een aantal werkafspraken voorgesteld.

OplossingsrichtingenTijdens het proces zijn totaal veertien mogelijke opties geformuleerd. Een groot aantal opties zijn niet verder uitgewerkt omdat ze buiten de opdracht vielen. P2 heeft deze oplossingsrichtingen meegegeven aan de procesmanager van KokxDeVoogd als input van het governance traject voor de recreatieschappen.

A. Werkingsgebied van recreatieschap: Onder te verdelen in drie opties:,

- een deel van het (natuur)areaal uit een schap halen; - extra aanpalende (Staatsbosbeheer) gebieden binnen het werkingsgebied schap brengen - deels erfpacht: de deelgebieden met SNL-subsidiemogelijkheden uit de erfpacht halen en

onderscheid maken tussen natuurterreinen en gebieden waar (meer) recreatie mogelijk is (extensieve vs. intensieve recreatie).

B. Convenant per gebied (alternatief voor erfpacht) In plaats van een erfpachtcontract wordt een convenant afgesloten waarbij samenwerkingsafspraken worden gemaakt over de realisatie van gebiedsdoelen. Het recreatieschap blijft opdrachtgever voor het beheer, terwijl Staatsbosbeheer het volle eigendom van grond houdt/ terug krijgt. Partijen maken met name afspraken over de gebiedsdoelen, sturing en verantwoording, beheerregeling en financiering. In een convenant zouden ook afspraken over het beheer van recreatiegebieden buiten het huidige werkingsgebied van de schappen betrokken kunnen worden.

C. Gebiedsfonds: Dit is een fonds waarin betrokken partijen alle middelen stoppen (beheerbijdragen, subsidies en opbrengsten uit het gebied) in een regionaal samenwerkingsverband tussen verschillende gebiedspartijen. Zo kunnen samen regionale doelstellingen op het gebied van recreatie en natuur worden gerealiseerd. Het lijkt op het werken van een recreatieschap, alleen is in dit scenario ook Staatsbosbeheer aangesloten, waardoor het gebied groter kan zijn dan een recreatieschap en ook andere gebieden van Staatsbosbeheer in de deelnemende gemeenten omvatten.

D. Eén nieuw erfpachtcontract Een nieuw erfpachtcontract voor de schappen, waarbij de doelomschrijving wordt geactualiseerd die moet passen bij de huidige opgave voor de MRA. De voorwaarden zouden net als canon periodiek, bijvoorbeeld om de tien jaar herzien moeten worden. Deze oplossing zorgt voor een betere ‘fit’ met de tijdsgeest en Staatsbosbeheer en de recreatieschappen zijn af van 21 contracten. Een nieuw erfpachtcontract zou ook een regeling kunnen bevatten voor de gronden die nu binnen het werkingsgebied van het schap vallen of daar een directe link mee hebben (bijvoorbeeld RodS gebieden).

De vier uitgewerkte oplossingsrichtingen zijn op basis van de zes beoordelingscriteria in een Harris Profile geplaatst. De oplossing “convenant” scoorde daarbij het laagst van de vier oplossingsrichtingen. Dee recreatieschappen willen geen afstand doen van het economisch eigendom van de gebieden die ze in erfpacht hebben van Staatsbosbeheer. Deze oplossingsrichting valt daarmee in ieder geval af voor de gebieden die vallen binnen de huidige erfpachten. Voor groene recreatiegebieden die daar buiten vallen liggen (zgn. niet erfpachtgebieden) kunnen alternatieve vormen van publieke-publieke samenwerking wel een optie zijn.

De opties die in het kader van ‘werkingsgebied schappen’ zijn beschreven, sluiten aan bij het uitgangspunt om tot een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle groengebieden in de MRA te komen

Page 67: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

3

en de wens om samenhang in sturing en beheer van recreatiegebieden van de schappen en Staatsbosbeheer te vergroten (en tegelijk ook SNL bijdrage voor natuurbeheer in recreatiegebieden te benutten). Daarvoor moeten we eerst tot een gezamenlijke visie voor recreatiegebieden van de schappen en Staatsbosbeheer komen. Gelijktijdig moet inzicht worden gegeven in de gebiedsexploitaties, kwaliteit en financiering van de verschillende gebieden. Dit is nodig om de verdere scope en inhoud van de samenwerkingsvorm te bepalen.

In fase 2 kan al vast begonnen worden om de contouren van Erfpacht 2.0 en afspraken over niet erfpacht gebieden uit te werken, zodat deze opgenomen kunnen worden in de paraplu afspraken.Op dit moment beheren de recreatieschappen ook gebieden van Staatsbosbeheer zonder afspraken (vb Groene Weelde in Spaarnwoude). Ook over deze gebieden zullen afspraken worden gemaakt. Daarnaast worden ook gebieden van Staatsbosbeheer betrokken die meer recreatief van aard zijn of de recreatieve voorzieningen in natuurgebieden (vb Zaanstreek-Waterland) . In Erfpacht 2.0 wordt ook gekeken naar gebieden met hoge natuurwaarden (extensieve recreatie) die aanspraak kunnen maken op SNL subsidie. Bekeken wordt of het wenselijk is deze uit het erfpacht te halen zodat voor deze gronden SNL subsidie aangevraagd kan worden.

In fase 3 worden afspraken in het kader van het gebiedsfonds gemaakt over exploitaties op langere termijn als voorbeeld kan hierbij het Diemerbos dienen.

Beheerafspraken Afspraken over kwaliteit en financiering van de recreatiegebiedenFASE 3

Aanpassing ingebruikgevingVastleggen welke gronden in erfpacht blijven en welke niet (SNL) en afspraken overige gebieden FASE 3

Visie gezamenlijk beheerareaalVoor welke recreatiegebieden en -voorzieningen maken we we welke nieuwe afspraken om te sturen op samenhang in beheer en exploitatie en visieFASE 2

StartsituatieAflopende erfpachtcontrac-ten en verouderde voorwaarden. Verkenning oplossingsrichtingen P2 FASE 1

Huidige erfpachtcontracten

Aanpassing werkingsgebied van

recreatieschap?

Erfpacht 2.0 bestaande contracten

GebiedsfondsAfspraken niet

erfpachtgebieden

Page 68: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

4

Na fase 2 is er overzicht en kunnen paraplu afspraken gemaakt in een overkoepelende (publiek-publieke) Samenwerkingsovereenkomst (SOK) in juli 2021

Aandachtspunten bij vervolgprocesDe drie oplossingsrichtingen zijn in de rapportage van P2 in hoofdlijnen beschreven. Voor het vervolg zijn er nog aandachtspunten die uitwerking behoeven. De uitwerking van de drie oplossingsrichtingen is niet afhankelijk van de besluitvorming van de drie recreatieschappen rond het governance vraagstuk van alle vijf recreatieschappen waar Recreatie Noord Holland voor werkt. Wel worden er een aantal werkafspraken voorgesteld die effect hebben op de ambtelijke adviescommissie en daarbij voor de agendering voor het mogelijk op te richten bestuursbureau. In het rapport over de bestuursopdracht wordt aangeven dat deze oplossingen geen invloed hebben op de daarin geschetste modellen. Ook wordt daarin aangegeven dat het positioneren van Staatsbosbeheer in een adviescommissie van een schap op grond van artikel 24 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen kan worden ingevoerd. De samenstelling van een adviescommissie is in de Wet Gemeenschappelijke Regeling niet specifiek geregeld. Leden van een adviescommissie mogen ook bestaan uit andere vertegenwoordigers dan die van de deelnemende gemeenten.

Voor de oplossingsrichtingen is een gedeelde visie op de recreatieve groenstructuur nodig van betrokken partijen (waarin zowel de schapsgebieden als de daarmee samenhangende recreatiegebieden/voorzieningen van Staatsbosbeheer, provincie en gemeenten zijn betrokken). Voor Spaarnwoude en Twiske- Waterland liggen deze voor het recreatieschap al vast. Voor het Groengebied Amstelland is die in ontwikkeling. Het maken en samen vaststellen van die samengetrokken visies voor schaps en SBB gebieden zijn uitgangspunt voor verdere samenwerking, de te kiezen samenwerkingsconstructie en (extra) mogelijkheden voor financiële middelen.

Voor het bereiken van bovenstaande doelen kan al dan niet gekozen worden om het werkingsgebied van het schap te verruimen (dat hoeft niet noodzakelijkerwijs ook beheergebied-verruiming te zijn of extra financiële middelen vanuit het schap zelf te betekenen). Schaarste aan middelen voor aanpalende (Staatsbosbeheer) gebieden en voorzieningen aan huidige schapsgrenzen moet worden opgelost. Dit vergt in alle gevallen een transparante gebiedsexploitatie met inzicht in zowel inkomsten (uit natuur, recreatie en diverse bronnen) als de uitgaven. Deze moeten op korte termijn op basis van vergelijkbare criteria in kaart gebracht worden bij zowel Staatsbosbeheer als de recreatieschappen. Bij de verschillende oplossingsrichtingen is een check op staatssteun nog cruciaal. Hiervoor zijn onderzoeksvragen geformuleerd en worden juristen geraadpleegd over de mogelijkheden. Door P2 zijn ook aanbevelingen geformuleerd op basis van ervaringen in de afgelopen maanden. Deze moeten betrokken worden bij het vervolgproces.

Voorstel vervolgproces en planningUitgegaan wordt van definitief bestuurlijk vastgestelde afspraken op 1 januari 2022. Om dit te bereikenbestaat het vervolgproces uit 2 fasen.

Bij de eerste vervolgfase (fase 2) worden tot de zomer 2021 onafhankelijke externe begeleiders ingehuurd die regie voeren op het ingezette proces. Daarnaast worden er werkgroepen ingesteld.

Page 69: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

5

Een werkgroep richt zich op een gedeelde visie per (deel) gebied, deze bestaan uit de programmamanagers van de recreatieschappen en beleidsmedewerkers van Staatsbosbeheer. Uitgangspunt hierbij zijn de al vastgestelde visies van de recreatieschappen en de beheerplannen van Staatsbosbeheer. Daarnaast wordt een werkgroep ingericht die zich bezig houdt met de gebiedsexploitaties waarbij zowel inkomsten als uitgaven op basis van vergelijkbare criteria in kaart worden gebracht. Deze bestaat uit de beheerders van de 3 recreatieschappen en de teamleiders/beheerders van Staatsbosbeheer. Uitgangspunten hierbij vormen de meerjarenbegrotingen van de recreatieschappen en Staatsbosbeheer. Als derde gaat een juridische werkgroep vanuit RNH, gemeente Amsterdam, provincie Noord Holland en Staatsbosbeheer aan de gang om de contouren van het nieuwe erfpachtcontract 2.0 te beschrijven en de wijze waarop afspraken gemaakt kunnen worden voor de niet erfpachtgebieden. Deze werkgroep doet ook een check op staatssteun.Daarnaast wordt vanuit de directie RNH en Staatsbosbeheer Noord Holland gewerkt aan de publiek-publieke Samenwerkingsovereenkomst waarin de resultaten van de drie werkgroepen samen komen.

Verwacht wordt dat deze producten van fase 2 voor het voorzittersoverleg van 19 mei 2021 opgeleverd kunnen worden. Ze kunnen dan gepresenteerd worden aan de Algemeen Besturen van de 3 schappen begin juli 2021. Dan kan een keuze worden voorgelegd of elk schap wil overgaan tot een gezamenlijk beheerareaal en wat de consequenties daarvan zijn. Gelijktijdig kan met dit besluit de contouren van een nieuw erfpachtcontract 2.0 en de afspraken voor niet erfpachtgebieden worden vastgesteld. Dit komt samen in een Samenwerkingsovereenkomst tussen de 3 schappen en Staatsbosbeheer.

In het derde kwartaal 2021 moeten de nieuwe erfpachtvoorwaarden en afspraken voor niet erfpachtgebieden verder uitgewerkt worden (fase 3). Dit gebeurt gelijktijdig met het uitwerken van afspraken voor het gebiedsfonds.

Kosten vervolgprocesVoor de inzet van externe begeleiders (fase 2) wordt uitgegaan van euro 30.000,- ex BTW, waarbij opnieuw de kosten worden gedeeld tussen Staatsbosbeheer(15.000,-) en de 3 recreatieschappen (5.000,- per schap). De gewenste inzet van medewerkers vanuit RNH, gemeenten, provincie en Staatsbosbeheer geschied uit bestaande middelen van de betreffende organisaties.

De directie van Staatsbosbeheer en de voorzitters van GGA, SPW en TW stellen voor om de algemene besturen van de recreatieschappen Groen Gebied Amstelland, Spaarnwoude en Twiske- Waterland voor te stellen : In te stemmen met onderstaand uitgangspunt voor de samenwerking tussen Staatsbosbeheer en de recreatieschappen:We delen samen de verantwoordelijkheid voor alle groene recreatieve gebieden in de MRA die in eigendom zijn van Staatsbosbeheer of de provincie Noord Holland of de deelnemende gemeenten van de recreatieschappen. We willen samen het liefst één werkwijze die daarbij past met een evenwichtige gedeelde financiering om zo zoveel mogelijk middelen te bundelen voor inrichting en beheer van die gebieden met instrumenten die daar het best bij passen. Om zo de kwaliteit van de gebieden voor natuur- en recreatieve doeleinden te verbeteren en samen voldoende middelen hebben om dat te kunnen doen.

De volgende keuze te maken voor verder uit te werken oplossingsrichting:Na uitwerking van een gedeelde visie en transparante gebiedsexploitaties van de gebieden (recreatieschap en aanpalende gebieden en -voorzieningen) én de eventuele aanpassing van het

Page 70: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Agendapunt 5a voorzittersoverleg 18 november 2020

Toekomst erfpachtcontracten met Staatsbosbeheer2 november 2020

6

werkingsgebied van schappen kunnen het erfpacht 2.0 en afspraken voor niet erfpachtgebieden verder worden uitgewerkt. Aansluitend kan het uitvoeringsinstrument gebiedsfonds verder ingevuld worden.

In te stemmen met het volgende vervolgproces:Hierbij wordt uitgegaan van definitief bestuurlijk vastgestelde afspraken op 1 januari 2022.

- Opstellen van een gedeelde visie per gebied waarin zowel gebieden en voorzieningen van recreatieschappen als Staatsbosbeheer worden meegenomen.

- In kaart brengen van transparante gebiedsexploitaties voor deze gebieden. - Gezamenlijk uitwerken van contouren van erfpacht 2.0 en afspraken voor ‘niet erfpachtgebieden’

met een check op staatssteun - Doorgaan met het creëren van een duurzame oplossing voor groene recreatiegebieden in de

MRA met dezelfde werkgroep met onafhankelijke externe begeleiders die regie blijven voeren op het ingezette proces en koers houden op planning en resultaten, waarbij de kosten worden gedeeld tussen Staatsbosbeheer en de drie recreatieschappen

De volgende werkafspraken te maken voor een betere aanhaking van SBB bij de recreatieschappen:- Staatsbosbeheer wordt vanaf het begin van een visietraject meegenomen en bevraagd over het

gebied net zoals dat bij gemeenten gebeurd;- Er wordt duidelijkheid verschaft over de rol van Staatsbosbeheer in deze trajecten;- Staatsbosbeheer neemt zitting in de Ambtelijke Advies Commissies voor de onderdelen Visie en

Uitvoeringsprogramma’s, Gebiedsontwikkeling Natuur en Recreatie en Contractbeheer. - Er wordt nagegaan of en op welke wijze de recreatieschappen de vastgoedcontracten van

Staatsbosbeheer kan gebruiken.

Bijlagen1. Rapport toekomst erfpacht MRA 16/09/2020 2. Advies bestuursopdracht governance 16/09/2020

Opstellers Recreatie Noord Holland, Rik Rolleman, Manager programmasturing en vastgoedStaatsbosbeheer, Robert Graat, Secretaris Programma Groene Metropool

Page 71: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

05.b Mededeling Bezoekersmanagement (Manager P&V)

1 5b1 Mededeling Bezoekersmanagement.docx

Voorstel bezoekersmanagement18 november 2020

Agendapunt 5b

1

ADVIES Voorzittersoverleg Recreatieschappen Noord-Holland

Datum vergadering 18 november 2020

Voorstel bezoekersmanagement Op het voorzittersoverleg van 16 september 2020 is een mededeling gedaan over de druktemonitor. Hierbij is aangegeven dat er een duidelijke behoefte bij de deelnemers is aan informatie om te kunnen sturen als het druk wordt in bepaalde gebieden. Er is aan RNH vervolgens opdracht gegeven om nadere voorstellen voor betere informatie uitwisseling uit te werken in samenwerking met anderen, waaronder de provincie Noord Holland. Afgesproken is dat dit onderwerp terug komt op de agenda van het voorzittersoverleg alvorens dit te agenderen voor de besturen.

Inmiddels is ook de drukte meting van de Terrein Beherende Organisaties van Noord Holland beschikbaar met de titel “Lusten en lasten in tijden van Corona” die hier ook aanbevelingen voor doet. Deze rapportage van Bureau voor Ruimte en Vrije Tijd is bijgevoegd.

BezoekersmanagementDe corona drukte was de aanleiding voor de recreatieschappen om een plan van aanpak te maken voor het omvormen van de bestaande recreatiemonitor naar een volwaardige druktemonitor en programma voor bezoekersmanagement. Bezoekersmanagement behelst niet alleen het meten en observeren van het gebruik maar deze info ook gebruiken ten behoeve van beheer en de doelen van de gebieden, waaronder door het sturen van bezoekersstromen. De opdracht kan als volgt geformuleerd worden:

Ontwikkel een plan van aanpak om inzicht te krijgen in de drukte in de recreatie- en natuurgebieden in beheer bij de recreatieschappen. Gebruik het inzicht om te gaan sturen in bezoekersstromen.

Onderliggende doelen daarbij zijn:Voorkomen van ongewenste drukte omwille van veiligheid Opzetten voorspellingsmodule voor de drukte in gebieden en op bestemmingen Verminderen van overlast voor bewoners en bezoekers Effectiever gebruik van bestemmingen/voorzieningen Verhogen van de beleving en waardering voor recreanten Opsporen van illegale activiteiten

Het plan van aanpak wordt modulair opgebouwd zodat de besturen sturing en controle hebben op de implementatie, planning en uitvoering. Deze modules worden in overleg met de provincie uitgewerkt, passend bij de visie recreatie en toerisme waarbij bestemmingsmanagement een van de strategische lijnen is. Hierbij wordt tevens gekeken welke subsidie mogelijkheden er zijn vanuit het nog vast te stellen uitvoeringsplan van de visie.Het definitief plan van aanpak (inclusief kostenoverzicht) zal in het voorzittersoverleg van 27 januari worden voorgelegd. Wel willen wij middels dit advies richtinggevende uitspraken ontvangen van de voorzitters over de scope en reikwijdte van het op te stellen plan van aanpak. Hierbij geld hoe dat hoe groter de scope en reikwijdte is, hoe meer financiële consequenties dit zal hebben.

Page 72: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel bezoekersmanagement18 november 2020

Agendapunt 5b

2

Modules1. Data-verzameling2. Bezoekersportaal gelijkwaardig aan bv het portaal van Visitbrabant 3. Data analyse4. Sturen bezoekersstromen5. Publicatie6. Proeftuin

Module 1: Data verzamelingVerkrijgen van realtime inzicht in het toeristisch-recreatieve gebruik van gebieden, bestemmingen en routes ten behoeve van analyse, sturing, publicatie en innovatie. Voor een goede analyse van druk en draagkracht zijn betrouwbare en valide data nodig. Wij zetten ons in voor het verkrijgen van de juiste data en het (laten) uitvoeren van relevante onderzoeken. Daarbij zoeken wij nauwe afstemming met de provincie die een provinciale onderzoeksagenda vrijetijdseconomie aan het opstellen is.

In de opdracht gaan wij meten op gebieds-, bestemmings- en routeniveau. Bij het meten op gebiedsniveau houden wij de indeling van de recreatiemonitor aan. Het meten op bestemmingsniveau is een nieuwe toevoeging. Een bestemming is een (deel van een) recreatiegebied waar een recreant een dagbesteding heeft. Een recreatiegebied kan meerdere bestemmingen hebben. Deze aanpak is compatibel met de bestemmingsgerichte aanpak die de provincie voorstelt in haar concept visie recreatie en toerisme.

Module 2: BezoekerportaalOm al op korte termijn gestalte te geven aan een voor het publiek toegankelijke druktemonitor wordt op korte termijn gewerkt aan een voor recreanten toegankelijk portaal waarin de actuele drukte in de gebieden wordt getoond d.m.v. een interactieve kaart. De recreant kan op basis daarvan zelf een beslissing nemen. Voor de korte termijn wordt gewerkt met de input van de beheers en toezichthouders ter plekke (analoog aan de quick scan van de Terrein Beherende Organisaties). Later wordt dit portaal uitgebreid en aangevuld met de objectieve meetgegevens ten behoeve van een verfijndere sturing op bestemmingsniveau.

Module 3: Data analyseDe analyse heeft betrekking op drie onderdelen, namelijk: analyse van bezoekersgroepen, draagkrachtanalyse en een voorspellingsmodel. De analyse is er primair op gericht om te begrijpen welke combinatie van factoren zorgt voor drukte. Grote drukte kan immers negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid, leefbaarheid en beleving van een locatie of gebied. Het is dan ook belangrijk om te bepalen wat ‘drukte’ betekent voor welk gebied (draagkracht). Tenslotte is het op basis van bestaande en nog te verzamelen gegevens ook mogelijk om een beperkt voorspellend model te maken waarmee op basis van een aantal factoren zoals de weersvoorspelling, vakanties etc. een goed schatting is te maken over het verwachte bezoek.

Module 4: Sturen bezoekersstromenBereikbaar houden van het aanbod en een goede veiligheid, leefbaarheid en beleving bereiken en behouden door het beïnvloeden van bezoekersstromen. Allereerst is het goed om te benoemen dat sturen op bezoekersstromen complex is. In de huidige praktijk nemen beheerders al een divers palet aan maatregelen om de toegenomen drukte te managen. In de opzet van bezoekersmanagement sluiten wij op de reeds opgedane ervaring bij

Page 73: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel bezoekersmanagement18 november 2020

Agendapunt 5b

3

beheer. De beheerders en toezichthouders spelen dan ook een cruciale rol bij het sturen in bezoekersstromen.

Om dit verder uit te werken maken we gebruik van de toolkit van het NBTC wat werkt met het DIM-ICE model voor instroom, circulatie en uitstroom van bezoekers en drie-eenheid van fysieke inrichting, communicatie en management.

Module 5: PublicatieMet deze module gaan we de druktecijfers publiceren via eigen kanalen en naar externe partners zodat bezoekers, bewoners en ondernemers goed geïnformeerd worden over drukte en wij bijdragen aan de verbetering van bestemmingsmanagement in Nederland. Dit is dus een verdere verbetering en uitwerken van module 2.

Module 6: ProeftuinDe proeftuin heeft als doel het stimuleren van innovatie op het gebied van dataverzameling, analyse en publicatie. Bezoekersmanagement een relatief nieuw onderwerp voor recreatie- en natuurgebieden. Vele monitortechnieken, data-analyse technieken en publicatiemethoden zijn nog aan innovatie onderhavig.

Voorlopige Planning 1. Dataverzameling voorbereiden en voorstel vaste infrastructuur dec 20 – feb 21 2. Onderdelen van analyse uitvoeren jan – feb 21 3. Realiseren bezoekersportaal onder module 2 feb / mrt 213. Plan voor sturen van bezoekersstromen opstellen feb – mrt 21 4. Plan voor sturen van bezoekersstromen implementeren apr 21 5. Starten van publicatie apr 21 6. Monitoren van effectiviteit bezoekersmanagementplan apr – sep 21 7. Starten van proeftuinprojecten sep 21 8. Evaluatie en nieuwe planvorming okt 21

Het voorzittersoverleg stelt voor om de algemene besturen van de recreatieschappen - In te stemmen met de opdracht aan RNH om een plan van aanpak op te stellen om inzicht te

krijgen in de drukte in de recreatie- en natuurgebieden in beheer bij de recreatieschappen om met dit inzicht te gaan sturen in bezoekersstromen en dit plan op 27 januari in het voorzittersoverleg met financiële consequenties ter advies voor te leggen.

- In te stemmen met de scope en reikwijdte van het plan van aanpak waarbij 6 modules worden uitgewerkt (Data-verzameling, Bezoekersportaal openen, Data analyse, Sturen van bezoekersstromen, Publicatie en Proeftuin).

- De opstelling van het plan van aanpak te betalen deels uit de gereserveerde middelen voor de recreatiemonitor vanuit de schappen en deels vanuit de exploitatie van RNH zelf

Page 74: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel bezoekersmanagement18 november 2020

Agendapunt 5b

4

Bijlagen1. Drukte meting Terrein Beherende Organisaties Noord Holland; Lusten en lasten in tijden van

Corona

Behandelaars namens Recreatie Noord HollandRik Rolleman, Manager programmasturing en vastgoed

Page 75: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 5b2 Notitie Lusten en lasten in tijden van corona.pdf

Lusten en lasten in tijden van corona Quick scan bezoekersdrukte in recreatie- en natuurgebieden in Noord-Holland

Page 76: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 2

Colofon

©Bureau voor Ruimte & Vrije Tijd, oktober 2020

Opdrachtgever Terreinbeherende organisaties Noord-Holland

Contactpersonen Rik Rollema, Recreatie Noord-Holland

Karel Schoenaker, Recreatieschap Westfriesland

Auteurs Drs. T. (Tinco) Lycklama

M. (Martijn) Huijgen, BSc

Bureau voor Ruimte & Vrije Tijd

Jansbuitensingel 30

6811 AE Arnhem

T 06-53383550

e-mail: [email protected]

www.ruimteenvrijetijd.nl

Afbeeldingen Recreatie Noord-Holland

Page 77: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 3

Inhoudsopgave

1 Inleiding 4 1.1 Onderzoeksvraag 4 1.2 Onderzoeksaanpak 4 1.3 Leeswijzer 5

2 Resultaten 6 2.1 Druktemeting onder (terrein)beheerders 6 2.2 Overlast in natuur- en recreatiegebieden 7 2.3 Sturen op balans 8

Bijlage 1 Gesprekspartners terreinbeherende organisaties 10

Page 78: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 4

1 Inleiding

1.1 Onderzoeksvraag

Door de coronacrisis staan natuur- en recreatiegebieden in heel Nederland in een ander daglicht. De behoefte

aan ontspanning of juist inspanning in de vrije natuur is in de afgelopen periode groot geweest. In Noord-

Holland, voor een groot deel relatief dicht bevolkt, speelde deze trend mogelijk nog sterker. Het toegenomen

gebruik en de hiermee gepaard gaande overlast vormde voor de terreinbeherende organisatie van Noord-

Holland de aanleiding voor dit onderzoek met als onderzoeksvraag:

▪ Hoe omvangrijk is de toegenomen drukte in natuur- en recreatiegebieden als gevolg van corona en welke

vormen van overlast gaan hiermee vooral gepaard?

1.2 Onderzoeksaanpak

Methode: interviews terrein beherende organisaties

We hebben in dit onderzoek gekozen om tien terreinbeherende organisaties (TBO’s) te interviewen. Voor een

overzicht van de deelnemers, zie bijlage 1. De interviews vonden in augustus plaats en geven dus een oordeel

over de periode vanaf half maart (intrede corona) tot het einde van de zomer. Tijdens de interviews stond de

onderzoekvraag centraal. Daarnaast is aanvullend ook gevraagd naar:

▪ Hoe is omgegaan met de effecten (overlast) van de toegenomen drukte?

▪ Wat zijn de gevolgen van de drukte voor de korte en langere termijn?

Page 79: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 5

We hebben specifiek gevraagd naar de drukte en overlast voor corona en na corona. Op basis van de

inschatting van de beherende organisatie zijn we gekomen tot een eindoordeel van toegenomen drukte per

regio, zoals ook op de kaart te zien is (zie bijlage 2). Dit oordeel is dus gebaseerd op ervaringscijfers van

beheerders. Cijfers van bezoekersaantallen zijn voor deze specifieke periode niet beschikbaar.

De drukte in de natuur- en recreatiegebieden blijkt ook niet op een eenduidige manier te worden gemonitord.

De ene TBO beschikt over informatie over het aantal verkochte parkeertickets, waar een andere TBO tellingen

doet voor het aantal bezoeken. Deze cijfers zijn niet volledig met elkaar te vergelijken. Om wel tot een

eenduidige manier van vergelijken te komen, is gekozen voor een subjectieve schaal, van min 5 tot +5.

De geïnterviewden konden per regio een score toekennen over de toegenomen drukte, waarbij -5 tot -1 staat

voor een daling van de drukte, 0 staat voor een stabiele ontwikkeling en +1 tot +5 staat voor de stijging.

-1 / +1 zeer lichte daling / stijging van de drukte

-2 / +2 lichte daling / stijging van de drukte

-3 / +3 aanzienlijke daling / stijging van de drukte

-4 / +4 grote daling / stijging van de drukte

-5 / +5 zeer grote daling / stijging van de drukte

1.3 Leeswijzer

Deze notitie geeft een overzicht van de voornaamste resultaten van dit onderzoek, als extra duiding bij de

grafische weergave op de kaart.

Page 80: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 6

,,Het was bizar, het leek alsof heel Nederland in Medemblik was.” Een TBO over toegenomen drukte

2 Resultaten

In dit hoofdstuk staan de resultaten uit het onderzoek in recreatie- en natuurgebieden in Noord-Holland.

2.1 Druktemeting onder (terrein)beheerders

1. Sterke toename drukte in Noord-Holland

In alle acht Noord-Hollandse regio’s is de drukte van het aantal bezoekers in de natuur- en recreatiegebieden

in de periode tussen maart 2020 en augustus 2020 toegenomen, zie ook de bijbehorende kaart.

Figuur 2.1 Grafische weergave toegenomen drukte in Noord-Holland

Page 81: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 7

“We zijn er blij mee dat er zoveel mensen komen, wij zijn ook wel trots om de

mensen zo te kunnen bedienen!” Een trotse boswachter

In de regio’s Texel1, Kop van Noord-Holland en West-Friesland betrof dit een aanzienlijke stijging, in de regio’s

Noord-Kennemerland, Zuid-Kennemerland, Laag Holland en Amstelland betrof dit een grote stijging. In de

regio Gooi- en vechtstreek was de stijging zeer groot.

Let op: deze cijfers zijn gebaseerd op beoordelingen van boswachters en terreinbeheerders op een schaal van

min vijf tot plus vijf. Over deze specifieke periode ontbreken exacte cijfers van bezoekersaantallen (zie ook de

onderzoeksaanpak, paragraaf 1,2).

2. Corona versterkt (nationale) trend

De toenemende drukte in de natuur- en recreatiegebieden betreft een trend die al langer speelt (enkele jaren)

en ook in meer provincies2. Door het coronavirus is deze trend nu veel zichtbaarder geworden. De behoefte aan

groene buitenruimte om in te bewegen is enorm toegenomen. Op het land, maar zeker ook op het water,

hebben recreanten hun toevlucht gezocht. En waar het vroeger wellicht met pieken ging (bijv. op

zondagmiddag), was het nu structureel druk.

2.2 Overlast in natuur- en recreatiegebieden

3. Trots én zorgen i.v.m. overlast

Deze toegenomen belangstelling voor de natuur- en recreatiegebieden maakt aan de ene kant trots, omdat

bezoekers de natuur dichtbij (extra) waarderen.

Het belang van natuur staat hiermee onmiskenbaar op de kaart. Het baart aan de andere kant ook zorgen,

vanwege de overlast die gepaard is gegaan met de toegenomen aantallen bezoekers. het intensiever(re)

ruimtegebruik bestond vooral uit drukte vooral bij entrees (o.a. parkeerdrukte), meer picknicken, barbecueën,

meer sportief gebruik door individuele sporters en (georganiseerde) groepjes, ook veel meer belangstelling

voor watersport (kitesurfen, bootjes).

An sich hoeft een intensiever gebruik van de groene ruimte geen overlast tot gevolg te hebben (het is juist ook

positief). Echter als gevolg van de toegenomen drukte is door beheerders ook overlast waargenomen. De

verschillende vormen van overlast zijn te clusteren in vijf thema’s:

▪ Verminderde bezoekerservaring als gevolg van drukte. Dit kan gaan over een gebrek aan een ‘unieke’

natuurervaring tot ‘bijna ruzies’ tussen recreanten, of bij drukke parkeerplekken.

▪ Onbedoeld gebruik van de ruimte. Voorbeelden hiervan zijn picknicken en barbecueën op plekken die

hiervoor niet bedoeld zijn.

▪ Milieuoverlast door (extra) zwerfafval, extra geluid, vandalisme, uitwerpselen;

▪ Schade aan natuur bijv. door verstoring van broedvogels en meer aanrijdingen van wild.

▪ Derving inkomsten en toename kosten als gevolg van extra toezicht door boa’s en beheerders, extra

beheer (afvalinzameling) en minder inkomsten uit pacht, excursies, evenementen, winkels,

bezoekerscentra, etc. Een enkele keer waren er ook meer inkomsten uit dagkaartjes of parkeren.

4. Nieuwe doelgroepen in de natuur

1 Op Texel was het eerst heel rustig en daarna heel druk. Het gemiddelde cijfer (zie de kaart) kent dus een sterk dynamisch verloop. 2 Getuige ook de uitzending van televisieprogramma De Monitor ‘Van wie is de natuur?’ van 7 september 2020.

Page 82: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 8

,, Zij waren niet bekend met de natuurgebieden en de regels: voetballen op de heide, de honden liepen los op begrazingsvelden, picknicken waar het niet mag.

Zij hadden oprecht geen idee van de regels.’’ Een TBO over nieuwe doelgroepen

Ondanks dat de parkeercapaciteit maar 50 tot 80% van het normale niveau was, zagen we een toename van 25% van het betaald parkeren. Een TBO over toegenomen drukte

Een deel van de overlast kwam door een specifieke doelgroep, die is omschreven als: ‘Mensen die normaal niet

in de natuur komen’. En ‘mensen die minder bekend waren met de natuur’. Corona heeft er deels voor gezorgd

dat het huiselijk gebeuren zich naar buiten heeft verplaatst. Dat was ook zichtbaar: ‘ze kenden de regels niet en

gedroegen zich anders dan normale bezoekers’. Voorbeelden waren: muziek luid aan en speaker door het bos,

picknicken op plekken die hiervoor niet bedoeld waren, en lopen door gebieden die hiervoor niet bedoeld

waren (bijv. waterwingebied). Specifiek is ook de groep jongeren genoemd, omdat de natuur (ook) voor hen

een podium was om elkaar te ontmoeten, vaak vanwege onvoldoende activiteiten en evenementen in de stad,

met overlast tot gevolg.

2.3 Sturen op balans

5. Voorkomen negatieve gevolgen

De beheerders van natuur- en recreatiegebieden in Noord-Holland hebben in het voorjaar en de zomer

verschillende maatregelen genomen om de drukte te reguleren. Dit betrof een divers palet aan type

instrumenten:

▪ Communicatie: Intensievere communicatie en voorlichting naar bezoekers (online en offline);

▪ Toezicht: Meer toezicht in de vorm van BOA’s / beveiligers, gericht op voorlichting, toezicht en handhaving;

▪ Afsluiten of stopzetten: Ontruimen of afsluiten kwetsbare terreinen, sluiten voorzieningen

(bezoekerscentra) of activiteiten (excursies);

▪ Zonering (in ruimte en tijd): van ongewenste activiteiten, zoals bijv. hondenuitlaat services, waar wil je die

wel of niet toelaten?

6. Aanbevelingen: hoe kan in de toekomst beter worden gestuurd op balans?

Allereerst is het goed om te benoemen is dat sturen op balans (tussen bezoekers en leefomgeving) complex is,

omdat het openbare, vaak vrij toegankelijke terreinen zijn (zonder hek). Uit het rondje beheerders blijkt dat al

een divers palet aan maatregelen is genomen in de afgelopen periode, om de toegenomen drukte te managen

(zie voorgaande paragraaf).

Naar de toekomst toe zien terreinbeherende organisaties onderstaande punten als extra belangrijk:

▪ Zorg voor extra toezicht. Hiermee geef je gastheerschap in de natuur vorm, kan je bezoekers voorlichten

en spreiding ter plekke mogelijk maken. Als laatste middel kan handhaving ook worden ingezet.

▪ Herijking route- en ruimtegebruik. Denk na over betere vormen om bereikbaarheid van gebieden te

optimaliseren (minder intensief, of juist intensiever) met behulp van buitenpoorten, locaties van TOP’s, of

andere zoneringsinstrumenten. Betrek hierbij de (gewenste) dichtheid van routenetwerken in de natuur

en ook de wenselijkheid om gebruikersgroepen samen te laten gaan of juist recreatiestormen te scheiden

(wandelen, fietsen, etc.) en zo de bezoekersbeleving optimaliseren;

▪ Breng lusten en lasten beter in evenwicht. Dit kan op twee manieren:

Page 83: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 9

“We hebben deze zomer 1000 uur extra aan BOA inzet moeten inzetten.” Een TBO over de extra inzet van BOA’s

▪ Structureel meer geld begroten voor de (toegenomen) taken van terreinbeherende organisaties

om recreëren veilig en aantrekkelijk te houden.

▪ Aanvullend hierop lijkt het verstandig om te zorgen voor (extra) inkomsten vanuit gebruikers en

verdienmodellen te organiseren die dit mogelijk maken (kaartje kopen, parkeren, vignetten,

omgevingsfonds, etc.).

▪ Benut kansen voor natuur en recreatie: Kijk op welke manieren natuurinclusieve recreatie kan worden

versterkt. Een voorbeeld hierbij is het water, dit is extra belangrijk geworden om drukte te spreiden en

accommoderen. Zorg dat dit passend en veilig mogelijk wordt gemaakt. Een andere vorm is om ‘nieuwe

doelgroepen’ zoals jongeren juist beter te binden aan de natuur en dus blijvend welkom te heten.

▪ Werk aan goede randvoorwaarden voor effectief beheer door:

▪ Consequenter cijfers en feiten te verzamelen over bezoekersstromen; Kies voor real time

instrumenten om bezoekersdrukte in kaart te brengen, dit biedt kansen om effectief te sturen op

balans (spreiden)3;

▪ Bekijk drukte in relatie tot de draagkracht van gebieden en baseer daar het beleid en beheer op;

▪ Zorg voor uitwisseling van ervaringen en kennis tussen beheerders in het sturen op balans.

,,Hier komt

3 Zie ook de Handreiking Bezoekersmanagement van het NBTC: https://nbtcmagazine.maglr.com/handreiking-

bezoekersmanagement/cover.

Page 84: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

BUREAU VOOR RUIMTE & VRIJE TIJD LUSTEN EN LASTEN IN TIJDEN VAN CORONA 10

Bijlage 1 Gesprekspartners terreinbeherende organisaties

In deze bijlage staan de gesprekspartners die zijn geïnterviewd in het kader van dit project.

Tabel: Geïnterviewde personen bij terreinbeherende organisaties

Organisatie Contactpersoon

Staatsbosbeheer Erik Tuunter

Natuurmonumenten Jerome van Ebbeve, Jowien van der Vegte

Geeke Remmelts

Provinciaal waterleidingbedrijf Noord-Holland Marieke Kuipers

Recreatie Midden Nederland Paul Kotvis

Goois Natuurreservaat Peter Kampen

Recreatieschap West Friesland Piet Copier

Waternet Max van Steijn

Amsterdamse Bos Olav Martens

Recreatie Noord-Holland Alex Rohof

Micheal Omvlee

Landschap Noord- Holland Onno Steendam

Page 85: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

05.c Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling (Manager P&V)

1 5c1 Uniform grondprijzennota Spaarnwoude met mandateringsregeling.pdf

Voorstel AB Vaststelling Nota werkwijze uitgifte, Tabel uitgifteprijzen en mandatering uitgiften ondererfpacht,

erfdienstbaarheid en recht van opstal Agendapunt AB 06 a

1 / 4

Voorstel AB Recreatieschap Spaarnwoude Vergadering Adviescommissie 7 september 2020 Dagelijks bestuur 1 oktober 2020 Algemeen bestuur 22 oktober 2020

Onderwerp Vaststelling Nota werkwijze uitgifte, Tabel uitgifteprijzen en mandatering uitgiften ondererfpacht, erfdienstbaarheid en recht van opstal

Kernboodschap Binnen Recreatieschap Spaarnwoude is sprake van een versnipperde en gedateerde werkwijze bij uitgiften. Er is behoefte aan duidelijke kaders, transparantie en het realiseren van marktconforme uitgaven. Om tot een efficiëntere werkwijze te komen zijn de Nota werkwijze uitgifte, Tabel uitgifte-prijzen en het voorstel mandatering uitgiften/vestiging van rechten opgesteld.

Het algemeen bestuur besluit 1. In te stemmen met de Nota werkwijze uitgifte (d.d. 27-8-2020).2. In te stemmen met de Tabel uitgifteprijzen Recreatieschap Spaarnwoude (d.d. 27-8-2020).3. In te stemmen met het mandateren van uitgiften in ondererfpacht en het vestigen van recht

van opstal tot een canon of retributie van € 7.500,- per jaar en het vestigen van eenerfdienstbaarheid, zoals bedoeld in bijgaande nota en tabel, aan de directeur van RecreatieNoord-Holland.

Bestuurlijke achtergrond Op 12 mei 2016 heeft het algemeen bestuur “SPW duurzaam Spaarnwoude 2016” vastgesteld waarbij onder meer besloten is om “volledig in te zetten op de focus projecten in de bijlage”. Een van deze focus projecten betreft de ontwikkeling naar marktconforme huren, pachten en ondererfpachten.

Onderbouwing besluit Ad. 1 Werkwijze uitgifte De aanleiding voor de Nota werkwijze uitgifte binnen Recreatieschap Spaarnwoude is divers. In de eerste plaats is er op het gebied van gronduitgifte en vastgoed sprake van een versnipperde en gedateerde werkwijze. Er is een duidelijke behoefte aan een actueel kader voor gronduitgiften en vastgoedtransacties. Tenslotte kunnen met een nieuwe werkwijze de processen en contracten op het gebied van gronduitgifte en vastgoed geoptimaliseerd worden. Zo kan efficiënt gewerkt worden en hoeft er niet te veel tijd besteed te worden aan basale handelingen. Digitalisering en standaardisering zijn daarbij sleutelwoorden. Deze nota heeft nadrukkelijk geen betrekking op het beschikbaar stellen van terreinen voor kortstondig gebruik zoals bijvoorbeeld voor evenementen.

Het doel van de Nota werkwijze uitgifte wordt daarmee samengevat als volgt: Bieden van een compleet, actueel, marktconform en transparant kader voor gronduitgiften en

andere vastgoedtransacties Bieden van een basis voor optimalisatie van de interne (uitgifte)processen en –documenten,

gericht op efficiëntie door middel van standaardisatie en digitalisering.

Agendapunt 5c voorzittersoverleg 18 november 2020

Page 86: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel AB Vaststelling Nota werkwijze uitgifte,

Tabel uitgifteprijzen en mandatering uitgiften ondererfpacht, erfdienstbaarheid en recht van opstal

Agendapunt AB 06 a

2 / 4

Ad 2 Tabel uitgifteprijzen Het recreatieschap heeft zich als doel gesteld om marktconforme uitgiften te realiseren. Zeker ook van belang is de behoefte en de noodzaak om als overheidsinstelling transparant te werken en gelijke gevallen gelijk te behandelen. Daarom is een tabel uitgifteprijzen opgesteld. Waarbij mogelijk is aansluiting gezocht bij de uitgifteprijzen die de participanten van het recreatieschap hanteren alsmede met de uitgifteprijzen die het recreatieschap reeds hanteert. In de tabel zijn ook contractkosten opgenomen ter dekking van de kosten die de uitvoeringsorganisatie (en daarmee het recreatieschap) maakt voor het sluiten van de contracten. Tevens worden in veel gevallen minimale contractduren genoemd, zodat niet ieder jaar contracten verlengd hoeven te worden wat tot een kostenbesparing zal leiden. Nieuwe ontwikkelingen blijft maatwerk Bij nieuwe ontwikkelingen zal gronduitgifte in alle gevallen tot stand komen op basis van maatwerk prijsbepaling, waarbij de ondergrens zal worden vastgesteld middels een onafhankelijk opgesteld taxatierapport. Deze tabel uitgifteprijzen zal ieder jaar geïndexeerd worden voor het eerst per 1-1-2022. Eens per 5 jaar wordt de tabel geactualiseerd voor het eerst per 1-1-2026 in verband met marktontwikkelingen en dan ter goedkeuring aan het dagelijks bestuur voorgelegd. Ad 3 Mandateren Binnen het recreatieschap heeft ongeveer 80% van de uitgiften in ondererfpacht en het vestigen van rechten van opstal betrekking op canons/retributies tot € 7.500,-- per jaar. Dit betreffen kleinere uitgiften zoals stukjes tuin, steigers, stukjes water ed. en het vestigen van rechten van opstal voor bijvoorbeeld kabels- en leidingen. Verder worden er regelmatig erfdienstbaarheden gevestigd zoals bijvoorbeeld een recht van overpad. Totaal betreft dit circa 10 à 20 dossiers per jaar. Aan dit alles moet het bestuur zijn goedkeuring verlenen. Dit levert onnodige bestuurlijke drukte op. Ook hebben niet alle contractanten begrip voor het feit dat de afhandeling van een relatief kleine uitgifte een lange doorlooptijd heeft. Met het voorgestelde besluit kan bestuurlijke drukte voorkomen worden en kan slagvaardiger en efficiënter geopereerd worden en kan het recreatieschap de contractant nog beter van dienst zijn. Het is niet nodig hiervoor het bestaande mandaat/machtigingsbesluit uit 2005 te actualiseren. De uitvoeringsorganisatie is reeds gemachtigd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 3 van de organisatieverordening/regeling basismandaat): “besluiten en rechtshandelingen dienen ter uitvoering van een goedgekeurd beleidskader, investeringsschema, plan, begroting of enig additioneel of incidenteel besluit van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of voorzitter”. Met het voorgestelde mandaat kan de uitvoeringsorganisatie (namens het bestuur) besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen en die vervolgens op grond van de bestaande machtiging uitvoeren.

Page 87: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel AB Vaststelling Nota werkwijze uitgifte,

Tabel uitgifteprijzen en mandatering uitgiften ondererfpacht, erfdienstbaarheid en recht van opstal

Agendapunt AB 06 a

3 / 4

Risico’s besluit Indien u instemt met dit voorstel: Stelt het recreatieschap heldere, transparante kaders voor gronduitgiften en andere vastgoed-

transities. Worden uitgiften/rechten van opstal met canons/retributies tot € 7.500,-- per jaar en vestigen

van erfdienstbaarheden niet meer voorgelegd aan het bestuur. Gezien de hoogte van de mandatering zal dit een beperkt risico zijn.

Indien u niet instemt met dit voorstel: Zijn de gehanteerde werkwijze bij uitgiften en de uitgifteprijzen niet transparant voor

contractanten. Wordt de bestuurlijke drukte niet verminderd. Zal de doorlooptijd voor de afhandeling van uitgiften en het vestigen van rechten niet

verminderd worden.

Bijdrage aan schapsdoelen ☒ Verrassender landschap (inclusief natuur en cultuurhistorie) ☐ Betere verbindingen (inclusief ontsluiting, poorten en routes) ☐ Wervende activiteiten (inclusief ontwikkelen ontvangstgebieden, verblijfsplekken en branding) ☒ Bredere sociale betrokkenheid (inclusief samenwerking, welzijn en landbouw)

Financiële Onderbouwing Financiële consequenties: (N) Toelichting: Investeringsvoorstel: (N) Toelichting:

Communicatie Binnen het schap: ☐Opnemen in de bestuursmededeling voor raden en Staten na AB vergadering ☐Nieuwsbrief ☒Internet ☐Sociale media ☐Persbericht ☐Krant ☐Anders …………………… ☐N.v.t. Buiten het schap: ………………………..

Page 88: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Voorstel AB Vaststelling Nota werkwijze uitgifte,

Tabel uitgifteprijzen en mandatering uitgiften ondererfpacht, erfdienstbaarheid en recht van opstal

Agendapunt AB 06 a

4 / 4

Participatie Deelnemers schap (gemeentelijke of provinciale afdelingen / bestuurlijke afstemming): Er is onderzoek gedaan naar het grondbeleid van de vier gemeenten waarbinnen Recreatieschap Spaarnwoude gelegen is, alsmede naar het grondbeleid van de provincie. Stakeholders binnen gebied: n.v.t. Stakeholders buiten gebied (J / N / NVT): De nota is afgestemd met Staatsbosbeheer.

Bijlagen 1. Nota werkwijze uitgifte, versie 27/08/2020 2. Tabel uitgifteprijzen Recreatieschap Spaarnwoude, versie 27/08/2020

Datum vaststelling conceptvoorstel in uitvoeringsorganisatie Gebiedsteam 24 augustus 2020 MT 25 augustus 2020

Advies AC 7 september 2020 en besluit DB 1 oktober 2020. De adviescommissie adviseert het voorstel te agenderen voor het AB, met de toevoeging:

• Dat er een duidelijk verschil in handelswijze is tussen bestaande contracten en nieuwe ontwikkelingen.

• Hoeveel transacties het jaarlijks betreft onder de € 7.500 Het dagelijks bestuur besluit:

• Het voorstel te agenderen voor het AB • En waar mogelijk de werkwijze af te stemmen met de andere recreatieschappen.

Behandelaar Bernard van den Akker, vastgoedadviseur, afdeling Programmasturing en vastgoed

Akkoord Akkoord Programmamanager Elise Bos Eyssen In overleg met Directeur RNH Jos Gilliam

Page 89: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 5c2 Bijlage nota werkwijze uitgifte.pdf

1

Nota Werkwijze Uitgifte

27 augustus 2020

Page 90: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

2

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting

Aanleiding en doel – 1

Huidige instrumenten -2

Overzicht huidige contracten/inkomsten - 3

Beleid en prijzen betrokken participanten - 4

Uitgangspunten werkwijze uitgifte - 5

Selectie contractpartijen – 6

Instrumenten en toepassingsbereik - 7

Page 91: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

3

Managementsamenvatting

Vanwege diverse redenen, bijvoorbeeld de behoefte aan een actueel kader voor

gronduitgiften en vastgoedtransacties, is er aanleiding tot het opstellen van een nieuwe

uitgifte werkwijze binnen Recreatieschap Spaarnwoude.

Het doel van de nieuwe uitgifte werkwijze luidt samengevat als volgt:

Bieden van een compleet, actueel, marktconform en transparant kader voor gronduitgiften

en andere vastgoedtransacties

Bieden van een basis voor optimalisatie van de interne (uitgifte)processen en –documenten,

gericht op efficiëntie door middel van standaardisatie en digitalisering.

In deze nota wordt eerst ingegaan op de huidige instrumenten die binnen het recreatieschap

ingezet worden bij gronduitgifte.

In het volgende hoofdstuk wordt aangegeven dat circa driekwart van de 415 lopende

contracten betrekking heeft op (onder)erfpacht of huur. Qua inkomsten zijn erfpacht en

huur de belangrijkste contractsoorten.

In het kader van deze nota is gekeken naar het grondbeleid van de participanten. Het blijkt

lastig een exacte vergelijking van dit grondbeleid te maken en bijvoorbeeld in een tabel weer

te geven. Niet bij alle gemeenten zijn dezelfde elementen vastgelegd. Tevens ligt de nadruk

bij de meeste gemeenten op uitgiften van gronden voor bouw van woningen en niet

woningen dan wel de verhuur aan maatschappelijke organisaties.

Over het algemeen dient de gronduitgifte aan te sluiten bij de strategische (ontwikkel)visie

Spaarnwoude Park 2040. Het gaat niet meer alleen om het (vereenvoudigen van) beheer,

maar ook om het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen die volgens de gedefinieerde

ontwikkelrichting iets toevoegen aan het gebied.

Bij nieuwe ontwikkelingen zal gronduitgifte daarbij in alle gevallen tot stand komen op basis

van maatwerk prijsbepaling, waarbij de ondergrens zal worden vastgesteld middels een

onafhankelijk opgesteld taxatierapport.

Een anders strategisch uitgangspunt bij uitgifte is het verkrijgen van een zo groot mogelijk

rendement op de in beheer verkregen onroerend goed, in de vorm van een stabiele

kasstroom. Een volgend strategisch doel dat gediend wordt met gronduitgifte in welke vorm

dan ook, is het beperken van het terreinonderhoud en de daarmee samenhangende kosten

voor Recreatieschap Spaarnwoude.

Er komt voor ieder type uitgifte een standaardcontract dat niet inhoudelijk door

medewerkers gewijzigd kan worden. Eventuele afwijkingen op de bepalingen in deze

overeenkomst worden als aanvullende bepaling opgenomen onder de kop “bijzondere

bepalingen”. In deze sectie kunnen eventuele standaard bepalingen niet van toepassing

worden verklaard. Zij worden echter niet – zoals nu soms het geval is – verwijderd uit de

standaard overeenkomst. Ieder contract dient ter controle en ter ondertekening te worden

Page 92: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

4

voorgelegd aan de directie en/of de verantwoordelijke manager die hiertoe het mandaat

heeft

Om willekeur of handelen op basis van geruchten of emotie te voorkomen wordt bij

bepaalde transacties en/of contractanten een (onafhankelijke) BIBOB-toets verplicht.

Aanbeveling is om de exacte voorwaarden en criteria voor een BIBOB nader uit te werken.

Op dit moment is er geen eenduidige werkwijze voor het aanbieden van onroerende zaken

en de selectie van contractanten.

Aanbeveling is daarom om beleid voor aanbieding van alle producten en de selectie van

contractpartijen nader uit te werken.

Ten slotte wordt een beslisboom weergegeven aan de hand waarvan bepaald kan worden

welke instrument uit de geldende Tabel uitgifteprijzen Recreatieschap Spaarnwoude bij

gronden (m.u.v. ontwikkelingen, woningen/andere gebouwen incl. grond) ingezet dienen te

worden.

Page 93: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

5

1. Aanleiding en doel

De aanleiding voor een nieuwe uitgifte werkwijze binnen Recreatieschap Spaarnwoude is

divers. In de eerste plaats is er op het gebied van gronduitgifte en vastgoed sprake van een

versnipperde en gedateerde. Het laatste officiële – enigszins complete – beleidsdocument

dateert uit 2002. Op dit moment leeft daarnaast een duidelijk behoefte aan een actueel

kader voor gronduitgiften en vastgoedtransacties. Het type ontwikkelingen in de diverse

gebieden wordt steeds breder én specifieker en is daarmee steeds minder makkelijk te

plaatsen binnen de bestaande kaders.

Tevens heeft het recreatieschap zich als doel gesteld om marktconforme uitgiften te

realiseren.

Zeker ook van belang is de behoefte en de noodzaak om als overheidsinstelling transparant

te werken en gelijke gevallen gelijk te behandelen. Een nieuwe en heldere werkwijze draagt

ook daaraan bij. Tenslotte kunnen met een nieuwe werkwijze de processen en contracten op

het gebied van gronduitgifte en vastgoed geoptimaliseerd worden. Zo kan efficiënt gewerkt

worden en niet te veel tijd besteed hoeft te worden aan basale handelingen. Digitalisering

en standaardisering zijn daarbij sleutelwoorden.

Deze nota heeft nadrukkelijk geen betrekking op het beschikbaar stellen van terreinen voor

kortstondig gebruik zoals bijvoorbeeld voor evenementen.

Het doel van de nieuwe uitgifte werkwijze wordt daarmee samengevat als volgt:

Bieden van een compleet, actueel, marktconform en transparant kader voor gronduitgiften

en andere vastgoedtransacties

Bieden van een basis voor optimalisatie van de interne (uitgifte)processen en –documenten,

gericht op efficiëntie door middel van standaardisatie en digitalisering.

Page 94: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

6

2. Huidige Instrumenten

Op dit moment worden binnen Recreatieschap Spaarnwoude de volgende instrumenten voor

gronduitgifte ingezet:

Huur

Zowel gronden als gebouwen (woningen, bedrijfsgebouwen en overige opstallen) worden

door het Recreatieschap in huur uitgegeven. In enkele gevallen gaat het ook om (de grond

onder) water dat wordt verhuurd. Door de verschillen in de aard van de objecten lopen ook

de huurvoorwaarden en van toepassing zijnde wetgeving uiteen. Bijvoorbeeld op het gebied

van huurprijs, looptijd en mogelijkheid tot opzegging voor verhuurder.

Erfpacht

Feitelijk gaat het hier vrijwel altijd om ondererfpacht omdat nagenoeg alle gronden van het

recreatieschap in erfpacht zijn verkregen van (de rechtsvoorganger van) Staatsbosbeheer. Bij

het verstrekken van een recht van (onder)erfpacht is het recreatieschap daarom onder

andere gebonden aan de looptijd van haar eigen overeenkomst met Staatsbosbeheer.

Bruikleen

Dit instrument wordt gebruikt voor uiteenlopende onroerende zaken, met name reststukjes

grond die niet rendabel te exploiteren zijn of specifieke beperkingen kennen.

Kwalitatieve verplichting

Dit instrument is in het verleden toegepast – onder andere als alternatief voor

(onder)erfpacht, maar zal in de toekomst minder op deze manier worden ingezet.

Pacht

Hierbij gaat het in nieuwe gevallen vrijwel altijd om geliberaliseerde pacht (voor maximaal 6

jaar). Voor de pachtprijs wordt in dit geval aangesloten bij de regionorm, al zijn er in de

praktijk een groot aantal gevallen waarin (uiteenlopende) kortingen worden verleend.

Vanuit het verleden lopen ook nog een aantal vaste pachtcontracten (voor langere tijd).

Recht van Opstal

Dit recht wordt in sommige gevallen gebruikt voor opstallen boven of onder de grond, al dan

niet in combinatie met huur of erfpacht van de grond.

Page 95: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

7

3. Overzicht huidige contracten/inkomsten

Per einde 2019 is er in het gebied Spaarnwoude sprake van 415 lopende contracten van de

volgende categorieën (zie afbeelding). Bijna driekwart van de contracten betreft

(onder)erfpacht of huur. De andere contractsoorten zijn pacht, bruikleen/gebruik om niet,

recht van opstal en kwalitatieve verplichting.

Exploitatielasten voor riolering, onderhoudscontracten en afspraken over verkoop van

gewassen betreffen geen (grond)uitgifte en zijn daarom hier buiten beschouwing gelaten.

Ook qua inkomsten zijn erfpacht en huur de belangrijkste contractsoorten. Op de derde

plaats staat pacht. De inkomsten uit de andere contractsoorten zijn nagenoeg

verwaarloosbaar op het totaal.

Contractsoorten Uitgifte Spaarnwoude

HUUR (ONDER)ERFPACHT

GEBRUIK/BRUIKLEEN KWALITATIEVE VERPLICHTING

PACHT OPSTALRECHT

EXPLOITATIELASTEN RIOLERING

Page 96: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

8

4. Beleid en prijzen betrokken participanten

In het kader van de nieuwe uitgifte werkwijze van recreatieschap Spaarnwoude is gekeken

naar het grondbeleid van de participanten. Dit betreft de gemeente Amsterdam, Haarlem,

Haarlemmermeer en Velsen en de provincie Noord-Holland.

Het blijkt lastig een exacte vergelijking van dit grondbeleid te maken en bijvoorbeeld in een

tabel weer te geven. Niet bij alle gemeenten zijn dezelfde elementen vastgelegd. Tevens ligt

de nadruk bij de meeste gemeenten op uitgiften van gronden voor bouw van woningen en

niet woningen dan wel de verhuur aan maatschappelijke organisaties.

Daarom per gemeente een opsomming van de belangrijkste uitgangspunten, voor zover

relevant voor Recreatieschap Spaarnwoude.

Haarlemmermeer

Bij de uitgifte van grond voor detailhandel, horeca, vrije tijd voorzieningen worden alle

grondprijzen op basis van maatwerk bepaald. Er geldt wel een minimale uitgifteprijs (voor

koop) voor specifieke commerciële bestemmingen van EUR 200,- per m2 uitgeefbaar terrein.

Bij gestapelde bouw is dit per m2 BVO.

Maatschappelijke voorzieningen kennen een minimum uitgifteprijs van EUR 160,- per m2

terrein of BVO.

Voor bedrijven komt de grondprijs uit tussen EUR 165,- en EUR 300,- per m2 BVO. Voor

kantoren ligt die afhankelijk van de locatie op circa EUR 700,- per m2 BVO.

De koopprijs van tuingronden bij woningen is bepaald op 1/20 van de WOZ-waarde van de

woning per m2, met een maximum van EUR 250,- per m2.

Tenslotte rekent Haarlemmermeer voor jachtrechten EUR 10 per ha. Overeenkomsten

worden afgesloten voor de duur van zes jaar. Voor het afsluiten van een contract wordt EUR

100,- administratiekosten in rekening gebracht.

Haarlem

De gemeente Haarlem heeft in november 2018 een beleidsnota op het gebied van

gronduitgifte vastgesteld (zonder cijfers). Vanaf 2020 wil men gaan werken met een

jaarlijkse grondprijsbrief.

Tuingrond werd in ieder geval een aantal jaar geleden verkocht op basis van een taxatie,

tenzij de taxatiekosten niet in verhouding stonden tot de waarde van de grond. In dat geval

werd intern een prijs bepaald.

Page 97: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

9

Ligplaatsen van woonboten worden momenteel in rekening gebracht via het instrument van

precario. De intentie is om dit te wijzigen. Ook het huurbeleid voor gronden wil men bij

gelegenheid gaan herzien.

Page 98: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

10

Amsterdam

In Amsterdam is voor woningen in veel gevallen sprake van erfpacht. Daarbij is relatief

recent een nieuw canonpercentage bepaald op grond van de 10-jaars staatsrente plus een

risico-opslag (1,5%) en gecorrigeerd voor inflatie zodat er niet dubbel geïndexeerd wordt. Dit

heeft geleid tot een standaard canonpercentage van 2,39%.

Velsen

Velsen heeft uitgebreid en gedetailleerd gronduitgiftebeleid met hierin onder andere de

volgende elementen:

Huurwoningen in de vrije sector krijgen een huurwaarde die gelijk is aan 5% van de V.O.N.-

prijs.

Voor maatschappelijke functies wordt een grondwaarde gehanteerd van EUR 145,- per m2

uitgeefbaar of BVO.

Snippergroen wordt verkocht voor EUR 127,- per m2 (niet te bebouwen) of EUR 212,- per m2

(wel te bebouwen) excl. BTW. Deze prijzen worden vermenigvuldigd met een bepaalde

liggingsfactor van maximaal 1,3.

Voor pachtprijzen wordt aangesloten bij de regionorm. Voor de grondprijzen voor

hobbymatig gebruikte agrarische grond kijkt men naar de Taxatiewijzer Agrarisch voor de

WOZ. Huur van losse grond geschiedt tegen 6% van de grondwaarde.

Bij erfpacht wordt uitgegaan van de gemeentelijke rekenrente plus een opslag voor risico en

administratie. Deze opslag varieert afhankelijk van de looptijd (5-30 jaar) tussen 0,6 en 2,1%.

Niet helemaal duidelijk is wat deze gemeentelijke rekenrente is. In de begroting zijn

verschillende rentes van toepassing. De interne rente voor de omslag van algemene rente

naar de taakvelden binnen de gemeente in 2020 2,00%.

Voor een recht van opstal wordt gene retributie gerekend als er spraken is van

huurafhankelijkheid (wel huur). Verder betreft het maatwerk.

Opvallend is dat de minimale grondprijs per grondtransactie in alle gevallen EUR 1.500,-

bedraagt. Ook bij hele kleine oppervlakten.

Noord-Holland

De provincie heeft in haar “Vijfde Nota Grondbeleid” het beleidsmatig kader voor

grondbeleid vastgesteld. Qua prijsbeleid hanteert men diverse documenten.

Voor de verhuur van oppervlaktewater wordt bijvoorbeeld voor een recreatievaartuig € 6,76

per m2 gerekend. Dit bedrag wordt verhoogd met 21% BTW. Voor de verhuur van een steiger

wordt ook gerekend met € 6,76 per m2 per jaar. Hierover is geen BTW verschuldigd.

Page 99: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

11

Voor ligplaatsen van woonarken gelden 3 categorieën huurprijzen per m2. Deze huur is

namelijk afhankelijk van de locatie t.w. € 10,00 per m2 voor buiten stedelijk, € 12,50 per

m2 voor overig binnen stedelijk en € 15,00 per m2 voor Amsterdam en Amstel.

De prijs voor de huur van een volkstuin bedraagt € 1,00 per m2 excl. BTW.

Een van de documenten m.b.t. prijsbeleid heeft als titel “uitgangspunten verpachtingen

2020”. Hierin wordt onder meer aangegeven dat de provincie het uitgangspunt hanteert dat

er zo veel mogelijk meerjarige pachtovereenkomsten worden afgesloten (2, 3 of 4 jaar). Voor

het pachtseizoen 2020 wordt echter de grond nog via 1-jarige contracten uitgegeven, zodat

de grond beschikbaar is voor een beoogde optimalisatieslag voor het pachtseizoen 2021.

Met betrekking tot de pachtprijzen worden prijzen van het voorgaande jaar aangepast

conform het veranderpercentage van de regionorm, die jaarlijks wordt berekend door het

Wageningen Economic Research (WECR) voor de Rijksoverheid en in juli wordt bekend

gemaakt. In tegenstelling tot voorgaande jaren gebeurt dit alleen als dit veranderpercentage

geen verlaging inhoudt. In het geval van een verlaging worden de pachtprijzen van het

voorgaande jaar ongewijzigd gehandhaafd.

Page 100: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

12

5. Uitgangspunten werkwijze uitgifte

In dit hoofdstuk zijn belangrijkste uitgangspunten/gemaakte keuzes vet gedrukt.

Strategische uitgangspunten

1. Faciliteren ontwikkelingen Over het algemeen dient de gronduitgifte aan te sluiten bij de strategische (ontwikkel)visie

Spaarnwoude Park 2040. Het gaat niet meer alleen om het (vereenvoudigen van) beheer,

maar ook om het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen die volgens de gedefinieerde

ontwikkelrichting iets toevoegen aan het gebied.

Bij nieuwe ontwikkelingen zal gronduitgifte daarbij in alle gevallen tot stand komen op

basis van maatwerk prijsbepaling, waarbij de ondergrens zal worden vastgesteld middels

een onafhankelijk opgesteld taxatierapport.

Aandachtspunt bij deze grotere nieuwe uitgiftes is kostenverhaal: zo veel mogelijk voor

rekening van de initiatiefnemer.

Het bovenstaande kan ook betekenen dat bepaalde uitgiftes die in het verleden min of meer

automatisch plaatsvonden, wellicht niet meer worden gedaan, als zij niet of onvoldoende

bijdragen aan de doelen uit de visie op het gebied. Dit vraagt om een kritische blik op iedere

nieuwe aanvraag.

2. Genereren stabiele kasstroom / rendement op beheerd kapitaal Zo groot mogelijk rendement op de in beheer verkregen onroerend goed, in de vorm van

een stabiele kasstroom. Dit ter dekking van de onderhouds- en beheerlasten.

3. Beperken onderhoudslasten Een ander strategisch doel dat gediend wordt met gronduitgifte in welke vorm dan ook, is

het beperken van het terreinonderhoud en de daarmee samenhangende kosten voor

Recreatieschap Spaarnwoude. Traditioneel is dit het argument om ook zonder dat daar een

vergoeding tegenover staat (rest)percelen in gebruik te geven aan derden.

Op zich blijft dit uitgangspunt gelden. Wel kan er per geval wellicht beter gekeken worden of

er feitelijk inderdaad sprake is van een besparing op onderhoud of dat het onderhoud bij het

niet afsluiten van een overeenkomst simpelweg niet uitgevoerd wordt. Een vergoeding voor

administratiekosten zoals bij andere contracten is bij deze vorm van uitgifte lastiger omdat

daarmee feitelijk geen sprake meer is van uitgifte “om niet”.

Page 101: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

13

Operationele en financiële uitgangspunten Er komt voor ieder type uitgifte een standaardcontract dat niet inhoudelijk door

medewerkers gewijzigd kan worden. Eventuele afwijkingen op de bepalingen in deze

overeenkomst worden als aanvullende bepaling opgenomen onder de kop “bijzondere

bepalingen”. In deze sectie kunnen eventuele standaard bepalingen niet van toepassing

worden verklaard. Zij worden echter niet – zoals nu soms het geval is – verwijderd uit de

standaard overeenkomst.

Het aantal uitzonderingen of specifieke bepalingen per overeenkomst mag niet hoger zijn

dan drie, tenzij de verantwoordelijke manager anders beslist. Zo moet een betere

verhouding ontstaan tussen wat standaard is en wat specifiek, en wordt voorkomen dat

vrijwel iedere overeenkomst alsnog volledig maatwerk wordt.

Uitgangspunten zijn in ieder geval de voorwaarden en de prijzen zoals vastgelegd in dan

geldende Tabel uitgifteprijzen Recreatieschap Spaarnwoude. Indien nodig kan de

verantwoordelijke manager beslissen om af te wijken van de genoemde voorwaarden en

prijzen.

Ieder contract dient ter controle en ter ondertekening te worden voorgelegd aan de

directie en/of de verantwoordelijke manager die hiertoe het mandaat heeft, in beginsel

via een (eenvoudig) digitaal zaaksysteem.

Om willekeur of handelen op basis van geruchten of emotie te voorkomen wordt bij

bepaalde transacties en/of contractanten een (onafhankelijke) BIBOB-toets verplicht. De

exacte voorwaarden en criteria hiervoor dienen nog te worden uitgewerkt. Daarnaast kan

een integriteitstoets plaatsvinden aan de hand van een eigen (nog te ontwikkelen) formulier

of (digitale) vragenlijst. Eventueel kan voor deze toetsing een ondergrens worden

ingebouwd ten aanzien van de omvang van de transactie. Wenselijk lijkt dit echter niet per

se, omdat partijen ook meerdere kleine contracten met het recreatieschap kunnen hebben

of afsluiten.

Aanbeveling is om de exacte voorwaarden en criteria voor een BIBOB nader uit te werken.

Page 102: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

14

Aandachtspunten Een algemeen aandachtspunt bij de uitgifte van grond is de controle op naleving van de

afspraken, zowel financieel als in het veld. Met dat laatste moet voorkomen worden dat

onrechtmatig gebruikgemaakt wordt van grond die onder verantwoordelijkheid valt van het

recreatieschap. Deze onrechtmatigheid kan enerzijds bestaan uit het in gebruik nemen van

te veel vierkante meters of extra grond waarover geen afspraken zijn gemaakt. Anderzijds

kan het gaan om gebruik in strijd met het doel of de regels die hiervoor in de overeenkomst

zijn afgesproken.

Controle op deze zaken maakt op dit moment (nog) geen integraal onderdeel uit van het

werkpakket van de toezichthouders die in het gebied actief zijn. Ook ontbreekt het aan een

eenvoudige (digitale) tool om misstanden mee te rapporteren en op te nemen in de kaart

van het gebied. Op dit moment wordt alleen gereageerd op concrete (incidentele) signalen

of klachten over onrechtmatig grondgebruik.

In het uiterste geval kan een gebrek aan controle leiden tot verlies van rechten door

verjaring. Door betrokkenen tijdig te wijzen op onrechtmatige situaties kan deze verjaring

gestuit worden. Daarvoor is uiteraard inzicht nodig in waar in het gebied dit aan de orde is.

Aanbeveling is om het betreffende toezicht structureel in te bedden in de bedrijfsprocessen

en hiervoor de nodige instrumenten - bijvoorbeeld tablets met de nodige (contractuele)

informatie per perceel - aan de beheerders ter beschikking te stellen.

Page 103: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

15

6. Selectie contractpartijen

Niet onbelangrijk is om – voordat daadwerkelijk uitgifte plaatsvindt – stil te staan bij de wijze

waarop contractanten worden geselecteerd. Op dit moment is hier geen eenduidige

werkwijze voor. Afhankelijk van het geval wordt er gewerkt met partijen die in het verleden

al contractpartij waren, (voorkeurs)partijen of mensen die op eigen verzoek op interne

“lijstjes” staan, of – bij grotere ontwikkelingen – aanbestedingen/tenders in verschillende

vormen. Nieuw beleid hiervoor dient nader te worden uitgewerkt.

Een mogelijkheid is om voor alle uitgiften, van groot tot klein, in beginsel op dezelfde

(transparante) manier te gaan werken, namelijk door het openbaar aanbieden van het stuk

grond, de opstal of het ontwikkelingsgebied. Ook als de huidige contractant een nieuw

contract wil afsluiten (tenzij afspraken over verlenging expliciet in het bestaande contract

zijn opgenomen). Afhankelijk van de omvang van de onroerende zaak of van de (verwachte)

transactieprijs kunnen hierbij aanvullende eisen gesteld worden aan partijen.

Voor het transparant en eenduidig aanbieden van alle producten kan bijvoorbeeld gekeken

worden naar de wijze waarop Staatsbosbeheer en het pachtbedrijf dat via hun website

doen. Op deze manier wordt ook het proces van aanbieden en verwerken van reacties intern

vereenvoudigd en gestandaardiseerd. Hierbij hoort ook het werken met standaard

documenten en contracten die op de website direct inzichtelijk worden gemaakt voor

kandidaat-contractpartijen.

Om te voorkomen dat eventueel een (te) kostbare eigen website met achterliggende

infrastructuur moet worden gebouwd, kan mogelijk worden aangesloten bij bestaande

platforms zoals die van Staatsbosbeheer. Ook commerciële sites zoals Funda in Business

bieden hiervoor mogelijkheden. Aan de andere kant vergt het aanbieden van

standaardproducten op de eigen website geen hele grote aanpassingen, zeker als het aantal

vermeldingen relatief beperkt is.

Uitzondering op het bovenstaande zijn uiteraard mogelijk, bijvoorbeeld bij tuingronden nabij

particuliere woningen. Deze kunnen desgewenst als eerste worden aangeboden aan de

huurders/erfpachters van de aangrenzende woning(en). Indien sprake is van meerdere

aangrenzende woningen, krijgen deze partijen eventueel de mogelijkheid om een bod uit te

brengen en gaat de grond naar de hoogste bieder.

Bij toewijzing van pachtgronden kunnen de afstand tot de huiskavel, kringlooplandbouw

en/of het feit dat biologische landbouw plaatsvindt criteria zijn.

Aanbeveling is om beleid voor aanbieding van alle producten en de selectie van

contractpartijen nader uit te werken.

Page 104: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

16

7. Instrumenten en toepassingsbereik

Beslisboom toepassing instrumenten

Met onderstaande beslisboom kan bepaald worden welk instrument zoals genoemd in de geldende

Tabel uitgifteprijzen Recreatieschap Spaarnwoude in welke situatie dient te worden ingezet.

Page 105: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

17

Toelichting

Bruikleen

Dit instrument wordt zo min mogelijk toegepast. Waar mogelijk zal een huurovereenkomst met een

symbolische vergoeding worden toegepast.

Pacht

Bij nieuwe uitgiftes wordt uitsluitend nog gebruikgemaakt van geliberaliseerde pacht, dus voor

maximaal 6 jaar.

Hobbymatig gebruik

Hobbymatig gebruik onderscheidt zich van pacht, door het niet bedrijfsmatig uitoefenen van

agrarische activiteiten.

Page 106: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 5c3 Bijlage tabel uitgifte prijzen.pdf

TABEL UITGIFTEPRIJZEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE27-8-2020

Deze tabel zal ieder jaar geïndexeerd worden aan de hand van de CPI cijfers voor het eerst per 1-1-2022. Eens per 5 jaar wordt de tabel geactualiseerd voor het eerst per 1-1-2026 in verband met marktontwikkelingen.

Als gevolg van de onlangs vastgestelde visie Spaarnwoude Park 2040 en het daaruit voortvloeiende uitvoeringsprogramma kan het in voorkomende gevallen noodzakelijk zijn om af te wijken van de minimale contractduur in deze tabel.

Dit om te voorkomen dat de doelstellingen in het kader van het onderdeel “Duurzaam toekomstperspectief en realisatie NNN Dijkland” niet worden behaald.

Bedrag Eenheid Contractduur Min/max Opp. (m2) Korting/opmerking

in jaren

Contractkosten eenmalig EUR 250,- voor ieder nieuw contract

eenmalig EUR 125,- voor iedere wijziging of verlenging

beiden m.u.v. van contracten bruikleen/huur voor nul euro

Mininale contractwaarde EUR 100,- per jaar i.v.m. kosten handling

m.u.v. van contracten bruikleen/huur voor nul euro

(Onder)erfpacht

Grond onder bebouwing (niet zijnde grond onder een

woning) 15,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 200 m2.

Water onder woonboten 15,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 200 m2

Steiger, tuin of water 5,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 500 m2

Restgrond/moestuin 1,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-10.000 50% voor gedeelte boven 500 m2, 90% boven 1.500 m2

Weide bij woonperceel 1,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-10.000 50% voor gedeelte boven 500 m2, 90% boven 1.500 m2

Weiden voor hobbymatig gebruik voor schapen/varkens/hooiland 0,06 EUR/m2/jaar 3 minimum 3.000-60.000 Bij kleinere weiden gelden prijzen voor restgrond/weide woonperceel

Weiden voor overig hobbymatig gebruik 0,10 EUR/m2/jaar 3 minimum 3.000-60.000 Bij kleinere weiden gelden prijzen voor restgrond/weide woonperceel

Woningen/andere objecten/functies incl. grond Bij < EUR 7.500,- per jaar Per geval te bekijken

Bij > EUR 7.500,- per jaar Op basis van taxatie, naar boven afwijken mag

Ontwikkelingen Op basis van taxatie, naar boven afwijken mag

Huur

Losse grond

Grond onder bebouwing (niet zijnde grond onder een

woning) 15,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 200 m2

Water onder woonboten 15,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 200 m2

Steiger, tuin of water 5,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-3.000 75% voor gedeelte boven 500 m2

Restgrond/moestuin 1,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-10.000 50% voor gedeelte boven 500 m2, 90% boven 1.500 m2

Weide bij woonperceel 1,00 EUR/m2/jaar 3 minimum 0-10.000 50% voor gedeelte boven 500 m2, 90% boven 1.500 m2

Weiden voor hobbymatig gebruik voor schapen/varkens/hooiland 0,06 EUR/m2/jaar 3 minimum 3.000-60.000 Bij kleinere weiden gelden de prijzen voor restgrond/weide

Weiden voor overig hobbymatig gebruik 0,10 EUR/m2/jaar 3 minimum 3.000-60.000 Bij kleinere weiden gelden de prijzen voor restgrond/weide

Woningen 1/30 van de WOZ-waarde per jaar

Bestaande gebouwen niet zijnde ontwikkelingen:

Opslagruimte 15 50 EUR/m2/jaar Betreft een range (bedragen van-tot)

Bedrijfsruimte 50 75 EUR/m2/jaar Betreft een range (bedragen van-tot)

Kantoorruimte 60 100 EUR/m2/jaar Betreft een range (bedragen van-tot)

Winkelruimte 100 200 EUR/m2/jaar Betreft een range (bedragen van-tot)

Horeca 125 200 EUR/m2/jaar Betreft een range (bedragen van-tot) Terras 50% van genoemde huurwaarde

Maatschappelijke doeleinden Per geval te bekijken

Grond voor zendmasten 5.000 EUR/jaar Betreft een minimum

Andere objecten/functies Bij < EUR 7.500,- per jaar Per geval te bekijken

Bij > EUR 7.500,- per jaar Op basis van taxatie, naar boven afwijken mag

Ontwikkelingen Op basis van taxatie, naar boven afwijken mag

Bruikleen 0 m2/jaar 3 minimum

Kwalitatieve verplichting Per geval te bekijken

Geliberaliseerde pacht Afhankelijk van de ligging ha./jaar 3 minimum De regionorm pachtprijzen wordt jaarlijks vastgesteld door het ministerie van LNV

Regionorm Westelijk Holland 6 maximum Contracten voor gronden gelegen binnen Dijkland worden maximaal voor 1 jaar

of Waterland en Droogmakerijen afgesloten in verband met de projectopgave ‘Duurzaam toekomstperspectief Dijkland’

Recht van Opstal Per geval te bekijken

Gras op stam 75 EUR/ha./jaar 3 jaar minimum 50% bij beperkingen

Page 107: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

05.d Deelname Hoge Nood App (Manager P&V)

1 5d1 Voorstel Hoge Nood App.docx

Behandeling voorstel Hoge Nood App18 -11-2020

Agendapunt 5d

1

ADVIES Voorzittersoverleg Recreatieschappen Noord-Holland

Datum vergadering 18 november 2020

Voorstel aan de voorzitters betreffende voorstel Hoge Nood App 1. Kennis te nemen van de deelname van RNH en de recreatieschappen aan de Hoge Nood

App

Het voorzittersoverleg stelt voor aan de algemene besturen van de recreatieschappen Groengebied Amstelland, Twiske- Waterland, Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Geestmerambacht en Spaarnwoude :

1. Kennis te nemen van de deelname van de RNH en de recreatieschappen aan de Hoge Nood App

Toelichting adviesVanuit de recente Bestuursronde Spaarnwoude is ons verzocht na te gaan in hoeverre wij namensde recreatieschappen kunnen aansluiten bij het initiatief (community) “Hoge Nood app, vind enbeoordeel toiletten bij jou in de buurt”. Meer info: https://www.hogenood.nl/

Deelnemende gemeenten –participanten van de schappen- zijn: Alkmaar, Amstelveen, AmsterdamDe gedachte erachter is dat, met name in coronatijd, meer mensen vaker hun vrije tijd buitendoorbrengen en dat men in voorkomende gevallen makkelijk een toilet kan vinden. Het kan zelfshelpen bij het plannen van een route of tocht, en daarmee mensen met buikklachten over eendrempel helpen.

Het is de bedoeling dat wij de ligging en status van (openbare) toiletten inclusief eventuelespecificaties (o.a. openingstijden, gender, invalidentoilet) delen met de organisatie van de app. Hetplatform waarop deze data voor het publiek beschikbaar komt wordt beschouwd als een dienstwaarvoor jaarlijks iets betaald moet worden. Omdat RNH als één organisatie wordt gezien, zijn dekosten beperkt tot maximaal € 2,500,- per jaar. In ruil voor dit pakket (goud) kunnen wij specifiekeinformatie kwijt, krijgen wij de mogelijkheid om eigen logo aan te brengen, verwijzing naar eigenwebsite te maken, tussentijds mutaties aan te brengen (openingstijden etc.), kunnen bezoekers detoiletten beoordelen en krijgen wij de beschikking over een dashboard met grafieken en statistiekenover het toiletbezoek.RNH heeft besloten om partner (pakket ‘goud’) te worden van deze community, en hiervoor data beschikbaar te stellen. Voor de volledigheid (qua profilering en dienstverlening) is het wenselijk dat toiletten in horecagelegenheden worden meegenomen. De jaarlijkse kosten à € 2.500,-worden verdeeld over de 5 recreatieschappen, en komen ten laste van de bestaande communicatiebudgetten van de 5 recreatieschappen. SPW: €1.000,-; GAB: €250,-; RAUM: €250,-; TW-WL: €500,-; GGA: €500,-.

Bijlagen1. Brochure Hoge Nood App

Behandelaars namens Recreatie Noord HollandH.G. Rolleman, M. Omvlee

Page 108: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

1 5d2 Hoge Nood-Brochure.pdf

Page 109: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020
Page 110: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020
Page 111: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020
Page 112: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020
Page 113: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020
Page 114: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

Page 115: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

06.a Besluitvorming Bestuursopdracht (Sectormanager Groen provincie)

1 6a Bestuursbureau recreatieschappen NH versie 16 nov.docx

Agendapunt 6a voorzittersoverleg 18-11-2020

Aan Voorzittersoverleg d.d. 18 november 2020Van KokxDeVoogd, provincie Noord-Holland en Recreatie Noord-HollandDatum 16 november 2020Onderwerp Inrichting en taken Bestuursbureau recreatieschappen Noord-Holland

Status notitie:Dit is een nieuwe, aangescherpte versie van de notitie die eerder is besproken in het Voorzittersoverleg van 16 september jl. en in de Dagelijks Besturen (DB) van de recreatieschappen. Bij de behandeling in de DB’s bleek nog een aantal vragen te bestaan over de aanleiding en het functioneren van het Bestuursbureau. In deze notitie is getracht hier helderheid over te geven. Deze notitie is opgesteld door KokxDeVoogd, in samenwerking met de directie van Recreatie Noord-Holland (RNH) en de provincie Noord-Holland. De notitie wordt in de komende weken ook met de ambtelijke vertegenwoordigers van alle participanten besproken, om te verifiëren of het voldoende duidelijkheid geeft om in de DB’s te agenderen. Om het Voorzittersoverleg op de hoogte te houden van de voortgang is de notitie wel geagendeerd in het Voorzittersoverleg van 18 november. Besluitvorming hierover is nu niet noodzakelijk; dit loopt via de DB’s en Algemeen Besturen (AB), nadat de Ambtelijke Adviescommissies zijn geconsulteerd.

InleidingTijdens de bespreking van het Advies governance- en beheersstructuur recreatieschappen Noord-Holland (op 16 september jl.) heeft het Voorzittersoverleg ingestemd met de voorgestelde richting (uit dit Advies) voor de vorming van een Bestuursbureau voor de recreatieschappen Spaarnwoude, Twiske-Waterland, Groengebied Amstelland, RAUM en Geestmerambacht. Deze richting is ook met een positief advies voorgelegd aan de besturen van de recreatieschappen. Als de DB’s en AB’s van de recreatieschappen hiermee instemmen, worden de gemeenteraden en provinciale staten hierover geïnformeerd.

Tijdens het Voorzittersoverleg is ook besloten tot “nader onderzoek naar de positionering en invulling van het Bestuursbureau en daarbij onder andere de optie van onderbrengen bij de provincie Noord-Holland te onderzoeken”. Dit memo beschrijft achtereenvolgens de taken van dit Bestuursbureau, de positionering, de personele omvang en financiële gevolgen. Dit memo beschrijft de situatie zoals deze op 1 juli 2021 moet zijn geïmplementeerd.

BestuursbureauDe belangrijkste redenen om te kiezen voor een Bestuursbureau zijn gelegen in de behoefte aan:

- Versterking van het opdrachtgeverschap van de participanten voor de beheerder RNHZowel de participanten in de schappen, als RNH zelf, hebben aangegeven dat zij behoefte hebben aan een versterking van opdrachtgeverschap voor RNH. Op dit moment bereidt RNH, als opdrachtnemer, ook bestuursbesluiten voor die het opdrachtgeverschap invullen. Dat is een ongewenste combinatie van taken die voor alle betrokkenen (zowel de participanten als RNH) tot een kwetsbare governance leiden. Ook RNH als opdrachtnemer geeft aan baat te hebben bij een stevige invulling van het opdrachtgeverschap. Het Bestuursbureau vult dit in namens de participanten in de recreatieschappen (zie hieronder voor een uitwerking van de taken). Hiermee ontstaat een heldere verantwoordelijkheidsverdeling en wordt de kwetsbaarheid in de governance opgelost. Het Bestuursbureau krijgt haar eigen opdracht van de AB’s van de recreatieschappen.

Page 116: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Pagina 2 van 5

- Ondersteuning van de ambtelijke adviseurs van de schapbestuurdersHet toenemend maatschappelijk belang van natuur en recreatie is merkbaar: ook binnen de recreatieschappen is er veel aandacht voor. De betrokkenheid van gemeenteraden en provinciale staten bij de recreatieschappen neemt toe. In hun rol van bestuurder van een recreatieschap worden wethouders en gedeputeerde ondersteund door ambtelijke adviescommissies. De adviseurs van de bestuurders in de ambtelijke adviescommissie worden ondersteund door een Bestuursbureau, dat hun vergaderingen faciliteert en inhoudelijk ondersteunt, de stukken voor de DB’s en AB’s kwalitatief toetst en waar nodig verheldert en waar mogelijk problemen of discussies helpt oplossen. Ook kan het Bestuursbureau een constante factor toevoegen aan de ambtelijke adviescommissies door bijvoorbeeld het invullen van het (technisch) voorzitterschap van de ambtelijke adviescommissies. Dit alles kan bijdragen aan versterking van de opdrachtgeversrol die de bestuurders van de schappen hebben ten opzichte van RNH. Tot slot vervult het Bestuursbureau een rol in het afstemmen van onderwerpen die alle schappen raken, waardoor er meer gezamenlijkheid ontstaat en best practices kunnen worden gedeeld.

In bovenstaande elementen (versterking opdrachtgeversrol, ondersteuning van de ambtelijke advisering en beter verbinden van gemeenteraden en provinciale staten) zit het wezenlijke belang van het creëren van een separaat Bestuursbureau, los van RNH. Het gaat immers om taken die naar hun aard bij de opdrachtgever liggen (het invullen van het opdrachtgeverschap en het ondersteunen van de ambtelijke en bestuurlijke besluitvorming). Met de vorming van een Bestuursbureau ontstaat een toegewijde ondersteuning voor de schappen, die los komt te staan – maar vanzelfsprekend zeer veel contact heeft met – de uitvoerder. Dit Bestuursbureau staat ten dienste van de participanten in de schappen. Eigenaar van het Bestuursbureau zijn alle participanten in de schappen gezamenlijk. Het Voorzittersoverleg fungeert namens hen als vertegenwoordiger van de besturen in de rol van opdrachtgever voor het Bestuursbureau. Het Bestuursbureau kent een beperkte omvang van kwalitatief hoogwaardige professionals (bestuurssecretaris, inhoudelijk adviseur en secretariaat). Dit wordt hierna uitgewerkt.

Taken Wij onderscheiden de volgende taken voor het Bestuursbureau:

1. Ambtelijk opdrachtgever van de beheerder, namens de schapsbesturenHet Bestuursbureau vervult, namens de besturen van de recreatieschappen, het ambtelijk opdrachtgeverschap voor de beheerder. Deze rol betekent het invullen en bewaken van het ‘programma van eisen’ voor het beheer in elk van de schappen en alle zaken die te maken hebben met het beheercontract, tarieven en verantwoording door RNH over de verrichte werkzaamheden. Wanneer bestuurlijke besluitvorming over deze zaken nodig is, wordt deze door het Bestuursbureau voorbereid ten behoeve van de bestuurders in DB’s en AB’s.

2. Secretariaat voor de besturen van de schappen, adviescommissies en VoorzittersoverlegHet Bestuursbureau voorziet in secretariële en administratieve ondersteuning van de DB’s, de AB’s, de ambtelijke adviescommissies en het Voorzittersoverleg. Het zorgt voor het plannen van de vergaderingen, de agenda en stukkenstroom, het verslag en het bijhouden van een actielijst.

3. Bestuurssecretaris en (technisch) voorzitter ambtelijke adviescommissiesHet Bestuursbureau vervult de secretaris-taak van de DB’s en AB’s van de recreatieschappen en het Voorzittersoverleg. Dit heeft een inhoudelijke component en een secretariële component. De secretariële component houdt in: het plannen van de vergaderingen, de stukkenstroom, het verslag en het bijhouden van een actielijst. Het Bestuursbureau doet dit ook voor de ambtelijke adviescommissies.

Page 117: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Pagina 3 van 5

De inhoudelijke component houdt in: het voorbereiden van de agenda, het beoordelen van de stukken op inhoud, duidelijkheid en ordentelijke besluitvorming(sprocedures). Ook ondersteunt het Bestuursbureau de voorzitter van het schap in diens rol. Het Bestuursbureau adviseert niet individuele bestuurders binnen het DB/AB; dat is de taak van de ambtelijk ondersteuner van de desbetreffende bestuurder. Het Bestuursbureau zal een deel van de stukken die in de adviescommissies, DB’s en AB’s en Voorzittersoverleg worden besproken, zelf produceren. In de meeste gevallen – wanneer de stukken gaan over beleids- of beheerkwesties of gebiedsontwikkelingen op schapsniveau – zullen de stukken door RNH worden geschreven. Dan toetst het Bestuursbureau deze stukken. Ook verbindt het Bestuursbureau onderwerpen die in meerdere schappen actueel zijn aan elkaar, om zo de samenwerking tussen de schappen verder te verbeteren.

Omdat het Bestuursbureau het secretariaat van het Voorzittersoverleg vervult, betrekt het ook – bijvoorbeeld via de ambtelijke adviescommissies – alle deelnemers in de verschillende schappen bij de voorbereiding van dit overleg en de afstemming van de stukken. Dat geldt uiteraard ook bij de terugkoppeling van hetgeen in het Voorzittersoverleg is besproken.

Om deze taken goed te kunnen vervullen, vervult het Bestuursbureau het (technisch) voorzitterschap van de ambtelijke adviescommissies. Op deze wijze wordt de verbinding tussen het Bestuursbureau en de ambtelijke ondersteuning van de individuele schapsbestuurders geborgd en worden de adviescommissies beter gefaciliteerd om hun taak te vervullen. Samen met de deelnemers van de adviescommissies kan ook verkend worden hoe de betrokkenheid van gemeenteraden en Provinciale Staten bij de schappen versterkt kan worden.

Inschatting personele omvang en financiële gevolgenHet Bestuursbureau dient klein en slagvaardig te zijn. Voorgesteld wordt om het Bestuursbureau te laten bestaan uit 2,75 fte. Deze inschatting is gebaseerd op de gegevens uit het rapport Knip beleid en uitvoering RNH (Berenschot, maart 2020) en een gesprek met de directeur van RNH. Het gaat om de volgende functies:

- 2 fte inhoudelijk medewerkers, waarbij kan worden gedacht aan 1 fte (schaal 13) als bestuurssecretaris voor alle schappen, en 1 fte (schaal 11) als diens rechterhand. Hierbij gaat het om nieuwe functies, omdat deze taken momenteel niet, of slechts zeer beperkt en verdeeld over vele personen, bij RNH belegd zijn.

- 0,75 fte secretariële ondersteuning (schaal 7). Deze taak is nu bij RNH belegd en kan in mindering worden gebracht op de formatie van RNH.

De formatie van het Bestuursbureau wordt gefinancierd door de gezamenlijke participanten, naar rato van hun financiële bijdrage in het (de) recreatieschap(pen) per 1 januari 2020. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de financiële gevolgen van de inrichting van een Bestuursbureau. Het totaalbedrag voor de inrichting van het Bestuursbureau bedraagt op jaarbasis € 327.010,-. Aangezien de bijdrage aan RNH wordt verlaagd met het bedrag dat voor de secretariaatsfunctie wordt besteed is het netto bedrag dat alle participanten gezamenlijk moeten bijdragen € 257.068,-. Het grootste deel van de kosten dragen de provincie en de gemeente Amsterdam. De kosten over de deelnemers worden verdeeld op basis van de verdeelsleutel die voor de kosten voor RNH wordt gebruikt namelijk omzet per schap. Dit leidt tot de verdeling over alle deelnemers zoals deze in bijlage 1 is opgenomen.

Positionering BestuursbureauDoor de beperkte omvang ligt het voor de hand om het Bestuursbureau te huisvesten bij één van de participanten. Op die manier kan gebruik worden gemaakt van de faciliteiten (gebouw en voorzieningen, ICT, enzovoorts) die al aanwezig zijn; dit scheelt kosten. In de opdracht aan het Bestuursbureau zal worden vastgelegd dat het bureau voor de gezamenlijkheid van de recreatieschappen kan acteren, vrij van de afzonderlijke belangen van participanten en/of haar ‘gastheer’. Het werkgeverschap (indienstneming) wordt door de gastheer ingevuld en gefaciliteerd. De invulling van de

Page 118: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Pagina 4 van 5

personele verantwoordelijkheid (beoordeling, voortgang etc.) van de bestuurssecretaris gebeurt door de voorzitter van het Voorzittersoverleg, namens de eigenaren van het Bestuursbureau (in casu: alle participanten in de recreatieschappen). De personele aansturing van de twee andere medewerkers gebeurt door de bestuurssecretaris. Gelet op de rol die het Bestuursbureau vervult bij de ondersteuning van de samenwerking tussen de schappen is de provincie bereid om binnen het college van Gedeputeerde Staten te bespreken of zij het gastheerschap kan vervullen, mits de andere participanten hiertegen geen bezwaar hebben.

Page 119: Bundel van de voorzittersoverleg van 18 november 2020

Pagina 5 van 5

Bijlage 1 Verdeling kosten Bestuursbureau per deelnemer via verdeelsleutel omzet

Verdeelsleutel OmzetBruto bijdrage Verrekening Netto bijdrage

Provincie Noord-Holland € 134.492 € 28.766 € 105.726GemeentenAmsterdam € 67.986 € 14.541 € 53.445Zaanstad € 13.289 € 2.842 € 10.447Purmerend € 3.530 € 755 € 2.775Landsmeer € 901 € 193 € 708Oostzaan € 367 € 78 € 288Wormerland € 339 € 73 € 267Beemster € 339 € 73 € 267Edam-Volendam € 739 € 158 € 581Waterland € 361 € 77 € 284Amstelveen € 9.568 € 2.047 € 7.522Diemen € 3.231 € 691 € 2.540Ouder-Amstel € 1.491 € 319 € 1.172Alkmaar € 25.765 € 5.511 € 20.254Heerhugowaard € 12.796 € 2.737 € 10.059Langedijk € 6.504 € 1.391 € 5.113Haarlem € 17.567 € 3.757 € 13.810Haarlemmermeer € 13.447 € 2.876 € 10.571Velsen € 7.103 € 1.519 € 5.584Castricum € 1.870 € 400 € 1.470Uitgeest € 1.870 € 400 € 1.470Beverwijk € 1.547 € 331 € 1.216Heemskerk € 1.043 € 223 € 820Heiloo € 863 € 185 € 679Totaal € 327.010 € 69.943 € 257.068