bundel gezondheid

17
Naam: …………………………………………… Klas: …… Nr.: ……

Transcript of bundel gezondheid

Page 1: bundel gezondheid

Naam: ……………………………………………

Klas: ……

Nr.: ……

Page 2: bundel gezondheid

1

1.1.1.1. Je gezondheid en de gevaren van de natuur.Je gezondheid en de gevaren van de natuur.Je gezondheid en de gevaren van de natuur.Je gezondheid en de gevaren van de natuur.

1. Wat doe je wel / niet wanneer je verrast wordt door een hevig onweer? Vul aan.

a. Je maakt je zo vlug mogelijk uit de voeten en rent naar de wagen. ………… b. Ga onder een hoge boom schuilen. ………… c. Ben je in het water, zwem dan zo vlug mogelijk aan land. ………… d. Ben je in het water, blijf dan zo lang mogelijk kopje onder. ………… e. Ben je in pen veld, ga dan gehurkt neerzitten in een greppel. ………… f. Ben je in open veld, ga dan onmiddellijk languit op de grond liggen. ………… g. In de auto ben je ook veilig: de banden voeren de elektriciteit van de

bliksem naar de aarde. ………… h. Open je paraplu: die werkt als een bliksemafleider. …………

2. Het is winter. De vijver is bevroren en je wil graag wat schaatsen. Vul aan: wel of niet.

a. Je laat een vriend die groter en zwaarder is dan jij eerst op het ijs wandelen om te zien of het al stevig genoeg is. ………… b. Met een hamer sla je het ijs aan de oever stuk. Is het dikker dan 10cm

mag je schaatsen. ………… c. Je wacht tot de politie een bordje plaatst waarop staat dat je veilig kunt

schaatsen. ………… d. Ben je toch onvoorzichtig geweest en ben je door het ijs gezakt, houd

dan je ogen open en probeer een opening te vinden: bij daglicht zie je ………… dan een donkere plek. IJs boven je geeft een lichte plek.

e. Trek nadien onmiddellijk je natte kleren uit en leen voor korte tijd droge kledij van een vriend (een trui of een jas bv.) …………

f. Zie je iemand die door het ijs is gezakt, roep dan luid om hulp en loop naar een telefooncel of neem je gsm. …………

g. Zie je iemand die door het ijs gezakt is, zoek dan bliksemsnel een stok of een sjaal, leg je op je buik voor het wak en steek de stok of sjaal de ………… drenkeling toe.

h. Je kunt al goed schaatsen op ijs dat 5 cm dik is. ………… 3. Vul aan: giftig of niet-giftig.

a. De vrucht van de tamme kastanje is giftig. ………… b. De vrucht van de wilde kastanje is giftig. ………… c. De peultjes van gouden regen zijn giftig. ………… d. De pitjes van de lijsterbes zijn giftig. ………… e. Het sap van de anemoon mag niet met de huid in aanraking komen. ………… f. De onrijpe bessen van de vlier zijn giftig. ………… g. De bessen van de hulst zijn niet giftig. …………

Page 3: bundel gezondheid

2

4. Bijen, wespen en hommels: pas op! Waar of niet waar?

a. De angel van de bij heeft weerhaakjes. Trek na een steek de angel uit je huid. …………

b. Bijen steken niet, wespen wel. ………… c. Bijen- of wespensteken behandel je liefst onmiddellijk met een

ammoniak- of zoutoplossing. ………… d. Azijn helpt ook. ………… e. Bij een steek in de mondholte zoek je best onmiddellijk een hospitaal op. ………… f. De zwelling van een steek in de mondholte gaat vlugger over wanneer je

een paar zuurtjes opzuigt. ………… g. Je mag de beet van een wesp of bij uitzuigen. ………… h. Het gif van de hommelsteek is gevaarlijker dan dat van een bij of

een wesp. ………… 5. Ook kruipende beestjes kunnen bijten. Waar of niet waar?

a. Na een spinnenbeet blijven er twee rode puntjes zichtbaar op de huid:

een spin bijt met kaken. ………… b. Na een spinnenbeet moet je gewoon het wondje desinfecteren. ………… c. Een spin bijt niet. ………… d. Mieren bijten en zo’n beet is dodelijk. ………… e. Mierengif veroorzaakt een bijtende pijn. ………… f. Een mierenbeet desinfecteer je en je legt er wat ijs op. ………… g. Voor alle insectenbeten is verdovende zalf een handig middel. ………… h. In ons land leven spinnen waarvan de beet dodelijk is. …………

6. Wat zwemt is ook niet altijd ongevaarlijk! Waar of niet waar?

a. De grote en de kleine pieterman steken met hun rugvinnen. ………… b. Kwallen zijn ongevaarlijke dieren: ze lijken op “blubberpudding”. ………… c. Kwallen steken met hun tentakels. Ze kunnen een hevige pijn

veroorzaken waarvan je buiten westen kunt raken. ………… d. De staart van de pijlstaarttrog is zeer giftig. ………… e. In de branding van de Noordzee zwemmen geen giftige vissen. ………… f. De pijn van een kwallensteek kun je verzachten door er mosterd

op te smeren. ………… g. De pijn van een kwallensteek kun je verzachten met alcohol van 90°

en door er zand op te wrijven. ………… h. Garnalen hebben ook giftige voelharen. …………

Verbeterd door …………………………………………… Score …… / 47

Page 4: bundel gezondheid

3

2.2.2.2. Je gezondheid en de gevaren thuis.Je gezondheid en de gevaren thuis.Je gezondheid en de gevaren thuis.Je gezondheid en de gevaren thuis.

1. Pas op als je ze aanpakt: vreemde voorwerpen

Page 5: bundel gezondheid

4

Page 6: bundel gezondheid

5

Toets je kennis… zonder de teksten nog te raadplegen 1. Om een vliegje in een oog te verwijderen, ga ik als volgt te werk:

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………… 2. Schrap wat niet juist is. Een vliegje in een oor verwijder ik door:

a. het eruit te peuteren met een wattenstaafje; b. een watje in het oor te steken en te wachten tot het vliegje dood is; c. een druppeltje lauwe olie in het oor te laten lopen; d. er een insectendodend middel in te spuiten.

3. Schrap wat niet juist is. Een splinter behandel ik als volgt:

a. met een vooraf ontsmette naald; b. d.m.v. een pincet trek ik de splinter eruit in de tegenovergestelde richting als waarin

hij in de huis was gekomen; c. ik pulk de huid open en trek de splinter eruit; d. een naald ontsmet ik met ammoniak; e. een naald ontsmet ik met alcohol van 90°; f. een naald ontsmet ik met een lucifer.

4. Schrap wat niet juist is. Als iemand iets heeft ingeslikt, ga ik als volgt te werk:

a. een kersenpit is niet erg: die komt er met de stoelgang wel weer uit; b. een ingeslikte visgraat laat ik er gewoon uithoesten; c. ik laat de persoon die een visgraat inslikte, braken; d. ik laat de persoon die een visgraat inslikte, veel drinken; e. ik laat de persoon aardappelpuree eten; f. ik sla op de rug van de persoon.

Page 7: bundel gezondheid

6

2. Onwel worden: het komt vaak onverwachts.

Page 8: bundel gezondheid

7

3.3.3.3. Je gezondheid en het bewaren van voedingsmiddelen: Je gezondheid en het bewaren van voedingsmiddelen: Je gezondheid en het bewaren van voedingsmiddelen: Je gezondheid en het bewaren van voedingsmiddelen: vroeger en nu.vroeger en nu.vroeger en nu.vroeger en nu.

1. Lees de tekst grondig. Onderlijn in potlood wat jij belangrijk vindt.

Page 9: bundel gezondheid

8

Page 10: bundel gezondheid

9

1. Schrijf in korte stappen op hoe ze vroeger voedsel bewaarden (tot en met koelinstallaties) Geef er een korte, maar bondige uitleg bij. …………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………... 2. Geef de voordelen van:

- koken en roken: ………………………………………………………………………………

- bloem: …………………………………………………………………………………………

- condenseren: …………………………………………………………………………………

3. Wat was de aanleiding tot de ontdekking van het diepvriezen?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

4. Wat kan je tegenwoordig in elk grootwarenhuis kopen wat vroeger niet bestond?

…………………………………………………………………………………………………... 5. Schrijf voor jezelf op wat jij het grootste verschil vindt tussen vroeger en nu. Wat zou je missen indien je in het “vroeger” zou leven?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

Page 11: bundel gezondheid

10

6. Wat is voedselbederf?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

7. Wat is voedselinfectie?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

8. Wat is voedselvergiftiging?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

9. Schrijf hieronder een gedichtje dat de verschillen tussen “voedsel bewaren vroeger en nu” duidelijk kenbaar maakt. Het moet niet rijmen. …………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

Page 12: bundel gezondheid

11

4.4.4.4. De 8 geboden om GDe 8 geboden om GDe 8 geboden om GDe 8 geboden om GEZOND en toch LEKKER te eten!EZOND en toch LEKKER te eten!EZOND en toch LEKKER te eten!EZOND en toch LEKKER te eten!

1. Wat eet ik zoal op een dag?

1. Wat heb je gisteren ‘s middags gegeten?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

2. Wat heb je gisteren ’s avonds gegeten?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

3. Wat heb je vanmorgen gegeten?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

4. Vind je het gezond of ongezond? Waarom?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

5. Geef jouw definitie van gezonde voeding.

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

6. Hoeveel uur per week doe jij aan sport?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

Page 13: bundel gezondheid

12

2. Vul de actieve voedingsdriehoek in.

1. Wat is de actieve voedingsdriehoek?

…………………………………………………………………………………………………...

…………………………………………………………………………………………………...

2. Geef enkele voorbeelden van:

a. melkproducten: …………………………………………………………………………

b. eiwitrijke producten: ……………………………………………………………………

c. plantaardige producten: …………………………………………………………………

d. zetmeelhoudende producten: ……………………………………………………………

9.

7.

5.

1.

2.

3.

4.

6.

8.

Page 14: bundel gezondheid

13

3. De 8 geboden

1. Alles met mate duurt het langst: stillen van de honger ≠ stillen van snoepzucht 2. Zorg voor variatie en evenwicht:

- kies dagelijks uit de 4 vakjes van de maaltijdschijf - rustig eten = beter verteren - “Eet ‘s morgens als een koning, ‘s middags als een edelman, ’s avonds als een

bedelaar.” 3. Wees matig met vet: cholesterol veroorzaakt hart-en bloedvatenziekten.

- minder vet vlees en sauzen, boter, volle melk, vette kazen, frieten met mayonaise, chocolade, gebak, …

- meer vis en gevogelte, magere melk, plantaardige olie en boter 4. Verban extra zout:

- verhoogt de bloeddruk - doet onze smaakpapillen wegkwijnen - meer kans op maagkanker

Vermijd gezouten voedingswaren: in sommige charcuterie, salades, gerookt vlees, bouillon, soep uit pakjes, chips, … 5. Verban extra zoet:–

- te veel calorieën - tandbederf

“Snoep verstandig, eet een appel!” 6. Vezelrijke voeding:

- gemakkelijke stoelgang - minder risico op darmkanker

Dus veel verse groenten en fruit (liefst rauw), volkorenbrood 7. Drink veel helder water, ongezoete fruitsappen, magere melk. Laat je niet verleiden tot teveel alcohol, koffie of thee. 8. Kies een verstandige bereidingswijze:

- koken, stomen en microgolven is beter dan bakken, braden en frituren - weinig water gebruiken = meer vitamines - barbecue: rechtstreeks contact met vuur en rook vermijden =

kankerverwekkend! Doe aan KARAKTERVORMING:

• “lekker” is geen synoniem voor “gezond” • “nee” kunnen zeggen omwille van je gezondheid • “kritisch” staan tegenover misleidende reclame • “versheid” boven alles

Page 15: bundel gezondheid

14

5.5.5.5. Voor de vlugge werkers onder Voor de vlugge werkers onder Voor de vlugge werkers onder Voor de vlugge werkers onder ons!ons!ons!ons!

Oplossing rebus 1: …………………………………… Oplossing rebus 2: ………………………………………

Page 16: bundel gezondheid

15

Page 17: bundel gezondheid

16

Interessante en leuke links - http://www.zespri-europe.com - http://www.kennisnet.nl/cpb/po/kids/thema/gezondheid/voeding_homepage.html - http://www.bronnenwijzer.be/public_infowijzers/index/35