Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting...

33
1 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017 Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017 INHOUDSOPGAVE I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gedeputeerden Guido Decorte, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur Franky De Block, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur Carl Vereecke, gedeputeerde van algemene financiering, budget en administratieve beroepen (o.a. de stedenbouwkundige beroepen omtrent bouw- en verkavelingsvergunningen), personeel, informatietechnologie, sport en provinciaal onderwijs Jean de Bethune, gedeputeerde van economie en streekontwikkeling, externe relaties en Noord-Zuid-beleid en gelijke kansen Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde van cultuur en welzijn I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord

Transcript of Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting...

Page 1: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

1 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Bulletin van Vragen en Antwoorden

maart 2017

INHOUDSOPGAVE

I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gedeputeerden

Guido Decorte, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende

dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur

Franky De Block, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur

Carl Vereecke, gedeputeerde van algemene financiering, budget en administratieve beroepen (o.a. de stedenbouwkundige beroepen omtrent bouw- en

verkavelingsvergunningen), personeel, informatietechnologie, sport en provinciaal onderwijs

Jean de Bethune, gedeputeerde van economie en streekontwikkeling, externe relaties en Noord-Zuid-beleid en gelijke kansen

Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde van cultuur en welzijn I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd

geantwoord

Page 2: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

2 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

II. MONDELINGE VRAGEN Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 23 maart 2017

Page 3: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

3 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN

I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gedeputeerden

GUIDO DECORTE

GEDEPUTEERDE VAN BESTUURLIJKE ORGANISATIE, ALGMENE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTVERLENING, GEBIEDSGERICHTE WERKING, MILIEU, LANDSCHAP EN NATUUR

Vraag nr. S/2017/19 van 07 februari 2017 van de heer Peter De Roo (N-VA) Participatie intercommunales provincie West-Vlaanderen Provincies nemen tot op vandaag deel in tal van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en zij hebben dus een participatie in het kapitaal van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Volgens het gewijzigd decreet intergemeentelijke samenwerking kunnen de provincies in de toekomst niet langer participeren binnen de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (vanaf 1 januari 2019).

Het wijzigingsdecreet voorziet in een uittrede van de provincies en dit tegen uiterlijk 31 december 2018, dit in het licht van de voorop gestelde afslanking van de provinciale overheden. Tot deze datum krijgen de samenwerkingsverbanden de tijd om deze ‘afstotingsoperatie’ zowel financieel als organisatorisch af te ronden. Dit laatste vereist dat de statuten worden aangepast in die zin dat de provincies uiterlijk op deze datum uittreden. Financieel wordt voorzien dat de provinciale aandelen worden overgenomen tegen een tussen de partijen overeen te komen waarde. De provincie West-Vlaanderen zetelde in 2014 in volgende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden:

- Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid: *Interlokale vereniging Westhoekpersoneel (beheerscomité) *Woonwinkel West (stuurgroep) *Kwalitatief wonen in de grensstreek *De woonwinkel (beheerscomité) *Woonwijs (beheerscomité)

- Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid:

*West-Vlaamse Intercommunale (WVI) *Leiedal *Infrax West *West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld Wevelgem-Bissegem (WIV)

*Intercommunale kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV) *Intercommunale maatschappij voor energievoorziening in West- en Oost-Vlaanderen (IMEWO) *Intercommunale maatschappij voor openbare gezondheid in het gewest Kortrijk (IMOG) *Gaselwest (intercommunale) *Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Waterbedeling (TMVW)

Hierbij mijn vragen: - Participeert de provincie West-Vlaanderen tot op vandaag nog steeds in deze intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden? Graag een overzicht.

Page 4: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

4 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

- Wat is de stand van zaken van voorbereiding van uittreding bij deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden?

- Kunnen de vertegenwoordigers vanuit de provincie West-Vlaanderen voor elk van deze intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden opgelijst bezorgd worden? Graag met opsplitsing aanwezigheden vertegenwoordigers voor deze legislatuur (2013-2017) op deze vergaderingen, overzicht en aard van de betaalde vergoeding/bedrag van de per persoon betaalde presentiegelden. Ook de opsplitsing in hoedanigheid: voorzitter, secretaris, lid van de Raad van Bestuur, Algemene Vergadering, …

Antwoord 1. Participeert de provincie West-Vlaanderen tot op vandaag nog steeds in deze intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden? Graag een overzicht. De provincie West-Vlaanderen participeert op huidig ogenblik in de volgende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of intercommunales.

Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) met rechtspersoonlijkheid West-Vlaamse intercommunale (WVI) Leiedal Infrax West West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld (WVI) Intercommunale kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV) Intercommunale maatschappij voor energievoorziening in West- en Oost-Vlaanderen (IMEWO) Intercommunale maatschappij openbare gezondheid Kortrijk (IMOG) Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) zonder rechtspersoonlijkheid

Interlokale vereniging Westhoekpersoneel Woonwinkel West Kwalitatief wonen in de grensstreek De woonwinkel Woonwijs Intercommunales Gaselwest

Tussengemeentelijke maatschappij der Vlaamse voor recreatiebeheer (TMVW) Dit stemt overeen met het in uw vraag opgenomen overzicht.

2. Wat is de stand van zaken van voorbereiding van uittreding bij deze intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden? In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en het provinciedecreet van 9 december 2005. Ondertussen werd het decreet aangenomen in plenaire zitting van het Vlaams parlement op 27 april 2016,

bekrachtigd en afgekondigd op 13 mei 2016 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 juni 2016. Het decreet vervangt artikel 80 § 1 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking als volgt: “De projectverenigingen, dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen, waarin één of meer provincies deelnemen, en waarin deze deelneming niet op een specifieke wijze geregeld is door andere wettelijke of decretale bepalingen, passen hun statuten in die zin aan dat de provincies uiterlijk op 31 december 2018 uittreden. De provinciale aandelen worden overgenomen tegen een tussen de partijen overeen te komen waarde.”.

Page 5: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

5 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Het decreet de verplichting tot uittreden enkel geldt ten aanzien van de IGS mét rechtspersoonlijkheid (projectverenigingen, dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen) en niet ten aanzien van de interlokale verenigingen (zonder rechtspersoonlijkheid).

In vergadering van 25 februari 2016 besliste de provincieraad reeds principieel tot de uittreding van de provincie West-Vlaanderen uit Eandis Assets (rechtsopvolger Gaselwest en Imewo). Het besluit luidde als volgt: “Artikel 1: De provincieraad beslist uit de opdrachthoudende vereniging met private deelname Eandis Assets te treden, onder de opschortende voorwaarde dat het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking gewijzigd wordt in die zin dat de provincies uiterlijk op 31 december 2018 moeten uittreden. Art. 2:

De provincieraad verklaart zich akkoord met de methode van waardebepaling van de vergoeding voor de provincie en met de modaliteiten van de uittreding, zoals opgenomen in het voorstel van vergoeding bij een eventuele uittreding dat op 9 december 2015 werd geformuleerd namens Gaselwest en Imewo. Art. 3: Deze beslissing tot uittreding treedt in werking na datum van de installatievergadering van provincieraad volgend op de provincieraadsverkiezingen van oktober 2018 en ten laatste op 31 december 2018. Art. 4: De provincieraad machtigt de deputatie om met de opdrachthoudende vereniging met private deelname Eandis Assets te onderhandelen over de concrete, nodige uittredingsmodaliteiten.”

In het commissieverslag van de voormelde AZF-commissie zal u lezen dat ik als antwoord op een vraag stelde dat 3de waardebepaling van het kapitaal voor de andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden nog wordt onderhandeld en daar nog tijd voor is tot de effectieve uitreding”. Dit antwoord is nog steeds geldig: de onderhandelingen zijn hangende. Vóór 31 december 2018 zal uiteraard de uittreding en de modaliteiten van uittreding voor de diverse intergemeentelijke samenwerkingsverbanden nog worden voorgelegd aan de provincieraad.

3.1. Kunnen de vertegenwoordigers vanuit de provincie West-Vlaanderen voor elk van deze

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden opgelijst bezorgd worden? De volgende provincieraadsleden werden door de provincie aangeduid of voorgedragen voor de volgende

samenwerkingsverbanden en intercommunales: WEST-VLAAMSE INTERCOMMUNALE (WVI) Raad van Bestuur (PR 24 januari 2013) 1. Luc Vannieuwenhuyze (CD&V) (eveneens lid van het Directiecomité) 2. Eric De Keyser (sp.a) (eveneens lid van het Directiecomité) 3. Anthony Dumarey (Open Vld) (eveneens lid van het Directiecomité) 4. Marc Vanwalleghem (CD&V) - (PR 28 februari 2013) 5. Hans Mommerency (CD&V) 6. Simon Bekaert (sp.a)

Regionaal Comité regio Oostende-Brugge (PR 24 januari 2013) 1.Annie Vandenbussche (CD&V) - (PR 26 juni 2014) 2. Dirk De fauw (CD&V) 3. Bernard De Cuyper (CD&V) 4. Annick Lambrecht (sp.a) 5. Anthony Dumarey (Open Vld) 6. Elke Carette (Open Vld)

Page 6: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

6 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Regionaal Comité regio Roeselare-Tielt (PR 24 januari 2013) 1. Hans Mommerency (CD&V) 2. Luc Vannieuwenhuyze (CD&V)

3.Marc Vanwalleghem (CD&V) (PR 28 februari 2013) 4. Myriam Vanlerberghe (sp.a) 5. Simon Bekaert (sp.a) 6. Piet Vandermersch (Open Vld) Regionaal Comité regio Westhoek (PR 24 januari 2013) 1. Guido Decorte (CD&V) 2. Lies Laridon (CD&V) 3. Jef Verschoore (CD&V) 4. Gunter Pertry (sp.a) 5. Eric De Keyser (sp.a)

6. Gilbert Verkinderen (Open Vld) Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen AV/BAV rest van de legislatuur: Frank Vandevoorde (sp.a) – PR 30 april 2014 LEIEDAL Raad van Bestuur (PR 28 februari 2013) 1. Jean de Bethune (CD&V) 2. Axel Weydts (sp.a)

3. Martine Vanryckegem (Open Vld) Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen Carl Vereecke (Open Vld) – PR 04 november 2014 INFRAX WEST Raad van Bestuur (PR 28 februari 2013) 1. Annie Cool (CD&V)

2. Eric De Keyser (sp.a) 3. Anthony Dumarey (Open Vld)

Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen

AV/BAV rest van de legislatuur: Hans Mommerency (CD&V) PR 23 oktober 2014 WEST-VLAAMSE INTERCOMMUNALE VLIEGVELD WEVELGEM-BISSEGEM (WIV) Raad van Bestuur (PR 28 februari 2013) 1. Eliane Spincemaille (CD&V) 2. Marie De Clerck (CD&V) 3. Axel Weydts (Sp.a) 4. Martine Vanryckeghem (Open Vld)

Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen AV/BAV rest van de legislatuur: Jean de Bethune (CD&V) – PR 30 april 2014

Page 7: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

7 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

INTERCOMMUNALE KUSTREDDINGSDIENST WEST-VLAANDEREN (IKWV) Raad van Bestuur (PR 28 februari 2013)

1. Tania Janssens (sp.a) 2. Charlotte Castelein (Open Vld) Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen AV/BAV rest van de legislatuur: Peter Roose (sp.a) – PR 30 april 2015 INTERCOMMUNALE MAATSCHAPPIJ VOOR ENERGIEVOORZIENING IN WEST-EN OOST-VLAANDEREN (IMEWO) Regionaal bestuurscomité (RBC) West Annie Vandenbussche (PR 26 juni 2014)

Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen AV/BAV rest van de legislatuur: Bernard De Cuyper (CD&V) - PR 23 oktober 2014 INTERCOMMUNALE MAATSCHAPPIJ VOOR OPENBARE GEZONDHEID IN HET GEWEST KORTRIJK (IMOG) Raad van Bestuur (PR 28 februari 2013) Lieven Lybeer (CD&V) Algemene vergaderingen/buitengewone algemene vergaderingen

AV/BAV rest van de legislatuur: Claude Croes (CD&V) – PR 24 november 2015 GASELWEST Regionaal bestuurscomité (RBC) Oost De heer Carl Vereecke (Open Vld) - PR 28 februari 2013 Algemene vergaderingen periode 2013-2019 Kaat De Waele (Open Vld) - PR 25 april 2013

TUSSENGEMEENTELIJKE MAATSCHAPPIJ DER VLAANDEREN VOOR WATERBEDELING (TMVW) Algemene vergadering (PR 25 juni 2015) Bernard De Cuyper (CD&V) als effectief lid Hilde Decleer (CD&V) als plaatsvervangend lid Raad van bestuur (PR 28 februari 2013) Dirk De fauw (CD&V) Directiecomité secundaire diensten (PR 28 februari 2013)

Piet Vandermersch (Open Vld) INTERLOKALE VERENIGING WESTHOEKPERSONEEL Beheerscomité (PR 28 februari 2013) Lies Laridon (CD&V) – effectief Jef Verschoore (CD&V) – plaatsvervanger

Page 8: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

8 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

WOONWINKEL WEST (Interlokale vereniging Alveringem, Diksmuide, Houthulst, Kortemark, Lo-Reninge, Veurne) Stuurgroep (PR 28 februari 2013)

Peter Roose (sp.a) – effectief Lies Laridon (CD&V) – plaatsvervangend

KWALITATIEF WONEN IN DE GRENSSTREEK

(Interlokale Vereniging Menen, Mesen, Wervik) Martine Vanryckeghem (Open Vld) – effectief - PR 28/2/2013 Marie De Clerck (CD&V) – effectief - PR 28/2/2013 DE WOONWINKEL (Interlokale Vereniging Beernem, Damme, Oostkamp, Zedelgem)

Beheerscomité

Annie Vandenbussche (CD&V) als effectief lid - PR 26/6/2014 Elke Carette (Open Vld) als plaatsvervanger - PR 28/2/2013

WOONWIJS (Interlokale Vereniging Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede) Beheerscomité (provinciale vertegenwoordiging beëindigd op 1 oktober 2014)

Claude Croes (CD&V) als effectief lid - PR 28/2/2013 Marleen Rogiers (sp.a) als plaatsvervanger - PR 28/2/2013

3.2. Graag met opsplitsing aanwezigheden vertegenwoordigers voor deze legislatuur (2013-2017) op deze vergaderingen, overzicht en aard van de betaalde vergoeding/bedrag van de per persoon betaalde presentiegelden. Ook de opsplitsing in hoedanigheid: voorzitter, secretaris, lid van de Raad van Bestuur, Algemene Vergadering, …

Uit de jaarlijkse mandatenlijsten aan het Rekenhof, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, blijkt dat de vertegenwoordigingen in de diverse bestuursorganen van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de intercommunales bezoldigd zijn. De vertegenwoordiging in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid IS onbezoldigd.

De functies van de vertegenwoordigers in de diverse bestuursorganen, de aanwezigheden van de vertegenwoordigers op vergaderingen en de uitgekeerde bedragen behoren tot de autonome bevoegdheid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Vraag nr. S/2017/20 van 21 februari 2017 van de heer Kristof Pillaert (N-VA) Samenwerkingsovereenkomst met Focus/WTV & Roularta

Het provinciebestuur heeft reeds lange tijd een samenwerkingsovereenkomst lopen met Focus/WTV voor een jaarlijks bedrag van ongeveer 400.000 euro. In 2013 werd deze vernieuwd en geregeld is er een evaluatiemoment voorzien (vb. 2014). Zo wordt er onder andere “Boeverbos” en “Het Provinciaal Domein” geproduceerd. In het bureau van 5 februari en 7 oktober 2016 werd door onze fractie opmerkingen gegeven over het naleven van deze overeenkomst.

Page 9: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

9 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Daarnaast werkt het provinciebestuur ook samen met de Krant van West-Vlaanderen / Roularta, bijvoorbeeld voor de organisatie van “Krak van je gemeente”. Hierbij mijn vragen:

- Kan de integrale samenwerkingsovereenkomst met Focus/WTV bezorgd worden en alle verslagen van de evaluatiemomenten sinds 2013?

- Graag een overzicht voor de kosten voor publiciteit en de productiekosten voor elk programma (uitgesplitst) voor jaren 2012 tot en met 2017.

- Kan er ook een overzicht bezorgd worden in verband met de samenwerking met Roularta en de financiële consequenties hiervan (inclusief advertenties) voor deze legislatuur (2013-2017)

Antwoord In antwoord op uw schriftelijke vraag over enerzijds de samenwerkingsovereenkomst met Focus-WTV en anderzijds de kosten besteed bij Roularta bezorgen wij u de volgende reeks documenten:

- De samenwerkingsovereenkomsten met Focus-WTV sinds 2013 en de evaluaties die deel uit maken van de

toelichtingsnota aan de deputatie vanuit de dienst Communicatie. U zult zien dat er in de samenwerkingsovereenkomsten telkens over prijzen per aflevering wordt gesproken, er werd geen uitsplitsing gemaakt tussen productie, uitzending en promotie.

- Een compleet overzicht van alle bestedingen bij Roularta sinds 2013. U vindt in deze excellsheets alle uitgaven, zowel advertenties, samenwerkingen, vacature- en officiële berichten, abonnementen, …

De dienst Communicatie is graag bereid om dit verder toe te lichten mocht u over bepaalde zaken nog bijkomende vragen hebben. + bijl.

Page 10: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

10 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

FRANKY DE BLOCK

GEDEPUTEERDE VAN TOERISME EN RECREATIE, RUIMTELIJKE ORDENING, MOBILITEIT EN WEGINFRASTRUCTUUR Vraag nr. S/2017/21 van 09 februari 2017 van mevrouw Sigrid Vandenbulcke (N-VA) Stimuleren van autodelen in West-Vlaanderen Dit betreft een opvolgingsvraag over autodelen, onder andere over een mondelinge vraag die gesteld is geweest op de provincieraad van september 2015.

Een eigen wagen kost gemiddeld zo’n 5000 euro per jaar. Gemiddeld staat een auto 23 uur per dag stil en dus komt dit eigenlijk wel duur uit. Er zijn alternatieven, zoals autodelen. Bij autodelen maken meerdere personen of gezinnen om beurten gebruik van één of meerdere gezamenlijke auto’s. Door een auto te delen, deel je ook de kosten, het is milieuvriendelijk en spaar je al gauw een vakantie per jaar uit. In Vlaanderen bestaan ondertussen honderden particuliere groepen die aan autodelen doen. De provincie West-Vlaanderen heeft in het verleden autodelen reeds gesteund, onder andere door informatiesessies aan te bieden in samenwerking met de gemeentes. Voor autodelen kan je als particulier samenwerken met Autodelen.net, Partago, Cambio… Autodelen wordt ook aangeboden via de gemeentes Mesen en Heuvelland, dit is onder andere gedeeltelijk gefinancierd door Impulsfonds van de provincie. Ook de gemeente Wevelgem is gestart met een autodeelproject

in 2015. De gemeente stelt wagens uit het eigen park ter beschikking voor de inwoners. Beide wagens worden overdag, in de werkweek, door de gemeente gebruikt. Je kan ze lenen op werkdagen tussen 19 en 7 uur en tijdens het weekend van vrijdagavond 17 tot maandagmorgen 7 uur. Een rit kost 0,35 euro per km en 1 euro per begonnen uur. (max. 4 euro/dag). Deze prijs is inclusief verzekering, onderhoud, taksen en benzine. Daarnaast heb je ook andere gemeentes zoals Diksmuide, Oostende, Kortrijk, Brugge, … Ook is er het Burgemeestersconvenant, opgemaakt onder impuls van de WVI en de Provincie West-Vlaanderen, waarbij er verwacht wordt van de gemeentes om het autodelen te promoten. Hierbij mijn vragen: - Graag een overzicht van de initiatieven die de provincie West-Vlaanderen heeft genomen sinds 2006 om het

autodelen te stimuleren en te promoten bij particulieren en gemeentes. - Hoeveel wagens heeft de provincie West-Vlaanderen in bezit? Waar zijn deze dienstwagens gestationeerd? Ook

in de provinciale domeinen? Welke wagens kunnen bestuurd worden met een rijbewijs B? Graag een overzicht. - Is de provincie bereid om te onderzoeken om enkele auto’s van het wagenpark ter beschikking te stellen van

autodelen? We vinden het alvast geen argument dat alle wagens van de provincie permanent (overdag, ’s avonds en in het weekend) bezet zouden zijn. We willen wijzen op de voorbeeldfunctie die de provincie uitoefent.

- Welke extra maatregelen neemt de provincie om autodelen te promoten stimuleren bij de West-Vlaamse gemeentes en haar inwoners?

- Hoe wordt via het Burgemeestersconvenant opgevolgd dat gemeentes het autodelen promoten? Kan een volledig overzicht gegeven worden van de gemeentes die deelnemen?

Antwoord

In antwoord op uw vragen kunnen wij meegeven dat de provincie afgelopen jaren diverse acties ondersteund heeft om zowel autodelen als carpooling aan te moedigen. Zo werden onder meer volgende initiatieven genomen: - 2010: naar aanleiding van de “aardig op weg week” gerichte infoavonden georganiseerd in 4 West-Vlaamse

steden (Kuurne, Ieper, Menen ism Wevelgem, Roeselare) omtrent stimuleren van autodelen. - 2011: mee helpen bekendmaken van externe infoavonden omtrent autodelen gericht naar particulieren en

gemeentebesturen.

Page 11: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

11 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

- 2013: mee helpen verspreiden enquête autodelen (op vraag van Autopia vzw) bij particulieren via onze website en bij onze eigen provinciale collega’s +eigen infosessie gericht naar bedrijven omtrent flexibele bedrijfsmobiliteit, waarbij oa. ook carpooling uitgebreid aan bod kwam;

- 2016: deelname aan infosessie in februari 2016 gericht naar aantal West-Vlaamse gemeentebesturen ikv hun

deelname aan het Burgemeesterconvenant waarbij oa. autodelen.net, Cambio en Ota Keys toelichting kwamen geven aan lokale besturen omtrent hun aanbod rond autodelen.

- …

Daarnaast neemt de provincie initiatieven omtrent carpooling steeds op in de maatregelenlijst van de mobiscan (= mobiliteitsanalyses op maat van werkgevers waarbij we de verplaatsingsstromen van de personeelsleden in kaart brengen en maatregelen voorstellen die werkgevers kunnen ondernemen om personeelsleden aan te moedigen om zich duurzamer van en naar het werk te verplaatsen). De provinciale dienst mobiliteit staat in nauw contact met de koepelorganisatie www.autodelen.be (vroegere Autopia) en verschillende organisaties die autodeelvormen promoten (vb. cambio , taxistop…). De provincie is verder bereid om de mogelijkheden te onderzoeken tot het delen van het eigen provinciale wagenpark met externen/burgers (zie overzicht van het provinciaal wagenpark voor rijbewijs B, gerangschikt volgens locatie in bijlage). Uiteraard met dien verstande dat we hiermee 1) een aanvulling willen zijn op bestaande private/commerciële initiatieven en geen commerciële concurrentie met hen willen vormen (vb. cambio, caramigo, cozycar, tapazz, bolides…); 2) voldoen aan een reële behoefte van particulieren die nood

hebben aan dergelijk aanbod; 3) de eigen dienstverlening niet in het gedrang brengen. Concreet kan gedacht worden aan een proefproject met standplaats provinciehuis Boeverbos, waarbij beroep gedaan wordt op de expertise van de koepelorganisatie Autodelen.net. De West-Vlaamse gemeenten die het Burgemeestersconvenant ondertekenden kunnen rekenen op de ondersteuning van territoriaal coördinatoren, met name de Provincie, de West-Vlaamse Intercommunale en Leiedal. Er zijn in de provincie momenteel 48 steden en gemeenten die het Burgemeestersconvenant hebben ondertekend. Het Burgemeestersconvenant is een initiatief gestart in 2008 met de steun van de Europese Commissie en telt vandaag al meer dan 6500 ondertekenaars wereldwijd. Het Burgemeestersconvenant brengt lokale en regionale autoriteiten samen, die zich er vrijwillig toe verbinden om de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU op hun grondgebied te implementeren. Ondertekenaars engageren zich om een

actieplan voor duurzame energie en klimaat (SEAP of SECAP) op te maken, te monitoren en te implementeren. In dit actieplan beschrijven de gemeenten met welke acties men de doelstelling zal trachten te behalen (20% reductie tegen 2020 of 40% reductie tegen 2030). Acties en maatregelen rond het thema mobiliteit komen hier zeker aan bod. Voor een volledig overzicht van ingediende en goedgekeurde actieplannen verwijzen we graag naar de officiële website www.eumayors.eu. + bijl.

Page 12: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

12 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

CARL VEREECKE

GEDEPUTEERDE VAN ALGEMENE FINANCIERING, BUDGET EN ADMINISTRATIEVE BEROEPEN, PERSONEEL, INFORMATIETECHNOLOGIE, SPORT EN PROVINCIAAL ONDERWIJS Vraag nr. S/2017/22 van 09 maart 2017 van mevrouw Marianne Verbeke (N-VA) Aanwervingen Be-Part en Lijsternest We stellen vast dat er aanwervingen gebeuren voor museumwachter en deskundige Be-Part en voor Het Lijsternest 2 medewerkers.

Voor mij als raadslid is het niet steeds evident om te weten waarom deze aanwervingen gebeuren (ook in kader van de interne staatshervorming)? Zijn dit vervangingen of nieuwe aanwervingen? Ook via de deputatiebesluiten kunnen wij dit niet achterhalen. Dank om dit voor iedere functie te verhelderen. Antwoord

Algemeen: deze vier wervingen kaderen in ‘constant beleid’: aangezien de Vlaamse Regering steeds duidelijk gesteld heeft dat de interne staatshervorming niet als bezuinigingsmaatregel mag beschouwd worden door de betrokken sector, opteerde de Provincie West-Vlaanderen de bestaande initiatieven onverminderd voort te zetten tot en met 31/12/2017. - De wervingen binnen BePart zijn vervangingen van 2 bestaande functies, die tot nu toe ingenomen zijn door

personeelsleden in een tijdelijk contract tot en met 30/6/2017. Aangezien de dienst verzekerd dient te worden binnen het kader van 4 FTE’s, is het aangewezen deze 2 vacatures in te vullen, ook na 30/6/2017.

- De wervingen binnen Het Lijsternest zijn ‘zomermedewerkers’: in Het Lijsternest werkt door het jaar heen

slechts 1 FTE op B-niveau. Tussen 1 april en 1 oktober wordt het Lijsternest voor het publiek opengesteld.

Hiervoor worden in de periode 15/3 tot en met 15/10 2 tijdelijke medewerkers geworven (baliewerk/onthaal/etc…). Deze wervingen kaderen dus eveneens in het door de Vlaamse Regering gevraagde en door de deputatie loyaal uitgevoerde ‘constant beleid’.

Vraag nr. S/2017/23 van 20 februari 2017 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) Evacuatieoefeningen In een recent bericht van de G@zet las ik richtlijnen ivm evacuatieoefeningen voor Boeverbos. Graag had ik

geweten: 1. Hoeveel oefeningen worden er effectief gedaan per jaar? 2. Worden die aangekondigd of niet? 3. Is dit met medewerkingen van externe instanties (bv. Brandweer?) 4. Zijn de resultaten gunstig qua tijdsverloop bij de ontruiming van het gebouw? 5. Hoe verliepen de evacuatieoefeningen wanneer bezoekers in het gebouw aanwezig zijn? 6. Voorziet men een evacuatieoefening tijdens een provincieraad?

Page 13: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

13 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Antwoord In navolging van uw schriftelijke vraag ivm de evacuatieoefeningen Provinciehuis Boeverbos geven wij u graag een overzicht van de stand van zaken op dit moment.

1. Hoeveel oefeningen worden er effectief gedaan per jaar? 2. Worden die aangekondigd of niet? 3. Is dit met medewerkingen van externe instanties (bv. Brandweer?)

Antwoord op vragen 1, 2 en 3: Gezien het jaarlijks organiseren van een oefening niet op alle locaties even goed lukte werd in 2016 een grondige wijziging doorgevoerd in de organisatie van de evacuatieploegen. Voor iedere locatie werd een verantwoordelijke aangeduid, de brandbestrijdingsploegen werden opnieuw samengesteld en ook opgeleid. Vanaf 2017 zal er nauwgezet worden op toegezien dat er ten minste één keer per jaar een oefening wordt

georganiseerd, aangepast aan de risico’s op de locatie. Specifiek wat het PH Boeverbos aangaat vond op 07-03-2017 een oefening plaats waaruit een aantal belangrijke leerpunten konden worden gehaald (het is dus niet onmogelijk dat er in de loop van 2017 nog een 2de oefening volgt). Het tijdstip van deze oefening, de eerste sedert 2011, werd vooraf enkel aangekondigd aan de leden van de brandbestrijdingsploeg. Bij de volgende oefeningen zal dit niet meer het geval zijn en zal er wellicht ook beroep worden gedaan op de brandweer (als observator) en/of op gebruik van een rookgenerator om een meer realistisch oefening te realiseren (voor de oefening van 7 maart ll. werd er bewust voor gekozen om het scenario niet te complex te maken, gezien het voor de meeste deelnemers lang geleden was dat er nog een oefening was geweest).

De brandweer werd uiteraard wel vooraf verwittigd van het tijdstip van de oefening.

4. Zijn de resultaten gunstig qua tijdsverloop bij de ontruiming van het gebouw? Ja. De ontruiming van het gebouw verliep rustig, maar toch snel. Na 5 minuten waren de personeelsleden buiten. Na 9 minuten was de controle door de evacuatieploegen voltooid en kon er uitsluitsel gegeven worden over wie buiten was. Conform geldende afspraken bleef één rolstoelgebruiker, samen met één van de collega’s achter in een lokaal in een “veilig compartiment”, dicht bij het raam en in het bezit van een GSM-toestel (volgens recente

inzichten en regelgeving is evacuatie naar een ander compartiment op dezelfde verdieping in de meeste gevallen te verkiezen boven een op zich risicovolle evacuatie via de trap – bedoeling is uiteraard dat deze personen bij aankomst van de brandweer door hen van de verdieping worden gehaald – ter info: ieder compartiment heeft een brandweerstand van ten minste een half uur).

5. Hoe verliepen de evacuatieoefeningen wanneer bezoekers in het gebouw aanwezig zijn? Bij iedere oefening zijn er uiteraard ook bezoekers aanwezig in het gebouw (in de vergaderzalen, maar ook bezoekers in de diensten). Deze worden volgens de afspraken mee geëvacueerd door het personeel. De leden van de evacuatieploeg zien erop toe dat er niemand achterblijft in het gebouw (ook de liften, de toiletten, e.d. worden gecontroleerd vooraleer zij, als laatste, de verdieping verlaten). In de regel geeft dit geen problemen, tenzij er bv. een examen bezig is (tijdens de oefening op 7 maart ll. werd tijdens de oefening door een lid van de brandweerploeg met één groep afgesproken dat ze in het

gebouw mochten blijven). Tijdens een reële situatie zouden ze uiteraard mee naar buiten genomen worden.

6. Voorziet men een evacuatieoefening tijdens een provincieraad? Tot op heden is dit niet gebeurd, maar als de leden van de raad daarvoor open staan dan is de preventiedienst in ieder geval vragende partij (meestal ontziet men momenten waarop de raadzaal bezet is, om de gebruikers ervan niet te hinderen). Op 22 oktober 2007 was er wel een (niet aangekondigde) oefening op het ogenblik dat de raadzaal volledig volzet was (208 personen), dit tijdens een studiedag voor preventieadviseurs met als thema noodplanning.

Page 14: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

14 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Ook toen verliep de evacuatie relatief vlot en voldoende snel, niettegenstaande het feit dat de meeste deelnemers via de hoofdtrap, en niet via één van de noodtrappen het gebouw hebben verlaten. Een bijkomende oefening, dit keer met de raadsleden, zou dus zeker welkom zijn.

Page 15: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

15 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

JEAN DE BETHUNE

GEDEPUTEERDE VAN ECONOMIE EN STREEKONTWIKKELING, EXTERNE RELATIES, NOORD-ZUID-BELEID EN GELIJKE KANSEN Vraag nr. S/2017/24 van 13 februari 2017 van de heer Kurt Himpe (N-VA) Startersgebouwen Via “Actie voor Starters” wordt bedrijfshuisvesting aangeboden aan starters en ondernemers.

1. Wat was de bezettingsgraad van de aangeboden bedrijfshuisvesting in 2015, 2016 en 2017? 2. Welke investeringen (en kostprijs) werden vorig jaar gedaan in deze bedrijfshuisvesting en welke

investeringen zijn gepland in 2017 (en kostprijs)? Antwoord Hierbij geven wij graag antwoorden op de vragen die u daarbij heeft; deze antwoorden zijn gebaseerd op input van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen die deze bedrijfshuisvesting exploiteert. 1. Wat was de bezettingsgraad van de aangeboden bedrijfshuisvesting in 2015, 2016 en 2017?

De bedrijfshuisvesting die in het raam van Actie voor Starters werd gerealiseerd en wordt aangeboden blijft vooreerst de basisfilosofie van het oorspronkelijke opzet trouw, met name professionele infrastructuur voor jong ondernemerschap. De POM wil niet in de val trappen om onder druk van bezettings- en rendementsratio’s de normen te versoepelen en een actor te worden in de markt voor reguliere bedrijfshuisvesting. Mee dankzij de koppeling met een inhoudelijke werking kunnen vandaag evenwel mooie bezettingsgraden worden voorgelegd, de noodzaak aan deze investeringen van enkele jaren geleden onderstrepend. Globaal gesteld (voor alle sites die in volledig beheer zijn van de POM W-VL) was in 2015 73% van de beschikbare oppervlakte in gebruik, om in 2016 te stijgen naar 78%.

Afgeklopt na de eerste twee maanden van dit jaar noteren we in 2017 een bezetting van 73%, die in wezen dient gecorrigeerd naar 82%. Dit laatste indien we de bedrijfsruimtes niet meerekenen die in het kader van de herstructurering en optimalisatie van het aanbod worden afgestoten, en hiermee rekening houdend dus ook niet meer actief worden aangeboden maar integendeel worden afgebouwd. In nader detail levert dit laatste, recentste cijfer volgend beeld op: - Noord-W-Vl (4 sites): 97% - Midden-W-Vl (4 sites): 83% - Westhoek (6 sites): 81% - Zuid-W-Vl (1 site): 25% (betreft een pas in het najaar opgeleverde site).

2. Welke investeringen (en kostprijs) werden vorig jaar gedaan in deze bedrijfshuisvesting en welke

investeringen zijn gepland in 2017 (en kostprijs)? Wat de investeringen betreft ligt de focus, behoudens afwerking van recente sites, in het kader van de optimalisatie van het aanbod, op moderniseringswerken en volwaardige integratie tot één globaal netwerk, met evenwaardige infrastructuur (o.m. op vlak van IT) en vanuit een globale aanpak en dito profilering (cf. de omvorming naar Werkpanden i.p.v. het amalgaam aan termen als doorgangsgebouw, bedrijvencentrum,…). In 2016 werd in totaal ruim 2,5 miljoen euro geïnvesteerd in het netwerk. Hierin inbegrepen, als voornaamste elementen, o.m. de oprichting van ’t Werkpand in Waregem (ca. €1.400.000), de herinrichting van het Huis van de Voeding (ca. €900.000) en IT-infrastructuur voor het globale netwerk (ca. €120.000).

Page 16: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

16 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

In 2017 voorziet de POM volgende grote investeringen (budgetraming), naast diverse globale en verspreide investeringen op gebied van bv. data, telefonie, beveiliging en signalisatie: - moderniseringswerken verouderde panden (Oostende, Wingene): ca. €420.000

- realisatie ondernemerscentrum Brugge (site Tolhuis): ca. €500.000

Page 17: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

17 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

MYRIAM VANLERBERGHE

GEDEPUTEERDE VAN CULTUUR EN WELZIJN Vraag nr. S/2017/25 van 13 februari 2017 van de heer Kurt Himpe (N-VA) Provinciale richtlijn voor bibliotheektarieven en -termijnen In april 2013 werd de provinciale richtlijn voor bibliotheektarieven en –termijnen door de bestendige deputatie goedgekeurd. In deze richtlijn waren vijf aanbevelingen opgenomen: vijf euro lidgeld voor gebruikers ouder dan

18 jaar, uitleentermijn van vier weken voor alle materialen, geen uitleengeld voor materialen, boetetarief 0.20 euro per dag te laat terugbrengen van materialen, maximaal uit te lenen materialen, tarief voor interbibliothecaire aanvraag. Na vijf jaar kan een stand van zaken opgemaakt worden: 1. Hoeveel bibliotheken pasten de provinciale richtlijn toe in 2013 en wat is de stand van zaken in 2017

(opsplitsing per aanbeveling)? 2. In 2015 werd in een antwoord op een schriftelijke vraag gesteld dat de gegevens elk jaar opgevraagd worden,

maar dat er nog geen evaluatie gebeurde. Is er intussen een evaluatie opgemaakt en indien wel: wat zijn de conclusies van de evaluatie?

Antwoord In 2013 werd inderdaad werk gemaakt van een provinciale richtlijn voor tarieven en termijnen voor de West-Vlaamse openbare bibliotheken. Als antwoord op uw vragen naar de stand van zaken rond het opvolgen van de provinciale richtlijnen en de evaluatie ervan kan ik u het volgende meegeven. Zowel in 2014 en 2015 werd via een bevraging gemeten in welke mate de richtlijnen door de 59 bibliotheken werden opgevolgd. Dit gaf volgende resultaten:

2013 2014 2015

Lidgeld 5 euro per jaar voor 18+ 9 19 30

Uitleentermijn 4 weken voor alle materialen 7 20 23

Geen uitleengeld voor alle materialen 17 35 43

Boetetarief 0,20 euro/dag te laat 1 14 17

Max. aantal uit te lenen materialen (10 gedrukte/10niet gedrukte) 7 15 21

IBL-tarief voor een interbibliothecaire aanvraag (1 euro) 10 25 28

Sinds 2015 is het personeelsbestand van WINOB echter herleid van 5 naar 2 personen waardoor keuzes werden

gemaakt. De meting en de evaluatie zijn in 2016 dna ook niet gebeurd. Voor 2017 kan dit alsnog op de planning worden gezet

Page 18: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

18 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord: nihil

Page 19: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

19 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

II. MONDELINGE VRAGEN

Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 23 maart 2017 Vraag nr. M/2017/19 van de heer Kurt Ravyts (Vlaams Belang) Transitmigranten Zeebrugge De heer Kurt Ravyts, Vlaams Belang-fractievoorzitter, verwijst naar drie maanden geleden toen hij omtrent deze problematiek ook een stand van zaken aan de gouverneur heeft gevraagd. Er werd vorige week mee door de gouverneur een charter ondertekend rond de oprichting van een bijkomend buurtinformatienetwerk, meer bepaald rond de jachthavens aan de kust. Dergelijk netwerk bestaat al twee jaar in Zeebrugge. Men blijft

evenwel ongerust. De problematiek van de transitmigranten in en rond de dorpskern van Zeebrugge is niet voorbij, maar blijft aanslepen. Er ontstaat een soort van onderwereld. De transitmigranten worden geholpen. Hij verwijst naar een uitspraak van de politie die zegt vaak dezelfde mensen terug te zien. Hij verwijst ook naar een uitspraak van de Franse minister van Binnenlandse Zaken die melding maakt van een nakende sluiting van het resterende grootste park in Duinkerke. Dit dreigt een stroom van transitmigranten naar Zeebrugge en de Westkust op gang te brengen. De heer Ravyts merkt op dat de gouverneur zich schaarde achter het totaalplan omtrent de snelwegparkings. De gouverneur zou bekijken wat het plan oplevert en zo nodig dit plan bijsturen. Hij vraagt naar de stand van zaken hieromtrent.

Ook verwijst de heer Ravyts naar het sinds vorig jaar bestaande verbod op het betreden van de haveninfrastructuur en naar de pers die dagelijks rapporteert over mensen die moeten verschijnen voor het gerecht in Brugge. Hij zou het nuttig vinden om over enkele maanden op te lijsten hoeveel veroordelingen er zijn omwille van het niet naleven van dit verbod. De heer Ravyts concludeert dat, volgens zijn gegevens, de problematiek blijft aanslepen. Hij vraagt de gouverneur een stand van zaken te geven en de meest recente cijfers mee te geven. Antwoord De heer Carl Decaluwé, gouverneur, dankt de heer Ravyts voor de vraag. Hij licht toe dat hij wekelijks de cijfers ontvangt van de federale politie. Op heden beschikt hij over cijfers tot en met 19 maart 2017. In de maand

januari waren er in West-Vlaanderen 479 aangetroffen onregelmatige vreemdelingen en 732 meldingen. Een melding betekent dat men vermoedelijk een transitmigrant heeft gezien en hiervoor heeft gebeld naar de politie. Hij stipt aan dat bij deze meldingen veel dubbeltellingen zijn. De trend is de voorbije maanden dalend. Dit vindt hij belangrijker dan de cijfers zelf. In de maand februari zakt het aantal aangetroffen onregelmatige vreemdelingen naar 373 en het aantal meldingen daalt naar 500. In de maand maart waren de cijfers respectievelijk 293 en 440. Er is dus een dalende trend op het vlak van het aantal aangetroffen vreemdelingen. Deze boodschap werd de afgelopen maanden ook al meegeven. Per week schommelt het aantal rond de 100, zo licht de gouverneur toe. Hij verwijst hierbij nogmaals naar de dubbeltellingen. Dit betekent dat men meerdere keren werd opgepakt en dat er bij het aantal meldingen dubbeltellingen kunnen zitten. In globo zijn de aantallen ten opzichte van vorig jaar spectaculair gezakt. Op basis van de wekelijkse monitorcijfers is de situatie aan het verbeteren. Wat wel opvalt sedert begin dit jaar is dat in

de lokale zones de scheepvaartpolitie in Zeebrugge koploper blijft. Ook onder meer de zones Oostende, Brugge, het Houtsche, Vlas en Polders staan hoog in de statistieken. Hij wijst ook op de mensen die het openbaar vervoer gebruiken. Zowel de spoorwegpolitie als de lokale politiezones doen hun job langs het traject van de kusttram. Daar stijgen de cijfers wel, aldus de gouverneur. Vervolgens wijst de gouverneur op een wijziging op het vlak van nationaliteit. Op heden treft men voornamelijk Indiërs en personen uit Soedan aan. Er zijn ook nog personen afkomstig uit Irak. Het aantal personen vanuit Syrië is erg laag. Een aantal maanden geleden waren er veel Indiërs. In Brussel werd een bende opgerold, waarna het aantal aangetroffen Indiërs zich stabiliseerde, maar intussen is dit opnieuw begonnen. Men is hierover bezorgd en de zaak wordt verder opgevolgd, zo benadrukt hij.

Page 20: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

20 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Vervolgens gaat de gouverneur over naar de problematiek rond de snelwegparkings. Begin dit jaar was het aandeel van het aantal aangetroffen onregelmatige vreemdelingen op de parkings ongeveer een kwart van het aantal mensen dat in totaal aangetroffen werd in West-Vlaanderen. Er was een tijdje geen bewaking op de snelwegparkings. Nu is er opnieuw bewaking en wordt er bijna niemand meer aangetroffen. Vorige week werden

een zestiental personen aangetroffen. In globo is er bijna geen probleem meer. Dit bewijst dat de private bewaking ontradend werkt. Wat betreft de problematiek in Zeebrugge meldt de gouverneur dat hij pas veertien dagen geleden op de hoogte werd gebracht van de toenemende problematiek. Er is geen toename in het aantal aangetroffen onregelmatige vreemdelingen, maar er is wel een toename van agressiviteit naar onder meer private bewakers toe. In dit kader en ook omwille van mogelijke economische problemen kwam een vraag van mensen uit de transportzones. Op 10 maart heeft men met verschillende partijen samen gezeten om te horen wat er effectief aan de hand is. De toename van agressiviteit bleek immers niet uit de cijfers. Tijdens het overleg op 10 maart zijn enkele zaken naar voor gekomen. Er is de problematiek van de kraakpanden. Deze problematiek is volgens de gouverneur pure inbraak. Aan de eigenaars wordt herhaaldelijk gevraagd om eigendommen goed af te sluiten. Hij heeft uitdrukkelijk aan beide politiekorpsen die in het havengebied actief zijn gevraagd om hier een prioriteit van te

maken. Hij vraagt aan de scheepvaartpolitie en aan de lokale politiezone van Brugge om dagelijks te controleren. Men moet er meer werk van maken dan nu het geval is, zo meent hij. Kraakpanden worden immers gebruikt als verzamelpunten. Op deze manier ontstaan er vluchtmogelijkheden naar de haven. De kraakpanden moeten volgens hem een topprioriteit zijn. De gouverneur merkt op dat de lokale politie van Brugge de meldingen van het buurtinformatienetwerk zo goed als mogelijk probeert op te volgen in Zeebrugge en dit rekening houdend met de beschikbare capaciteit. Dit moet echter beter, zo herhaalt hij. Men moet korter op de bal spelen als er meldingen zijn van onder meer burgers. Het moet sneller gebeuren dan het nu gebeurt. Men moet zich op een betere manier organiseren. Ook de scheepvaartpolitie doet binnen haar bevoegdheden haar best, zo stipt hij aan. Naar aanleiding van het overleg met de bedrijven uit de transportzone heeft de gouverneur een aantal

bemerkingen. De agressiviteit heeft ook te maken met wijzigingen in de nationaliteiten. Tegenover de private bewakers is er een toename van agressiviteit. Hij zegt dat men hiervoor alerter moet zijn. De toename van agressiviteit toont zich immers niet in de cijfers. Alles wat gebeurt in de terminals of in de transportzone moet worden gemeld. Hij heeft dit uitdrukkelijk gevraagd. Als de cijfers dalen, maar de agressiviteit stijgt, dan moet dit ook vastgesteld kunnen worden. Men is er volop mee bezig om ook dit op te volgen. De gouverneur concludeert dat een maximale inzet van alle diensten, ook van de federale diensten, nodig is. Hij herhaalt dat de dorpskern voornamelijk een bevoegdheid van de politiezone Brugge is. De scheepvaartpolitie is enkel bevoegd voor haven en water. Men werkt al goed samen, maar het kan vanuit de politiezone Brugge nog beter volgens hem. Hij heeft dit in de vergadering van 10 maart ook gezegd. Het is belangrijk dat men doortastender is. Hij verwijst naar de berichten omtrent diefstallen in supermarkten in Zeebrugge die in de media

verschijnen. Daar wordt na een melding van de feiten onvoldoende op ingespeeld. De politie moet dit doen. Hij heeft hierover ook een afspraak met de procureur. Als men een diefstal op camera ziet, dan moet men iets kunnen doen. Er moet accuraat worden ingespeeld op dergelijke zaken. De gouverneur verwijst ook naar activiteiten van mensensmokkelaars die een tijdje geleden in de kerk plaatsvonden. Dit werd intussen opgelost. Ook feiten die worden vastgelegd met de camera moeten opgelost worden. Hij is tevreden dat iedereen op dezelfde lijn zit. Mensensmokkelaars moeten worden aangepakt om de leefbaarheid in Zeebrugge te garanderen. Hij verwijst naar het toetredingsverbod in de haven. Ook hierbij verleent het gerecht haar medewerking. De transportzone is geen havengebied, maar behoort tot de verantwoordelijkheid van de politiezone Brugge. Mensen die stelen kunnen gevat worden. Ze kunnen worden voorgeleid. Hij wil hierover cijfers aan de procureur vragen. Als er meldingen zijn, dan wordt verwacht van de politiezones dat zij elk op hun bevoegdheidsterrein snel en accuraat handelen opdat de leefbaarheid in Zeebrugge

op termijn wordt gegarandeerd. De gouverneur verwijst vervolgens naar het toeristisch seizoen dat binnenkort begint. Hij volgt op wat in Duinkerke en Calais gebeurt. Als straks het goede weer begint, zal men weer pogingen doen om Engeland te bereiken. Hij heeft hierover contacten met de Franse en Britse autoriteiten. Hij heeft officieel nog geen bevestiging gekregen vanuit Duinkerke dat het kamp aldaar zal worden gesloten. Wat voor de gouverneur verontrustend is, is dat na de sluiting in Calais het kamp in Duinkerke dubbel zo groot is geworden qua aantal inwoners. De druk is daar opnieuw groot en moet ver van de Belgische grens worden gehouden, zo zegt hij.

Page 21: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

21 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De gouverneur benadrukt dat hij bezig is met de problematiek van de transitmigranten. Als er meldingen zijn van burgers, dan moet de politie op accurate wijze optreden en hier een prioriteit van maken. Repliek

De heer Ravyts is tevreden met het antwoord van de gouverneur. Hij is evenwel niet tevreden met de situatie op het terrein. De bekommernis is de leefbaarheid van de dorpskern in Zeebrugge. Hij meent dat de gouverneur spijkers met koppen slaat als hij zegt dat de lokale politiezone een tandje moet bijsteken. Vraag nr. M/2017/20 van mevrouw Reinhilde Castelein (Vlaams Belang) De plaats van West-Vlaanderen in het competitiviteitsklassement van Eurostat voor 263 Europese regio’s Mevrouw Reinhilde Castelein, Vlaams Belang-raadslid, licht toe dat in het competitiviteitsklassement dat het

Europees Instituut voor Statistiek (Eurostat) samenstelde voor de 263 Europese regio’s, de provincie West-Vlaanderen op de 58ste plaats staat. Brussel staat op plaats 19, Antwerpen op de 21ste plaats, Oost-Vlaanderen op 28 en Limburg op 39. De Waalse provincies komen pas vanaf plaats 121 in beeld. Eurostat bepaalt de rangschikking op basis van 74 factoren. Innovatie speelt een belangrijke rol en daar scoort de provincie West-Vlaanderen niet goed. Het feit dat de provincie geen eigen volwaardige universiteit heeft, heeft daar zeker mee te maken, zo stelt mevrouw Castelein. Wetenschappelijke publicaties en jonge, vernieuwende bedrijven die in de omgeving van universiteiten opstarten, bepalen immers mee de score voor vernieuwing. Het aantal verkeersdoden is eveneens een belangrijke factor bij de rangschikking. Op dat vlak scoort de provincie, en heel Vlaanderen, niet goed. Via de GTI-dossiers, met name een geïntegreerde aanpak voor economische transformatie, en het Strategisch

Plan West Deal, probeert de provincie al een tijdje om hieraan te remediëren, zo stipt mevrouw Castelein aan. In de loop van 2016 werd duidelijk dat de Vlaamse cofinanciering niet vlot verloopt, waardoor de deputatie een aantal beslissingen moest nemen over hogere provinciale cofinanciering en een borging van een deel van de EFRO-middelen. Dit is bijzonder belangrijk met het oog op een sluitend financieel plan voor de projecten. Mevrouw Castelein merkt op dat de gedeputeerde in 2016 stelde dat dankzij de ingreep van borgstelling een veertiental West-Vlaamse dossiers begin dit jaar goedkeuring zouden krijgen. Alhoewel deze borging globaal voor alle projecten werd bevestigd, vroeg de managementautoriteit om deze borging per project te bevestigen in de vorm van een cofinancieringstoezegging. Ze vestigt de aandacht op het feit dat in de deputatiezitting van 16 februari 2017 al duidelijk werd dat een aantal projecten geen toezegging vanwege de Hermes-financiering zouden krijgen.

Mevrouw Castelein polst naar de reactie van de gedeputeerde op de plaats van West-Vlaanderen in het Eurostat-klassement. Ze vraagt hoe de moeizaam lopende goedkeuring van de West-Vlaamse GTI-dossiers kadert in de mogelijke remediëring. Antwoord De heer Jean de Bethune, gedeputeerde, wil vier zaken meegeven in zijn antwoord. Ten eerste deelt hij mee dat West-Vlaanderen in vergelijking met de vorige competitiviteitsmeting in 2013 gestegen is van plaats 82 naar 58. Ook merkt hij op dat West-Vlaanderen, behalve op het vlak van gezondheid, overal minstens even goed scoort als het Europese gemiddelde en soms een stuk boven het Europees gemiddelde staat.

De gedeputeerde heeft twee bedenkingen ten gronde. Ten eerste is er een bedenking over de zorg. De vraag is wat er juist gemeten wordt. Met het aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop, het aantal zelfdodingen en de problematiek van de vergrijzing aan de kust wordt niet de volledige sector van de zorg in kaart gebracht. Als men kijkt naar de investering in de zorgfaciliteiten, dan moet men toegeven dat in West-Vlaanderen van alle regio’s in Europa het meest wordt geïnvesteerd in dergelijke voorzieningen. Wat betreft de verkeersongevallen en zelfdodingen verwijst de gedeputeerde naar de dossiers van gedeputeerde Myriam Vanlerberghe. De problematiek wordt via deze dossiers echt centraal geplaatst. Er is een bewustzijn in de provincie dat op die terreinen sterk moet worden ingezet. Er is een probleem wat betreft het aantal verkeersongevallen en zelfdodingen en er wordt aan gewerkt, zo benadrukt hij.

Page 22: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

22 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Als de zorgindicatoren worden verruimd, dan zou West-Vlaanderen volgens hem hoger scoren. Vandaag staat West-Vlaanderen op plaats 196. Die score is afhankelijk van welke parameters worden weerhouden. Hij merkt op dat de provincie Oost-Vlaanderen - die het goed doet in de barometer - op het vlak van zorg slecht scoort en dit ondanks de aanwezigheid van een universitair ziekenhuis. Men moet dus voorzichtig zijn met deze cijfers.

Vervolgens wijst de gedeputeerde op wat hij de West-Vlaamse paradox wil noemen. Hij heeft contact gehad met topambtenaren van de Europese commissie. Zij waren op de hoogte van het plan West Deal en de paradox in West-Vlaanderen. West-Vlaanderen prijkt op plaats 20 op het vlak van de arbeidsmarkt. Wat betreft de werkgelegenheid is West-Vlaanderen de twintigste best scorende regio in Europa op een totaal van 263 regio’s. Wat betreft innovatie staat West-Vlaanderen op plaats 127. Dit is net boven de helft. Het is de paradox van een sterk scorende economische provincie die op het vlak van innovatie minder goed scoort. Het is voor hem een geruststelling dat de keuze om zwaar te investeren in de ontwikkeling van kenniseconomie de juiste keuze was. De gedeputeerde besluit zijn antwoord met een beschouwing. De grote verschillen tussen de provincies bewijzen volgens hem dat er meer dan ooit nood is aan een provinciale economische aanpak. Als men effectief wil gaan naar een upgrading van de verschillende contreien, dan is een Vlaamse aanpak onvoldoende. Er is ook een

provinciale aanpak nodig. De gedeputeerde beschouwt de vraag van mevrouw Castelein als een uitdaging, een positieve aanmoediging. Hij meent dat de juiste keuzes worden gemaakt. Er moet verder worden gewerkt om tot de topregio’s te behoren. Hij hoopt op een dertigste plaats voor West-Vlaanderen in het jaar 2019. Wat GTI betreft zitten de zaken goed, zo licht de gedeputeerde toe. Hij bevestigt dat Vlaanderen wat achterwege blijft inzake de cofinanciering. In een viertal dossiers heeft Vlaanderen kleur bekend. Wat betreft de financiering van andere dossiers deelt hij mee dat deze dossiers bijna allemaal voor definitieve goedkeuring zijn ingediend. Repliek

Mevrouw Castelein dankt de gedeputeerde voor zijn antwoord en besluit dat West-Vlaanderen de ambitie heeft om de beste Vlaamse provincie te worden als er rekening wordt gehouden met de zorgeconomie waarin wordt geïnvesteerd. Vraag nr. M/2017/21 van de heer Hans Mommerency (CD&V) Brexit De heer Hans Mommerency, CD&V-raadslid, merkt op dat het Verenigd Koninkrijk sinds het Britse referendum

duidelijk voor een Brexit gaat. Het Britse Lagerhuis zette het licht op groen voor het zogenaamde artikel 50 zodat een effectieve uittreding uit de EU kan opgestart worden. Premier May neigt het spel hard te willen gaan spelen en pleit voor een vrij radicale uittreding. Voor West-Vlaanderen is het Verenigd Koninkrijk een sociaal-economisch belangrijk buurland. De impact van de Brexit op West-Vlaanderen is dus iets anders dan voor andere regio’s, zo stelt hij. De heer Mommerency verwijst naar uitspraken in de pers waarin wordt gesteld dat de Brexit op de Belgische economie en op de Vlaamse in het bijzonder een belangrijke impact heeft. Hans Maertens van VOKA stelt in een interview dat 85 procent van de export naar het Verenigd Koninkrijk voor rekening van Vlaanderen is en dat daarbij in het bijzonder de sectoren textiel, voeding, chemische nijverheid en transport getroffen zijn. Er kunnen ook zware gevolgen voor de haven van Zeebrugge zijn. Textiel, voeding, transport en de haven zijn voor West-Vlaanderen heel belangrijke economische sectoren.

De heer Mommerency gaat vervolgens over naar cijfers van Westtoer inzake het toerisme. In de Westhoek kwam 34 procent van de overnachtingen in 2014 uit het Verenigd Koninkrijk. Voor het Brugse Ommeland gaat het om 8 procent en voor de Leiestreek om 5,1 procent. Er kan duidelijk gesteld worden dat de Brexit een belangrijke toeristische impact heeft op West Vlaanderen. De heer Mommerency vraagt of er al plannen zijn om een aantal zaken scherper op te volgen en te monitoren zowel naar impact op de economie als op het toerisme. Ook vraagt hij of er al projecten of initiatieven zijn opgestart die anticiperen op de Brexit en die de impact op het geheel wat kunnen milderen.

Page 23: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

23 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Hij suggereert om een West-Vlaamse task force Brexit op te richten en vraagt of deze een meerwaarde zou kunnen zijn om de uitdagingen op dit vlak op te volgen en/of uit te zoeken hoe een bedreiging kan omgezet worden in een opportuniteit.

Antwoord Vooreerst deelt de heer Jean de Bethune, gedeputeerde, mee dat naar aanleiding van de vorige provincieraad al enkele initiatieven genomen zijn. Zowel voor wat de Brexit betreft als voor wat de Loi Macron betreft worden binnen de POM twee denkgroepen opgericht. Deze opdracht is gegeven en de oefeningen zijn gestart. De opmerkingen van de heer Mommerency over de Brexit zijn pertinent, zo stelt de gedeputeerde. Ongeveer 80 procent van de handel met Groot-Brittannië komt uit Vlaanderen. Als concreet wordt gekeken naar de situatie in West-Vlaanderen, dan kan worden vastgesteld dat de meest getroffen sector die van de textiel en de tapijtindustrie is. Dit is een ernstige problematiek. Voeding, machinebouw en de haven van Zeebrugge zijn centraal te positioneren. Dit is de reden waarom men moet proberen te monitoren, ook vanuit West-Vlaanderen. Hij benadrukt dat het de bedoeling is om naadloos samen te werken met Vlaamse en federale initiatieven. De

monitoring moet versterkend werken tegenover de inspanningen van de hogere overheden. Hij benadrukt dat men dus bezig is met deze problematieken. Hij zal in de eerstvolgende vijfde commissie toelichting geven bij de bevindingen op het terrein en over de acties die mogelijk kunnen worden genomen in overleg met andere overheden zodat op dit terrein een aantal maatregelen kunnen worden ondersteund. Vanaf de eerste dag na het referendum omtrent de Brexit nam de provincie West-Vlaanderen contact op met het ministerie van Financiën in Londen, zo deelt de gedeputeerde mee. In de provincie zijn er immers een reeks Europese projecten waarin zowel West-Vlaamse spelers als spelers uit het Verenigd Koninkrijk actief zijn. Als er ooit een volledige breuk komt tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van Europa ontstaat er ook rechtsonzekerheid voor de West-Vlaamse partners die geëngageerd zijn in de projecten met cofinanciering door de spelers. Als bepaalde projecten niet gefinaliseerd worden bij gebrek aan cofinanciering van Engelse kant, dan komen er problemen. Dan wordt het project vernietigd en kan men terugvorderen. West-Vlaamse spelers kunnen

dus in de problemen komen. Daarom heeft de provincie meteen actie ondernomen. Tot nu toe zijn er een hele reeks garanties, meer bepaald verklaringen van onder meer het ministerie van Financiën. De engagementen die genomen werden vóór de formele uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit Europa zullen worden nageleefd. Aan spelers die projecten willen opstarten met partners uit het Verenigd Koninkrijk wordt gevraagd om een bijzondere voorzichtigheid aan de dag te leggen. De gedeputeerde besluit dat in het macro-economisch veld verder wordt ingezet op monitoring en samenwerking met hogere overheden. In het microveld van de Europese projecten wordt gezorgd voor maximale zekerheid voor West-Vlaamse partners in Europese projecten met Engelse spelers. Repliek

De heer Mommerency dankt de gedeputeerde voor het zetten van een aantal stappen. Hij wijst op de uitdaging om de opportuniteiten die zich aanbieden ten volle aan te vatten. Hij rekent er op dat de monitoring hierbij een aantal voorbeelden zal geven. Vraag nr. M/2017/22 van de heer Hendrik Verkest (CD&V) Behoeftenbepaling bedrijventerreinen in West-Vlaanderen De heer Hendrik Verkest, CD&V-raadslid, stelt dat zuinig ruimtegebruik een kerndoelstelling is van het Witboek

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen waarvan binnenkort de adviesprocedure wordt opgestart. Tegen 2040 wenst men nieuwe innames van open ruimte te herleiden tot nul. Terzelfdertijd lopen in West-Vlaanderen de studies en het overleg over de ‘Behoeftebepaling bedrijventerrein’ voor de periode 2017-2027. De vaststelling van de nieuwe behoeften gebeurt aan de hand van onderzoek en nog beleidsmatig goed te keuren veronderstellingen inzake verweefbaarheid, demografische evoluties, terreinbezettingscoëfficiënten en vestigingskeuzes. Inzake zuinig ruimtegebruik werd er de voorbije jaren zowel op het gaspedaal als op het rempedaal geduwd, zo vervolgt de heer Verkest. Enerzijds wordt er strikt toegezien op het aanbod van nieuwe terreinen, maar anderzijds werden er in de ruimtelijke uitvoeringsplannen heel wat beperkingen opgenomen die een efficiënt en zuinig ruimtegebruik in de weg staan.

Page 24: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

24 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De huidige creativiteit inzake zuinig ruimtegebruik beperkt zich veelal tot bedrijfsverzamelgebouwen en beperkende planologische voorschriften. Planologische voorschriften en de organisatie van de bedrijfsmatige werkprocessen botsen gemakkelijk en leiden daardoor vaak tot inefficiënt ruimtegebruik.

De heer Verkest vraagt zich af of men de planologische voorschriften niet kan beperken tot bodembestemmingsvoorschriften en of de terreininrichtingsvoorschriften kunnen besproken worden bij het uitgiftebeleid en gekoppeld worden aan de omgevingsvergunning. Op die manier kan aan de bedrijven gevraagd worden een bedrijfslay-out op te maken die kan getoetst worden aan de mogelijkheden van de bedrijfsprocessen én het maximaliseren van zuinig ruimtegebruik. Graag vernam de heer Verkest of de provincie in deze werkwijze wil instappen en hiervoor een werkgroep wil oprichten met de POM, de dienst Ruimtelijke Planning, WVI en Leiedal. Deze zouden tools moeten aanreiken aan besturen en bedrijven in functie van optimaal ruimtegebruik. De groei van de economie kan immers niet enkel vertaald worden in een platte hectarenuitbreiding. Ook slimme terreininrichting dient zich aan, zo besluit hij. Antwoord

De heer Franky De Block, gedeputeerde, stelt dat er in alle openheid dient te worden nagedacht over deze behoeftebepaling. Het samenstellen van een werkgroep met alle betrokken actoren is een goed idee. De bedrijfswereld heeft belang bij het volgen van duidelijk opgestelde voorschriften en ook de betrokken investeerders krijgen graag zekerheid over de toekomst van hun woning. Hij stelt voor om de discussie aan te gaan zonder dogma’s en met het nodige gezond verstand. Repliek De heer Verkest deelt mee dat hij enigszins gealarmeerd was door de cijfers van de Rebel-studie, waar men uitgaat van een negatieve industriële groei van min 2,14. Hij dacht dat het cijfer voortkwam uit zorg voor de open ruimte en zuinig gebruik van de hectaren bedrijventerreinen. Het moet toch mogelijk zijn om beide te

combineren en voluit te gaan voor de groei van de West-Vlaamse industrie, zo besluit hij. Vraag nr. M/2017/23 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) Provinciale uitleendienst Oostende De heer Herman Lodewyckx, Groen-raadslid, stelt dat de provinciale uitleendienst in Oostende tot grote tevredenheid van de ontleners functioneerde. Men schat het gemiddelde op 1500 ontleningen per jaar voor verenigingen en scholen allerhande. Het ging over geluids- en lichtinstallaties, projectie- en

presentatiemogelijkheden die in de loop van de jaren een 70 m2 in beslag namen. Door de sloop van een aantal ruimtes in de Oostendse vismijn werd de uitleendienst overgebracht naar Brugge. Blijkbaar werd van de nood een deugd gemaakt om de vier uitleenposten al te reduceren tot drie. In Oostende, maar ook in de naburige gemeenten, is er ongerustheid over deze verhuis, zo merkt de heer Lodewyckx op. De uitleendienst functioneerde op basis van een geringe huur van het lokaal en de inzet van iemand van de dienst Cultuur van de stad Oostende die hiervoor maandag, woensdag en vrijdag voltijds werd ingezet. Daarnaast was er een bepaald budget voor vervanging en herstelling van de toestellen. In het verleden was de uitleendienst verbonden met de dienst Cultuur van de provincie, maar dat is nu blijkbaar doorgeschoven naar de dienst Accommodatie. Dit hoeft niet meteen een probleem te zijn, maar de verbondenheid met de dienst Cultuur maakte dat daar ook een zekere expertise is opgebouwd met de sector die

deze apparaten ontleent. Men kon dan ook gemakkelijker inspelen op de specifieke behoeften van die sector. De heer Lodewyckx wenst hieromtrent enkele vragen te stellen. Hij vraagt wat de plannen zijn met de vier provinciale uitleendiensten. Wil men deze reduceren, zijn er al plannen opgemaakt of zijn er haalbaarheidsstudies, zo vraagt hij. Ook wil hij weten of er in overleg met de stad Oostende voldoende gezocht is naar alternatieven om de dienst te behouden in Oostende. Het zou immers jammer zijn dat de inzet van deeltijds personeel van de stad zou verloren gaan bij het verdwijnen van de uitleendienst in Oostende. Antwoord

Page 25: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

25 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De heer Guido Decorte, gedeputeerde, deelt mee dat hij de jaarverslagen van de uitleendiensten aan het raadslid zal bezorgen. Daaruit blijkt dat het aantal uitleningen in Oostende steeds vermindert. Er werd door de bevoegde dienst al nagedacht over de verdere aanpak. Het kon niet de bedoeling zijn om de plannen voor de sloop van het pakhuis te dwarsbomen. Daarom werd het materiaal op korte termijn naar Brugge overgebracht, zij het wel

tijdelijk, zo benadrukt hij. De stad Oostende is bereid om een locatie aan de provincie aan te bieden. Daarover is op 10 april een overleg gepland. Er dient een efficiënte en toekomstgerichte oplossing gezocht te worden. De trend is dat ontleners zich steeds meer naar Brugge richten, zo merkt de gedeputeerde op. Repliek De heer Lodewyckx is tevreden dat er uitgekeken wordt naar een goede oplossing voor alle partijen. Vraag nr. M/2017/24

van de heer Peter De Roo (N-VA) Crisis bij West-Vlaamse landbouwers De heer Peter De Roo, N-VA-raadslid, deelt mee dat een bezoek aan ‘Boeren op een kruispunt’ best confronterend is. Geldgebrek zorgt er vandaag voor dat bij heel wat landbouwers in West-Vlaanderen water en elektriciteit worden afgesloten, de brandverzekering wordt opgezegd, een bezoek aan de tandarts wordt uitgesteld, enzovoort. Aan de hand van grafieken schetst hij de context van de crisis waarin de West-Vlaamse landbouw zich bevindt. De eerste illustratie toont de leeftijdsgrafiek van de West-Vlaamse landbouwers die beroep doen op ‘Boeren op een kruispunt’. De leeftijd van de aanvragers schommelt tussen de 45 en 75 jaar. De tweede grafiek toont de enorme vermindering van het aantal landbouwbedrijven per gemeente in de laatste 25 jaar. Verjonging in deze sector dringt zich op, zodat het afkalven van het landbouwdraagvlak in de provincie

wordt tegengehouden. Verder wijst de heer De Roo op de verontrustende cijfers rond suïciderisico bij de West-Vlaamse landbouwers. Het suïciderisico is als volgt verdeeld: 13 procent bij varkenshouders, 16 procent bij melkveebedrijven, 9 procent bij de glastuinbouw en 8 procent bij de pluimveehouders. De heer De Roo merkt op dat er vanaf 1 januari 2018 42.000 euro per jaar extra nodig is voor de vzw ‘Boeren op een Kruispunt’. Hij vraagt van waar deze middelen zullen komen. Ook vraagt hij naar de samenwerking tussen Inagro en ‘Boeren op een Kruispunt’. Hij stelt vast dat dit momenteel twee gescheiden werelden zijn. Hoe kan er beter samengewerkt worden in het belang van de huidige landbouwers en met onmiddellijke impact, zo vraagt hij.

De provincie West-Vlaanderen onderstreept graag het belang van de korte keten, zo merkt de heer De Roo op. Is de provincie ook bereid om dat in concrete daden om te zetten door in Boeverbos te starten met een samenwerking met de Voedselteams vzw, zo vraagt hij. Antwoord De heer Bart Naeyaert, gedeputeerde, stelt dat de provincie West-Vlaanderen jaren geleden één van de eersten was om de financiering van ‘Boeren op een Kruispunt’ open te trekken, zodat niet op slechts één partner werd gesteund. Omtrent de samenwerking met Inagro antwoordt hij dat men vanuit Inagro vaak mensen doorverwijst naar ‘Boeren op een Kruispunt’. Er werden al collectieve activiteiten georganiseerd om hulp te bieden, maar het blijkt dat een individuele aanpak meer resultaat oplevert.

De korte keten is niet voor alle landbouwers een opportuniteit, zo licht de gedeputeerde toe. Er zijn al vormen van samenwerking met de provincie, bijvoorbeeld bij de organisatie van recepties. Een obstakel wordt gevormd door de juridische omslachtigheid van de openbare aanbesteding. De meeste groenten in West-Vlaanderen komen via groothandels vanuit de REO-veiling in Roeselare, wat een ander waardevol model is. Binnen ‘Boeren op een Kruispunt’ is er een suïcideplan dat de nodige ondersteuning biedt aan landbouwers in moeilijkheden, zo merkt de heer Naeyaert op.

Page 26: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

26 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De rol van Inagro bestaat erin om te zoeken naar de meest efficiënte manier om aan land- en tuinbouw te doen. Men is steeds op zoek naar nieuwe modellen in deze sector, zoals bijvoorbeeld biolandbouw of aquacultuur. Het leren omgaan met ingewikkelde milieunormen en bergen administratie vormt ook een taak voor Inagro.

Verder wenst de gedeputeerde te benadrukken dat een vermindering van landbouwbedrijven niet betekent dat de totale productie verminderd is. Er moet gezocht worden naar de schaalgrootte die het best past bij elk bedrijf. Er wordt gepoogd om bij bedrijven in moeilijkheden de schade zo veel mogelijk te beperken. Repliek De heer De Roo bedankt de gedeputeerde voor zijn uitvoerige toelichting en is ervan overtuigd dat Inagro prima werk levert. Zij kunnen echter niet op elk gebied bijspringen. Het zou interessant zijn om een jaarlijks verslag te krijgen van ‘Boeren op een Kruispunt’ in de commissie landbouw, zo meent hij. Vraag nr. M/2017/25

van de heer Anthony Dumarey (Open Vld) Doorstart N8-verbindingsweg Ieper-Veurne De heer Anthony Dumarey, Open Vld-raadslid, deelt mee dat eind 2015 het gewestelijk RUP voor het aanpakken van de verbinding Ieper-Veurne vernietigd werd door de Raad van State. Dit betekende ook dat het studiewerk van de afgelopen tien jaar opnieuw diende te gebeuren. Begin maart maakte de Vlaamse minister van mobiliteit bekend dat het dossier van de N8 een doorstart zal maken. Hiervoor zal een overleg met alle belanghebbenden opgestart worden. De heer Dumarey vraagt wat de stand van zaken is in dit dossier en of de provincie betrokken is bij deze studiefase. Is er al een zicht op een concrete timing, zo vraagt hij. Ook polst hij naar het standpunt van de

provincie. Zal de provincie ervoor ijveren om de leefbaarheid van de dorpen te vergroten, zo wil hij weten. Antwoord De heer Franky De Block, gedeputeerde, antwoordt dat Vlaanderen inderdaad beslist heeft om het dossier opnieuw aan te pakken. Men wil evenwel eerst uitzoeken of de scenario’s van tien jaar geleden nog actueel zijn en in hoeverre nog kan tegemoet gekomen worden aan de opmerkingen van de Raad van State. Hij vindt het positief dat er een participatief project wordt ontwikkeld met Buro II, waar het provinciebestuur goede ervaringen mee heeft. Op 1 maart werd hun aanpak toegelicht en ondertussen vond op 10 maart al een terreinbezoek plaats met de betrokken politieke verantwoordelijken.

De gedeputeerde benadrukt dat het hier om een gewestelijke verantwoordelijkheid gaat. Hij pleit ervoor om realistisch te werk te gaan zodat de grote pijnpunten zo snel mogelijk aangepakt worden. Repliek De heer Dumarey benadrukt dat het van cruciaal belang is om mee de timing van dit project, dat al vele jaren aansleept, te bewaken. Vraag nr. M/2017/26 van mevrouw Martine Vanryckeghem (Open Vld)

Eerstelijnsgezondheidscentra Mevrouw Martine Vanryckeghem, Open Vld-raadslid, zegt altijd een koele minnaar te zijn geweest van de oprichting van eerstelijnsgezondheidscentra. Dat is nog versterkt sinds de oprichting van het centrum ‘De Piramide’ in Menen. Eerstelijnsgezondheidscentra in achtergestelde buurten van grote steden kunnen misschien nog hun nut bewijzen, niettegenstaande het feit dat het systeem van verlaagd remgeld voor de omnio-patiënt er al voor zorgt dat kansarmen toegang hebben tot elke vorm van geneeskundige verzorging. ‘De Piramide’ in Menen werd echter opgericht voor de hele stad Menen en daarbij hebben vier gevestigde huisartsen geprobeerd om zoveel mogelijk van hun bestaand cliënteel in te brengen. Volgens de directeur van het centrum hebben op die manier al 4.000 patiënten ingetekend. De vraag is of dit 4.000 kansarmen zijn.

Page 27: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

27 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Sinds de oprichting zijn consultaties voor patiënten die bij ’De Piramide’ zijn aangesloten volledig gratis. De federale overheid betaalt een vast bedrag van 15 euro per maand per patiënt, ziek of niet ziek. Dat bedrag kan oplopen tot 36 euro indien de patiënt ook een kinesist en/of verpleegkundige nodig heeft. Elke aangesloten

patiënt is daarbij verplicht om een huisarts, kinesist en/of thuisverpleger te kiezen die behoort tot het centrum. Die verplichting druist in tegen de vrije keuze van de patiënt en stelt veel mensen voor een moeilijke keuze, zo stelt mevrouw Vanryckeghem. Veel mensen hebben getekend zonder te beseffen dat ze daarbij afscheid moesten nemen van de kinesist of verpleger die al jaren bij hen aan huis kwam. Het betekent ook deloyale concurrentie met de vrije verstekkers. In Menen zullen zich geen nieuwe artsen, kinesisten en verplegers meer komen vestigen. Mevrouw Vanryckeghem zegt dat ze wil dat iedereen, ook de kansarme, recht heeft op gezondheidszorg. De overheid heeft daarvoor reeds gezorgd via het systeem van het verlaagd remgeld voor omnio-patiënten. Daarbij betaalt een kansarme slechts één euro remgeld bij een erkende huisarts in plaats van vier euro. Elke dokter, kinesist of verpleger met het hart op de juiste plaats laat zelfs die ene euro vallen als het om een echte kansarme gaat. Het overgrote deel van de subsidies voor eerstelijnsgezondheidscentra komt echter terecht bij

personen voor wie het systeem eigenlijk niet is bedoeld. Kansarmen die gemiddeld zeven keer per jaar bij een dokter op consultatie gaan, betalen in het gewone systeem zeven keer één euro en worden in de eerstelijnsgezondheidscentra jaarlijks voor zeven euro gesubsidieerd. Andere mensen betalen in het gewone systeem per consultatie vier euro remgeld en worden in het systeem van de eerstelijnsgezondheidszorg eigenlijk jaarlijks voor 28 euro gesubsidieerd. Dit toont aan hoe het merendeel van de subsidies bij de verkeerde bevolkingsgroep terechtkomt. Bovendien is het systeem van de eerstelijnsgezondheidscentra nog eens dertig procent duurder dan de traditionele zorg. Minister De Block heeft volgens haar terecht beslist om het systeem af te bouwen en een audit te laten uitvoeren. De provincie West-Vlaanderen heeft in juni 2016 de oprichting van het nieuwe eerstelijnsgezondheidscentrum in Menen financieel ondersteund met 50.000 euro. Daartoe werd met het centrum een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Mevrouw Vanryckeghem vraagt waarom de provincie de oprichting van

dit centrum ondersteunde. Het gaat hier immers niet om een echt wijkcentrum, maar om een constructie waarbij vier bestaande huisartsen hun bestaand cliënteel inbrengen en voor iedere cliënt per jaar een vast bedrag van 300 tot 432 euro ontvangen, ziek of niet ziek. Ze vraagt zich ook af of er, vooraleer aan dit initiatief subsidies toe te kennen, geen grondiger screening nodig was en of de provincie, net zoals de federale overheid die momenteel een audit uitvoert, niet moet overgaan tot een grondige evaluatie van het systeem van de eerstelijnsgezondheidscentra. Tot slot wil ze vernemen of de subsidie van 50.000 euro al effectief is uitbetaald. Antwoord Mevrouw Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde, geeft aan dat mevrouw Vanryckeghem uitgaat van verkeerde informatie. Het klopt niet dat het project enkel op kansarmen is gericht, want in dat geval zou men geen

erkenning krijgen. Ze wil dat debat niet meer herhalen in de raad. Criteria voor wijkgezondheidscentra worden op een ander niveau vastgelegd. De provincie heeft een beleidsnota goedgekeurd om opstartsubsidies te geven aan wijkgezondheidscentra en een onderzoek te doen naar de haalbaarheid ervan in West-Vlaanderen, zo licht de gedeputeerde toe. Een opstartsubsidie betekent niet noodzakelijk een realisatie. Ze had niet verwacht dat het resultaat zo goed zou zijn. West-Vlaanderen was de enige provincie zonder wijkgezondheidscentra, en ondertussen zijn er drie erkende centra, meer bepaald Brugge, Oostende en Menen. Ze wijst erop dat Menen voldoet aan de nationale criteria en op 21 maart 2017 een positief advies kreeg van het RIZIV. De minister heeft de verdere oprichting van wijkgezondheidscentra stopgezet, maar heeft wel toegezegd voor de projecten die al voorlagen in de adviescommissie. Menen is één van de laatste projecten die een positief advies heeft gekregen. De provincie is daar niet bij betrokken.

Mevrouw Vanlerberghe benadrukt dat ze bij haar beleidsnota blijft. Dankzij de steun van de provincie zijn er drie wijkgezondheidscentra in West-Vlaanderen. Zij herinnert zich de moeilijke discussies hierover en wijst erop dat er over die centra meningsverschillen mogen zijn. De beleidsnota was erop gericht om te onderzoeken of dergelijke projecten kans op slagen hadden. Ondertussen is er resultaat geboekt en specifiek wat Menen betreft is er nationaal een positief advies. Ook is er voldaan aan de inhoudelijke invulling. Onlangs was er ook de opening in Brugge en op 1 april volgt de opening in Oostende. Ook in Roeselare en Kortrijk lopen er projecten.

Page 28: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

28 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

Wat de uitbetaling van de subsidie betreft, wijst mevrouw Vanlerberghe erop dat dit verbonden is aan het positief advies van de stad Menen om de zoektocht in hun stad op te starten. Van de vijf projecten heeft de provincie een positief advies ontvangen, wat toelaat dat de subsidie wordt betaald.

Repliek Mevrouw Vanryckeghem dankt de gedeputeerde voor haar antwoord en zegt dat de informatie waarover ze zelf beschikt helemaal verschilt van de informatie waarover mevrouw Vanlerberghe beschikt. Zij was de mening toegedaan dat de erkenning van Menen in de loop van de week zou worden opgeschort, omwille van het feit dat Menen onder de huidige omstandigheden niet kan worden erkend. Antwoord Mevrouw Vanlerberghe wijst erop dat dit feiten zijn van vijf weken geleden, die samengingen met het politieke tumult in de stad Menen.

Repliek Mevrouw Vanryckeghem zegt dat het klopt dat mevrouw Vanlerberghe op het verkeerde spoor werd gezet door een brief die vertrokken was vanuit het kabinet van de burgemeester van Menen. Daarin stond zwart op wit dat het schepencollege instemde met de aanvraag van subsidies. Maar ook het college werd op het verkeerde been gezet, want het initiatief van ‘De Piramide’ werd voorgesteld als een soort privé-associatie van enkele huisartsen. Voor ‘De Piramide’ is er in Menen geen draagvlak, zo merkt ze op. Vraag nr. M/2017/27 van de heer Jan Van Meirhaeghe (N-VA)

Subsidies kunstenfestival Watou De heer Jan Van Meirhaeghe, N-VA-raadslid, merkt op dat de vzw Kunst en het Kunstenfestival Watou voor de editie 2017 dan toch subsidies krijgen. De stad Poperinge voorziet voor de volgende drie jaren 125.000 euro en de provincie geeft dit jaar 225.000 euro. Ook de Vlaamse overheid zal in 2018 en 2019 telkens 135.000 euro inbrengen. Daarmee kan het festival zeker drie jaar doorgaan. Nochtans had minister Gatz enkele maanden geleden beslist de fondsen te stoppen omdat de vzw Kunst voor haar inhoudelijke en zakelijke werking als beoordeling een volstrekt onvoldoende had gekregen. Er is nu een kentering gekomen die een tijdelijke oplossing biedt, maar die niet remedieert aan de oorzaken die tot de negatieve beoordeling hebben geleid. Die liggen immers in de structuur en zakelijke werking van de vzw Kunst.

De heer Van Meirhaeghe citeert minister Gatz in het Vlaams parlement: “Zoals in het Kunstendecreet zal ook van deze organisatie worden verwacht dat zij voldoet aan de voorwaarden van goed bestuur. Concreet gaat het dan onder andere over de voorwaarde inzake transparantie van de structuur, helderheid over de delegaties van het beslissingsproces, enzovoort. Transparantie houdt ook in dat er een gedragenheid moet zijn van het bestuur, dat louter uit derden kan bestaan en niet uit door familiebanden verbonden personen. Deze voorwaarden zullen nog verder worden uitgeklaard vanuit onze eigen administratie en, naar ik verneem, ook vanuit de stad Poperinge”. De heer Van Meirhaeghe vervolgt en zegt dat het kunstenfestival erg belangrijk is voor de culturele en toeristische ontsluiting van de streek. De N-VA-fractie is dan ook voorstander van een hoogstaand Kunstenfestival en wil dat Watou artistiek en zakelijk een topproject wordt dat op het kruispunt van literatuur, poëzie en beeldende kunst werkt. Het voortbestaan is echter afhankelijk van overheidsgeld en in dat geval moet de toepassing van de principes van goed bestuur worden benadrukt. Als de vzw Kunst subsidies ontvangt, dan

moet ze zich aan deze principes conformeren. De N-VA-fractie ziet de doorstart dan ook als een momentum voor de vzw Kunst om hier in 2017 werk van te maken. Hij vraagt of bij het toekennen van de provinciale subsidie de principes van goed bestuur als voorwaarde zijn opgelegd. Antwoord Mevrouw Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde, zegt begrepen te hebben dat de vraag van de heer Van Meirhaeghe er op gericht is om de stad Poperinge te verplichten tot goed bestuur en dat er op die vraag twee antwoorden kunnen worden gegeven. Men kan er van uit gaan dat wie subsidies geeft en wie subsidies ontvangt, handelt volgens de regels van goed bestuur. Uiteraard zal de provincie dit principe respecteren.

Page 29: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

29 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De overeenkomst is nog in opmaak en het is niet de gedeputeerde maar de volledige deputatie die een goed bestuur vraagt. De regels die verbonden zijn aan het ontvangen van een provinciale subsidie zijn in de meeste dossiers gelijklopend en gekend, en de voorwaarden kunnen worden samengevat in het principe van ‘goed bestuur’. Ze is van mening dat, tenzij men haar bericht van het tegendeel, dit principe niet moet worden

aangeleerd aan de bestuurders van Poperinge. Het klopt, zo vervolgt de gedeputeerde, dat de stad Poperinge een grote subsidie krijgt van de provincie. Zonder deze subsidie kan het Kunstenfestival Watou niet meer doorgaan. Iedereen, ook de vraagsteller, wil Watou een uitzicht op een toekomst bieden. Daartegenover stelt men echter dat die toekomst afhangt van subsidies, terwijl algemeen geweten is dat cultuur zonder overheidsgeld meestal in de problemen terechtkomt. Het is dan ook de logica zelve om te subsidiëren. Als goede bestuurder, en met dank aan gedeputeerde Carl Vereecke, heeft de provincie niet alleen het festival voor 2017 willen redden, maar ook voor de volgende twee jaar, en dit ondanks de afslanking van de provincies. Het is niet zomaar een kortstondig cadeautje en de voorwaarde was om de minister ervan te overtuigen om het festival ook de komende twee jaar te laten plaatsvinden, wat ook gelukt is. De provincie mag trots zijn. Nu is het aan de stad Poperinge om het organisatiemodel te maken. Het is niet de taak van de provincie om daar in wantrouwen op toe te zien.

De eerste edities van het festival kenden ongeveer 8.000 bezoekers. Ondertussen is dat aantal gestegen tot 24.000. Iedereen weet dat de interesse voor Watou in stijgende lijn gaat en velen hopen dat het festival blijft bestaan. Wat het zakelijke betreft, is bijna iedereen van mening dat alles rond subsidies draait. De verhouding bij de editie 2016 was 65 procent eigen financiering en 35 procent subsidie. Zeggen dat alles afhangt van subsidies is bijgevolg niet juist. Mevrouw Vanlerberghe zegt ervan overtuigd te zijn dat de stad Poperinge de parel Watou met de subsidiehulp van Vlaanderen en de provincie goed zal verzorgen. De N-VA is mee op de kar gesprongen om, ondanks de afslanking, dit cultuurpareltje in de provincie te houden. Nu dit gelukt is, krijgt de gedeputeerde de indruk dat de heer Van Meirhaeghe met zijn vraagstelling wil aangeven dat noch de provincie, noch de stad Poperinge, noch de organisator te vertrouwen zijn. Ze zegt die dubbele houding te betreuren. Ofwel is er vertrouwen en kan er in

transparantie worden gewerkt, ofwel blijft men onderduiken door te stellen dat men de persoonsgebonden zaken als cultuur binnen de provincie wil houden. Als men hiervoor gaat lobbyen in Brussel en in de pers stelt dat men mee aan de kar heeft getrokken en de beslissing bijna zelf heeft bekomen, sta dan ook achter de beslissing en vertrouw in goed bestuur, zo besluit de gedeputeerde haar antwoord. Repliek De heer Van Meirhaeghe merkt op dat de discussie al verschillende keren is gevoerd. Hij zegt uit het antwoord van mevrouw Vanlerberghe te hebben geleerd dat niet het Kunstenfestival, maar de stad Poperinge zal worden

gesteund. Op vele niveaus wordt gezegd dat de vzw Kunst voor zijn werking een negatief oordeel kreeg. Hij is van mening dat, in het belang van het behoud van het festival, het signaal moet worden gegeven om dit bij te sturen. Vraag nr. M/2017/28 van de heer Axel Weydts (sp.a) Uittreding uit intercommunales De heer Axel Weydts, sp.a-raadslid, zegt dat het decreet op de intergemeentelijke samenwerking de provincies verplicht om uit de intercommunales te treden vóór eind 2018. Dit zal op een aantal intercommunales een grote

impact hebben, vooral financieel. Ook is er een impact op het provinciaal bestuur. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat de deputatie dit grondig voorbereidt. Bij de vroegere gedeeltelijke uittreding uit de intercommunales is er gewerkt met een tweesporenbeleid. Er was enerzijds een cash-verhaal waarbij gewerkt werd op basis van de reële waardering van de aandelen en waarbij er geld terugkwam naar de provincie, en anderzijds een afspraak rond de financiële participatie in een aantal regionale investeringsdossiers. De heer Weydts vraagt wat het stappenplan inhoudt, wat de uitgangspunten van de deputatie zijn en hoe de raad verder bij deze acties zal worden betrokken. Antwoord

Page 30: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

30 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De heer de Bethune merkt op dat de deputatie in dit dossier wordt geconfronteerd met overmacht of onmacht. De provincie heeft dit niet gevraagd, maar de decreetgever heeft beslist dat de provincies zich tegen 31 december 2018 moeten terugtrekken uit de intercommunales. In 2012, op het einde van de eerste afslanking

van de provincies in de intercommunales, was de provincie nog volwaardig lid, partner en bestuurder in de intercommunales. Na 2018 zal dit niet meer het geval zijn. Dat is het verschil. De provincie zal wel degelijk rekening moeten houden met een gewijzigde positie binnen de raden van bestuur van die bedrijven. Ook stelt hij vast dat de intercommunales het goed doen. De eerste stap is om de juiste waardering te maken en de vraag te stellen wat de aandelen van de provincie waard zijn in de intercommunales. De deputatie is hier mee bezig. Er zijn verschillende waarderingsmethodes, maar het is een vrij eenvoudige opdracht. In tweede instantie moet de provincie zich buigen over de modaliteiten van de uittreding. Daar zegt de heer de Bethune de tussenkomst van de heer Weydts te volgen. Het zal gebeuren met respect voor de verdere werking van de intercommunales, want het is niet de bedoeling om door die operatie de intercommunales in de problemen te brengen waardoor zij hun basisopdrachten minder goed zouden kunnen vervullen. Het objectief van de deputatie is om tegen de zomer van 2017 over de spelregels en de

waardering een voorstel klaar te hebben. In het najaar van 2017 kan dan het overleg met de betrokken intercommunales starten, om daarna te landen in een verhaal met respect voor de echte waarde van de participaties van de provincie en met respect voor het niet ontwrichten van de werking van de intercommunales. Waar de provincie in de toekomst heen gaat zal het voorwerp uitmaken van een grondig debat, onder meer ook binnen de provincieraad. De heer de Bethune verwijst naar de vraag over de Europese competitiviteitsindex. Misschien zal West-Vlaanderen binnen de top dertig landen met een strategisch actieplan, mede dankzij de injectie van financiële middelen vanuit de provincie. Het verhaal zal daarna geschreven worden in een licht gewijzigde situatie, want zelfs binnen de grondgeboden intercommunales zal de provincie blijkbaar niet meer kunnen zetelen. Repliek

De heer Weydts zegt zich geen zorgen te maken over het vlotte verloop van de operatie. Het is een kwestie van goede afspraken maken, waarbij deputatie en raad het stappenplan samen opvolgen en waarbij de deputatie de raad op de hoogte houdt van hetgeen ze onderneemt. Vraag nr. M/2017/29 van de heer Peter Roose (sp.a) Overname resterende provinciewegen door het Vlaams Gewest

De heer Peter Roose, sp.a-fractievoorzitter, stelt dat hij in de overtuiging was dat de provincie in 2008 een protocol had afgesloten met het Vlaams Gewest, waarbij de provinciewegen zouden worden overgeheveld naar Vlaanderen. Tot op heden beheert de provincie nog altijd vijf kilometer wegen die niet zijn overgegaan naar de gemeenten of naar Vlaanderen. Het dossier is in de raad al ter sprake gekomen bij de budgetbespreking. Toen werd een oproep gedaan om voortgang te maken, opdat het dossier zou kunnen worden afgesloten. Zelfs de grootste oppositiepartij binnen de raad heeft publiekelijk een oproep gedaan aan de bevoegde minister om het dossier af te ronden. De heer Roose vraagt of er sinds de budgetbespreking nog overleg heeft plaatsgevonden om tot een afsluiting van het dossier te kunnen komen. Antwoord

De heer Franky De Block, gedeputeerde, beaamt dat er nog 4,8 kilometer provinciale wegen overblijven in Brugge, Ieper, Zedelgem en Avelgem. Vroeger was afgesproken dat, als de gemeenten de wegen zouden weigeren, Vlaanderen die wegen zou overnemen tegen 1 januari 2012. Dat is niet gebeurd. Daarop werd er herhaaldelijk en jaarlijks aangedrongen om voortgang te maken met het dossier. Opnieuw gebeurde er niets. Ondertussen doet de provincie als goede huisvader de nodige investeringen, wat neerkomt op een gemiddelde kost van jaarlijks 50.000 euro. Daarin zijn de snoeiwerken door de provinciale Groendienst niet meegeteld. Op initiatief van Avelgem heeft recent een nieuw overleg plaatsgevonden met Vlaanderen. Er is beloofd om het dossier nog vóór de zomer van 2017 te regelen.

Page 31: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

31 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

De heer De Block hoopt dat het dossier effectief vóór de zomer van 2017 geregeld zal zijn. Repliek

De heer Roose zegt samen met de heer De Block te hopen dat de timing gehaald wordt en dat Vlaanderen ook de facturen zal honoreren die de provincie tussen 2012 en 2017 heeft betaald.

Page 32: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

32 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

REGISTER SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Nr.

Datum

Vraagsteller

Onderwerp

Blz

GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur

S/2017/19 07/02/2017 Peter De Roo Participatie intercommunales provincie West-Vlaanderen

3

S/2017/20 21/02/2017 Kristof Pillaert Samenwerkingsovereenkomst met Focus:WTV & Roularta

8

FRANKY DE BLOCK, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur

S/2017/21 09/02/2017 Sigrid Vandenbulcke Stimuleren van autodelen in West-Vlaanderen 10

CARL VEREECKE, gedeputeerde van algemene financiering, budget en administratieve beroepen (o.a. de stedenbouwkundige beroepen omtrent bouw- en verkavelingsvergunningen), personeel, informatietechnologie, sport en provinciaal onderwijs

S/2017/22 09/03/2017 Marianne Verbeke Aanwervingen Be-Part en Lijsternest 12 S/2017/23 20/02/2017 Herman Lodewyckx Evacuatieoefeningen 12 JEAN DE BETHUNE, gedeputeerde van economie en streekontwikkeling, externe relaties en Noord-Zuid-beleid en gelijke kansen

S/2017/24 13/02/2017 Kurt Himpe Startersgebouwen 15 MYRIAM VANLERBERGHE, gedeputeerde van cultuur en welzijn

S/2017/25 13/02/2017 Kurt Himpe Provinciale richtlijn voor bibliotheektarieven en –

termijnen 17

Page 33: Bulletin van Vragen en Antwoorden maart 2017...In de AZF-commissie van17 maart 2016 werd toelichting gegeven omtrent het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van

33 Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – maart 2017

REGISTER MONDELINGE VRAGEN

Nr.

Datum

Vraagsteller

Onderwerp

Blz

CARL DECALUWE, gouverneur van West-Vlaanderen

M/2017/19 Kurt Ravyts Transitmigranten Zeebrugge 19

GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedgerichte werking en milieu, landschap en natuur

M/2017/23 Herman Lodewyckx Provinciale uitleendienst Oostende 24 FRANKY DE BLOCK, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur

M/2017/22 Hendrik Verkest Behoeftenbepaling bedrijventerreinen in West-

Vlaanderen 23

M/2017/25 Anthony Dumarey Doorstart N8-verbindingsweg Ieper-Veurne 26 M/2017/29 Peter Roose Overname resterende provinciewegen door het

Vlaams Gewest 30

BART NAEYAERT, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen)

M/2017/24 Peter De Roo Crisis bij West-Vlaamse landbouwers 25 JEAN DE BETHUNE, gedeputeerde van economie en streekontwikkeling, externe relaties en Noord-Zuid-beleid en gelijke kansen

M/2017/20 Reinhilde Castelein De plaats van West-Vlaanderen in het

competitiviteitsklassement van Eurostat voor 263 Europese regio’s

21

M/2017/21 Hans Mommerency Brexit 22

M/2017/28 Axel Weydts Uittreding uit intercomunales 29 MYRIAM VANLERBERGHE, gedeputeerde van cultuur en welzijn

M/2017/26 Martine Vanryckeghem Eerstelijnsgezondheidscentra 26 M/2017/27 Jan Van Meirhaeghe Subsidies kunstenfestival Watou 28