Buiten Plaats City-escape

download Buiten Plaats City-escape

of 137

Transcript of Buiten Plaats City-escape

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    1/137

    De Architectonische Interventie - Faculteit Bouwkunde-Technische Universiteit Delft

    Steenbergen / van der Kooij / Aben

    -- -

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    2/137

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    3/137

    4 VoorwoordProf. ir.H. Beunderman

    6 lO"u.oI i ' ' ' I l n ,1 ' ' I I - Van litenpl!aa1ts naar Buiten Plaatsir. E. van der Kooij

    17

    18 Architectonische Interventies in het 1 ... ..,.1"'1"'"' .............Prof. dr. ir. G.M. Steenbergen

    28 Het Buiten \In r'\ V r"U1ir. E. van der Kooij

    42 BinnenEnl

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    4/137

    111

    112 a culture ofir. M. ten Kate

    124 Aan de Aemstelir. J. Woltjer

    126 De hollandse kustir. J. de Koster

    128 Door de huizen het bos zienir. K. Verwers

    130 als j n t l e O l ~ a t i i e k , a d ~ e r van stad en landChris el Eversdijk (LU Wageningen)

    132

    3 I Buiten PI,

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    5/137

    Prof. ir. H. Beunderman MBA

    De publicatie die u in handen heeft is n vande resultaten van het project de architectonischeDit project isbegin 1999 binnen de faculteit Bouwkunde vande Technische Universiteit Delft gestart, met alsdoelstellingen het verhelderen van ontwerpendonderzoeken als methode van wetenschappelijkonderzoek, het versterken van de onderzoekscomponent in het onderwijs en het digitaaldocumenteren van onderzoek- en ontwerpresultaten (websites).

    De pijlers onder het project zijn een aantalonderzoeksateliers waarin, gericht op uiteenlopende bouwkundig thema's, gedurende anderhalf jaar, door afstudeerders, promoverende endocenten gezamenlijk, onderzoeksmatig wordtsamengewerkt. Deze ateliers produceren in principe ieder twee publicaties, in 1999 -waarvandit er een is- en 2000.

    De ateliers worden door tweecommissies, die de opdracht hebben, mede opbasis van de resultaten van de ateliers, tweeinternationaal toegankelijke boeken samen testellen met als onderwerp respectievelijkCompositie -van het ontworpen ruimtelijk objectin zijn omgeving- en Methodologie van (ontwerpend) onderzoek.Parallel hieraan wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een Interactief Beeldarchief (IBA) datom te beginnen resultaten van bouwkundigeafstudeerprojecten, maar later ook bouwprojecten in het algemeen, met behulp van eengeavanceerd trefwoordensysteem toegankelijk

    Buiten Plaats I 4

    moet maken. In relatie hiermee wordt van deateliers verwacht dat zij hun resultaten nietalleen op traditionele wijze presenteren, in boekvorm, maar ook op internet, via de website vanhet proefproject.

    Ter afsluiting van dit proefproject zal in hetnajaar van 2000 een internationaal wertenschappelijk congres georganiseerd worden met alshoofdthema ontwerpend onderzoek. Van Delftsezijde zal bij deze met name deinhoud van de boeken 'Compositie' en'Methodologie', en de ontwikkeling van hetInteractieve Beeldarchief aan de orde gesteldworden.

    Onderdelen van het project, en de in het project opgedane inzichten, zullen vervolgens inmeer permanente vorm binnen de onderwijs- enonderzoeksprogramma's van de faculteit wordenopgenomen.

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    6/137

    5 I Buiten Plaa

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    7/137

    Eric van der

    Het onderzoeken van de betekenis van de buitenplaats als uitdaging voor actuele ontwerpopgaven is een zoektocht die voortdurend wordtbijgeschaafd, bewerkt en van nieuwe interpretaties voorzien. Een overzicht van een 'work inprogress'.'Klassieke'De analyse van Italiaanse, Franse en Engelsevilla's en tuinen heeft in de jaren '80 en '90 binnen de leerstoel Landschapsarchitectuur geleidtot een 'architectonische manier van kijken'. Hetobject van onderzoek is de relatie tussengebouw, tuin en landschap.AI sinds de eerste uitgave van Architectuur enLandschap in 19841 is gewerkt aan de ontwikkeling van een landschapsarchitectonisch begrippenkader. De plananalyse heeft zich daarin altijdbewezen als een vruchtbare wisselwerking tussen onderzoek en ontwerp. De ontwikkelinghiervan is gedurende de jaren verfijnd en aangescherpt.In hoeverre biedt de actualisering rondom hetbegrip buitenplaats de mogelijkheid het ontwikkelde instrumentarium in een nieuw perspectiefte plaatsen en daarmee een stap verder te brengen?De 'nieuwe'De 'nieuwe' buitenplaats zoals geformuleerd inde Visie Stadsiandschappen2 bood aanleidingde ontwerpopgave van het klassiek buiten teactualiseren. In 1996 werd besloten om binnen

    Dit boek kan als de rode draad worden gezien in een tienjarige studie naar de landschapsarchitectonische ontwerp- encompositiemiddelen van klassieke buitenplaatsen. Het continuebijschaven en opnieuw bewerken van Architectuur en Landschapwerd gevoed door de dissertaties van Prof. dr.ir. e.M.Steenbergen, 'De stap over de horizon' en dr.ir. W. Reh, 'Arcadiaen Metropolis'. Dit heeft in 1992 geresulteerd in een apartepublicatie van de Italiaanse renaissancevIlla's, 'ltalian Villas andGardens' en de engelse versie van Architectuur en Landschapin1996

    F! ,

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    8/137

    Het woord 'Plaats' krijgt een specifieke betekenis gerelateerd aan de context in de vorm vanhet natuur- , cultuur- en stedelijke landschap.Wat betekent dit voor de ontwerpopgave vanhet Buiten en de manier waarop deze in beeldwordt gebracht?In hoofdstuk 1 wordt in de wetenschappelijkebijdragen de buitenplaats als actuele ontwerpopgave omschreven. In de bijdrage van

    Clemens Steenbergen wordt de betekenis vande buitenplaats als architectonische interventiein het veranderend stadslandschap beschreven:'buiten' en 'plaats' als begrippen met een architectonische en ruimtelijke kwaliteit in een veran-

    derende context afgezet tegen de nieuwe planologische groenorde en de marktconforme aanpak in de hedendaagse situatie. Het laatstekomt in de bijdrage van Eric van der Kooij (Hetbuiten Voorbij) aan de orde.De betekenis van en de relatie tussen het'Binnen' en het 'Buiten' wordt in de bijdragenvan respectievelijk Rob Aben en Jaco Woltjer

    verder uitgediept. Vanuit de positie van de stadin het landschap en vice versa wordt in het stukvan Saskia de Wit de verhouding tussen 'binnentuin' en 'buitenplaats' beschreven.In deze stukken worden de middelen aangereikt die als basis dienen voor het ontwerpend

    onderzoek (hoofdstuk 2).

    De landschapsarchitectonische ensceneringvormen. Verticaal: rationeel, formeel, picturaal. Horizontaal: geometrisch, ruimtelijk,beeldend.Tekening uit Architectuur en Landschap, p. 17

    7 I Buiten F

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    9/137

    Met de instelling van het atelier Buiten-Plaatsals onderdeel van de ArchitectonischeInterventie werden ook de middelen verkregende inhoudelijke vanuit de onder-zoekskant aan te scherpen. Dit gebeurde in devorm van een aantal onderzoeksvragen die alsleidraad voor het ontwerpen de onderzoek konden worden ingezet. De vragen hebben betrekking op de diepere betekenis achter de volgende uitgangspunten:Het "Buiten" als nieuwe vorm van contextueel ontwerp in tijd en ruimte.2 "Buiten" het gebouw3 "Buiten" in de stad

    4 De buitenplaats als verstedelijkingsmodel5 Grootte van een "Buiten" in relatie tot de"Plaats"6 Het "Buiten" als collectief woon deaal7 Programma voor een "Buiten"8 Het Buiten als nieuwe landschapsvorm

    Met de onderzoeksvragen is getracht de reikwijdte van Buiten en Plaats verder te verkennen.De aanvankelijk gestelde onderzoeksvragen zijnvoortdurend bijgesteld en aangescherpt. Dit gafook de mogelijkheid om nieuwe ontwerpopgaven te formuleren. Zo is er vanuit het laatstethema een link gelegd met de vormgeving vanhet water als ontwerpopgave. Binnen dit'Waterrijk'4 worden de watertransformaties ingezet om stad en laagland in de Hollandse Deltaop een nieuwe manier met elkaar te verbinden.Het waterrijk moet op interstedelijk niveau eenegalisering van Holland voorkomen, nieuwe"plooien" maken voor de stad en stedelijke ontwikkelingen sturen. Waterrijk vormt daarmee hetBuiten van het omringende stadslandschap

    4 "Waterrijk" is als onafhankelijk onderdeel binnen het afstudeeratelier "Buiten Plaats" ondergebracht

    Buiten Plaats I 8

    Watertransformaties (tekening Valentijn Nouwens)Via watertransformaties wordt de droogmakerij als architectonisch type binnenste buiten gekeerd. Welke nieuwe landschappen kunnen binnen eeuwenoude kaders wordengemaakt? De volgende uitgangspunten zijn daarbij denkbaar:

    Vernieuwing van het poldersysteem in relatie to t zeespiegelrijzing en bodemdaling. Dit betekent bijv. de ontwikkeling van tussenboezems, of het gedeeltelijk onderwaterzetten van diepe droogmakerijen.Herwaardering en revitalisatie van het personenvervoerover water. Het scheppen van mogelijkheden voor langzaam verkeer en snelverkeer. Dit transport moet wordenverbonden met lmooppunten van andere soorten vervoer.Scheppen van voorwaarden voor nieuwe woon-werlmmgevingen. Het maken van 'attractors' voor he t toekomstigstadslandschap en verbetering van het vestigingsklimaatin de delta

    Facilitering van een nieuwe recreatieve infrastructuur die destandaard-projectie van het recreatieve programma overstijgt.

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    10/137

    ln ' l ' \ I I I .cU"nonn onderzoekIn het ontwerp end onderzoek spelen ontwerpmethode en compositie een belangrijke rol. Hetstedelijk landschap kan daarbij worden gezien

    als een schaakbord waarin de ontwerpmiddelenworden ingezet als stukken. De regels van hetspel, de ontwerpmethoden, worden vertaald indichtheid, oppervlakte, etc.Binnen het waterrijk wordt het Hollandse laagland in zijn geheel beschouwd als een stedelijkterritorium en worden de waterontwerpengekoppeld aan drie typen stedelijk-architectonische interventies:a De metropolitane plantage (intensiteit, drukte,

    snelheid, volte)b Het landschapstheater (leegte, natuur, stilte,

    afstand)c Het stromenlandschap (netwerken, snelweg,scenic drive, strip)

    De opgave is het herstel van de waterbalans,vernieuwing van de formele identiteit van hetHollandse laagland, het creren van !andschappelijke woon/werkvormen en de inrichting vanhet metropolitane park.

    De compositie speelt zowel een rol bij het ontwerpen als bij het analyseren. Het hoe en waar-

    om krijgt in het ontwerpend onderzoek eendirecte relatie door een vergelijkende pIananalyse, planmontages en het ontwikkelen van ruimtelijke (denk)modellen.Het initiatief van de student is mede bepalendvoor de insteek van het onderzoek.Door de betekenis en Invu1/lng van de context,het programma, het ruimtebegrip en pIanschema in analyse en ontwerp tegen elkaar af te zetten wordt een instrumentarium aangeboden datals brug dient tussen ontwerp en onderzoek (zieHet Buiten Voorbij).Een belangrijke bijdrage werd geleverd door den-daagse workshops, waarin aan de hand van

    vooraf bepaalde opgaven met een wisselendemanier van werken en presenteren getrachtwerd te komen tot een inhoudelijke verdiepingvan het Buiten en de Plaats. Doel was debetrokkenheid van de studenten op elkaar tevergroten en om los van de ontwerpcontext naarde eigen afstudeeropgave te leren kijken.

    Aan de workshop hebben ook studenten deelgenomen die vanuit andere opleidingen(Academie van Bouwkunst Groningen en LUWageningen) met dezelfde thema's bezigwaren.

    Een voorbeeld van de ontwikkeling van ruimtelijke denkmodellen is de montagestudie die door Mark Verdoold is verricht als eeninzet om het buiten betekenis te geven door het onderzoek naar nieuwe vormen van grondgebruik in de vorm van autonome interventies in het landschap. In het ontwikkelde model wordt de grondvorm in het landschap geplaatst. De positie van de grondvormwordt bepaald door het spanningsveld tussen de bestaande stad (kanteling) en de onderliggende topografie. Vervolgens wordtgekeken welke programma's binnen een dergelijke vorm kunnen worden toegepast.

    9 I Buiten I

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    11/137

    maquette workshop Haarlemmerneer (foto Hans Schouten)

    Workshop 1 Haarlemmermeer (tekeningen S. van Assen)Het resultaat van een jaar atelier laat zich het best samenvatten in de eerste workshop die in het kader van de ArchitectonischeInterventie werd gehouden. Inzet van de 1-daagse workshop was om de bandbreedte aan plannen binnen het afstudeeratelier blootleggen op het speelveld van de Haarlemmermeer. Door de ontwerpopgave buiten de eigen context te plaatsen werden de studenten tegelijkertijd gedwongen na te denken over hun eigen ontwerpstrategie. De inzet van ontwerpmiddelen op verschillende schaalniveaus krijgt een nieuwe betekenis in een andere context.In de maquette zijn 17 verschillende interpretaties naast, over en door elkaar gemonteerd. De inzet van de montage als compositiemiddel leverde tegelijkertijd een wisselwerking op tussen de plannen onderling.

    Eii Jiten Plaats I 10

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    12/137

    Context

    Marije Ten Kate ValentlJn Nouwens

    Anjo Peeters Lonneke Steenbakker

    Wanda Hejfema Karlijn"Verwers

    Auke Bonne van der Weide, Gerdi Rinskevan Rarnshors\Verschure en Saskia Heusmann

    Rleks Veger

    Montage van studenten plannen in de context van deHaarlemmermeer

    CrIstel Eversdijk

    BaftBorcles Marc Verdo'oid en

    BjornScharv/e1

    .IacoWoltjerenJudith de Koster

    11 I Buiten PI

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    13/137

    stad en landschap

    opgave BoU\vkunde

    opgave IIpendam

    locatie aan ringdijk tussen polders

    opgave Amsterdam

    Workshop 2 - gebouwen omgeving (tekeningen S. van Assen)In de tweede workshop zijn drie typen landschappen aangedragen;

    het stedelijke landschap (de Jordaan, Amsterdam)het cultuurlandschap (de polders nabij lIpendam)het stadslandschap (de campus in de vorm van Bouwkunde in Delft

    gebouwen stadslandchap

    orlenlatle op ""Idors. kerk, llpenstein en wooneIland

    l i

    De opgave bestond uit de inzet van verschillende architectonische en landschappelijke beeldtypen en de vertaling daarvan naareen programma en een beeldverhaal. Als gemeenschappelijk kader is een woonprogramma in 3 lagen van 5x10m aangegeven.De resultaten van de zijn op drie verschillende schaalniveaus uitgewerkt; stad en landschap, gebouwen stadslandschap engebouwen omgeving. De schaalniveaus werden in de verschillende groepen afzonderlijk uitgewerkt en vervolgens op elkaar afgestemd. Op deze manier werd de context ontrafeld en afgezet tegen de betekenis en invulling van de beeldtypen.

    Buiten Plaats I 12

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    14/137

    gebouwen omgevingarchlteclonische ooeldtypen:

    archilactonicha ooaldtypen:

    landschappelijke beeldlypen:

    onlwerpvilla

    architeL1.onJscns baaldtypen:

    landschappelijke beeldlypen:

    ontwerp stadsvilla

    Ontwerp openbare ruimteIn het ontwerp voor de faculteit van de TUDelft wordt het gebouw als een eiland veran-kerd op de asverschuiving van het stedelijk(Mekelweg) en landschappelijk (sloten}assenstelstel. De ruimtelijke knoop vergrootto t een vlak in het campuslandschap, inge-richt in de vorm van een aantal tuinen(bosco, watertuin en labyrint). Het gebouworinteert zich op de tuinen met als climaxde haard in de hal op de as van een van desloten.

    Ontwerp polder villaDe villa in IIpendam kiest haar strategischepositie op de overgang van twee poldersys-temen in het verstedelijkte lint aan de ring-dijk. De nabijheid van IIpendam en hetNoordzeekanaal worden door middel vanverwijzingen in het ontwerp opgenomen inhet panorama van de villa. De positie van devilla in het lint wordt gemarkeerd door deringdijk aan de zuidkant af te graven en devilla als een eilandop de rand van de ringdijk en de polder teplaatsen. De villa als een eiland temiddenvan eilanden (polder, bebouwing,etc.) vormthet centrale thema.

    Ontwerp stadsvillaVoor de stadsvilla in Amsterdam is de positiein het grachtenlandschap vooral bepaalddoor de knik in de Prinsengracht, de nabij-heid van de Westerkerk en de overgang vande bebouwingstypologie (Jordaan/grachten-gordel). Het gebouw vormt een ruimtelijkschakelpunt op deze strategische knoop envervangt de huidige brug over deBloemgracht. De schakelelementen in hethuis zijn als verschoven loggia's gericht opverschillende punten in de omgeving. Verweg en dichtbij worden op deze wijze binnende villa op elkaar betrokken.

    13 I Buiten P l a a t ~

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    15/137

    Het ontwerpend onderzoek heeft ertoe geleiddat er een inhoudelijke aanscherping en verrijking van de ontwerpopgave heeft plaatsgevonden. In de reeks van afstudeerplannen heeftvanaf 1998 een verdere verscherping en actualisering van de Buiten Plaats plaatsgevonden (ziehoofdstuk 2 'onderzoeksbijdragen' en hoofdstuk3 'ontwerpbijdragen'). Het Buiten heeft betekenis gekregen in de stad (Saskia Heusman, dec.'99) en buiten de stad (Judith de Koster, aug.'99 - Sandra van Assen, okt '99 - Jaco Woltjer,juni '99), maar ook in het landschap (Auke vande Weide, medio 2000 Marije ten Kate, apr.'99) en langs netwerken (Bart Bordes, febr.2000). Maar ook als onderzoek naar nieuwe vormen van landschappen ('Waterrijk', MarkVerdoold, medio 2000) binnen het territoriumvan het Hollandse Laagland5 .In de verdere ontwikkeling van de betekenisvan het woord 'Plaats' ligt wellicht een verbre

    ding van de opgave verborgen. VolgensHeidegger die in Sein und Zeit uit 1927 ingaatop het menselijk bestaan is de mens allang decentrale plaats in de schepping kwijtgeraakt diehet christelijke denken ons toebedeelde. Webevinden ons in een uithoek van het heelal: datbij uitstek verloren gevoel vormt het uitgangspunt van het denken van Heidegger. Door toedoen van de wetenschap hebben we onszelfvan de wereld losgemaakt en deze helemaal'buiten' ons geplaatst. Tegelijkertijd bevinden weons altijd al 'in' de wereld en 'verstaan' zo watwerkelijk is.

    5 Zie dummy Buiten Plaats - onderzoek en projecten, werkverband Landschapsarchitectuur, april1999

    Buiten Plaats I 14

    'Het Buiten' en 'de Plaats' kunnen wordengezien als een ontsnapping uit de alledaagsewereld en het zoeken naar de plek die de geborgenheid teruggeeft waarvan Heidegger beweertdat we die kwijt zijn geraakt. Deze nogal pessimistische kijk was, in zijn tijd, vooral gericht opeen tragische kijk op de wereld. Wellicht kan deBuiten-Plaats daarin een vorm van verlichting tebrengen.

    Door de Buiten-Plaats als 'Escape' tebeschouwen is het mogelijk tijd en ruimte sterker op elkaar te betrekken (zie afbeelding 6).Wat voor mogelijkheden en uitdagingen de inzetvan virtuele landschappen biedt voor de buitenplaats als (landschaps)architectonische interventie, kan in een volgende fase worden uitgewerkt.En verder ".Maar de inzet van de buitenplaats is het experimenteerstadium nog niet voorbij. Voorlopig isde buitenplaats als architectonische opgave nognauwelijks aan bod gekomen. Het programmaleidt vooralsnog tot vrij grote en complexegebouwen met een gevarieerd programma.Hierdoor blijft onduidelijk wat het wonen op eenBuiten nu anders maakt dan een woonhuis inhet groen.

    Inmiddels is door de bandbreedte van deopgave gebleken dat de vier thema' s als ontwerpinstrument sterker op elkaar betrokken dienen te worden. Tegelijkertijd blijkt dat het speelveld van de buitenplaats zich concentreert opde Randstad.

    Belangrijke leidraad blijft de integratie van deplanlagen op de verschillende schaalniveaus.Moge deze inzet aanleiding zijn voor een succesvol vervolg.

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    16/137

    'The Escape' als verbinding of vlucht tussen stad en landschap (advertentie KLM/Alitalia)

    15 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    17/137

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    18/137

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    19/137

    Clemens ...l I I . . ~ ; ; o ; ; ; . l L U . H ; . ! I . \ . I o ; ; ; . l L ~

    Het OnderzoeksthemaDe begrippen "buiten" en "plaats" worden van

    oudsher in verband gebracht met ruimtelijke ofarchitectonische kwaliteit. In stedelijke gebiedenmet (grootscheepse) verdichtings- en/of transformatie-processen staat deze kwaliteit onderdruk. In het atelier Buiten Plaats wordt gezochtnaar ontwerpmiddelen en planinstrumenten om"buiten" en "plaats" als kwaliteiten een nieuwe,landschappelijke inhoud te geven, passend binnen actuele stedelijke condities. "Buitenplaats"als historische combinatie van beide begrippenspeelt in dit onderzoek op twee manieren eenrol. Eerstens wordt het gebruikt, niet als historisch ideaalbeeld, maar als (tijdloos) type, waarinbruikbare architectonische kennis ligt opgeslagen. Verder is de buitenplaats heel de geschiedenis door gebruikt als "ontwerplaboratorium",waarin intensief met de verhouding tussen architectonische en landschappelijke kwaliteiten isgexperimenteerd. In het atelier wordt medegeprobeerd deze rol van de buitenplaats alsexperimentele architectonische interventie in hetlandschap en in de stad een nieuwe inhoud tegeven. De vraagstelling richt zich in algemenezin op de drie genoemde thema's: nl. buiten,plaats en buitenplaats, in een actuele, stedelijkecontext.

    De eerste vraag is: wat is "buiten" in een stedelijk landschap dat helemaal vol is en integraalis ontsloten? Kun je nog buiten zijn als er geennatuur of uitgestrekte lege landschappen meerzijn?Wat voor nieuwe landschappen kunnen de rol

    Buiten Plaats I 18

    van "buiten" voor de stad overnemen? Bij dezevraag gaat het in compositorische zin vooral omde verhouding tussen bestaande en ontworpenbeelden en ruimten. Welke ruimtecompositiewordt in het bestaande landschap geplaatst enwelke (materile) beelden worden daarbijgebruikt. In methodische zin gaat het om demanier waarop de landschapstransformatie totstand komt.

    De tweede vraag heeft betrekking op de vervaging van de topografische identiteit en op denivellering van het landschap. In het atelierBuiten Plaats wordt de vraag gesteld in hoeverrede moderne industrie, massawonen, massarecreatie en infrastructuur het landschap als coherent systeem, verpulveren en onleesbaar maken.Er ontstaan immers op veel plaatsen verzamelingen min of meer van elkaar onafhankelijke enmet elkaar concurrerende programma's; eenwereld van eigen vormen en wetmatigheden,onafhankelijk van de locatie op de landkaart.Architectonische objecten en stedelijke patronendie zijn losgeraakt van geografische of topografische condities, en die als zodanig a-topischgenoemd zouden kunnen worden.

    Door de verregaande verbreking van het contact met het landschap als oorspronkelijk gegeven moeten de gebouwde architectuur en destad steeds meer in zichzelf hun spiegelbeeld(het landschap) trachten te vinden. Heel hetdomein van de openbare ruimte wordt dan eenterritorium voor het zoeken naar nieuwe verhoudingen tussen stedelijke programma's en infra-

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    20/137

    Bron: Zee van Land, W. Reh, C. SteenbergenTekening: 8art Bordes

    19 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    21/137

    structuur aan de ene kant, en landschappelijkeen topografische fragmenten aan de anderekant. In het ontwerpend onderzoek van het atelier gaat het meer om de landschappelijkegelaagdheid van het ontwerp in architectonischezin dan om een landschappelijke geleding ofopdeling in materile zin. Met landschappelijkegelaagdheid is hier bedoeld de wijze waarop denatuurlijke gegevens en vormen, en de daaropontworpen technische schema's afzonderlijkbestaan, uit elkaar voortkomen; de wisselwerking ertussen, de harmonien, discontinuteitenenz. Hoe kan bijvoorbeeld de door moderneinfrastructuur opgeroepen atopie tegen markante Hollandse landschapstypen of plaatsgebonden condities van het laagland worden uitgespeeld? Bij deze tweede vraag gaat het in compositorische zin vooral om de verhouding tussenbestaande landschappelijke plattegronden endie van plannen. Is er bijvoorbeeld sprake vaneen confrontatie, een inpassing, of een anderebewerking. In methodische zin gaat het om devraag hoe de transformatie van de landschapsplattegrond tot stand komt.

    De derde vraag heeft betrekking op buitenplaatsen als katalysator van nieuwe landschapsontwikkeling.Buitenplaatsen worden van oudsher ervarenals bijzondere plekken in het stedelijke territorium. In Nederland stammen de meeste buitenplaatsen uit de 17e, 18e en 1ge eeuw. In de 20eeeuw zijn er amper nieuwe aangelegd. Toch isvoor veel mensen wonen 'buiten' met goedeverbindingen naar de stad, een ideaal. De marktspeelt hierop in door het aanbieden van suburbane woningen en luxe appartementen.Landbouw en natuurbeheer vragen meerbeleidsruimte en onderzoek om plannen voornieuwe landgoederen tot uitvoering te brengen.De overheid wil ruimtelijke kwaliteit stimuleren,maar deinst er voor terug om de deur open tezetten voor dit soort projecten, omdat menbeducht is voor ongecontroleerde suburbanisatie van het landelijk gebied.Hoe kan de buitenplaats als architectonischeinterventie een bijdrage leveren aan de herinrichting en toekomstige vorm van het Hollandselaagland en de Hollandse stad? Voor een beantwoording van deze vraag is het nodig het nieu-

    Buiten Plaats I 20

    we buiten te verbinden met actuele transformaties in het landschap, zoals nieuwe water-,natuur- en ontsluitingsstructuren. Deze derdevraag heeft vooral te maken met de manierwaarop bestaande programma's zoals bijvoorbeeld landbouw, planmatig in nieuwe (bijvoorbeeld wonen, natuurbouw) kunnen wordenomgezet.

    Samenvattend gaat het in het ontwerpendonderzoek van dit atelier om een systematischearchitectonische transformatie van topografischeplattegronden, landschappelijke ruimten, natuurbeelden en functionele programma's.Buiten als s t e ~ a e l l l K ideaalAls de dichter Petrarca (1304-1375) hetberoemde literaire verslag doet over zijn ruimtebeleving van een geheel nieuwe soort (1366),zijn "treden buiten de ruimte", dan heeft dezedramatische gebeurtenis plaats op de top vaneen berg, de Mont Ventoux bij Avignon. Hierwas de uiterste distantie bereikt ten opzichtevan het schouwtoneel der omringende wereld.De enorme afstand reduceerde conventionelereferentiepunten tot onbetekenende stippen inhet beeld. Als alle referentiepunten zijn verdwenen, wordt de ruimte onmeetbaar. Ook allebewegingen in het panorama worden door deafstand gerelativeerd en tot niets gereduceerd.Zo verdwijnt de notie van tijd, die slechts aanbeweging meetbaar is. Petrarca heeft zichzelf"buiten de werkelijkheid geplaatst".Terugblikkend op de eigen wereld verschijntdeze in een nieuwe gedaante. De ononderbroken vergezichten brengen een gevoel vanomslotenheid op kosmische schaal teweeg.Petrarca associeerde bovendien de actuele fysische ruimte met de puur inwendige verten vancontemplatie en pozie.Een van de belangrijkste geschreven bronnen

    van de tuinaanleg in de late middeleeuwen is hetLiber Ruralium Commodorum van Pietro deCrescenzi (1311). Bij hem is er nog geen sprakevan directe of indirecte verwijzingen naar deomgeving of naar het landschap. Zijn tekeningvan een boerenerf met erbuiten alleen een duiventoren en een boomgaard weerspiegelt eenharmonische, gesloten levenscyclus. Hoewel het

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    22/137

    idee van de hortus conclusus (de besloten tuin)in n onderdeel van de Renaissancetuin, dezogenaamde "giardino segreto" (geheime tuin)bewaard bleef, weerspiegelt het idee van hetbuiten een fundamentele verandering. Het landschap kreeg betekenis in samenhang met hetarcadische ideaal van de vita rustica (het landleven). De natuur werd een essentieel decor voorhet verblijf van de stedeling op het platteland.

    De aanleg van buitenplaatsen werd mogelijkop het tijdstip dat door beheersing van het achterland vanuit de steden de noodzaak van deversterkte plattelandsvestiging vervallen was.Bestaandd buitenverblijven van de stadsadelkonden worden omgevormd en nieuw aan teleggen villa's behoefden niet meer verdedigbaarte zijn. Beide types, zowel de landbouwvilla alsde villa die uitsluitend ten behoeve van degenieting van het buitenleven werd aangelegd,representeerden het ideaal van de villeggiatura.Met de term "villeggiatura" werd de (seizoensgebonden) trek van de stedelijke aristocratie naarbuiten aangeduid. In de villeggiatura, werd hetklassieke ideaal van "otium" (rust en studie) alstegenhanger van "negotium" (arbeid) tot nieuwleven gebracht.Beide programma's speelden een wisselenderol in de villa-aanleg. Zelfs Palladio's villa's in dePo-vlakte (Veneto), die in wezen efficint georganiseerde landbouwbedrijven zijn waarvan hetprogramma was bepaald door ingrijpende agrarische hervormingen en een veranderde landbouwpraktijk, representeren het ideaal van devita rustica in de wijze waarop ze in het landschap zijn geplaatst.

    Het buiten speelde ook een rol in de kolonisatie van het achterland van de stad. De exploitatie van het platteland bood mogelijkheden totherinvestering van handelskapitalen, to t oplossing van het nijpende voedseltekort en to t eenvermindering van de werkeloosheid. Bij buitenplaatsen viel de economische belangstellingvoor de agrarische productie samen met deverschijning van theoretische traktaten, waarinde landarbeid als hoogstaande en deugdzamebezigheid werd geprezen ("Santa Agricoltura")en het boeren bestaan ge'idealiseerd ("VitaSobria"). Ook werden er nieuwe modellen in ont-

    wikkeld voor agrarische bedrijven. Door eenarchitectonische uitwerking van de boerderijwerd geprobeerd de culturele betekenis van delandbouw en de status van de landheer tot uitdrukking te brengen. Voor de realisering van ditbouwprogramma werden door architecten zowelelementen aan de traditionele types van de plattelandsboerderij als aan het luxueuze stadspaleis ontleend.

    In de klassieke buitenplaats is de stad "binnen" en het landschap "buiten". Maar toch ishet de stad, die de condities schept voor hetstedelijk buiten, vooral in programmatische zin.Bij de keuze van locaties voor buitenplaatsenspeelden economische, en speculatie-ve overwegingen de hoofdrol. Verder speeldenaast het zicht op de stad (het centrum van demacht) ook het uitzicht op andere bezittingeneen belangrijke rol. De villa's werden bij voorkeurin elkaars gezichtsveld geplaatst. De rond destad gelegen horizon vormde een belangrijkebegrenzing van het domein.

    De moderne villa is tegelijkertijd een reductieen een transformatie van de klassieke villa, dieaan de ontginning van het cultuurlandschap wasgebonden. De formele en functionele relatie tussen de villa en het cultuurlandschap is daardoorbroken; de moderne villa's zijn in beginselautonome objecten, die op strategische puntenin het landschap of in de natuur worden geparachuteerd.

    Het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) vanAmsterdam (1935) ontworpen door C. vanEesteren was geplaatst in het regionale landschap, niet alleen wat betreft de infrastructuurmaar ook voor wat betreft het betrekkelijk nieuwe fenomeen van de recreatie (deze twee verschijnselen zijn uiteraard nauw met elkaar verbonden). De nieuwe mobiliteit van de stedelijkebevolking relativeerde de betekenis van de stedelijke parken; men kon immers (met de streekbus en de auto) veel verder naar buiten trekken.Opmerkelijk is dat de plekken die voor de stedelingen van belang werden geacht samenvallenmet het natuurlandschap zoals de veenplassen,de veenriviertjes en de duinen; aan het cultuurlandschap werd geen recreatieve waarde toege-

    21 1Buiten PI,

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    23/137

    kendo Wij zien hier een proces van reductie,waarin het in feite veel ingewikkelder regionalelandschap wordt herleid op twee complementaire grootheden: stad en natuur. Het stedelijkgroen, waarin het stedelijke recreatieve programma werd ondergebracht, vond zijn complement in de natuurgebieden in de regio en ook devilla's en de vakantiehuisjes zochten de natuurop. Daarna kan de omkering van de rol van hetstedelijk buiten van instrument voor ontginningtot instrument voor natuurbouw worden voltooid.Plaats als Architectonisch

    Dezelfde Petrarca die schreef over zijn ruimtebeleving op de Mont Ventoux schreef dat zijnvil/eHa in Frankrijk twee tuinen had, n gewijdaan Apollo, voor de beheersing en het rationeledenken en n gewijd aan Bacchus, voor hetzintuiglijke en het gevoelsmatige denken. Dezedualiteit is wezenlijk voor de verschillende notiesvan plaats.De klassieke oorsprong van het begrip topos,zoals dat voorkomt in de woorden "topografie"en "topologie", ligt verankerd in de Grieksemythologie en refereert aan het natuurlandschapals woonplaats van de goden. Die plaats is labyrintisch en schaalloos; de topos heeft geenmeetkundige bepalingen. De Griekse tempel ende Akropolis zijn bekende voorbeelden waarinde topos, de plaats in het natuurlandschaprechtstreeks werd verbonden met de architectuur van het gebouw. Als architectonisch begripverwijst "topos" naar de plaats van een ontwerpin het ongeordende landschap; de chaos."Topos" staat tegenover het eveneens klassieke begrip "locus" dat ook "plaats" betekent,maar dan plaats in een geordend systeem ofmatrix. De klassieke oorsprong van het begriplocus ligt verankerd in het templum, de heiligeplaats van de stadsstichting, en in de ontwerpmatrix van de Romeinse ontginning. De locus ismeetkundig bepaald; het is de plaats in hetrationeel geordende cultuurlandschap, waaraanafstand en tijdmeting zijn gerelateerd. Als deRomeinen een nieuwe stad stichtten, kwam eenpriester het terrein afbakenen. Daarna trok hijmet zijn staf twee orthogonale lijnen, n georinteerd op de poolster en de andere parallelaan de zonnebaan. Deze handeling bezegelde

    Builen Plaats I 22

    de stad tot een bepaalde plaats, die de orde vande natuur weerspiegelt in haar grondplan.In de buitenplaats liet de rationele ordening delabyrintische onverlet. Sterker nog, zij veronderstelden elkaar; de metende beheersing steldenoodgedwongen de chaos aan de orde. De

    labyrintische plaats werd in de Renaissance-villabewust gemaakt in het 'amora bosco'; in de VillaLante uit omstreeks 1560 waren het bosco ende ceremonile tuin ongeveer even groot engelijkwaardig. In de 17e eeuw werd de labyrintische ruimte door het barokke geweld van despiegelas uit de tuin verdrongen maar leefdevoort in de magische traditie van de hydraulicaen de geheimzinnige spelletjes in de omgevendebosketten. In de 18e eeuwse Engelse landschapstuin werden het labyrintische en het geometrische verenigd in "the genius of the place"."Genius loci" is geen eenduidig begrip. Hetheeft betrekking op de identiteit of het wezenvan een bepaalde plaats, zoals die is bepaalddoor de natuurlijke oorsprong, de geschiedenisof de mythologie. "Topos" en "locus" spelenhierin beide een rol van wisselende zwaarte, enhet is de taak van de ontwerper hierover uitspraken te doen.

    In Holland kan de rationele buitenplaats worden opgevat als een landschapsarchitectonischebewerking van de landbouwkavel of als de projectie van een rationele kavel op het natuurlijkelandschap. Het Hollandse cultuurlandschapbestaat op de regionale schaal uit een legpuzzelvan fragmenten, waarvan de samenhang is tevinden in de waterstructuur van het onderliggende natuurlandschap. De waterstaatkundige 'ontginningsmatrix' vormt het belangrijkste intermediair tussen het natuurlandschap, het cultuurlandschap en de stad. Het spreidingspatroonvan de buitenplaatsen in het ommeland hingdirect daarmee samen.

    Dit buitenplaatsenlandschap geeft de meestcomplexe architectonische organisatie van hetlaagland weer. Afhankelijk van het landschapstype zijn er verschillende aggregaten. Op destrandwallen ontstonden er reeksen die indwarsrichting gekoppeld waren via het uitzichten/of lanensteiseis in de strandvlakte. Langs de

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    24/137

    Case Study House 22, een stedelijk buiten als architectonische bewerking van een rotsformatie in de vlakte van Los AngelesBron: Architectuur en Landschap, de techniek van rationele, formele en picturale enscenering, W. Reh, C. SteenbergenTekening: Jaco Woltjer

    23 I Bulten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    25/137

    binnenduinrand, bij de Wijkermeer, ontstond eentheatrale landschapscompositie, een regionaallandschapstheater dat de binnenduinrand visueel verbond met Amsterdam. In 'sGravelandmarkeren de buitenplaatsen een nieuw architectonisch landschap dat ontstond uit een bewerking van een veenontginning en een zandafgraving. langs de Amstel en de Vecht ontstondenreeksen met kruiselingse zichten over het water.In de droogmakerij vormden de buitenplaatsenreeksen langs de polderlanen, aan de achterzijde gekoppeld via het afwateringsstelsel.De landschapstypen van het Hollandse laagland hebben een rijk geschakeerd palet aan bui

    tenplaatsen opgeleverd. De natuurlijke geomorfologie en de kolonisatietechniek zijn bepalendgeweest voor de architectonische differentiatie.In die zin waren de Hollandse buitenplaatsenarchitectonische "observatoria" waarin de ruimtelijke kwaliteit van het landschap van de deltaonder de loep werd genomen. Zij vormden tezamen een 'Pantheon der lage landen', waarin dearchitectonische rijkdom van het laagland werduitgebeeld en geborgen.De Formele n i " ~ l r n r n ! : I 1 ' l r ' ~

    Architectonische regels en instrumenten voorde bewerking van plaats, ruimte, natuurbeeld enprogramma in het landschap, zijn in het bijzonder in de Italiaanse Renaissance ontwikkeld.Naast de studie van de antieken richtte derenaissance-architect zich op de studie van'natuurlijke' vormen en in het bijzonder op de

    proportionele verhoudingen van het menselijklichaam. We zien een groot aantal pogingen omde menselijke figuur in geometrische vormen enmaatstelsels te vangen.De belangrijkste consequentie voor de archi

    tectuur van de buitenplaats was niet alleen deopvatting dat er een ideaal proportioneel stelselaf te leiden zou zijn, maar vooral dat de relatietussen het buiten en het landschap, of nog algemener, mens en natuur zich kon openbaren binnen dit formele stelsel van maten en verhoudingen. Voor de architect was het zaak om hetnatuurlijke landschap te representeren enbovendien de verborgen ordening te destilleren

    Buiten Plaats I 24

    uit de chaos zoals de natuur zich aan hemvoordeed. Het toneel hiervoor was de tuin.Binnen het territorium van de tuin als schakeltussen landschap en gebouw kon het spel worden gespeeld tussen de representatie van denatuur en de ordening ervan.

    Het buiten kan dan worden opgevat als eenformeel schema dat over het landschap isgelegd en waarin die onderdelen van het landschap, die binnen het bereik van het schemavallen, zijn geordend en gentensiveerd door deafzonderlijke elementen van de tuin. Het plan alsgeheel kan samenvallen met het territorium vande tuin. De landschappelijke bepaling vindt danplaats in de behandeling van de rand en in derangschikking van de elementen van de tuin alsverwijzing naar het omliggende landschap. Zokan bijvoorbeeld de positie van de hoogtelijnenduidelijk worden gemaakt door de verspringingen in het maatstelsel van de tuin. Soms wordthet landschap ook letterlijk binnen het domeinvan de tuin gebracht door schilderingen.

    Het buiten was het toneel waar de genietingvan de natuur werd gecultiveerd en onder controle gebracht. Hier vond de organisatie, deomvorming en perfectionering van de natuurplaats volgens de vastgestelde regels van dearchitectuur. Deze bewerkstelligde deintegrazione scenica van het buiten in het landschap.

    Tussen de compositorische onderdelen vanhet buiten kan een spanning bestaan wanneereen van de onderdelen sterk wordt verbijzonderd. Bijvoorbeeld het moment waarop de vraagkan worden gesteld of de landschappelijkeenscenering nog binnen het plan wordt vastgelegd of dat de organisatie is overgenomen dooreen van de planelementen. Dit is het geval bij deintroductie van de over het landschap gelegdeas. Soms is deze as zodanig verzelfstandigd datde interactie met het landschap erdoor wordtbepaald. De ordening van landschappelijke elementen buiten het eigenlijke territorium van detuin kan dan worden gezien als het organiserenvan een toevalligheid binnen een door de asbepaalde hirarchische ordening.

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    26/137

    Bij de Veneto-villa van Palladio trad deze verschuiving in de betekenis van de tuin op insamenhang met een veranderend landschapsconcept. De fijnzinnige genieting van de natuur,behoefde een fraai, arcadisch landschap datgeen productieve betekenis had. De natuurperceptie was het complement van een stadscultuur. De villa's van Palladio waren echter gesitueerd in een vlak, uitgestrekt productielandschap,dat geen rechtstreekse verwijzing naar het arcadische ideaal van de vita rustica toeliet. Bij delandbouwvilla van Palladio is de tuin een erf entegelijk een ceremonile inleiding tot de trapnaar de piano nobile (belle tage). De interactietussen villa en landschap vindt hier plaats metde middelen waarmee het bedrijf en het landschap zelf worden georganiseerd. Landschap envilla worden door lege assen in n architectonische ordening gebracht. De ordening kan toev'oegingen in zich opnemen en er kunnen elementen uit worden weggelaten. De dominantievan het huis door de centrale ligging op deassen en de verheven positie van de pianonobiIe heeft een tweeledig effect. De transformatie van het landschap van object van genotnaar middel tot productie heeft geleid tot detotale beheersing ervan. Aan de andere kant is

    daarmee de oorspronkelijke reden van het verblijf op het land, namelijk de verlustiging in denatuur binnen het afgeperkte domein van devilla, tenietgedaan. Wat buiten verloren ging, konechter in het interieur worden hersteld door fresco's. In de hal, die door Palladio als een openbare ruimte werd gedefinieerd, werd de villa alshet ware binnenstebuiten gekeerd. In de ontmoeting met de geschilderde natuur werd hetlandschap alsnog in zijn arcadische betekenishersteld.De moderne conditieGroei van de stad leidt tot onbegrensde enverdichte netwerken (infrastructuur) die de topografie aan stukken scheuren. Zo ontstaan gesoleerde, losgesneden plekken, zogenaamde"non-places". Maar dezelfde netwerken scheppen tegelijkertijd ook allerlei nieuwe topografische relaties en condities. Ze leggen bijvoorbeeld ook verbindingen met idyllische, ver weggelegen landschappen en lof steden, die via hetnetwerk vlakbij komen.Buiten zijn is een oud ideaal, maar wat betekent 'buiten' eigenlijk in een landschap dat helemaal is verstedelijkt? Wat voor ruimtelijke kwaliteiten zijn ermee verbonden? Is het mogelijk de

    Ontwerpexperiment Park Haarlemmermeer, projectie Central Park. Bron: C. Steenbergen, B. v.d. Heuvel. Tekening: H. v.d. Horst

    25 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    27/137

    kwaliteiten die er traditioneel mee verbondenzijn ook in een stedelijk fragmenten landschap temaken of is buiten een utopia geworden, eenplaats die niet echt bestaat? De filosoof MichelFoucault hanteert in dit verband het begrip heterotopia. Hij noemt een aantal principes die zo'nheterotopia tot een plaats, buiten andere plaatsen maken. Zo'n voorwaarde is dat n plaats,meerdere, eigenlijk onverenigbare plaatsenomvat, zoals dat ook in een theater, bioscoop of{dieren-}tuin gebeurt. Een ander principe is deaccumulatie van tijd (vergelijk musea of bibliotheken) op n plaats. Ook kan zo'n plaats ineen geconditioneerde verhouding staan tegenover plaatsen erbuiten, en bijvoorbeeld een illusie scheppen tegenover de werkelijkheid of juisteen rele constructie zijn waarvan de perfectie,precisie en afwerking tegenover het alledaagsestaan.

    Zulke principes maken het mogelijk de begrippen buiten en plaats te moderniseren en kwalitatief te definiren. Het gaat dan om metaforenvan eilanden, domeinen, territoria, observatoriaenzovoorts. De buitenplaats is niet alleen eenclassicistisch type maar ook een rijk reservoiraan lucide visies, in eerste instantie vaak geassocieerd met dichterlijk wonen, in direct contactmet het water en de wind, omgeven door eenartistieke selectie van elementen uit het landschap zoals planten en dieren. Essentieel is echter, dat men hier de tijd "buiten" doorbrengt,buiten het werk, buiten het verkeer; of dat nu vervan de stad, aan de rand of zelfs er middenin is.

    De huidige betekenis van "Buiten" ligt in dewijze waarop dit tegelijk in en buiten de stad, denatuur en het landschap is geplaatst en als eenkijkdoos topografische, ruimtelijke en programmatische aspecten manipuleert. Hier liggen dearchitectonische sleutels tot het begrip van deplaats en de wijze waarop deze met bijvoorbeeld de geomorfologie en met het territoriumvan de stad is verbonden.

    In abstracto zijn buitenplaatsen stedelijkeschema's en programma's die het landschap alsgrondvorm en context op architectonische wijzeleesbaar maken. Als ze landschappelijk-strategische plekken innemen (bijvoorbeeld in reeksenlangs een rivier, rond een plas, in een droogma-

    Buiten Plaats I 26

    kerij) kunnen ze bouwstenen zijn voor het ontwerp van nieuwe openbare landschappen op deschaal van het stadslandschap.

    Vanuit dit gezichtspunt is een zekere systematisering van ontwerpvragen denkbaar.- Buiten de stad"Buiten" lag buiten de stad, en de stad had duidelijke grenzen, die de rand van de stad bepaalden. Toch was er ook altijd een ommeland datbij de stad hoorde; een territorium waarin destedelijke invloedssfeer zich manifesteerde. Inhet metropolitane landschap na de Vinex zullende grenzen van de steden in de Randstadsteeds verder vervagen. "Buiten" is dan minderdan vroeger de tegenpool van de stad. Watbetekent "buiten" als er eigenlijk geen buitenmeer is, omdat er een inversie is opgetreden vanlandschap in stad? Hoe en waar kun je zo'n buiten ontwerpen?- Buiten de infrastructuurToch blijven er altijd grenzen. De grenzen vannu worden bijvoorbeeld gevormd door zwareinfrastructuur. Hoe is "plaats" te definiren in

    zo'n labyrinth van infrastructuur, en wat betekenen versnelling (in de richting van destroom) en vertraging (dwars erop) voor debereikbaarheid van "buiten" en het landschap? Hoe kunnen nieuwe "plaatsen" voorworden ontworpen?

    - Buiten het cultuurlandschapVan oudsher zijn buitenplaatsen gekoppeldaan elkaar en aan structuren in het landschap, bijvoorbeeld de duinen, de rivieren.Ook gemeenschappelijke interesses (bv.landwinning, zandafgravingen) leverden eenreeks van buitenplaatsen.Processen in het landschap die aanknopingspunten bieden voor het creren van nieuwecondities zijn ook nu nog aanwezig, bijvoorbeeld de marginalisering van landbouwgrond,het verdrassen van land tot natuurgebied, deaanleg van nieuwe waterbergingen enz.Welke kansen levert dit om het stedelijke"buiten" in te zetten als strategie om zowelverstedelijking als vernatuurlijking tegen tegaan?

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    28/137

    - Buiten het individueleBuiten zijn is altijd ingebed in een vorm vangemeenschappelijkheid, waarbij het wonen isgekoppeld aan een gemeenschap die zorgtvoor het beheer, het onderhoud en de exploitatie. Wat zijn kritische grenzen als het gaatom stedelijke buitens, wat is economischhaalbaar, om hoeveel bewoners gaat hetdan? Wat voor gebruiksvormen met een collectief karakter zijn denkbaar? Hoe is dan deverdeling priv-openbaar, en hoe groot is hetdomein van zo'n buiten?

    - Buiten het materile"Buiten" staat altijd in het teken van culturelereflectie. Het gaat steeds om het zoeken vaneen evenwicht tussen otium (ontspanning) ennegotium (werk). Natuurbeschouwing introduceert een kunstzinnig niveau verbondenmet muziek, schilderkunst, literatuur en filosofie. Hoe kan het programma hierop inspelen, en een culturele inbedding sturen, zodat'landschap' en 'kunst' weer gaan samenvallen; en het cultuurlandschap weer een kunstwerk wordt?

    ', .

    27 I Buiten PI,

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    29/137

    Eric van der

    De buitenplaats staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Als oude term ineen nieuw jasje lijkt het een antwoord te kunnengeven op de verstedelijking van het landschapen biedt het mogelijkheden voor nieuwe woonvormen in het groen.Om inzicht te geven in de actuele ontwikkelingen in de praktijk zijn in het kort twee benaderingswijzen naast elkaar gezet. De eerste vormtde zogenaamde top-down benadering waarinvanuit de overheid de buitenplaats wordt ingezetals een proefballon voor nieuwe vormen vanlandschap en verstedelijking. De tweede benaderingswijze wordt ingezet vanuit de markt en isgericht op "nieuwe" woonvormen in het groen.

    In hoeverre wordt in deze benaderingswijzende buitenplaats als een nieuwe ontwerpopgaveomschreven en hoe wordt gebruik gemaakt vanhet culturele erfgoed om de opgave aan tescherpen? Kan de buitenplaats na de renaissance, de verlichting en de romantiek opnieuw fungeren als een ruimtelaboratorium waar de ontwerpopvattingen van deze tijd in weerspiegeldworden? Is de buitenplaats inzetbaar als architectonische interventie in het stadslandschap?

    Een zoektocht naar nieuwe mogelijkheden.

    s t r ' a t ~ e q l l s c n ruim-In 1995 werd door het Ministerie van LNV deVisie Stadslandschappen (1) uitgegeven, eenzoektocht naar de nieuwe opgaven op het

    grensvlak van de stad en het landschap. Decentrale vraag was of de buitenplaats alsbeleidsinstrumentarium inzetbaar is voor de verstedelijking van het stadslandschap. Het ant-

    Buiten Plaats I 28

    woord hierop werd deels gegeven door deinzendingen van de besloten prijsvraag NieuweLandgoederen (2) in opdracht van het ministerievan LNV (mede in het kader van het EuropeesNatuur-beschermingsjaar). De bekendheid rondom deze publicaties heeft geleid tot de herintrede van de buitenplaats en het Ir.rl,..,' ........ rl

    In de richtlijnen en randvoorwaarden van hetLNV (3) bestaat het voornaamste onderscheidtussen een landgoed en een buitenplaats uit degrootte van het terrein. Het landgoed fungeert,als vanouds, als een bedrijfseconomische eenheid en de nieuwe buitenplaats wordt gevormddoor een complex dat bestaat uit gebouwenmet een omringend park. Een belangrijk uitgangspunt voor beide benaderingswijzen is deopenbare toegankelijkheid van een deel van hetterrein.

    Criteria voor de aanleg van een buitenplaats:2-5 ha80% heeft een groene functie en is openbaarmax. 5% bebouwd en niet hoger dan 20m (onder deboomgrens)recreatieve (mede-)gebruiksmogelijl

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    30/137

    De inzet van de buitenplaats (en het landgoed)als strategisch ruimtelijk ordeningsinstrumentvindt vervolgens plaats op twee verschillendespeelvelden, de randstad en het gebied daarbuiten, de rest van Nederland.*De buitenplaats als model voor de verstedelijking

    Binnen de stedelijke agglomeratie wordt debuitenplaats op twee manieren ingezet. De eerste ligt in de meerwaarde om met reeksen vanbuitenplaatsen aaneengesloten groenstructurente ontwikkelen zoals dit op traditionele wijzeplaatsvond op de overgangen van verschillende.landschapstypen. Voorbeelden hiervan zijn terugte vinden langs de duinranden (Wassenaar), derivieren (Vecht en Amstel) en veenafgravingen('S Gravenland, Hilversum).Op deze wijze kan de stad zich als een steedsverder ontwikkelende tapij tmetropool verzekeren

    Haagse Beemden - het buiten binnen de stad (9)

    In het vervolg van de tekst is de buitenplaats synoniem voorhet landgoed tenzij anders vermeld

    van groene longen, zoals dit onder andere wordtgellustreerd in de dissertatie vanL.J.M.Tummers en J.M. Tummers-Zuurmond"Het land in de stad" (4). In de zoektocht naarnieuwe concepten voor stad en land binnen deagglomeratieve stedebouw staan de HaagseBeemden (Breda) model voor het buiten binnende stad. Het bestaande landgoed is in de planvorming opgenomen als het hart van de nieuwewijk.De tweede inzet wordt gezien in de verruimingvan het programmatische kader. De buitenplaatswordt daarbij niet alleen beschouwd als een

    "nieuwe" woonvorm in het groen, maar tegelijkertijd als een als klankbord voor nieuwe woonen werkvormen in een groene setting.Buitenplaats Ypenburg wordt gezien als eenmetafoor voor exclusieve woonvormen in eenVinex-outfit.

    29 I Bulten PIa;

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    31/137

    De buitenplaats als nieuwe vorm van natuurBuiten de Randstad worden de buitenplaats enmet name het landgoed vooral gezien als eenoplossing om de in verval geraakte landbouween face-lift te geven. Door rood te combinerenmet groen wordt niet alleen een economischperspectief geboden, maar tevens de mogelijkheid stukken landbouw terug te geven aan denatuur (5). Braakliggende landbouwgrondenI

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    32/137

    De regels waren oorspronkelijk opgesteld metals doel de bestaande landgoederen te ontlasten en om iets van de oorspronkelijke rijkdomtoegankelijk te maken voor een groter publiek.Echter niet als uitgangspunt voor de aanleg vannieuwe landgoederen! Deze missen de allure enuniciteit die voortleeft in het culturele erfgoed.Tot ongenoegen van de Rijksdienst voorMonumentenzorg (7) moet men nu met ledeogen toezien hoe deze regels een ingang verschaffen voor de aanleg van nieuwe landgoederen zonder daarbij een culturele bijdrage te leveren in de vorm van een landschappelijk monument of een gebouw van allure.BonOM-UPDe m E ~ m : : l l a ( l t S als t"V"I..:l, ... Lri ........ ...r hInmiddels is er vanuit de markt ook een nieuwetendens zichtbaar. In tijden van economischehoogconjunctuur komt een steeds grotere groepmensen in de gelegenheid te investeren inonroerend goed. Het verlangen naar ambachtelijke kwaliteiten komt tot uitdrukking in een nostalgische wens naar klassieke voorbeelden. Jezou hierin een parallel kunnen trekken met deontwikkeling van het buitenleven in de renaissance waarin een nieuwe groep mensen, vertegenwoordigd door de Midici, zich profileerdennaast de adel en de kerk. Naast de villa urbanawerd de villa rustica, als bloem van de stad, detegenpool van het stedelijke leven op het platteland. De tuin en het huis werden gebruikt omgedachten over toekomst en verleden in teweerspiegelen. Men greep terug op de klassiekeidealen van de Romeinen en de Grieken alsoverheersers van de wereld. En met de ontdekking van het perspectief in de Renaissance ende verovering van de aarde werd ook de horizonbinnen de plangrenzen gelegd. Verbeelding enmystiek kregen in de tuin een nieuwe gedaantein de vorm van onder andere grotto's en beelden.Met andere woorden, vanuit de markt kwamde behoefte en de vormgeving speelde in op deveranderende tijden. Vanuit de schilderkunst,beeldende kunst, architectuur en landschapsarchitectuur werd gezocht naar een eigentijdseweergave van de wereldlijke idealen. Dit roeptde vraag op in hoeverre en in welke mate debuitenplaats opnieuw een spiegel van de tijd kanzijn?

    De kenmerken van de oude landgoederen:strategische situering, nabij water en niveauverschillen

    2 afgelegen ligging met ommuring3 tonen van de economische kracht4 de eigenaar als wereldburger met goede smaak en ken

    nis van de Oude Wereld5 tonen van luxe, je loopt vooraan6 het hebben van een sieraad voor je eigen genoegen (de

    tuin als verbeelding van landschap)7 op lange termijn je naam laten voortleven8 een degelijke bouw, zodat de investering er in de toe

    komst uit zou komen9 de ruimte van het landschap binnen de plangrenzen

    halen

    Kenmerken van nieuwe landgoederen, afgeleid van deoude:

    strategische ligging nabij centra, snelwegen: goedbereikbaar

    2 veiligheid rijke mensen leven liever low profile dan duidelijk herkenbaar

    3 tonen van luxe niet overdone, maar wel getuigend vangoede smaak

    4 het hebben van een mooi sieraad voor je eigen genoegeneen degelijk bouw

    en aanvullend;6 absolute privacy7 alleen met eigen mensen omgaan met meergezinswo

    ningen, dus ballotage8 dicht bij voorzieningen en onafhankelijk van de auto9 ruimte, zowel rond de woning als in de woning.Overmaat schaadt niet10 zoveel mogelijk ruimtes op de begane grond11 ruimte voor gasten12 ruimte voor hobby's; golf, paardrijden, (winter)tuinieren,

    muziek, etc.(Frits van der Kooij, Rentmeester landgoed Midachten, naaraanleiding van een rondleiding op het landgoed voorjaar1997)

    Evenals in de tijd van de Renaissance enIndustrile Revolutie is er sprake van een nieuweelite die gekenmerkt wordt door voorschrijdendeontwikkelingen in de technologie- en handelswereld. Daarnaast is er sprake van een steedsgroter wordende groep Yuppies (Young UrbanProfessionals) en Dinkies (Double Income NoKids). Voor deze "nieuwe elite" is het vrijstaandehuis het toppunt van de zelf verworven vrijheid.Voor de top is dit ideaal al bereikt. Zij zitten ver-

    31 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    33/137

    scholen achter grote hagen in de luwte van destad, in de duinen en in het Gooi. Voor de tweede groep komt dit ideaal steeds verder binnenbereik. Traditie en waarden worden niet meer zonauw genomen, immers kwaliteit is te koop.Deze nieuwe vorm van vrijheid vertaald zich inhet wilde wonen; koop je woning in de supermarkt. Exclusiviteit wordt verpakt in de naamgeving van verschillende type cataloguswoningen.Kenmerkend is ook de vlucht naar het buitenland in de vorm van een tweede woonhuis inBelgi, Zuid-Frankrijk of op de Antillen.

    De vraag is of het hier nog wel een buitenplaats betreft. Is een woning in het groenmeteen een buitenplaats en is een landgoed eenwooncomplex in een polderbos? Biedt dezebenadering genoeg draagvlak voor een inhoudelijke aanscherping van de opgave?Een \lo .. ."",rt"" ... IIIIf l ) e n ) I ) E ~ c t : l e T of eenbuitenkans?!Nu duidelijk is met welke inzet de buitenplaatsen het landgoed worden toegepast komt menaan een aantal constateringen niet voorbij.De veranderende rol van de opdrachtgeverDaar waar vroeger alleen de eigenaar statusgaf aan zijn eigendom door een ontwerp dat inzijn ogen zijn macht weerspiegelde, zijn er nutwee verschillende opdrachtgevers, de overheiden de ontwikkelaar/belegger. In beide gevallen isde uiteindelijk bewoner slechts afnemer van hetaangeboden product.

    In de formulering van de opgave wordt niet ofnauwelijks ruimte gegeven om zelf gestalte te

    Het vrijstaande huis als absolute woonideaal van de 21 eeeuw, advertenties Vivenda, januari 1998 en Residence,4

    april 1998)

    Buiten Plaats I 32

    geven aan een vrije invulling. De markt bepaaldde inzet en de waarde.Verandert het ontwerp hierdoor in een set vanregels of kan het de ontwerpopgave op de juiste

    manier prikkelen?De buitenplaats als legenda-eenheid

    Buitenplaats en landgoed worden ingezet alsstrategien voor de verstedelijking van hetstadslandschap en de vernatuurlijking van hetcultuurlandschap; bijzonder gebruiksgroen meteen rood tintje.Daar waar vroeger landschapsarchitecten alsVignola, Ie Notre en Brown de horizon binnen deplangrenzen trachtten te verruimen en als hetware de schaal van het landschap probeerdente ontstijgen in de bewerking van het landschapstheater, lijkt de opgave te bestaan uit eende inpassing van een goed doortimmerd fietspadenplan in weelderige productiebossen of ecologisch heringerichte beekdalen.De buitenplaats als beleggingsobject.Alhoewel de Natuurschoonwet uit 1928 .bedoeld was om bestaande landgoederen tehandhaven bieden de destijds opgezette fiscaleregels nu de hoofduitgangspunten van het LNVvoor het opzetten van nieuwe landgoederen.

    In hoeverre bieden deze regels een garantievoor datgene waar een buitenplaats van oorsprong uit voort kwam? Namelijk, de aanleg vaneen van een sieraad tot lust en genoegen vanhet eigen gebruik, met daarin een reflectie vande wereldse idealen!

    MAKELAARSKANTOOJl p, HUREN

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    34/137

    Het Gesamtkunstwerk voorbij?!De eis dat alle landgoederen 30% (productie)bos (in het kader van de compensatieregeling)moeten bevatten maken het in de huidige situatie tot een speelbal zonder context. Dit betekent immers in het kader van de normering vande landbouw binnen de EEG dat alle overtolligelandbouwgronden in Nederland in aanmerkingkomen voor nieuwe landgoederen.Stel dat deze eis standhoudt en er inderdaadbreed wordt ingezet op deze vorm van landschapsbouw, dan zou het heel goed kunnen zijndat we in 1995 Nederland als Kunstwerk (8) inhaar meest open vorm hebben meegemaakt.Net zoals de Veluwe 100 jaar geleden uit eenopen zandvlakte met een paar vliegdennenbestond weten onze kleinkinderen niet beter dandat er in Nederland altijd bos heeft gestaan.Samen met het veranderende natuurbeeldwaarin een ecologische (lees:verwilderde) benadering het beeld bepaalt, betekent dit waarschijnlijk de teloorgang van de diversiteit van hetNederlandse landschap.Met andere woorden, biedt de buitenplaats deruimte voor een reflectie op haar eigen contextof is zij in beginsel een natuurproduct?Landschap en architectuur als twee gescheiden opgavenIn "Bouwen met allure" (9) is getracht nieuwelandgoederen te typeren in termen als allure,

    eenheid en duurzaamheid. In de aangereiktestrategien voor de vormgeving en inpassing inhet landschap valt op dat architectuur en landschap als twee losse opgaven wordenbeschouwd. De architectuur is het niet het verlengstuk van de landschappelijke opgave nochhet uitgangspunt. Van enige wisselwerking isgeen sprake.In het experiment nieuwe Buitenplaatsen"Portret met Parels"(10) is de insteek vooral

    gericht op het zoeken naar de oplossing vanlandbouwkundige problemen (koppeling vervuilde gronden, grondwaterstanden, beheer) ennieuwe juridische instrumenten ( A r l ' n ~ l r - h t beheer, onteigening, wonen in buitengebied,etc.) als kansen voor de ontwikkeling van nieu-we buitenplaatsen(1 De architectuur wordtteruggedrongen tot onder de boomgrens enkomt letterlijk op de tweede plaats. Over een opde buitenplaats toegespitste nieuwe architectonische opgave kan nauwelijks gesproken worden.

    Men beschouwt de opgave toch vooral alstwee supplementaire delen; het landschap alsopenbaar domein en het gebouw/complex alsarchitectonische eenheid.Wellicht dat juist in de integratie van dezebeide opgaven een de uitdaging ligt om de verschillende schaal niveaus aan elkaar te koppelen?

    Recreatief medegebruik en gemeenschappelijkeigendomZowel binnen het stedelijk gebied als in delandschappelijke context is de strategie vanuitde overheid er vooral op gericht de betekenisvan het groen te verhogen door recreatief medegebruik.

    Bewoners en de bezoekers dienen op eenvanzelfsprekende en vakkundige manier vanelkaar gescheiden worden. Zorgde vroeger deha-ha voor een vanzelfsprekende overgang zonder zichtbaar hek opdat het vee niet op hetgazon konden komen is de vraag nu hoe de verschillende gebruikers van elkaar wordengescheiden maar ook op elkaar betrokken worden. Zien en gezien worden.

    Hetzelfde geldt voor het gemeenschappelijkeigendom. Welke grens kan gesteld worden aanhet aantal inwoners en de manier waarop zeindividueel en met elkaar het buiten zijn beleven? En, welke programma's horen daarbij?

    De architect (Kuiper Compagnons) laat de gebouwen alsparels in het vorm gegeven groen (Heidemij) landen. (6)

    33 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    35/137

    ( l a n d s c l h a l o s l i a n : : m l t e ( : : : t o i m ~ ) c t l e inter-ventieVanuit de beschreven ontwikkelingen kan menconstateren dat vanuit beideinvalshoeken (top-down en bottum-up) geenafleesbaar ontwerpinstrumentarium is af te leiden. Er zijn genoeg uitdagingen om te komentot een interessant ontwerp, maar biedt ditgenoeg aanknopingspunten om de buitenplaatsals landschapsarchitectonische interventie in tezetten in het veranderende stadslandschap? Alsaanzet worden vier instrumenten aangereikt. Dewisselwerking tussen deze instrumenten kanaanknopingspunten bieden om tot een verrijkingvan de ontwerpopgave te komen?

    De contextDe buitenplaats is van oudsher altijd een plekgeweest met een duidelijke relatie met het landschap. Vaak gekozen op een strategische positie in het landschap nabij gradinten van hoognaar laag. De context had ook betekenis alsplaatsbepaling ten opzichte van de stad. In tijden afstand vormde de stad altijd de tegenpoolvan het buiten, terwijl anderzijds het buiten eenvertaling was van de stad in het landschap.Heeft de context voor de nieuwe buitenplaatsnog betekenis en wat kan het toevoegen aan degewaarwording van het veranderende(stads)landschap? Wat is hierin de relatie tot destad? En hoe wordt dit binnen de buitenplaatservaren?

    DE RELATIE VAN HET ARCHITECTONISCH CONCEPT TOT HET lANDSCHAP

    woonkeuken lakkerland naar Schouwefzijl

    brug IgraslandBEGANE GROND

    Afstudeerproject Elza Conijn - Wonen op een buiten (13-1999)In het afstudeerproject 'Wonen op een buiten' heeft Elza Conijn (AVB-Groningen) het woonideaal in het landschap betekenis gegeven door op een zorgvuldige manier een buiten in te passen in het Friese wierdenlandschap. Door het wonen op een buiten te zienals een afzonderlijk ontwerpopgave krijgt he t landschap als specifiek onderdeel van het woonprogramma betekenis in het spanningsveld tussen he t oneindige, gesymboliseerd door ondermeer het grote raam in de woonkamer, en de geborgenhe id in de besloten tuin

    Builen Plaats I 34

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    36/137

    35 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    37/137

    Het plan schemaIn het planschema ligt de compositorische

    gedachte achter het ontwerp. Zocht men in derenaissance nog naar een maatsysteem van rasters als een uit de natuur vertaalde verhoudingtussen huis en tuin, zo werd dit systeem in debarok als een totalitair principe over het landschap geschoven.

    In de engelse landschapsstijl ten tijde van deverlichting is het weelderige paden beloop tussen en langs open ruimten met objecten debasis van de plattegrond van de tuin en hethuis. Het instrumentarium is daarmee gebonden

    Pare de la Villette - B. Tschumi (14-1984)

    aan een bepaald tijdsbeeld waarbij actuele ontwikkelingen verwerkt worden in het ontwerpvoor gebouw tuin en landschap.

    In hoeverre is de ecologische benaderinggericht op een natuurbeeld van oeroude beekdallandschappen voldoende representatief voorde invulling van een buiten. Waar ligt de grenstussen ontwerpingreep en vrije keus en welkeinstrumenten kunnen hierbij worden ingezet?Hoe hebben ontwikkelingen inde architectuur,kunst, media en technologie invloed op devormgeving van de buitenplaats als een compositorische eenheid?

    Punten

    Lijnen

    Vlakken

    Het ontwerp van Parc de la Villette markeerde de omslag in het denken van een eenduidig ruimtelijk beeld naar een meer complexeruimtelijke benadering. Het planschema bestaat uit het op elkaar stapelen van drie planlagen, punten, lijnen en vlakken, die alsafzonderlijke systemen ontworpen zijn. De ruimtelijke ervaring die resulteert als gevolg van het over elkaar heen schuiven van deplanlagen is pluriform. Het park werkt als een eigentijdse videoclip.

    Buiten Plaats I 36

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    38/137

    Het ruimtebegripIn het landschapstheater wordt de relatie tussen gebouwen omgeving 'in scne gezet'. Metandere woorden: het in beeld brengen van de

    ruimtelijke gewaarwording van het ontwerp. Hetkomen, verblijven en gaan. Binnen en buitenworden op elkaar betrokken in een spel met dehorizon. Hier ontmoeten de planstructuur en detopografie elkaar en worden de verschillendeonderdelen van het programma op elkaarbetrokken. In het landschapstheater wordt de rolvan de toeschouwer, acteur en regisseurbepaald, bewerkt en bespeeld. Het is bij uitstekeen ruimtelaboratorium waarin nieuwe percepties van tijd en ruimte worden vertaald.

    In hoeverre kunnen ontwikkelingen in de architectuur worden vertaald naar het landschap enhoe kan de wisselwerking tussen openbaar enpriv, gemeenschappeli jk en individueel wordenvertaald in een ruimtelijk ontwerp?

    Buitenplaats 'de Bleskolk' in Almelo - Heeling Krop Bekkering (15,16-1998)In het ontwerp voor Buitenplaats 'de Bleskolk' in Almelo is de complexe ruimtelijke opbouw van het landschap aanleiding geweestom in het ontwerp de maatvoering van de bos- en waterpartijen op elkaar af te stemmen. Het gebouw is als een afgeleide van hetlandschap ontworpen en wordt vanaf verschillende plekken op een andere manier beleefd. Openbaar en priv zijn op een vanzelfsprekende manier van elkaar gescheiden door een waterpartij die als schakel tussen het gebouwen de boselementen is ingezet.

    37 1 Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    39/137

    de verbeelding van het programmaDe buitenplaats is van oudsher altijd een

    bloem van de stad in het landschap geweest,waar het landleven boven het stedelijke levenwerd verheerlijkt. Werk en ontspanning haddeneen directe wisselwerl

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    40/137

    The Villas of Pliny - ontwerp van Sundermann (1981)

    The Villas of Pliny - ontwerp van Schinkel (1841)

    The Villas of Pliny - ontwerp van Solsana (1981)

    39 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    41/137

    Het buiten \lA/"UI"hlliNaast de geconstateerde reikwijdte van het

    begrip de buitenplaats blijven er nog vragenover omtrent de diepere betekenis van het buiten? Wat is nu het bijzondere en het 'buiten' gewone aan een buitenplaats? In hoeverre vormtdit een reflectie op het beeld van de 'klassieke'buitenplaatsen, kan het worden vertaald naarhet ontwerp? Welke ontwerp- en compositiemiddelen kunnen hierbij worden ingezet? En opwelk schaal niveau kan de buitenplaats wordeningezet?Waar ligt de grens?

    Kunnen nieuwe landschappen en woonvormenworden gezien als een uitdagend ontwerpveldvoor de buitenplaats of gaat de buitenplaatsdaarmee voorbij aan haar eigen culturele opgave, namelijk als een statement in deze tijd despiegel te zijn van het verleden en tegelijkertijdeen vizier op de toekomst.

    Buiten Plaats I 40

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    42/137

    Literatuur

    Visie Stadslandschappen deel 6: "Nieuwe Buitenplaatsen in het stadslandschap" , Ministerie van LNV, Den Haag april 19952 Nieuwe Landgoederen, een besloten ideen prijsvraag, Ministerie van LNV, Den Haag oktober 1995 (tevens als bijlage bij BlauweKamer/Profiel 5, 1995)3 Experiment Nieuwe Buitenplaatsen, folder Bureau Experiment Buitenplaatsen (BEB), Ministerie van LNV en VROM, 19964 Het land in de stad de stedebouw van de grote agglomeratie, L.J.M. Tummers en J.M. Tummers-Zuurmond, Toth - Bussum 19975 Oorden van Onthouding Nieuwe natuur in verstedelijkend Nederland, NVTL en WLO, Nai uitgevers Rotterdam 19986 Bouwen voor Bos - case studie Nieuwe Landgoederen, Provo Gelderland en Overijssel, Heidemij. advies, feb. 19977 Buitenplaatsen - Jaarboek Monumentenzorg 1998, Waanders Uitgevers Zwolle, Rijksdienst voor Monumentenzorg Zeist, 19988 Landschap, H+N+S landschapsarchitecten Utrecht, D. Sijmons e.a., Architectura &Natura Pers 19989 Bouwen met allure, Heidemij advies i.s.m. Kuiper Compagnons, Ministerie van LNV. Provo Gelderland en Utrecht, juli 199710 (a) Experiment Nieuwe Buitenplaatsen "Portret met Parels" - evaluatie en beleidsadvies o.b.v. 9 proefprojecten, Ministerie van LNV

    (BEB), Utrecht, 1998/4 - (b) Experiment Nieuwe Buitenplaatsen" Portret met Parels" - analyse, typering en bijdrage tot de ontwerpdiscussie, DLO Slarring Centrum, Wageningen 1998

    11 Speelveld voor nieuwe buitenplaatsen - een verkennende studie naar de invloed van hun variabele eigenschappen op ruimtelijke kwa-liteit en rentabiliteit, L.M. van der Berg en A.L.W. Wint es, DLO Starring Centrum, Wageningen 1997

    12 Landgoederen in het bestemmingsplan Buitengebied, Federatie Particulier Grondbezit - Commissie Landgoederen, december 199613 Wonen op een buiten - spanning tussen het oneindige en de geborgenheid, afstudeerproject Elza Conijn, juli 199914 Het Montagelandschap - C.M. Steenbergen, E. van der Kooij, TU-Delft, 198815 Deelstructuurplan de noordelijke groene long, Heeling Krop Bekkering stedebouwkundigen en architecten, gemeente Almelo, 199816 Buitenplaats "de Bleskolk" , Heeling Krop Bekkering stedebouwkundigen en architecten, gemeente Almelo, 199817 The Villas of Pliny - from Antiquity to Posterity, Pierre de la Ruffiniere du Prey, Univ. Of Chicago Press, Chicago and London, 199418 Metamorfosen beeldtypen van Architectuur en Landschap, R. Aben / P. van der Ree / C. M . Steenbergen, TU Delft 1994

    41 I Builen Plaals

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    43/137

    Rob Aben

    Als we de aankondigingen van nieuwe projecten op reclameborden en in advertenties geloven is er sprake van een recycling van landschappelijke bebouwingstypen. Een blik in eenzaterdag krant: Bungalowpark Wasseveld inZelhem, De Buitenhof in Soest, Villahof de Marein Rijswijk en Parkflat Sibilius in Oss. Het 'buitenwonen' wordt volop geromantiseerd. Denamen dekken de lading echter niet, maar zo'nklassieke verwijzing verkoopt blijkbaar wel.Zo'n zelfde lot is ook het buitenplaats-typebeschoren; alles wat maar enkele vierkantemeters tuin om zich heen heeft en net iets groteris dan de middelmaat wordt als buitenplaats oflandgoed gepresenteerd. Zelfs in de resultatenvan de enkele jaren geleden uitgeschrevenBuitenplaats-prijsvraag1 lijkt het erop dat hettype door de deelnemende landschapsarchitecten niet in zijn volle glorie is doordacht. Het blijftveelal bij een gebouw in een ruime en groeneomgeving en wat oppervlakkige formele gebaren. Het buitenplaats-type is veel dubbelzinniger,veel rijker.

    De idyllische woning heeft geen buren.

    zie hiervoor de bijlage bij Blauwe Kamer/Profiel nr.5 1995.2 een zeventiende eeuwse buitenplaats in Aerdenhout die -afgezien van het gebouw nog in een goede staat verkeerd.3 idem pag. 10.

    Builen Plaats I 42

    Binnen in het buitenEen moderne buitenplaats kan een perfecte enaantrekkelijke woonomgeving vormen voor de

    welgestelde medemens of een collectief en voldoen aan een behoefte aan openbare lusthovenvoor de stedeling. Praktisch bekeken zou zo'nbuitenplaats bijvoorbeeld op bepaalde tijdstippen of in bepaalde jaardelen openbaar kunnenzijn. Of gewoon de formule van Elswout2 , waareen gulden entree wordt gevraagd. In de woorden van Gijs Wallis de Vries: "private toeigening moet worden toegejuicht indien ze eenalgemeen belang dient. "3 Dat het niet altijdopen(-baar) is, is juist een verbeelding prikkelend gegeven. In de vormgeving moet duidelijkzijn dat je op bezoek bent in de tuin van eenander. Zonder deze charme van exclusiviteit isde buitenplaats niet meer dan een park ofnatuurterrein met een gebouw erin. Een park iseen ontmoetingsplek en heeft daarom het eenlage drempel naar de stad; letterlijk heeft hetveel ingangen en een open, uitnodigende opzet.Voor een buitenplaats zou dat desastreus zijn,een buitenplaats is eerder als een tuin, een plekom je in terug te trekken. Een buitenplaats zetzich dan ook af tegen de omgeving en laatalleen het beste binnen haar omheining toe.Doordat zij selectief is in wat zij toont, kan debuitenplaats in haar vormgeving een reflectiebieden op de stad en op het landschap.

    De historische buitenplaats was een domeindat buiten de en buiten in de open luchtlag. Het was verder vooral 'een binnen', Binnenhaar domeingrenzen werd een ontsnapping vanhet aardse gensceneerd door een projectie vanhet paradijselijke. Hoe zo'n paradijs op aardeeruitziet of eruitzag is een boeiend en eeuwig

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    44/137

    terugkerend vraagstuk. Zeventiende-eeuwsetheoretici zochten aanknopingspunten o.a. in demathematica of in de muziekleer. Zo zijn er in deloop der tijd in de vorm van buitenplaatsen heelwat beschouwingen tot verwezenlijking gekomen. Allen probeerden ze de ideale context tescheppen. Misschien is een hedendaags versievan het paradijs eerder stedelijk met asfalt,staal, en klimaattechnieken, of juist een verbeelding van een oernatuur met SchotseHooglanders en kronkelende beken; dat zijnechter de invullingen. Interessant zijn vooral deruimtelijke condities waarmee een paradijselijkcontext gecreerd kan wordn. Het zijndeeigenschappen van het buitenplaats-type dieniet stijl- of tijdsgebonden zijn. Deze kenmerkenvormen het type. Zij zouden aan de basis moeten staan bij de inzet van het buitenplaats-typein de hedendaagse ontwerpopgave.

    illusie en r W ' I " H ' \ " ' ~ h , c : u n alsDoor haar verheven concepten was de histori

    sche buitenplaats een exclusief terrein tenopzichte van het alledaagse boeren- of natuurlandschap waarin het lag. Binnen de domeingrenzen was alles gericht op het bieden van deene verrukking na de andere, de buitenplaatsstond dan ook bol van de illusies. Ze kende eengrote dichtheid aan sferen, beelden en symbolen. Een van de illusies die consequent terugkeerden bij een buitenplaats, is het imponerendoor grootsheid, ook wel monumentaliteitgenoemd. Dit gebeurde letterlijk door zichtlijnendoor te trekken tot buiten de kavelgrenzen,waardoor een domein groter leek, maar ookdoor het toepassen van allerlei formele instrumenten als een laan, grand canal of fonteinen.Een ander middel om te imponeren werd verkregen door tuinonderdelen of bouwwerken teabstraheren of simpelweg zeer groot te maken,waardoor de menselijke maat werd overstegen.Tegenover de grote gebaren stonden de intiemeplekken en de verfijningen, die ook bij het typehoren.

    De hier genoemde kenmerken exclusiviteit, illusie en grootsheid zijn nauw met elkaar verwevenen hangen bovendien alle drie samen met hetspel dat gespeeld wordt tussen het domein en

    4 Er bestond to t aan de Verlichting een uitgesproken negatieve houding ten opzichte van de wilde, ongerepte natuur. HetLatijnse woord forestis (woud) bevat de stam foris, dat buitenbetekent.5 Dit is in ieder geval meestal zo bij de buitenplaatsen van hetHollands Classisme, de Italiaanse Rennaissance-tuinen en debarokke Franse tuinen. De enige uitzondering in de buitenplaats-

    haar omgeving: het bijzondere en het gewone,het binnen en het buiten. Met het spel tussenbinnen en buiten kunnen exclusiviteit, illusie engrootsheid gensceneerd worden. Tezamenmaken zij een ontsnapping mogelijk; een ontsnapping uit de stedelijke drukte, een ontsnapping uit de alledaagsheid.

    De buitenplaats is als een bewoonbaargemaakte (omsloten) tuin. Met het oprichten vaneen omheining wordt bij een tuin een territoriumverbijzonderd. De aangename (natuur-) elementen worden erbinnen samengeplaatst en deonaangename buitengesloten.4 Dit exclusievekarakter kenmerkt ook de buitenplaats. Exclusiefin beide betekenissen van het woord: bijzonderen buitensluitend. Om het terrein exclusief tekrijgen moet het zich afzetten tegen de alledaagse context. Hiervoor moet een drempelingebouwd worden; de bezoeker moet letterlijken figuurlijk door de grenzen heen, om tot hetbinnenste van de buitenplaats door te dringen.Zo gesteld bestaat de buitenplaats bij gratie vanhaar beperkte toegankelijkheid. De grenzen diehet domein afbakenen (de schillen) zijn ruimtelijkgedifferentieerd; de grens bestaat niet uit novergang, maar uit een reeks overgangsmomenten of ruimtes. De absoluutheid van de grenzenwordt bovendien weer gerelativeerd door zichtlijnen naar het landschap, een nabijgelegen kerktoren of de stad.5

    De grondslagen van de buitenplaats zijn te vinden in deMiddeleeuwse Hortus Conclusus; een paradijselijke enclavein de nabijheid van de stad.

    historie vormen de Engelse Picturale tuinen, zij proberen volledigop te gaan in het landschap. Begrenzingen zijn taboe en wordenzoveel mogelijk weggewerkt (bijvoorbeeld door de zogenaamdeHa-Ha). Opmerkelijk is dat de als een mokerslag in het landschap staande gebouwen wel het binnen vertegenwoordigen. Zevormen stevige ankerpunten in de compositie door hun grootsheid, stenigheid en klassieke opbouw.

    43 I Builen Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    45/137

    Door de noodzakelijke grenzen is de buitenplaats een enclave: een binnen. Op allerleimanieren kan er van een buitenplaats een binnen gemaakt worden. Een middel om dit op teroepen is het plaatsen van markeringen in deroute (door poorten, over water, via draaiingen).Een ander middel is door de schillen (gematerialiseerde grenzen) rondom het domein te differentiren.6 Hierbij moet gedacht worden aan grachten, bomenrijen en omheiningen. Het letterlijke'binnen' van de buitenplaats is de ziel ervan; hetgebouw. Door het gebouw een dominante rol tegeven in de compositie, wordt het binnen vanhet domein benadrukt. Hier gelden de regelsvan de eigenaar die als vanuit een panopticumde tuin en het landschap overziet.De illusie van het interieur

    Een andere associatie is die van de buitenplaats als een uitvergrote woonkamer. Zoals eenplein de woonkamer van een stad is, zo kan debuitenplaats de woonkamer van het landschapzijn. De woonkamer is een intieme ruimte volillusies'? De kamer is gevuld met dierbaarheden(verzamelingen, exotische trofeen), decoraties

    6 Overigens is het hoogtepunt van een route in een buitenplaats vaak niet het gebouw maar de tuinen die achter hetgebouw liggen. Het gebouw is slechts een onderdeel van eenroute naar de meest exclusieve plekken: de achtertuinen. Devoortuinen hebben vooral een representatieve functie, de achtertuinen zijn aan het oog onttrokken en daarmee het meest privaat.7 'de priv-persoon, die op zijn kantoor alleen maar met wer-kelijkheden heeft te maken, verlangt van zijn interieur dat het zijnillusies koestert' (Walter Benjamin, 1992)

    Builen Plaats I 44

    (bloemen, frutsels) en verwijzingen (foto's, schilderijen). Zo is de woning evenals de buitenplaats een wijkplaats voor de stad. Vanuit hetcomfort en de veiligheid van het interieur komtde openbaarheid via TV en andere communicatiemiddelen binnen, of is de openbaarheid teaanschouwen van achter het raamglas. Dit ishetzelfde bij een buitenplaats, waar zichtlijnenvanuit het beschutte intieme binnen op het landschap, de stad of belangrijke routes gericht zijn.Vanuit de buitenplaats werd het gebiedbeheerst. De zichtlijnen van binnen naar buitenzijn uiterst selectief en tonen alleen de uitzichtendie aangenaam bevonden werden. Op dezemanier is niet alleen het interieur een illusie maarook het buiten zelf.

    Door het buitensluiten van ongewenste elementen ontstaat een eenzijdig goede en daarmee illusoire wereld, die in de buitenplaats metallerlei trucs uit de tuinkunst werd gevoed.Bekend zijn de suggesties van oneindigheiddoor het wegplanten van het einde van waterpartijen, het werken met hoogteverschillen,waardoor grenzen onzichtbaar worden en het

    de idylle van het interieur

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    46/137

    toepassen van altijdgroene beplanting (ever-greens) om een eeuwige lente te suggereren.

    Omdat een van de functies van de woonkamerhet ontvangen van mensen is, is het de meestrepresentatieve ruimte van een woning. Het iseen ontvangstruimte waar het de bezoekergerieflijk wordt gemaakt. Bij een buitenplaats ismen dan ook te gast op een priv-terrein. Degastheer ontvangt je in zijn persoonlijke idylle.Dat idee wordt opgewekt door de poorten,bruggen en verfijnde details; zij duiden aan dathet andermans domein is (het is letterlijk enfiguurlijk een bepaalde ruimte), waarin het eenvoorrecht is om te mogen vertoeven.

    De vergelijking van een interieur met een buitenplaats wordt verder onderbouwd doordat debuitenplaats de verfijning van een interieur kentdoor de inzet van onder andere bloemen, hagen,potten en beelden. Deze invulling wordt gezettegenover de grote gebaren (lanen, waterpartijen, velden) en lange zichtlijnen die de schaal vanhet landschap (het buiten) in het domein halen.Het intieme wordt gezet tegenover het landschappelijke, interieur tegenover exterieur.

    De grootsheid van een buitenplaats is van oorsprong verbonden met de representatieve betekenis die een buitenplaats had. Elke bezoekermoest onder de indruk raken van de rijkdom,geleerdheid en wereldlijke ideen van de eigenaar. Grootsheid of monumentaliteit kan ook

    Het grasveld dat de kern van Nagele vormt.

    zonder formele middelen en imposante bouwwerken bereikt worden. Zoals bijvoorbeeld in hetdorp Nagele, waar de grootsheid van de polderin het ontwerp is betrokken.

    Nagele8 is zeker niet gebouwd om te imponeren maar het heeft verder diverse overeenkomsten met een buitenplaats. Het dorp ligt middenin het weids en geometrisch landschap van deNoord Oost Polder. De bebouwing wordtomringd door een bosstrook van vijftig tot honderd meter breed. Deze strook heeft als praktisch voordeel dat er een windluw binnengebiedontstaat, een groene kamer naar analogie vande zeventiende-eeuwse buitenplaatsen van hetHollands Classicisme. De ruimtelijke consequentie van deze ingreep is dat er een binnen ontstaat in de weidse polder.

    Op twee manieren is het gegeven van de schilruimtelijk uitgewerkt. Daar waar een brede vaart(de Nagelervaart) het dorp in het oosteninsteekt, is een transparante bomenrij gemaakt,zodat er van binnen uit een visuele relatie metde horizon van de polder is. De binnenruimtewordt hierdoor onderdeel van een groter geheel.De knechten van de boeren, die oorspronkelijkin het dorp woonden, konden hier direct naarhun polderland kijken. De vaart maakt juist in debinnenruimte een kleine knik. De ingang van hetdorp is gekoppeld aan de plek waar de vaartvanuit het westen het dorp binnenkomt.

    Door de dichte schil wordt de dorpsruimteruimtelijk gedefinieerd, zoals in vestingsteden destadswal dat deed. Juist door die duidelijk aanwezige omheining is het mogelijk om van het

    nagele, compositie van een binnenwereld met zichtlijnenvanuit de kern naar de polder

    8 Nagele was gereed in 1954. Het is een experiment van degroep De 8 onder leiding van B. Merkelbach en C. van Eesteren.Het definitieve plan is getekend door Aldo van Eyck.

    45 I Buiten Plaats

  • 8/9/2019 Buiten Plaats City-escape

    47/137

    binnenterrein een vrije compositie te maken. Ditgegeven is uitgebuit door in het centrale openveld de bijzondere functies, zoals scholen enkerken, vrijelijk in het grasveld te plaatsen.Enkele solitairen en boomgroepen staan eveneens los in het grasveld verspreid en benadrukken nog eens dat hier geen formele ordeningnodig is om samenhang te verkrijgen. De kernvan het ensemble - de brink- bestaat daarmeeuit een ontspannen ingerichte leegte, waar jemet de hand in de broekzakken rond kan struinen. Het knappe van het ontwerp is dat in de opmenselijke proporties gebaseerde maat van hetdorp, ook de maat van de polder nog voelbaaraanwezig is.Extreem binnen9Grootsheid, exclusiviteit en illusie zijn nietenkel weggelegd voor het buitenplaats-type.Een meer hedendaags type waarin alle drie dekenmerken uitgewerkt zijn en op een uitgesproken wijze wordt omgegaan met de binnen-buiten paradox, is het Casino. Evenals een buitenplaats imponeert een casino: het is een monumentale grote zaal met een eindeloze hoeveelheid tafels en gokkasten en veel goud en roodfluweel. Deze 'lusthof' is een gesloten doos metaan de buitenzijde een groots uitnodigendgebaar naar binnen. Eenmaal binnen het casinois er geen enkele verwijzing naar buiten. Niet letterlijk door de afwezigheid van ramen, maar ookniet op een indirecte manier, omdat er geentijdsaanduiding te vinden is. Sterker nog: binnenis het altijd hetzelfde. De tijd is er uitgeschakeld.Hiermee heeft het Casino dezelfde intenties alseen buitenplaats; een ontsnapping bieden uit destad.

    Evenals bij de buitenplaats worden de onaangename elementen weggewerkt waardoor er eenillusoire, kunstmatige, air-conditioned binnenwereld ontstaat. De opbouw is labyrintisch. Dit incombinatie met het verdoezelen van de ingang,maakt dat het een ultieme verblijfsruimte is. Menhoeft niet verder, alles is er en niets herinnert eraan buiten. De ingang is klein om - binnen- degokker niet op de gedachte te laten komen omnaar buiten te gaan.

    De moeilijkheid is dat het gebouw toch aantrekkelijk moet zijn naar buiten toe, en het een

    9 Mocht er een reeks zijn dan vertegenwoordigen gevangenissen vermoedelijk het 'meest-binnen-type'; een isolement in ruimte en tijd. Een gevangenis is een microkosmos, een binnenwereld die mensen buiten de maatschappij plaatst. Overeenkomstigmet buitenplaatsen worden gevangenissen veelal buiten de stadgeplaatst. Het is een zeer exclusief terrein - grootsheid en illusiezijn in het gevangenis-type echter ver te zoeken.

    Buiten Plaats I 46

    lage drempel van buiten naar binnen moet hebben om mensen naar binnen te lokken. Hiertoeis de voorgevel opgesierd met toeters en bellen.Zo is een groot verschil tussen de buitenplaatsen het casino, tenminste wat betreft ruimtelijkeaspecten, dat er in een casino geen subtiel spelgespeeld is tussen binnen en buiten. De omgeving is simpelweg volledig buitengesloten doorvier gesloten wanden en een plafond. Voorbij deentree geeft het Casino zich direct helemaalbloot doordat de ruimte in een keer te overzienis. Dit in tegenstelling tot in ee