Btw nieuwsbrief juli 2012

4
Btw nieuwsbrief - Juli 2012 Btw-nieuwsbrief - Juli 2012 In deze btw-nieuwsbrief komen de volgende onderwerpen aan bod: A. verhoging van het algemene btw tarief per 1 oktober 2012; B. verlaging podiumkunsten per 1 juli 2012; C. vrijwillige verleggingsregeling levering mobiele telefoons en computerchips; D. intrekking goedkeuring uitstel van betaling bij vertraging teruggaaf verzoek buitenlandse btw. A. Verhoging btw tarief per 1 oktober 2012 Het kabinet is voornemens om het algemene btw-tarief per 1 oktober 2012 te verhogen van 19% naar 21%. Het wetsvoorstel, waarin de verhoging van het algemene btw-tarief is opgenomen, is inmiddels door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. De gevolgen van de verhoging van het algemene btw tarief zullen groot zijn. Om die reden gaan wij hieronder in op de belangrijkste vragen en aandachtspunten ten aanzien van deze verhoging. 1. Is het zeker dat de verhoging van het algemene btw tarief doorgaat? In beginsel kunnen partijen na de verkiezingen van 12 september 2012 besluiten om de tariefsverhoging terug te draaien. Wij achten de kans daarop niet groot aangezien de opbrengsten van deze verhoging een belangrijk onderdeel vormen van het pakket om te voldoen aan de begrotingseisen die Brussel stelt. Daarnaast is het praktisch lastig om dit pakket op een zodanig korte termijn terug te draaien. 2. Gaat het verlaagde tarief van 6% ook omhoog? Nee. Alleen het algemene btw tarief gaat omhoog. Het verlaagde tarief van 6% wijzigt dus niet. Het verlaagde tarief is onder meer van toepassing op de levering van voedingsmiddelen en boeken en op het gelegenheid geven tot sportbeoefening. 3. Mag ik mijn prijzen verhogen? Op basis van de Wet op de omzetbelasting 1968 is een ondernemer bevoegd om de verhoging van de btw te verhalen op zijn afnemer. Eventuele hiermee strijdige contractuele afspraken, zoals een afgesproken prijs inclusief btw, zijn nietig. Het is natuurlijk wel altijd de vraag of ondernemers dit uit commercieel oogpunt wenselijk vinden aangezien hun afnemers achteraf worden geconfronteerd met een verhoging van de prijzen. Daarnaast is aanpassing van de prijzen op een dergelijk korte termijn in de meeste gevallen kostbaar. 4. Wat zijn de gevolgen voor uw winstmarge? Door de verhoging van het algemene tarief van 19% naar 21% bent u in beginsel meer btw verschuldigd. Het volledig doorberekenen van de 2%-punt extra verschuldigd btw leidt in beginsel niet tot hogere netto prijzen als afnemers deze btw volledig in aftrek kunnen brengen.

description

 

Transcript of Btw nieuwsbrief juli 2012

Page 1: Btw nieuwsbrief juli 2012

Btw nieuwsbrief - Juli 2012

Btw-nieuwsbrief - Juli 2012

In deze btw-nieuwsbrief komen de volgende onderwerpen aan bod:

A. verhoging van het algemene btw tarief per 1 oktober 2012;

B. verlaging podiumkunsten per 1 juli 2012;

C. vrijwillige verleggingsregeling levering mobiele telefoons en computerchips;

D. intrekking goedkeuring uitstel van betaling bij vertraging teruggaaf verzoek buitenlandse btw.

A. Verhoging btw tarief per 1 oktober 2012

Het kabinet is voornemens om het algemene btw-tarief per 1 oktober 2012 te verhogen van 19% naar 21%. Het wetsvoorstel, waarin de verhoging van het algemene btw-tarief is opgenomen, is inmiddels door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen.

De gevolgen van de verhoging van het algemene btw tarief zullen groot zijn. Om die reden gaan wij hieronder in op de belangrijkste vragen en aandachtspunten ten aanzien van deze verhoging.

1. Is het zeker dat de verhoging van het algemene btw tarief doorgaat?In beginsel kunnen partijen na de verkiezingen van 12 september 2012 besluiten om de tariefsverhoging terug te draaien. Wij achten de kans daarop niet groot aangezien de opbrengsten van deze verhoging een belangrijk onderdeel vormen van het pakket om te voldoen aan de begrotingseisen die Brussel stelt. Daarnaast is het praktisch lastig om dit pakket op een zodanig korte termijn terug te draaien.

2. Gaat het verlaagde tarief van 6% ook omhoog?Nee. Alleen het algemene btw tarief gaat omhoog. Het verlaagde tarief van 6% wijzigt dus niet. Het verlaagde tarief is onder meer van toepassing op de levering van voedingsmiddelen en boeken en op het gelegenheid geven tot sportbeoefening.

3. Mag ik mijn prijzen verhogen?Op basis van de Wet op de omzetbelasting 1968 is een ondernemer bevoegd om de verhoging van de btw te verhalen op zijn afnemer. Eventuele hiermee strijdige contractuele afspraken, zoals een afgesproken prijs inclusief btw, zijn nietig.

Het is natuurlijk wel altijd de vraag of ondernemers dit uit commercieel oogpunt wenselijk vinden aangezien hun afnemers achteraf worden geconfronteerd met een verhoging van de prijzen. Daarnaast is aanpassing van de prijzen op een dergelijk korte termijn in de meeste gevallen kostbaar.

4. Wat zijn de gevolgen voor uw winstmarge?Door de verhoging van het algemene tarief van 19% naar 21% bent u in beginsel meer btw verschuldigd. Het volledig doorberekenen van de 2%-punt extra verschuldigd btw leidt in beginsel niet tot hogere netto prijzen als afnemers deze btw volledig in aftrek kunnen brengen.

Page 2: Btw nieuwsbrief juli 2012

Btw-nieuwsbrief - Juli 2012

Als uw afnemer de btw niet of niet volledig in aftrek kan brengen, zal de doorberekening van de verhoging van het algemene btw tarief leiden tot hogere netto prijzen. Als u de prijzen niet kan of wil verhogen, leidt de algemene verhoging van btw tot een (in sommige branches) aanzienlijke daling van de winstmarge. Ter illustratie het volgende voorbeeld: als de verkoopprijs € 100 inclusief btw bedraagt, leidt de verhoging van het algemene btw tarief ertoe dat u niet langer € 15,97 aan btw bent verschuldigd maar € 17,36. De verhoging leidt in dit voorbeeld dus tot een daling van de winstmarge van € 1,39.

5. Hoe kan ik bepalen of ik 21% of 19% btw in rekening moet brengen?Voor de verhoging van het algemene btw tarief is een overgangsregeling getroffen. De hoofdregel van deze overgangsregeling is dat het moment van presteren bepaalt of u 19% of 21% btw in rekening moet brengen. Het moment dat u de factuur uitreikt en/of het moment van betaling is dus niet van belang.

Hieronder wordt voor een aantal concrete situaties de te volgen werkwijze uiteengezet.

Het algemene tarief van 19% is van toepassing als u een goed levert of een dienst verricht vóór 1 oktober 2012. Dat geldt ook als u de factuur op of na 1 oktober uitreikt en/of de betaling op of na 1 oktober ontvangt.

Het is ondernemers toegestaan om voor prestaties die zij verrichten vanaf 1 oktober 2012 maar al voor 1 oktober 2012 facturen, op deze factureren 21% btw in rekening te brengen. Op deze wijze wordt voorkomen dat ondernemers op grond van de overgangsregeling na 1 oktober 2012 aanvullende facturen moeten uitreiken voor het verschil tussen 19% en 21%. De afnemer mag deze 21% in aftrek brengen (voor zover hij recht heeft op aftrek van voorbelasting).

Als u echter al voor 1 oktober 2012 heeft gefactureerd en/of betalingen heeft ontvangen voor een prestatie die zal worden verricht na 30 september en hiervoor 19% btw in rekening heeft gebracht, zal u als volgt moeten handelen. Het verschil tussen 19% en 21% bent u op 1 oktober 2012 verschuldigd aan de fiscus. Dat wil zeggen dat u de extra 2%-punt btw in uw btw-aangifte van oktober 2012 dan wel in uw btw-aangifte over het vierde kwartaal van 2012 moet voldoen.

6. Is er een overgangsregeling voor woningen en verbouwingen aan woningen?Vanwege het maatschappelijke belang dat met de bouw van onroerende zaken is gemoeid, is net als bij de verhoging van het btw tarief in 2001 van 17,5% naar 19%, een overgangsregeling opgenomen voor de levering van onroerende zaken waarbij de vergoeding in termijnen vervalt (“aanneemovereenkomsten”). Zonder overgangsregeling zou de oplevering van onroerende zaken na 1 oktober namelijk geheel belast zijn tegen een tarief van 21%. Op grond van een bepaling in de btw-wetgeving wordt aangenomen dat leveranciers deze verhoging van de btw volledig kunnen doorrekenen aan hun afnemers. Eventuele contractuele afspraken worden namelijk op basis van deze bepaling geacht nietig te zijn. Voor afnemers die de btw niet of niet volledig in aftrek kunnen brengen, zoals particulieren, zou dit hebben geleid tot een forse stijging van de kosten.

Daarnaast is een overgangsregeling getroffen voor bepaalde apart overeengekomen verbouwingen aan onroerende zaken waarbij de vergoeding in termijnen vervalt.

De overgangsregeling houdt concreet het volgende voor u in:

WoningenVoor nieuwbouwwoningen die zijn gekocht vóór 28 april 2012 maar die na 30 september 2012 worden opgeleverd, is een speciale overgangsregeling getroffen. Deze speciale overgangsregeling houdt dat in het tarief van 19% van toepassing blijft voor alle termijnen die voor 1 oktober 2013 vervallen.

Voor nieuwbouwwoningen die zijn gekocht ná 28 april 2012 (en na 30 september 2012 worden opgeleverd) geldt de volgende overgangsregeling. Voor de termijnen die vóór 1 oktober 2012 vervallen blijft het 19% tarief van toepassing. Voor deze termijnen is het dus niet nodig om 2% extra btw in rekening te brengen aan uw afnemer. Daarentegen zijn termijnen die na 1 oktober 2012 vervallen belast tegen het nieuwe algemene tarief van 21%.

Overige onroerende zakenVoor de oplevering van overige onroerende zaken, niet zijnde woningen, geldt de volgende overgangsregeling. Als u op grond van een vóór 1 oktober 2012 gesloten

overeenkomst na 30 september 2012 een onroerende zaak levert of een bouwwerk oplevert tegen een vergoeding die vervalt in termijnen, blijft over de termijnen die vóór 1 oktober 2012 zijn vervallen het 19%-tarief van toepassing. De termijnen die op of na 1 oktober 2012 vervallen, zijn belast tegen 21% btw.

Verbouwingen aan onroerende zakenVoorts is goedgekeurd dat de (algemene) overgangsregeling voor nieuwbouw ook geldt voor apart overeengekomen verbouwingsdiensten aan onroerende zaken waarbij de overeengekomen vergoeding vervalt in termijnen naarmate de verbouwing vordert. Dit betekent concreet dat als u op grond van een vóór 1 oktober 2012 gesloten overeenkomst na 30 september 2012 de verbouwingsdiensten afrondt, voor de termijnen die vervallen vóór 1 oktober 2012 het btw-tarief van 19% van toepassing blijft. Voor de termijnen die na 1 oktober vervallen, geldt het nieuwe algemene tarief van 21%.

Tijdens de behandeling van deze overgangsregeling is expliciet door de staatssecretaris van Financiën aangegeven dat deze regeling niet van toepassing is op het verrichten van onderhouds- en herstelwerkzaamheden. Hieronder wordt begrepen werkzaamheden die (vrijwel) uitsluitend zijn gericht op de instandhouding van een onroerende zaak. Hierbij kan worden gedacht aan het vervangen van kozijnen, dakgoten en het vernieuwen van dakbedekking.

Deze overgangsregeling is dus alleen van toepassing op verbouwingsdiensten waarbij sprake is van verandering van de inrichting, de aard of de omvang van de onroerende zaak. Dat is bij woningen bijvoorbeeld het geval bij veranderingen aan/het plaatsen van keukens en badkamers, het aanbouwen van een serre en het aanbrengen van een dakkapel.

Indien in het kader van de uitvoering van eenzelfde contract naast verbouwingswerkzaamheden tevens werkzaamheden worden verricht die zien op de instandhouding van de onroerende zaak (zoals het vervangen van kozijnen) kan het contract in zijn geheel worden aangemerkt als een verbouwing. Voorwaarde daarvoor is dat de werkzaamheden als geheel niet (vrijwel) uitsluitend zijn gericht op de instandhouding van de onroerende zaak. Als daarvan sprake is, is

Page 3: Btw nieuwsbrief juli 2012

een splitsing van het contract niet nodig en is de overgangsregeling op de gehele verbouwing van toepassing. Daarbij neemt de staatssecretaris aan dat de aannemer ook 19% btw in rekening brengt aan de klant op de termijnfacturen die zijn uitgereikt vóór 1 oktober 2012.

7. Verhoging van het algemene btw tarief en doorlopende prestatiesVoor doorlopende prestaties die zijn begonnen vóór 1 oktober 2012 en doorlopen na 30 september 2012, geldt het nieuwe tarief van 21% alleen voor het deel van de prestaties dat plaatsvindt na 30 september 2012.

Van doorlopende prestaties is sprake bij zich herhalende prestaties die op basis van een doorlopende overeenkomst worden verricht. Bij doorlopende prestatie is geen welomschreven eindresultaat overeengekomen. Voorbeelden van doorlopende prestaties zijn abonnementen op leveringen, zoals gas, elektriciteit en water, het verlenen van licenties en telecommunicatiediensten.

De staatssecretaris van Financiën heeft eerder goedgekeurd dat een overeenkomstige gedragslijn als bij doorlopende prestaties mag worden gevolgd bij ondeelbare of moeilijk splitsbare prestaties die bijvoorbeeld door accountants, advocaten en andere beoefenaren van vrije beroepen worden verricht. Wij veronderstellen daarom dat de goedkeuring voor doorlopende prestaties ten aanzien van de verhoging van het algemene tarief, eveneens van toepassing is op deze prestaties.

8. Aanpassing van de administratieDoor de verhoging van het algemene tarief van 19% naar 21% zal uw administratiesysteem zodanig moeten worden aangepast dat de verandering van het tarief voor prestaties en facturatie juist wordt verwerkt. Aanpassing van dergelijke systemen is vaak geen sinecure aangezien de laatste tariefsverhoging van de btw ruim tien jaar geleden is doorgevoerd.

Wij adviseren dan ook om in ieder geval zo spoedig mogelijk contact op te nemen met uw softwareleverancier en om uw administratieprocessen voor te bereiden op de verhoging van het algemene btw-tarief. Het is namelijk voor de facturatie, het doen van aangiften en het voldoen van het juiste bedrag aan btw op aangifte van groot belang

dat de verhoging van het algemene tarief juist en tijdig in uw systeem is verwerkt.

B. Verlaging btw tarief podiumkunsten per 1 juli 2012

Het btw tarief op podiumkunsten en de levering van kunstvoorwerpen is per 1 juli verlaagd van 19% naar 6%. De eerdere verhoging van het btw tarief (met ingang van 1 januari 2011) is hiermee weer teniet gedaan.

De staatssecretaris van Financiën heeft in een apart besluit goedgekeurd dat het 6%-tarief met ingang van 25 mei 2012 mag worden toegepast op vooruitbetalingen die voor 1 juli 2012 worden ontvangen voor podiumkunsten die op of na 1 juli 2012 plaatsvinden.

C. Vrijwillige verleggingsregeling bij levering mobiele telefoons en computerchips

De jaarlijkse omvang van btw-carrouselfraude in de EU wordt geschat op enkele miljarden euro’s. Om die reden staat bestrijding van btw-carrouselfraude hoog op de politieke agenda.

Btw-carrouselfraude komt er – kort gezegd – op neer dat ondernemers wel btw in rekening brengen aan hun afnemers maar deze btw uiteindelijk niet voldoen aan de Belastingdienst. Daarentegen hebben de afnemers deze btw wel betaald aan de fraudeur en de afnemers hebben deze btw op hun aangiften omzetbelasting in aftrek gebracht. Het is dus uiteindelijk de belastingbetaler die dan opdraait voor deze btw-fraude.

De staatssecretaris van Financiën heeft aanwijzingen dat de btw-carrouselfraude de afgelopen periode fors is gestegen in Nederland, in het bijzonder in de handel in mobiele telefoons en computerchips.

Om btw-carrouselfraude tegen te gaan heeft de staatssecretaris van Financiën een verzoek ingediend bij de Europese Commissie om een verplichte verleggingsregeling toe te passen op de binnenlandse leveringen van mobiele telefoons en computerchips. Dit betekent dat niet langer de leverancier btw in rekening moet brengen maar dat de verschuldigdheid van btw wordt verlegd naar de afnemer. Gevolg hiervan is dat de

leverancier de mogelijkheid wordt ontnomen om de aan de koper in rekening gebrachte btw weg te sluizen.

Vooruitlopend op een eventuele goedkeuring van de Europese Commissie heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit uitgevaardigd. In dit besluit keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat leveranciers de verleggingsregeling toepassen bij de (binnenlandse) leveringen van mobiele telefoons en computerchips met een omvang van € 10.000 of meer.

Het besluit is alleen een goedkeuring. Ondernemers zijn dus niet wettelijk verplicht om deze vrijwillige verleggingsregeling toe te passen. Hierbij past wel een belangrijke kanttekening. De staatssecretaris van Financiën neemt het standpunt in dat als deze vrijwillige verleggingsregeling niet wordt toegepast, dit een aanwijzing kan zijn dat de afnemer wist of had moeten weten dat de leverancier van mobiele telefoons of computerchips deelneemt aan fraude. Gevolg daarvan kan zijn dat de Belastingdienst de aftrek van voorbelasting (van de aankoop van mobiele telefoons en/of computeronderdelen) bij de afnemer weigert. Hoewel het maar de zeer de vraag is of dit standpunt van de Belastingdienst stand zal houden voor de rechter, adviseren wij klanten om bij de (binnenlandse) aanschaf van mobiele telefoons en computerchips te eisen dat de leverancier de vrijwillige verleggingsregeling toepast. Ondernemers dienen dus bij de (binnenlandse) aanschaf van mobiele telefoons en computerchips geen btw meer van hun leveranciers in rekening gebracht te krijgen.

D. Intrekking goedkeuring uitstel van betaling bij vertraging teruggaaf verzoek buitenlandse btw

Ondernemers die btw hebben betaald in een andere EU-lidstaten kunnen deze btw terugvragen. Met ingang van 2010 moet een dergelijk teruggaafverzoek niet langer worden ingediend bij de Belastingdienst van die lidstaat maar via een digitaal portaal bij de Nederlandse Belastingdienst.

Btw-nieuwsbrief - Juli 2012

Page 4: Btw nieuwsbrief juli 2012

De invoering van dit nieuwe systeem leidde tot veel problemen waardoor teruggaaf verzoeken niet tijdig konden worden afgehandeld. Als ondernemers hierdoor hun belasting niet tijdig konden voldoen, keurde de staatssecretaris goed dat uitstel van betaling werd verleend. Deze goedkeuring is per 1 juli 2012 ingetrokken.

Nadere informatieVanzelfsprekend zijn wij bereid tot het geven van nadere toelichting over deze onderwerpen. U kunt daartoe contact opnemen met Liesbeth de Groot (072 - 541 11 11 of [email protected]), Hans van Loenen (06 - 245 735 66 of [email protected] ) of Michel Toet (06 - 300 797 05 of [email protected]).

Btw-nieuwsbrief - Juli 2012

Levering/dienst voltooid op of na 1 oktober

Doorlopende prestaties

Voor 1 oktober 2012 apart overeengekomen verbouwing onroerende zaken

Na 30 september 2012 integratieheffing onroerendezaak n.a.v. overeenkomst voor 1 oktober 2012

Voor 1 oktober 2012 (op)levering onroerend goed overeengekomen

Voor 28 april koopovereenkomst nieuwbouwwoning gesloten

19% btw

19% btw voor periode tot 1 oktober 2012 daarna 21% btw

19% btw op facturen tot 1 oktober 2012 daarna 21% btw

Splitsing vergoeding in 19% en 21%

19% btw op facturen tot 1 oktober 2012 daarna 21% btw

19% btw op facturen tot 1 oktober 2013 daarna 21% btw

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

21% btw

Nee

Overgangsregeling schematisch weergegeven: