BRIC China - Universiteit Utrecht

3
9 8 Leo van Grunsven Faculteit Geowetenschappen, Universiteit Utrecht D e snelle economische transformatie van China in de afgelopen decennia oogst wereldwijd bewondering. Dat geldt niet voor het politieke en maatschap- pelijke bestel waarin de transformatie heeft plaatsgevonden. De Chinese Communistische Partij (CCP) reageert steevast op kritische geluiden met een bevestiging dat er inder- de Staat. In het denken van de burger is de mate waarin de Staat zich van deze taak kwijt, de maat der dingen. Scheefgroei In de overgang naar de markteconomie en de vervanging van ideologie door pragmatisme werden de principes van het confucianisme echter naar de achtergrond geschoven ten gunste van een op specifieke gebieden en groepen (de elite) gerichte groei. De ingre- diënten van het ontwikkelingsmodel waren: industriële export door particuliere bedrijven binnen een markteconomie, gebruikmakend van lage lonen; een blijvend groot belang van staatsondernemingen in sleutelsectoren; liberalisering en privatisering binnen een vergaande regionale/lokale autonomie; ver- wevenheid van Partij, Staat en ondernemer- schap; en omvangrijke overheidsinvesteringen in vooral infrastructuur en onderwijs. Het model bracht groei, maar van een eerlijke verdeling van de vruchten van de groei, en duurzaamheid was geen sprake. Aan de CCP- elite gelieerde groepen konden zich ruim- schoots verrijken door leidende posities bin- nen staatsbedrijven in strategische sectoren en door corruptie en machtsmisbruik van lokale partijkaders en autoriteiten. Boven- dien was er sprake van toenemende wild- en scheefgroei, toenemende geografische en sociaal-economische ongelijkheden, wet- teloosheid en rechteloosheid, gebrekkige institutionele middelen voor de burger om op te komen voor zijn belangen en rechten, mensonterende arbeidspraktijken en mar- ginalisering van grote groepen in de maat- schappij en economie (boeren, lage-inkomens- migranten in de stad). Deze lange lijst is gemakkelijk uit te breiden. Denk aan de milieuproblemen die samengaan met ongebreidelde groei, en de verdeling van beschikbare hulpbronnen. Kentering Sinds het begin van het vorig decennium lijkt er sprake van een kentering in het beleid. President Hu Jintao en premier Wen Jiabao hebben de ‘harmonieuze ontwikkeling’ uit- geroepen tot het hoogste streven van hun regeerperiode. Ideologisch is het te zien in een herleving van het confucianisme om de wortels van de perenboom te behoeden voor verdere verrotting. Met, nog altijd, het voor de Staat kenmerkende pragmatisme zijn programma’s in gang gezet om een meer evenwichtige en duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen. Dat kreeg allereerst vorm in het Nieuwe Socialistische Platteland. Een belasting- hervorming, een nieuw stelsel van subsidies, toegang tot leningen, betere voorzieningen en infrastructuur, en garantieprijzen voor landbouwproducten moesten de welvaart van de boerenbevolking verbeteren. In het 11 e Vijfjarenplan (2006-2010) zijn hervormingen doorgevoerd. In 2008 werd de overdracht van gebruiksrechten van landbouwgrond gelegaliseerd om zo de bedrijfsomvang, in- vesteringen en productiviteit te verhogen. Het Nieuwe Socialistische Platteland draagt bij aan een derde, voor de toekomst cruciale, pijler van groei, namelijk binnen- landse koopkracht en consumptie. In het 12 e China is de tweede grootste economie ter wereld, na de Verenigde Staten. Het heeft de afgelopen decennia een eigen pad gevolgd, ge- worteld in de geschiedenis en het specifieke normen- en waardenstelsel van politiek en samenleving. Met andere accenten in het ontwikkelings- model en -patroon probeert China sinds kort scheefgroei tegen te gaan en het economische succes te bestendigen. De nagestreefde harmo- nieuze samenleving laat echter nog even op zich wachten. China in beweging BRIC geografie | juni 2012 geografie | juni 2012 verre westen nabije westen noordoosten kust provincies centrale provincies Hefei beijing Chongqing Fuzhou Xiamen Dong- guan Foshan guang- zhou Shantou shenzhen Nanning Wuhan Zhengzhou Harbin Changsha Changchun Changzhou Nanjing Suzhou Wuxi Nanchang Dalian Shenyang Chengdu Jinan Qingdao shanghai Xi'an Taiyuan tianjin Urumqi Kashgar Korla Lanzhou Kunming Hangzhou Ningbo 1000 km ©2012 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN eerste ordesteden tweede ordesteden overige miljoenensteden daad problemen zijn, dat er al veel bereikt is op het vlak van welvaart, onderwijs enzo- voorts, maar dat er nog een weg te gaan is en dat men zich inspant voor verbetering. Hier manifesteert zich niet alleen een tegen- stelling tussen een westerse zienswijze en het eigen Chinese perspectief. Het maakt ook duidelijk dat China vooralsnog geen even- beeld wordt van westerse maatschappijen. Zoals Jan van der Putten in Verbijsterend China. Wereldmacht van een andere soort stelt: ‘aan een perenboom groeien nu eenmaal geen appels’. China huldigt de mening dat de perenboom beter groeit (zie de reactie van China op de Amerikaanse schuldencrisis en de Europese schulden- en eurocrisis) en dat de burger eerder goede peren dan appels verwacht. Van der Putten beschrijft wat goede peren zijn: meedelen in de groeiende wel- vaart, gelijke kansen, een rechtvaardige behandeling door de autoriteiten, openheid, gevoeligheid van autoriteiten voor de visie van burgers, transparant bestuur door partij- leiders en politieke organen op lokaal niveau. Volgens de principes van het confucianisme – officieel sinds eind jaren 70 weer leidend voor de CCP – is het verschaffen van goede peren ook het axioma voor het handelen van De overgang naar de markt- economie duwde het confucia- nisme naar de achtergrond China Chongqing aan de Yangtze is met Chengdu het belang- rijkste ontwikkelingsgebied in West-China. Behalve veel buitenlandse autobedrijven, waaronder Volkswagen, zitten hier ook Chinese motor- en autobedrijven. Zelfs in Shanghai is niet alles modern. FOTO: SAM GOA/SARMU FOTO: ZHAGMIRROR

Transcript of BRIC China - Universiteit Utrecht

Page 1: BRIC China - Universiteit Utrecht

98

Leo van Grunsven

Faculteit Geowetenschappen,

Universiteit Utrecht

De snelle economische transformatie van China in de afgelopen decennia oogst wereldwijd bewondering. Dat

geldt niet voor het politieke en maatschap-pelijke bestel waarin de transformatie heeft plaatsgevonden. De Chinese Communistische Partij (CCP) reageert steevast op kritische geluiden met een bevestiging dat er inder-

de Staat. In het denken van de burger is de mate waarin de Staat zich van deze taak kwijt, de maat der dingen.

ScheefgroeiIn de overgang naar de markteconomie en de vervanging van ideologie door pragmatisme werden de principes van het confucianisme echter naar de achtergrond geschoven ten gunste van een op specifi eke gebieden en groepen (de elite) gerichte groei. De ingre-diënten van het ontwikkelingsmodel waren: industriële export door particuliere bedrijven binnen een markteconomie, gebruikmakend van lage lonen; een blijvend groot belang van staatsondernemingen in sleutelsectoren; liberalisering en privatisering binnen een vergaande regionale/lokale autonomie; ver-wevenheid van Partij, Staat en ondernemer-schap; en omvangrijke overheidsinvesteringen in vooral infrastructuur en onderwijs. Het model bracht groei, maar van een eerlijke verdeling van de vruchten van de groei, en duurzaamheid was geen sprake. Aan de CCP-elite gelieerde groepen konden zich ruim-schoots verrijken door leidende posities bin-nen staatsbedrijven in strategische sectoren en door corruptie en machtsmisbruik van lokale partijkaders en autoriteiten. Boven -dien was er sprake van toenemende wild- en scheefgroei, toenemende geografi sche en sociaal-economische ongelijkheden, wet-teloosheid en rechteloosheid, gebrekkige institutionele middelen voor de burger om op te komen voor zijn belangen en rechten, mensonterende arbeidspraktijken en mar-ginalisering van grote groepen in de maat-schappij en economie (boeren, lage-inkomens-migranten in de stad). Deze lange lijst is gemakkelijk uit te breiden. Denk aan de milieuproblemen die samengaan met on gebreidelde groei, en de verdeling van beschikbare hulpbronnen.

KenteringSinds het begin van het vorig decennium lijkt er sprake van een kentering in het beleid. President Hu Jintao en premier Wen Jiabao hebben de ‘harmonieuze ontwikkeling’ uit-geroepen tot het hoogste streven van hun regeerperiode. Ideologisch is het te zien in een herleving van het confucianisme om de wortels van de perenboom te behoeden voor verdere verrotting. Met, nog altijd, het voor de Staat kenmerkende pragmatisme zijn

programma’s in gang gezet om een meer evenwichtige en duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen.

Dat kreeg allereerst vorm in het Nieuwe Socialistische Platteland. Een belasting-hervorming, een nieuw stelsel van subsidies,

toegang tot leningen, betere voorzieningen en infrastructuur, en garantieprijzen voor landbouwproducten moesten de welvaart van de boerenbevolking verbeteren. In het 11e Vijfjarenplan (2006-2010) zijn hervormingen doorgevoerd. In 2008 werd de overdracht van gebruiksrechten van landbouwgrond gelegaliseerd om zo de bedrijfsomvang, in-vesteringen en productiviteit te verhogen.

Het Nieuwe Socialistische Platteland draagt bij aan een derde, voor de toekomst cruciale, pijler van groei, namelijk binnen-landse koopkracht en consumptie. In het 12e

China is de tweede grootste economie ter wereld, na de Verenigde

Staten. Het heeft de afgelopen decennia een eigen pad gevolgd, ge-

worteld in de geschiedenis en het specifi eke normen- en waardenstelsel

van politiek en samenleving. Met andere accenten in het ontwikkelings-

model en -patroon probeert China sinds kort scheefgroei tegen te gaan

en het economische succes te bestendigen. De nagestreefde harmo-

nieuze samenleving laat echter nog even op zich wachten.

China in beweging

BRIC

geografi e | juni 2012geografi e | juni 2012

verre westen

nabijewesten

noordoosten

kust provincies

centrale

provincies

Hefei

beijing

Chongqing

Fuzhou

XiamenDong-guan

Foshan

guang-zhou

Shantou

shenzhen

Nanning

Wuhan

Zhengzhou

Harbin

Changsha

Changchun

ChangzhouNanjing

SuzhouWuxi

Nanchang

Dalian

Shenyang

Chengdu

Jinan

Qingdao

shanghai

Xi'an

Taiyuan tianjin

Urumqi

Kashgar

Korla

Lanzhou

Kunming

HangzhouNingbo

1000 km

©20

12 G

EOG

RA

FIE

& B

.J. K

ÖB

BEN

eerste ordestedentweede ordestedenoverige miljoenensteden

daad problemen zijn, dat er al veel bereikt is op het vlak van welvaart, onderwijs enzo-voorts, maar dat er nog een weg te gaan is en dat men zich inspant voor verbetering. Hier manifesteert zich niet alleen een tegen-stelling tussen een westerse zienswijze en het eigen Chinese perspectief. Het maakt ook duidelijk dat China vooralsnog geen even-

beeld wordt van westerse maatschappijen. Zoals Jan van der Putten in Verbijsterend China. Wereldmacht van een andere soort stelt: ‘aan een perenboom groeien nu eenmaal geen appels’. China huldigt de mening dat de perenboom beter groeit (zie de reactie van China op de Amerikaanse schuldencrisis en de Europese schulden- en eurocrisis) en dat de burger eerder goede peren dan appels verwacht. Van der Putten beschrijft wat goede peren zijn: meedelen in de groeiende wel-vaart, gelijke kansen, een rechtvaardige behandeling door de autoriteiten, openheid, gevoeligheid van autoriteiten voor de visie van burgers, transparant bestuur door partij-leiders en politieke organen op lokaal niveau. Volgens de principes van het confucianisme – offi cieel sinds eind jaren 70 weer leidend voor de CCP – is het verschaffen van goede peren ook het axioma voor het handelen van

De overgang naar de markt-

economie duwde het confucia-

nisme naar de achtergrond

China

Chongqing aan de Yangtze is met Chengdu het belang-

rijkste ontwikkelingsgebied in West-China. Behalve veel

buitenlandse autobedrijven, waaronder Volkswagen,

zitten hier ook Chinese motor- en autobedrijven.

Zelfs in Shanghai is niet alles modern.

FOT

O: S

AM

GO

A/S

AR

MU

FOT

O: Z

HA

GM

IRR

OR

Page 2: BRIC China - Universiteit Utrecht

1110

Vijfjarenplan (2011-2016) is deze pijler voor het eerst geformaliseerd, na veel aandacht voor consumptie in het stimuleringspakket van 400 miljard euro waarmee China in 2008-2009 de negatieve gevolgen van de mondiale economische crisis trachtte op te vangen.

Het land wil de groei niet langer baseren op de export van industriële producten ver-vaardigd door goedkope arbeidskrachten. Dit belemmert het streven naar een harmo-nieuze samenleving. China geeft nog altijd weinig gehoor aan de internationale roep, vooral vanuit de VS, om opwaardering van de Chinese yuan. Maar het houdt niet langer strikt vast aan lage lonen en dubieuze arbeids-omstandigheden als belangrijkste bron van internationale concurrentiekracht voor in-dustriële export. De arbeidersonrust die de afgelopen twee jaar op meerdere plaatsen uitbrak in de exportindustrie resulteerde uit-eindelijk in aanzienlijke loonstijgingen en verbeterde arbeidsomstandigheden. De on-rust tekent het veranderde arbeidsklimaat in de kustprovincies na de slump van 2008/2009. Veel migrantenarbeiders die in de golf van fabriekssluitingen hun baan verloren, zijn teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woon-plaats en van plan daar te blijven.

SpreidingIn samenhang hiermee voltrekken zich be-langrijke geografi sche verschuivingen in de industriële groei. De kustprovincies zijn niet langer de enige motor. Het centrale deel van het land is nu in opkomst. Dit deel van China

speelde al een belangrijke rol in het industri-alisatieprogramma van Mao in de tweede helft van de jaren 50 en de jaren 60. Aange-zet door het sinds 1999 gehanteerde regio-naal-economische beleid (gericht op West-, Centraal en Noordoost-China) en het toe-nemend belang van de binnenlandse markt verplaatst de productie van auto’s en motor-fi etsen, huishoudelijke apparaten en andere consumptiegoederen, en ook hightech indu s-trieën zoals ICT, elektronica, optica en media zich naar het binnenland.

Dat is inmiddels opengelegd door een uitgebreid netwerk van snelwegen, hogesnel-heidslijnen, luchthavens en goed geoutilleer-de bedrijventerreinen. De kustprovincies worden steeds onaantrekkelijker door een toenemend arbeidstekort en stijgende lonen, terwijl in het binnenland volop arbeidskrach-ten beschikbaar zijn tegen lagere kosten. Buitenlandse bedrijven volgen nu massaal lokale (semi-)staatsondernemingen en parti-culiere exportbedrijven die eerder deel uit-maakten van industrieclusters in de kust-provincies en landinwaarts verhuisden. Zo heeft Dell in navolging van Intel recentelijk

die dit eens ontoegankelijke en onherberg-zame deel van China openlegt voor een snel groeiend verkeer van goederen, mensen en kapitaal. Colonnes van vrachtauto’s en goederentreinen doorkruisen het gebied over pas aangelegde snelwegen en spoorlijnen. Reizigers kunnen binnenkort over een hoge-snelheidslijn van Xi’an naar Urumqi reizen. Door een pijpleiding stroomt gas uit Xinjiang naar het oosten van China. Langs de Chinese Muur en op strategische punten van de voormalige Zijderoute vormen gsm-masten nieuwe bakens in een dicht netwerk. Dankzij de olie- en gaswinning in de Taklamakan-woestijn is Korla uitgegroeid tot het ‘Houston’ van China. De oasesteden verliezen in rap tempo hun traditionele karakter en overal verrijzen nieuwe blokkendozen in het stede-lijk landschap. Het oude Oeigoerse centrum van Kashgar is inmiddels geheel omsloten door een Han-Chinese stad. Grote delen van de oude kern vallen ten prooi aan ‘stadsver-nieuwing’: rigoureuze sloop en vervanging door non-descripte nieuwbouw. Dat hiermee historisch erfgoed en een traditionele woon-vorm verloren gaan, maakt de Han-Chinese stadsplanners niet uit. Kashgar is in het kader

van het Develop the West-beleid onlangs uit-geroepen tot Special Economic Zone.

Lange tijd betiteld als het ‘andere’, on-Chinese China raakt het Verre Westen (Xinjiang voorop) in snel tempo gesinifi -ceerd. Dit heeft grote gevolgen voor de lokale economie, de sociaal-economische verhou-dingen tussen de traditionele Oeigoerse bewoners en nieuwe Han-Chinese vestigers, en de relatie tussen Beijing en het Verre Westen. Dat de verhoudingen nog steeds gespannen zijn, blijkt uit de regelmatig terug-kerende schermutselingen en rellen.

Innovatie en internationaliseringChina beweegt ook op andere fronten. Gaan-deweg neemt Beijing geen genoegen meer met een functie als ‘assemblagehal van de wereld’. ‘Made in China’ en ‘Made by China’ zijn te beperkt. ‘Designed in’ en ‘by China’ zijn nu het streven. Tot nu toe is China geen grote innovatiekracht toegedicht omdat onder meer de cultuur en het onderwijssysteem creatief denken niet stimuleren. Het land is echter serieus begonnen aan een inhaal-manoeuvre en kan over niet al te lange tijd – gezien de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, en het kweken van human capital – een serieuze bedreiging gaan vormen voor westerse kenniseconomieën. Nu al ver-plaatsen veel vooraanstaande buitenlandse bedrijven innovatieactiviteiten naar China. Dit levert China een geweldig leereffect op waarvan de eigen bedrijven in sleutelsectoren vervolgens profi teren. Aan buitenlandse bedrijven worden nieuwe eisen gesteld.

geografi e | juni 2012geografi e | juni 2012

omvangrijke nieuwe assemblagefaciliteiten gecreëerd in Chengdu (provincie Sichuan). Op termijn zal Dell ook haar productie-faciliteiten uit de kustprovincies hierheen verplaatsen. De elektronische industrie in Chengdu is ondertussen even omvangrijk als die in Dongguan, in de delta van de Parelrivier.

De, nu nog, tweede en derde ordesteden (zie pag. 25, kader Rangorde Chinese steden) in het centrale, westelijk en noordoostelijke deel van China worden steeds belangrijker. Naast Chengdu behoren hiertoe Chongqing, Wuhan, Xi’an, Changsha, Lanzhou, Dalian en Shenyang. Elk kent zijn eigen specialisatie. Zo groeit Chengdu in snel tempo uit tot een nieuw centrum van de elektronische en ICT-industrie. Wuhan is bezig de zware industrie te verruilen voor hightech optische industrie. Chongqing is een belangrijk centrum van de Chinese auto- en motorfi etsenindustrie en Changsha heeft al een naam opgebouwd in de media- en animatie-industrie. Dit versterkt de verstedelijking en stedengroei in China als geheel en Centraal China in het bijzonder. Het zijn nieuwe magneten voor binnenlandse migratie. De steden zelf breiden niet alleen in rap tempo uit, ze ondergaan een even sterke metamorfose als eerder de kuststeden.

Verre WestenOok het Verre Westen ontwikkelt zich snel. Wie vanuit Lanzhou de oude Zijderoute volgt die Centraal en Oost-China verbond met Centraal Azië, staat versteld van de nieuwe infrastructuur – aanwezig of in aanleg –

Het binnenland van China wordt

opengelegd met snelwegen,

spoorlijnen, tunnels en bruggen

Veel vooraanstaande

buitenlandse bedrijven

verplaatsen hun innovatie-

activiteiten naar ChinaHet tweeduizend jaar oude Oeigoerse centrum van Kashgar wordt gesloopt – volgens de overheid omdat de huizen

niet aardbevingbestendig zijn. Op de achtergrond rukt de Han-Chinese stad op.

Pylonen van een HSL-spoorverbinding naar Xining,

hoofdstad van de provincie Qinghai.

Dankzij de olie- en gaswinning in de Taklamakanwoestijn is Korla uitgegroeid tot het ‘Houston’ van China.

FOT

O: B

ER

NT

RO

STA

D

FOT

O: M

ICH

AE

LDM

AN

NIN

/WIK

IME

DIA

FOT

O: S

HIH

O F

UK

AD

A/T

HE

NE

W Y

OR

K T

IME

S/H

H

Page 3: BRIC China - Universiteit Utrecht

12

ook in? Ondanks de vooruitgang is in meer af gelegen plattelandsgebieden de levens-standaard maar mondjesmaat toegenomen. Het gemiddelde inkomensverschil tussen stad en platteland neemt nog steeds toe. Spanningen zijn er ook door de constante dreiging van landroof en het gevoel van rechte loosheid dat daarmee samenhangt. De aantrekkingskracht van de stad is on-verminderd groot, vooral onder de jongere generaties. Het voedt de urbanisatie en ste-dengroei. Een recent rapport van McKinsey voorspelt dat in 2025 bijna 1 miljard Chine-zen stedeling zullen zijn. Het aantal steden, ook metro- en megapolen, zal nog fors toe-nemen. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn in het geding.

Een toenemende bron van spanningen is de gebrekkige integratie van lage-inkomens-migranten in de stad. Hervorming van het Hukou-systeem (huishoudensregistratie, zie Geografi e september 2011) is tot nu toe ontoereikend geweest. Het belemmert velen de toegang tot goede huisvesting en voor-zieningen, tot betere banen op de stedelijke arbeidsmarkt, en dus sociale mobiliteit. Dat geldt ook voor goed (academisch) opgeleide jongeren die niet lokaal geboren zijn. Bekend zijn de ‘mierenkolonies’ in de grotere steden,

waar hoogopgeleiden huisvesting met elkaar delen onder omstandigheden die niet veel beter zijn dan die van lage-inkomensgroepen.

De robuuste groei van China heeft een tweede pijler gekend, namelijk overheids- en particuliere investeringen in infrastructuur, kantoorgebouwen en woningbouw. In steden over het hele land zijn appartementgebouwen als paddestoelen uit de grond geschoten. Toch is voor menig aspirant-woningbezitter uit de middenklasse de gewenste nieuwbouw-woning verder weg dan ooit. Speculatie heeft geleid tot prijsopdrijving. Tegelijkertijd is overal leegstand zichtbaar doordat appar-tementen een gewild investeringsobject zijn voor de rijkeren. Recente overheidsmaat-regelen hebben de vrees voor het barsten van de groeiende bubble op de vastgoedmarkt enigszins weggenomen, maar het probleem van de torenhoge huizenprijzen is niet minder geworden. In combinatie met hogere voedsel-prijzen is het een bron van sociale instabili-teit. Groei van consumptie en harmonieuze ontwikkeling worden er zeker niet door bevorderd.

Hetzelfde geldt voor de ‘integratie’ sinds eind jaren 90 van China’s randgebieden en de niet Han-Chinese groepen die hier ge-concentreerd zijn, in het grotere China. Het Zuidwesten en Verre Westen zijn weliswaar volop in beweging, maar de sinifi catie die gepaard is aan de economische integratie wordt bepaald niet omarmd door de oor-spronkelijke bevolking. Die voelt zich steeds meer gedegradeerd tot minderheid in eigen gebied. Regelmatig laaien etnische onlusten op, zoals in Xinjiang.

Niettegenstaande de nog altijd brede acceptatie van de CCP en de éénpartijstaat verheft de burger vaker de stem tegen mis-standen en wordt die stem ook publiekelijk gehoord. Internet – met eigen versies van sociale media en blogs – blijkt een machtig wapen in de hand van burgers waartegen het systeem van beknotting, controle en censuur lang niet altijd meer is opgewassen. Dit dwingt de autoriteiten tot luisteren en toegeven. Ook in dit opzicht is China volop in beweging. •

Bronnen:

zie www.geografi e.nl

geografi e | juni 2012 13geografi e | juni 2012

Bedrijven die over voor China aantrekkelijke technologie beschikken, worden geacht met Chinese bedrijven samen te werken en moderne technologie over te dragen, op straffe van intrekking van investeringssubsi-dies. Buitenlandse bedrijven worden steeds vaker geconfronteerd met eenzijdige opzeg-ging van de samenwerking als de technologie eenmaal overgedragen is, of met plotselinge uitsluiting bij technologieprojecten.

Toegang tot technologie voor sleutel-sectoren, passend in de opbouw van een innovatieve economie, is ook een belangrijke drijfveer achter de Chinese overnames (of pogingen daartoe) van Europese of Ameri-kaanse ondernemingen in interessante (technologie)sectoren. Sommigen zien daar-in nieuwe kansen voor westerse bedrijven en economieën, anderen beschouwen het voor-al als een dreiging. Dezelfde tegengestelde visies zijn er ook over het steeds mondialer opereren van China om haar honger naar energie, grondstoffen en voedsel te stillen. Neem het debat over China in Afrika. Velen betwijfelen of China een harmonieuze ont-wikkeling op wereldschaal nastreeft of daar-aan bijdraagt. De economische relaties van China met de andere BRIC’s zijn sterk geïn-tensiveerd. Maar deze landen laten zich regelmatig kritisch uit over de rol van China. Een voorbeeld is Brazilië (zie de bijdrage van Van Lindert op pag. 13).

TekortkomingenChina’s huidige leiding heeft de harmonieuze ontwikkeling buiten de eerdere kerngebieden hoog in het vaandel staan, maar slaagt ze daar

In 2025 zullen bijna 1 miljard

Chinezen in de stad wonen

Chengdu in de provincie Sichuan is inmiddels een

belangrijk centrum voor de elektronische industrie.

De Chengdu HighTech Zone, opgezet in 1988, huisvest

nu 16.000 bedrijven, waaronder ook veel buitenlandse.

Werknemers van Petrobras bij de aanleg van de pijpleiding tussen de Urucuvelden en Manaus.

Op het bord staat: ‘Gas- en oliewinning in het Amazonegebied is de beste energieoplossing’.

Paul van Lindert

Faculteit Geowetenschappen,

Universiteit Utrecht

BRIC

In de jaren 80 werd Brazilië geplaagd door economische crises en een hyperinfl atie die in 1994 opliep tot

2000%. Maar vanaf 1995 wist het land, aanvankelijk volgens de strenge spelregels van het IMF maar ook

dankzij sociale programma’s voor de arme bevolking, uit een diep dal te klimmen. Nu gaat het economisch

zo goed dat Brazilië een positie met meer beslissingsmacht opeist in het bestuur van het IMF.

BraziliëDe reus is ontwaakt

Op de Praça Matriz van Jacutinga is het een drukte van belang. Midden op het plein heeft het gemeente-

bestuur een podium opgericht waar enorme geluidsboxen de ritmische klanken van de bossanova, forró en samba van de lokale amateurbandjes over het provinciestadje uitblazen. De grond trilt onder dit muzikale geweld en de etalageruiten van de winkels rondom het plein hebben er zichtbaar moeite mee. Zo niet de jongeren die hier samen-drommen. Dit vormt hun enige verzetje in het weekend. Toch schenken ze nauwelijks aandacht aan de artiesten op het podium. De dansende stelletjes hebben alleen oog voor elkaar. Anderen zijn met een smart phone in de hand druk bezig met een virtueel sociaal leven. Bijna iedereen staat in de buurt van een van de vele kiosken die dranken, ham-burgers, hotdogs, ijsjes of stukken pizza ver-kopen. Deze Braziliaanse jongeren ontbreekt het zo te zien aan niets. Ze lijken in alle op-zichten op de moderne jeugd in São Paulo en Rio de Janeiro.

WinterkledingJacutinga is een van winterkledingclusters in de deelstaat Minas Gerais en staat bekend als de ‘breihoofdstad’ van het land. Een kwart van al het in Brazilië geproduceerde breiwerk komt uit de 1500 fabriekjes van Jacutinga. Vanaf mei stromen de inkopers uit de steden in het zuiden van Brazilië binnen. Daar doen de winters zich het meest gelden. Ze komen

zelfs uit Uruguay en Argentinië. Jacutinga telt een bovengemiddeld aantal hotels en pen-sions. Die danken hun omzet vrijwel uitslui-tend aan de kledinghandelaren en de vele particuliere toeristen. De gemiddelde han-delaar blijft een paar nachten en spendeert

al gauw duizend real (430 euro) per verblijf. Daarnaast ontvangt Jacutinga, dat zelf 23.000 inwoners telt, jaarlijks zo’n 60.000 toeristen die op de exclusieve en betaalbare winterkleding afkomen. Zij komen bijvoor-beeld vanuit São Paulo voor een weekendje naar Jacutinga en knopen daar dan een toe-ristisch uitje aan vast naar een van de vele 17e-eeuwse mijnbouwstadjes in Minas Gerais.

In de straten van Jacutinga is het niet moeilijk een kledingatelier te vinden. Vele hebben fraaie etalages en ogen als exclusieve boetiekjes. Ik beland via vrienden bij een familie die het atelier achter de eigen woning heeft liggen. Er staan 20 breimachines en op de planken aan de muren liggen talloze rollen garen in allerlei kleuren. Marcelo Alessandri (52), de eigenaar, heeft het vak geleerd van

FOT

O: C

DH

T

FOT

O: D

IVU

LGA

ÇÃ

O P

ET

RO

BR

AS