Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee · De projectuitvoering bestaat uit drie fasen:...

34
Eindrapportage Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee Uitvoeringsprogramma

Transcript of Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee · De projectuitvoering bestaat uit drie fasen:...

Eindrapportage

Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

Uitvoeringsprogramma

2

3

Eindrapportage

Uitvoeringsprogramma Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

Regeling: Collectieve acties in de visketen

Aanvraagnummer: 460005462090

Fotografie: Hugo Schuitemaker (pag.17), Wing (overig)

Uitgave: september 2014

4

5

Inhoudsopgave

1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

2. Projectopzet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72.1 Fase 1: verkennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72.2 Fase 2: verdiepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72.3 Fase 3: verankeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72.4 Stappen naar een uitvoeringsprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11

3. Verkennen: de regio aan zet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

4. Verdiepen: nieuwe oriëntatie op de Waddenvisserij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184.1 Pilot 1: geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184.2 Pilot 2: toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194.3 Pilot 3: een maatschappelijke dialoog vanuit een maatschappelijke boodschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214.4 Pilot 4: beheer van de visserij in de Waddenzee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224.5 Pilot 5: afstemming VisWad en Brede Visie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

5. Verankeren: de slotfase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295.1 Voorgenomen acties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295.2 Eindberaad 19 mei 2014 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295.3 Adviezen voor het uitvoeringsprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

6. Uitvoeringsagenda Brede Visie 2015 - 2020 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32

6

Van de Brede Visie naar een uitvoeringsprogrammaEind 2007 heeft de Raad voor de Wadden een advies uitgebracht over een Duurzame Waddenvisserij, «Natuurlijk Vissen op de Waddenzee». De kern van het advies luidde dat met het destijds vigerende beleid een verduurzaming van de visserij in de Waddenzee in 2020 niet bereikt zou worden. Volgens de Raad was er behoefte aan een heldere overkoepelende visie op een duurzame visserij in de Waddenzee en op maatregelen om deze te bereiken. Tevens adviseerde de Raad om de rol en positie van de Waddenzeevisserij in de lokale en regionale samenleving te versterken. Deze maatschappelijke inbedding kon volgens de Raad bereikt worden als de Waddenzeevisserij steviger in het gebiedsgerichte beleid verankerd werd.

Als antwoord hierop is in 2010 de Brede Visie op duurzame Visserij in de Waddenzee opgesteld. In de Brede Visie wordt een aanzet gegeven voor een duurzame toekomst voor de visserij in het Waddengebied de bijdraagt aan de doelen voor een rijke Waddenzee voor natuur en mens. Met de Brede Visie is het streefbeeld vastgesteld: een Waddenvisserij in balans met de natuur in maatschappelijk, sociaal en economisch opzicht. Het gaat om een sector die zich kenmerkt door dynamisch ondernemen, aangepast aan de natuur, ingebed in de regio en regionaald geregeld.

De Brede Visie is op 1 april vastgesteld door het Regionaal College Waddengebied. Het RCW heeft de visie en aangeboden aan minister Verburg van het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij.

Zij heeft op haar beurt op 13 juli 2010 de Tweede Kamer over de Brede Visie en bijbehorende ambitie geïnformeerd. In die brief geeft zij aan dat het Programma Rijke Waddenzee en de regionale stakeholders samen aan de lat staan om de uitvoering van de ambities concreet vorm te geven. De aanvragers van dit EVF project hebben die handschoen opgepakt en hebben in hun EVF aanvraag een groot deel van de Brede Visie ambities proberen mee te nemen. PRW heeft in de afgelopen jaren capaciteit vrijgesteld voor de ondersteuning van dat traject en zich vooral gericht op de bestuurlijke ontwikkeling, de vorming van een Adviescollege. Deze capaciteit is door PRW ingebracht bij de uitvoering van dit EVF project. “Uitvoeringsprogramma Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee”. Centraal in het project staat het samenwerken aan een duurzame toekomst voor de Waddenzee en van elkaar te leren. De leus van de Brede Visie luidt immers: “Samen op reis; de koers weten we, maar waar we precies uitkomen niet”.

Deze eindrapportage beschrijft de opzet en uitvoering van het EVF project, beschrijft de behaalde resultaten en inzichten en werkt dat uit naar een advies voor de uitvoeringsagenda voor de periode 2015-2020. Op basis van de opgedane ervaringen wordt een algemeen advies gegeven over de verdere uitwerking van de Brede Visie.

1. Inleiding

7

2.1. Fase 1: Verkennen - De regio aan zet

Dit is de ontwikkel- en startfase van het en die loopt van juni 2011 tot juli 2012. Bij de start van het project hebben de aanvragers een Dagelijks Bestuur ingesteld. Dit DB bestond uit Pim Visser (VisNed), Johan Nooitgedagt (Nederlandse Vissersbond) en Paddy Walker (PRW). Dit DB heeft zich gebogen over de aanpak van het project. Wie is nodig als procesbegeleider en hoe richten we het werk in? Gekozen is voor een eenvoudige organisatiestructuur. Ronald Lanters van bureau Wing is op basis van zijn ervaring en netwerk in de natuur- en visserijgemeenschap van de Waddenzee, en toch onafhankelijke positie, gevraagd om dit proces te begeleiden.

In deze eerste fase is op basis van verkennende gesprekken met de aanvragers en de resultaten van de eerste verkenningen (o.a interviews met vissers) besloten om de focus bij de ondernemers te leggen. De vissers staan centraal. Immers de Brede Visie kan pas tot uitvoer komen al de aanvoersector overgaat tot een aanpassing van de bedrijfsvoering. In deze fase is de Brede Visie onder de aandacht gebracht van de visserijgemeenschap. Dat is gebeurt via een online enquête onder de vissers over hun toekomst en door vervolgens in een haventour langs de drie belangrijkste visserijhavens van de Waddenzee het gesprek met de vissers aan te gaan over hun toekomst en de ambities van de Brede Visie. Deze vragenlijst en haventour heeft ook belangrijke bouwstenen opgeleverd voor de drie verkenningen:1. vangstrechten- en vergunningensysteem voor

dynamisch ondernemerschap2. kansen efficiëntere vermarktingsketen

streekproducten en3. een experimenten- en onderzoeksprogramma.

In deze fase is met de visserijgemeenschap bepaald welke onderwerpen passen binnen de thema’s van de Brede

Visie en het EVF project en die bij voorkeur met prioriteit binnen dit project zouden moeten worden opgepakt.

De resultaten van de online enquête en de haventour worden in hoofdstuk 3 gepresenteerd. De resultaten zijn samengevoegd tot één advies voor de opdrachtgevers (de gezamenlijke aanvragers van de projectsubsidie).

2.2. Fase 2: Verdiepen - “Nieuwe oriëntatie op de Waddenvisserij” Deze projectfase loopt van juli 2012 tot en met maart 2014. In deze tweede fase zijn de vraagstukken opgepakt die als meest relevant uit de enquête en haventour naar voren zijn gekomen én die passen bij de vier thema’s van het EVF project. Dat zijn:

Dynamisch ondernemenEr moeten meer mogelijkheden komen voor vissers om flexibel met vergunningen en vangstrechten om te gaan. Op deze wijze kunnen vissers beter inspelen op fluctuaties van visbestanden in de verschillende seizoenen, en op wisselende prijzen op de markt. Kwaliteit, versheid en streekproducten zijn daarbij sleutelwoorden.

Aangepast aan de natuurDe visserij moet passen binnen de grenzen van de draagkracht van het Waddenecosysteem. Aanpassingen in vistechnieken, het ruimtegebruik en visstand beheer dragen hieraan bij. Afspraken hierover kunnen worden vastgelegd in een gemeenschappelijk visserijbeheerplan.

2. Projectopzet en uitvoeringEen traject dat van bijna 3 jaar met een omvang van meer dan € 300.000,- kent nogal wat onderdelen en resultaten. Al

die verworvenheden staan in deze eindrapportage gebundeld. De gekozen aanpak kent wel een logische opbouw en

dat helpt om de zaken te structureren. De projectuitvoering bestaat uit drie fasen: Verkennen, Verdiepen en Verankeren.

Daarbinnen passen alle uitgevoerde activiteiten en projecten.

8

Ingebed in de regio De visserij is een belangrijk onderdeel van de leefgemeenschap in de Waddenregio en levert een belangrijke bijdrage aan de identiteit van het gebied. Door verbreding met andere (economische) activiteiten in de regio kan zij zich een betere economische positie verwerven. Ook is verbreding met bijvoorbeeld natuurbeheer denkbaar.

Regionaal geregeldVoorgesteld wordt voor het regionale beheer van de visserij een Adviescollege Waddenvisserij op te richten. Het streven is dat op de langere termijn dit Adviescollege – dat bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de visserij,natuurorganisaties en andere gebruikers van de

Waddenzee – gemeenschappelijke afspraken over het visserijbeheer in de Waddenzee maakt.

Pilots

In deze verdiepende fase is er voor gekozen om te werken met pilots. Proefprojecten die als voorbeeld kunnen dienen voor de uitwerking van het thema en die aansluiten op de actualiteit van de visserij in de Waddenzee. De groslijst aan voorstellen en ideeën die voortkwam uit de haventour is aan de gezamenlijke aanvragers voorgelegd. Die hebben de keuze gemaakt om de volgende 5 pilots verder op te pakken in het kader van dit EVF project:

Pilot 2: Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee

Onderzoek naar de inpasbaarheid van de garnalenpuls in de Waddenzee. De ontwikkeling naar nieuwe vistechnieken waarin de doelsoorten met stroom in plaats van met wekkerkettingen worden opgeschrikt om gevangen te kunnen worden strekt zich inmiddels ook uit naar de garnalenvisserij. Drie schepen bezitten inmiddels over een experimentele vergunning om met dit type vistuig in de Waddenzee op garnalen te mogen vissen. Veel vissers vrezen voor een verdere verhoging van de visserijdruk op de garnalenstand en de daarmee samenhangende druk op de prijsontwikkeling wat veel bedrijven tot de rand van de afgrond zou drijven. Anderzijds biedt deze nieuwe techniek mogelijkheden om met minder kosten en met minder effecten op het ecosysteem de garnalenvisserij te kunnen uitoefenen. Deze pilot is bedoeld om de feiten over het nieuwe vistuig bij elkaar te zetten zodat het debat over dit vistuig zich meer op feiten kan richten dan op emoties. Vervolgens kan worden gekeken hoe deze ontwikkeling past in de ambities van de Brede Visie.

Opdrachtgevers: Johan Nooitgedagt en Wouter van der Heij

Projectteam: David Goldsborough (van Hall)en Josien Steenbergen (IMARES)

Aanpak: Factfinding en meningen, emoties combineren. Losse individuele gesprekkenuitmondend in een meer gezamenlijk standpunt/advies.

Thema: Aangepast aan de natuur

9

Pilot 1: Geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd

Het doel is om een visserij te ontwikkelen die voldoende werkgelegenheid en bedrijvigheid in de havens oplevert en die toch past bij de waddennatuur. De pilot biedt inzicht in de achterliggende verdienmodellen en geeft aan wat er voor nodig is om een dergelijk bedrijf van de grond te tillen. Dat gaat niet alleen over vergunningen maar ook over vistuigen en over de kennis die nodig is om een dergelijke visserij uit te oefenen. Vanwege de grote samenhang en overlap met de lopende projecten van de Stichting geïntegreerde Visserij luister de afstemming en samenwerking nauw.

Opdrachtgevers: Jaap Vegter en Pim VisserProjectteam: Wouter Jan Strietman (voorheen

LEI nu Wing) en Wim Saalmink (LEI)

Aanpak: Voorbereidende interviews en gesprekken dan sessie met geïntegreerde vissers, gevolgddoor tussen geïntegreerde vissers en andere waddenvissers.

Thema: Dynamisch ondernemen

Pilot 3: Een maatschappelijk dialoog vanuit een gezamenlijke boodschapHet verbeteren van het imago van de Waddenvisserij door de visserijsector zelf, zodat het duidelijk is voor natuurorganisaties, de overheid, onderzoeksinstanties, het toerisme en de consument waar de Waddenvisserij anno 2012 en met een blik op de toekomst, staat.

Opdrachtgevers: Barbara HolierhoekProjectteam: Marije Siemensma (Marien

Science and Communication) en Inspringtheater.

Thema: Ingebed in de regio

Aanpak: Via een theaterstuk wordt de visserij-gemeenschap een spiegel voorgehouden. Hoe opereren ze nu, wat dragen ze zelf bij aan hun imago. Als het theaterstuk een tweede keer wordt gespeeld kunnend e vissers zelf ingrijpen en een rol opeisen in het verhaal. Dit om te laten zien hoe zaken mogelijk ook anders kunnen worden opgepakt. Na afloop wordt met spelers en publiek kort geëvalueerd en worden de ‘lessons learned’ samengevat.

10

Pilot 4: Ontwikkelen van een Adviescollege

Een van de onderdelen van de ‘uitvoering brede visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee’ is te zorgen voor een ecologisch en economisch duurzame visserij in de Waddenzee, dan wel het Waddengebied, op basis van een regionaal ingebed visserijbeheer. Om daar invulling aan te geven is het advies in de Brede Visie om daar een Adviescollege dan wel Beheercomité voor in te stellen. De opdracht is opgepakt in het kader van het EVF-project Uitvoeringsprogramma Brede Visie en wordt, in afstemming met rijk en provincie, gedragen door het Programmabureau ‘Naar een Rijke Waddenzee’.

Opdrachtgevers: Pim Visser in samenwerking met de Klankbordgroep Brede Visie destijds onder leiding van gedeputeerde Wiebe van der Ploeg

Projectteam: Paddy walker (PRW) ondersteund doorRoel de Jong (I&M, maar namens PRW) daarna Paddy Walker

Aanpak: Gesprekken met kernspelers en vergelijking met de opzet en uitvoering van beheercomités in andere landen. IFCA’s zijn daar een goed voorbeeld van.

Thema: Regionaal geregeld

Pilot 5: Optimale afstemming tussen Viswad en

Brede Visie

Deze pilot heeft tot doel om er voor te zorgen dat de laatste grote visserij van de Waddenzee waarvan de inspanning ongereguleerd is beter wordt ingebed in de waddennatuur. Deze pilot ondersteunt daarmee het lopen VisWad traject dat door PRW wordt ondersteund en dat in op[dracht van het ministerie van EZ en de gezamenlijke waddenprovincies wordt uitgevoerd. Natuurorganisaties, de visserijsector en de overheden werken samen aan afspraken die de natuur van de Waddenzee en de garnalenvisserij perspectief bieden. De ontwikkeling van een duurzame visserij die past bij de Waddenzee staat daar bij centraal. Aangepast aan de natuur en ingebed in de regio zijn daar uitwerkingen van.

Opdrachtgevers: Wouter van der Heij, Johan Nooitgedagt en Pim Visser.

Projectteam: Tom Verhoef (ERAC), Ab Post en Maarten Driver van de Stichting VerduurzamingGarnalenvisserij

Aanpak: Ontwikkeling van een financieel kader om de beoogde transitie in de garnalenvisserij mogelijk te maken en daarmee te voldoen aan een belangrijke ambitie van de Brede Visie:het terugdringen van de visserijdruk van de garnalenvisserij om daarmee het ecosysteem en andere visserijen extra ruimte bieden.

Thema: Aangepast aan de natuur

11

2.3. Fase 3 – verankeren: “Uitdragen van het resultaat”In de laatste fase staat het delen van de resultaten centraal. Alle betrokken partijen: vissers, visserijorganisaties, natuurorganisaties en beleidsmakers worden uitgenodigd kennis te nemen van het resultaat van dit EVF project. Doel is om het resultaten van het project breed uit te dragen en hierover het gesprek te voeren met elkaar. Uiteindelijk wil het bijdragen aan meer gezamenlijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid voor de beheersvraagstukken op de Waddenzee. Tijdens deze eindfase wordt ook de afrondende rapportages samengesteld.

2.4. Stappen naar een uitvoeringsprogramma

De ambities van de Brede Visie worden binnen huidig project vertaald naar een concreet uitvoeringsprogramma via de volgende systematiek:

1. Ondernemers aan het woordVanuit de filosofie van de Brede Visie is het belangrijk dat in eerste instantie de vissers zelf gehoord worden wat voor hen de belangrijke thema’s zijn waaraan gewerkt moet worden om te komen tot een duurzame visserij in de Waddenzee. Verder worden de ondernemers betrokken in verschillende pilots.

2. VerkenningenBeter inzicht in een aantal relevante vraagstukken en oplossingsrichtingen middels verkenningen

over (a) vangstrechten- en vergunningensysteem voor dynamisch ondernemerschap, (b) kansen efficiëntere vermarktingsketen streekproducten en (c) een experimenten- en onderzoeksprogramma. De verkenningen vinden deels plaats als onderdeel van stap 1 (ondernemers aan het woord).

3. PilotsVerkenningen aanvullen met praktijkkennis over de 4 thema’s met focus op de onderwerpen die uit de gesprekken met ondernemers als meest belangrijk uit de bus zijn gekomen. Dit leidt tot input voor advies over strategie.

4. Strategie en adviesAdviezen over de thema’s (a) dynamischer ondernemerschap, (b) aanpassing aan de natuur, (c) inbedding in de regio en een (d) regionaal georganiseerde waddenvisserij. De adviezen maken deel uit van het uiteindelijke uitvoeringsprogramma.

5. Bestuurlijke organisatieDit project sorteert voor op inrichting van een Adviescollege Waddenvisserij door via een Regionale Adviescommissie voor de Wadden (de WaddenRAC). Hiermee wordt een basis gelegd voor een operationele uitvoeringsorganisatie die ook voor de langere termijn een centrale regierol kent in het beheer van de Waddenvisserij.

12

Gedurende de periode juli 2011 tot juli 2012 vond fase één van het project plaats. Hierin zijn de ondernemers geraadpleegd over de voor hen belangrijke thema’s. Dit heeft plaatsgevonden aan de hand van een enquête over de bedrijfsvoering en visie op de toekomst en een tour langs drie havens (Harlingen, Lauwersoog en Den Oever).

Verder is in fase één een start gemaakt aan de drie verkenningen. Hiervoor zijn o.a. interviews gevoerd met vissers over bedrijfsmodellen en is verkend wat de kansen voor streekproducten voor de Waddenvisserij zijn. Hieronder staan de resultaten van deze activiteiten beschreven.

3.1. Enquête

Het doel van de enquête was om van de visserijbedrijven zelf te vernemen hoe hun huidige situatie en hun visie op de toekomst is en wat ze belangrijke aspecten vinden die daarvoor bepalend zijn.

De enquête is digitaal verspreid en is uitgezet onder de visserijondernemingen actief op de Waddenzee. De enquête heeft 6 weken uitgestaan. De enquête is ingevuld door 50 vissers, waarvan 23 garnalenvissers, 5 gemengde bedrijven, 18 handkokkelaars, 3 vissers met vaste vistuigen en 1 demonstratievisser (vissen met toeristen). De inhoud van de reacties staat in onderstaande paragrafen uitgewerkt.

Huidige situatieDe financiële positie van wad vissers is zorgwekkend. Slechts 42% van de wad vissers zegt dat de financiële situatie gunstig is, 40% karakteriseert deze als gemiddeld, 12% vindt de financiële situatie zorgwekkend. 3% stelt verliesgevend te zijn.

Een meerderheid van de vissers wil een uitkoopregeling en zou ook gebruik maken van een uitkoopregeling. Meer dan de helft geeft aan eventueel (14%), waarschijnlijk (4%) of zeker (44%) gebruik te willen maken van een uitkoopregeling voor zijn eigen bedrijf. Slechts (38% ) van de vissers geeft aan geen gebruik maken van een eventuele uitkoopregeling. Driekwart van de vissers geeft aan dat een uitkoopregeling voor anderen van groot belang is voor de toekomst van het eigen bedrijf. Tijdens de haventour (zie 3.2) echter gaf een meerderheid

aan géén gebruik te willen of moeten maken van een eventuele uitkoopregeling voor zichzelf.

Visie op de toekomstHoe vissen de Wad vissers over 5 jaar? 66% geeft aan door te gaan op dezelfde manier als nu. 3% geeft aan dan gespecialiseerd te zijn, 14% geeft aan dan met verschillende vistuigen te willen vissen en nog eens 14% geeft aan met de seizoenen mee te willen vissen. De conclusie is dat er geen duidelijke focus op verandering is. De helft van de vissers geeft aan niet op andere soorten te willen vissen (“geen andere dan garnalen” “ik wil het hele jaar alleen maar op kokkels vissen”). De andere helft geeft aan wel op andere soorten te willen proberen te gaan vissen – een deel van de kokkelvissers geeft daarbij aan wel op mosselen te willen vissen, terwijl een deel van de garnalenvissers aangeeft wel op soorten als platvis en rondvis te willen vissen. Een deel van deze groep vissers geeft echter aan dat het niet rendabel is om op andere soorten te vissen, of dat het niet mogelijk is gegeven de huidige vergunningen. Ook zijn sommige soorten momenteel niet aanwezig voor de kust (tong en kabeljauw).

De helft van de respondenten geeft aan over vijf jaar met hetzelfde type schip te willen vissen. De andere helft wil met een ander schip gaan vissen: twee vissers willen met een kleiner schip vissen terwijl drie vissers juist met een groter schip willen gaan vissen. Daarnaast wil een krap een kwart met een moderner schip gaan vissen en wil 17% graag een multipurpose schip.

Afzetmarkt27% van de vissers verwacht de vangsten te kunnen wegzetten over de afslag, 29% aan de handel, 19,6% aan de verwerker. De overige kwart van de vissers verwachten dat zij de vangst rechtstreeks kunnen wegzetten aan de retail (10%), aan de horeca (4%) of aan de consument (10%).

De vissers zijn verdeeld over hoe ze de verkoop het liefst zien. 22% regelt de verkoop het liefst zelf. 34% Heeft een voorkeur voor een coöperatie of vereniging, 28% via de afslag en 16% via de groothandel.

3. Verkennen - De regio aan zet

13

Belangrijke thema’s • Thema’s voor de toekomst van het eigen bedrijf met

bredere steunBetere handhaving regelgeving, verlaging vande algehele visserijdruk, uitkoopregeling, MSC,regionaal keurmerk, meer samenwerking/ eencollectief, creëren van andere afzet, minderbrandstofverbruik en kostenverlaging.

• Belangrijke onderwerpenPrijsvorming, bescherming tegen goudzoekers,minder regels/meer vrijheden, behoud vanvergunningen, behoud van visgronden, zekerheidover de toekomst, weekendverbod, samenwerking,gelijk speelveld regels in Europa

• Mogelijke thema’s voor pilotsVeiligheid, imago/onderzoek naar klossenpees,verbreding van marktsegment, onderzoek naarnieuwe eindproducten garnalen, regulering

• Onderwerpen waar de mening over verdeeld is zijn(Subsidie voor) overstap duurzame vistechnieken,flexibel kunnen vissen, ander vistuig, anderebronnen van inkomsten.

3.2. Haventour

De Haventour in april 2012 had de volgende doelen: • Doelen en ambitie van de Brede Visie

hernieuwd onder de aandacht brengen van devisserijgemeenschap in de Waddenzee en deze aande hand van de bedrijfsmodellen concreet vertalennaar de visserij.

• Inzicht verkrijgen in de veranderingsopgave en deveranderingsbereidheid.

• Benoemen van onderwerpen die de transitiebelemmeringen en waar een oplossing voor moetkomen en waar dus mogelijk werkgroepen mee aande slag kunnen.

De beoogde resultaten waren: • Inzicht in de meest kansrijke bedrijfsmodellen.• Keuze voor de onderwerpen die in de werkgroepen

worden opgepakt.• Duidelijk wie van de vissers een actieve rol wil

spelen, mogelijk als pilot wil dienen.

De haventour trok langs de havens Den Oever, Harlingen en Lauwersoog. Betrokken bij de uitvoer van de Haventour waren: Ronald Lanters (Wing, programma en gespreksleider), Miriam van Bergen (Presentatie resultaten enquête, begeleiden subgroepen en medeverslaglegging) en Barbara Holierhoek (Visserijbestuurder en opdrachtgever).Een weergave van de uitkomsten uit de haventour worden hieronder beschreven.

Beeld van de haventourDe opkomst was goed in Lauwersoog, redelijk in Den Oever en wat minder deelnemers in Harlingen. De deelnemers vormen een goede afspiegeling van de samenstelling Waddengemeenschap. Dus zowel garnalenvissers, handkokkelvissers als vaste vistuigvissers. De mosselvisserij zit niet in het project en die zijn dan ook buiten beschouwing gelaten. Opvallend in de ontmoetingen was de constatering dat Brede Visie weinig bekendheid genoot. Daarom was het goed om in de toelichtende presentaties ook de ambities en uitgangspunten van de Brede Visie mee te nemen.

De economische situatie van de garnalenvisserij, de boosheid over de VIBEG afspraken en de zorgen over VisWad domineerden bij de opening vaak het sentiment. Ook de discussie over de puls visserij kwam meer dan eens aan de orde. De keuze om de bijeenkomsten een ‘besloten’ karakter te geven heeft goed uitgepakt. Er is veel gezegd en besproken en vissers hebben van hun hart geen moordkuil gemaakt. De thema’s die spontaan worden genoemd als van groot belang voor de toekomst waren:• De noodzaak om de visserijdruk te verminderen, en• Twijfel bij vissers aan de economische haalbaarheid

van een kleinschalige gemengde visserij

Na een algemene inleiding en terugblik op de resultaten van de enquête werden de vissers uitgedaagd om aan te geven waar naar hun idee nog ontwikkelmogelijkheden lagen voor de visserij. Dat leidt tot het volgende overzicht van ideeën en voorstellen. Deze zijn per haven gepresenteerd.

14

Tabel 3.1 Overzicht van de voorstellen en ideeën die door de vissers zijn aangedragen tijdens de Haventour in 2011.

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

Onderzoek de kansen voor

de Waddengarnaal

Onderzoek naar het

duurzame karakter van de

garnalenkor

Extra mogelijkheden voor

spieringvisserij als < 500 mtr

van kunstwerk mag worden

gevist

Stimuleer de ontwikkeling

van een beheerste visserij

Stimuleer de verkoop

rechtsreeks vanaf het schip

aan de consument

Bijvangst, het kan altijd

beter, staan open voor RTC’s

Geïntegreerd vissen biedt

toegang tot vangstrechten

Puls is alleen mogelijk als er

sprake is van een beheerste

visserij

Meer promotie van

visserijproducten uit de

Waddenzee

Innovatie van het netwerk

waarmee wordt gevist

Er is een markt voor levende

strandkrab

Betere handhaving van

de bestaande regels

(motorvermogen)

Lokale promotie van de

oester als waddenlekkernij

Onderzoek de invloed van

grote populatie zeehonden

(en vogels) op aanbod van

vis en garnalen

Is het mogelijk om ruimte

te creëren voor mechanisch

vissen op oester, liefst in

combinatie met groot

verwaterperceel

Meer promotie voor

schelpdieren ut de

Waddenzee

Duurzaam is een breed

begrip, betekent ook werken

aan milieuvriendelijke

schepen, bijvoorbeeld door

schone brandstof.

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

PR en branding van de

kleinschalige en duurzame

waddenvisserij zijn nodig.

Nieuwe marktkansen voor

grote levende garnalen

kunnen mogelijk worden

gecombineerd met

vismethoden die niet

bodemberoerend zijn

Kansen voor longlining op

zeebaars zijn er volop, maar

hoe kom je aan levende

zandspiering?

Af van te veel regels. Vissers

willen meer zeggenschap en

eigen verantwoordelijkheid.

Harli

ngen

De

n Oev

er

15

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

Ontwikkeling van een

conservenfabriek voor sprot,

oesters en evt. garnalen.

Toon aan dat het niet nodig

is om visgebieden te sluiten.

Ontwikkel visserij op nieuwe

soorten. Zoals sprot, makreel

(jiggen)en wadkrabben.

Komt tot 1 PO voor de

Waddenzeevisserij. Hoe

kun je tot een duurzaam

gereguleerde aanvoer

komen?

Verwerking van garnalen

zonder conserveermiddelen.

Nieuwe manieren van

garnalen vissen, bijv. met

staand want.

Mechanische visserij op

oesters

Vermindering visserijdruk

neerzetten als belangrijk

thema.

Onderzoek

productinnovaties van de

waddengarnaal. Markt voor

lokaal gepelde garnalen. Bij

voorkeur via de bestaande

kanalen.

Hoeveel zeehonden kan de

natuur aan?

Bot als mogelijk nieuw te

ontwikkelen soort met

potentie.

Wat zijn de voor- en nadelen

van de pulsvisserij in de

Waddenzeevisserij op

garnaal? Wat moet de

waddenvisser er mee?

Creëer marktkansen voor

soorten die nog niet of

nauwelijks geëxploiteerd

worden zoals Noordzee krab,

waddenoester, makreel, bot

en sprot

Vissers moeten een stevig

verhaal neerzetten als

tegenhanger van de macht

van de ngo’s. Dat kan via

informatieborden langs de

kust of bij bezoekerscentra.

Is er nog een kans voor de

traditionele boomkor met

wekkers in de kustwateren?

Zeker nu de puls ter discussie

staat en niet iedereen zo

maar in aanmerking komt

voor een pulsontheffing.

Pulsvisserij biedt

ondernemers die nog een

platvisquotum hebben de

ideale mogelijkheden om

een visserij met de seizoenen

mee te ontwikkelen.

Waarborg dat de huidige

groep vissers ook als eerste

in aanmerking komt als

er nieuwe vergunningen

worden afgegeven.

Kwaliteitsverbetering door

optimale spoelmachine.

De natuurlijke dynamiek van

de waddenzee is ongekend

hoog. Hoe kan de lokale en

kleinschalige visserij daar

nu invloed op hebben? Een

literatuurstudie zou moeten

helpen om daar meer inzicht

in te krijgen.

Langere looptijd van

vergunningen geeft

meer zekerheid om te

ondernemen op de langere

termijn.

Minder discards door wijdere

mazen

Mogelijkheid om meer

flexibel te vissen door zelf

beheer van de vergunningen

en quota door de PO’s.

LauwersoogDen Oever

16

Op basis van een aantal criteria en gesprekken met de opdrachtgevers heeft deze lijst een belangrijke basis gevormd voor de uiteindelijke selectie. Daarnaast hebben de opdrachtgevers/aanvragers zich laten inspireren door de resultaten van de verkenningen.

3.3. De Verkenningen

De enquête en de haventours maakten deel uit van de verkennende fase. Het maakte de visserijgemeenschap bekend met de Brede Visie en het leverde informatie over de situatie in de visie van de vissers over de stand van de sector, in het heden en in de toekomst. Drie verkenningen zijn opgepakt bij de start van het project, te weten: (1) verlagen van drempels voor duurzame gemengde visserij, (2) een onderzoeksprogramma en (3) verbeteringen in de vermarktingsketen. Hiervoor is de informatie uit de enquêtes en haventour verder aangevuld aan de hand van informatie uit interviews met diverse visserijondernemingen over hun bedrijfsvoering. Hieronder staat per verkenning wat dit opleverde aan inzichten.

Vangstrechten- en vergunningensysteem voor dynamisch ondernemerschapWat is een vangstrechten- en vergunningensysteem dat voldoende ruimte en tegelijkertijd voldoende stabiliteit biedt voor dynamisch ondernemerschap? Het gaat in deze verkenning over het verlagen van drempels voor duurzame gemengde visserij. Om meer inzicht te krijgen in de werkwijze en de behoefte van de visserijondernemers zijn interviews gehouden met vissers die een verschillend bedrijfsvoering. In deze groep zaten zowel vissers in de Waddenzee als uit de zuidwestelijke Delta. De interviews zijn niet openbaar omdat er bedrijfsinformatie wordt gevraagd. Door Mirjam van Bergen op basis van deze interviews een samenvattende rapportage geschreven. Deze samenvattende rapportage vormt daarmee de invulling van de verkenning van het dynamische ondernemerschap.

Een experimenten- en onderzoeksprogramma Deze verkenning gaat over de experimenten en onderzoeken die momenteel plaatsvinden op het gebied van nieuwe duurzame vangsttechnieken en de behoefte die bestaat naar aanvullend onderzoek.

Uit de analyse van de beschikbare data en onderzoeksresultaten blijkt dat er vooral nog behoefte is aan het verkrijgen van nadere informatie over de visserij met de vaste vistuigen. Betreft dan vooral de verspreiding en intensiteit waarmee wordt gevist. Daarover zijn in het kader van het Beheerplan Waddenzee inmiddels nadere voorstellen gedaan die zijn uitgewerkt in een concreet projectvoorstel.

Verder is de behoefte aan onderzoek binnen één van de pilots verder uitgewerkt voor de pulskor als innovatief en potentieel duurzame vangsttechniek. In de pilot over de puls worden daar duidelijke aanbevelingen over gedaan. Deze aanbevelingen zijn door de opdrachtgevers tot een eenduidig advies naar het bestuur en beleid omgezet (zie hoofdstuk 4.2).

Efficiëntere vermarktingsketen streekproductenDit is een belangrijke pijler onder de Brede Visie. Eén van de economische onderliggers van de geschetste toekomst voor de waddenvisserij is gelegen in ketenontwikkeling in combinatie met het unieke waddengebied. Op welke wijze kan het imago van een duurzame visserij in werelderfgoed De Wadden het best worden benut? Aan de hand van een analyse van de diverse keurmerken en ervaringen in andere dossiers kan worden geconcludeerd dat er marktkansen zijn, maar dat deze niet zo maar voor het oprapen liggen. In het kader van dit EVF project hebben Marije Siemensma (Marine Science and Communications) en Jaap Vegter (Stichting Geïntegreerde Visserij) een analyse gemaakt van de kansrijkheid en praktische ontwikkeling van streek en streekproducten.

3.4. Van voorstellen naar pilots

Alle informatie die in deze verkennende fase is verzameld is voorgelegd aan de aanvragers. Zij zijn in de gelegenheid gesteld een keus te maken in het rijke aanbod aan ideeën. • Brede Visie is maatgevend• Geen doublures met lopende projecten, moeten

toegevoegde waarde hebben• Projecten die (nieuw) economisch perspectief bieden

met voorrang behandelen

17

Afgaande op de signalen en ideeën uit de visserij, de enquête en de haventour zijn verschillende pilots aan de opdrachtgevers voorgelegd. Marktkansen voor de waddengarnaal en de oester als nieuwe waddenproduct zijn daarbij als pilot gesneuveld. De opdrachtgevers waren van mening dat de ontwikkeling van de Japanse oester nog in een kwetsbare experimentele fase zit en nog niet aan een marktverkenning toe is. De waddengarnaal wordt als pilot niet doorgezet omdat er al bestaande initiatieven zijn rondom de waddengarnaal. Ondernemers die hierin willen investeren zijn vrij dit te doen. In het geval ondernemers een goed doordacht business model hebben ontwikkeld, zou het Brede Visie project ondersteuning kunnen bieden. De opdrachtgevers vinden het in deze fase belangrijker dat afspraken Viswad en de Brede Visie goed op

elkaar zijn afgestemd. Dat traject is een voorbeeld van samenwerking tussen vissers en tussen partijen. Dat heeft nu prioriteit.

Daarmee resteren de volgende pilots voor het Brede Visie project:1. Geïntegreerde visserij op een aansprekende en

vergelijkbare manier voor het voetlicht2. Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee 3. Een maatschappelijke dialoog vanuit een

gemeenschappelijke boodschap4. Ontwikkeling van een Adviescollege/Beheercomité

Waddenvisserij5. Optimale afstemming EVF project Brede Visie met

Viswad

18

4.1. Pilot 1: Geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd

Een toekomst met meer kleinschalige Waddenvisserij.

Dat is een mooi streven, maar is dit wel een realistisch

streefbeeld? Houdt dit economisch wel over? Dat zijn

vragen die bij veel Wadvissers leven. Deze pilot laat zien

dat met een kleinschalig gemengd kustvisserijbedrijf

goed verdiend kan worden, vergelijkbaar met het

inkomen van een kleinschalige garnalenvisser.

De Brede Visie voor de Waddenzee staat voor een toekomst met meer flexibiliteit en kleinschaligheid in de visserij met respect voor de Waddennatuur. Het uiteindelijke doel is om in de Waddenzee een visserij te ontwikkelen die voldoende werkgelegenheid en bedrijvigheid in de havens oplevert en die toch past bij de waddennatuur. De filosofie en werkwijze van de Stichting Geïntegreerde Visserij past binnen zo’n concept.

Om van de huidige situatie naar deze toekomstige situatie te komen is een transitie nodig. Maar dat gaat niet vanzelf; vooral als dat economisch niet zinvol is. Bij veel Wadvissers leeft het idee dat een dergelijke transitie naar meer kleinschaligheid economisch niet zinvol is. Daarbij kleeft er aan de kleinschalige visserij een hoog ‘geitenwollensokken gehalte’: hobbyisten die zonder subsidie niet uit kunnen. Deze beeldvorming staat de gewenste transitie in de weg.

De Stichting Geïntegreerde Visserij wil daarom met deze pilot de brug slaan tussen beide werelden: inzicht geven in elkaars bedrijfsmodellen en bepalen waar gedeelde belangen en samenwerkingsmogelijkheden liggen. Deze Stichting bestaat uit 12 kleinschalige visserij ondernemingen die gevestigd zijn rondom de Waddenzee. Ze richten zich op gemengde kustgebonden visserijen en visserij gerelateerde activiteiten zoals

verwerking en verkoop van verse vis. Onderling ruilt men ook quota uit.

In deze pilot is door het LEI en Wing onderzocht wat de achterliggende verdienmodellen van een kleinschalige multifunctionele visserij onderneming zijn in vergelijking met een gemiddelde onderneming in de garnalenvisserij op de Waddenzee. De uitkomsten van dit onderzoek vormden de aanleiding om in gesprek te gaan met collega’s in de garnalenvisserij over de beeldvorming en gehanteerde verdienmodellen in beide visserijen, te bepalen wat er van elkaar geleerd kan worden en waar samenwerking mogelijk is.

Wat was de aanpak en wat het resultaat?Het project is gestart met het in beeld brengen van verschillende varianten van geïntegreerde visserij, en de manieren waarop deze ondernemingen bedrijfsmatig ingericht zijn. Met dit doel zijn gesprekken gevoerd met visserij ondernemers in de kleinschalige gemengde visserij over de achterliggende verdienmodellen en kostenstructuur. Vragen die hierbij centraal stonden waren: hoe ziet de bedrijfsvoering eruit? Welke activiteiten worden er uitgevoerd en welke keuzes worden daarbij gemaakt? Wat zijn de kosten en wat de opbrengsten?

Deze gegevens zijn vervolgens vergeleken met boekhoudkundige gegevens over de garnalenvisserij afkomstig van het LEI. De gesprekken zijn gevoerd met zowel leden als niet-leden van de stichting Geïntegreerde Visserij, gevestigd in het Waddengebied en de Zeeuwse delta.

Uit het onderzoek bleek dat multifunctionele of geïntegreerde bedrijven zich kenmerken door een redelijk stabiel inkomen over een langere periode, omdat met de verschillende activiteiten de economische risico’s verspreid worden. In de garnalenvisserij schommelt het inkomen al naar gelang de garnalenprijzen. Ook bleek dat de omzet van beide bedrijfstypen vaak verschilt (die is bij de garnalenvisserij hoger), maar dat het rendement vergelijkbaar is. Anders gezegd: een geïntegreerde visser

4. Verdiepen: Nieuwe oriëntatie op deWaddenvisserij”

19

verdient met minder onkosten ongeveer evenveel als een garnalenvisser.De resultaten van deze inventarisatie zijn vervolgens in bredere kring met garnalenvissers besproken. Deze bijeenkomsten waren er op gericht om de verzamelde informatie te delen en na te gaan op welke onderwerpen en thema’s de geïntegreerde visserij en de traditionele visserij elkaar versterken of dezelfde agenda hebben. Gesproken is over (samenwerking in) ketenontwikkeling, marketing, visserijtechnieken, ruimtelijke ordening en wet- en regelgeving.

Tijdens deze bijeenkomsten werd geconcludeerd dat het niet verstandig zou zijn als alle garnalenvissers massaal op andere soorten zouden gaan vissen; daarvoor is immers geen ruimte, zeker niet op soorten als harder en zeebaars. Voor de sector kan het wel veel uitmaken als een aantal garnalenvissers de bedrijfsvoering verbreed naar meerdere visserijen en visserij gerelateerde activiteiten.

Ook een verbreding in de visgronden kan een optie zijn. Zo denkt de Stichting dat de mogelijkheden op zee ruimer zijn dan op ‘t Wad. Om dat te onderzoeken is een aantal vissers experimenten gestart naar lijnenvisserij, sprot en spiering en dwergpijlinktvis. Uit deze experimenten zal blijken of dit type visserijen een goede bedrijfseconomische bijdrage kunnen leveren aan een kleinschalig, multifunctioneel bedrijf. Van deze bijeenkomst is een verslag gemaakt dat in Visserijnieuws is gepubliceerd.

Wat heeft deze pilot opgeleverd?Het project heeft geleid tot een open dialoog tussen de geïntegreerde vissers en de andere vissers over het concept van geïntegreerd vissen. Er is zicht gekomen op gemeenschappelijk belangen en op de wijze waarop de geïntegreerde visserij mogelijk een bredere basis kan krijgen binnen de visserijgemeenschap. Tenslotte is er in de sector een betrouwbaarder beeld ontstaan t.a.v. aspecten als commerciële kansen, bedrijfsmatigheid, hobby-matigheid (het geitenwollensokken-imago), etc. De bevindingen zijn vastgelegd in een adviesrapport.

4.2. Pilot 2: Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee

De komst van de puls in de Noordzeevisserij en de enkele

ontheffingen die zijn afgegeven aan garnalenvissers

van de Waddenzee en de Noordzeekustzone hebben

de gemoederen binnen de waddenvisserij danig in

beroering gebracht.

In de discussies lopen de vragen over de effecten van een verhoogde efficiëntie en de mogelijke (lange) termijn effecten op het ecosysteem parallel. Een breed bezochte bijeenkomst over de puls in Harlingen op 30 maart 2012 kon de gemoederen niet sussen. De behoefte aan een gesprek met de visserij gebaseerd op kennis en feiten en de inpasbaarheid van de pulskor in de garnalenvisserij op de Waddenzee bleef overeind. Deze behoefte past in het gesprek over de regionale ontwikkelingskansen van de waddenvissers. Hoe gaat deze gemeenschap om met innovaties die van invloed zijn op de traditionele bedrijfsvoering?

In de periode oktober 2012 – februari 2013 is een brede oriëntatie uitgevoerd om de opdracht beter in kaart te brengen. Doel van deze verkenning was om meer zicht te krijgen op de problematiek en te inventariseren welke vraagstukken leven bij de betrokken partijen. Eerst is gekeken welke informatie beschikbaar was via internet en andere algemeen toegankelijke bronnen, zoals Visserij nieuws. Tijdens deze verkenning zijn ook gesprekken gevoerd met betrokken bij de garnalenvisserij.

Op basis van die verkenning zijn de inzichten uit bestaande literatuur en de lopende studies bij elkaar gebracht en in een rapport samengevoegd. Dit rapport “Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee” is door de opdrachtgevers voorzien van de volgende begeleidende brief:

20

27 januari 2014

Geachte lezer,

De opkomst van het electrisch vissen met

de pulskor op garnalen laat visserijsector,

maatschappelijke organisaties en overheid niet

ongemoeid. De meningen over nut en noodzaak van

dit vistuig zijn verdeeld. Zowel vanuit ecologische

als economische overwegingen biedt dit nieuwe

tuig voordelen. Het gebruik heeft echter ook nog

onvoorziene economische en ecologische effecten,

wat het debat over de toekomst van de pulsvisserij

in de garnalenvisserij in Nederland voeding geeft.

Met het oogmerk om een meer op feiten gebaseerd

gesprek te kunnen voeren over de toekomst van

dit vistuig hebben wij – de aanvragers van de

het EVF-project Uitvoeringsprogramma Brede

Visie op een duurzame visserij in de Waddenzee

- David Goldsborough van Van Hall Larenstein

opdracht gegeven om de feiten over de pulsvisserij

in de garnalensector in een rapport bij elkaar te

brengen. Hij is bij dat werk ondersteund door

Josien Steenbergen (IMARES), Zwanette Jager

(Ziltwater Advies) en Wim Zaalmink (LEI).

Dat heeft geleid tot bijgaand rapport “Toekomst

van de pulsvisserij in de Waddenzee”.

Aan de hand van dit rapport willen we met de

omgeving het debat over de toekomst van de

pulsvisserij in de Waddenzee opnieuw oppakken.

Daarvoor zullen we het thema in het komende

halfjaar actief agenderen. Bijvoorbeeld bij het

congres op 6 en 7 maart over de garnalenvisserij

die wordt georganiseerd door de Waddenacademie,

de Waddenvereniging en de Stichting

Verduurzaming Garnalenvisserij. Ook de afsluitende

bijeenkomst van het EVF project (gericht op de

ondernemers en voorzien voor begin mei) leent

zich voor agendering.

Ook zullen wij dit rapport onder de aandacht

brengen van de Stuurgroep Pulsvisserij. Wij zullen

de stuurgroep vragen om bijzondere aandacht

te hebben voor de toepassing van de puls in de

garnalenvisserij. Ook zullen wij de Stuurgroep Puls

vragen of zij via haar onderzoeksprogramma een

bijdrage kan leveren aan het ondervangen van de

aangetoonde kennisleemtes.

Voor ons als opdrachtgevers is het rapport

aanleiding om gereserveerd te zijn over

de introductie van de pulsvisserij in de

garnalenvisserij. De onzekerheden over de effecten

en de configuratie zijn in deze fase nog te groot.

Toch willen wij de puls als vistuig met potentie voor

de garnalenvisserij in de toekomst niet afschrijven.

We zijn er daarom voorstander van dat het

onderzoek en de experimentele visserij vooralsnog

wordt gecontinueerd.

Met vriendelijke groet,.

Namens de opdrachtgevers: VisNed, Nederlandse

Vissersbond, de Waddenvereniging, Stichting

Geïntegreerde Visserij en de visserijverenigingen

Hulp in Noord en Ons Belang,

Pim Visser

21

Op 4 februari 2014 bericht Visserijnieuws over de studie en de terughoudendheid bij deze groep over de introductie van de puls zonder dat een vaste configuratie bij vergunning verplicht wordt gesteld. De stuurgroep Puls heeft anno augustus 2014 nog steeds niet gereageerd op het rapport. Wel zien we in de diverse bijeenkomsten over de puls het issue van de vast configuratie terugkomen. Naast de zorgen van de traditionele vissers over de opkomst van de puls in de garnalenvisserij maakt de garnalensector zich ook veel zorgen over de opkomst van de puls op de kleinere boomkorschepen. Deze schepen zullen door de geringe platvisqouta nu veel sneller overstappen op de garnalenvisserij. Dat zal leiden tot een ongewenste toename van de visserijdruk op de garnalenstand. Hierbij zij wel vermeld dat deze schepen niet over een nb-wetvergunning beschikken om deze pulsvisserij in de Waddenzee uit te voeren.

De discussie over de toekomst van de puls is nog niet beslecht en op basis van de opgedane ervaring worden vervolgvoorstellen gedaan voor het uitvoeringsprogramma. Die voorstellen betreffen het verder verrichten van onderzoek, geen vrije pulsvisserij in de Waddenzee (alleen op basis van onderzoeks en/of visplan) en een heroriëntatie op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten over de ecologische en economische inpasbaarheid van deze innovatie.

4.3. Pilot 3: Een maatschappelijke dialoog vanuit een gezamenlijke boodschap

Het doel van de pilot ‘Een maatschappelijke

dialoog vanuit een gezamenlijke boodschap’ is het

verbeteren van het imago van de Waddenvisserij

door de visserijsector zelf, zodat het duidelijk is voor

natuurorganisaties, de overheid, onderzoeksinstanties,

het toerisme en de consument waar de Waddenvisserij

anno 2013 en met een blik op de toekomst, staat.

Om het imago te verbeteren is er behoefte aan een heldere kernboodschap die duidelijk maakt waar de Waddenvisserij voor staat. De kernboodschap moet: • Vissers helpen om zich nog bewuster te worden van

hun positie op het Wad.• Vissers in staat stellen om zelf hun verhaal uit te

kunnen dragen• De rollen van de Waddenvisserij voor het

Waddengebied naar voren brengen (ecologisch,(sociaal) economisch)

Om deze gezamenlijke kernboodschap te ontwikkelen en deze naar buiten te brengen zijn in deze pilot drie middelen voorgesteld (Inspringtheater; leren van collega’s; visserij in beeld).

Een daarvan is inzet van het Inspringtheater, om Waddenvissers te ondersteunen om de eigen visserij beter te positioneren en de visser te helpen bij het overbrengen van zijn of haar belangen en ideeën. Met een drietal voorstellingen in maart 2013 in Harlingen, Lauwersoog en Den Oever is de sector een avond vermaak aangeboden, met een knipoog naar de hedendaagse praktijk waar de Waddenvissers mee te maken hebben. Met inzet van theater kregen de vissers de kans om een keer door een vergrootglas naar zichzelf en hun omgeving te kijken en daar met elkaar over na te denken, zonder inmenging van derden als overheid of natuurorganisaties. De vissers zijn onder creatieve en professionele begeleiding geprikkeld en aan het denken gezet over hun bijdrage aan de Waddenzee en de leefgemeenschap.

Er is positief gereageerd op het stuk. De voorstelling was volgens de vissers een herkenbare weergave van hun beleving. Het stuk geeft uiting aan de mentale moeheid en slijtage die de vissers voelen. Het uitspelen hiervan geeft ruimte en versterkt het gevoel er alleen voor te staan. Er komt naar voren dat vissers zelf keuzes moeten maken. Dat als ze iets willen veranderen ze ook naar zichzelf moeten kijken hoe ze lopen te chagrijnen of Calimero gedrag vertonen. Het is een middel om het gesprek aan te gaan met elkaar. Een belangrijk leerpunt is dat de opkomsten teleurstellend waren. Mogelijke redenen hiervoor: vergadermoeheid; tijdstip; onduidelijkheid wat er te halen is. De locatiekeuze op de lokale visafslagen was goed. Voorgesteld is om de voorstelling op te herhalen.

22

4.4. Pilot 4: Beheer van de visserij in de Waddenzee - verkenning beheercomité/adviescollege

Waddenvisserij

Paddy Walker; Programma Rijke Waddenzee – CONCEPT juni 2014

In de Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

van 2010 staat een duidelijk perspectief voor een

regionale organisatie van de visserij. Voorgesteld wordt

een Adviescollege Waddenvisserij op te richten met als

voornaamste taak het adviseren van de Rijksoverheid

over een geïntegreerd en duurzaam beheer van vis en

schelpdieren in het Waddengebied, binnen de kaders die

worden gesteld door Europese en nationale overheden.

Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied. Binnen de huidige herziening van de Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) vormt regionalisering één van de speerpunten. De lidstaat Nederland is van mening dat dit regionale spoor optimaal gebruikt moet worden ter wille van regio specifieke maatregelen en draagvlak voor het visserijbeleid.

De taak van dit Adviescollege Waddenvisserij is -volgens de Brede Visie- ‘het adviseren van de Rijksoverheid over een geïntegreerd en duurzaam beheer van vis en schelpdieren in het Waddengebied binnen de kaders die worden gesteld door Europese en nationale overheden. Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied. Bekeken zal worden of in de toekomst het integrale beheer van de vangstrechten en de uitgifte van de vergunningen overgeheveld kan worden naar dit Adviescollege Waddenvisserij’.

In het document van de Brede Visie staat een streefbeeld voor 2020 als volgt: “Het beheer van de visserij is adaptief, maar maakt gebruik van voortschrijdend inzicht en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Alle betrokken partijen hebben inspraak bij het vaststellen het visserijbeheer in de Waddenzee” (Hollenga et al., 2010).

De visserij- en natuurorganisaties alsook de overheden vinden de ontwikkeling van regionaal geregeld visserijbeheer in de Waddenzee belangrijk en noodzakelijk, ook juist i.v.m. de verschillende transitietrajecten, zoals VisWad. Wat dit laatste betreft zal de visserij de komende jaren moeten anticiperen op een (verwachte) afname van het areaal visgebied, een algemene verlaging van de visserijdruk en de opgave om verder te verduurzamen. Dat vereist dat de schaarser wordende ruimte en middelen op een evenwichtige wijze wordt verdeeld binnen en tussen visserijsectoren.

AmbitieDecentralisatie van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden omtrent het visserijbeheer (incl. vergunningverlening en handhaving) past in de ambitie van meer stakeholdersbetrokkenheid/-verantwoordelijkheid en taken daar neer te leggen waar zij het meest efficiënt uitgevoerd kunnen worden. De meerwaarde van regionaal geregeld visserij (zelf)beheer ligt bij meer slagkracht en betere afstemming en afspraken over gebruik van de visserijruimte (en zonering), quoteringen, vergunningverlening en handhaving. Winst hiervan valt bijvoorbeeld te boeken op zaken als: • Stabiliteit en zekerheid via meerjarenafspraken• Flexibiliteit via jaarlijkse visplannen• Efficiëntie / tijdwinst omdat onderling overleg

minder is.

Regionaal visserijbeheer moet in het bijzonder zijn legitimatie vinden doordat taken en bevoegdheden beter, efficiënter en voordeliger uitgevoerd kunnen worden dan nu. Dan vormt regionaal geregeld visserijbeheer een efficiencyslag in de uitvoering van (nu nog rijks)taken.

23

ProbleemanalyseOp dit moment is het visserijbeheer in de Waddenzee versnipperd over de visserijsectoren; zo hebben bijv. de diverse sectoren hun eigen overleg en afspraken(kaders) met de natuurorganisaties (bijv. mossel- en kokkelconvenant, VisWad (garnalen)). Daar komt bij dat de bestuurlijke betrokkenheid en wettelijke bevoegdheden vaak niet in één hand zijn verenigd. Zie hierboven een schema waarin de bevoegd gezag voor vergunningverlening wordt weergegeven.

Het doel van een adviescollege is in de brede Visie verwoord als volgt:De taak van dit Adviescollege Waddenvisserij is het adviseren van de Rijksoverheid over een geïntegreerd en duurzaam beheer van de vis en schelpdieren in het Waddengebied binnen de kaders die worden gesteld door Europese en nationale overheden. Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied.Taken van het Adviescollege zijn onder andere:• Het geven van adviezen over de invulling van beleid

aan de overheden.• Het heroverwegen van hoe een “pool” van

vangstrechten wordt beheerd.• Het geven van adviezen en maken van afspraken

over ruimtegebruik (gebieden & gebruiksfuncties).• Het geven van adviezen en maken van afspraken

over beheer van het ecosysteem op basis van dedraagkracht ervan.

• Het vergroten van de ecosysteemkennis:monitoringsprogramma’s opstellen (insamenwerking met vissers), voedselweb studies enz .

Bekeken zal worden of in de toekomst het integrale beheer van de vangstrechten en de uitgifte van de vergunningen overgeheveld kan worden naar dit Adviescollege Waddenvisserij.

Destijds werden de volgende aandachtspunten voor het uitwerken geformuleerd:

Algemeen• Dit initiatief mag niet leiden tot meer bestuurlijke

drukte en de politiek-bestuurlijk noodzaak voor eennieuw Adviescollege moet worden verkend. Immershet rijk is anderszins bezig adviesraden af te schaffen- zie Raad voor de Wadden. Mogelijk pleit dezeontwikkeling juist voor het model-Beheercomité.

• In uitwerking ook aandacht voor sociaal-economische dimensie.

• In uitwerking aandacht besteden aan de organisatievan de achterbannen.

• Is 1-loket functie voor diverse vergunningen (Nb-weten Visserijwet) mogelijk?

TakenFocus alleen op waddenvisserijen en visstand (incl. onderzoek) of ook de opgaven die voor de visserij voortkomen uit Natura2000 en de overige vastgelegde natuurdoelen in de Waddenzee. Voor dit laatste is afstemming met het Ministerie van I&M en RWS nodig

Geografische afbakeningDe Waddenzee maakt hydrologisch en ecologisch gezien deel uit van de Noordzeekustzone. Ook qua visserijgebruik is er uitwisseling en vissen de wadvissers in de kustzone. Voor het N2000 Beheerplan wordt het waddengebied, bestaand uit Waddenzee en Noordzeekustzone weliswaar in aparte Beheerplannen opgenomen, maar als een geheel gezien. Voorstel is om de geografische afbakening van het beheercomité/adviescollege de N2000 gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone te maken. Hiervoor is afstemming met het Ministerie van I&M noodzakelijk.

24

Wetenschappelijke onderbouwingDe wetenschappelijke onderbouwing betreft momenteel vooral de effecten van visserij op de N2000 doelstellingen, die vastgelegd worden in Passende Beoordelingen voor het verkrijgen van een Nb-wet vergunning. Als het gaat om de onderbouwing van ruimtegebruik, draagkracht, ecosysteem- en cumulatieve effecten dan is er verder onderzoek en monitoring nodig. In het kader van de N2000 Beheerplannen is veel informatie beschikbaar als basis. Een comité/college zal opdrachten kunnen uitzetten voor de onderbouwing van maatregelen.

Modellen Visserijbeheerorganen Een drietal voorbeelden van Visserijbeheerorganen wordt hieronder kort benoemd:

Regional Advisory Council (RAC): ingesteld door de EU om stakeholders betrokkenheid te vergroten. Georganiseerd via regio (b.v. Noordzee; Oostzee) of visserij (b.v. Pelagisch). Kenmerken: overheid als observer; wetenschap onderbouwend aan werkgroepen; hoofdtaak: advies.

Visserijbeheercommissie (VBC): Samenwerking tussen visrechthebbenden en waterbeheerders.Doel: bereiken van een aantrekkelijke visstand en het streven naar een duurzame visserij middels visplannen en onderzoek. Vastgelegd in een convenant met alle partijen aan tafel, ook overheid.Taken (o.a.):• Voorbereiden, toetsen en uitvoeren van visplan• Platform voor overleg• Informatie aan eigen achterban• Onderzoek naar de visstand

Inshore Fisheries and Conservation Authority (IFCA): UK regionaal geregeld; commissie met regionale overheid, vissers en door de overheid betaalde NGOS (Natural England) en agentschappen (Environment Agency); koppeling visserij en natuurbescherming; overheid gestuurd; hoofdtaak beheer; heeft ook vergunning bevoegdheid.Hoofdtaken van een IFCA zijn:• Beheer van fisheries resources – middels

convenanten (codes of conduct); vergunningen en wetgeving.

• Visserij wetgeving.• Onderzoek in samenwerking met

onderzoeksinstellingen en natuurorganisaties (kosteloos?).

• Koppelen natuurdoelstellingen met visserijpraktijk b.v. middels gesloten gebieden.

Missie: “Inshore Fisheries and Conservation Authorities will lead, champion and manage a sustainable marine environment and inshore fisheries, by successfully securing the right balance between social, environmental and economic benefits to ensure healthy seas, sustainable fisheries and a viable industry.”

25

Proces 2012-2014

Verkenning Paddy Walker (juni 2012):In de loop van 2012 zijn verschillende beheervormen onderzocht - zoals de Europese Regional Advisory Council (RAC), het Visserijbeheercommissie (VBC) zoals in de binnenwateren gehanteerd wordt, en de voorloper van de Engelse IFCA, de Joint Fisheries Committee. Ook de belangrijkste elementen van een beheercomité zijn uitgezocht:• Taken en bevoegdheden• Juridische kader• Wetenschappelijke onderbouwing• Ambitie• Afbakening - geografischDe basis blijft de streefbeeld voor 2020 zoals verwoord in de Brede Visie: “Het beheer van de visserij is adaptief,

maar maakt gebruik van voortschrijdend inzicht en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Alle betrokken partijen hebben inspraak bij het vaststellen het visserijbeheer in de Waddenzee” (Hollenga et al., 2010).

Onderzoek van Roel de Jong (voorjaar 2013):In het voorjaar van 2013 heeft Roel de Jong een verkenning gedaan van de verschillende mogelijkheden omtrent beheer van de visserij in de Waddenzee. Hij heeft vertrouwelijke gesprekken gehad met een 6-tal betrokkenen vanuit visserij (rijks)overheid en natuur. Vervolgens heeft hij voorstellen voor vervolg gemaakt, zoals in de tabel op de volgende pagina.

Hoefddoel Samenstelling Rol overheid Voordelen Nadelen

Regional Advisory CouncilRAC

Vergroten

stakeholder

betrokkenheid bij

uitvoering GVB

door advisering

2/3 visserij

1/3 stakeholders

(b.v. ngo’s,

sportvisserij)

Observer Stakeholders en

visserij komen

tot gedragen

oplossingen

(sterk secretariaat

nodig)

Overheid kan

advies naast zich

neerleggen

Wie beslist als

partners er niet

uitkomen?

Visserij beheer commissieVBC

Bereiken van

aantrekkelijke

visstand, streven

naar duurzame

visserij

Overheden,

vissers, ngo’s,

waterschappen

Convenants

partner

Alle relevante

partijen aan tafel

Op oplossingen

inzetten

Geen duidelijke

regels over

conflict hantering

Inshore Fisheries and Conservation AuthorityIFCA

Het behalen van

een duurzame

mariene milieu

en regionale

kustvisserij

Door overheid

aangestelde

vertegenwoor-

diger is van

regionale visserij-

belangen, rijks

agentschappen

en provinciale

vertegenwoor-

digers

Sturend als het

gaat om de

invulling maar

de commissie is

autonoom

Alle visserijbeheer

en natuur

bescherming in

een organisatie

Deelname

op basis van

vrijwilligheid

26

Tussenstap 2013In de loop van 2013 is besproken om niet zozeer de bestuurlijke structuur aan te passen, maar de werkwijze. Dus veel meer vanuit de praktijk van visserij, vissers en natuurbescherming. Een beetje zoals een RAC te werk gaat. Gedacht werd om de discussie breder te trekken en meer aansluiting me de omgeving te zoeken. Er zou stapsgewijs gewerkt worden:• Vanuit eindbeeld werken (ecologisch en economisch

duurzaam visserij).• Analyse van huidige knelpunten.• Uitgangspunten voor geïntegreerde visserijbeheer in

de Waddenzee formuleren.

En er zou een studiedag komen met vissers, natuurbescherming en onderzoekers om inspiratie te zoeken in de samenwerking. Dit zou bij Bakkeveen gepresenteerd worden. Uiteindelijk is deze stap niet genomen, maar het idee om vanuit de huidige bestuursstructuren te werken is wel overend gebleven.

Stand van zaken juni 2014Ondertussen zijn een aantal transitie trajecten al verder gevorderd in 2014 dan in 2012:

• VisWad heeft de afgelopen twee jaar vorm gekregenen het lijkt dat er in de nabije toekomst (juni 2014)een akkoord ligt tussen vissers, ngo’s en overheid.

• Handkokkelvissers hebben meerjarenafspraken en-beleid.

• Vaste vistuig visserij komt in Nature2000-beheerplan.

• Voor Japanse oesters is traject gestart voor nieuwebeleidslijn, samen met rapers, ngos’, EZ en ProvinsjeFryslân.

• Mosselconvenant is nieuwe fase ingegaan, maar blijftgelden tot 2020.

De behoefte ligt dus niet zozeer in de bestuurlijke inbedding, maar in de onderbouwing van de transitiestappen en het mobiliseren van kennis , ook van de vissers, om de benodigde stappen zo goed mogelijk te zetten. Zoals ook in het oorspronkelijke plan is verwoord:

“De wetenschappelijke onderbouwing betreft momenteel vooral de effecten van visserij op de N2000 doelstellingen, die vastgelegd worden in Passende Beoordelingen voor het verkrijgen van een Nb-wet

Element Invulling

Afbakening • Wel visserij in de Noordzeekustzone; geen binnenvisserij

• In eerste instantie nationaal insteek – niet trilateraal

• In eerste instantie de keten niet meenemen

• Afstemming visserij en natuurdoelen voor de Waddenzee en de

Noordzeekustzone meenemen

• Afstemming met (sociaal)economisch beleid beperken tot elementen die direct

met organisatievorm te maken hebben

Organisatievorm • IFCA-achtig meest kansrijk

• Uitgangspunt - bevoegdheden van orgaan overstijgen niveau van ‘adviescollege’

• Identificeren van eindsituatie en pas daarna tussenstappen bepalen

Omgaan met belangen • Nagestreefde eindsituatie staat centraal

• Verassingsvrije werkwijze van grote waarde

Werkwijze • Verdere gesprekken en vertaalslag naar daadwerkelijke situatie

• Uitwerken schematische route

27

vergunning. Als het gaat om de onderbouwing van ruimtegebruik, draagkracht, ecosysteem- en cumulatieve effecten dan is er verder onderzoek en monitoring nodig. In het kader van de Natura 2000-beheerplannen is veel informatie beschikbaar als basis. Een comité/college zal opdrachten kunnen uitzetten voor de onderbouwing van maatregelen.”

Wetenschappelijke onderbouwing en kennisuitwisselingDe vorm waarbij de wetenschappelijke onderbouwing en kennisuitwisseling wordt geregeld is nog niet onderzocht. Gedacht kan worden aan een gebruikersgroep van vissers en visserijvertegenwoordigers die een gezamenlijke kennisagenda opstellen. Zoal s in onderstaand schema is weergegeven.

Het zal gaan om verschillende soorten kennis:• Fundamenteel wetenschappelijk: ecosysteem

modellen; inzicht in drivers voor voorkomen vis, schelpdieren en garnaal.

• Praktijkgericht: het in de praktijk valideren van theorieën zoals effecten bodemberoering, effecten netaanpassingen zoals zeeflap; het uitvoeren van vismonitoring.

• Anekdotisch: oude (log)boeken, foto’s, verhalen.• Ecologisch: voedselweb studies; ecologische

interacties.• Technisch: aanpassingen aan netten of tuigen, b.v.

om bijvangst of bodemberoering te verminderen.• Sociaal-economisch: doorrekenen van verschillende

scenario’s.

Advies komende 5 jaarAls we een nieuwe beheerorganisatie willen opzetten, dan kunnen we leren van de structuur en werkwijze van de IFCA. Maar zo ver is het nog niet. Er lopen nog convenanten en Viswad is net klaar, er is op dit moment rust nodig. Het advies is om vanuit de bestaande trajecten te bouwen om samenwerking tussen de verschillende visserijen. Op kennisuitwisseling nog veel te winnen met elkaar, b.v. het opzetten van een kennisloket voor vissers. Dit zou je dan wellicht in de toekomst bij elkaar kunnen brengen in een beheercomité.

De focusgroep van Viswad, waar de overheid, visserij, bedrijfsleven en NGOs zitting in is een voorbeeld dat zich mogelijk kan ontwikkelen tot een autoriteit door samenwerking met de andere visserijen. Als een dergelijke club vanuit inhoudelijke dossiers handelt, dan groeit een adviescollege/comité wellicht vanzelf. Een andere optie is de klankbordgroep die actief was in de beginstadia van de Brede Visie opnieuw op te starten, olv Henk Staghouwer, en de ‘ terms of reference’ en deelnemers opnieuw te bezien in het licht van de ontwikkelingen van de afgelopen 18 maanden.

4.5. Pilot 5: Afstemming VisWad en Brede Visie

Binnen het VisWad wordt gewerkt aan een transitieprogramma voor de garnalenvisserij in de Waddenzee. De ambitie is hoog:

“Komen tot een goed renderende garnalenvloot in de Waddenzee gelijktijdig met de natuurontwikkeling op de meest kwetsbare en waardevolle delen van het Waddengebied”

In samenspraak tussen de Nederlandse Vissersbond, VisNed, Natuurmonumenten, Waddenvereniging, Stichting Wad en de diverse overheden wordt invulling gegeven aan de uitwerking. Dit gebeurt onder de noemer VisWad.

Om de gewenste situatie te bereiken worden daarom binnen VisWad over onderstaande maatregelen afspraken gemaakt:A. Bescherming van gebieden;B. Reductie visserijdruk;C. Bijvangstreductie;D. Beheer en organisatie.

28

Maatregelen zijn nodig voor bescherming en herstel van bodemdieren en visgemeenschap. Op systeemniveau wordt een ongestoorde ontwikkeling in twee kombergingen nagestreefd. Gebiedssluiting, technische innovaties en capaciteitsreductie zijn nodig om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Bij gebiedssluitingen dient een toename van de bodemimpact in andere gebieden te worden voorkomen, doordat de vloot zich op het kleinere gebied gaat concentreren. Om de natuurmaatregel van sluiting van gebieden daarom effectief uit te voeren dient de visserijdruk vermindert te worden. Dit kan door de huidige vlootomvang van de garnalensector te verminderen. Hierbij is de ambitie om uiterlijk tot 2026, maar het liefst al in de eerste beheerplanperiode de vloot in drie stappen te verminderen met 30 vergunningen.

Deze ambitie sluit aan bij de doelen van de Brede Visie. Daarin wordt ook gestreefd naar een reductie van de omvang van de specialistische garnalenvissers ten faveure van de gemengde vissers die met de seizoenen mee vissen. De visserij gaat niet allen vanuit een intrinsieke economische gericht doel in dit traject mee, maar voelt zich door de toenemende belang van de adequate bescherming van de natuurwaarden zich daar ook toe verplicht. Voor een sector die het niet al te breed is het lastig om middelen vrij te spelen die nodig zijn om tot een nog meer duurzame visse4rij te komen. Het staat voor de deelnemende partijen in dit traject ook buiten kijf dat individuele vissers geen slachtoffer mogen worden van de in gang gezette transitie en daarvoor zijn dus middelen en goede voorstellen nodig.

Vanuit dit EVF traject is de opdracht aan ERAC verleend om zorg te dragen voor het financiële kader en de daarbij behorende strategie. ERAC heeft samen met andere partijen (Groenfonds, ministerie van EZ, Waddenfonds) geanalyseerd op welke wijze middelen vanuit bestaande fondsen kunnen worden vrijgespeeld voor de beoogde transitie in de Waddenzee. Naast de reguliere visserijmiddelen voor innovatie vanuit de Europese fondsen (EVF en nu dan ook het EMFZV) is vooral ook gekeken naar de mogelijkheden die het Waddenfonds biedt. Daar lijkt een directe koppeling tussen natuurherstel en ontwikkeling visserij mogelijk. Naast de bestaande fondsen heeft ERAC ook onderzocht of andere financiële constructies zoals revolving funds en/of achtergestelde leningen bijdragen aan de beoogde transitie. Daarvoor lijkt het vooralsnog te vroeg. Als je daaraan wil zal eerst de verdiencapaciteit en de financiële gezondheid van de garnalensector moeten verbeteren.

Vanuit het EVF project is ook de inzet vanuit de lokale PO’s gefinancierd om de VisWad afspraken bij de vissers uit te dragen. Daarvoor hebben enkele visserijvertegenwoordigers een actieve rol op zich genomen om bij te dragen aan de uitvoering van de VisWad afspraken. Dat heeft er toe geleid dat er anno juli 2014 een convenant en uitvoeringsprogramma ligt dat gereed is voor ondertekening.

29

5.1. Voorgenomen acties

Van meet af aan was de intentie van het EVF project om de resultaten en verworvenheden te delen met de visserijgemeenschap via een groots opgezette bijeenkomst. Deze zogenaamde “Bakkeveen revisited” had tot doel een podium te creëren voor ontmoetingen tussen partijen ter bevordering van de gezamenlijke beheersvisie door het bespreken in integreren van de resultaten van de verschillende pilots in dit project in een Uitvoeringsprogramma.

De voorbereidingen voor deze bijeenkomst zijn vanaf januari 2014 opgepakt. Programma en locatie waren zo goed als geregeld. Vanuit de intentie naar een breed draagvlak te streven is contact opgenomen met de verschillende visserijvertegenwoordigers van verschillende segmenten om een actieve bijdrage te leveren aan de bijeenkomst. Uit die contacten bleek dat de visserij in het voorjaar van 2014 weinig behoefte en geen ruimte had voor een dergelijke bijeenkomst. De visserij zelf was druk bezig met vissen en de gemoederen werden door het Viswad akkoord en het Mosselconvenant gedomineerd. Voor sommige voelde Bakkeveen revisited zelfs als een stap naar het verleden. De huidige afspraken en akkoorden die per visserijsegment worden gemaakt volstaan voorlopig. In afstemming met de aanvragers is besloten om deze grote sessie niet door te laten gaan en in een wat uitgebreider slotoverleg met de aanvragers en projectleiders de balans van het Brede Visie traject op te maken.

5. Verankeren - de slotfase5.2. Eindberaad 19 mei 2014

Op 19 mei zijn de resultaten van dit EVF project beproefd en gewogen. Wat is bereikt en wat betekent dit voor het vervolg van de Brede Visie?

Voor de aanvragers en de projectleiders was het evident dat de toekomst van de Brede Visie valt of staat met de betrokkenheid van de visserijgemeenschap. De ontwikkelingen rondom de gesloten op de Waddenzee (VisWad en Mosselconvenant) en de Noordzeekustzone (VIBEG) domineerden en domineren nog steeds het gesprek. Het blijkt dat het van belang is dat de visserijsectoren eerst vanuit hun eigen metier de zaken op orde hebben, voordat de stap naar verbreding kan worden gezet. Ook blijkt het voor de visserij lastig om de kansen te zien die de Brede Visie schetst. De uitwijkmogelijkheden naar andere vormen van visserij zijn op de Waddenzee zeer beperkt. Pas als de visserijdruk vanuit de garnalenvisserij sterk afneemt en de schelpdiervisserij hun markt enigszins open stelt voor nieuwkomers ontstaat er ruimte voor nieuwe vitale bedrijven. De opstelling van de stichting Op Handkracht Verder in de uitvoering van dit EVF project is daar een voorbeeld van geweest. De handkokkelvissers zagen feitelijk geen kansen maar vooral bedreigingen opdoemen vanuit de ambities van de Brede Visie en hebben zich bewust wat afzijdig gehouden.

30

5.3. Adviezen voor het uitvoeringsprogramma

Toch heeft het EVF project via de pilots een belangrijke bijdrage geleverd aan een aantal essentiële vraagstukken. Dat geldt zeker voor de op handen zijnde transitie in de garnalenvisserij op de Waddenzee alsmede de discussie over de toekomst van de puls. Ook heeft het concept van gemengd en/of geïntegreerd vissen voorzien van een stevigere economische pijler. Deze tak van visserij is economisch vitaal en levert een zeker inkomensniveau. Dat laatste ligt mogelijk lager dan in de schelpdier- of garnalenvisserij, maar dat maakt het nog steeds een waardevolle bedrijfstak die qua opzet en bedrijfsvoering op termijn misschien toch nog steeds het beste past bij de Waddenzee. De maatschappelijke organisaties die deze aanvraag hebben gedaan komen op basis van de actuele ontwikkelingen en dit project tot de volgende adviezen over de opvolging van de Brede Visie:

Advies 1Creëer gebruiksruimte voor seizoensmatige kwaliteitsproducten met kleine volumes:De kleinschalige gemengde visserij kan economisch uit, maar deze bedrijfstak behoeft wel toegang tot de vis-, schaal- en schelpdierenbestanden die nu soms het exclusieve recht van andere zijn, als de ambitie is om dit segment een groter aandeel te geven in de waddenvisserij. Mogelijke opties die daartoe verkend kunnen worden zijn:• Een handkokkelvergunning in de markt verwerven

en verhuur aan een kleine groep ondernemers die ereen dagverse/culinaire regionale markt mee willenbedienen.

• Idem voor een mosselkweekperceel en een MZIvergunning.

• Idem voor een garnalen (GK) vergunning: 5vergunningen verwerven en deze toekennen aaneen groep van max. 10 vissers die mogen vissen met:max. 120 pk, max. 4 meter boomkor.

• Bestemd voor: dagvisserij in de periode aug -oktober, ook heel geschikt voor ondernemers die hetcombineren met toeristische nevenactiviteiten.

Voor het onttrekken is niet bij voorbaat subsidie- of saneringsgeld nodig. Het Rijk kan ook onder voorwaarden collectieven van ondernemers faciliteren die gezamenlijk het geld voor zo’n herverdeling willen verzamelen. Er zijn vooral faciliteiten in regelgeving nodig en daarnaast misschien een stimulans in de vorm van financieireingssteun. Daarbij zij opgemerkt dat terugbetalen, zelfs gedeeltelijk, lastig is, omdat het gebruik aan vergaande beperkingen onderhevig zal zijn: afhankelijk van dagverse markt, capaciteitsbeperkingen, etc. De meerprijs per kg product zal dat slechts deels compenseren.

Ook voor de handkokkelvergunning en de mosselvergunning kan de vergunningverlener een gezamenlijk initiatief of visplan eisen. Probleem is wel dat je niet plompverloren zo’n regeling kunt introduceren. Bovendien ligt het splitsen dan wel gezamenlijk gebruik van vergunningen bij de bestaande vergunninghouders heel erg gevoelig. Daar is wel een heel zorgvuldig voortraject voor nodig en verkenning van de belangstelling bij de ondernemers. Wij stellen dan ook voor om de zorgvuldige verkenning van deze ambitie onderdeel te laten zijn van het uitvoeringsprogramma.

Advies 2Verwerking en waardevermeerdering van schelpdieren uit de WaddenzeeWe zouden goed een subsidieregeling kunnen gebruiken voor maatregelen die bijdragen aan de verwerking en valorisatie van schelpdieren die worden geoogst uit de Waddenzee door vissers uit noordelijke thuishavens (regionaal economisch belang). Dat betekent toegang krijgen tot de schelpdiermarkt.

Advies 3 Ontwikkel een pro-actieve toekomstgerichte visie vanuit de visserij.In de uitvoering van dit EVF project is gebleken dat de Brede Visie onvoldoende bij de visserijgemeenschap van

31

de Waddenzee resoneert. Als vanaf 2015 de transitie van de garnalenvisserij in gang is gezet en de monitoring en registratie van de vaste vistuigvissers loopt ontstaat er een moment waarop de waddenvissers zelf een eigen toekomstvisie op kunnen stellen. Eentje die niet per segment is opgebouwd maar een centrale visie op de toekomst van de visserij in de Waddenzee. Daar hoort dan ook inzicht bij op de ontwikkeling van de absolute omvang van de vloten en de ontwikkeling van de visserijdruk. Want die concreetheid wordt in de Brede Visie node gemist.

Advies 4 Laat de streekproducten bij de ondernemers, maar stimuleer uitwisseling met andere succesvolle trajectenDe Waddenzee heeft een naam hoog te houden en biedt kansen voor de verdere vermarkting van de visproducten uit de Waddenzee. De meerwaarde is de duurzame beleving van de consument. Toch worden die kansen in de waddenregio maar mondjesmaat opgepakt. De harder die is voorzien van het Waddengoud keurmerk is feitelijk een van de weinige geslaagde voorbeelden van zo’n streekproduct. Het gaat er om dat je de ondernemers vindt die zich ook ondernemer willen voelen aan de afzetkant. Voorlopig vinden we die vooral in de groep van de geïntegreerde en kleinschalige vissers. Andere regio’s bieden geslaagde voorbeelden van visserij gerelateerde producten. Deze kunnen de Waddenondernemers inspireren (bv Oosterschelde kreeft, Neeltjes Dagvangst) en dat zou gestimuleerd moeten worden door bijvoorbeeld PRW. Verpakking blijkt ook een belangrijk onderdeel van een geslaagd streekproduct te zijn, dus wellicht dat ook van de formules van succesvolle streekproducten kan worden afgetapt.

Advies 5 Blijf de waddenvisserij stimuleren te werken aan hun eigen imago en deze uit te dragenHet inspringtheater heeft wat losgemaakt bij de deelnemers en opdrachtgevers. Het advies is om dit soort reflectiebijeenkomsten vaker te organiseren. Zo zou het

theaterstuk mogelijk nogmaals kunnen worden ingezet, maar er zijn legio andere mogelijkheden om dit thema te agenderen. Bijvoorbeeld bij jaarvergaderingen van de visserijverenigingen.

Advies 6 Continueer de VisWad aanpak: Inzet van klankbordgroepen met praktiserende vissers die pro-actief voorstellen ontwikkelen met perspectief voor natuur en visserij van de WaddenzeeDat is een positieve ervaring geweest in de afgelopen drie jaar. Daar waar Brede Visie en VIBEG op weinig draagvlak en of bekendheid kan rekenen heeft de bottom-up benadering die is toegepast bij VisWad wel gewerkt.

Advies 7Neem ruim de tijd voor de ontwikkeling van een Beheer comité of adviescollegeHet EVF project leert dat het organiseren en instellen van een beheercomité of adviescollege erg lastig ligt. Visserijsegmenten zijn nu nog in een fase dat ze hun eigen belangen behartigen. Dat maakt het lastig om in samenwerking open te staan voor een collectief. Daarnaast speelt de beheerdiscussie Waddenzee breed. Overheid en natuurorganisaties die beiden een rol hebben of willen als beheerder van de Waddenzee zijn daar voorlopig nog niet uit. In die context is het lastig om een aparte beheerorganisatie in te richten die het mandaat krijgt van alle partijen. De aanvragers van dit traject denken dat het ontwikkelen van een gemeenschappelijke kennisbasis kan bijdragen aan het ontstaan van een klimaat waarin een gezamenlijke verantwoordelijkheidsbesef groeit. Kennis is namelijk nodig om afwegingen te maken over de gebruiksruimte die je elkaar wil en kunt bieden. Het is met name dat aspect waar de visserij nu nog beducht voor is. Viswad heeft er overigens wel aan bijgedragen dat de mosselsector en de garnalenvissers de onderlinge dialoog weer hebben opgepakt. Dat biedt een belangrijke basis voor een succesvol vervolg.

32

Op basis van de ervaringen in het EVF project en andere relevante ontwikkelingen in de regio hebben de maatschappelijke partners de eerdere ambities uit de Brede Visie nog eens de revue laten passeren en komen tot de volgende uitvoerngsagenda.

6. Uitvoeringsagenda Brede Visie 2015 -2020

Streefbeelden uit de Brede Visie per categorie

Actie

Algemeen

1. Waddenvisserij is in balans:

Waddenvisserij is anno 2014 nog niet

in balans, dus nog werk aan de winkel

om dit streefbeeld te realiseren

• Visserijsectoren doen gezamenlijke aanzet voor streefbeeld visserij Waddenzee

• Reductie visserijdruk en ontwikkeling beheerste visserij door:

- introductie black box visserij waddenzee

- uitvoering afspraken Mosselconvenant en Viswad akkoord

- registratie en monitoring vaste vistuigen

- handkokkelakkoord

- ontwikkeling concept visserij-impact

• De tijd lijkt wat kort tot 2020

2. Effecten op soorten binnen

natuurlijke schommelingen van het

systeem

• IFCA-achtig meest kansrijk

• Uitgangspunt - bevoegdheden van orgaan overstijgen niveau van ‘adviescollege’

• Identificeren van eindsituatie en pas daarna tussenstappen bepalen

3. Bloeiende visserijhavens,

dagverse-vismarkten en kwalitatief

hoogwaardige streekproducten

• Nagestreefde eindsituatie staat centraal

• Verassingsvrije werkwijze van grote waarde

4. Beheer van de visserij is adaptief • Verdere gesprekken en vertaalslag naar daadwerkelijke situatie

• Uitwerken schematische route

Dynamisch ondernemen

1. Geen toename van visserij impact • Streef naar afname van impact door van te voren afspraken te maken welke

indicatoren of aspecten van het ecosysteem relevant zijn en welke ontwikkeling

gewenst is. Leg die ambities vast in convenanten of visplannen.

33

2. Meer verantwoordelijkheid bij de

visserij om vlootcapaciteit niet te

laten toenemen

• Moeten daar wel middelen (wetgevend kader) voor hebben. Dat vereist dat de

overheid de mogelijkheden om te komen tot een beheerste garnalenvisserij

serieus onderzoekt.

• Vereist dat bij de introductie van nieuwe tuigen en technieken. Zoals de pulskor,

wordt nagedacht over d gevolgen voor visserijdruk. Als je dat integraal wil doen

heb je daar wel een platform voor nodig. Advies is om PRW opdracht te geven om

dit concept met de sector vorm en inhoud te geven.

Structuur vloot

1. Reductie garnalenvisserij • Visserijdruk verminderen door integrale voorstellen voor natuurherstel te

ontwikkelen die kunnen worden ingediend bij het Waddenfonds. Het voortouw

daarvoor ligt bij de natuur en visserijorganisaties.

2. Meer gemengde bedrijven en

demonstratievissers

• Punten van aandacht hier blijven: vangstrechtenbeheer; economisch perspectief

gemengde bedrijven. Je zult samen met overheid moeten zoeken naar verbreding

van de visserijmogelijkheden in Waddenzee en aangrenzende Noordzee.

• Hier ook aandacht voor de slechte conditie van de visstanden in de Waddenzee.

Die moet eerst substantieel verbeteren. Daarvoor een actieplan ontwikkelen.

• Voor demonstratievissers is ook de vraag of verdere expansie economisch

haalbaar is. Kans voor regio: betrekken omwonenden/partner voor communicatie

deel? Overheid kan deze vissers tegemoet komen met aparte vergunning, wordt

naar het schijnt al geregeld in nieuwe Natura 2000-beheerplan.

3. Aanpassing haveninfra op meer

diverse aanvoer van visproducten

• Nodig voor gewenste toename gemengde bedrijven. Visserijgemeenschap

moet daar zelf over in overleg met de havenautoriteiten. Aansluiten bij traject

duurzame Waddenhavens kan een optie zijn.

Aangepast aan de natuur

1. Meer inzet op kwaliteit dan

kwantiteit

• Permanente aandacht en kwestie van blijven opvoeden. Vereist ook aanpassing

bij de handel. Zeer bij de garnalenvisserij. Daar zou de relatie tussen prijs en

kwaliteit weer hersteld moeten worden. Daar loopt onderzoek naar in het kader

van de VIBEG middelen. Dat wordt in 2015 afgerond. Advies is om daarvan de

resultaten op te pakken.

• Blueports houden op, zorg dat het gedachtengoed en de netwerken die daar zijn

ontstaan voor de waddengemeenschap behouden blijven.

34

2. Duurzaamheid en ecologie in

Visserijonderwijs waddenregio

• Nieuwe generatie vissers betrekken bij vraagstukken en verantwoordelijkheid

geven voor vinden van oplossingen/toepassingen

• Initiatief van Van Hall en Waddenvereniging om in Lauwersoog praktijkonderwijs

op te zetten past bij dit streefbeeld.

3. Visserij wordt klimaatneutraal • Lange termijndoel. In ontwikkeling, mede afhankelijk van ontwikkeling nieuwe

technologieën. Geen actieve agenda maar positieve ontwikkelingen volgen en

implementeren.

4. Level Playing Field met andere

waddenlanden

• Hier voortouw bij ministerie van EZ die de komende vier jaar voorzitter is

van trilateraal Waddenzee overleg. Geef invulling aan de afspraken trilaterale

afspraken uit 2013.

5. Imago van de beroepsgroep is

positief

• Blijvende arbeid, gaat niet vanzelf. herhaal theatertour en houdt dit op de interne

visserijagenda. Verantwoordelijkheid en actiepunt sector.

Regionaal geregeld

1. Minder versnipperde en beter

georganiseerde belangen-

behartiging

• Beheercomité lijkt nu brug te ver maar start met kennisuitwisseling en onderlinge

afstemming zoals bij Viswad en Mosselconvenant. De klankbordgroep Visserij die

onder leiding stond van Wiebe van der Ploeg is al geruime tijd stil. Advies is om

dit overleg onder leiding van Staghouwer nieuw leven in te blazen en vandaar uit

duurzame en integrale ontwikkeling van de waddenvisserij te coördineren.