Regiovisie en inkoopmodel ambulancezorg en zittend zieken ...
Brandveiligheid in - fmtgezondheidszorg€¦ · We vragen steeds meer van de gebouwen waarin artsen...
Transcript of Brandveiligheid in - fmtgezondheidszorg€¦ · We vragen steeds meer van de gebouwen waarin artsen...
2017 |6/7GEZONDHEIDSZORG
f a c i l i t i e s , ( m e d i s c h e ) t e c h n o l o g i e e n w e t e n s c h a p i n d e z o r gw w w. f m t g e z o n d h e i d s z o r g . n l
Brandveiligheidinzorggebouwen
Micaele dos RaMos:SymbioSe ingenieur en
zorgprofeSSional SteedS belangrijker
nieuwe lente in ADRZ
beveiligen blijftmensenwerk
achtergronden nieuwbouwVerheylaan
Maastricht UMC+
We vragen steeds meer van de gebouwen waarin artsen en verpleegkundigen hun uiterste best doen om zieken te
genezen. We willen dat ook die gebouwen het genezingsproces een handje helpen. Dat vraagt om intelligente en zelf-
denkende systemen. Om state-of-the-art elektrotechniek, werktuigbouwkunde, automatisering en informatisering.
Technologieën die elkaar aanvullen én versterken. Bij Croonwolter&dros passen we ze geïntegreerd toe om de
toekomst van de zorg in Nederland vorm te geven en onze leefwereld veiliger, duurzamer en comfortabeler te maken.
Gebouwen die helpen genezen
131409 CWenD adv_tekst_utiliteit_ziekenhuis__225x285.indd 1 10/08/17 11:28
E D I T O R I A L
Ik kan mij herinneren dat ik een flink aantal jaren geleden in het ADRZ in Goes was en dat ik dit best een mooi, modern gebouw vond.Hoe anders was het toen ik enkele weken geleden voor een interview weer dit ziekenhuis binnenkwam. Het werd me met-een duidelijk dat het gebouw aan een renovatie toe was. Een operatie die locatie Vlissingen van het ADRZ enkele maanden geleden al heeft afgerond en die in een heuse metamorfose resulteerde.Overigens is in Goes ook al veel gebeurt, waarover u in deze editie uitgebreid kunt lezen, hetgeen een boost heeft gegeven aan de tevredenheid onder de medewerkers.
In het gesprek dat ik voerde ging het regelmatig over visie, motivatie en werkomgeving. Sinds er in het ADRZ weer sprake is van een duidelijke visie op de toekomst en daar ook naar wordt gehandeld, is de motivatie van de medewerkers enorm toegenomen. “Men gelooft er weer in”, een gevoel dat bij veel medewerkers lange tijd niet meer aanwezig was.
Een goede werkomgeving is belangrijke randvoorwaarde voor kwalitatief hoogwaardige zorg. In het Maastricht UMC+ zijn ze daar ook van doordrongen.We belichten vanuit diverse invalshoeken de nieuwbouw Verheylaan van het Maastricht UMC+. Een mooi, duurzaam gebouw dat niet alleen huisvesting voor topmedisch handelen biedt, maar ook voor het behouden en aantrekken van topta-lenten die graag in een dergelijke omgeving werken.
We hopen dat deze editie van FMT Gezondheidszorg u waar-devolle informatie biedt, informatie die u in uw dagelijkse werk van pas komt.
Cor van Litsenburg,Hoofdredacteur.
visie, werkomgeving en tevredenheid
FMT GEZONDHEIDSZORG 3
Een goede werkomgeving is belangrijke randvoorwaarde voor kwalitatief hoogwaar-dige zorg. In het Maastricht UMC+ zijn ze daar ook van doordrongen.
FMT Gezondheidszorg is een uitgave van:Van Litsenburg BVEendenven 145646 JN EindhovenT +31 (0) 06 53 310 657E [email protected] www.fmtgezondheidszorg.nl
Volg FMT Gezondheidszorg op Twitter: @FMTzorg
FMT Gezondheidszorg wordt gemaakt met medewerking van o.a. NEN, Nictiz, TU/e, Hogeschool Arnhem en Nijme-gen, Taskforce Healthcare, IHE en KIVI.
FMT Gezondheidszorg verschijnt 10x per jaar.
Uitgever: Cor van Litsenburg
Eindredactie:Wim van Gurp
FMT komt tot stand met redactionele medewerking van: Ir. René Drost NAMCO, W. (Wim) van Gurp, H. (Henk-Jan) Hoekjen, prof. dr. ir. J (Jos) Lichtenberg, Prof. dr. ir. M. (Masi) Mohammadi, drs. F (Floor) Scholten, W. (Wilma) Schreiber, G. (Gerrit) Tenkink, F. (Frank) van Wijck, B. (Betty) Rombout, H. (Herman) Jansen, A. (Alex) van Geldrop, R. (Regien) Wiggers (NICTIZ), L. (Laura) van Lith (Zorg Brand-veilig), M. (Martin) van Rooij, D. (Dietske) van der Brugge, ir M. (Maurice) Dominicus, Renee van Litsenburg.
Fotografie: Peter Bouritius. e.a.
Vormgeving: Peter Bouritius
Advertenties:T +31 (0)513 68 48 08E: [email protected]
Druk: Scholma Druk
ISSN 1873 - 8877
Abonnementen:Nederland: e 125,00België e 125,00Buiten Europese Unie: e 169,50Losse nummers e 15,95Tarieven zijn excl. BTWKijk op: fmtgezondheidszorg.nl
Een abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. Een abonnement wordt automatisch verlengd, tenzij ten-minste een maand voor het einde van de abonnementsperi-ode schriftelijk wordt opgezegd.
Coverfoto: Micaela dos Ramos, directeur KIVI.
Disclaimer:Van Litsenburg BV heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. Van Litsenburg BV en haar auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de gegevens. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de informatie in deze uitgave.
colofon
FMT GEZONDHEIDSZORG4 FMT GEZONDHEIDSZORG4
in DeZe UitgAVe
08 Beveiligen blijft mensenwerk.beveiliging-toegangscontrole
06 Symbiose ingenieur en zorgprofessionalsteeds belangrijker.
Engineering in medische technologie
11 Met toegangscontrole naar medicatieveiligheid.
beveiliging-toegangscontrole
12 Jessica Conquet:‘weet waar je kroonjuwelen zijn’
beveiligen van informatie
14 Er ligt veel op uw bordje...voeding & welzijn
15 Korte nieuwsberichten.kort nieuws
16 Steeds op zoek naar beter:Luchtbhandeling op ok’s.
luchtbehandeling
08 beveiligen blijft mensenwerk
16Steeds op zoek naar beter: luchtbehande-ling op ok’s
FMT GEZONDHEIDSZORG 5
TDVTDV
23 Het ‘nieuwe bouwen’ van Jan Snel biedt zorgsector veel voordelen.
het nieuwe bouwen in de zorg
20 Een nieuwe lente voor het ADRZ in Goes en Vlissingen.
samenwerken in de zorg
26 Albron:De kracht van eten.
voeding & welzijn
28 Mixed Reality en LifeApps: Holografische zorginnovatie.
innovatie & Technologie
30 Best mogelijke patiëntenzorg blijft belangrijkste drijfveer.
open research environment
37 Alprokon draagt bij aan brandveiligheid UMC+.
brandveiligheid
32 Nieuwbouw Verheylaan Maastricht UMC+: Niet zomaar een ziekenhuisgebouw.
nieuwbouw voor de zorg
38 Brandveiligheid in zorggebouwen (2).brandveiligheid
35
40
We kennen het huis; maar we zijn ook gekend ín het huis
UMC+ eerste BREEAM gecertificeerde ziekenhuis in Nederland.
maatschappelijk relevant vastgoed
breeam certificering
32 nieuwbouw Verheylaan Maastricht UMC+
38brandveiligheid in zorggebouwen
onze partners
42 Technische vernieuwing in gebouwen voor een betere zorg.
column
43 Bedrijfsgegevens van bedrijven uit de branche.
bedrijvenindex
46 Advertentie-index en info over FMT Gezondheidszorg.
advertentie-index
FMT GEZONDHEIDSZORG6
Engineering in medische technologie
De titel van dit artikel weerspiegelt de perceptie van Micaela dos Ramos, directeur van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) in Den Haag. De nauwere samenwerking is een voorwaarde om te komen tot innovatieve oplossingen die direct aansluiten bij de zorgpraktijk.
symbiose ingenieur en zorgprofessional
steeDs belAngRijkeR
Nu technologie een steeds voornamere
rol speelt in de OK, raken ingenieurs
steeds meer rechtstreeks betrokken bij
het ontwerp van nieuwe apparatuur en hulp-
middelen in de zorg. “Vroeger waren de werel-
den van ontwerpers en gebruikers gescheiden.
Om bij het huidige ontwikkelingsniveau de
juiste apparatuur te kunnen ontwikkelen, moe-
ten ingenieurs vraag en behoefte van zorgprofes-
sionals precies begrijpen. Neem de vlucht van de
robotisering in de zorg, daar steekt menig sci-
encefictionfilm bleekjes bij af”, aldus Micaela dos
Ramos.
De cure is daarbij wat technologie en innovatie
betreft in haar ogen een natuurlijker partner dan
Micaela dos Ramos.
Door: Wilma Schreiber
FMT GEZONDHEIDSZORG 7
chatfuncties zoals Skype en FaceTime, artsen die
een verbinding hebben met een robot in de
woning van een patiënt. Al dergelijke toepassin-
gen van domotica en mechatronica kunnen een
beter herstel bevorderen en ervoor zorgen dat
mensen langer zelfstandig kunnen blijven wo-
nen”, aldus Dos Ramos. “Inmiddels zijn we zo
ver dat mensen die immobiel zijn via een robot
vanuit bed een college kunnen volgen. De robot
is aanwezig in de zaal en geeft realtime dynami-
sche beelden door omdat hij zich kan verplaat-
sen.”
Bij alle technologische ontwikkelingen bena-
drukt Dos Ramos het belang van de menselijke
maat. “Het is de kunst en de uitdaging om die te
blijven bewaken. Inzichten moeten centraal
blijven staan, de technologie blijft in dienst van
de mens. Bij de analyse van modellen moeten
ingenieurs goed begrijpen waar ze mee bezig
zijn. Gut feeling en de menselijke check blijven
onmisbaar.” <
kunnen te laten blijven presteren. Hiertoe maak-
te Dos Ramos zich drie jaar geleden sterk voor
invoering van het keurmerk ‘Chartered Engi-
neer’, dat al gebruikt werd in de Britse Gemene-
bestlanden. “De titel geeft aan dat werkervaring
en competenties van de ingenieur voldoen aan
de kwaliteitsstandaard. Hiermee maken we
tevens zichtbaar hoe het ingenieursvak inno-
veert.”
StRUCtUUR En boRgIngKIVI is de eerste organisatie in continentaal
Europa die deze titel van de International Engi-
neering Alliance in Nederland mag registreren.
De beroepskwalificatie moet leiden tot meer
interactie tussen industrie, zorg en kennis- en
onderzoeksinstellingen, en resulteren in een
ecosysteem. “Het keurmerk biedt de garantie dat
een ingenieur weet wat er in de onderzoekswe-
reld gebeurt en dat hij aansluiting houdt bij het
bedrijfsleven. En het werkt, inmiddels zijn diver-
se hogescholen en universiteiten aangehaakt,
zowel voor het aantrekken van ingenieurs als
voor onderzoek naar nieuwe initiatieven.”
Zo hebben alle vier de technische universiteiten
inmiddels een speciaal programma ontwikkeld
binnen deze context en denken ook hogescholen
na over het gebruik van de beroepskwalificaties.
“Vaak zie je dat met hele goede bedoelingen
allerlei afspraken worden gemaakt, maar dat
deze na verloop van tijd verwateren. De beroeps-
kwalificatie biedt dan structuur en beloning voor
dergelijke leervormen en helpt het hoge niveau
vast te houden.”
Voor de nabije toekomst ziet Dos Ramos voor
ingenieurs een steeds belangrijkere rol weggelegd
in de zorg. “Hij zal steeds meer gaan samenwer-
ken met artsen en chirurgen. De apparatuur in
de cure wordt steeds diverser en geavanceerder
en robotisering zal een nog grotere vlucht ne-
men. Daarnaast wordt ook artificial intelligence
(AI) steeds belangrijker, nu big data meer en
meer hun intrede doen bij diagnose en behan-
deltrajecten”, zegt ze. “Om al die ontwikkelingen
vorm te geven, is in toenemende mate een sym-
biose nodig tussen ingenieur en artsen. Boven-
dien vindt steeds meer technologie in het men-
selijk lichaam plaats, denk aan de eerste
biologische hartklep die onlangs werd geïmplan-
teerd bij een jonge vrouw in Nunspeet.”
MEnSElIjkE MaatOok in de care zal technologie een vooraan-
staande plaats krijgen in de fysieke woon- en
zorgomgeving. “Hulpmiddelen als apps, allerlei
de care. Vandaar dat de Hogeschool Arnhem-
Nijmegen (HAN) en in het bijzonder de onder-
zoeksgroep ‘Architecture in Health’ van Masi
Mohammadi in het oog sprong. “Deze hoge-
school zet zich met de empathische woning in
voor integratie van onderzoek en samenleving,
en gebruikt technologische innovaties in de
gebouwde omgeving om het welzijn van kwets-
bare mensen te vergroten. Erg vernieuwend en
een van de redenen waarom KIVI de HAN vorig
jaar hiervoor een leerstoel heeft toegekend.”
kwalItEItSStandaaRdAls voorbeeld van het toenemend aantal hybride
samenwerkingen, verwijst Dos Ramos naar Tim
Horeman-Franse, Ingenieur van het Jaar 2016,
die drie technostarters oprichtte voor medische
sensoren, trainingssystemen en chirurgische
instrumenten. “Hij gaat nadrukkelijk met artsen
en chirurgen in gesprek. Wat is nodig om ervoor
te zorgen dat zij minder invasief en preciezer
handelingen kunnen verrichten? Met als eind-
doel dat patiënten beter af zijn en sneller herstel-
len.” De directe interacties betreffen zowel kleine
mechanische apparatuur als elektronica, me-
chatronica en robotica voor technologisch ge-
avanceerde apparatuur, zoals operatierobots.
Een leerstoel is slechts één manier om de in-
structie en uitwisseling tussen onderzoekers en
ingenieurs in het bedrijfsleven te bevorderen en
de band hechter te maken. Een andere invals-
hoek is inzetten op continue professionele ont-
wikkeling en ingenieurs op de toppen van hun
Micaela dos Ramos.
KIVI-activiteiten rond medische technologie
• Lezing ‘Ontwerpen voor de zorg’ door Ingeborg Griffioen (Panteon): prakti-sche toepasbare inzichten uit de hoek van industrieel ontwerpen.
• Bedrijfsbezoek iGEM (international Genetically Engineered Machine)-team in Groningen: wereldwijde com-petitie waarbij studenten een bacterie of gist moeten ontwikkelen voor een nieuwe toepassing.
• Bedrijfsbezoek protonentherapiecen-trum UMCG Groningen: fysische achtergrond van de protonentherapie en de medische toepassingen ervan.
• Bedrijfsbezoek Meditta Medisch Cen-trum Echt (diagnostische medische onderzoeken): kennismaking met ge-avanceerde apparatuur op het gebied van beeldvormende technieken.
• Presentatie neonatal MRI door Eliza-beth van Vorstenbosch-Lynn (Philips Healthcare): de speciale maatregelen die nodig zijn voor diagnostiek bij pasgeboren kinderen.
Actuele agenda en meer informatie over genoemde activiteiten is te vinden op www.kivi.nl
beveiliging - toegangscontrole
FMT GEZONDHEIDSZORG8
Door: Gerrit Tenkink
beveiligen blijft MensenweRk
Academische ziekenhuizen zijn dorpjes op zich. bezoek
kan gedurende grote delen van de dag binnenlopen.
Uiteraard kunnen zich daaronder ook ‘minder gewenste
elementen’ bevinden.
Ziekenhuizen streven ernaar open en
toegankelijk te blijven, maar moeten
tegelijkertijd ook veilig zijn voor bezoe-
kers, patiënten, maar zeker ook voor medewer-
kers. Camera’s en gepersonaliseerde pascontroles
zijn belangrijke hulpmiddelen, maar het blijft in
belangrijke mate mensenwerk.
Een klantvriendelijke benadering is van belang.
De beveiligingsmensen staan niet als kleerkasten
voor de deur, maar stellen zich op als dienstver-
leners die af en toe een verdwaalde bezoeker de
weg wijzen. Tegelijkertijd geven zij hun ogen de
kost. Vaak zijn ze fysiek aanwezig, maar ook
monitoring op afstand is van belang. Ze worden
daarbij steeds beter geholpen door beschikbare
technische middelen. De mogelijkheden om
camera’s op de juiste momenten in te schakelen
nemen toe en de fysieke deurcilinder wordt
binnenkort tot museumstuk verheven.
VERtRoUwEnIn het Universitair Medisch Centrum Groningen
(UMCG) hebben ze een realistische kijk op de
gang van zaken. Martin ter Haar is manager
Bouw en Facilitair en heeft derhalve ook de tak
‘Beveiliging’ onder zijn hoede. “In zijn geheel
omvat de totale beveiligingstak zo’n 30 fte’s. Dat
aantal is redelijk stabiel, ondanks allerlei maat-
schappelijke ontwikkelingen, waarbij je kunt
denken aan toenemend fysiek en verbaal geweld.
Onze mensen stellen zich in eerste instantie op
als beveiliger, maar zijn daarnaast ook gastheer.
We zijn er voor de veiligheid van de patiënten,
bezoekers, maar ook voor de veiligheid van het
personeel. Die band met het personeel vinden
wij belangrijk, omdat zij bij onveilige situaties
blindelings op ons moeten kunnen vertrouwen.
Het is een van de redenen dat het UMCG de
beveiliging intern heeft georganiseerd. We kiezen
heel bewust voor eigen mensen. Zij voelen zich
heel betrokken bij de ziekenhuisorganisatie.
Daarnaast moet je bij een calamiteit snel kunnen
handelen en kennis van het terrein en de afdelin-
gen is dan essentieel.”
De controles en het toezicht vinden vooral plaats
met behulp van camera’s, pasjes en beveiligers
ter plekke. Uiteraard is de kwaliteit van de came-
ra’s de laatste jaren toegenomen en ook op an-
dere punten zijn er ontwikkelingen. Zo wordt bij
de toegang tot taxiparkeerplaatsen gebruik ge-
maakt van nummerbordherkenning, hetgeen
iets van de werkdruk bij de meldkamer weghaalt.
“Maar als beveiliging moet je je plek weten. We
lopen niet voorop met allerlei geldverslindende
nieuwe technieken. We hebben hier de zaken
goed op orde, maar het is hier geen Schiphol. Ex-
tra geld voor beveiliging gaat ten koste van geld
voor de zorg. Daar moet je je van bewust zijn.”
bInnEnlopEnBij het UMC Utrecht kijken ze niet op van de
vraag over beveiliging, al zegt de persvoorlich-
ting vooraf dat details achterwege moeten blij-
ven. Gijsbert van Wandelen is senior safety secu-
rity en Carel Los teamleider operationele
diensten. Van Wandelen: “Bij de beveiliging van
het ziekenhuis maken we gebruik van de OBE-
maatregelen (organisatorische, bouwkundige en
elektronische, red.). We maken gebruik van
bij het UMC Utrecht zorgt camerabewaking voor een groot deel van de beveiliging. (bron: UMC Utrecht)
“Onze mensen stellen zich in eerste instantie op als beveiliger, maar zijn daar-naast ook gastheer”
9FMT GEZONDHEIDSZORG
beveiligingspersoneel, van een toegangsbeheer-
systeem, sloten en een camerasysteem. Het
grootste deel van het beveiligingspersoneel is in
dienst bij het UMC. Een klein deel huren we in
bij een beveiligingsbedrijf. Dit om de inzet net
wat flexibeler te hebben. Dat is van belang bij
ziektes en vakantie.”
gaStVRIj bEVEIlIgEnZonder al te veel in detail te treden kan Los wel
iets zeggen over de geautomatiseerde bewaking.
“Bij de beveiliging zetten we een camerasysteem
in en ook een toegangssysteem met pasjes. Iedere
medewerker van het UMC Utrecht moet zijn/
haar pas zichtbaar dragen.”
De rol en houding van beveiligers bij het UMC
Utrecht noemen Van Wandelen en Los heel
belangrijk. Van Wandelen: “De beveiligers moe-
ten gastvrij beveiligen. Ze moeten bijvoorbeeld
oog hebben voor de hulpvraag van de bezoekers,
patiënten en personeel, maar ook scherp blijven
op alles wat de (fysieke) veiligheid kan schaden.”
“En dat is niet altijd even eenvoudig”, vult Los
aan. “Beveiligen in een ziekenhuis is een vak
apart. Je moet nooit zwart-wit denken, maar
steeds kunnen schakelen naar een manier van
werken die op dat moment nodig is. Het ene
moment verleen je assistentie bij een agressieve
patiënt of bezoeker en moet je fysiek wat steviger
optreden. Een ander moment handel je een
klacht af van een personeelslid die niet kan
parkeren. En weer vijf minuten later help je een
bezoeker/patiënt uit zijn auto in een rolstoel.”
Los wijst er op dat bezuinigingen in de GGZ
betekenen dat beveiligers vaker en langduriger
ingezet worden bij de Psychiatrie en SEH. “Het is
best lastig om op alle gebieden een hoge tevre-
denheidsscore te halen. Er ontstaat met enige
regelmaat een wrijvingsvlak tussen gastvrijheid
en handhaving.”
openbare ruimte in het Universitair Medisch Centrum groningen (UMCg). (bron: kuiperCompagnons)
bij de balie in het Maastricht UMC+ vindt de eerste incheck plaats. (bron: Maastricht UMC+)
dUIdElIjkE afSpRakEn Piet van Egmond is manager Ontvangst, Service
& Beveiliging bij het Leids Universitair Medisch
Centrum (LUMC). Het ziekenhuis organiseert
de beveiliging middels de interne dienst om
dezelfde reden als het UMCG en heeft verschil-
lende technische middelen beschikbaar, zoals
camera’s en pasjescontroles. Ook hier treden de
beveiligers regelmatig op als gastheer. “De mede-
werkers van het beveiligingsteam lopen onder
andere surveillancerondes, monitoren de came-
rabeelden, anticiperen op alarmen en zijn BHV+
Technische ontwikkelingen
Ook in de beveiliging staan de technische ont-
wikkelingen niet stil. Bewakingssystemen wor-
den steeds intelligenter en dit biedt steeds meer
mogelijkheden. Los: “Het camerasysteem her-
kent bijvoorbeeld een inbraakalarm. Zodra het
alarm wordt geactiveerd, schakelt het systeem
één of meer camera’s in. Door de koppeling van
het camerasysteem met het meldkamermanage-
mentsysteem wordt er een rapport geregenereerd
waarbij alleen nog de bevindingen moeten wor-
den toegevoegd.”
geschoold. Naast hun rol om de veiligheid te
waarborgen, helpen zij bezoekers of patiënten
met het beantwoorden van (voornamelijk)
facilitaire vragen. Denk hierbij aan het vinden
van de weg en vragen over gevonden of zoekge-
raakte voorwerpen”, zegt Van Egmond die er op
wijst dat duidelijke afspraken en heldere proto-
collen van groot belang zijn. “We werken aan een
integrale aanpak van veiligheid. Samenwerking
met diverse disciplines die zich bezighouden met
veiligheid is daarbij van belang. Ook bijscholing
is een belangrijk onderdeel van het beveiligings-
vak”, zegt Van Egmond, die verder opmerkt dat
de, met name, technische ontwikkelingen zo snel
gaan dat nieuw aangeschafte systemen al vaak
binnen een jaar weer verouderd zijn.
SMaRtCaRdBij het Maastricht UMC+ is John Theunissen
security-manager. Hij is onder andere belast met
de beveiliging en toegangscontroles. Theunissen
legt uit hoe het Limburgse academisch zieken-
huis de beveiliging heeft georganiseerd. “In het
Maastricht UMC+ zijn openbare, semi-openbare
en gesloten gebieden. Gesloten gebieden zijn
onderverdeeld in verschillende beveiligingsgra-
daties. De openbare gebieden worden beveiligd
door middel van surveillance van bewakers
overdag en door camerabewaking. Semi-open-
bare gebieden zijn voor medewerkers toeganke-
lijk via een smartcard en voor bezoekers door
bijvoorbeeld aan te bellen. Gesloten gebieden
zijn alleen toegankelijk voor medewerkers met
geautoriseerde toegang, denk bijvoorbeeld aan
een OK-complex. Voor de operationele beveili-
ging huurt het ziekenhuis externe beveiliging in.
Er is een meldkamer in de centrale hal van het
Maastricht UMC+. Deze wordt 24 uur per dag,
zeven dagen per week bemand. Daarnaast zijn
overdag preventief surveillanten aanwezig in de
openbare gebieden.”
Sluitrondes
Hoewel er veel controle is, blijven speerpunten
zich aandienen. Theunissen: “Het is soms ondui-
delijk wie de laatste persoon is die de afdeling
verlaat. De beveiliger loopt hiervoor zogeheten
‘sluitrondes’. Daarnaast gaan we steeds meer
naar het afschaffen van de fysieke deurcilinder,
omdat dan iedere keer de deur op slot gedraaid
moet worden. In plaats daarvan gaan we door
met de verdere invoering van elektronische
vergrendeling door middel van een pasjessys-
teem.” <
beveiliging - toegangscontrole
FMT GEZONDHEIDSZORG10
de serrehal van het Maastricht UMC is een ruimte waar iedereen zich vrijelijk kan bewegen. (bron: Maastricht UMC+)
FMT GEZONDHEIDSZORG 11
Met tOegAngscOntrOle nAAr MedicAtieveiligheid
naar een bestaande oplossing, maar daarvan was
niets bruikbaar voor het JBZ. Daarop heeft
Optilox besloten om zelfstandig en op eigen
kosten een slot te ontwikkelen. Het slot moest
aan verschillende eisen voldoen:
• De oplossing moest toepasbaar zijn op nieuwe
en bestaande medicijnwagens van verschillen-
de merken, te monteren aan zowel de linker-
als aan de rechterzijde van de medicijnwagens.
• De oplossing moest bedienbaar zijn met SAL-
TO; de medicijnwagens zijn stand-alone (mo-
biel), de toegangsrechten worden via data-on-
card verdeeld en indien nodig moeten
toegangsgebeurtenissen uitgelezen kunnen
worden.
• De oplossing moest zelfsluitend zijn “zonder
sleutel” waardoor visueel waarneembaar is dat
de medicijnwagen daadwerkelijk op slot is. Dit
kenmerk was cruciaal en werd in andere op-
lossingen niet gevonden.
• De oplossing moest eenvoudig in gebruik en
eenduidig in bediening zijn.
REalISEREn Van hEt pRoCESMet alle concrete eisen is Optilox begonnen aan
de ontwikkeling van het nieuwe beugelslot. Het
slot werkt met een SALTO-cilinder en de materi-
aalkeuze is aangepast op de wensen van het JBZ
voor hygiëne en bestendigheid tegen agressieve
stoffen. Na positieve resultaten van twee proto-
types is de productie vorig jaar daadwerkelijk
gestart.
“Onze overweging om te investeren in de ont-
wikkeling van het beugelslot is de groeiende
vraag naar “retrofit” oplossingen voor gecontro-
leerde opslag van medicijnen en opiaten in zowel
verzorg- en verpleeghuizen als in ziekenhuizen”,
aldus Simon van der Burg, Product Manager en
initiatiefnemer bij Optilox. “Momenteel heeft
het Jeroen Bosch Ziekenhuis zo’n 60 beugelslo-
ten op verschillende medicijnwagens die dage-
lijks naar grote tevredenheid worden gebruikt.
Door: Optilox en SALTO Systems
toegAngsContRole en DeURen Zijn
onlosMAkelijk Met elkAAR VeRbonDen
MAAR oplossingen Zijn DAARtoe niet
bepeRkt. Het jeRoen bosCH ZiekenHUis
(jbZ) MAAkt gebRUik VAn toegAngsCon-
tRole VAn sAlto systeMs en DAnkZij
ContRACtleVeRAnCieR optilox Zijn ook
De MeDiCijnkARRen DAARin opgenoMen.
Het beugelslot biedt verder perspectief voor veel
andere ziekenhuizen.” <
Voor meer informatie ga naar:
Optilox:
www.optilox.com
SALTO Systems:
www.saltosystems.nl
Jeroen Bosch Ziekenhuis:
www.jeroenboschziekenhuis.nl
Speciaal voor het ziekenhuis heeft Optilox
een innovatief beugelslot ontwikkeld
waarmee het JBZ kan voldoen aan de
eisen voor medicatieveiligheid en het JCI-keur-
merk voor patiëntveiligheid en kwaliteit van
zorg.
De controle op medicatieveiligheid is een be-
langrijk aandachtspunt van het toezicht door de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Een
onderdeel van de eisen is dat alleen geregistreer-
de medewerkers, die geschoold zijn in het om-
gaan met medicatie en die taken op het terrein
van medicatie hebben, toegang hebben tot de
opslag van medicatie en opiaten. Ook voor het
internationaal keurmerk JCI (Joint Commission
International) is beveiligde opslag en verant-
woord en geregistreerd gebruik van medicijnen
bEUgElSlot VooR MEdICatIEVEIlIghEIdDe ontwikkeling van het beugelslot voor het
Jeroen Bosch Ziekenhuis komt voort uit de vraag
om medicijnkarren af te sluiten met SALTO-toe-
gangscontrole. Het JBZ had dit nodig om te
voldoen aan de eisen van JCI op het onderdeel
medicatieveiligheid. In eerste instantie is gezocht
beveiliging - toegangscontrole
beveiligen van informatie
FMT GEZONDHEIDSZORG12
Door: Betty Rombout
‘weet wAAr je kRoonjUwelen Zijn’
het belang van informatiebeveiliging wordt steeds
groter. Meer en meer horen we over (ict-)dreigingen.
Om te voorkomen dat deze de overhand nemen, moet
informatiebeveiliging uiterst serieus genomen worden.
we spreken met jessica conquet, voorzitter van het
Platform voor informatiebeveiliging (Pvib).
Sinds twee jaar is Jessica Conquet voorzit-
ter van het PvIB. In het dagelijkse leven is
zij als Global Chief Information Security
Officer werkzaam bij een internationale payment
provider. Ze is dagelijks betrokken bij alle facet-
ten van het vakgebied, van het veilig ontwikkelen
en testen van systemen, bewaken van financiële
en persoonlijke data van klanten, uitvoeren van
dreigingsanalyses, bewaken van complexe infra-
structuren, managen van contracten in de keten
met leveranciers en partners en het managen van
cybersecuritycrisissen.
CybERCRIME én dE MEnS zElfDigitale aanvallen hebben in de afgelopen jaren
veel schade aangericht in onze maatschappij,
vertelt Jessica Conquet. “Bedien je een gemaal
ergens in een weiland waarvan je de software
volledig ontkoppelt van het internet en jij de
enige bent in bezit van het wachtwoord, dan
beperken de bedreigingen zich tot die van fysieke
aard. Maar zodra je het internet op gaat – en dat
doen we vroeg of laat bijna allemaal – dan kun-
nen zich allerlei cyberdreigingen manifesteren.”
De digitale weerbaarheid in Nederland blijft ach-
ter bij de groei van dergelijke dreigingen, lezen
we in het Cybersecuritybeeld Nederland 2017.
Overheid, bedrijfsleven en burgers nemen veel
stappen om de digitale weerbaarheid te vergro-
ten, maar dit gaat niet snel genoeg. Het besef van
investeren in cybersecurity groeit in Nederland
in de gehele maatschappij. Toch moeten we
blijven investeren in kennis en kunde om als
Nederland op topniveau te blijven. Conquet
onderschrijft deze conclusie: “De bedreigingen jessica Conquet.
PvIBHet PvIB is op 12 juli 2007 ontstaan door een fusie van het Genootschap voor InformatieBeveiliging (GvIB) en het Platform InformatieBeveiliging (PI). Het is hét platform in Nederland waar informatie, kennis en ervaring over informatiebeveiliging wordt verzameld, gedeeld, verrijkt en uitgedragen. Dit doet het PvIB middels een tijdschrift, website, publicaties en diverse bijeenkomsten. Het PvIB heeft ruim 1.400 individuele le-den en circa 50 bedrijfslidmaatschappen uit verschillende vakgroepen en diverse sectoren. Dit is een logisch gevolg van het multidisciplinaire karakter van infor-matiebeveiliging.
FMT GEZONDHEIDSZORG 13
nemen toe. Het bedrijfsleven kan dit niet bijbe-
nen. En de zorgsector? Neem als voorbeeld een
geautomatiseerd systeem/robot die de operatie-
kamer van een ziekenhuis bediend. In die hoek
blijven we qua beveiliging zelfs nog meer achter.
Het is een uitdaging om deze systemen up to
date te houden. Dat is onder meer gebleken naar
aanleiding van een incident als WannaCry.”
Maar niet alleen cybercrime is een bedreiging
volgens Conquet. Ook ziet zij ‘de mens zelf ’ als
een zwakke schakel in het geheel. “We zijn ons
onvoldoende bewust van onze kwetsbaarheid.
We moeten veel harder werken om het bewust-
zijn van de bedreiging bij de mens te verhogen.
Ik bedoel dan niet alleen bij de man/vrouw op
de werkvloer. De bewustwording moet al vanaf
de kinderjaren worden ingegeven.” Conquet is
een enorme voorstander om met informatiebe-
veiliging al op de lagere school te starten.
EERSt dE boEf, dan hEt SlotAan informatiebeveiliging moet je blijven wer-
ken, volgens de voorzitter van de PvIB. “Of we
het nu hebben over het bedrijfsleven of de zorg-
sector. Maar bovenal begint het bij het besef van
wat je kroonjuwelen zijn en dat je deze moet
beschermen. Pas daarna onderzoek je uit welke
hoek de bedreigingen komen en welke maatrege-
len je kunt treffen. Het plaatsen van zomaar een
slot op een deur, zonder te weten waar de boef is,
heeft geen zin.”
Als we op zoek gaan naar de kroonjuwelen voor
verschenen van het ITU (International Telecom
Union, onderdeel van de United Nations) met
het GCI (Global Cybersecurity Index), dat een
indicatie geeft over de mate waarin landen zich
committeren aan het verhogen van ‘awareness’
ten aanzien van cybersecurity. In totaal hebben
193 landen meegewerkt aan het onderzoek.
Nederland scoorde in de categorie leading – in
totaal 21 landen - het hoogste.”
Conquet heeft ook de indruk dat Nederland
goed meedraait. “Op zich is dit een goede zaak,
maar voorlopig zijn we er nog niet. Ja, er wordt
structureel meer geld vrijgemaakt door de over-
heid voor cybersecurity. Maar zolang het aantal
dreigingen harder groeit dan onze weerbaarheid,
zullen we moeten blijven investeren in cyberse-
curity.”
Meer informatie over de PvIB: www.pvib.nl <
onze maatschappij moeten we vooral ook focus-
sen op het belang van de vitale infrastructuur
zoals de Rotterdamse haven, Schiphol, datacen-
ters, ziekenhuizen en energiebedrijven, vervolgt
Conquet. “In het komend jaren gaan we in Ne-
derland meer aandacht besteden aan cybersecu-
rity in de keten. Bedrijven zullen in de toekomst
meer en meer de samenwerking opzoeken om de
‘boef ’ het hoofd te kunnen bieden.”
awaREnESSBij informatiebeveiliging hoort ook het trainen
en blijven trainen van mensen in de organisatie.
Oftewel, het kweken van awareness. Conquet:
“We werken met steeds meer mobiele apparaten.
Die wordt vervolgens meegenomen naar huis.
Dit betekent dat heel de omgeving rondom het
apparaat verandert en daarmee dus ook de be-
dreiging.”
En dan hebben we het nog geen eens gehad over
de awareness van Internet of Things (IoT). “De
geautomatiseerde systemen zitten niet alleen in
bijvoorbeeld een robot van een operatiezaal,
maar ook in de verwarming van een zwembad,
het spoorwegennet, de verkeersregeling op vlieg-
velden, de waterhuishouding waar we alle gema-
len mee bedienen. Ik wil het niet ‘eng’ maken,
maar de geautomatiseerde systemen zitten over-
al. Daarom is het heel belangrijk dat we als sa-
menleving meer en meer gaan begrijpen, en dus
aware zijn, van waar onze kroonjuwelen zich
bevinden.”
poSItIE nEdERlandOp de vraag hoe wij er in Nederland voor staan
op het gebied van informatiebeveiliging in ver-
gelijking met de rest van de wereld, antwoordt
Conquet: “Het is lastig een algemeen antwoord
te geven. Om het niveau van informatiebeveili-
ging goed te kunnen bepalen, zijn er enorm veel
wegingsfactoren. Onlangs is er een rapport
Uit het Cybersecuritybeeld 2017 – de zorgsectorDe zorgsector heeft veel te maken met ransomwarebesmettingen, social engi-neering via telefoon en phishing-emails, en malwarebesmettingen via drive-by downloads. Beroepscriminelen worden gezien als de grootste dreiging. Interne medewerkers blijven een belangrijke groep vormen vanwege de mogelijkheid dat zij (onbewust) informatie lekken.
www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2017/06/21/cybersecurity-beeld-nederland-2017
Overheid, bedrijfsleven en burgers nemen veel stappen om
de digitale weerbaarheid te vergroten, maar dit gaat niet snel
genoeg. het besef van investeren in cybersecurity groeit in
nederland in de gehele maatschappij.
“we Zijn ons onVolDoenDe bewUst VAn onZe kwetsbAARHeiD”
FMT GEZONDHEIDSZORG14
voeding & welzijn
er ligt veel OP Uw bOrdje...
de voedingskracht van verse producten en de
verbindende kracht van samen koken en samen
eten. Vanuit deze overtuiging creëren we samen
met u als opdrachtgever oplossingen voor pati-
enten, bewoners, bezoekers en medewerkers. In
ziekenhuizen, zorginstellingen en kleinschalige
woonvormen.
Hiermee leveren we een waardevolle bijdrage
aan uw zorgproces, personeelsbeleid en gastvrij-
heid. Want mensen die gezond leven en lekker in
hun vel zitten kunnen meer aan, presteren beter
en genezen sneller. De Kracht van Eten gaat over
eten & drinken zoals het bedoeld is. Samen
genieten van lekkere, verse producten op een
vrije en informele manier. Dit vertalen wij naar
een gezond en vitaliserend assortiment, oprechte
aandacht voor onze gasten en een positieve sfeer
rondom eten & drinken.
Iedereen blij!
We werken binnen Albron al meer dan 100 jaar
vanuit de overtuiging dat wij als organisatie
alleen succesvol kunnen zijn wanneer we er in
slagen een positief perspectief te creëren voor
alle betrokkenen: opdrachtgevers, medewerkers,
gasten en iedereen die (in)direct bij onze dienst-
verlening betrokken is. Samenvattend stellen we
telkens de vraag: wordt iedereen blij van wat we
doen?
Kijk voor meer informatie op: www.albron.nl <
te laten voelen. Natuurlijk zijn allereerst de zorg
en begeleiding daarop gericht, maar zou niet
alles binnen een zorgorganisatie moeten bijdra-
gen aan het welzijn van mensen?
Wij denken dat rondom eten en drinken nog
veel te winnen valt. Of het nu gaat om de vers-
heid en smaak van de warme maaltijd, de kwali-
teit van het personeelsrestaurant of het verbete-
ren van het vaak ongezonde assortiment in het
bezoekersrestaurant.
Daarnaast is er ook financiële winst te boeken.
Onder andere in het terugdringen van verspil-
ling, efficiënte(re) processen en het slimmer
inrichten van dienstverlening.
hEt kan bEtER!Wij zijn overtuigd van de Kracht van Eten, van
Door: Albron
de zorg verandert voortdurend en voor
het gevoel ook alsmaar sneller. dat
stelt u als zorgbestuurder, directie
en management dagelijks voor tal van
uitdagingen.
Hoe blijven we het welzijn van onze
patiënten en bewoners centraal stel-
len? Op welke manier kunnen we
meer kwaliteit leveren tegen gelijkblijvende
kosten? Waardoor kunnen wij ons beter onder-
scheiden van andere zorgaanbieders? En meer
van dit soort lastige vragen.
Tegelijkertijd lijkt de druk op medewerkers
almaar toe te nemen. En in die turbulente omge-
ving wilt u zich toch maximaal richten op uw
kernactiviteit als zorgorganisatie: mensen beter
maken, beter laten functioneren en zich beter
laten voelen.
hoE RaaR IS dat?Zorgorganisaties zijn er om mensen beter te
maken, beter te laten functioneren en zich beter
Pit! Bij het Zaans Medisch Centrum.
Pit in het AMC.
A la carte IJsselland ziekenhuis.
FMT GEZONDHEIDSZORG 15
stUDenten tU Delft Zetten eeRste stAppen Met nieUw exoskelet VooR DwARslAesiepAtiënt
Hololens App MAAkt MixeD ReAlity weRkelijkHeiD in onDeRwijs lUMC
HAAl Het beD Uit Het DnA VAn Het ZiekenHUis’
Recent heeft Project MARCH, een studenten-team van de TU Delft, de eerste stappen met hun nieuwe exoskelet, de MARCH II, gezet. Hiermee zijn zij het eerste studententeam in Nederland dat dit gerealiseerd heeft. Na een jaar ontwerpen en bouwen lieten zij het onder-steunend robotisch pak die dag voor het eerst zien aan de buitenwereld. Met deze nieuwe medisch technologische ontwikkeling willen de studenten mensen met een dwarslaesie helpen hun dagelijkse activiteiten weer uit te voeren.
Studenten in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) kunnen vanaf collegejaar 2017 met behulp van een hologram – door middel van mixed reality – de anatomie en bewegingen van hun eigen enkel tot in detail onderzoeken. Deze HoloLens app is een van de nieuwe onderwijsvormen die het LUMC en het New Media Lab van de Universiteit Leiden realiseren om stu-denten te motiveren en de studietijd te verkorten. (Foto: Video YouTube Universiteit Leiden www.youtube.com/watch?time_continue=3&v=QSTiFBW_GhQ)
> het volledige artikel leest u op www.fmtgezondheidszorg.nl <
Een kleine meerderheid van 52% van de IT-be-slissers in zorginstellingen is momenteel actief bezig met robotica. Ze denken serieus na over de inzet van robots, experimenteren hiermee, of hebben reeds andere initiatieven ontplooid om robotica in de nabije toekomst te gaan toepassen. Vooralsnog lijkt het op grote schaal inzetten van robotica en domotica echter nog een te grote investering.
Philips heeft de resultaten bekendgemaakt van een internationaal onderzoek naar het gebruik van afde-lingen spoedeisende hulp (SEH) in zeven ontwikkelde landen. Het onderzoek is uitgevoerd met het George Washington University (GW) School of Medicine & Health Sciences. Door openbare gegevens te combineren met uitvoe-rige interviews met lokale artsen kregen onderzoe-kers van Philips en de GW School of Medicine & Health Sciences belangrijke inzichten in de situatie in de onderzochte landen.> lees verder op
www.fmtgezondheidszorg.nl <
inteRnAtionAAl onDeRZoek bRengt belAngRijke po-tentiële VeRbeteRin-gen VooR seH in kAARt
koRt nieUws
> lees verder op www.fmtgezondheidszorg.nl <
> lees verder op www.fmtgezondheidszorg.nl <
luchtbehandeling
FMT GEZONDHEIDSZORG16
Ziekenhuizen zijn altijd op zoek naar nóg betere preventie van postoperatieve wondinfecties. “Alles wat we met steriliteit kunnen bereiken, hoeven we niet met antibiotica te bewerkstelligen. En dat wordt ex-treem belangrijk in de komende decennia.”
steeds op zoek naar beter:lUCHtbHAnDeling op ok’s
Door resistentieproblematiek wordt de
toepasbaarheid van antibiotica als
postoperatieve infectieprofylaxe steeds
kleiner, en de inzet ervan minder gewenst. Voor-
alsnog staan chirurgen nog niet in ‘maanpakken’
te opereren, maar de urgentie van strategieën
voor infectiepreventie zonder antibiotica staat
buiten kijf. Contamination Control is een exper-
tisegebied waarin een beperkte groep vakmensen
uit de adviesbranche, ziekenhuizen, TNO en
leveranciers mee waakt over patiëntveiligheid
van de heelkundige zorg in Nederland. Zij zijn
verenigd in de Vereniging Contamination Con-
trol Nederland (VCCN), die ook de normstelling
rond luchtkwaliteit coördineert.
opSChalEn Van noRMERIngProgrammamanager Joly Kenbeek leidde de
bouw en inrichting van het nieuwe OK-complex
van het UMC Utrecht. “De levenscyclus van een Door: Dietske van der Brugge
FMT GEZONDHEIDSZORG 17
Zonder context zou je zeggen: ‘matige luchthygi-
ene’, maar in zo’n situatie zou stabiliteit in de
luchtcirculatie onherroepelijk het overlijden van
de patiënt tot gevolg hebben. Aan zo’n voorbeeld
zie je dat een serie meetgegevens zonder context
mensen op het verkeerde been kan zetten.”
kIEzEn Van EEn klaSSEBuiltjes: “Eigenlijk is een klasse 1-OK niet zo
vaak nodig; 95% van de verrichtingen kun je ook
in een klasse 2-faciliteit uitvoeren. Maar een
ziekenhuis dat bouwt of verbouwt, kiest eigenlijk
altijd voor klasse 1-prestaties in alle OK’s. Op het
eerste gezicht misschien overdone, maar je ver-
dient langs twee kanten terug.
Ten eerste is de OK-planning natuurlijk flexibe-
ler. Maar bovendien gaat die OK weer voor jaren
mee, en als de normen verscherpt worden, heb je
zo nodig nog ruimte om zo’n OK af te waarde-
ren naar prestatieklasse 2.”
Nu we hybride OK’s bouwden, hebben we de
hele benadering van luchtbeheersing opnieuw
ter discussie gesteld. In die hybride OK’s is ook
een faciliteit ingebouwd voor beeldgeleide navi-
gatie, dus je hebt een boog met röntgenappara-
dElEn Van kEnnIS En ERVaRIngHet is opvallend hoe weinig terughoudend zie-
kenhuizen zijn om elkaar mee te laten kijken
naar de bouw en inrichting van OK’s. Het is
beslist niet zo dat instellingen bovenop hun
eigen kennis gaan zitten om daar concurrentie-
voordeel uit te halen. Wij hebben veel nut gehad
van kennis en ervaringen van andere ziekenhui-
zen zowel in Nederland als een paar Amerikaan-
se ziekenhuizen.”
Aat Builtjes beaamt het. Hij werkt bij het UMC
Utrecht als werktuigbouwkundige, met als speci-
alisme het ontwerp van installaties waaronder
klimaat, verwarming, koeling en medicinale
gassen. “In mijn vakgebied delen we onze kennis;
daar komen we het verst mee. Alleen wanneer
het om meetgegevens gaat die je op meerdere
manieren kunt interpreteren, is iedereen terug-
houdend met publicatie ervan. Ik heb recent nog
metingen gezien van een OK-situatie waarin een
patiënt dreigde te overlijden. Op dat moment
ontstaat er een heen-en-weer-geloop; iedereen
gaat in de benen om die patiënt te redden. Dat
geeft turbulenties in lucht natuurlijk, en dat kun
je aflezen aan de meting van de luchtkwaliteit.
OK is ongeveer 25 jaar. Je bouwt ze natuurlijk
state of the art. In de loop van die 25 jaar doe je
aanpassingen als dat nodig is. Natuurlijk als er
nieuwe technologie beschikbaar komt, maar
eventueel ook als normen voor deuren openen
niet direct helemaal, maar in een getrapt sys-
teem. En bovenal hebben we profijt van de bouw
van doorgeefkasten en meekijkruimtes om het
aantal in-en uitlopende personen te beperken.
Wij zijn natuurlijk een opleidingsziekenhuis, dus
we hebben veel hygiëne en veiligheid verscherpt
worden. In ons geval was bij aanvang van het
bouwprogramma de Walekampnorm voor
luchtkwaliteit nog gangbaar, maar ‘onderweg’
stelde de VCCN de RL7-norm vast.
We hebben alle zeilen bijgezet om zo te bouwen
dat we ‘RL7-proof ’ waren, en dat is gelukt. Naast
gangbare bouwprincipes hebben wij sterk inge-
zet op het beperken van het aantal deurbewegin-
gen; die verstoren de optimale luchtstroom. De
meekijkers. Die hoeven zich echter niet per se in
de OK te bevinden. In alle lampen zijn camera’s
ingebouwd, zodat je vanuit andere locaties (de
meekijkruimtes, collegezaal, etc.) uitstekend
zicht hebt op de verrichtingen van de chirurg.
Alles wAt we Met steRiliteit kUnnen beReiken, HoeVen we niet Met AntibiotiCA te beweRkstelligen.
Luchtkwaliteit in de OKDe kwaliteit van de lucht in de operatie-kamer is een resultante van drie samen-hangende indicatoren:- Het aantal bacteriën, kolonievormende eenheden (KVE), per kubieke meter circulerende lucht. Operatiekamers worden daarbij wel ingedeeld in 3 klas-sen: klasse 1 < 10 KVE/m3 (voor zeer infec-tiegevoelige ingrepen, zoals heupope-raties); klasse 2 < 200 KVE/m3 (minder infec-tiegevoelige ingrepen); klasse 3 < 500 KVE/m3 (behandelka-mers voor kleine ingrepen).
- De afzetting van bacteriën op opper-vlakken, uitgedrukt in KVE per opper-vlakte-eenheid per uur.
- Het aantal stofdeeltjes in de circule-rende lucht. Een bacterie kan namelijk niet zomaar door de lucht zweven; hij moet zich vasthouden aan een stofdeel-tje. Het aantal stofdeeltjes druk je uit in partikels per kubieke meter, in grootte en in wel of niet bacteriedragend.
systeem heet OPRAGON; het komt uit Zweden,
geleverd door Avidicare, en was in Nederland
niet eerder geïnstalleerd. Inmiddels heeft het St.
Jansdal Ziekenhuis in Harderwijk het ook. Het is
als systeem niet per se beter, maar wel anders, en
wij denken dat het voor hybride OK’s voordelen
heeft.
OPRAGON is via de Zweedse norm gevalideerd.
Complicatie was dat het meetsysteem dat in
Nederland gebruikt wordt niet bruikbaar is voor
de meting van luchtkwaliteit met een OPRA-
GON-systeem. Daar hebben we met TNO samen
een oplossing voor ontwikkeld. Volgens de
Zweedse norm moet er 3x per jaar in de praktijk
gemeten worden, dus als er een patiënt op de
tafel is, en een team eromheen. De IGz moet dat
dan goedkeuren natuurlijk, en dat is ook ge-
beurd.”
ok ManagEMEnt InfoRMatIE-SyStEEMProgrammamanager Joly Kenbeek: “Ons ge-
bouwbeheersysteem meet continu waarden van
luchtkwaliteit en geeft dat aan op een dashboard,
het OK Management Informatie Systeem, dat de
tuur in de OK. Een sprong vooruit in de heel-
kunde, alleen mogelijk als je een aantal
bouwkundige uitdagingen met succes pareert.
Want een röntgenkamer die zo steriel moet zijn
als een OK, dat is nieuw.
In de traditionele benadering van luchtbehande-
ling is de zone direct onder het plenum, waar de
operatietafel staat, de zone die schoongehouden
wordt. Vuil, stofdeeltjes die mogelijk bacteriën
dragen, wordt naar buiten geblazen en circuleert
buiten de zone waarin je opereert. Vandaar dat
er lijnen op de vloer staan, waar je als operatie-
team binnen moet staan, en waarbinnen je de
karren met materialen ook moet parkeren. Men-
sen die van buiten in komen lopen mogen die
lijnen ook niet over.
wISSElEn Van SyStEEMHet probleem met de röntgenbogen was dat de
rails waar ze over lopen stofdeeltjes terugtrekken
naar de steriele ruimte onder het plenum. Dat
wil je niet. Dus we hebben nu gekozen voor een
ander systeem, dat niet gestoeld is op ‘patiëntzo-
ne beschermen, vuil in de zone daarbuiten hou-
den’, maar op ‘vuil afvoeren, de OK uit’. Dat
locatiemanager volgt. Op elk van die aspecten
geeft een groene markering aan dat de kwaliteit
aan de norm voldoet. Als er een rode markering
is, kan bezien worden hoe we daar iets aan kun-
nen doen. De operateur ziet dat dashboard ook;
hij of zij is eindverantwoordelijk voor het han-
delen in de OK.
De OK’s zijn absoluut mooier dan voorheen. We
hebben nadrukkelijk ook ingezet op rust en
comfort voor de patiënt. De kosten van het
complex zitten echter niet in luxe, maar vooral
achter de wanden en boven de plafonds: in de
maatregelen voor hygiëne en veiligheid.”
Engineer Aat Builtjes: “We zijn altijd op zoek
naar beter. Nieuwe technologie operationeel
krijgen, met behoud van de norm van <10 KVE,
dat vereist een optimaal samengaan van zaken
als luchtbehandeling, bouwkundige inrichting,
protocollen voor de persoonlijke hygiëne en
kledingvoorschriften van het operatieteam. Met
validatie als focus. Alles wat we met steriliteit
kunnen bereiken, hoeven we niet met antibiotica
te bewerkstelligen. En dat wordt extreem belang-
rijk in de komende decennia.” <
luchtbehandeling
FMT GEZONDHEIDSZORG18
volgens de Zweedse norm moet er 3x per jaar in de praktijk gemeten worden, dus als er een patiënt op de tafel is, en een team eromheen.
Positief resultaat voor het binnenklimaat
We brengen onze tijd steeds vaker binnen door, blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit. En dat terwijl de binnenlucht tot wel tien keer meer vervuild is dan buitenlucht. Een van de oorzaken van die vervuilde binnenlucht is het gas formaldehyde. Dit wordt uitgestoten door onder andere spaan- en vezelplaten, meubilair, tapijt, lijm en interieurstoffen. En is een van de schadelijkste vluchtige organische stoffen in de binnenlucht. De Air Purifying Technology van Sigma fi ltert de formaldehydemoleculen uit de binnenlucht en neutraliseert ze.
Extern getestFormaldehyde is onzichtbaar en niet te wegen. Wél kun je de concentratie ervan meten. ‘Dus dat hebben we gedaan’, vertelt Ad Lankhaar, technical product manager bij Sigma’s moeder bedrijf PPG Coatings. ‘Eurofi ns heeft voor ons de Air Purifying Technology in Sigma Air Pure getest volgens de geldende ISO-norm. Verspreid over 28 dagen, met een meting op elk uur. Dat gaf een goed en betrouwbaar beeld, met de opname van gemiddeld 70 procent als resultaat.’De Air Purifying Technology fi ltert formaldehydemoleculen uit de lucht en neutraliseert ze. ‘De technologie breekt formaldehyde af, zonder een negatief effect op de verf te hebben.’
Verfkwaliteit blijft gelijkJuist dat laatste aspect woog zwaar bij de ontwikkeling van de Air Purifying Technology. Want hoe innovatief ook, een schilder moet wél met de verf kunnen werken. Ad beseft dat maar al te goed. ‘De kwaliteit van de verf moest gelijk blijven, daar hebben we scherp op gelet. Sigma Air Pure past voor een schilder naadloos binnen zijn standaard manier van werken.’ Schilders gebruiken met Sigma Air Pure dan ook een verf die niet alleen de binnenlucht zuivert maar net zo prettig werkt als elk ander Sigma product. In dat opzicht verandert er maar weinig, vertelt Ad. ‘Schilders zullen zeggen dat Sigma Air Pure een product is zoals ze dat van ons gewend zijn. Voor ons is dat het grootste compliment.’
Biobased én kleurstabielSigma Air Pure is 45 procent biobased. Waar de meeste witte biobased producten wat gelig zijn of op termijn worden, is Sigma Air Pure kleurstabiel. Met andere woorden: de muurverf is wit en blijft wit. Andere kenmerken zijn de supermatte uitstraling en een verpakking van 100 procent gerecycled materiaal. Tel alles bij elkaar op en Sigma Air Pure is de meest verantwoorde keuze dankzij de hoogwaardige kwaliteit, het hoge aandeel biobased bindmiddel én de innovatieve Air Purifying Technology.
Sigma Air Pure is een innovatieve biobased muurverf met een luchtzuiverende werking. De verf laat zich makkelijk verwerken en geeft een supermat eindresultaat. Naast dit esthetische effect draagt Sigma Air Pure bij aan een beter binnenklimaat. De unieke Air Purifying Technology zuivert namelijk de binnenlucht.
ADVERTORIAL
Ad Lankhaar, technical product manager
Verfkwaliteit blijft gelijk
Sigma Air Pure is een innovatieve biobased muurverf
Form
alde
hyde
con
cent
ratie
Tijd
30 µg/m3
Gemiddelde concentratie formaldehyde binnen*
Met Sigma Air Pure**
20 µg/m3
40 µg/m3
10 µg/m3
0 µg/m3
* Volgens onderzoek ligt de gemiddelde concentratie formaldehyde in een binnenruimte in Europa tussen de 25 en 30 µg/m3. Bron: World Health Organization (WHO), Guidelines for indoor air quality, 2010.** Kijk op sigma.nl voor technische uitleg.
7 jaar1 dag
-70%
Sigma Air Pure verlaagt formaldehyde met 70% vanaf de eerste dag
Volgens onderzoek ligt de gemiddelde concentratie formaldehyde in een binnen-ruimte in Europa tussen de 25 en 30 µg/m3. Bron: World Health Organization (WHO), Guidelines for indoor air quality, 2010. Kijk op sigma.nl voor technische uitleg.
samenwerken in de zorg
FMT GEZONDHEIDSZORG20
Door: Cor van Litsenburg; fotografie: ADRZ
Het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis met vestigingen in Goes en Vlissingen was lang een organi-satie die niet direct als schoolvoorbeeld gold voor een succesvolle zorginstelling. Gebrek aan visie en financiën deed het ADRZ jarenlang de das om. Nu, in het begin van de herfst van 2017, kunnen we vaststellen dat er sprake is van een nieuwe lente in de Zeeuwse instelling.
een nieuwe lente voorHet ADRZ in goes en Vlissingen
Er wordt volop verbouwd, vernieuwd en
de medewerkers hebben volop vertrou-
wen in de toekomst. FMT spreekt met
Arie van Vossen, servicelijnmanager Techniek,
Huisvesting en Projecten.
Onlangs is de locatie Vlissingen van het ADRZ
officieel geopend. Deze vernieuwbouw biedt
voor Vlissingen planbare zorg en diagnostiek,
terwijl de acute zorg – een beleidslijn die in 2012
al is ingezet- voortaan volledig in Goes zal
FMT GEZONDHEIDSZORG 21
nieuw OK-complex met 6 OK’s in gebruik geno-
men. Ook het nieuwe OK-complex is nieuw-
bouw die grenst aan de bestaande bouw. Part-
ners in dit geheel zijn Engie voor de techniek van
het OK-complex en Jan Snel voor de realisering
van het gebouw. Aannemersbedrijf BergBouw
nam de fundering van het gebouw voor zijn
rekening. Van Vossen; ‘De totale bouwtijd was
een jaar. Dat is supersnel en dat kan alleen als er
sprake is van een hechte samenwerking. Deze
manier van werken bevalt heel goed en je merkt
ook aan de sfeer in het ziekenhuis dat er een
nieuwe wind waait. Je zou het in positieve zin
een storm mogen noemen. Er gebeurt heel veel
en medewerkers hebben vertrouwen in de toe-
komst, ze hebben er ook weer zin in. Dat blijkt
wel uit de bereidheid bij de medewerkers van de
oude nucleaire afdeling in Vlissingen om te
seren, was nieuwbouw, grenzend aan de bestaan-
de huisvesting, nodig. De financiële middelen
hiervoor ontbraken echter bij de Zeeuwse zorg-
organisatie. Met Siemens Healthineers werd een
overeenkomst gesloten dat zij de nieuwe afdeling
bouwt en er tevens de eerstkomende tien jaar de
medische apparatuur voor levert. Het ADRZ
huurt de afdeling met apparatuur van Siemens
Healthineers.
Arie van Vossen: ‘Ook voor Siemens Healthi-
neers is dit een nieuwe ervaring. Siemens is een
producent van medische apparatuur en is van
huis uit geen bouwer. Die samenwerking is vanaf
het begin heel open geweest. We durfden kritisch
naar elkaar te zijn en alle betrokkenen hadden
het gevoel dat er rekening met hen werd gehou-
den. Inmiddels is de nucleaire afdeling in ge-
bruik en is op dezelfde basis begin dit jaar een
plaatsvinden. Het gebouw dat deels via crowd-
funding kon worden gerenoveerd ademt de
nieuwe tijd. Frisse kleuren, transparantie, tech-
nologische ondersteuning voor de patiëntenlo-
gistiek; het zijn zomaar wat zaken die opvallen
als je in Vlissingen het ADRZ binnengaat.
Hoe anders is dat nog in Goes. Ondanks de
verbeterde entree die heel wat meer daglicht
toelaat dan de oorspronkelijke uit 1989 dateren-
de hoofdingang. Dit is wat uitstraling een zor-
ginstelling van enkele decennia terug. ‘Maar er
wordt heel hard aan gewerkt om ook in Goes de
achtergelopen achterstand in te halen’, stelt Arie
van Vossen. Over 15 jaar is de huidige locatie
afgeschreven, tot die tijd wil het ADRZ ook in
Goes kwalitatief de beste algemene ziekenhuis-
zorg kunnen verlenen in een prettige, in deze
tijdsgeest passende huisvesting.
SaMEngaan MEt ERaSMUSBelangrijk voor de nieuwe lente die is aangebro-
ken voor het ADRZ, is het samengaan met het
Erasmus MC. Dit voorjaar maakte de ACM
bekend dat uit concurrentieoverwegingen er
geen bezwaren waren tegen de overname van het
ADRZ door het Erasmus MC. Eind 2016 had de
Nederlandse Zorgautoriteit al laten weten ak-
koord te kunnen gaan. De overname is belang-
rijk om het ADRZ verder op de been te helpen.
Het Erasmus betaalt het ADRZ 10 miljoen euro,
waarmee het ziekenhuis in staat is nieuwe medi-
sche apparatuur te kopen en een goed functione-
rend elektronisch patiëntendossier op te zetten.
Door de versterkte financiële positie kan het
ADRZ ook aankloppen bij banken, hetgeen
nodig is om het verouderde ziekenhuis in Goes
ingrijpend te renoveren en waar inmiddels de
nodige werkzaamheden voor in gang zijn gezet.
SaMEnwERkIng SIEMEnS hEalthInEERSBijzonder is de samenwerking die het ziekenhuis
heeft met Siemens Healthineers. In 2016 sloten
ADRZ en Siemens een MES-contract (Managed
Equipment Services) voor een nieuw Nucleair
Geneeskundig Centrum dat in Goes zou moeten
worden gerealiseerd. Omdat in Goes de ruimte
ontbrak om in de bestaande huisvesting dit
nieuw Nucleair Geneeskundig Centrum te reali-
de totale bouwtijd was een jaar. dat is supersnel en dat kan alleen als er sprake is van een hechte samenwerking
“De oVeRnAMe is belAngRijk oM Het ADRZ VeRDeR op De
been te Helpen”
Geneeskundig Centrum. Is er in de oudbouw
sprake van weinig daglicht, in de nieuwe voor-
zieningen is er dat volop. Daarnaast is gekozen
voor materialen met lichte kleuren en speelt de
verlichtingsarchitectuur een belangrijke rol. Ook
wat indeling voldoen de nieuwe gebouwen volle-
dig aan de eisen van deze tijd.
CRowdfUndIngBijzonder aan de vernieuwbouw van locatie
Vlissingen is dat een belangrijk deel is gefinan-
cierd middels crowdfunding, uitgevoerd door
Zeeland Investments Beheer (ZIB). Het zieken-
huisgebouw is aangekocht door een vastgoed BV
die vervolgens de renovatie heeft laten uitvoeren.
De totale investering bedraagt 20 miljoen euro.
Daarin is opgenomen een bedrag van 5 miljoen
euro voor de aankoop van het pand en de grond
van het ADRZ en 15 miljoen euro voor ver-
nieuwbouw. Het ADRZ huurt vervolgens het
gerenoveerde gebouw van de vastgoed BV; een
verhuizen naar hun nieuwe werkplek in Goes.’
op dE SChopDe planning voor het ziekenhuis in Goes is dat
het over drie jaar helemaal op de schop is ge-
gaan. Een nieuwe CSA is inmiddels aanbesteed,
er komt een nieuwe OK voor dagbehandeling,
een nieuw Moeder Kind Centrum, een nieuwe
afdeling Heelkunde, daarnaast zal aan de uitstra-
ling en de voorzieningen binnen en rondom het
gebouw het nodige gebeuren. Arie van Vossen:
‘Qua opzet is locatie Goes een gedateerd gebouw.
In 1989 had men een andere visie op ziekenhuis-
bouw dan in deze tijd. Een stervormig gebouw
met op de uiteinden van de gangen weer andere
gangen in hoeken van 90 graden zou nu ondenk-
baar zijn. Het gebouw is weinig overzichtelijk en
het is er door de uitbreidingen die door de jaren
heen hebben plaatsgevonden niet beter op ge-
worden. De oudbouw vormt een schril contrast
met het nieuwe OK-complex en het Nucleair
werkwijze die een aanzienlijke besparing op de
jaarlijkse exploitatielasten voor het ziekenhuis
realiseert. Om de renovatie uit te voeren, ver-
strekt ZIB Crowdfunding een financiering aan
de vastgoed BV.
loCatIE VlISSIngEnInmiddels is de ADRZ-locatie in Vlissingen
gerenoveerd tot een medisch centrum voor
planbare zorg en diagnostiek. De vernieuwbouw
beschikt over twee operatiekamers, beeldvor-
mende technieken, poliklinieken en dagbehan-
deling. Direct bij binnenkomst in de centrale hal
is duidelijk dat hier een frisse wind waait. Aan-
melden gebeurt via een aanmeldzuil waar men
een formuliertje ontvangt. Op grote beeldscher-
men wordt weergegeven naar welke wachtruimte
men moet gaan. Hier moet men het formulier
scannen om te zien in welke behandelruimte
men wordt verwacht. In plaats van bestem-
mingsnummers en routeaanduidingen is geko-
zen voor wachtkamers met Zeeuwse namen zoals
Oosterschelde, Westerschelde, Veerse Meer en
Grevelingen. Dit heeft niet alleen met het
‘Zeeuwse DNA’ te maken, maar ook met het
nieuwe systeem van aanmelding en het gebruik
van de diverse ruimten. Niet elke polikliniek
heeft een vaste werkruimte en alle ruimtes wor-
den door meerdere gebruikers benut. Dat vereist
een strakke planning. De minimale ruimte wordt
op deze manier optimaal benut. Het ontbreken
van het woud aan borden en aanwijzingen dat
men nog in veel ziekenhuizen ziet, geeft een
rustig en overzichtelijk beeld.
De kleuren en afwerkmaterialen die door het
architectenbureau Atelier Pro zijn bedacht, zijn
het uitgangspunt geweest voor de meubilering,
inrichting en stoffering. Diverse Zeeuwse leve-
ranciers zijn gevraagd om inrichtingsvoorstellen
uit te werken. Locatie Vlissingen van het ADRZ
is een voorbeeld van geslaagde transformatie
naar een moderne zorghuisvesting waar healing
environment een belangrijk uitgangspunt is
geweest. Over enkele jaren zal locatie Goes ook
een dergelijke metamorfose zijn ondergaan. <
samenwerken in de zorg
FMT GEZONDHEIDSZORG22
bijzonder aan de vernieuwbouw van locatie vlissingen is dat een
belangrijk deel is gefinancierd middels crowdfunding
“DiReCt bij binnenkoMst in De CentRAle HAl is DUiDelijk DAt HieR een fRisse winD wAAit”
FMT GEZONDHEIDSZORG 23
het ‘nieuwe bouwen’ van jan snel biedt zorgsector veel voordelen
bouwplaats vervoerd, hetgeen veel transportkilo-
meters scheelt. Daarnaast biedt modulair bou-
wen ook de mogelijkheid voor het hergebruiken
van bouwonderdelen, hetgeen past in het streven
naar een circulaire economie.
hEt nIEUwE boUwEnAls we worden ontvangen in het sfeervolle kan-
toor van Van Zandwijk bij de fabriek van Jan
Snel in Montfoort, liggen de schetsen voor een
zorggebouw voor dementerenden nog op de
vergadertafel. Na ons gesprek gaan ze naar de
architect met de opdracht er een fraai esthetisch
ontwerp bij te maken. Dat modulair bouwen al
lang niet meer de uitstraling van tijdelijkheid
heeft, wordt geïllustreerd door zorgprojecten bij
De bouw staat bekend als een redelijk
conventionele sector. In het algemeen
worden innovaties in de sector niet
snel gemeengoed. Met deze wetenschap als ach-
tergrond is het begrijpelijk dat het relatief lang
heeft geduurd voordat modulair bouwen als
volwaardige bouwmethode is geaccepteerd.
De huidige behoeften vanuit de samenleving
maken de tijd rijp om prefab bouwen in de
armen te sluiten. Modulair bouwen biedt niet
alleen de nodige economische voordelen, maar
kan bijvoorbeeld ook duurzamer zijn dan de
conventionele bouwmethoden. Bijvoorbeeld op
het gebied van logistiek en milieu. Geprefabri-
ceerde bouwelementen worden efficiënt naar de
Door: de redactie
dé bouwpartner van het AdrZ bij
de realisering van de nieuwe
OK-afdeling en het nucleair
g eneeskundig centrum is jan snel.
FMt gezondheidszorg spreekt met
algemeen directeur harry van
Zandwijk over de voordelen van
modulair bouwen voor de
zorgsector.
het nieuwe bouwen in de zorg
‘Het is een efficiënte manier van werken, de
kosten zijn lager, de realisatieperiode is kort en
de opdrachtgever is flexibel in de toekenning van
functies aan de ruimtes en het aanpassen van het
huisvestingsvolume. Modulaire bouw is altijd
flexibel en toekomstgericht. Als een zorgorgani-
satie nu behoefte heeft aan een gebouw met vier
bouwlagen is het geen enkel probleem om na
enkele jaren een bouwlaag te verwijderen als de
behoefte is veranderd. Deze voordelen zijn be-
langrijk voor de zorgsector. Vandaar dat de
sector steeds meer belangstelling voor ons krijgt.
In de bouwsector zien we dat de grote bouwon-
dernemingen ook steeds vaker prefab en modu-
lair bouwen. De uitdaging voor ons is dat we
onze voorsprong van vele tientallen jaren blijven
behouden.’
ExploItatIE En tURn kEy oplEVERIngDe dienstverlening van Jan Snel richt zich niet
alleen op het realiseren van de huisvesting. Ook
de exploitatie van het gebouw en/of het overne-
men van de grond neemt het bedrijf desgewenst
voor zijn rekening. En uiteraard kunnen projec-
ten turnkey worden opgeleverd.
De voordelen van modulair bouwen gelden niet
alleen voor de zorgsector. Woningbouw, studen-
tenhuisvesting, offshore, onderwijs, industrie;
om enkele sectoren te noemen waar modulair
bouwen een alsmaar belangrijkere positie in-
neemt. Van Zandwijk: ‘In 2010 zagen wij de
ontwikkeling dat in de diverse sectoren de be-
hoefte aan deze manier van bouwen steeds meer
zou toenemen. Wij hebben er toen voor gekozen
dat we voor de diverse sectoren specialismes in
het leven hebben geroepen. Voor de kwaliteit van
onder andere het AMC in Amsterdam, UMC
Utrecht en Tergooi Ziekenhuizen in Hilversum.
Het afwerkingniveau is minimaal gelijk aan
traditionele bouw.
Door de jaren heen heeft Jan Snel veel ervaring
opgedaan met de bouw van CSA, MRI en OK-
huisvesting. Veel zorghuisvesting die Jan Snel
realiseert is dan ook niet voor tijdelijk, maar
voor permanent gebruik bedoeld. Dit geldt ook
voor de nieuwe (hybride) OK’s, het Nucleair
Geneeskundig Centrum en de beddenkamers
voor het ADRZ.
Harry van Zandwijk is ervan overtuigd dat
modulair bouwen, het “nieuwe bouwen” wordt.
onze producten hebben we bewust gekozen om
niet alleen semipermanent, maar ook perma-
nente huisvesting te kunnen leveren.
Voor de zorg is Jan Snel Medical Building Soluti-
ons in het leven geroepen.
opEn SfEEREen voorwaarde voor succesvol bouwen in de
zorgsector is voor Harry van Zandwijk dat je
met betrouwbare partners in een open sfeer
samenwerkt. De samenwerking met de mensen
van het ADRZ en Siemens is voor hem een
schoolvoorbeeld voor hoe je snel, een nieuwe
zorghuisvesting realiseert waar alle betrokkenen
uiterst tevreden over zijn. Opdrachtgever voor
het ADRZ was Siemens Healthineers. In vier
maanden realiseerde Jan Snel een centrum voor
nucleaire geneeskunde. Het nieuwe OK-complex
werd in amper zes maanden gebouwd. De korte
bouwtijd was mogelijk dankzij de bouwmethode
en een vast team van bouwspecialisten.
‘Bouwen voor de zorgsector en met name voor
complexe afdelingen met veel nieuwe technolo-
gie zoals voor het ADRZ, vraagt om specialisti-
sche kennis. In het recente verleden hebben we al
de nodige projecten voor de zorgsector gereali-
seerd, maar een OK-complex en een Nucleair
Geneeskundig Centrum was nieuw voor ons.
Natuurlijk huren we als dat nodig is externe
knowhow in. Onze adviseurs zijn echter de
mensen in het ziekenhuis; de mensen die in de
nieuwe huisvesting moeten werken. Door de
intensieve contacten met deze professionals
ontstaat een goed beeld van de behoeften.’
Jan Snel heeft vertrouwen in de toekomst. Het
bedrijf realiseert projecten van 300 tot 30.000
m2. Met Nederlandse productiefaciliteiten in
Montfoort, Hulst en Eemshaven, kent het bedrijf
een ideale regionale spreiding die bijdraagt aan
de logistiek. De mondiale ambities van het be-
drijf komen goed tot uiting door de op handen
zijnde uitbreidingen in Duitsland en Engeland.
Meer informatie over deze onderneming vindt u
via: www.jansnel.com <
het nieuwe bouwen in de zorg
FMT GEZONDHEIDSZORG24
Cijfers huisvesting ADRZHet nieuwe centrum voor nucleaire ge-neeskunde van het ADRZ (locatie Goes), dat een jaar geleden in gebruik werd genomen, beslaat 1.100 vierkante meter.Het nieuwe OK-complex telt ruim 2.600 vierkante meter nieuwbouw (inclusief verkoever ruimte) en een technische laag van 580 vierkante meter.Februari 2017 werden de nieuwe K1P1 OK’s opgeleverd.Jan Snel trad op als turnkey leverancier voor beide projecten. Het bedrijf ver-zorgde bij de nieuwbouw ook de elektri-sche en technische installatie, plenum en luchtafzuiging;Siemens Healthineers leverde alle medi-sche beeldvormende apparatuur.
Q-bital werkt wereldwijd samen met zorgaanbieders om
te zorgen voor veilige, flexibele klinische omgevingen
en ondersteuning van het personeel bij kerntaken zoals
capaciteitsmanagement, renovatiemanagement en het
inspelen op noodsituaties. Samen met onze partners verleggen
we de grenzen van de gezondheidszorgverlening door
betrouwbare, tijdelijke operatie- en afdelingsfaciliteiten aan te
bieden die een efficiëntere patiëntenstroom mogelijk maken.
Ga voor meer informatie naar www.q-bital.com
Operatiekamers Endoscopie-units Afdelingen Klinieken Poliklinieken IC-units
5 sterren voor iedere dag zorgeloos werkenSpreekwoordelijke kwaliteit voor uw bedrijfszekerheid
Perfecte reinigingsprestatiesBehoedzame reinigingsresultaten
Maximale energie-e� ciëntie Bijpassende service
Bekijk op www.miele-professional.nl/5sterrenwaarom uw collega-organisaties voor
Miele Professional kozen.
Miele Nederland B.V. | Miele Professional www.miele-professional.nl
GratisAnalyse
van uwtextielverzorging
voeding & welzijn
FMT GEZONDHEIDSZORG26
AlbRon:De kRACHt VAn
etenDe neDeRlAnDse geZonDHeiDsZoRg
stAAt op Hoog niVeAU. inteRnAtio-
nAAl beHooRt onZe ZoRg tot De beste
VAn De weRelD. MAAR we koMen eR
steeDs MeeR ACHteR DAt we oM Dit
Hoge niVeAU VAn De ZoRg in De CURe
& CARe te HoUDen en te VeRbeteRen
De AAnDACHt niet Alleen Moeten
RiCHten op Het MeDisCH HAnDelen en
De MeDisCHe teCHniek, MAAR onDeR
AnDeRe ook op VoeDing.
Door: Cor van Litsenburg
En dan gaat het niet alleen om wat er op het bord komt. Met Henk Voormolen,
aanvoerder Zorg van foodservice-organisatie Albron, spreken we over “De
Kracht van Eten” in de zorg.
In oktober 2016 tekenden cateraar Albron*) en facilitair dienstverlener Facilicom een
samenwerkingsovereenkomst. Voor Albron biedt de samenwerking kansen om haar
groeidoelstellingen in de zorgsector sneller te realiseren.
Albron heeft in zowel de cure als in de care een sterke positie. Het gaat hierbij niet
alleen om personeels- en bezoekersrestaurants, maar ook om de voeding voor patiën-
ten en bewoners. In het veranderende zorglandschap waarin zorgaanbieders zich
steeds meer op hun kerntaken toeleggen, zijn er voor Albron volop mogelijkheden om
verder te groeien. Het uitbesteden van de voeding aan een externe partij geeft een
zorginstelling enerzijds meer gelegenheid zich te focussen op haar kerntaken, ander-
zijds biedt het een organisatie extra mogelijkheden om zich met behulp van de kwali-
teit van de externe professional nadrukkelijk te profileren. In een zorgmarkt die steeds
kookdame.
FMT GEZONDHEIDSZORG 27
dwenen. Dat we kwaliteit leveren onderstrepen
we ook door de aanwezigheid van open keukens,
bezoekers kunnen zien dat de maaltijden ter
plekke van verse producten worden bereid.’
kookdaMESIn kleine woonvormen in de care werkt Albron
al sinds 1994 met zogenoemde Kookdames en
een enkele Kookheer. Voormolen: ‘Deze mensen
gaan in instellingen samen met de bewoners
koken. Hoe hier precies invulling aan wordt
gegeven is afhankelijk van de mogelijkheden van
de bewoners. En natuurlijk gaat alles in overleg.
Wij zijn tenslotte gast in hun huis. Het samen
vormgeven van de dienstverlening is een voor-
waarde voor succes. Dat geldt overigens voor elk
samenwerkingsverband dat wij aangaan.
Wat we willen bereiken is dat we door het samen
koken en samen eten mensen laten ervaren dat
ze erbij horen. Eten is een sociale aangelegen-
heid. Samen eten zorgt voor gezelligheid en
draagt bij aan een huiselijke sfeer. Het enthousi-
asme van de kookdames maakt dat mensen zich
happy voelen en zich minder vervelen. Door
samen te koken krijgen mensen weer trek in
eten. Dat is belangrijk, omdat veel ouderen
ondervoed zijn. Overigens zien we dat ook in
ziekenhuizen. Veertig procent van de ouderen in
ziekenhuizen is ondervoed. Daar moet je dus
competitiever is, is dit een belangrijk strategisch
gegeven.
VEEl tE wInnEnOp het gebied van eten en drinken valt er nog
veel te winnen in de zorgsector. Albron is over-
tuigd van de voedingskracht van verse producten
en de verbindende kracht, met name in de care-
sector, van samen koken en samen eten. Pratend
met Henk Voormolen over eten en drinken, gaat
het allereerst over kwaliteit zoals de versheid,
voedingswaarde en smaak, maar ook over de
presentatie op het bord, de dienstverlening door
de medewerkers en over de positieve uitstraling
van de restaurants.
Eten en drinken is in de visie van Albron van
prominent belang. Dit wordt onderbouwd door
diverse studies, eten en drinken is onmiskenbaar
een onderdeel van een healing environment.
Henk Voormolen: ‘Het is best verwonderlijk dat
voeding en de dienstverlening die daarbij hoort
niet altijd hoog op de agenda heeft gestaan in de
gezondheidszorg. Zorginstellingen zijn er om
mensen beter te maken, ze doen er medisch alles
aan om mensen zich beter te laten voelen en
functioneren. Dan zou het voor de hand liggen
dat voeding veel aandacht krijgt. Maar dat is nog
niet altijd het geval.’
VISIEIn de visie van Albron nemen begrippen als
samenwerking en kwaliteit een centrale plaats in.
Henk Voormolen geeft hiervan een treffend
voorbeeld dat ook nog eens illustreert dat deze
foodservice-organisatie niet bang is gebaande
paden te verlaten. ‘In onze visie past het niet om
in zorgorganisaties, waar het welzijn van mensen
centraal staat, een frituur te huisvesten. Toen
Albron een goed jaar geleden aankondigde te
zullen stoppen met de vette hap in ziekenhuis-
restaurants stond de telefoon roodgloeiend.
Inmiddels blijkt iedereen eraan gewend te zijn
dat snacks vrijwel van de menukaart zijn ver-
henk voormolen:“de kracht van eten in de zorg”
met de voeding rekening mee houden. Ook in
ziekenhuizen is het uiteraard belangrijk hoe de
maaltijd eruitziet. Bij een aantrekkelijke presen-
tatie zullen meer patiënten hun maaltijd daad-
werkelijk opeten. Daarmee dring je de verspilling
terug en draag je bij aan een sneller herstel.’
MaatwERkElke zorginstelling vraagt om een maatwerk
voedingsconcept. Iedere situatie en iedere orga-
nisatie is anders. Een succesvolle dienstverlening
begint met het stellen van vragen. Over waarom
de dingen georganiseerd zijn zoals ze zijn en
waarom niet anders. En wat willen we nu echt?
Albron helpt zorgorganisaties met vragen, ad-
vies, ervaring en oplossingen. Met als resultaat
een optimale benutting van “De Kracht van
Eten”.
*)Albron bedenkt, bouwt en beheert foodconcepten
met een verhaal. Op evenementen en in dag- &
verblijfsrecreatie, in de zorg en voor bedrijven en
overheden. Ruim 4.500 medewerkers brengen die
concepten tot leven op bijna 1.000 locaties in
Nederland. <
patiëntenvoeding.
innovatie & technologie
FMT GEZONDHEIDSZORG28
Mixed reAlity en liFeAPPs: hOlOgrAFische ZOrginnOvAtie
Reality. Deze techniek maakt het mogelijk om de
bestaande wereld te verrijken met holografische
beelden en daarmee te interacteren. Voor velen
nog onbekend en daarmee onbemind, maar de
mogelijkheden in de zorg zijn eindeloos. Het
opleiden van zorgprofessionals, het voorberei-
den op operaties en het inroepen van hulp op
afstand zijn slechts enkele voorbeelden van wat
met deze vooruitstrevende techniek mogelijk is.
In de toekomst bekijken specialisten de scans uit
de MRI-, PET- en CT-scanner niet meer via een
beeldscherm, maar plaatsen ze een hologram in
een willekeurige ruimte en analyseren deze met
hun collega’s en studenten. Een hoogleraar toont
geen platte sheets meer tijdens een anatomiecol-
lege, maar projecteert het lichaam in de college-
zaal en neemt de studenten mee door de ver-
schillende delen van de mens.
MEERwaaRdEEen belangrijke vraag is of de meerwaarde van
technologieën als deze de kosten van de ontwik-
keling van de benodigde software rechtvaardigt.
LifeApps is het experiment aangegaan en heeft
in samenwerking met een topklinisch ziekenhuis
een Mixed Reality applicatie ontwikkeld voor de
voorbereiding op het behandelen van uitgezaai-
de kanker. De eerste reacties na het ervaren van
deze pilotversie door de betrokken specialisten
zijn veelbelovend, er wordt naast het verkorten
van de operatietijd ook gesproken over minder
invasief en meer effectief behandelen. Ook bij
andere ziekenhuizen en zorginstellingen lopen
experimenten, met soortgelijke ervaringen en
vooruitzichten. De verwachting is daarom ook
dat het niet lang meer gaat duren voordat op
brede schaal wordt ingezet op het voorbereiden
van operaties met hologrammen.
Wilt u met ons in gesprek over zorginnovatie of
zelf ervaren welke mogelijkheden er zijn met
Mixed Reality en hologrammen?
Neem dan contact op met Max Verhorst via
06-31665792 of kijk op www.lifeapps.nl. <Tegelijkertijd staan de budgetten van
diezelfde ziekenhuizen steeds meer
onder druk. Voor minder geld moeten
behandelingen beter, sneller en duurzamer wor-
den uitgevoerd.
InnoVatIEEen grote uitdaging is daarom ook om als zie-
kenhuis te blijven vernieuwen, zonder daarbij de
patiënt en de kwaliteit van de zorg uit het oog te
verliezen. Voor dit soort vraagstukken wordt,
vanwege het grote innovatieve vermogen van
honderden professionals, startups en (kleine tot
middelgrote) bedrijven, veelal samengewerkt
met het bedrijfsleven.
Een van deze organisaties is LifeApps, een spin-
off van Info Support, die bestaande oplossingen
en ruim 30 jaar ervaring combineert met tech-
nologische innovatie en samen met zorgorgani-
saties concrete oplossingen realiseert die de zorg
beter kunnen maken.
dE tEChnologIE Van MIxEd REalItyEen van deze technologische innovaties is Mixed
VooR De neDeRlAnDse ZiekenHUiZen
woRDt, nAAst De kwAliteit VAn De
ZoRg, innoVAtie steeDs belAngRij-
keR. in steeDs HogeRe MAte woRDt
HieRDooR De AAntRekkelijkHeiD VAn
Het ZiekenHUis VooR pAtiënten en
ZoRgVeRleneRs bepAAlD.
Info Support betere zorg door augemented reality: hololens applicatie-scan.
Door: Max Verhorst
LIFEAPPSLifeApps is dé omgeving waar Info Support doorbraken realiseert in de zorgsector. Wij bouwen applicaties die het mogelijk maken patiëntportalen en mobiele toepassingen te integreren in de zorgketens. Wij geloven dat de zorgdienstverlening in Nederland beter kan, door te bouwen op bewezen oplossingen, gecombineerd met technologische innovatie. Samen met onze klanten en partners realiseren wij oplossingen die ertoe doen.
Meer informatie: www.lifeapps.nl
BETERE ZORG DOOR
INNOVATIE
Advertentie FMT Info Support 2.indd 1 28-8-2017 06:42:21
Open Research Environment
FMT GEZONDHEIDSZORG30
Door: Wilma Schreiber
best MOgelijKe PAtiëntenZOrg blijFt belAngrijKste drijFveer
onDeR inVloeD VAn een AAntAl ACtUele ontwikkelingen
ZAl Het MAAstRiCHt UMC+ op teRMijn Als fysiek geboUw
een stUk kleineR Zijn - MAAR niet Als netweRkoRgA-
nisAtie, Zo VooRspelt gAbRiel ZwARt, liD VAn De RVb
VAn Dit ZiekenHUis. “VeRwoRVen kennis bij je HoUDen is
niet MeeR VAn DeZe tijD. De toekoMst is AAn een open
ReseARCH enViRonMent.”
De eerste vraag die Zwart opwerpt, is
hoe lang er nog fysieke ziekenhuizen
zullen bestaan, nu digitalisering ook in
de zorg bezig is aan een opmars. “Neem de pati-
enten die onze polikliniek bezoeken. Zo’n 30
procent komt voor het eerst voor diagnose en
behandeling, de overige 70 procent komt voor
controle. Dat betreft vaak informatieoverdracht
in een gesprek, waarbij geen apparatuur noodza-
kelijk is. Dergelijke communicatie kan heel
makkelijk via e-health-oplossingen plaatsvin-
den”, zegt hij. “Dat zal een enorme impact heb-
ben op het gebruik van de polikliniek en leiden
tot een aanzienlijke reductie van onze huidige
125 polikliniekkamers.”
In het onderzoek naar de polikliniek van de
toekomst in het MUMC+ is nadrukkelijk een
plaats weggelegd voor het activeren van de pati-
ent. “Denk aan wearables, zoals smart watches,
waarmee de patiënt zelf bijvoorbeeld hartritme-
stoornissen kan meten en via internet aan het
ziekenhuis doorgeeft. Intelligente software her-
kent eventuele onregelmatigheden, wij krijgen in
zo’n geval een alert en kunnen ingrijpen om
escalatie te voorkomen”, aldus Zwart. “De patiënt
hoeft dus alleen naar het ziekenhuis te komen
voor die ene keer dat er echt iets aan de hand is.
Dat is patiëntgerichter en wij hebben minder
vierkante meters nodig.”
bIg data adVIESOok de maag-darm-leverartsen werken met voor
en door hen ontwikkelde software ten behoeve
van bijvoorbeeld patiënten met ontstekingsreac-
ties in de darmen. Het contact verloopt via een
app waarmee de patiënt bepaalde waarden kan
doorgeven en artsen de ziekte kunnen volgen.
Ook is er een chatroom, voor onlineoverleg.
“Dergelijke informatie over gezondheid, eten en
drinken en allerlei lichaamsfuncties willen we
ook steeds meer preventief gaan inzetten. De
patiënt registreert thuis automatisch allerlei data
over eten en drinken en lichaamsfuncties, een
computer verwerkt deze en geeft een big data
gezondheidsadvies zonder tussenkomst van een
specialist.”
Deze verschuiving van zorg bemoeilijkt het goed
inschatten van de benodigde capaciteit van het
beddenhuis van de toekomst in het MUMC+.
“Want voor welk percentage gaat dit gelden? Als
het om 5 procent gaat, kan ook het beddenhuis
met 5 procent krimpen. Je weet zeker dat dit de
komende 15 jaar een rol gaat spelen, terwijl we
nu een beddenhuis voor over 20 jaar bouwen”,
schetst Zwart het dilemma. Naast digitalisering
spelen er meer bewegingen een rol bij de inrich-
ting van het beddenhuis. “Patiënten willen meer
privacy tijdens het ziekteproces. Tot nu toe ont-
breekt echter wetenschappelijk bewijs dat een-
persoonskamers de genezing bevorderen. Patiën-
ten hebben vaak ook steun aan elkaar”, aldus
Zwart. “Het ziekenhuis stamt uit de tijd van
vierpersoonskamers. Vroeger bouwde je op basis
van een vergunning en kreeg je een budget, nu
moet je een verbouwing verdienen met patiën-
tenzorg. De patiënttevredenheid over het onder-
komen, dat uiteraard voldoet aan alle eisen, is
dan ook een belangrijke factor bij het besluit om
al dan niet te gaan verbouwen.”
kEnnIS ExpoRtEREnEen ander aspect dat invloed heeft op de omvang
van het ziekenhuis, is de visie van het MUMC+
op de eigen rol. “Wij zien onszelf als netwerkor-
gabriël zwart, lid Raad van bestuur Maastricht UMC+.
FMT GEZONDHEIDSZORG 31
ganisatie en willen onze kennis en ervaring
exporteren. Naar zorgaanbieders in de regio,
maar het liefst in één keer naar de patiënt, zodat
die zich met behulp van mantelzorgers zo veel
mogelijk zelf kan redden”, verklaart Zwart. Als
voorbeeld noemt hij rugklachten die vaak te
herleiden zijn tot immobiliteit in het schouder-
gewricht. “Als een huisarts dat weet en herkent,
hoeft de patiënt niet naar de poli te komen. De
patiënt zou het zelfs met een instructief filmpje
ook zelf kunnen vaststellen. Dat is onze maat-
schappelijke bijdrage: het verspreiden van infor-
matie en meekijken met zorgaanbieders.”
Nu al heeft het MUMC+ nauw contact met de
eerste-, anderhalve- en tweedelijnszorg om te
zorgen dat zij kennis hebben van de laatste stand
van zaken, bijvoorbeeld door casussen met hen
te bespreken. Dat klinkt als een kannibaalstrate-
gie, bevestigt Zwart. “Als we erin slagen op die
manier de gezondheidszorg beschikbaar te ma-
ken, kunnen we onszelf opheffen. En dat is ook
wat we willen: van oude behandeltypen afkomen
en op zoek gaan naar innovaties en nieuwe
behandelwijzen.” Als voorbeeld wijst hij op het
living lab voor herstelzorg. “Daar gaan we spelen
met atmosfeer, warmte en koude en luchtstro-
ming om eventuele gunstige effecten van klimaat
te bepalen op activiteit en rust.” Die visie heeft
ook consequenties, erkent hij. “We zullen minder
mensen nodig hebben en ook het werk ver-
schuift, waardoor er andere competenties nodig
zijn. Dé uitdaging is medewerkers mee te nemen
in het tempo van deze tijd.”
opEn RESEaRCh EnVIRonMEntOnderzoek heeft dankzij de digitalisering tevens
een ander karakter gekregen, waarbij kennis
delen vooropstaat. “Verworven kennis bij je
houden is niet meer van deze tijd. De toekomst
is aan een open research environment, waarin
Skype het contact met onderzoekers wereldwijd
faciliteert. Daar wordt je onderzoek beter van en
het vergroot ook je bijdrage aan het academisch
debat.” Een kleiner ziekenhuis betekent op ter-
mijn een nuttige herbestemming voor de stenen
zoeken. “Bijvoorbeeld in samenwerking met de
universiteit of onderzoeksafdelingen van een van
de ruim 60 startups hier op de campus.”
In de toekomst acht Zwart het niet ondenkbaar
dat ook UMC’s een hogere specialisatiegraad
zullen ontwikkelen en het MUMC+ zorgtaken
aan netwerkpartners zal overdragen. “Dit biedt
kansen voor een betere benutting van dure appa-
ratuur. Maar bovenal biedt het patiënten de
beste mogelijke zorg. Dat is en blijft de drijvende
kracht achter al onze beslissingen.” <
Nieuwbouw in een notendop De nieuwbouw aan de Verheylaan beslaat zo’n 22.000 vierkante meter over zes verdiepingen en is via een serrehal verbonden met het hoofdgebouw. Bij het ontwerp is sterk ingezet op duurzaam en verantwoord bouwen, wat Maastricht UMC+ als eerste ziekenhuis in Nederland een BREEAM-certificaat opleverde.De nieuwbouw huisvest onder andere de nieuwe kliniek voor Moeder & Kind, het MRI-centrum, een nieuw OK-complex met centrale CSA, de Ease Travel Clinic & Health Support en een aantal kantoor-plekken voor de laboratoria.Juni 2017 vond de officiële opening plaats. Momenteel worden nog de 15 OK’s in het oude gedeelte verbouwd tot 8 nieuwe. “De nieuwe OK’s zijn een stuk groter, vanwege het feit dat er steeds meer apparatuur aanwezig is en steeds meer multidisciplinaire ingrepen plaats-vinden. Dat betekent meer mensen op de OK en vergt meer ruimte.”
Partners in de nieuwbouwRO groep (ontwikkelaar, projectmanage-ment)Architecten aan de Maas (architect)Carebuilders (hoofdaannemer)Deerns, Huijgen (installatieadviseur)Vepa (interieur)Engie (installaties)Brekelemans (constructeur)CCG, Engie, RO groep (nieuwbouw OK’s)
Interieur van de nieuwbouw aan de Verheylaan.
nieuwbouw voor de zorg
FMT GEZONDHEIDSZORG32
niveau 1. Deze rustige atmosfeer ontstaat onder
andere door de harmonie van kleuren en materi-
alen, de prettige akoestiek, de transparantie die
wordt versterkt door het vele daglicht en de
heldere structuur van het gebouw. Mooie details
zien we in de accentkleuren van wanden die
corresponderen met de kleuren van het meubi-
lair of juist op een intrigerende manier contras-
teren. Sfeervol is het centraal gesitueerde atrium
met transparant dak. Bijzonder geslaagd is de
manier waarop het gebouw is ingepast in de
bestaande gebouwde omgeving.
altIjd MaatwERk‘Een ziekenhuisgebouw ontwerpen is altijd
maatwerk’, stelt Tom Bonnemayers. ‘De oplos-
sing die voor de ene organisatie het beste is, kan
voor een andere organisatie misschien niet wer-
ken. Elke organisatie stelt zijn prioriteiten an-
ders. Belangrijk om tot een goed resultaat te
komen is dat je een gebouw samen ontwikkelt
Door: Cor van Litsenburg
Foto’s: Dols Fotografie
De redactie spreekt met architecten Tom
Bonnemayers en Raf Calis Sanchez van
Architecten aan de Maas; het bureau
dat vanaf het eerste moment de huisarchitect is
van het Maastricht UMC+.
Over de nieuwbouw met in totaal een opper-
vlakte van circa 22.500 m2 valt het nodige te
zeggen. Dat begint al bij de constatering dat dit
het eerste ziekenhuisgebouw is waarop de BREE-
AM-criteria zijn toegepast. Het gebouw ontving
in 2017 voor de doorgevoerde duurzaamheids-
maatregelen een driesterrencertificaat van
BREEAM.nl.
Bij de eerste indruk vanaf de straat springt de
fraaie wijze waarop de zuidgevel door zonnepa-
nelen wordt gevormd in het oog. Vanuit de
parkeergarage kom je het gebouw binnen op
niveau 1, opvallend is de rust die je tegemoet
treedt; een rust die contrasteert met de aangren-
zende drukke entreehal van het ziekenhuis op
in de zomer van 2017 heeft het
Maastricht UMc+ de nieuwbouw
aan de verheylaan officieel in
gebruik genomen. de realisering
van deze uitbreiding is een
onderdeel van het lange termijn
huisvestingsplan dat in 2008 is
gestart en waarin de strate-
gische toekomstvisie is
vastgelegd.
nieuwbouw verheylaan Maastricht UMc+
niet ZoMAAR een ZiekenHUisgeboUw
FMT GEZONDHEIDSZORG 33
operatiecentrum aan de Verheylaan ontstaat er
extra capaciteit waardoor we met de renovatie
van het bestaande OK-complex aan de slag
kunnen. Als deze renovatie is afgerond beschikt
het ziekenhuis over 20 OK’s waarvan drie hybri-
de. De OK’s zijn verbonden door gesloten loop-
bruggen over het atrium.’
Bijzonder aan de OK’s in het nieuwe operatie-
centrum is dat ze voor 95 procent identiek zijn.
Uitgangspunt is dat men er alles blindelings
moet kunnen vinden. Tom Bonnemayers: ‘Dat is
niet eenvoudig te realiseren. Soms zijn er wijzi-
gingen in de processen doorgevoerd, soms zijn
er bouwkundige concessies gedaan om deze
uniformiteit te realiseren. We hebben in enkele
situaties extra effort moeten plegen voor de
luchttoevoer. Dat gold voor de hybride OK’s die
met 82 vierkante meter aanzienlijk groter zijn
dan de reguliere OK’s (54 m2). Voor de luchtbe-
handeling is overigens ook gekeken naar het
Opragon-systeem, uiteindelijk is toch gekozen
voor een laminaire downflow. Bewust zijn de
OK’s, die gerealiseerd zijn door de Cleanroom
Combination Group, niet aan de gevel gesitu-
eerd omdat daglicht als niet wenselijk werd
beschouwd. Daglicht heeft een ongunstige in-
vloed op de controle van de lichtomstandighe-
den. Zeker in een hybride OK waar zoveel moge-
lijk minimaal invasief geopereerd wordt en veel
gebruik wordt gemaakt van beeldschermen is dit
een belangrijk aspect. Door het situeren van de
OK’s en technische ruimten in de kern van het
gebouw, zijn de ondersteunende ruimten aan de
buitenzijde gesitueerd en is daar sprake van veel
daglicht.’
met alle betrokkenen. Dan ontstaat er commit-
ment en is er sprake van draagvlak. Voor deze
nieuwbouw is zeer intensief met alle betrokke-
nen samengewerkt. Op zeker moment hebben
we een sessie gehouden van drie dagen waarbij
in totaal zo’n 150 mensen waren betrokken.
Een nieuw ziekenhuisgebouw ontwikkelen is
meer dan alleen een nieuwe huisvesting realise-
ren. Een nieuwbouw zoals deze is ook het mo-
ment om nieuwe processen te starten. Je kunt
dan denken aan nieuwe vormen van material
management, maar ook aan processen hoe in-
grepen worden voorbereid.’
UItbREIdIngDe nieuwbouw aan de Verheylaan is een uitbrei-
ding van het oorspronkelijk hoofdgebouw dat
dateert van 1991. Van meet af kampte het Maas-
tricht UMC+ met ruimtegebrek. Uitbreiding was
dan ook geen luxe. Met deze nieuwbouw neemt
het totale ziekenhuisvolume met ca 15 procent
toe. Eerdere recente uitbreidingen hadden be-
trekking op onder andere het bestuursgebouw
en de oogkliniek.
Het nieuwe gebouw telt zes bouwlagen, een
kelder en een dakopbouw. Op maaiveldniveau
vinden we facilitaire voorzieningen zoals een
goederenontvangst met vier loading docks een
radiologisch centrum met onder meer 4 MRI’s
en een PET-MRI-scanner, dat direct aansluit op
de Spoedeisende Hulp.
Op niveau 1 hebben patiënten toegang tot het
gebouw via de corridor vanuit het parkeerdek.
Op dit niveau is de nieuwe kliniek Vrouw-Moe-
der-Kind gehuisvest, met een IVF-lab dat als
eerste in Nederland een volledige cleanroom
omgeving kent. Een bouwlaag hoger op niveau 2
vinden we kantoren voor de artsen en specialis-
ten van de Vrouw-Moeder-Kind kliniek.
IdEntIEkE ok’SDe derde en vierde bouwlaag zijn ingericht voor
de OK’s en CSA. De nieuwbouw telt 12 OK’s,
waarvan twee hybride. De 12 OK’s zijn onder-
verdeeld in groepen van vier, met voor elke
groep een centrale opdekruimte. De nieuwe
OK’s gaan onderdeel uitmaken van het volledig
nieuwe operatiecomplex dat de komende vier
jaar ontstaat door grondige renovatie van de
bestaande OK’s in het hoofdgebouw.
Raf Calis Sanchez: ‘Uiteraard moet zo’n opera-
tiecentrum in een functionerend ziekenhuis
gefaseerd worden vernieuwd. Door het nieuwe
nieuwbouw verheylaan Maastricht UMc+
niet ZoMAAR een ZiekenHUisgeboUw
DuurzaamheidsmaatregelenEnkele in het oog springende duurzaam-heidsmaatregelen hebben betrekking op:• Aanpassingen energiecentrale;• Dak- en gevelisolatie;• GBS/monitoring;• Laag temperatuur verwarming / Hoog temperatuur koeling;• Lichtregeling;• Luchtbehandeling;• PV-panelen zuidgevel;• Restwarmteterugwinning;• Warmte koude opwekking;• Zonwerend glas;• Zonwering.
OK tijdens de operatie gesloten blijven. Het
aanvoeren en afvoeren van materialen op basis
van het just-in-time (JIT) principe is in de nieu-
we situatie niet langer de verantwoordelijkheid
van de CSA, maar van de afdeling logistiek die
hiervoor over speciaal getrainde medewerkers
beschikt. Voor de bevoorrading van de CSA
wordt gebruik gemaakt van speciale liften.
toEgang ok-CoMplExDe toegang voor het personeel tot het OK-com-
plex is op niveau 4. In de garderobe kleden de
medewerkers zich om waarna ze in de schone
ruimten komen en via een speciale trappen naar
niveau 3 gaan. Verder zijn op niveau 4 kantoren
en een personeelslounge ten behoeve van de
OK’s gehuisvest, rondom de technische ruimte
ten behoeve van de luchtbehandelingskasten
voor de plenums in de OK’s. Een uitgebreid
artikel over de techniek in het gebouw leest u
elders in dit blad).
Op niveau 5 vinden we tenslotte de kantoren van
de facilitaire dienst en de afdeling pathologie. De
algemene technische voorzieningen voor onder
andere de klimaatbeheersing vinden we in de
kelder en op het dak van het gebouw.
‘Om tot een perfect eindresultaat te komen is
het onze taak de betrokkenen voortdurend kri-
tisch te blijven bevragen. Dat maakt het niet
altijd eenvoudiger. In een complexe werkomge-
ving als een ziekenhuis kan zo’n kritische hou-
ding tot nieuwe inzichten leiden. Daarnaast heb
je tijdens de realisering ook met veranderende
regelgeving te maken. Tijdens het bouwproces
hebben we als gevolg daarvan nog aanpassingen
Op dezelfde bouwlaag als de OK is eveneens de
CSA gehuisvest. Voorheen was die te vinden op
niveau 0. Door de CSA op niveau 3 te huisvesten
zijn de lijnen tussen de sterilisatieafdeling en de
OK uiteraard korter, hetgeen de bevoorrading
vereenvoudigt, maar eveneens bijdraagt aan een
verdere verbetering van de veiligheid. In het
oorspronkelijke plan was voorzien om met door-
geefkasten te werken, maar dat zou ten kosten
zijn gegaan van de uniformiteit van de OK’s.
Daarom zijn de doorgeefkasten geschrapt. Wan-
neer tijdens een operatie extra instrumentarium
vanuit de CSA de OK binnen moet worden
gebracht, wordt dit aangeboden via de opdek-
ruimte. Daardoor kan de toegangsdeur van de
doorgevoerd.’ vertelt Raf Calis Sanchez, ‘Alle
betrokkenen kenden de ambitie om het beste
resultaat neer te zetten.’
Tom Bonnemayers. ‘Van dit ziekenhuisgebouw
kan je zeggen dat het veel meer is dan een nieu-
we huisvesting, het is het eindresultaat van een
hechte samenwerking tussen heel veel mensen.
De mensen die er werken herkennen zich erin;
het is hun wereld.’ <
nieuwbouw voor de zorg
FMT GEZONDHEIDSZORG34
Maastricht UMC+Het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Universiteit Maastricht (UM) werken samen onder de naam Maastricht UMC+.Het Maastricht UMC+ onderscheidt zich (inter)nationaal door de focus op preven-tie. Dus niet alleen gezondheidsherstel, maar ook gezondheidsbehoud én gezond-heidsbevordering. Kerntaken zijn – naast topklinische en topreferente patiënten-zorg – wetenschappelijk onderzoek en onderwijs/opleiding.Het Maastricht UMC+ kenmerkt zich daarbij door de multidisciplinaire en pro-bleemgestuurde aanpak.Het Maastricht UMC+ heeft 715 bed-den, circa 7.000 medewerkers en 4.000 studenten.
Architectuurvisie Architecten aan de Maas Onze architectuurvisie is gericht op een architectonische kwaliteit van functio-naliteit, schoonheid en vanzelfsprekend-heid. In ons werk trachten wij de aard, het wezenlijke van de opgave te door-gronden en als thema te hanteren en de essentie ervan als onderhuidse poëzie weer te geven in het ontwerp.Het zoeken naar dit thema, een ruimtelijk thema, waarbinnen het programma - het functionele - past is essentieel in ons werk. Dit ruimtelijk thema krijgt zijn vorm in een structuur die op alle schaalniveaus een antwoord biedt op de gestelde opgave. De structuur wordt uitgewerkt in een eenheid van samenstellende delen en materialen.
FMT GEZONDHEIDSZORG 35
we Kennen het hUis; MAAr we Zijn OOK geKend ín het hUis
Een omschrijving die naadloos aansluit bij ont-
wikkeling van een complex gebouw als de Ver-
heylaan; een ziekenhuisgebouw met een opper-
vlakte van 22.000 m2 dat, zoals u elders in deze
editie uitgebreider kunt lezen, onderdak biedt
aan 12 high tech OK’s, een CSA, diverse labora-
toria en ondersteunende diensten.
De Verheylaan heeft inmiddels van veel kanten
lof toegezwaaid gekregen. Geen wonder, want
het gebouw is in velerlei opzichten bijzonder.
Door bijvoorbeeld de standaardisering van de
state of the art OK’s stelt de Verheylaan op het
gebied van functionaliteit en logistiek nieuwe
normen. Maar ook qua architectuur is het ge-
RO groep bestaat 25 jaar. Het bedrijf, gestart in
Maastricht, heeft inmiddels ook vestigingen in
Eindhoven en Arnhem. Kenmerkend aan
RO groep is dat het bedrijf zich richt op de
ontwikkeling van maatschappelijk relevant
vastgoed, en dan met name in de zorg en het
onderwijs.
De slogan van RO groep luidt van waardevol
naar waardevast. Een slogan die past bij de hui-
dige visie op realisering van zorgvastgoed. Dat
geldt ook voor de omschrijving die we op de
website van het bedrijf lezen:“We beginnen waar
het moeilijk wordt: we voelen ons thuis in multi-
disciplinaire, complexe opgaves, met een diversiteit
aan belangen en soms dwingende kaders.”
Door: de redactie
een nieUw ZiekenHUisgeboUw Moet
VooRbeReiD Zijn op toekoMstige
ontwikkelingen. Dit gelDt ZekeR
VooR een geboUw Als De VeRHeylAAn
VAn Het MAAstRiCHt UMC+, DAt DeZe
ZoMeR offiCieel is geopenD. fMt
geZonDHeiDsZoRg spReekt Met piet
joosten, AlgeMeen DiReCteUR VAn
Ro gRoep oVeR De ontwikkeling VAn
Dit ZiekenHUisgeboUw en Het nieUwe
pRojeCt VAn Het MAAstRiCHt UMC+:
MosAe VitA.
Ontwikkelen van maatschappelijk relevant vastgoed
houden met technische ontwikkelingen, ontwik-
kelingen die heel snel gaan. Dit gebouw moet de
mogelijkheid bieden om bijvoorbeeld voortdu-
rend de nieuwste OK-technologie te huisvesten.
Dit vereist in het ontwikkeltraject kennis van
vastgoed, maar het vraagt ook om heel specifieke
kennis. Die know how doe je op door onder
meer veel in het ziekenhuis te zijn en nauwe con-
tacten te onderhouden met de professionals.
Voor de realisering van de Verheylaan hebben er
heel wat intensieve gebruikerssessies plaatsge-
had.’
faCIlItEREn Van toptalEntEnVoor grote, complexe projecten werkt RO groep
altijd met vaste teams. Joosten: ‘Deze teams
kennen de wensen en de cultuur van de op-
drachtgever. Het Maastricht UMC+ is een zie-
kenhuis met een uitgesproken visie. Het focust
zich op een aantal sectoren waarin het tot de top
wil behoren, daar moet de huisvesting op aan-
sluiten. Huisvesting is voor het ziekenhuis een
belangrijk aspect bij het faciliteren van toptalen-
ten. De Verheylaan draagt eraan bij dat het zie-
kenhuis voor zulke talenten een aantrekkelijke
werkgever kan zijn’, aldus de directeur van
RO groep die van mening is dat de Verheylaan
een mooi waardevast gebouw is geworden dat op
een fraaie wijze is geïntegreerd in de bestaande
bebouwing. ‘Het meeste trots zijn we op het feit
dat de gebruikers tevreden zijn. Ze omarmen het
gebouw en dat is top. En natuurlijk vinden we
het een eer dat het gebouw is genomineerd voor
de Victor de Stuersprijs; de architectuurprijs van
de gemeente Maastricht.’
De Victor de Stuersprijs is voor een architect,
bouw een hoogstandje. De ingetogen, stijlvolle
uitstraling past uitstekend bij een universitair
medisch centrum met een hoog ambitieniveau.
Daarnaast is de Verheylaan het eerste ziekenhuis-
gebouw waarop de BREEAM-criteria zijn toege-
past. Het gebouw ontving in 2017 voor de door-
gevoerde duurzaamheidsmaatregelen een
driesterrencertificaat van BREEAM.nl.
gEdElEgEERd opdRaChtgEVERVoor de realisering van de Verheylaan trad
RO groep op als gedelegeerd opdrachtgever. Piet
Joosten: ‘Wij zijn verantwoordelijk voor het
integrale projectmanagement. Dat betekent dat
RO groep aanspreekbaar is op het totale project;
van initiatief tot nazorg. Een dergelijk uitgebrei-
de opdracht is alleen mogelijk als er sprake is
van een groot wederzijds vertrouwen. De relatie
met het Maastricht UMC+ dateert van zo’n tien
jaar geleden, toen startte het ziekenhuis met de
plannen voor nieuwe huisvesting. Door de jaren
heen hebben we altijd intensief samengewerkt.
We zijn begonnen met kleinere, flankerende
projecten. De Verheylaan is met een investering
van € 100 miljoen het grootste project voor het
ziekenhuis.’
Over de meerwaarde van RO-groep in het ont-
wikkelingsproces zegt Joosten: ‘Een belangrijke
rol die je als vastgoedadviseur hebt is de gebrui-
kers te faciliteren met de laatste stand van de
ontwikkelingen. In een ziekenhuis is uiteraard
veel kennis aanwezig, maar als adviseur dien je te
anticiperen op veranderende vragen en behoef-
ten. Zeker in een gebouw als de Verheylaan met
high tech OK’s moet je voortdurend rekening
opdrachtgever of instelling die zich verdienste-
lijk heeft gemaakt bij de instandhouding van het
cultureel erfgoed of bij de bevordering van de
stedenbouwkundige of architectonische kwaliteit
in de gemeente Maastricht.
MoSaE VItaDe komende jaren zal het Maastricht UMC+ het
bestaande OK-complex ingrijpend renoveren.
Ook hiervoor is de RO groep gedelegeerd op-
drachtgever. Een complex project dat wordt
gerealiseerd, om met de woorden van Joosten te
spreken, “terwijl de winkel geopend is”. Eveneens
een spraakmakend project dat RO groep ontwik-
kelt in opdracht van het Maastricht UMC+ is
Mosae Vita. Direct naast het ziekenhuis en cen-
traal op de Maastricht Health Campus verrijst
dit centrum. Mosae Vita is de eyecatcher en het
eerste gebouw van de Maastricht Health Cam-
pus, een initiatief van Academisch Ziekenhuis
Maastricht, de Universiteit Maastricht, de ge-
meente Maastricht en de provincie Limburg. De
Maastricht Health Campus is gericht op behoud,
bevordering en herstel van gezondheid. Het
wordt een internationaal toonaangevende locatie
voor hoger onderwijs, wetenschappelijk onder-
zoek, topklinische zorg en kennisintensieve
bedrijvigheid. Maastricht Health Campus wil de
verdere ontwikkeling van de campus faciliteren
met de realisatie van Mosae Vita. Deze voorzie-
ning zal ruimte bieden voor de interactie tussen
onderwijs, onderzoek, bedrijvigheid en zorg.
RO groep ontwikkelt Mosae Vita in opdracht
van de initiatiefnemers. De bouw start op korte
termijn.
kanSEn En MogElIjkhEdEnPiet Joosten: ‘Mosae Vita is een prachtig project
en betekent voor alle betrokkenen een grote
uitdaging. Als adviseur gaan we zoals bij alle
projecten naast onze opdrachtgever staan om in
de volle breedte naar kansen en mogelijkheden
te zoeken. Bij alle projecten zijn we zeer betrok-
ken, maar we blijven kritisch. Bij alles wat we
doen voelen we ons medeverantwoordelijk voor
het eindresultaat, dat schept een band. Als je
zoveel jaren voor een organisatie als het Maas-
tricht UMC+ mag werken dan wordt die relatie
steeds sterker. Dat is voor alle betrokkenen een
pré. We kennen het huis, maar we zijn ook ge-
kend in het huis.’ <
Ontwikkelen van maatschappelijk relevant vastgoed
FMT GEZONDHEIDSZORG36
Mosae Vita is een prachtig project en betekent voor alle
betrokkenen een grote uitdaging
“een belangrijke rol die je als vastgoedadviseur hebt is de gebruikers te faciliteren met de laatste stand van
de ontwikkelingen”
FMT GEZONDHEIDSZORG 37
brandveiligheid
AlPrOKOn drAAgt bij AAn brAndveiligheid UMc+
stels blijft de ruimte tussen de overslagflens en
het deurblad afgedekt. Vroeger werd er met
houten latten gewerkt. Aan weerskanten van de
deur plaatsten we zo’n uitvoering. Dit was geen
ideale oplossing. Hout is namelijk erg schadege-
voelig. Met deurnaalden kun je maatwerk leve-
ren. ” Ook wijst Schoondermark op de in de
deurnaald aanwezige Tecnofire-stroken. “De
stroken bestaan uit Rockwool en expandeerbaar
grafiet. Dit materiaal zorgt ervoor dat de hang-
en sluitnaden tussen en rondom de deuren bij
brand langdurig afgesloten worden. Zo kan de
brand zich langere tijd niet verspreiden en blij-
ven vuur en rook ‘opgesloten’ in het comparti-
ment.”
goEd gEtEStNiet alleen in de gangen tussen de bestaande en
nieuwe OK zijn brandwerende deuren geplaatst.
Ook in de overige zones in de nieuwe vleugel
zijn verschillende deurnaaldtypes terug te vin-
den. Verspreid over de zes bouwlagen vinden
gebruikers diverse schachtruimtes terug. “Je
ontkomt er niet aan om hier met deurnaalden te
werken,” verklaart Schoondermark. “De deuren
waar wij mee werken, moeten gecertificeerd zijn
volgens de norm EN 1634-1. Ik moet hierbij een
testrapportage kunnen overleggen. Onze deuren
zijn standaard getest met Alprokon-deurnaalden.
Dat maakt de keuze voor zo’n deurtype alleen
maar makkelijker.
kwalItEIt VooRopDe serrehal van het nieuwe complex vormt het
centrale hart van het OK-gebouw. Vanuit hier
verbinden verscheidene gangen en loopbruggen
de bestaande OK met de nieuwbouw. Eerder was
aannemersbedrijf Carebuilders, de bouwcombi-
natie tussen Bouwbedrijf Berghege en Heerkens
van Bavel, ook al betrokken bij nieuwbouwpro-
jecten in andere ziekenhuizen.
Zo rondde het bedrijf al bouwopdrachten af bij
het Nijmeegse UMC Radboud en het Catharina
Ziekenhuis in Eindhoven.
“De bouw van ziekenhuizen is een complexe
aangelegenheid,” vertelt Schoondermark. “Je
hebt namelijk met strenge eisen te maken op het
gebied van hygiëne en veiligheid. Tijdens de
bouw was het ziekenhuis gewoon in bedrijf. Dat
betekende dat iedereen door dezelfde ruimtes
naar binnen en buiten moest. Wanneer je deuren
installeert, moet je wel goed communiceren met
de betrokken afdelingen. Die logistieke proces-
sen luisteren erg nauw. Op sommige momenten
waren er honderd personen aanwezig op de
bouwplaats. Dat vereist goede coördinatie.”
Schoondermark tot slot: “Tijdens zo’n traject wil
je je geen zorgen hoeven maken over de produc-
ten waar je mee werkt. Wat betreft deurnaalden
is de firma Alprokon een autoriteit. Zij leveren
altijd kwaliteit. Bovendien wordt er bij complexe
vraagstukken met je meegedacht. Al met al ben
ik dik tevreden over deze samenwerking.” <
Door: Alprokon
de kersverse ok-afdeling van het
universitair ziekenhuis maastricht is sinds
vorig jaar in bedrijf. in de nieuwe vleugel
staat brandveiligheid hoog in het vaandel.
de firma alprokon leverde tachtig stel
brandwerende deurnaalden in verschillende
uitvoeringen.
Joep Schoondermark, projectleider Carebuil-
ders, is in zijn sas: “Met de brandwerend-
heid zit het, mede dankzij de deurnaalden,
wel goed.”
Trots loopt Joep Schoondermark door de gangen
van het nieuwe OK-complex. Als projectleider
van aannemersbedrijf Carebuilders was hij
verantwoordelijk voor de nieuwbouw van Maas-
tricht UMC+. Boven zijn hoofd markeren de
vier loopbruggen de overgang tussen het be-
staande en nieuwe OK-gebouw. Aan de Ver-
heylaan namen medewerkers vorig jaar de nieu-
we vleugel in gebruik. Het gebouw bestaat uit zes
verdiepingen waar verschillende disciplines
onderdak vinden. Zo is er ruimte voor een nieuw
operatiekamercomplex en de kliniek Moeder &
Kind. Het totale oppervlakte beslaat 22.000 m².
Volgens Schoondermark was het project een
mooie uitdaging: “Het gaat hier om de aanbouw
van een compleet nieuwe vleugel aan de zuidzij-
de van het ziekenhuis. De gangen die het be-
staande en nieuwe OK-complex met elkaar
verbinden, zijn nieuw. Ze werden voorzien van
brandwerende dubbele deuren. Dit was een
nadrukkelijke eis. Vuur mag immers niet over-
slaan naar de andere vleugel. De deuren spelen
een belangrijke rol bij de compartimentering
van het complex. Voor een brandwerende deur
zijn deurnaalden onmisbaar.”
MaatwERkIn de kelder van het complex zijn de deuren
voorzien van de deurnaald uitvoering 140. Wan-
neer Schoondermark de dubbele deur opent, valt
het oog op de borstelstrip in de deurnaald.
Schoondermark verduidelijkt: “Dankzij de bor-
Alprokon deurnaaldenGoedgekeurd 30/60 minuten brandwerend;Getest volgens EN 1634-1 op ware grootte;Deurnaalden en profielen voor dubbele houten deuren, met of zonder sponningaanslag.
Meer informatie over de werking van brandweren-de deurnaalden?www.alprokon.com/artikelen/brandwerend-we-tenswaardig
brandveiligheid
FMT GEZONDHEIDSZORG38
brandveiligheidin zorggebouwen (2)
Deze verminderde zelfredzaamheid pleit
voor een langere ‘time to rescue’. In het
eerste deel van dit artikel werden
enkele gevoeligheden benoemd die hier verder
worden behandeld en uitgewerkt.
In het eerste deel werd al bijzondere aandacht
gevraagd voor leidingen die (vaak onbedoeld)
brandscheidingen doorkruisen. Voor een instal-
lateur is de kortste weg tussen twee punten
immers een rechte lijn en als hij niet door heeft
dat de wand die hij doorprikt een brandschei-
ding is, kun je dat nog begrijpen ook. Wie reali-
seert zich immers dat een dergelijke ingreep de
brandveiligheid van een gebouw kan aantasten?
Bestuurders realiseren zich vaak onvoldoende
bewust dat zij hierin verantwoordelijkheid dra-
gen.
lUChtkanalEnBijzondere aandacht geldt de luchtkanalen. Dit
betreft kanalen voor in ieder geval de afvoer van
lucht, vaak ook kanalen voor de aanvoer daarvan
(in geval van gebalanceerde ventilatie bijvoor-
beeld). Het is daarbij natuurlijk niet de bedoe-
ling dat een brand zich via dit stelsel kan uitbrei-
den, resp. dat rook zich door het gebouw kan
verspreiden. Dat stelt bijzondere eisen aan de
bekleding/bescherming van kanalen en het
plaatsen van brandkleppen. Dit zijn kostenver-
hogende voorzieningen die in de praktijk niet
altijd worden uitgevoerd. Al in deel 1 pleitte ik
voor een steekproef in gebouwen, waarbij de
verwachting is dat dit stuitende voorbeelden aan
het licht zal brengen.
MUtatIES tIjdEnS hEt gEbRUIkZelfs al zou het gebouw bij oplevering op orde
zijn, er is dan nog wel generaal toezicht, dan nog
ondergaat het tijdens de levensduur (gebruiks-
fase) vele al dan niet vergunningsvrije mutaties.
Denk aan het verleggen van een luchtleiding
omdat deze voor tochtverschijnselen zorgt, maar
ook in relatie tot een verbouwing of functiever-
andering. Daarbij wordt een installateur op-
dracht gegeven die zich doorgaans niet bewust is
van het feit dat de brandveiligheid in het geding
kan zijn. Juridisch is de eigenaar verantwoorde-
lijk, maar hoe deskundig is die? Het is dus niet
per se kwade wil of nalatigheid, de mogelijke
fout zit vooral in ‘het systeem’ verankerd. De
feitelijke situatie in relatie tot brandveiligheid zal
dus vaak anders zijn dan ooit ‘op papier’ (teke-
ningen, rapporten, vergunning) uitgewerkt.
De mutaties tasten niet alleen de scheidende
functie van scheidingsconstructies binnen een
brandcompartiment aan, maar ook tussen
brandcompartimenten onderling. Als men bij-
voorbeeld via een daartoe ontworpen vluchtweg
en branddeuren naar een naastgelegen compar-
timent vlucht, is allerminst geborgd dat deze
rookvrij zal zijn. Door overdruk, verouderde
afdichtingen, een achteraf aangebrachte door-
voer is het immers mogelijk zo niet te verwach-
ten dat rook snel en hevig door de brandschei-
ding dringt.
in de serie over brandveiligheid is in
de vorige editie van FMt gezondheids-
zorg beargumenteerd dat zorggebou-
wen zoals ouderenhuisvesting,
zorgtehuizen, verpleeginrichtingen
en ziekenhuizen, speciale aandacht
verdienen. centraal staat daarbij de
verminderde zelfredzaamheid van de
cliënten, patiënten en gebruikers.
1) Prof. Dr. Ir. Jos Lichtenberg is Em. hoogleraar
productontwikkeling aan de TU/e, mede initiator
‘Off Road Innovations’. (Actief bij organisaties met
een innovatieambitie), Voorzitter stichting Slim-
bouwen.
Door: Prof. Dr. Ir. Jos Lichtenberg 1)
onveilige doorvoer van kabels en leidingen.
FMT GEZONDHEIDSZORG 39
Bij inwendige scheidingsconstructies zien we dat
er steeds vaker wordt gekozen voor lichtgewicht
eventueel flexibele wand- en vloersystemen. In
dat geval kan de kern bestaan uit in beginsel
brandbare materialen (brand(gedrag) klasse B of
slechter, volgens EN 13501-1) als bijv. schapen-
wol, vlaswol, hennep, cellulose, e.d. In geval van
buitenwandconstructies zijn dat soms deze
materialen maar op een grotere schaal andere
brandbare materialen als polystyreen- en polyu-
rethaanschuim. Bij ontbranding kunnen deze
een grote bijdrage hebben in de brandlast en
rookontwikkeling (met name bij een hoog rook-
getal (EN 13501-1).
Daarnaast is er nog het mogelijke druppen
(eveneens gedefinieerd in EN 13501-1), dat een
rol speelt bij ruimtes onder een dak of vloer
geïsoleerd met met name het thermoplastische
Polystyreenschuim. In dat geval moet dit zoda-
nig zijn uitgevoerd dat het naar beneden drup-
pen van gesmolten isolatiemateriaal (smeltpunt
ca. 950 C) niet kan plaatsvinden. In geval van
onbrandbaar materiaal zijn noch rook noch
druppen een item.
onbRandbaaRHet moge duidelijk zijn dat ik gelet op boven-
staande discussie een sterk voorstander ben om
bouwkundig consequent, maar zeker voor be-
paalde onderdelen, te kiezen voor onbrandbare
materialen. Dit om ‘idiote proof ’ gebouwen te
realiseren die niet of minder gevoelig zijn voor
uitvoeringsfouten, veroudering of mutaties
achteraf. Ik zou er voor willen pleiten dit als
uitgangspunt in regelgeving in elk geval in zorg-
gebouwen, te verankeren. Hoewel niet logisch
wil ik niet bij voorbaat uitsluiten dat er ook met
materialen die niet geheel onbrandbaar zijn,
oplossingen zijn te bedenken, maar daartoe ligt
dan wat mij betreft de bewijslast bij de aanbie-
der. <
onbrandbare) isolatiematerialen. Denk ook aan
de aldaar aanwezige pvc-leidingen of zelfs kar-
ton, zoals in honingraat panelen, etc. Reeds
voorafgaande aan het bezwijken van de naar de
brand toegekeerde beplating kunnen door tem-
peratuurontwikkelingen in en zuurstoftoetre-
ding naar de kern, materialen tot zelfontbran-
ding komen.
k-waaRdEHet mechanisme van ontbranden van op zich
brandwerende constructies wordt gecoverd door
de zogenaamde k-waarde voor brandwerendheid
volgens:
- EN 13501-2 (Brandclassificatie van bouwpro-
ducten en bouwdelen - Deel 2: Classificatie op
grond van resultaten van brandwerendheids-
proeven, behalve voor ventilatiesystemen) en
- EN 14135 (Bekledingen - Bepaling van de
beschermende werking tegen brand).
De lekdichtheid van constructies en hoe deze te
bepalen, is beschreven in:
- eveneens EN 13501-2 en voorts in
- EN 1634-3 (Bepaling van de brandwerendheid
en rookbeheersing van deuren, luiken, te
openen ramen en hang- en sluitwerk - Deel 3:
Beproeving van de weerstand tegen rookdoor-
gang van deuren en luiken).
Bouwdelen kunnen aldus de brand lokaal in-
dammen en tegelijkertijd toch aan de brandlast
en rookontwikkeling bijdragen. Bijvoorbeeld
door afwerkmaterialen (kunststof plaatmateri-
aal, houten beschietingen), maar ook het inwen-
dige van constructies wordt voor brand versneld
bereikbaar door o.a. doorvoeren, kozijnaanslui-
tingen, plintdetails, aansluitingen tegen vloeren
en wanden, verzwakkingen aangebracht in de
(op zich onbrandbare) buitenste lagen. Denk
daarbij aan elektradozen, ventilatiedoorvoeren
of een aansluiting met bijvoorbeeld een kolom.
Vanuit een in brand staande ruimte moet men
zich voortdurend realiseren dat daarbij een
overdruk zal worden opgebouwd die de hete
gassen door kieren en lekken zal persen.
ISolatIEMatERIaalIn het inwendige van dergelijke constructies (de
spouw) bevindt zich naast constructie- en instal-
latiemateriaal doorgaans een fors volume aan
isolatiemateriaal. Onlangs heb ik berekend dat
het volume isolatiemateriaal bij een goed geïso-
leerd gebouw al gemakkelijk meer dan 50% van
alle voorkomende materialen uitmaakt 2)
En het zijn niet alleen leidingen die voor ‘kort-
sluiting’ zorgen. In de bouw zijn er talloze aan-
sluitingen, vaak tot stand komend vanuit diverse
disciplines, die in het kader van brandgedrag en
rookontwikkeling, minder aandacht krijgen den
de doorgang door bouwdelen zelf. Als voorbeeld
geldt de verticale compartimentering bij een
gevelaansluiting. Bijgaand schema laat de vele
routes zien waarlangs een brand zich een weg
kan banen, daarbij onderweg van alles aanrich-
tend (zie fig. 1)
bRandbaRE boUwMatERIalEnBij de vervulling van brandwerendheidseisen
kijken we meestal primair naar wanden of vloe-
ren als totaal (de gehele scheiding tussen twee
ruimten). Tijdens de vuurbelasting kunnen
daarbij onderdelen van de constructie tot ont-
branding komen, daarmee bijdragend aan de
vuurbelasting en rookontwikkeling, terwijl er
nog geen sprake is van branddoorslag. Brandwe-
rendheid en onbrandbaarheid zijn verschillende
zaken.
Vanuit dat gezichtspunt is het relevant om niet
alleen te kijken naar de tijd waarmee zich een
brand van ruimte a naar ruimte b uitbreidt (de
essentie van brandwerendheid). Maar ook naar
de tijd dat de op zich nog standhoudende wand
of vloer deels zelf tot ontbranding komt. Dat kan
bijvoorbeeld door de aanwezigheid van niet
geheel onbrandbare materialen in de kern van
een bouwdeel, bijvoorbeeld in de spouw van een
wand. Het is evident dat het in dat geval cruciaal
is welke materialen daar zijn toegepast. Denk
aan aldaar voorkomende materialen als vezel-
plaat kernen, brandbare (of in elk geval niet
2) Lichtenberg (2015) Aandacht voor Brandveilig-
heid dooft steeds uit, HoTT serie nr. 8, Bouwto-
taal, 2015-5, mei 2015
fig 1. de snelheid waarmee een brand zich uitbreidt naar een ander compartiment of ruimte wordt bepaald door de zwakste schakel. zoals het voorbeeld laat zien zijn er meerdere wegen waarlangs een brand kan binnen- resp. doordringen.
onveilige doorvoer van kabels en leidingen.
breeam certificering
FMT GEZONDHEIDSZORG40
UMc+ eerste breeAM gecertiFiceerde ZieKenhUis in nederlAnd
bREEaM nlDe nieuwbouw wordt duurzaam gebouwd en
gecertificeerd volgens BREEAM NL. Dit gebeurt
door middel van een maatwerk-aanpak, de
BREEAM NL Bespoke procedure. Omdat een
ziekenhuis met zijn specifieke functies voor een
deel buiten de scope van BREEAM-NL Nieuw-
bouw en Renovatie valt, is een maatwerktraject
opgestart, een zogenaamd bespoke-project.
De DGBC bepaalt met inspraak van een ont-
werpteam welke credits en eisen uit deze beoor-
delingsrichtlijn relevant zijn voor dat specifieke
gebouw en welke credits en eisen nog ontbreken.
Zo is een beoordelingsrichtlijn ontwikkeld die
alleen voor het UMC+-project geldt. Deze maat-
werk aanpak is bij uitstek geschikt voor com-
plexe, multifunctionele gebouwen zoals zieken-
huizen.
Het UMC+ beschikt nu over een duur-
zaam multifunctioneel complex met
twaalf operatiekamers, een MRI-cen-
trum, kantoren en een tweede serrehal met totaal
een oppervlakte van 23.400 m2.
De serrehal, een knooppunt van routes, verbindt
het nieuwe gebouw met het hoofdgebouw en
herbergt het terras van het personeelsrestaurant
èn een dek om ook in de winter van een comfor-
tabel klimaat te kunnen genieten.
UMC+Het Maastricht Universitair Medisch Centrum+
(UMC+) heeft met de uitbreiding een vergroting
van de zorgcapaciteit gerealiseerd.
De nieuwbouw aan de Verheylaan was het laatste
onderdeel van een strategische heroriëntatie die
enkele jaren geleden begon. Een heroriëntatie
gevat in een lange termijn huisvestingsplan met
daar in de langetermijnvastgoedstrategie. Duur-
zaamheid is een belangrijk element in het mis-
sion statement van het UMC+. De opdrachtge-
ver UMC+ heeft vanaf het begin van het
ontwerptraject nadrukkelijk ingezet op duur-
zaamheid en had een 2-star (Good) Breeam-ge-
certificeerd gebouw voor ogen. De ontwerpende
partijen hebben er samen met de opdrachtgever
voor gezorgd dat deze duurzaamheidsmissie is
omgezet in een integraal duurzaam ontworpen
gebouw beloond is met een BREEAM-certificaat.
Dit voorjaar ontving UMC+ een BREEAM-NL-
oplevercertificaat (58,87%, drie sterren) voor de
nieuwbouw.
Na het rondkrijgen van de financiering van het
project startte de bouw 2014. Dankzij de vele
duurzaamheidsmaatregelen die zijn opgenomen
heeft de Provincie Limburg in de vorm van
subsidie een financiële bijdrage geleverd.Door: Deerns
op 15 jUni is Het nieUwe geDeelte
VAn Het MAAstRiCHt UMC+ AAn De
VeRHeylAAn offiCieel geopenD, een
nieUw geboUw Met ACHt VeRDiepin-
gen. Het is De gRootste UitbReiDing
VAn Het ACADeMisCH ZiekenHUis VAn
MAAstRiCHt sinDs De boUw in 1993.
Victor de StuersprijsDe Gemeente Maastricht heeft het UMC+ genomi-neerd voor de Victor de Stuersprijs waarvan de win-naars op 8 september 2017 bekend worden ge-maakt. De Victor de Stuersprijs is de architectuur- en monumentenprijs die wordt uitgereikt aan een ar-chitect of opdrachtgever die een belangrijke rol speelt bij de instandhouding van het cultureel erf-goed of de bevordering van de stedenbouwkundige of architectonische kwaliteit in Maastricht.De jury heeft het project genomineerd vanwege de succesvolle uitvoering van een hoogst gecompli-ceerde opgave, er gezocht is naar een optimale menselijke maat in relatie tot de omvangrijke me-disch-technische voorschriften en er in de gevel op inventieve wijze panelen zijn aangebracht die er mede voor zorgen dat er zo optimaal mogelijk ge-bruik kan worden gemaakt van de energiezuinige huishouding.
FMT GEZONDHEIDSZORG 41
kosten geleid van 50% ten opzichte van de be-
staande gebouwen.
Deze verhoogde vastgoedwaarde heeft geldver-
strekkers er onder andere van overtuigd dat de
nieuwbouw een waardevaste toekomst tegemoet
gaat, waarbij investeerders een gereduceerd risico
lopen. Dit was ook een van de redenen waardoor
de Nederlandse investeringsbank een lening kon
verstrekken aan UMC+. Uiteindelijk is door de
Provincie Limburg een subsidie verstrekt op de
duurzaamheidsmaatregelen. Waarbij de BREE-
AM-certificering heeft gezorgd voor de meet-
baarheid van de mate van duurzaamheid. Met
het BREEAM-certificaat wordt aangetoond dat
er duurzaam gebouwd gaat worden. Veel finan-
ciers en subsidieverleners stellen duurzaamheid
tenslotte als eis.
Door de juiste maatregelen te nemen is in dit
geval met name op het gebied van energie een
besparing van 50% gehaald ten opzichte van de
bestaande gebouwen: 20% meer gebruiksopper-
vlak en maar 10% toename in energiegebruik. <
bREEaM VERy goodDe score bij het UMC+ is gehaald binnen diverse
categorieën van BREEAM. De hoogste scores zijn
gehaald binnen de categorieën Transport (97%),
Energie (bijna 70%) en Ecology (ruim 70 %).
Dit betreft de absolute scores binnen de diverse
categorieën. De verschillende categorieën ken-
nen ieder nog een weegfactor. Voor de categorie
energie is deze weegfactor het hoogste, namelijk
19%. De som van de gewogen scores bepaalt de
total breeam score. In het geval van UMC+
draagt het onderdeel energie hier voor bijna een
kwart aan bij.
InVEStEREn In dUURzaaMhEId loontDe case van het UMC+ laat zien dat investeren
in duurzaam vastgoed loont: Door de toegevoeg-
de duurzame maatregelen aan het gebouw is de
vastgoedwaarde gestegen Dit is te bepalen door
de TCO (total cost of ownership) van de investe-
ring te berekenen. De duurzame maatregelen
zorgden voor beperkte meerkosten, maar heb-
ben voor UMC+ tot een besparing op energie-
Belangrijkste doelen van de credit TransportErkennen en stimuleren van ontwikkelin-gen in de nabijheid van een goed OV-net, waardoor transportgerelateerde emissies en files worden gereduceerd. Het stimuleren van gebouwgebruikers om op de fiets te komen door voldoende fietsfaciliteiten te bieden. Het stimuleren van de aanwezigheid van beschikbare veilige voetgangers- en fiets-toegangsroutes op de locatie. De best scorende is transport met 97%, door de aanwezigheid van goed openbaar vervoer, goede bereikbaarheid met de fiets en veilige toegankelijkheid te voet.Gezien de enorme mensenstromen is goede bereikbaarheid van het ziekenhuis is erg belangrijk (7.000 medewerker en 450.000 bezoekers per jaar.
------------------------------------------------
Credit Energie Het stimuleren dat gebouwen worden ontworpen en gerealiseerd met een zo laag mogelijke CO2 -emissie van het ge-bouwgebonden primaire energiegebruik in de gebruiksfase. Het toepassen van sub-bemetering van gebiedszones binnen het gebouw en van aanzienlijke verbruiksgroepen zodat in de gebruiksfase met een monitoringsysteem energiegebruiken geregistreerd, bewaakt en bijgestuurd kunnen worden. Het stimuleren van energiebesparing en CO2 -reductie door de toepassing van energiezuinige (buiten)verlichting, liften, koelvriescellen/etc., goede thermische schil.
------------------------------------------------
Credit Ecology Stimuleren van hergebruik van al ontwik-kelde grond, om wildgroei van gebouwen in het landelijke gebied te voorkomen. Bevorderen van efficiënt grondgebruik door het beperken van het bebouwd op-pervlak binnen de ontwikkeling.
technische vernieuwing in gebouwen voor een betere zorg
De technologische vernieuwingen binnen gebouwen voor de ouderenzorg is al jaren een belangrijk onderwerp. Dit heeft grotendeels te maken met het feit dat automatisering van een zorggebouw in direct verband staat met de zorg voor de pati-ent. Het ontwerpen van een nieuw gebouw vereist daarom kennis en ervaring in de zorg.
Het zorgcentrum Sint Jan de Deo in Millingen aan de Rijn is een goed voorbeeld, waarbij goed is nagedacht over de functionali-teiten van het gebouw voor de patiënten en zorgverleners. Het zorgcentrum is steeds meer een lokale en sociale functie gaan vervullen in de omgeving. Langzaam maar zeker bleven ouderen langer thuis wonen en werd het centrum een opvang voor ouderen vanwege fysiek ongemak of een psychogeriatri-sche aandoening als dementie. Door de maatschappelijke druk, de vergrijzing, maar tegelijkertijd ook door de beperkte financi-ele middelen, is uiteindelijk het beschikbare geld effectief inge-zet en is er gekozen voor nieuwbouw, die voldoende loop- en leefruimte bood aan alle patiënten.
De uitdaging was de zwaardere zorg verlichten door middel van gebouwautomatisering. Met name de slimme sensoren hebben een stuk controle van het personeel over kunnen nemen. Daar-bij heeft de automatisering ook gezorgd voor een grotere veilig-heid. De afweging van functionaliteit van de techniek voor de doelgroep heeft altijd voorop gestaan. Met name voor de op-vang van de zwaarste zorgcategorieën is goed nagedacht over de toegepaste techniek. Gedetailleerde informatie over de verschillende toepassingen is te lezen op:
http://gebouwautomatisering.fhi.nl/werkgroep-business-cases/
“Patiënten controleren, maar tegelijkertijd hun vrijheid waarbor-gen”, door automatisering toe te passen wordt voorkomen dat patiënten het gevoel krijgen dat hun vrije bewegingsruimte wordt beperkt. In de laatste fase van het project vindt de inleef-periode plaats. Dit is cruciaal voor de overgang van traditioneel naar geautomatiseerde systemen.Dit project is een goed voorbeeld waarin verschillende partijen nauw moeten samenwerken om de vertaalslag tussen techniek en zorg en omgekeerd te kunnen maken. Daarnaast spelen de behoeftes en verwachtingen van de opdrachtgever een belang-rijke rol. Er moet kennis gedeeld worden om tot een goed resul-taat te komen.
De leden van de brancheorganisatie organiseren op 1 en 2 november de Nationale Conferentie Gebouw Automatisering voor deze kennisoverdracht.
Verzorgingshuis
st. jan de deo
column
FMT GEZONDHEIDSZORG42
FMT GEZONDHEIDSZORG 43
ADViESbUrEAU
Sweegers en de bruijn bvEuropalaan 12g, 5232 bC ’s-HertogenboschT: 088 030 7300E: [email protected]: www.swebru.nl______________________________________________________________
Valstar SimonisVeraartlaan 42288 GM rijswijkT: 070 307 22 22F: 070 307 22 07E: [email protected]: www.valstar-simonis.nl_______________________________
VAN LOOY GrOUP NVNoordersingel 19, b – 2140 AntwerpenT: +32 3 235 35 08E: [email protected]: www.vanlooy.com_______________________________
EGM adviseursWilgenbos 20, 3311 JX DordrechtT: +31(0)78 633 06 60E: [email protected]: www.egmadviseurs.nlT: [email protected]_______________________________
OK Consultancy Nederland (OKCN)Postbus 2102, 5202 CC ’s-HertogenboschT: (0)73 62 34 381E: [email protected] / i: www.okcn.nl
AirCONDiTiONiNG
Carrier Airconditioning beneluxPapendorpseweg 83, 3528 bJ UtrechtPostbus 2731, 3500 GS Utrecht+31 (0) 88 - 567 67 00 [email protected]
ArCHiTECTEN
EGM architectenWilgenbos 20, 3311 JX DordrechtT: +31(0)78 633 06 60E: [email protected]: www.egm.nlT: [email protected]
bESCHErMiNGS-TrANSFOrMATOrEN
Geveke besturingstechniekKabelweg 21 - 1014 bA AmsterdamPostbus 820, 1000 AV AmsterdamT: 020-5829111 / F: 020-5822496E: [email protected]
brANDWErEND GLAS
VETrOTECH SAiNT-GObAiN bENELUXHulsenweg 21, 6031 SP NederweertPostbus 15, 6000 AA WeertT: +31 (0)495-57 44 35F: +31 (0)495-57 44 36i: www.vetrotech.nl
bUiTENiNriCHTiNG &iNFrATECHNiEK
Kanters bVDoornhoek 3745, 5465 TA [email protected]
CLEANrOOMS
ropa Systems bVbelleweg 9, 5711 DH SomerenT: +31 (0)493 [email protected]_______________________________
Cadolto benelux bVDorpsstraat 8a, 4181 bN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074E: [email protected]: www.cadolto.nl_______________________________
brecon internationalPostbus 5554870 AN Etten-LeurT: 31 (0)88 287 46 46E: [email protected]: www.breconinternational.com
interflowDe Stek 15, 1771 SP WieringerwerfT. (0227) 60 28 44 F. (0227) 60 31 [email protected]
DEUrEN
Metaflex Doors Europe bVAmbachtsstraat 117122 MP Aalten+31 88 1414 [email protected]_______________________________
Vestiging Doorwerthrecord Automatische Deuren b.V.Cardanuslaan 30Postbus 67, 6865 ZH DoorwerthT 026-3399777 F 026-3399770info@record-automatischedeuren.nlwww.record-automatischedeuren.nl
Vestiging Oosterhoutrecord/Van Nelfen DeurtechniekHoutduifstraat 6Postbus 565, 4900 AN OosterhoutT 0162-447720 F 0162-447730_______________________________
ropa Systems bVbelleweg 9, 5711 DH SomerenT: +31 (0)493 [email protected]
bedrijvenindex
GEbOUWbEHEErSYSTEMEN
Sauter building Control Nederland bVPostbus 20613, 1001 NP AmsterdamT: 020 - 587 67 00i: www.sauter.nl
GrOOTHANDEL
Technische Unie b.V. bovenkerkerweg 10-12 1185 XE Amstelveen Postbus 900 1180 AX Amstelveen T: 020 - 545 03 45 F: 020 - 545 02 50 E: [email protected] i: www.technischeunie.com
HUiSVESTiNG
bussman Medical & researchiJzerwerf 16641 TK beuningenT +31 24 67 90 100F +31 24 67 90 101i:www.bussman-mr.come: [email protected]_______________________________
Cadolto benelux bVDorpsstraat 8a, 4181 bN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074E: [email protected]: www.cadolto.nl
_______________________________
ALHO Systeembouw NederlandTurbinestraat 8 C1, 3903 LW VeenendaalContactpersoon Dhr. Martin van LithTel.: +31 (0)318-517181+31 (0)6 4664 8880E: [email protected]: www.alho.com/nl/
iNSTALLATEUr
ULC installatietechniek b.v.Labradordreef 18Postbus 24053500 GK UtrechtT. +31 30 26 50 500E. [email protected]. www.ulcgroep.nl
iNSPECTiES & LOGbOEKbEHEEr
DiiP bVinspecties en logboekbeheerVerrijn Stuartweg 22-N, 1112 AX DiemenPostbus 298, 1620AG Hoorn020 [email protected]
iT & SOFTWArE
Ultimo Software Solutions bvWaterweg 3 - 8071 rr NunspeetT: +31(0)341 – 423737F: +31(0)341 – 421172E: [email protected]: www.ultimo.com
LANDSCHAPSArCHiTECTEN
MTD LandschapsarchitectenPostbus 5225, 5201 GE ’s-HertogenboschT: 073-6125033F: 073-6136665Contact: Han ThijssenE: [email protected]: www.mtdls.nl
LUCHTbEHANDELiNG
Altop international: exclusief vertegenwoor-diger van EuroclimaMatjeskolk 237037 DZ beek T: 0314 67 51 10E: [email protected]: www.euroclima.nl
LUCHTFiLTErS
iFb Filtertechniek bv.Van Leeuwenhoekweg 33225 LX Hellevoetsluisi: www.ifb-filtertechniek.nlT: 0181-311187 e: [email protected]
MEDiSCHE PErSLUCHT
berko KompressorenHavenweg 14 - 6603 AS WijchenT: 024 - 641 11 11 - F: 024 -642 15 72E: [email protected]: www.berko.eu______________________________
Partner van DrägerbOGE KOMPrESSOrEN b.V.Spaceshuttle 8b, 3824 ML AmersfoortT: +31 33 456 15 86 / F: +31 33 453 01 36E: [email protected]: www.boge.com/nl
MEDiSCHE GASSEN
Linde Healthcare beneluxDe keten 7Postbus 325, 5600 AH EindhovenT: +31 40 28 25 825 - F: +31 40 28 16 875i: www.linde-healthcare.nl
MEDiSCHE GASSEN bEWAKiNG/MONiTOriNG
TPS technology bENELUX b.V.Postbus 1962130 AD HOOFDDOrPContactpersoon E. SchrijverT: +31 23 531 75 41i: www.tpstechnology.nli: www.tpstechnology.deE: [email protected]
MEDiSCHE GASSENDiSTribUTiE SYSTEMEN
Dräger Nederland b.V. Huygensstraat 3-5, 2721 LT ZoetermeerNederlandT: 079 – 344 44 888i: www.draeger.com
bedrijvenindex
FMT GEZONDHEIDSZORG44
MODULAirE bOUW
ALHO Systeembouw NederlandTurbinestraat 8 C1, 3903 LW VeenendaalContactpersoon Dhr. Martin van LithTel.: +31 (0)318-517181+31 (0)6 4664 8880E: [email protected]: www.alho.com/nl/
NOODSTrOOM
Geveke besturingstechniekKabelweg 21 - 1014 bA AmsterdamPostbus 820, 1000 AV AmsterdamT: 020-5829111 / F: 020-5822496E: [email protected]
Elinex Power SolutionsWolweverstraat 152984 CE ridderkerkTel: +31 (0)180 72 13 59E-mail: [email protected]: www.elinex.com
OPLEiDiNGEN
Hogeschool rotterdamG.J. de Jonghweg 4-63015 GG rotterdamT: 010 794 48 90i: http://gezondheidszorgtechnologie.nl
OPErATiEKAMErS
interflowDe Stek 15, 1771 SP WieringerwerfT. (0227) 60 28 44 F. (0227) 60 31 [email protected]_______________________________
MANN+HUMMEL Vokes Air bVNijverheidsweg 153401 MC iJsselsteinPostbus 3093400 AH iJsselsteinT: 088-8653724- F : 088-8653400E: [email protected]______________________________
Vanguard Healthcarerob van Lieflandbenelux & NordicE: [email protected]: +31 6 54 78 58 76W: www.vanguardhs.com
Cadolto benelux bVDorpsstraat 8a, 4181 bN WaardenburgT: +31 418 651 544M: +31 61066 4074E: [email protected]: www.cadolto.nl
PErSOONSbEVEiLiGiNG SYSTEMEN
OoperonMijkenbroek 254824 AA bredaT: + 31 76 57 230 30E: [email protected]: www.ooperon.nl
PrOJECTiNriCHTiNG
M-projectservice b.V. Steenoven 4C5626 DK EindhovenTel: +31 (0)40- 2927950Mail: [email protected]: www.m-projectservice.nl
STrALiNGSWEriNG
Tinnemans Medical Design bVbelleweg 9, 5711 DH Someren T: +31 (0) 493 472399 F: +31 (0) 493 473299 i:www.4medicaldesign.comE:[email protected]
______________________________
Tinnemans Medical Design bVbAGildenstraat 41,b-2470 retieT: +32 (0) 14 717919 i: www.4medicaldesign.comE:[email protected] Volg ons zusterbedrijf op twitter: @ropaSystems
VALiDATiE
Cleanroom Management internationalThe Netherlands:Luchthavenweg 81, NL – 5657 EA EindhovenTel: +31 402 88 87 57Fax: +31 402 88 59 36E-mail: [email protected]
VLOErEN
Nora flooring systems b.V.belgiëstraat 14 5171 PN KaatsheuvelT: 0416-286140i: www.nora.com/nl
WANDbEKLEDiNG
Vescom Nederland b.V.Sint Jozefstraat 20, 5753 AV DeurnePostbus 70, 5750 Ab DeurneT: +31 493 350 767F: +31 493 350 779E: [email protected]: www.vescom.nl______________________________
M-Wall b.V.Steenoven 4C5626 DK EindhovenTel: +31 (0)40- 2927950Tel: +31 (0)40- 2927950Mail: [email protected]: www.mwall.nl
WASMACHiNES
Miele ProfessionalPostbus 166, 4130 ED VianenT: 034-73 78 884F: 034-73 78 429www.miele-professional.nlE: [email protected]
WATErbEHANDELiNG
bWT nederlandCoenecoop 1 2741 PG WaddinxveenE: [email protected] T.: +31 88 750 90 00
FMT GEZONDHEIDSZORG 45
ADVERTENTIE-INDEX
FMT Gezondheidszorg46
fmt gezondheidszorg - info
Eén systeem. Eén partner. Totaal leverancier voor de CSA.
Efficiënt.
Systeemoplossingen voor de onreine
en reine zijde
Minder kosten.
Lage total cost of ownership
Innovatief.
Gepatenteerd reinigingsproces voor
complexe en kritisch instrumentarium
Meer service.
Uitgebreide dienstverlening van de
hoogste Miele kwaliteit
Voor meer informatie: www.miele-professional.nlTelefoon: (0347) 37 88 84
Reinigen/DesinfecterenSteriliserenDocumenterenGaranderen
Albron 14
ALHO Systeembouw Nederland 44
Alprokon 37
berko Kompressoren 44
boge Kompressoren bV 44
brecon international 45
bussman Medical & research 44
bWT Nederland b.V. 45
Cadolto benelux bV 43
Carrier Airconditioning benelux bV 43
Cleanroom Management intern. 45
Croonwolter&dros 2
D2 Ontwikkeling 45
DiiP 44
Dräger 47
EGM adviseurs 43
EGM architecten 43
Elinex Power Solutions 45
Geveke besturingstechniek 44
Hogeschool rotterdam 45
iFb Filtertechniek bv. 44
info Support 29
interflow 44
Jan Snel Group 23,48
Linde Healthcare benelux 44
MANN+HUMMEL Vokes Air bV 45
Metaflex Doors Europe b.V. 43
Miele Professional Nederland b.V 45
Miele Professional Nederland b.V. 25,46
M-projectservice b.V. 45
MTD Landschapsarchitecten 64
M-Wall bV 45
Nora flooring systems b.V. 45
Ooperon 45
Optilox 11
Q-bital 25
record Automatische Deuren bV 43
ropa Systems bV 43
Salto Systems 11
Sigma 19
Sweegers en de bruijn 43
Technische Unie b.V. 44
Tinnemans Medical Design bV 45
TPS Technology benelux bV 44
ULC installatietechniek b.v. 44
Ultimo Software Solutions bv 44
Valstar Simonis 43
Van Looy Group 43
Vanguard Healthcare Solutions Ltd. 43
Vescom Nederland b.V. 45
Vetrotech Saint-Gobain benelux 43
Dräger
De nieuwe
NEN-EN-ISO 7396 is er!
Wat houdt dit in voor u? Wij
ondersteunen u graag bij deze vraag
met consulatie en training.
Dräger Gas Management Systems uw
partner voor de nieuwe NEN-EN-ISO
7396.
Ook Ook voor gecertificeerde
gassendistributiesystemen in laboratoria
is Dräger uw partner!
MEER INFO: WWW.DRAEGER.COM
Dräger. Technology for Life®
Bouwplannen in de medische sector?Flexibel bouwen is het bouwen van de toekomst. Het is een snelle, efficiënte en voordelige bouwmethode zonder concessies te hoeven doen aan de kwaliteit. De dynamische processen in het ziekenhuis kunnen op deze manier ongestoord verder gaan terwijl Jan Snel de huisvesting realiseert. Ambulancepost, laboratoria, MRI- en CT-ruimtes of een volwaardig operatiecomplex, Jan Snel heeft de oplossing voor u! Ook financieel zijn wij erg flexibel, u kunt kiezen of u koopt, huurt of least. Bel voor meer informatie met één van onze adviseurs op telefoonnummer 0348 - 47 90 90 of kijk op www.jansnel.com.
19330 Adv. FMT-Jan Snel 225x285mm.indd 1 04-09-17 11:38