BP Voedings- en dieetkundige

40
STUDIE 7 BEROEPSPROFIEL voedings- en dieetkundige

Transcript of BP Voedings- en dieetkundige

Page 1: BP Voedings- en dieetkundige

STUDIE 7

B E R O E P S P R O F I E L

voedings- en dieetkundige

Page 2: BP Voedings- en dieetkundige

B E R O E P S P R O F I E L

voedings- en dieetkundige

sector : gezondheidszorgstudiegebied : gezondheidszorgopleiding : laboratorium- en

voedingstechnologieberoep : voedings- en dieetkundige (m/v)

Werkgroep beroepsprofiel van de voedings- en dieetkundigein opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad

D/1996/6356/8De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn

inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel.De Vlor heeft ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.

Page 3: BP Voedings- en dieetkundige

INHOUD BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

I N H O U D

VERANTWOORDING 1

1 INLEIDING 31.1 Beroep en beroepsverenigingen 31.2 Evolutie in de beroepsuitoefening 3

2 SOCIO-ECONOMISCHE FACTOREN 52.1 Beroepssituatie van de loontrekkende voedings- en dieetkundige 52.2 Beroepssituatie van de zelfstandige voedings- en dieetkundige 6

3 NIVEAUBEPALING VAN HET BEROEP 7

4 GLOBALE BESCHRIJVING VAN HET BEROEP 8

5 BEROEPSCONTEXT 95.1 Organisatievorm 95.2 Milieu en werkomstandigheden 9

5.2.1 De diëtist 95.2.2 De voedingskundige 10

6 OPLEIDINGSVEREISTEN 12

7 SPECIFIEKE BESCHRIJVING VAN DEBEROEPSACTIVITEITEN 137.1 Typefunctie en deelfuncties 13

7.1.1 Informatieverzameling, diagnose, advies, communicatie,interventie, verzorging: individugerichte voedings- en dieetzorg 13

7.1.2 Verwerking van materie: bereiding en verstrekking van voedsel 137.1.3 Communicatie en educatie: onderwijs, voedingsvoorlichting

en -opvoeding 137.1.4 Analyse, controle: levensmiddelenhygiëne 137.1.5 Aankoop, verkoop: handel in bijzondere voeding 147.1.6 Bedrijfsbeleid en bedrijfsbeheer: voedingsbeleid en –beheer van

collectiviteiten 147.1.7 Onderzoek: toegepast voedingsonderzoek en voedings-

ontwikkeling 147.2 Taken 14

7.2.1 Verlenen van zorg 147.2.2 Verstrekken van preventieve zorg 157.2.3 Samenwerken met andere zorgverleners 167.2.4 Voorlichten 167.2.5 Beheren 177.2.6 Bereiden en verstrekken van voedsel 187.2.7 Geven van onderwijs, onderricht en begeleiding 187.2.8 Verrichten van toegepast onderzoek 197.2.9 Evalueren van beroepsmatig handelen 207.2.10 Ontwikkelen van individuele kennis en kunde 207.2.11 Ontwikkelen van het eigen beroep 20

Page 4: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 1

VERANTWOORDING

Op 30 maart 1993 installeert de heer L. Van den Bossche, Vlaams Gemeenschapsministervan Onderwijs, diverse werkgroepen met als opdracht beroepsprofielen op te stellen.Daartoe behoort ook het beroepsprofiel van de voedings- en dieetkundige. Er dient bij hetschrijven van het profiel een stramien gevolgd te worden opgesteld door de Dienst voorOnderwijsontwikkeling (DVO), cel hoger onderwijs.

De heer R. Maertens wordt aangezocht om de werkgroep samen te stellen en te leiden. Dezebestaat uit vertegenwoordigers van de Beroepsvereniging van Diëtisten en van de NationaleRaad voor Paramedische Beroepen, evenals uit afgevaardigden van de vierNederlandstalige opleidingen tot gegradueerde in de voedings- en dieetleer.De werkgroep komt samen op 13 mei 1993, 7 oktober 1993 en 26 januari 1994. Op 10maart 1994 wordt "het beroepsprofiel van de gegradueerde in voedings- en dieetleer"overgemaakt aan de DVO - cel hoger onderwijs.Er is geprobeerd het opgelegde stramien zo goed mogelijk te volgen. Bij de invulling heeftde werkgroep dankbaar gebruik gemaakt van de inbreng van de leden van deBeroepsvereniging van Diëtisten en de Nationale Raad voor Paramedische Beroepen. Ookhet "beroepsprofiel van de diëtist" opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Diëtistenheeft inspirerend gewerkt.

In een breed maatschappelijke context heeft de "diëtist" een plaats veroverd als dedeskundige die instaat voor de voedingszorg van gezonde en zieke personen. Recenteevoluties hebben de werkgroep er toe aangezet dit algemeen beeld te specifiëren. In 1988heeft de Minister van Volksgezondheid een lijst van paramedische beroepen opgesteld inuitvoering van het Koninklijk Besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de geneeskunst,de verpleegkunde en de paramedische beroepen.Door de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen is sindsdien gewerkt aankoninklijke besluiten van beroepstitels en kwalificatievereisten voor de uitoefening vandeze beroepen. Voor een aantal paramedische beroepen bestaan deze koninklijke besluitenreeds.In het licht van deze werkzaamheden heeft de werkgroep dan ook geopteerd om in hetprofiel van de voedings- en dieetkundige een dubbel spoor aan te geven.

Eerst is er de diëtist als paramedicus binnen het wettelijk kader van het Koninklijk Besluitnr. 78. De diëtist is hier gesitueerd in de preventieve en curatieve gezondheidszorg. Hettweede spoor is dat van de voedingskundige of nutri-tionist waaronder de niet-paramedische werkzaamheden in relatie met voedingsmiddelen envoedingszorg kunnen gesitueerd worden.

Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschapschept een nieuwe situatie met een verregaande autonomie voor hogeschoolbesturen tenaanzien van opleidingsprogramma's.

In een brief van 22 maart 1995 verduidelijkt Minister L. Van den Bossche zijn standpuntten aanzien van beroepsprofielen en de daaruit voortvloeiende basis-competenties. Volgensde minister is de Vlor (Vlaamse Onderwijsraad) het orgaan bij uitstek waarbinnen dehogescholen overleg zullen moeten plegen omtrent hun opleidingsprogramma's die moetenontstaan op grond van beroepsprofielen. De Vlor neemt dus de coördinerende taak over. DeDVO kan instaan voor logistieke ondersteuning.

Page 5: BP Voedings- en dieetkundige

2 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

Omdat de beschrijving van de beroepsprofielen niet meer uitgaat van taken of taakgebieden,maar wel van typefuncties en deelfuncties, is een vrij fundamentele aanpassing van hetingediende profiel noodzakelijk.De werkgroep heeft, nu onder het voorzitterschap van mevr. A.-M. Van Damme, opnieuwde werkzaamheden aangevat volgens het nieuwe te volgen stramien. Op 11 januari 1996, 15februari 1996 en 25 april 1996 is door de werkgroep grondig ingegaan op hetberoepsprofiel.

De tweeledigheid diëtist - voedingskundige blijft bestaan.De werkzaamheden voor de wettelijke erkenning van de "diëtist" als beschermdeberoepstitel, in uitvoering van het Koninklijk Besluit nr. 78, zijn nu al verder gevorderd. DeTechnische Commissie voor de Paramedische Beroepen heeft op 25 januari 1996 eeneensluidend advies geformuleerd omtrent de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor deuitoefening van het beroep van diëtist als paramedicus.

Bij de uitwerking is steeds veel aandacht besteed aan de wettelijke reglementering. Dit uitzich ook in de literatuurlijst. Zowel de regelgeving voor de paramedische aspecten als voorhygiëne en voedingsmiddelen is geciteerd. Naast de nationale reglementering is ook deharmonisering in de Europese Unie aangegeven. Dit laat toe te verwijzen naar duidelijkvastgelegde definities en omschrijvingen ook in de voedingsmiddelenwetgeving. Het laatsteis zeker belangrijk omdat de diëtist-voedingskundige zich - naast paramedicus - ookprofileert als deskundige op het vlak van zeer praktijkgerichte kennis van voedingsmiddelenen voeding.

Page 6: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 3

1 INLEIDING

Het woord dieet is afgeleid van het Griekse woord "diaita" (diaita) en betekent levenswijzein het algemeen. Dit uit zich in leefregels ten aanzien van voedsel en drank, van rust enbeweging, van werk en ontspanning. Deze ruime betekenis heeft zich door de eeuwenverengd tot leefregels in verband met voeding en het gebruik van voedsel bij de behandelingvan sommige aandoeningen.

1.1 Beroep en beroepsverenigingen

In de therapeutische betekenis is de term diëtist vermoedelijk voor het eersttoegepast in de USA in 1899 (Corbett 1909).De oprichting van "The American Dietetic Association" in 1917 geeft aan hetberoep van "diëtist" meer bekendheid.

In 1949 start in Vlaanderen de eerste voltijdse diëtistenopleiding te Gent.In Nederlandstalig België volgen Leuven (1958), Brugge (1968) en Brussel(1969). Tot en met 1995 zijn in deze opleidingen 2669 diëtisten afgestudeerd(bijlage 1).

De eerste afgestudeerden richtten in 1963 -typerend voor de Belgische situatie-gelijktijdig twee beroepsverenigingen op: een nationale tweetalige vereniging de"Belgische Vereniging van Gegradueerden in de Diëtiek" en de "VlaamseVereniging van Diëtisten". Er volgde een samensmelting tot één tweetalige"Belgische Vereniging van Diëtisten" in 1975. In navolging van de huidigefederale staatsstructuur is vanaf 1993 een federale structuur operationeel. Er is deBelgische Beroepsvereniging van Diëtisten, die de beroepsbelangen verdedigt opnationaal en internationaal vlak. Voor Vlaanderen bestaat de Belgische Verenigingvan Vlaamse Diëtisten. De Vlaamse vereniging zorgt voor de kwali-teitsbevordering van de beroepsuitoefening.

1.2 Evolutie in de beroepsuitoefening

De eerste diëtistenverenigingen stelden in 1963 reeds de verdediging van deberoepsbelangen en de bescherming van de titel van diëtist voorop. Verder was erveel aandacht voor de bevordering van de beroepskennis via voordrachten,studiedagen en mededelingen.In 1967 verscheen het Koninklijk Besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van degeneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundigecommissies. Het verwerven van een wettelijke erkenning van de beroeps-activiteiten van de diëtist als paramedicus is sindsdien een prioritair actiepunt vande beroepsvereniging.

Op internationaal vlak heeft het ILO (International Labour Office) in 1967 dediëtisten en voedingskundigen als beroep gecodeerd en geklasseerd in groep 0-69.Deze internationale classificatie van beroepen laat toe om de beroeps-werkzaamheden van diëtisten en voedingskundigen op te splitsen in maximum 100officieel gecodeerde beroepsvelden.

Page 7: BP Voedings- en dieetkundige

4 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

In 1963 waren het ziekenhuis en het onderwijs nog de voornaamste werkterreinenvan de diëtist. Vanaf de tweede helft van de jaren '70 trad er een diversificatie oponder invloed van de eerder krappe traditionele afzetgebieden. De ziekenhuis- enonderwijsfunctie gingen aan belang inboeten. De voedings- en dieetkundigeveroverde zijn plaats in het bedrijfsleven, de voedingsvoorlichting en -opvoeding,het grootkeukenbeheer en de zelfstandige beroepsuitoefening.Vanaf 1975 werden in de beroepsvereniging dan ook diverse commissies enwerkgroepen opgericht om de belangen van de diëtisten in deze nieuwe werk-velden te ondersteunen.

Het wetenschappelijk inzicht dat voeding zowel voor de gezonde als voor de ziekevan primordiaal belang is, heeft de oorspronkelijke betekenis van diaita weer in eerhersteld. Zowel de curatieve als de preventieve gezondheidszorg in de ruimebetekenis behoren nu tot de taken van de diëtisten. Dit dubbel karakter is nu zelfsin de opleidingen erkend. Op advies van de Hoge Raad voor het ParamedischHoger onderwijs (1981) is in 1992 de naam van de opleiding omgevormd tot"voedings- en dieetleer". In het decreet betreffende de hogescholen in de VlaamseGemeenschap van 1994 is de naam van de opleiding gewijzigd in basisopleidingLaboratorium- en Voedingstechnologie, optie voedings- en dieetkunde. In bijlageis een lijst toegevoegd met de huidige Nederlandstalige opleidingen in Vlaanderenen Brussel (bijlage 2).

Het groeiend gezondheidsbewustzijn bij de consument weerspiegelt zich ook in deregelgeving voor voedingsmiddelen en dieetproducten. Op nationaal vlak is er dekaderwet van 24 januari 1977 omtrent de bescherming van de gezondheid van deverbruiker op het vlak van voedingsmiddelen en andere producten, gewijzigd doorde wetten van 22 maart 1989 en 9 februari 1994. Via uitvoeringsbesluiten zijnsamenstelling, hygiëne bij verwerking, etikettering en reclame voorvoedingsmiddelen en dieetproducten vastgelegd. De praktijkgerichtedeskundigheid van voedings- en dieetkundigen op dit vlak laat hen toe een rol tespelen bij productontwikkeling, kwaliteitsbeheer, voorlichting en marketing.

Tenslotte is er een taak weggelegd voor diëtisten om samen met de overheid hetvoedingsbeleid te helpen uittekenen. De Nationale Raad voor de Voeding(Koninklijk Besluit van 19 juni 1991) is hiervoor een adviesorgaan bij hetMinisterie van Volksgezondheid.

Voedings- en dieetkundigen leveren een bijdrage tot het verzamelen van gegevensover voedselconsumptie en het formuleren van aanbevelingen voor het gebruik vanvoedingsmiddelen en voedingsstoffen ter bevordering van de gezondheidstoestandvan de bevolking.

Page 8: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 5

2 SOCIO-ECONOMISCHE FACTOREN

Het werkveld van de voedings- en dieetkundige in verband met menselijke voeding is zeerruim.De voedings- en dieetkundige kan een paramedisch beroep als diëtist of eenniet-paramedisch beroep als voedingskundige uitoefenen. Gegevens over de tewerkstellingvan voedings- en dieetkundigen zijn zeer beperkt. Enkel de tewerkstelling van de leden vande Belgische Vereniging van Vlaamse Diëtisten is bekend (bijlage 3).

De uitoefening van het beroep als diëtist zal onderworpen zijn aan welbepaaldevoorwaarden, opgelegd door het Ministerie van Volksgezondheid. In 1988 heeft de Ministervan Volksgezondheid via een ministerieel besluit een lijst van paramedische beroepenbepaald.Dit heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van de Nationale Raad van de ParamedischeBeroepen (NRPB) (Koninklijk Besluit van 21.12.1989) en van de Technische Commissievoor de Paramedische Beroepen (TCPB) (Koninklijk Besluit van 27.01.1992 en03.06.1992).In beide organen werden vertegenwoordigers van 13 paramedische beroepen opgenomen,waaronder die van de "diëtetiek".

De vertegenwoordigers van de afdeling diëtetiek van de TCPB hebben het werkveld van dediëtist bepaald. Dit werkveld behoort tot een welbepaald gebied van de geneeskunst.Zij doen dit door adviezen te verstrekken betreffende de lijsten van toevertrouwdehandelingen en van technische prestaties, de voorwaarden van uitvoering en de minimumkwalificatievereisten.Op 25.01.1996 werden hun adviezen in de TCPB voorgelegd en unaniem goedgekeurd.

Tot op heden is het Koninklijk Besluit betreffende de beroepstitel en de kwali-ficatievereisten voor de uitoefening van het beroep van diëtist en houdende vaststelling vande lijst van de technische prestaties en van de lijst van de handelingen waarmee de diëtistdoor een arts kan worden belast nog niet in het staatsblad gepubliceerd.Diëtisten hebben nog geen tussenkomst in hun prestaties via de nomenclatuur van hetRIZIV.

2.1 Beroepssituatie van de loontrekkende voedings- en dieetkundige

In de openbare en privé-ziekenhuizen wordt de diëtist gefinancierd door deligdagprijs op basis van een halftijdse betrekking per 200 bedden. De normen zijngunstiger in universitaire ziekenhuizen of universitaire diensten (een voltijdsebetrekking per 5 eenheden van 25 tot 30 bedden). Geen enkele subsidie wordttoegekend aan andere collectiviteiten voor het aanwerven van een diëtist. Hierdoorworden de instellingen niet gestimuleerd om diëtisten aan te werven.Bij gebrek aan een adequate wetgeving wordt de bezoldiging van de gegradueerdediëtist bepaald op basis van het barema van de gegradueerde verpleegkundige. Debezoldiging varieert naargelang het om een privé- of een openbare instelling gaat.

Er worden voedings- en dieetkundigen aangeworven voor voedingsdiensten vancollectiviteiten zoals ziekenhuizen, tehuizen voor kinderen en gehandicapten, rust-en verzorgingstehuizen, kinderkribben, bedrijfsrestaurants, universiteitsres-

Page 9: BP Voedings- en dieetkundige

6 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

taurants, scholen, vakantiekolonies, catering bedrijven en organisaties voorthuiszorg.In de farmaceutische en voedingsindustrie wordt de gegradueerde tewerkgesteldom zijn specifieke deskundigheid in verband met voeding en dieet in relatie totgezondheid.Het onderwijs is eveneens toegankelijk volgens de vigerende onderwijsregle-mentering.Het maandelijks bruto salaris zal in al deze omstandigheden dat van de zieken-huissector uiteindelijk meestal overschrijden, en varieert volgens de aard van hetwerk.

2.2 Beroepssituatie van de zelfstandige voedings- en dieetkundige

De diëtist kan zijn professionele activiteiten uitoefenen ofwel in eigen praktijk,ofwel bij artsen of in poliklinieken. De patiënten/cliënten raadplegen de diëtist opverwijzing van de arts of op eigen initiatief.De Belgische Beroepsvereniging van Diëtisten (BBVD) beveelt 1600 BEF (excl.BTW) per consultatie aan (januari 1996).

Nieuwe werkzaamheden doen zich steeds voor:- audit of consultancy voor derden of voor andere zelfstandigen (b.v. traiteur,

restaurateur, ...)- handel in producten voor bijzondere voeding- voedingsvoorlichting en -opvoeding door lezingen, vormingsactiviteiten,

realisatie van brochures, informatiecampagnes- voedingsenquêtes.

Page 10: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 7

3 NIVEAUBEPALING VAN HET BEROEP

Het beroep van voedings- en dieetkundige situeert zich op niveau vier. Zowel de diëtist alsde voedingskundige moeten op een onafhankelijke manier verantwoordelijkheid opnemenin zowel de planning, de uitvoering en het beheer van het werk. De verantwoordelijkheidkan zowel binnen een team uitgeoefend worden als op een hiërarchisch niveau tegenoverandere voedings- en dieetkundigen of ander personeel zoals keukenpersoneel. De voedings-en dieetkundige zal vaak nieuwe oplossingen moeten bedenken voor problemen vanindividuele patiënten/cliënten.

Page 11: BP Voedings- en dieetkundige

8 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

4 GLOBALE BESCHRIJVING VAN HET BEROEP

De voedings- en dieetkundige is een deskundige die de kennis van voedings- en dieetleer,van levensmiddelentechnologie en van beheer toepast met als doel de gezondheid tebevorderen, te behouden of te helpen herstellen. De beroepstitel van "diëtist" wordtbeschermd in het kader van het Koninklijk Besluit 78 van 10 november 1967.

Page 12: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 9

5 BEROEPSCONTEXT

De voedings- en dieetkundige oefent zijn beroep uit in de paramedische en in de niet-para-medische sector of in beide.

5.1 Organisatievorm

De voedings- en dieetkundige wordt tewerkgesteld in:- gezondheidszorg- voedingsdienst en dieetdienst van verzorgingsinstellingen- schoolrestauratie- bedrijfsrestauratie- medisch schooltoezicht en PMS-centrum- dieethandel en apotheek- zelfstandige praktijk als voedings- en dieetkundige- bedrijfsleven- overheidsinstanties voor wet- en regelgeving en controle- onderwijs, onderricht en toegepast wetenschappelijk onderzoek.

5.2 Milieu en werkomstandigheden

In de volgende tekst worden de milieu- en werkomstandigheden uitgewerktzowel voor de paramedische als voor de niet-paramedische sector.

In dit verband moet verwezen worden naar de functiebeschrijving.

5.2.1 De diëtist

Het beroep van diëtist kan slechts uitgeoefend worden indien voldaan wordt aan debepalingen van het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende deuitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen ende geneeskundige commissies.

De paramedische werkzaamheden (art. 22) zijn:- handelingen door een beoefenaar van de geneeskunst toevertrouwd- technische prestaties in verband met het stellen van de diagnose of het

uitvoeren van de behandeling.

(De lijst van de technische prestaties wordt opgesteld door de TechnischeCommissie voor de Paramedische Beroepen opgericht bij de Koninklijke Besluitenvan 10 januari 1992, 27 januari 1992 en 3 juni 1992 in uitvoering van art. 35 bisvan het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967).

Page 13: BP Voedings- en dieetkundige

10 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

5.2.1.1 De klinische diëtist

In de zin van het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967 kan dit eenbijzondere beroepstitel worden in de toekomst.De bijzondere beroepstitel van klinisch diëtist zal pas gedragen kunnen wordenwanneer de voedings- en dieetkundige zich kan beroepen op een bijzondereberoepsbekwaamheid (hoofdstuk IIbis, art. 35 ter tot septies), met name op hetterrein van de patiëntgerichte gezondheidszorg, waar het accent ligt op hetvoorkomen of helpen behandelen van ziekten.

Deze erkenning wordt toegekend overeenkomstig een bij het Ministerie vanVolksgezondheid vastgestelde erkenningprocedure en voor zover voldaan is aan deerkenningcriteria

5.2.1.2 De diëtist-hygiënist

De wettelijke beschikkingen zijn dezelfde als voor de klinisch diëtist. De bij-zondere beroepsbekwaamheid situeert zich nu op het terrein van de bevolkings-gerichte welzijnszorg, waar het accent ligt op de promotie van de gezondheid en depreventie van ziekte.Voedingsvoorlichting en -opvoeding vallen binnen dit kader van een preventiefgezondheidsbeleid.

5.2.2 De voedingskundige

5.2.2.1 De voedings- en dieetconsulent

Handel en industrie vragen deskundig en praktisch voedingsadvies inzakenutritionele, sensorische, chemische en microbiologische aspecten van voedings-middelen voor wat betreft voedselproductie, marketing, voedingsvoorlichting,productinformatie en voedselverstrekking.De voedings- en dieetkundige kan als consulent advieswerkzaamheden verrichten.

5.2.2.2 De handelaar in bijzondere voeding

Bij commerciële activiteiten zal deskundig advies worden gegeven over samen-stelling, specifieke kenmerken, gebruik en bewaring van voedingsmiddelen, met debedoeling de gezondheid van de cliënt te beschermen, te behouden of tebevorderen.

De voedings- en dieetkundige is deskundig in:- voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding (Koninklijk Besluit van

18 februari 1991)- nutriënten (Koninklijk Besluit van 3 maart 1992)- voedingsmiddelen waaraan nutriënten zijn toegevoegd (Koninklijk Besluit

van 3 maart 1992)- levensmiddelenadditieven (EG-richtlijnen van 30 juni 1994 en 20 februari

1995)- "novel foods" (nieuw ontwikkelde voedingsmiddelen).

Page 14: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 11

De voedings- en dieetkundige zal zo voorkomen dat genezende eigenschappentoegeschreven worden aan voedsel en voedingspreparaten indien er geenaanvaardbare wetenschappelijke gegevens hierover voorhanden zijn.

5.2.2.3 De restaurateur in bijzondere voeding

De voedings- en dieetkundige beschikt bij het uitbaten van een restaurant over eenmiddel om gezonde voeding te propageren, niet door theoretische voorlichtingmaar door de praktische uitvoering.De geïnteresseerde verbruiker, met zijn behoefte aan informatie, kan een beroepdoen op de theoretische en praktische kennis van de restauranthouder zowel bij dekeuze en de evenwichtige samenstelling van het menu als bij de aanpassing van hetmenu aan een dieet.

5.2.2.4 De catering-deskundige

Catering betekent het verstrekken van maaltijden aan individuen en groepen, inonder meer bedrijven, ziekenhuizen, verzorgings- of onderwijsinstellingen.De catering-deskundige is verantwoordelijk voor het hele proces van de maal-tijdvoorziening op basis van gezondheidsaspecten en bedrijfskundige aspecten.

Dit omvat onder meer opdrachten zoals kwaliteitsborging (ISO 9000 reeks) enlevensmiddelenhygiëne (Richtlijn 93/43/EEG van de raad van 14 juni 1993 inzakelevensmiddelenhygiëne, het Koninklijk Besluit van 11 oktober 1985, hetKoninklijk Besluit van 7 november 1988 en het Koninklijk Besluit van 4 december1995).

5.2.2.5 De bedrijfsvoedingskundige

De voedings- en dieetkundige functioneert vanuit zijn multidisciplinaire vakbe-kwaamheden. Hij is een raadgever in het voedingsbeleid van een levensmidde-lenbedrijf.Hij is betrokken bij productontwikkeling, kwaliteitscontrole, verkoop, marketingen promotie.Hij stelt productinformatie op en legt zich ook toe op het verstrekken ervan aan hetmedisch en paramedisch corps en aan de consumenten.De evoluties in verband met levensmiddelenwetgeving, zowel nationaal alsinternationaal, behoren ook tot zijn kennis en werkgebied.

5.2.2.6 De lesgever

Tot de bevoegdheid van de voedings- en dieetkundige behoort het geven vanonderricht op het gebied van toegepaste voedings- en dieetleer in het onderwijsvolgens de vigerende reglementering.Een belangrijke taak van de voedings- en dieetkundige is ook het verstrekken vaninformatie over gezonde voeding, voedingsmiddelen, alternatieve voeding e.d. aandiverse groepen.Hij geeft voedingsvoorlichting en -opvoeding onder de vorm van informatie,sensibilisatie en adviesverstrekking. Hij participeert aan het ontwerpen vanprogramma's en van didactisch materiaal.

Page 15: BP Voedings- en dieetkundige

12 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

6 OPLEIDINGSVEREISTEN

Het diploma van gegradueerde in de voedings- en dieetkunde wordt verleend na eenbasisopleiding van één cyclus (3 jaar) in Laboratorium- en Voedingstechnologie, optievoedings- en dieetkunde.

De hogescholen met onderwijsbevoegdheid voor de basisopleiding Laboratorium- enVoedingstechnologie, optie voedings- en dieetkunde zijn vermeld in bijlage II van hetdecreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994.

De lijst van hogescholen die deze opleiding verstrekken in de Vlaamse Gemeenschap istoegevoegd in bijlage 2 van deze tekst.Het diploma van licentiaat in de voedings- en dieetleer wordt verleend na een opleiding vantwee cycli aan de Katholieke Universiteit Leuven of de Universiteit Gent.

Page 16: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 13

7 SPECIFIEKE BESCHRIJVING VAN DEBEROEPSACTIVITEITEN

7.1 Typefunctie en deelfuncties

De hoofdwerkzaamheden van de voedings- en dieetkundige hebben betrekking opverschillende typefuncties en deelfuncties (Dienst voor Onderwijsontwikkeling).

7.1.1 Informatieverzameling, diagnose, advies, communicatie, interventie,verzorging: individugerichte voedings- en dieetzorg

Het toepassen en vertalen van de voedings- en dieetleer om een evenwichtigevoeding voor elk individu te verzekeren, rekening houdend met de fysiologische ende fysiopathologische toestand.

7.1.2 Verwerking van materie: bereiding en verstrekking van voedsel

Onder het bereiden en verstrekken van voedsel (met inbegrip van voedingsmid-delen bestemd voor bijzondere voeding) worden die taken van de voedings- endieetkundige begrepen die het ontwikkelen en toepassen van bereidings- endistributietechnieken omvatten.Deze technieken beogen het maximaal behoud van de voedingswaarde vanvoedingsmiddelen, gerechten en maaltijden en zijn mede gericht o.a. op hetvoorkomen van malnutritie, voedselbesmetting en -intoxicatie.

7.1.3 Communicatie en educatie: onderwijs, voedingsvoorlichting en-opvoeding

Het geven van onderwijs, van adviezen of meewerken aan programma's overvoedsel en voeding die gericht zijn op het voorkomen van ziekten.Dank zij zijn wetenschappelijke, psychologische en praktische vorming is devoedings- en dieetkundige het best geplaatst om die wetenschappelijke inzichten inpraktische, toepasbare gegevens om te zetten.

7.1.4 Analyse, controle: levensmiddelenhygiëne

Als gespecialiseerd technicus in de levensmiddelenhygiëne, de voedingsanalyse ende organisatiekunde, is de voedings- en dieetkundige de spil tussen de arts, delevensmiddelentechnoloog en de collectiviteiten om een adequate voeding teverzekeren. Door zijn opleiding is hij bekwaam om een leidende functie tebekleden.

Page 17: BP Voedings- en dieetkundige

14 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

7.1.5 Aankoop, verkoop: handel in bijzondere voeding

De voedings- en dieetkundige kan in een commerciële functie verantwoordelijkzijn voor aankoop en verkoop van voedingsmiddelen en voedingscomponenten(met inbegrip van voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding).

7.1.6 Bedrijfsbeleid en bedrijfsbeheer: voedingsbeleid en -beheer vancollectiviteiten

Onder beheren worden die taken van de voedings- en dieetkundige begrepen dieniet direct patiënt- of cliëntgericht zijn maar wel noodzakelijk zijn voor een goedezorg- en dienstverlening en een rendabele bedrijfsvoering.

7.1.7 Onderzoek: toegepast voedingsonderzoek en voedingsontwikkeling

De voedings- en dieetkundige voert toegepast voedingsonderzoek uit om deinvloed van voedingsfactoren na te gaan bij de bevolking en bij het individu.De voedings- en dieetkundige werkt mee om de gegevens te interpreteren en eenvoedingsbeleid te bepalen. Hij is ook betrokken bij onderzoek en ontwikkeling ophet gebied van voedselproductie en voeding.

7.2 Taken

Voor de omschrijving van de taken wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van:"Beroepsprofiel diëtist. Beroeps(opleidings-)profielen van diëtisten" Oss, Neder-landse Vereniging van Diëtisten, 1991 en van "Het profiel van de Belgischediëtist" (H. Claesen 1986).

7.2.1 Verlenen van zorg

Onder verlenen van zorg horen de volgende beroepstaken: op verwijzing van debehandelende arts een dieetvoorschrift samenstellen, een dieetadvies geven aan eenpatiënt/cliënt, de opvolging van het dieetadvies begeleiden en de nodigeondersteuning verlenen.De voedings- en dieetkundige creëert een veilige omgeving voor de patiënt/cliëntdoor het tonen van openheid, respect en betrokkenheid voor de patiënt/cliënt enzijn omgeving.Hierbij stimuleert hij de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt/cliënt.

Taken in de voorbereidingsfase

De voedings- en dieetkundige analyseert de verwijzing. Bij onduidelijke ofonvolledige verwijzing voor diëtetisch behandelen neemt hij contact op met dearts.De voedings- en dieetkundige signaleert en analyseert gezondheidsproblemen.Hiervoor verzamelt hij op probleemgeoriënteerde wijze de gegevens voor dedieetbehandeling:- door het raadplegen van zorgverleners en van bestaande gegevens- door het afnemen van een voedingsanamnese- door antropometrische bepalingen.

Page 18: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 15

Hij stelt op basis van analyse en interpretatie van de verzamelde gegevens hetdiëtetisch probleem vast. Hij adviseert evenwel de patiënt/cliënt om voor anderegezondheidsproblemen een arts te raadplegen.De voedings- en dieetkundige stelt een behandelingsplan op:- hiervoor informeert hij de patiënt/cliënt over de diagnose en de mogelijke

gevolgen, de behandelingsmogelijkheden en het doel van de behandeling- hij overweegt in overleg met de patiënt/cliënt enerzijds de wenselijke aan-

passingen in voeding en voedingsgedrag en anderzijds de hulpmiddelen diekunnen toegepast worden in de behandeling.

Hij stelt een dieetvoorschrift op en bepaalt de inhoud en de werkwijze van debehandeling.Hij stelt samen met de patiënt/cliënt een behandelingsplan op.

Taken in de uitvoeringsfase

De voedings- en dieetkundige past de gekozen methode toe. Hiervoor informeerthij de patiënt/cliënt over de samenhang tussen het ziektebeeld en het gegevendieetadvies. Hij geeft aan de patiënt/cliënt of zijn omgeving de nodige instructiesen adviezen bij de uitvoering van het dieetadvies.Hij toetst de manier waarop de patiënt/cliënt het dieetadvies opvolgt, stimuleerthem tot het volgen van het dieet en begeleidt hem bij het oplossen van problemenbij het volgen van het dieet. Samen met de patiënt/cliënt evalueert hij het verloopvan de behandeling. De voedings- en dieetkundige informeert de behandelende artsen regelt de nazorg van de behandeling.

Taken in de afrondingsfase

De voedings- en dieetkundige evalueert samen met de patiënt/cliënt het resultaatvan de behandeling en de gevolgde werkwijze. Hij informeert de behandelende artsover het resultaat en de beëindiging van de behandeling.

7.2.2 Verstrekken van preventieve zorg

Onder verstrekken van preventieve zorg worden die beroepstaken gegroepeerd diete maken hebben met het geven van adviezen over voeding en voedsel, tervoorkoming van ziekte.

Taken in de voorbereidingsfase

De voedings- en dieetkundige analyseert de vraag door het verzamelen van:- anamnesegegevens omtrent de cliënt of doelgroep- informatiegegevens omtrent de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de

voeding van de cliënt of de doelgroep.Hij besteedt aandacht aan de aanwezigheid van risicofactoren en legt de gegevensvast op probleemgeoriënteerde wijze. Hij stelt op basis van de analyse en deinterpretatie van de verzamelde gegevens het probleem vast en neemt mettoestemming van de patiënt/cliënt contact op met de behandelende arts indien ditnodig mocht blijken. De voedings- en dieetkundige overweegt de mogelijkhedentot het volgen van een voedingsadvies en de methoden van overbrengen van datadvies aan een cliënt of doelgroep. Hij ontwikkelt of kiest materialen om eenvoedingsadvies te ondersteunen en stelt dit advies op voor de cliënt of dedoelgroep.

Page 19: BP Voedings- en dieetkundige

16 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

Taken in de uitvoeringsfase

De voedings- en dieetkundige geeft de cliënt of doelgroep:- advies omtrent kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van zijn of hun voeding- instructies, adviezen en begeleiding ten aanzien van de uitvoering van het

voedingsadvies.

Taken in de afrondingsfase

De voedings- en dieetkundige evalueert de inhoud, de wijze van overdracht en heteffect van het verstrekte voedingsadvies en evalueert de gedragsverandering.

7.2.3 Samenwerken met andere zorgverleners

Onder samenwerken met andere zorgverleners worden de beroepstaken begrependie betrekking hebben op aspecten van de beroepsuitoefening van de voedings- endieetkundige. Hierbij is de samenwerking met andere beroepsbeoefenaars endisciplines binnen en buiten de organisatie/instelling belangrijk.

Taken als voedings- en dieetkundige

De voedings- en dieetkundige deelt gegevens mee aan andere zorgverleners dierechtstreeks betrokken zijn bij de actuele hulpverlening.Hij legt en onderhoudt contacten met de andere beroepsbeoefenaars. Hij werkt meein de multidisciplinaire teams.

Taken als voedings- en dieetkundige in een instelling/organisatie

De voedings- en dieetkundige handelt overeenkomstig het doel en het beleid vande instelling en volgens de geldende afspraken in de organisatiestructuur.Hij draagt, binnen een multidisciplinair team, naast de professionele verant-woordelijkheid mee de collectieve verantwoordelijkheid.

7.2.4 Voorlichten

Met voorlichten worden taken bedoeld gericht op het bewust geven van hulp bijmenings- en besluitvorming ten aanzien van voeding, voedingsgedrag, voedsel endiëten aan individuen en doelgroepen.

Taken in het algemeen

De voedings- en dieetkundige signaleert de behoefte aan voedingsvoorlichting engeeft op verzoek of op eigen initiatief deze voorlichting.

Taken met betrekking tot het geven van voedings- en dieetvoorlichting

In de voorbereidingsfase verzamelt de voedings- en dieetkundige:- gegevens omtrent kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de voeding- relevante psychosociale, sociaal-economische en sociaal-culturele gegevens.

Page 20: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 17

Op basis van deze gegevens bepaalt hij de inhoud van de voedingsvoorlichting,overweegt hij voorlichtingstechnieken en -modellen en beoordeelt reeds be-schikbaar voorlichtingsmateriaal op bruikbaarheid. Op basis van de verzameldegegevens bepaalt hij de voorlichtingsmethode, de evaluatiemethode en stelt hij eenbegroting op.In de uitvoeringsfase stelt de voedings- en dieetkundige voorlichtingsmateriaalsamen, geeft de voedingsvoorlichting en participeert in voorlichtingscampagnes.In de afrondingsfase evalueert de voedings- en dieetkundige de opzet, de uit-voering en het effect van de voedingsvoorlichting.

Taken met betrekking tot het geven van adviezen omtrent voeding en voedsel aanbedrijven en/of instellingen die zich bezighouden met voedselbereiding en-verstrekking

In de voorbereidingsfase verzamelt hij gegevens voor een voedings- en voedsel-verstrekkingadvies en stelt een advies op.In de uitvoeringsfase adviseert hij de voedingsdienst/-bedrijf omtrent enerzijds desamenstelling van de te bereiden en te verstrekken producten en anderzijds deorganisatie hiervan.In de afrondingsfase evalueert hij de inhoud, de uitvoering en het effect van hetgegeven advies.

7.2.5 Beheren

Taken in het algemeen

De voedings- en dieetkundige verzorgt de planning en de administratie, beheert hetbudget en hanteert de wettelijke bepalingen en regelingen.

Taken met betrekking tot het beheer van de dieetadministratie

De voedings- en dieetkundige verwerkt en beheert patiënten-/cliëntengegevens ende resultaten omtrent de dieetbehandeling. Hiervoor hanteert hij een registra-tiesysteem.

Taken met betrekking tot het beheer van de voedselverstrekking door anderediensten

De voedings- en dieetkundige levert een bijdrage tot het opstellen van een systeemvan voedselverstrekking. Hij bewaakt en adviseert over de kwaliteit van devoedselbereiding en voedselverstrekking en bewaakt het opvolgen door het bedrijfvan voorschriften omtrent de uitvoering van het dieet. Hij bewaakt eveneens hetopvolgen door de instelling van voorschriften en adviezen omtrent hygiëne bijvoedselbereiding en voedselverstrekking.De voedings- en dieetkundige draagt zorg voor de kosten-batenverhouding. Hijstelt een systeem van kwaliteitsbewaking op. Hij stelt een jaarverslag en eenbeleidsplan op en participeert in het personeelsbeleid.

Page 21: BP Voedings- en dieetkundige

18 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

7.2.6 Bereiden en verstrekken van voedsel

Taken in het algemeen

Als voedings- en dieetkundige werkt hij mee aan het ontwikkelen van receptuur omevenwichtige maaltijden en dieetmaaltijden samen te stellen met een goedesensorische kwaliteit.Sensorische voedselanalyse bereidt hij voor, voert hij uit en evalueert hij.Hij werkt ook mee aan het hygiënebeleid bij voedselbereiding en -distributie.Hij heeft zijn aandeel in de uitwerking en opvolging van een kwaliteitssysteemvoor een dienst van voedselverzorging.

Taken met betrekking tot menu- en receptenleer

De voedings- en dieetkundige werkt mee aan programma's van experimenteelkoken. Dit omvat het voedings-technisch optimaliseren van de bereidingswijzenvan voedingsmiddelen, gerechten en maaltijden, rekening houdend met econo-mische aspecten.Hij test en gebruikt keukenapparatuur en -materiaal met het oog op het maximaalbehoud van de voedingswaarde en de sensorische kwaliteit.

Taken met betrekking tot het verstrekken van specifieke voeding

De voedings- en dieetkundige verzorgt kookdemonstraties van gezonde voeding envan dieetbereidingen voor ambulante en/of ziekenhuisverlatende patiënten.Hij zal meewerken aan het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van kiemarmevoeding. Hij zal eveneens zijn medewerking verlenen aan de voorbereiding,uitvoering en evaluatie van totale enterale en totale parenterale voeding.

Taken met betrekking tot het toezicht

Hij stelt een voedselverstrekkingsplan op en houdt toezicht op de uitvoering.De voedings- en dieetkundige oefent toezicht uit op de warme en koude voed-selketen en optimaliseert deze op basis van sensorisch, bromatologisch, micro-biologisch en economisch onderzoek.

7.2.7 Geven van onderwijs, onderricht en begeleiding

Onder het geven van onderwijs en onderricht door de voedings- en dieetkundigehoren de beroepstaken die gericht zijn op het verzorgen van onderwijs op hetterrein van zijn vakgebied.Onder het geven van begeleiding vallen de taken die tot doel hebben het bege-leiden van stagiairs.

Taken met betrekking tot onderwijs

Als voedings- en dieetkundige staat hij in voor het onderwijs over zijn eigenvakgebied en dit zowel aan leerlingen van het secundair onderwijs als aanstudenten van het hoger onderwijs.Hij verzorgt eveneens onderwijs over zijn eigen vakgebied door opleidingen encursussen in de industrie, in onderzoeksinstituten, bij de overheid en diversedoelgroepen.

Page 22: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 19

Taken met betrekking tot het begeleiden

De voedings- en dieetkundige begeleidt stagiairs conform de richtlijnen van deopleiding en van de instelling. Samen met de stagiair en de stagementor evalueerthij de stage.Hij informeert stagiairs van andere beroepsopleidingen binnen de gezondheidszorgomtrent het werk en de werkzaamheden van de voedings- en dieetkundige.Hij begeleidt (her)intredende voedings- en dieetkundigen.

Taken als ondersteuner voor de tewerkgestelden in de gezondheidszorg

De voedings- en dieetkundige geeft ondersteuning voor voeding en diëten aanverschillende medewerkers uit de gezondheidszorg. Hij motiveert en stimuleertandere hulpverleners om alert te zijn voor problemen met betrekking tot voedingen diëten.Hij neemt het initiatief tot participatie in overkoepelende adviesorganen binnen deeigen instelling waar de deskundigheid op voedings- en dieetgebied gewenst is enhij neemt het initiatief tot het bijscholen van andere leden binnen de organisatie.

7.2.8 Verrichten van toegepast onderzoek

Met het verrichten van toegepast onderzoek wordt bedoeld het deelnemen aan, hetopzetten en uitvoeren van (toegepast wetenschappelijk) onderzoek op het terreinvan voeding, voedingsgedrag, voedsel en diëten. Daarnaast is er ook het deelnemenaan, het opzettten van en het uitvoeren van onderzoek gericht op (toegepastwetenschappelijke) kennisontwikkeling ten behoeve van gezondheidszorg enmaatschappelijk welzijn.

Taken in het algemeen

De voedings- en dieetkundige signaleert problemen met betrekking tot voedsel,voeding en dieet. Hij creëert een veilige omgeving voor de deelnemers aan hetonderzoek.Hij verricht onderzoek op verzoek of op eigen initiatief en levert een bijdrage bijhet verkrijgen van subsidies en fondsen.

Taken met betrekking tot het zelfstandig of in samenwerking verrichten vanonderzoek op het gebied van voeding, voedsel, voedingsgedrag en diëten

In de voorbereidingsfase formuleert de voedings- en dieetkundige de probleem-stelling, hij verricht literatuuronderzoek en bepaalt het doel van het onderzoek.Hij overweegt welke gegevens verzameld moeten worden, welke de onder-zoeksmogelijkheden zijn en overlegt met andere deskundigen over methoden,technieken en statistische verwerking.Hij bepaalt het onderzoeksmodel en legt het onderzoeksprotocol voor aan de me-disch-ethische commissie.Hij delegeert onderzoekstaken en werft deelnemers aan die hij voorlicht over hetonderzoek. Hij stelt de proefvoorwaarden samen en bepaalt de planning enorganisatie van het onderzoek.In de uitvoeringsfase verricht de voedings- en dieetkundige literatuuronderzoek. Inde uitvoeringsfase hanteert hij methoden en technieken:- om de voedselconsumptie te bepalen- om de voedingstoestand te meten

Page 23: BP Voedings- en dieetkundige

20 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

- om consumentengedrag te meten- om aspecten van receptuur en bereidingswijzen te meten- om de samenstelling en eigenschappen van voedingsmiddelen, maaltijdcom-

ponenten en maaltijden te meten.In de uitvoeringsfase begeleidt hij de deelnemers en stimuleert hen tot het volgenvan de onderzoeksrichtlijnen.In de verwerkingsfase codeert, berekent en controleert hij de gegevens.In de evaluatiefase verwerkt hij de verzamelde gegevens tot een onderzoeksre-sultaat, resumeert deze resultaten en informeert de opdrachtgever en (eventueel) dedeelnemers aan het onderzoek.

7.2.9 Evalueren van beroepsmatig handelen

Het evalueren van beroepsmatig handelen omvat het beoordelen van het eigenberoepsmatig handelen en het afwegen ervan aan het handelen van vakcollega's envan collega's van andere disciplines, middels intercollegiale en interdisciplinairetoetsing.Hiervoor kan een kwaliteitssysteem (ISO 9000 reeks) gehanteerd worden. Devoedings- en dieetkundige bespreekt het beroepsmatig handelen, intercollegiaal eninterdisciplinair, aan de hand van probleemgeoriënteerde registratie.Hij standaardiseert het beroepsmatig handelen om de beroepsuitoefening teoptimaliseren en toetst dit beroepsmatig handelen aan de opgestelde protocollen.Hij evalueert de efficiëntie van de behandeling door middel van een kosten-batenanalyse.

Evaluatie van de eigen attitude

De voedings- en dieetkundige evalueert zijn eigen gedrag, zijn handelwijze en zijnrelatie met de patiënt/cliënt.

Evaluatie van de beroepsuitoefening

Hij evalueert de werkorganisatie.

7.2.10 Ontwikkelen van individuele kennis en kunde

Onder het ontwikkelen van individuele kennis en kunde wordt het bijblijven in hetvakgebied van voedings- en dieetkundige bedoeld.De voedings- en dieetkundige houdt de vakliteratuur bij om stromingen enontwikkelingen in het vakgebied te kunnen volgen.

Hij neemt deel aan congressen, symposia, bij- en nascholingscursussen.Hij houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoeringen beheer van de dienst.Hij raadpleegt collega's en andere beroepsbeoefenaars en houdt zich op de hoogtevan stromingen en ontwikkelingen in de maatschappij die gevolgen hebben voorzijn vakgebied.

7.2.11 Ontwikkelen van het eigen beroep

Onder het ontwikkelen van het eigen beroep worden die taken gegroepeerd die eenbijdrage leveren aan:

Page 24: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 21

- de juiste beeldvorming rondom het beroep- beleidsvoorbereiding en -uitwerking in het kader van de beroepsontwikkeling- het uitdragen van kennis aan beroepsgenoten over ontwikkelingen van het

beroep.

Taken met betrekking tot het verspreiden van kennis en vaardigheden

De voedings- en dieetkundige werkt aan de optimalisering van de beroepsuitoe-fening.Hiervoor levert hij een bijdrage tot:- de ontwikkeling van onderzoeksmethoden en het beroepsmatig handelen- de kennisverspreiding omtrent onderwerpen betreffende het vakgebied en het

beroep door actief deel te nemen aan studiebijeenkomsten, congressen,symposia, na- en bijscholing.

Hij levert eventueel een organisatorische bijdrage.

Taken met betrekking tot maatschappelijke participatie en beroepsprofilering

De voedings- en dieetkundige speelt in op maatschappelijke veranderingen enlevert bijdragen aan belangenorganisaties in relatie tot het beroep.

Hij behartigt de belangen van het beroep en profileert zich al dan niet georgani-seerd tegenover overheid, besturen, subsidieverleners en financiers.

Hij geeft bekendheid aan het beroep en de beroepsuitoefening.

Page 25: BP Voedings- en dieetkundige

22 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

8 CONTEXTGEGEVENS

Het beroepsprofiel beschrijft de context waarin taken worden uitgeoefend. Per deelfunctieworden volgende aspecten behandeld:- de werkomstandigheden- de hulpmiddelen (o.a. gegevens, materieel, mensen, methodes en procedures- de graad van verantwoordelijkheid (hiërarchisch) van de beroepsbeoefenaar- de verwachte resultaten.

8.1 Individugerichte voedingszorg

Werkomstandigheden:

rustige ruimte met voldoende privacy, zitplaatsen en technische hulpmiddelen.

Hulpmiddelen:

- gegevens van meebehandelende (para)medici- procedures en protocollen- dossiergegevens - antropometrische gegevens- anamnesemodellen- berekeningsprogramma's, voedingsmiddelentabellen, voedingsnormen- dieetlijsten- voorlichtingsmodellen- voorlichtingsmateriaal- productinformatie- patiëntenregistratiesysteem.

Graad van verantwoordelijkheid:

eigen verantwoordelijkheid in relatie met andere (para)medici.

Verwachte resultaten:

- grondige analyse van het probleem- opstellen van een individugericht behandelplan- verstrekken van dieet- of voedingsadvies- beheren van dossier- informeren van (para)medici- evalueren van de behandeling.

8.2 Bereiden en verstrekken van voedsel

Werkomstandigheden:

keuken en bureau in de nabijheid van de keuken.

Page 26: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 23

Hulpmiddelen:

- ruime keuken met standaarduitrusting- keuken- en administratief personeel- systeem voor gegevensbeheer- distributiesysteem- maaltijdenbeheersysteem- receptuur- berekeningsprogramma's, voedingsmiddelentabellen, voedingsnormen- voedingsmiddelen, voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding.

Verantwoordelijkheid:

eigen verantwoordelijkheid, verantwoordelijkheid voor het keukenpersoneel envoor het personeel van het maaltijdenbeheersysteem.

Resultaten:

- optimaliseren en controleren van het verstrekkingsplan: bereidingsproces endistributie

- ontwikkelen en testen van receptuur- testen van apparatuur- opleiden van personeel.

8.3 Onderwijs, voedingsvoorlichting en -opvoeding

Werkomstandigheden:

aangepast lokaal, laboratorium, keuken met didactisch materiaal.

Hulpmiddelen:

- didactisch materiaal- gegevens over de doelgroep- voorlichtingsmodellen en voorlichtingsmateriaal- demonstratiemateriaal- vakliteratuur- leerprogramma's.

Verantwoordelijkheid:

eigen verantwoordelijkheid in samenspraak met directie, organisatie.

Resultaten:

- verzamelen van gegevens- opstellen van les- of voorlichtingsplan en voorbereiding ervan- verzamelen materiaal- geven van les of voorlichting- evaluatie van voorlichting.

Page 27: BP Voedings- en dieetkundige

24 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

8.4 Levensmiddelenhygiëne

Werkomstandigheden:

laboratorium, bedrijf of collectiviteit.

Hulpmiddelen:

- gegevens omtrent het voedselbereidingsproces en -distributie- wetgeving omtrent hygiëne- procedures, protocollen, onderhoudschema's- aangepast laboratoriummateriaal en producten.

Verantwoordelijkheid:

eigen verantwoordelijkheid of onder leiding.

Resultaten:

- optimaliseren en controleren van het hygiënebeleid bij voedselbereiding envoedseldistributie

- uitwerken en toepassen van het HACCP-systeem (Hazard Analysis CriticalControl Points) als veiligheidsprocedure

- optimaliseren van een kwaliteitssysteem b.v. ISO 9000 reeks.

8.5 Handel in bijzondere voedingsmiddelen

Werkomstandigheden:

winkel, apotheek, bedrijf, op verplaatsing.

Hulpmiddelen:

- wetgeving- productinformatie- voedingsmiddelen voor bijzondere voeding, producten met nutriënten- verkooptechnieken.

Verantwoordelijkheid:

zelfstandig of onder leiding.

Resultaten:

- opzoeken en registreren van informatie- verstrekken van inlichtingen omtrent producten- beantwoorden van vragen en problemen- aankoop en verkoop.

Page 28: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 25

8.6 Voedingsbeleid en -beheer

Werkomstandigheden:

contacten met patiënten/cliënten, keukenverantwoordelijke, personeel. Verwerkenvan gegevens in aangepaste ruimte.

Hulpmiddelen:

- samenwerking met andere personen: economist, boekhouder, keukenverant-woordelijke, directeur

- wetgeving- registratiesysteem voor administratie van maaltijden,- verstrekkings- en distributieplannen van de maaltijden- hygiëneprotocollen- boekhouding en budget- strategie voor marketing.

Verantwoordelijkheid:

zelfstandig en in relatie met andere medewerkers, heeft leiding over keukenper-soneel en administratief personeel.

Resultaten:

- opstellen en controleren van verstrekkings- en distributieplannen van demaaltijden

- opstellen en controleren van hygiëneprotocollen- opstellen en controleren van het maaltijdenregistratiesysteem- opstellen van kwaliteitsbewakingssysteem- beheren van het budget- opstellen van jaarplan en beleidsplan- participeren in het personeelsbeleid.

8.7 Toegepast voedingsonderzoek en -ontwikkeling

Werkomstandigheden:

universiteit, hogeschool, bedrijf, op het terrein.

Hulpmiddelen:

- wetgeving- literatuur- - onderzoeksmethoden voor bepalen voedselconsumptie en

voedingstoestand voor: het meten van het consumentengedrag het meten van effecten van bereidingstechnieken het bepalen en evalueren van de samenstelling van voedingsmiddelen en

maaltijden- berekeningsprogramma's- statistische verwerkingsmethodes.

Page 29: BP Voedings- en dieetkundige

26 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

Verantwoordelijkheid:

eigen verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het toegepast voedingsonder-zoek in samenspraak met medeonderzoekers. In samenspraak bepalen van opzet,uitvoering, verwerking, evaluatie en informeren.

Resultaten:

- voorbereiden van het onderzoek: probleemstelling, literatuuronderzoek,doelstelling, gegevens, methoden, technieken, statistiek

- vastleggen van het onderzoeksprotocol- uitvoeren van het onderzoek- berekenen en verwerken van de gegevens- evalueren van onderzoeksresultaten- informeren van opdrachtgevers en medewerkers.

Page 30: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 27

9 ONDERSTEUNENDE KENNIS

De voedings- en dieetkundige dient over de nodige kennis te beschikken aangaande:- levensmiddelen: samenstelling, technologie, conservering, bederf, verpakking,

bewaring, wetgeving, toxicologie, voedingswaarde, genotswaarde, functie, belang inhet voedselpakket en chemische ontleding

- voedingsmiddelen voor bijzondere voeding en dieetvoeding: samenstelling,voedingswaarde, wetgeving en verkrijgbaarheid

- de bereiding van voeding en dieetvoeding: receptenleer (met inbegrip vanbereidingstechnieken en apparatuur), menuleer, evaluatie van gerechten en menu's metbetrekking tot voedingswaarde, kostprijs, praktische uitvoerbaarheid en kwaliteitszorg

- de gezonde mens (met inbegrip van bijzondere fysiologische toestanden): bouw enfysiologische processen van organen en systemen die in relatie staan met voeding,fysiologie van de voeding, voedingsstoffenbehoeftes, antropometrie en evaluatie vande voedingstoestand

- de zieke mens in alle levensfasen: de oorzaken, de pathofysiologische processen, desymptomen, de diagnostiek, de therapie en de voedings- en dieettherapie

- de microbiologie: bereiding en opslag van voedingsmiddelen, microbiolo-gischetechnologie, voedselvergiftiging, voedselbesmetting, hygiëne van de voeding en"Good Manufacturing Practice"

- de inrichting en organisatie van grootkeuken en voedingsdienst- gangbare psychologische theorieën: psychologie van de patiënt- communicatie en voorlichtingskunde (mondeling en schriftelijk): gesprekstechnieken,

gespreksmodellen en voorlichtingsmodellen- maatschappelijke gezondheidszorg- voedingsonderzoek- voedingsepidemiologie- statistische verwerkingstechnieken- informatica en vakspecifieke software- wettelijke en deontologische aspecten van het beroep.

Page 31: BP Voedings- en dieetkundige

28 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

10 BEROEPSHOUDINGEN

Er wordt van uitgegaan dat de voedings- en dieetkundige steeds de volgende regelseerbiedigt:

- hij werkt overeenkomstig de beroepscode en de gedragsregels van de voedings- endieetkundige

- hij respecteert de belofte van geheimhouding bij het verlenen van zorg(overeenkomstig de richtlijnen van de European Federation of the Associa-tions ofDietitians (EFAD)

- hij deelt gegevens mee aan andere zorgverleners die rechtstreeks betrokken zijn bij dehulpverlening

- hij respecteert de grenzen van zijn werkterrein- hij houdt rekening met de voorschriften en richtlijnen omtrent besmettingspreventie en

hygiëne- hij neemt deel aan de werkzaamheden van de multidisciplinaire teams.

Als belangrijkste beroepshoudingen worden de volgende weerhouden:

Dienstverlenende ingesteldheidDe voedings- en dieetkundige moet pro-actief en actief gericht zijn op het verlenen vandiensten en zorgen.Als diëtist moet hij de patiënten/cliënten zo goed mogelijk helpen bij het voorkomen enbehandelen van ziekte.Als voedingskundige gebruikt hij zijn kennis voor het verlenen van praktischvoedingsadvies, voedingsvoorlichting, verstrekken van productinformatie en hetoptimaliseren van de kwaliteit van de maaltijd.

Zin voor samenwerkingDe voedings- en dieetkundige moet bereid zijn om samen te werken in een multidisciplinairteam.Als diëtist werkt hij samen met collega's en andere zorgverleners.Als voedingskundige behoort hij tot het voedingsteam en heeft hij een profes-sionele en collectieve verantwoordelijkheid in verband met de kwaliteit van de voeding.

EmpathieDe voedings- en dieetkundige moet zich kunnen inleven in de situatie waarin zijn patiënt/-cliënt zich bevindt. Hij toont openheid, respect en betrokkenheid voor de patiënt/cliënt enzijn omgeving.

Zin voor initiatiefDe voedings- en dieetkundige moet voldoende initiatief nemen om in elke probleemsituatiede juiste beslissingen te nemen en creatief te innoveren.

OrganisatievermogenDe voedings- en dieetkundige moet zijn taken zodanig plannen dat het beoogde doel op eenzo efficiënt mogelijke manier bereikt kan worden.

Page 32: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 29

Communicatieve ingesteldheidTe allen tijde moet de voedings- en dieetkundige bereid zijn en in staat zijn gegevens enkennis in verband met de patiënt/cliënt vlot over te brengen naar het multidisciplinaire teamom op deze wijze tot een samenwerking te komen.De kennis van voeding en dieet geeft hij op een aangepaste wijze door aan de patiënt/cliënt.

LeergierigheidVan de voedings- en dieetkundige wordt verwacht dat hij zijn individuele kennis en kundeverder ontwikkelt door het permanent raadplegen van vakliteratuur en door nascholing.

Page 33: BP Voedings- en dieetkundige

30 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

11 LITERATUUR EN BRONNEN

Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van degeneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundigecommissies met het oog op de bescherming van de beroepstitels van medici en paramedici.

ILO (International Labour Office)Internationale classificatie van beroepen, Groep 0-69Genève, 1967.

Wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikersop het stuk van voedingsmiddelen en andere producten; gewijzigd door de wetten van 22maart 1989 en 9 februari 1994.

Koninklijk Besluit van 11 oktober 1985 betreffende de hygiëne van lokalen en personen inde voedingssector.

Ministerieel besluit van 12 augustus 1988 houdende aanduiding van de paramedischeberoepen.

Koninklijk Besluit van 7 november 1988 houdende wijziging van het Koninklijk Besluitvan 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun dienstenmoeten worden nageleefd (ziekenhuishygiëne).

Koninklijk Besluit van 21 december 1989 tot samenstelling van de Nationale Raad van deParamedische Beroepen.

Koninklijk Besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voorbijzondere voeding.

Koninklijk Besluit van 19 juni 1991 tot oprichting van de Nationale Raad voor de Voeding.

Koninklijk Besluit van 19 juni 1991 houdende aanduiding van de leden, de voorzitter en desecretaris van de Nationale Raad voor de Voeding.

Koninklijk Besluit van 10 januari 1992 houdende de nadere regelen met betrekking tot desamenstelling, de organisatie en de werking van de Technische Commissie voor deParamedische Beroepen.

Koninklijk Besluit van 27 januari 1992 houdende de benoeming van de leden van deTechnische Commissie voor de Paramedische Beroepen.

Koninklijk Besluit van 3 maart 1992 betreffende het in de handel brengen van nutriënten envan voedingsmiddelen waaraan nutriënten werden toegevoegd.

Koninklijk Besluit van 3 juni 1992 houdende benoeming van de voorzitter enondervoorzitter van de Technische Commissie van de Paramedische Beroepen.

Richtlijn 93/43/EEG van de Raad van 14 juni 1993 inzake levensmiddelenhygiëne.

Page 34: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 31

Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzakezoetstoffen die in levensmiddelen mogen gebruikt worden.

Richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzakekleurstoffen die in levensmiddelen mogen gebruikt worden.

Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen.

Decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994.

Koninklijk Besluit van 4 december 1995 tot onderwerping van de vergunning van plaatsenwaar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op deuitvoer behandeld worden.

Beroepsprofiel diëtist.Beroeps(opleidings-)profielen van diëtisten.Oss, Nederlandse Vereniging van Diëtisten, 1991.

Corbett Fr.: The training of dieticians for hospitals.J. Home Econ., 1, 62, 1909.

Claesen H.: Het profiel van de Belgische diëtist.Uitgave van de Belgische Vereniging van Diëtisten, 1986.

Claesen H.: De Diëtisten.Vlaams Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, XIII (4), 255-266, 1993.

Diëtéticien.Information Jeunesse, (2), 743, 1993.Centre d' Information et de Documentation de la Jeunesse.

Handleiding voor het Schrijven van Beroepsprofielen,Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DVO)Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, 1995.

Notte-De Ruyter A.: 25 jaar diëtistenvereniging in België.Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek, 14(6), 3-11, 1988.

Training programmes for dietitians in the memberstates of EFAD.A report from the Swedish Association of Dietitians. February 1991.

Trenz R.: Guidelines on ethics for dietiticians in Europe. European Federation of theAssociation of Dietitians (EFAD). The first European Forum for Dieti-tians. Eindhoven, June 18 -21, 1995.

ISO 9000 reeks:

ISO 9000: Kwaliteitszorg en normen voor kwaliteitsborging. Richtlijnen voor dekeuze en toepassing.

ISO 9001: Kwaliteitssystemen. Model voor de kwaliteitsborging bij het ontwerpen/ontwikkelen, het vervaardigen, het installeren en de nazorg.

Page 35: BP Voedings- en dieetkundige

32 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

ISO 9002: Kwaliteitssystemen. Model voor de kwaliteitsborging bij het vervaardigenen het installeren.

ISO 9003: Kwaliteitssystemen. Model voor de kwaliteitsborging bij de eindkeuringen de beproeving.

ISO 9004: Kwaliteitszorg en elementen voor een kwaliteitssysteem. Richtlijnen.

Page 36: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 33

12 SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP

Lijst van leden van de werkgroep beroepsprofiel voedings- en dieetkundigeVoorzitter (tot aug. '95) : dhr. R. MaertensVoorzitter (vanaf sept. '95) : mevr. M. Van DammeKatholieke Hogeschool Brugge-OostendeCampus Hoger Technisch InstituutSpoorwegstraat 128200 SINT-MICHIELS (Brugge)Tel. (050)40 51 20 - Fax (050)40 51 30

Voor de hogescholen

Erasmushogeschool Brussel, Departement GezondheidszorgLaarbeeklaan 1211090 BRUSSELTel. (02)479 18 90 - Fax (02)479 71 02mevr. E. De Rijckmevr. A.-M. Van Roy

Hogeschool Gent - Vesalius, Departement Gezondheidszorg,Keramiekstraat 809000 GENTTel. (09)221 77 51 - Fax (09)220 17 26mevr. M. Kints

Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Campus Hoger Technisch Instituut,Spoorwegstraat 128200 SINT-MICHIELS (Brugge)Tel. (050)40 51 20 - Fax (050)40 51 30mevr. L. Billietmevr. K. De Buysermevr. C. Provoost (tot aug. '95)

Katholieke Hogeschool Leuven, Departement Regaschool,Sint-Maartenstraat 55d3000 LEUVENTel. (016)29 85 11 - Fax (016)20 44 17mevr. A. Evenepoeldhr. D. Lemaîtremevr. S. Wilmssen

Voor de verenigingen en de nijverheid

Belgische Beroepsvereniging van Diëtisten (BBVD)dhr. C. VankeerbergenTerheydestraat 1071640 SINT-GENESIUS-RODETel. (02)380 46 59 - Fax (02)348 51 45

Page 37: BP Voedings- en dieetkundige

34 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

mevr. I. Coene (tot aug. '95)NiceMinderbroedersstraat 83000 LEUVENTel. (016)24 20 34 - Fax (016)24 20 97

Belgische Vereniging van Vlaamse Diëtisten (BVVD)dhr. D. LemaîtreKatholieke Hogeschool LeuvenDepartement RegaschoolSint-Maartenstraat 55 d3000 LEUVENTel. (016)29 85 11 - Fax (016)20 44 17

Nationale Raad van Paramedische Beroepen,Technische Commissie voor Paramedische Beroepen enUnibel, divisie Hartog-Uniondhr. H. ClaesenHumaniteitslaan 2921190 BRUSSELTel. (02)333 64 25 - Fax (02)333 63 75

Page 38: BP Voedings- en dieetkundige

BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE 35

13 Bijlagen

BIJLAGE 1

Tabel met het aantal afgestudeerde diëtisten aan de Vlaamse hogescholen

Hogeschool Periode Totaal Vrouw (%) Man (%)Brugge - OostendeCampus HTI

1971 - 1995 343 295 (86) 48 (14)

Gent Vesalius 1952 - 19601961 - 1995

68704

/633 (90)

/71 (10)

Brussel Erasmus 1972 - 1995 229 199 (87) 30 (13)Leuven Regaschool 1961 - 1995 1 325 / /TOTAAL 1952 - 1995 2 669

/ : gegevens niet bekendBron : archief van de hogescholen

BIJLAGE 2

Nederlandstalige opleidingen tot gegradueerde in Laboratorium- en Voedingstechnologie,optie voedings- en dieetkunde.

Katholieke Hogeschool Brugge-OostendeCampus Hoger Technisch InstituutDepartement Gezondheidszorg BSpoorwegstraat 128200 SINT-MICHIELS (Brugge)

Hogeschool GentDepartement Gezondheidszorg VesaliusKeramiekstraat 809000 GENT

Erasmus Hogeschool BrusselDepartement GezondheidszorgLaarbeeklaan 1211090 BRUSSEL

Katholieke Hogeschool LeuvenDepartement RegaschoolSint-Maartenstraat 55 d3000 LEUVEN

Page 39: BP Voedings- en dieetkundige

36 BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

BIJLAGE 3

Tabel met tewerkstelling van diëtisten lid van de BVVD

ZiekenhuisRust- en VerzorgingstehuisOpenbare gezondheidszorgToegepaste wetenschappenGezondheisvoorlichting en -opvoedingRestauratie - cateringZelfstandigeIndustrieOnderwijsandere in dieetsectorandere in niet-dieetsectorniet (meer) werkendwerkzoekendonbekend

162301537132121429916185833

TOTAAL 619

Bron : Belgische Vereniging van Vlaamse Diëtisten 1995

BIJLAGE 4

Legitimatiestukken van de werkgroep

Een kopie van deze bijlage kan opgevraagd worden op de Vlaamse Onderwijsraad.

Page 40: BP Voedings- en dieetkundige

INHOUD BEROEPSPROFIEL VOEDINGS- EN DIEETKUNDIGE

8 CONTEXTGEGEVENS 228.1 Individugerichte voedingszorg 228.2 Bereiden en verstrekken van voedsel 228.3 Onderwijs, voedingsvoorlichting en –opvoeding 238.4 Levensmiddelenhygiëne 248.5 Handel in bijzondere voedingsmiddelen 248.6 Voedingsbeleid en –beheer 258.7 Toegepast voedingsonderzoek en –ontwikkeling 25

9 ONDERSTEUNENDE KENNIS 27

10 BEROEPSHOUDINGEN 28

11 LITERATUUR EN BRONNEN 30

12 SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP 33

13 BIJLAGEN 35Bijlage 1: tabel met aantal afgestudeerde diëtisten

aan de Vlaamse hogescholen 35Bijlage 2: lijst van hogescholen met de opleiding (optie)

Voedings- en Dieetkunde in de Vlaamse Gemeenschap 35Bijlage 3: tabel met tewerkstelling van diëtisten lid van de BVVD 36Bijlage 4: legitimatiestukken 36