Bovenwegen, mijn thuis

36

Click here to load reader

description

boek bewoners zorghotel

Transcript of Bovenwegen, mijn thuis

Page 1: Bovenwegen, mijn thuis

mijn thuisBovenwegen,

Page 2: Bovenwegen, mijn thuis

Dankwoord

Voor het tot stand komen van deze bundel willen we allereerst de bewoners bedanken die tijd en energie vrijmaakten voor de interviews! Daarnaast bedanken we degenen die de interviews afnamen, Nel Walet, Annemieke Schuur en Tilly de Kruyf. Ook noemen we hier Rita Leusink en Aylsa den Toom die meehielpen in de voorbereiding en Ragna Edelbroek die vanuit de activiteitenbegeleiding ondersteuning bood bij het uitvoeren van de wensen. Manon Vonk bedanken we voor de fraaie foto’s en het vastleggen van de teksten. En tot slot dank aan alle medewerkers en familieleden die op een of andere manier hebben meegeholpen om dit project te laten slagen!

Page 3: Bovenwegen, mijn thuis

InhoudVoorwoord 5Ko Broeder, Vioolspelen 7Arita Boogaard, Respect tonen 9Piet Zandvliet, Een eigen plek 11Nico Mulder, Naar huis gaan 13Ies de Gruijter, Fotograferen 15Janna Markies, Op bezoek gaan 17Riet van Huizen, Een spelletje doen 19Henny van de Velde, Geen woorden maar 21Lies Hartjes, Behulpzaam zijn 23Rien van Soest, Rolstoelrijbewijs 25Trudy Bleijerveld, Rolstoeldansen 27Ittie Dekker, Verhalen vertellen 29George Foet, Van dienst zijn 31Johanna Heijliger, Agenderen 33

Page 4: Bovenwegen, mijn thuis
Page 5: Bovenwegen, mijn thuis

Verpleeghuizen roepen bij veel mensen het beeld op van ziekte, aftakeling, ontmenselijking, het beeld van een eindstation. Dit beeld overschaduwt een nieuwe werkelijkheid, waarin mensen op allerlei manieren proberen het beste van hun leven te maken in de gegeven omstandigheden. Verpleeghuis Bovenwegen biedt gastvrijheid en verantwoorde zorg aan alle bewoners, gasten en bezoekers. Wij zetten hun welzijn op de eerste plaats. Hun wensen en verlangens zijn richtinggevend voor de dienstverlening van de medewerkers. Daarom vormen we verpleeghuis Bovenwegen om tot ‘Verpleeghotel Bovenwegen’ waar het motto is: aangenaam leven met aandacht en mogelijkheden.

Het is daarbij wel de vraag of de wensen van bewoners en gasten in de praktijk van alledag voldoende zichtbaar worden en voldoende worden verstaan. We zijn daarom uitgebreid gaan praten met bewoners en gasten over wie ze zijn, en over hun eigen wensen en verlangens. Het resultaat van deze gesprekken vindt u in de veertien portretten in deze bundel. Hierin laten de bewoners hun gezicht zien. Een verrassende uitkomst van de gesprekken is dat bewoners en gasten niet het onmogelijke wensen. Ze vragen niet om hun hele leven overnieuw te mogen doen, of een lange wereldreis te kunnen maken. Nee, het liefste wat ze willen is respect en aandacht, gezelligheid, een spelletje doen, lekker eten en drinken, zelf bepalen hoe je je kamer inricht, of bijdragen aan het geluk van anderen. Dit betekent dat wij als Verpleeghotel Bovenwegen een belangrijke bijdrage kunnen en moeten leveren aan het levensgeluk van onze bewoners en gasten.

De wensen die in de portretten naar voren komen, zijn ook daadwerkelijk gerealiseerd. Het uitvoeren ervan heeft alle betrokkenen zeer veel vitaliteit, waardigheid, voldoening en plezier gebracht. Daarom gaan we door met deze gesprekken, met het realiseren van wensen en het bieden van gastvrijheid en verantwoorde zorg. Verpleeghotel Bovenwegen is geopend!

Zeist, november 2009

Tilly de Kruyf,procesbegeleider Verpleeghotel Bovenwegen

Voorwoord

Page 6: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Ko BroederGeboortejaar1919WensVioolspelen

Page 7: Bovenwegen, mijn thuis

Ik had gehoopt dat ik tijdig zou sterven. Het heeft er ook even naar uitgezien dat ik het niet lang meer zou maken. Het zou valse hoop zijn te denken dat ik nog vitaal uit Bovenwegen kom. Ik denk oprecht dat het mijn tijd geweest is, maar de mensen die mij hier behandelen hebben zich tot taak gesteld mij op te kalefateren. Ik ga die discussie niet met ze aan, ik zie het als een vergissing van Onze Lieve Heer, als ik daarin zou geloven.

Ik kijk overigens niet om in wrok. Ik heb een mooi leven gehad. Mijn hart ligt bij de muziek, ondanks dat ik wiskunde heb gestudeerd. In mijn studententijd was ik concertmeester van het studentenorkest. Als ik dat niet goed had gedaan, had ik dat wel gehoord denk ik. Viool is mijn instrument. Ik heb heel goed viool gespeeld. Als er iets is wat ik nog zou wensen, is het vioolspelen. Ik heb gespeeld totdat ik een dood gevoel in mijn vingers kreeg. Het is een aandoening van het zenuwenstelsel. Ik kan mijn vingers nog wel neerzetten zoals het moet, maar ik heb er geen gevoel meer in. Datzelfde geldt voor mijn voeten, waardoor ik zeer moeizaam loop.

Nog niet zo lang geleden heb ik nog geprobeerd viool te spelen. Ik was in het bezit van een betrekkelijk kleine altviool met een heel mooie klank. Ik heb er vreselijk veel plezier van gehad. Nu heb ik deze viool aan mijn kleinzoon gegeven. Ik luister ook heel graag naar muziek. Ik ben dan weliswaar geen vakmuzikant geworden, maar ik was wel een heel goede dilettant. Mijn vader speelde de cello en mijn zus ook. De muziek is ons met de paplepel ingegoten. Als het aan mijn vioolleraar had gelegen, was ik naar het conservatorium gegaan. Hij heeft tegen mijn

ouders gezegd dat ze mij niet moesten tegenhouden als ik verder wilde gaan met het bespelen van de viool. Alleen mijn ouders hebben dat nooit tegen mij gezegd.

Als gevolg daarvan ben ik wiskunde gaan studeren en heb daarin ook mijn werk gevonden. Ik vond wiskunde een mooi vak. Ik heb jarenlang gewerkt in een natuurkundig laboratorium van Shell. Samen met collega’s natuurkundige problemen helpen oplossen. Dat was een mooie tijd. Ik heb nu van huis mijn wiskundeboeken laten meenemen. Die ben ik nu weer aan het doornemen. Dat is een activiteit die ik zelf nog kan doen.

Maar mijn hart ligt bij de muziek. Dat gevoel zit nog dieper dan mijn gevoel voor wiskunde. Vioolspelen blijft mijn passie en mijn verlangen!

7

Vioolspelen

Page 8: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Arita BoogaardGeboortejaar1926WensRespect tonen

Page 9: Bovenwegen, mijn thuis

Als ik terug kijk op mijn leven kan ik zeggen dat ik een hele gelukkige jeugd heb gehad. Ik ben geboren in Soekaboemi op West-Java in Nederlands-Indië. In die tijd stond iedereen voor ons klaar. Ik ben opgegroeid met baboes en kokkies. Eigenlijk was ik wel verwend. Het was een hele andere cultuur. Wij leerden iedereen met respect te behandelen, ongeacht wie het was.

Die mooie periode heeft geduurd tot aan de Japanse bezetting. Ik was toen ongeveer zestien jaar. Nog voordat wij (mijn moeder,ik en mijn jongste broertje) het Jappenkamp ingingen, werd mijn oudere broer Hans in Japan terechtgesteld. De tijd in het Jappenkamp was vreselijk. We hebben veel honger geleden en mijn moeder werd zelfs geslagen. Je kan wel zeggen dat het twee totaal verschillende werelden waren. In het Jappenkamp was totaal geen respect voor andere mensen. Het was een afschuwelijke tijd. Misschien dat mijn behoefte aan respect wel voortkomt uit die tijd.

Want als ik nu iets zou mogen wensen, is het dat ik met meer respect behandeld wil worden. Vooral de jongere generatie behandelt mij met weinig respect. Je zit in een rolstoel en ze denken al snel ‘ach wat een stakker’. Ze kijken letterlijk op je neer. Dat is een hele vervelende gewaarwording. Ook als je geholpen wordt met wassen of bij de kapper, worden er boven je hoofd hele gesprekken gevoerd, maar niet met jou. Ik ervaar dat als heel vervelend. Ook in mijn eerste huwelijk was er niet veel respect. Na mijn scheiding ben ik gaan werken bij de ANWB om in mijn eigen onderhoud te voorzien. Dat ben ik blijven doen,

ook toen ik mijn huidige man leerde kennen. Het was de tijd van de vrouwenemancipatie. Dat sterkte mij in mijn streven om te blijven werken. Mijn man was het er niet mee eens, maar gedoogde het. Mijn grote voorbeeld in die tijd was mevrouw Donner van de VVD.

Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Op de activiteitenbegeleiding heb ik het erg naar mijn zin. Daar is veel wederzijds respect. Ik schilder op het moment veel. Ik maak van die ronde schilderijtjes. Ze hangen onder andere hier op de gang. Dat schilderen hebben ze mij op de activiteitenbegeleiding geleerd en ik beleef daar heel veel plezier aan. Dat waardeer ik zeer. Dat schilderen is heel goed voor mijn eigenwaarde en voor de ontspanning.

Respect tonen

9

Page 10: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Piet ZandvlietGeboortejaar1925WensEen eigen plek

Page 11: Bovenwegen, mijn thuis

Nooit van mijn leven wilde ik in een verpleeghuis terecht komen. Ik keek er naar van buitenaf en vond het vreselijk. Met meerdere mensen op één kamer, geen privacy, niets. Een nachtmerrie. In mijn werk als economisch directeur van een zorginstelling voor gehandicapten, heb ik dan ook gestreden voor het realiseren van eigen kamers voor de bewoners. Dat is mij toen gelukt. Wij hebben een natte ruimte gerealiseerd tussen twee kamers in, waardoor er toch een zekere mate van privacy was. Waarom ik het zo belangrijk vind? Omdat iedereen een privéleven heeft. Je privéleven houdt niet op, als je niet meer kan lopen. Het is een eigen stukje wereld dat voor iedereen anders is.

En nu zit ik zelf in een verpleeghuis. Dat is behoorlijk wrang. Het is hier wel redelijk goed geregeld. Kritiek is er altijd en ik begrijp de kritiek van de bewoners ook goed. Niet alle bewoners zijn namelijk hetzelfde. Zo lust niet iedereen bruine bonen voor het avondeten en zijn er vegetariërs onder ons. Aan al die wensen en bijzonderheden zou je tegemoet moeten komen, maar dat kan natuurlijk niet.

Het streven naar een verpleeghotel is mooi. Maar laten we wel wezen, het ziet er misschien aan de buitenkant leuk uit, maar het is toch anders als je er moet wonen. En ik realiseer mij steeds meer dat dit mijn eindstation is. Een verpleeghuis geeft een isolement, ook al behang je het met goud. Je hele achterban valt weg, als je hier woont.Hier in Bovenwegen heb ik nu mijn eigen kamer en dat is goed. Mijn eigen boeken en muziek om mij heen. Ik hoef niet zo

nodig meer te strijden nu. Bij mij is Parkinson geconstateerd en ik heb er ook nog een hersenbloeding overheen gekregen.

Soms kan ik daar moeilijk mee omgaan. Ik word getroost door een jonge vrouw van 29 jaar. Ik heb haar ontmoet in het militair revalidatiecentrum Aardenburg, nu meer dan een jaar geleden. Zij mist een arm en de helft van een been. Het is ongelooflijk hoe zij kan omgaan met haar handicap. Zij waakt over mij en zij troost mij, terwijl zij het zwaarst invalide is. Dat maakt veel indruk op mij. Eens in de maand komt ze een avond langs, dan praten en lachen we. Dat steunt mij vaak. Doe wat met je leven, is haar motto. Daar hou ik mij aan vast. Maar het is moeilijk. De ene dag ben je nog kerngezond en de volgende dag invalide. En begrip is er niet. Wel heb ik hier mijn stukje eigen ruimte en mijn eigen leven.

Een eigen plek

11

Page 12: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Nico MulderGeboortejaar1950WensNaar huis gaan

Page 13: Bovenwegen, mijn thuis

Ruim dertig jaar heb ik achter de vuilniswagen gelopen in Zeist. Was nooit ziek, liep nooit de kantjes er vanaf. Door weer en wind was ik altijd bezig. Mijn werk was mijn hobby. Al had ik een echte hobby gewild, had ik er geen tijd voor gehad. Achter de vuilniswagen doe je een hoop mensenkennis op. Je herkent mensen aan wat ze buiten de deur bij het grofvuil zetten. In een arbeidersbuurt kreeg je nog weleens een kop koffie of een frisdrankje, dat hoefde je ergens anders niet te verwachten. Mensen keken ook wel op ons neer, maar vooral oudere mensen hadden veel waardering voor ons werk.

Overigens ligt het geld langs de weg. Daar ben ik in mijn dertig jaar vuilnisman wel achter gekomen. Alles, maar dan ook echt alles wordt langs de weg gezet. Je kan het zo gek niet verzinnen: bankstellen, stoelen, radio’s, fietsen, bedden en ga zo maar door. Ik was in staat om van niets iets te maken. Daar had ik nou plezier in. Dan vond ik een oude fiets zonder wielen langs de weg en ergens anders weer een paar wielen en dan had ik weer een goede fiets. Ik deed dat alleen voor mijzelf of voor mijn kinderen. Echt, ik zou de ruimte hier beneden in Bovenwegen kunnen vullen met alle spullen die ik langs de weg ben tegengekomen en die nog bruikbaar waren. Echt ongelooflijk. Maar ja, het wordt allemaal vernietigd. Ik heb zelfs een rolveger uit 1876 langs de weg gevonden. Zo’n zelfde exemplaar staat in Paleis ’t Loo.

Ik voelde mij als vuilnisman echt als een vrijbuiter. Zo vond ik de vuilstort waar wij onze wagens leegden ook een fraaie plek. Ik kon gaan en staan waar ik wilde. Daar staat tegenover dat

je ook je diploma’s moet halen, voor bijvoorbeeld milieu, techniek, verkeer maar ook leidinggeven. Die certificaten behaalde ik in de tijd van de baas. Chemie is ook iets waar je als vuilnisman veel vanaf moet weten. Als je bijvoorbeeld chloor en ammoniak bij elkaar gooit, is dat levensgevaarlijk.

Ik, die altijd het vuilnis van anderen opruimde, ben vier jaar geleden thuis over een dop haarlak gestruikeld. Daarna is van alles fout gegaan, waardoor ik nu een deel van mijn been mis en gekluisterd zit aan mijn rolstoel Kan alleen naar boven en beneden hier in Bovenwegen. Het voelt als een gevangenis. Ik kan met mijn rolstoel niet naar huis. Het is een oud huis, met smalle deuren en daar past de rolstoel niet door. Ik ben nu aan het revalideren en aan het eind van het jaar wil ik zonder rolstoel naar huis kunnen. Daar werk ik nu voor.

Naar huis gaan

13

Page 14: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Ies de GruijterGeboortejaar1915WensFotograferen

Page 15: Bovenwegen, mijn thuis

Mijn vader had in Sassenheim een winkel in boeken, kantoorartikelen en schrijfmachines. Na mijn lagere school ben ik mijn vader in zijn winkel gaan helpen. Zo ging dat vroeger. Zelf ben ik helemaal geen liefhebber van boeken. Ik heb meer met cijfers.

De administratie van de winkel van mijn vader was allerbelabberdst. Toen ik de zaak overnam, dat was vlak na de oorlog, heb ik eerst de administratie helemaal opnieuw opgezet. Je moest altijd iedereen achter de broek zitten. De mensen kochten alles op krediet. Dat werd in het ‘grote boek’ geschreven, maar nooit betaald. Vonden de mensen niet leuk toen wij rekeningen gingen versturen en wij ze geen krediet meer verleenden. Wij verstuurden de rekeningen eens per maand en op een gegeven moment ging het toch werken en kregen we de facturen betaald. Om de administratie op te zetten kocht ik een boekhoudmachine, een Remington 285. Man, daar was ik zo blij mee. Wij hadden een meisje in de winkel die de hele dag de administratie bijhield. Tot aan het eind van mijn werkzame leven heb ik met die Remington gewerkt. Ik was ongeveer dertig jaar toen ik de zaak overnam. In 1985 ben ik er mee gestopt.

Naast de winkel hadden we ook een uitgeverij. Ik liet plaatjes schilderen van de bloembollen, die werden in de uitgeverij gedrukt en vervolgens op de zakjes met bloembollen geplakt. Later ben ik de bloemen zelf gaan fotograferen, met een Leica. Daar heb ik bijzonder veel plezier in gehad. Ik had eigenlijk nooit hobby’s, maar fotografie werd toen mijn hobby. Ik

fotografeerde veel op de Keukenhof. Daar maakte ik dan ansichtkaarten van, die wij ook weer verkochten. Maar toen ik stopte met de winkel, ben ik ook met fotograferen gestopt. Ik zou nog best eens een Leica vast willen houden.

Nu ben ik 94 en zit ik hier in Bovenwegen. Ben mijn hele leven ziek geweest of was onderweg. Had altijd zware astma. Dat ben ik trouwens kwijt geraakt toen ik ging reizen met de camper en in een andere omgeving terecht kwam. Ik heb het niet makkelijk gehad in mijn leven. Mijn eerste vrouw overleed toen onze dochter pas elf jaar oud was. Ik heb ook twee zonen. Al die tijd heb ik zelf voor ze gezorgd. In 1982 ben ik hertrouwd met Catherina. Die is nu 89, en zit in een rolstoel, maar is nog prima in orde. Nu gaat het de goede kant op met mij en hoop ik binnenkort naar huis te kunnen.

Fotograferen

15

Page 16: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Janna MarkiesGeboortejaar1921WensOp bezoek gaan

Page 17: Bovenwegen, mijn thuis

Drie jaar geleden ben ik in Bovenwegen terecht gekomen na een heupoperatie. In het ziekenhuis hebben ze het verprutst. Door die operatie aan mijn heup is mijn been korter geworden en ben ik nu afhankelijk van een rolstoel. Ik kan weliswaar niet alles meer zelf, maar ben behoorlijk eigenwijs. Ik doe het gewoon en dan merk ik vanzelf of ik het kan ja of nee. Wachten op de zuster duurt mij gewoon te lang.

Ik ben geboren tegenover Paleis Soestdijk. Op mijn vierde jaar verhuisde ik naar Zeist. Ik heb twee zussen en een broer. Ik ben een verzorger. Vroeger verzorgde ik mijn moeder. Zij had kanker door haar hele lichaam. Mijn vader is ook aan kanker overleden, longkanker. Maar vooral mijn moeder heeft veel geleden. Ze teerde helemaal weg door die ziekte. Ze is 76 geworden. ’s Morgens was er een verpleegster om te helpen, maar verder deed ik het vooral alleen. Mijn zussen hielpen waar zij konden, maar de een woonde in Nieuw-Vennep en de ander in Amsterdam. Dat was toch lastiger.

Het klopt inderdaad dat ik altijd voor andere mensen heb gezorgd. Dat zit kennelijk in mijn aard om het andere mensen naar de zin te maken. Hier in Bovenwegen had ik een hele goede band met een andere bewoonster. Andere mensen vonden haar lastig en vervelend omdat ze veel huilde. Maar dat kwam omdat ze het gewoon niet naar haar zin had. En ze begon ook in de war te raken. Als zij weer eens huilde, ging ik naar haar toe. Het is ongelooflijk maar waar, als ze mij ziet, wordt ze vrolijk. We zijn hier in Bovenwegen echt vriendinnen geworden. Ze straalt gewoon als ik langskom. Ja, dat doet mij heel erg goed.

Haar zoons mogen mij ook heel graag. Die namen altijd een lekker gebakje mee voor hun moeder, maar natuurlijk altijd meer dan zij op kon. Dan aten wij lekker de rest op.

Nu zij naar Heerenwegen is vertrokken, mis ik haar heel erg. Maar hier in Bovenwegen konden ze haar niet goed verzorgen. Nu zij in Heerenwegen zit, huilt zij niet meer zoveel. Zij is daar veel meer op haar plaats. Maar ik mis haar vreselijk in het dagelijkse leven hier. Ik was in staat haar op haar gemak te stellen en dat deed ik graag. Het was voor iedereen fijn dat ik zo’n goed contact met haar had. Wij betekenen heel veel voor elkaar. Ik zou haar dan ook graag nog eens bezoeken! Maar ik weet dat dit voor haar te emotioneel is. Ik kijk dan ook veel naar een foto van ons samen. Ze is zo lief!

Op bezoek gaan

17

Page 18: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Riet van HuizenGeboortejaar1936WensSpelletje doen

Page 19: Bovenwegen, mijn thuis

Bijna dertig jaar heb ik samen met man en kinderen in de vakanties op een camping doorgebracht. In 1992 kregen we te horen dat wij permanent de caravan mochten bewonen. Dat hebben we toen vier jaar gedaan. Ik vond het altijd heerlijk op de camping. Je bent lekker buiten en er zijn altijd mensen om je heen. Ik ben wel een type dat graag geluid en mensen om zich heen heeft. Op de camping verzorgde ik de hele zomer door de klaverjasavonden. Amsterdams, Rotterdams of op zijn Utrechts, niets was mij te gek. Ik was er inderdaad wel aardig goed in. Ik zou het ook nog wel aan mensen kunnen leren. Het koppie is nog prima in orde. Spelletjes spelen vind ik het einde, dat deed ik altijd met heel veel plezier.

Ik ben 72 jaar geleden geboren in Hilversum en daar ook opgegroeid. Tot aan mijn twintigste, toen ik trouwde, heb ik daar gewoond. Daarna in Utrecht gaan wonen en bevallen van een zoon en een dochter. Inmiddels heb ik ook twee kleinkinderen, een van twintig en een van zeventien.Mijn zus overleed twaalf jaar geleden aan een hersenbloeding. Dat bleek een erfelijke aandoening te zijn, waardoor ik ook onderzocht en uiteindelijk geopereerd moest worden. Maar tijdens de operatie kreeg ik een infarct. Dat leverde mij acht weken ziekenhuis en zes weken revalidatie op. Een paar jaar geleden begon het beven. Ik kan mijn armen en benen niet stilhouden. Door mijn ziekte ben ik in Bovenwegen terechtgekomen. Door dat beven neem ik niet deel aan activiteiten. Ik voel mij enorm opgelaten. Ik moet alles vragen. Kan nog geen kopje koffie zelf vasthouden. Nee, laat mij maar lekker op mijn kamer zitten. Mag ik nog roken ook.

De ergotherapeuten hebben voor mij een speciaal apparaat gemaakt, het lijkt wel een soort waterpijp, waardoor ik zelf kan roken. Het is ook niet gevaarlijk, want de as valt er vanzelf af.

Voor Bovenwegen zit ik in de cliëntenraad. Daar hebben ze mij voor gevraagd. Ik heb het wel naar mijn zin in de cliëntenraad. Probleem is dat er te weinig personeel is. Maar de oplossing om Polen te laten helpen, vind ik niks. Het is natuurlijk wel fijn dat je meer handen aan het bed hebt. Ik vind het mooi dat Bovenwegen transformeert naar een verpleeghotel, maar daar moet je wel het personeel voor hebben. Heb zelf op vakantie een keer in een zorghotel gezeten. Daar had ik vijf dagen lang één op één begeleiding. Dat was top. Misschien wordt het straks mogelijk dat ik met een maatje spelletjes kan doen. Ik het denkwerk, de ander de uitvoering!

Een spelletje doen

19

Page 20: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Henny van de VeldeGeboortejaar1939WensDaden

Page 21: Bovenwegen, mijn thuis

Een jaar na mijn geboorte brak de oorlog uit in Nederland. In Rotterdam heb ik het bombardement meegemaakt. Wij waren thuis met negen kinderen. Ik was nummer zeven in de rij. We hadden ieder onze eigen taak en die moesten wij uitvoeren. Ik ben een echte Rotterdamse:geen woorden maar daden is mijn motto.

Nu ik hier in Bovenwegen zit, zie ik veel zaken die anders of beter zouden kunnen. Ik denk dat mijn achtergrond in de bejaardenverzorging en mijn werk als heilsoldaat in het Leger des Heils mij gevormd hebben en dat ik daardoor die dingen ook zie. En ja, dan moet je ook de stap maken om een cliëntenraad op te richten als dat je gevraagd wordt. Dat is dankbaar werk, maar voor mij ook wel vermoeiend. Ik zit natuurlijk niet voor niets in Bovenwegen. Mijn kleine hersenen sterven af en ik zou eigenlijk al niet meer kunnen zitten. Ik ben een medisch wonder. Maar zonder een cliëntenraad is er een hoop gemopper, dus het is bijzonder waardevol voor de bewoners en voor hun familieleden. Gelukkig kan ik mijn mondje wel roeren en ik vind het ook gewoon heel erg leuk. Wij stellen zaken aan de orde en proberen deze op te lossen voor de bewoners. De ervaring leert wel dat je aan de bel moet blijven trekken. Natuurlijk is er sprake van een chronisch tekort aan personeel. Dat weten we. Maar als mensen naar de toilet moeten, moeten ze snel geholpen kunnen worden. Je bent al zo afhankelijk en dat gevoel wordt met zoiets alleen maar erger.

Veel bewoners krijgen geen bezoek. Als ik dat zie, probeer ik bij ze langs te gaan en te praten met ze. Het zou ook mooi zijn

als het personeel daar wat meer tijd voor zou kunnen vrijmaken. Ik denk weleens, ga even zomaar langs bij een bewoner, maak een praatje, neem ze even mee naar buiten. Maar ja, ik kan ook niet teveel mopperen. Ik moet hier natuurlijk ook wonen en we moeten het met elkaar doen. Voor mij zijn naar buiten gaan, puzzelen of gedichten schrijven therapie. Dan trek ik mij terug en kan ik de waan van alledag even loslaten en mijn eigen grens trekken. Het werk voor de cliëntenraad grijpt mij soms heel erg aan. Het is vaak erg emotioneel en ook inspannend en op die manier creëer ik mijn eigen ruimte.

Natuurlijk is de cliëntenraad er niet alleen voor klachten. Wij organiseren ook leuke dingen. Zo ben ik nu heel druk met het organiseren van de braderie. Daar regel ik alles voor. Geen woorden maar daden!

Geen woorden maar ...

21

Page 22: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Lies HartjesGeboortejaar1926WensBehulpzaam zijn

Page 23: Bovenwegen, mijn thuis

Ik kom uit een groot gezin met nog drie zussen en twee broers. Mijn vader was timmerman en mijn moeder was thuis en had schoonmaakbaantjes. Zelf was ik dertien toen ik ging werken in een gezin. Het was bij ons thuis altijd gezellig. Er werd veel gezongen. Mijn zus en ik hadden vroeger zo’n klein radiootje en mijn zus wist dan feilloos van wie het muziekstuk was. Ik heb ook altijd voor mijn ouders gezorgd. Mijn moeder heeft zeventien jaar bij mij in huis gewoond. Ik ging altijd even bij haar zitten voor een praatje, maar het was wel zwaar.

Ik bemoei mij overal tegenaan. Als iets mij niet zint, dan zeg ik het gewoon. Laatst wilde een uitzendkracht mij al heel vroeg mijn bed in hebben, want dat kwam haar beter uit. Daar ga ik dus niet mee akkoord. Ook als ik iets geregeld wil hebben, blijf ik doorzetten. Ik ben een aanhouder en de aanhouder wint meestal. Ik ga niet bij de pakken neerzitten, ben behoorlijk eigenwijs. Dat werkt ook weleens tegen mij. Dan wil ik per se zelf afstoffen en ja dan wil ik nog weleens vallen. Ik val namelijk zo maar om. Dat is ook de reden dat ik niet meer naar huis kan. Mijn kinderen hebben het hier zo gezellig gemaakt. Op mijn eerste avond hier, had ik al mijn eigen stoel en een tas met boeken naast mijn stoel staan. Ik heb hier echt een hele gezellige kamer. Ik ben ook gek op het maken van puzzels en dan vooral woordzoekers.

Het zorgzame is eigenlijk altijd gebleven. Ook hier in Bovenwegen draag ik mijn steentje bij. Zo heb ik een hele tijd thee en brood rondgebracht. Ik probeer behulpzaam te zijn bij het dagelijks leven van mensen. Als ik zie bij mensen dat het

even niet gaat, probeer ik contact te maken en de mensen te helpen. Je moet er vaak even doorheen boren bij mensen, maar dan wordt het ook wel op prijs gesteld. Zo weet ik van bijna iedereen hier op de afdeling wat hij eet en drinkt. Als ik het eenmaal in mijn bol heb, gaat het er niet meer uit.

Hier, op dit stuk van de gang hebben we het heel gezellig met elkaar. Zo ga ik graag bij mijn overbuurvrouw langs. Die kan zelf niet veel meer en dan breng ik haar lekker een kopje chocola of een kroketje op zijn tijd. Ik beleef daar veel plezier aan. Ik ben weliswaar veel op mijn kamer, maar ik ken wel iedereen en ik weet alles. Je moet oog voor dingen hebben en je moet moeite doen om mensen te begrijpen. Ik maak mijzelf en anderen graag gelukkig.

Behulpzaam zijn

23

Page 24: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Rien van SoestGeboortejaar1923WensRolstoelrijbewijs

Page 25: Bovenwegen, mijn thuis

Wensen? Nee, veel wensen heb ik niet meer. Als ik al iets zou wensen, is het dat ik minder afhankelijk ben van andere mensen. Ik heb al twintig jaar multiples sclerose (MS) en daaroverheen nog een beroerte gehad. Ik begin nu weer een beetje op te krabbelen. Mijn spraak begint weer terug te komen. De logopediste is tevreden.

En nu, nu krijg ik op woensdag les in de elektrische rolstoel. Daar ben ik heel blij mee. In het begin ging het helemaal niet goed. Nu gaat het beter. Ik hoop echt dat het gaat lukken, want dat zou betekenen dat ik weer naar buiten kan. Ik ben dus nu mijn rolstoelrijbewijs aan het halen.

Al die tijd dat ik MS heb, kon ik toch nog thuis blijven wonen. Ik had een hulp in de huishouding voor het zware werk. Ik had zelfs nog een hond, een spaniël. Zo’n lekker pittig beestje. Die werd dan altijd door een kennis uitgelaten. Ik heb lang met een rollator gelopen. Nee, ik klaag niet. De lieve God is goed voor mij, ondanks dat mijn echtgenoot er vandoor ging omdat hij geen zin had om met een zieke vrouw op te trekken.

Mijn eigen huis heb ik altijd nog. Daar verblijft mijn dochter als ze in Nederland is. Zij woont al lange tijd in het zuiden van Duitsland. Ze komt zo vaak ze kan, maar het is acht uur rijden. Je wipt dus niet even binnen. Mijn kleinkinderen wonen ook in Duitsland. Mijn kleindochter gaat voor de kerk trouwen, maar daar kan ik helaas niet heen. Acht uur in de auto is echt te lang voor mij en het risico is gewoon te groot. Mijn dochter heeft een Mercedes, maar ik kan er nog niet eens in komen. Ik ben

inmiddels oud en wijs genoeg om te weten waar mijn grenzen liggen. Ik heb het aanvaard. Dat viel zeker niet mee, maar dit hoekje hier op de gang in Bovenwegen maakt veel goed. We hebben veel lol samen.

Deze rolstoellessen betekenen echt heel veel voor mij. Het maakt mij iets minder afhankelijk, ondanks dat ze mij natuurlijk wel elke keer in die elektrische stoel moeten takelen. Dat alleen al is een hele klus. Verder vergt het veel van mij. Moet opeens aan heel veel dingen tegelijk denken. Na zo’n les moet ik echt even bijkomen. De wens om wat zelfstandiger te worden en zelf iets te kunnen doen, daar doe ik het voor.

Rolstoelrijbewijs

25

Page 26: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Trudy BleijerveldGeboortejaar1947WensRolstoeldansen

Page 27: Bovenwegen, mijn thuis

‘Ik ben geboren op 7 juni en opgegroeid in Zeist. Jarenlang heb ik bij mijn ouders in Zeist gewoond. Daarna nog een tijdje ergens anders in Zeist en nu alweer een aantal jaren in Bovenwegen. Gezelligheid is voor mij heel belangrijk en dat vind ik in Bovenwegen.

In de zomer ga ik nog weleens naar buiten, maar eigenlijk ben ik altijd binnen. Op de activiteitenbegeleiding, die noemen ze hier AB, doe ik eigenlijk met alles mee. Zo ben ik gek op handwerken en maak ik allerlei kussens. Handwerken is een hobby van mij. Maar het aller leukste vind ik muziek en dan vooral luisteren en kijken naar muziek. Zelf maak ik geen muziek. Ik kan wel dansen. Rolstoeldansen is echt het einde. Vooral het maken van een pirouette en zo’n mooie beweging maken met je hand, alsof je een soort van buiging maakt in je rolstoel. Dat vind ik zo mooi. De ‘high five’ is ook heel leuk om te doen.

Op de activiteitenbegeleiding knutselen wij ook heel vaak. Dan maak ik bijvoorbeeld cadeautjes voor Koninginnedag. Ook doen we veel spelletjes, zoals sjoelen of volleybal met een ballon. Dat doen we in groepjes en daar kan je punten mee winnen.

Ik wil wel graag altijd winnen. Als ik niet op de activiteiten-begeleiding ben, zit ik ook graag op het plein beneden in de hal bij Bovenwegen. Of in de huiskamer waar ik dan met mijn vriend zit. Hij eet weleens mee op Bovenwegen. Hij woont op de Theresiastraat. Met hem heb ik samen een diploma voor de Engelse wals gehaald.

Mensen om mij heen is wat ik graag wil. Leuk is het ook als ik meegenomen wordt en ze samen met mij iets gaan doen. Maar als ik alleen op mijn kamer zit, kijk ik altijd TV. Naar programma’s met muziek en dans. Vaak kijk ik ook naar programma’s van de EO. Hier bij Bovenwegen ga ik ook naar de zondagsviering. Dat is ook zingen en muziek.

Mijn broer en mijn schoonzus houden ook heel veel van muziek. Dat heeft altijd al in de familie gezeten. Bij de activiteitenbegeleiding komt weleens een groep muziek maken of komen er volksdansers. Dan vind ik het heel leuk om te doen. Vaak geven ze mij een muziekinstrument in handen, zoals een tamboerijn. Dan kan ik leuk meedoen. Overigens is niet alle muziek even mooi. Disco vind ik helemaal niets. Nee doe mij maar rolstoeldansen met een grote groep op een Weense wals. Daar word ik helemaal blij van.

Rolstoeldansen

27

Page 28: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Ittie DekkerGeboortejaar1921WensVerhalen vertellen

Page 29: Bovenwegen, mijn thuis

‘De eerste zestien jaren van mijn jeugd heb ik doorgebracht in het toenmalige Nederlands-Indië. Ik ben geboren in Djakarta. Wij woonden op een goudmijn in Celebes, waar mijn vader de scepter zwaaide. Mijn moeder was lerares en uit eindelijk mocht zij ons les geven en hoefden wij niet elk jaar terug naar Djakarta. Het leven was mooi. Ik weet nog goed dat mijn vader mij op een groot plantenblad in het water zette en dat ik bleef drijven. Ik genoot ook van de gesprekken over politiek, maar ook van de mooie muziek die thuis gespeeld werd.

Toen ik na mijn eerste zestien jaar in Nederland aankwam, had ik het alleen maar koud. Ik ben een echte koukleum. Geboren in december kreeg ik op mijn eerste verjaardag in Nederland allemaal wollen cadeautjes, zodat ik het niet meer koud zou hebben.Na het gymnasium heb ik een opleiding tot directiesecretaresse gevolgd. Dat is werk dat ik altijd met bijzonder veel plezier heb gedaan. Maar toen ik mijn man leerde kennen, ben ik gestopt met werken. Dat ging nog zo in die tijd. Samenwonen en dergelijke was er niet bij. Met mijn man heb ik het zeer getroffen. Hij heeft dezelfde interesses als ik: muziek, politiek en literatuur. Wij hebben het zestig jaar lang heel goed gehad. Muziek was onze binding. Zijn vader werkte bij de Gelderse Papierfabriek en speelde trompet in het harmonieorkest.Onze zoon speelt saxofoon. Bij een muziekwedstrijd in Beverwijk kreeg hij op zijn tiende jaar een eervolle vermelding. Mijn zus speelt ook muziek en ikzelf speelde piano.

Ik zit in Bovenwegen vooral op mijn eigen kamer omdat ik geen inbreuk wil maken op de sfeer van andere mensen. Hier op

mijn kamer lees ik veel literatuur en interesseer ik mij zeer voor allerlei politieke zaken en volg ik documentaires op TV. Verhalen vertel ik aan een vrijwilliger die mij regelmatig bezoekt, een blinde jongeman, die zelf ook heel mooi kan voorlezen. Hij vindt mijn verhalen heel interessant. En ik die van hem.

Zelf ben ik een fervent liefhebster van de schrijfster Hella Haasse. Zij is van mijn leeftijd en heeft ook haar roots in Nederlands-Indië. Ik kan heel levendig vertellen over wat ik heb meegemaakt in mijn leven. Tijdens de bijbelkring en gespreksgroep hier in Bovenwegen, wissel ik verhalen uit met de andere mensen. Daar zitten ook mensen bij de gereisd hebben naar bijvoorbeeld Suriname en de Oost. Ik vertel mijn verhalen en deel die met anderen die ook graag hun verhalen vertellen. Als ik dat niet doe, zak ik mentaal af.

Verhalen vertellen

29

Page 30: Bovenwegen, mijn thuis

Naam George FoetGeboortejaar1939WensVan dienst zijn

Page 31: Bovenwegen, mijn thuis

Organiseren zit mij in het bloed. In mijn werkzame leven organiseerde ik grote internationale beurzen en dat is een complex proces. Het concept moet worden geformuleerd, de doelgroep op wie het zich richt, qua exposanten en bezoekers. De media-activiteiten, de publiciteit en werving rondom zo’n evenement moet vorm krijgen. In mijn werk was ik zeer gedreven. Zat overal bovenop. Als het proces verliep zoals ik van te voren bedacht had, gaf mij dat voldoening. Aan de andere kant bezorgde het ook wel stress. Ik gaf leiding aan een team beursmanagers in een grote organisatie, waarbij je verantwoordelijk ben voor het budget, het bewaken van de deadlines en je de voortgang moet sturen. Daarnaast heb je te maken met honderden deelnemers en duizenden bezoekers.Ik heb wel het idee dat mijn werk gewaardeerd werd, mijn menselijke aanpak en gedrevenheid. De mensen werkten graag voor mij. Ik stelde hoge eisen, maar liet het ook blijken als het werk goed gedaan werd. De mens is tenslotte geen robot. Je voert de taken uit die je zijn opgedragen, maar je verwacht daar waardering voor. Die waardering sprak ik uit.

De ziekte die ik heb, Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS), is bij mij in 1984 vastgesteld. Als eerste kreeg ik toen problemen met het lopen. ALS is een ongeneeslijke progressieve spierziekte die tergend langzaam maar meedogenloos alle motorische zenuwen afbreekt. Ik zit al ruimschoots in de reservetijd. Sinds 1992 zit ik in een rolstoel en praat ik via een spraakcomputer. Vanaf augustus 2008 draai ik mee in Bovenwegen. Ik vermaak mij nog bijzonder goed met lezen, studeren en bezoek aan musea. Ik heb een gelukkig huwelijk, geniet van mijn gezin

en heb een grote groep vrienden waarmee ik regelmatig iets onderneem en ik prijs mij gelukkig dat geen van hen tussentijds is afgehaakt.

Ik heb weliswaar een vervelende kwaal, maar ik ben de kwaal niet. Letter voor letter je gedachten in een computertje formuleren, is lastig. Mijn activiteiten voor Bovenwegen zijn op de achtergrond. Ik zie mijzelf meer in een adviserende rol en geef graag gevraagd en ongevraagd advies. In het reorganisatieproces van Bovenwegen van verpleeghuis naar verpleeghotel kan ik een rol spelen ten aanzien van het presenteren, het overbrengen van de boodschap en de inhoud ervan. Verder kan ik advies en feedback geven op stappen die genomen gaan worden in het veranderproces. Uiteraard het liefst van te voren, dan kan ik er nog invloed op uitoefenen. Ik ben Bovenwegen graag van dienst!

Van dienst zijn

31

Page 32: Bovenwegen, mijn thuis

Naam Johanna HeijligerGeboortejaar1916WensAgenderen

Page 33: Bovenwegen, mijn thuis

Wensen, wat zijn nou nog wensen in mijn leven. Mijn leven is lang geleden. Ik word in december 93 jaar. Als ik nog had gekund, was ik naar het huwelijk van mijn kleinzoon in Frankrijk gegaan vorig jaar. Mijn dochter heeft al 25 jaar een huis in Frankrijk, boven op een heuvel met prachtig uitzicht. Het was een in elkaar gezakte bouwval, maar mijn schoonzoon was er helemaal weg van en heeft het fantastisch opgeknapt. Het is een echt familiehuis geworden. Mijn kleinzoon is er zo weg van, dat hij de burgemeester van het Franse dorp in zijn beste Frans gevraagd heeft of hij daar mocht trouwen. Daar moest wel het een en ander voor geregeld worden, maar het mocht. Mijn dochter is toen beneden in het dorp bij de mensen langs geweest om slaapplaatsen te regelen voor zestig man. Het is een geweldig feest geworden en ik werd bijna van minuut tot minuut op de hoogte gehouden. Met al die nieuwe technieken kan dat ook makkelijk. Op de laptop heb ik naderhand alle foto’s kunnen bekijken.

Wat ik ook nog wens, is contacten met mensen. Dat heb je gewoon nodig. Hier in Bovenwegen leer je niet makkelijkmensen kennen. Ik ga wel elke dag naar de activiteiten-begeleiding. Daar tref ik altijd leuke mensen. Voor Bovenwegen zat ik in een verpleeghuis in De Meern. Dat was een lekker klein groepje van dertig mensen en daar leerde je iedereen kennen. Hier is dat veel moeilijker. Ik zou graag in een kleinere groep zitten. Gezelligheid vind ik heel belangrijk. Ze willen wel graag dat ik in de huiskamer kom zitten, maar met mijn benen is het gewoon lekkerder om op bed te zitten met mijn benen vooruit. In de huiskamer kijken ze ook altijd TV, maar wat mij

betreft naar de verkeerde zender.Ik namelijk ben gek op voetbal. Ik volg alle wedstrijden en vooral ook van het Nederlands elftal. Mijn vader was vroeger voorzitter van de voetbalvereniging in Middelburg. Daar ben ik geboren. Iedereen ging op zondag naar de kerk, maar mijn vader vond dat daar sprookjes verteld werden en nam mij mee naar het voetbalveld. Toen ik zes jaar oud was, kende ik al alle regels. Ik vond het enig om te zien.

Hier in Bovenwegen is een ruimte waar we op een groot scherm met een groep voetbal kunnen kijken, dat zou ik echt vaker willen! In De Meern hadden we een krantje waar alle activiteiten in stonden, van groot tot klein. Dat zou ik hier ook graag willen. Een overzicht van de ‘grote’ en van de ‘kleine’ evenementen, bijvoorbeeld wanneer de krant wordt voorgelezen, het rolstoeldansen en het schilderen.

Agenderen

33

Page 34: Bovenwegen, mijn thuis

Colofon

Dit boek is samengesteld in opdracht van:Warande (www.warandeweb.nl)Locatie Verpleeghotel Bovenwegen Heideweg 23708 AT Zeist

Tekst & Samenstelling Tilly de KruyfManon Vonk

Art-direction en vormgeving Annemarie Kalkman | Communicatiebureau Vet-Gedrukt (www.vet-gedrukt.com)

Fotografie Manon Vonk | VonkFactor 13 (www.vonkfactor13.nl)

DrukEerste druk, november 2009

Oplage 1.000 exemplaren

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, foto-kopie, geluidsband of op welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.

Page 35: Bovenwegen, mijn thuis
Page 36: Bovenwegen, mijn thuis

Bovenwegen, mijn thuis