Bouwen en vertrouwen

24
Jaarverslag 2008 Bouwen en vertrouwen

description

Het jaarverslag 2008 van Het Waterschapshuis.

Transcript of Bouwen en vertrouwen

Jaarverslag

2008

Bouwen en vertrouwen

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

Dit jaarverslag staat in het teken van ‘Bouwen en vertrouwen’. Daaruit moet u geenszins de conclusie trekken

dat dit thema slechts in 2008 centraal stond. Ook na 2008 is Het Waterschapshuis doorgegaan met het bouwen

en werken aan vertrouwen. Het feit dat de Ledenvergadering van de Unie van Waterschappen besloten heeft

door te gaan met Het Waterschapshuis en de stichting om te vormen tot een Gemeenschappelijke Regeling,

is daar een mooi voorbeeld van. Maar ook de wijze waarop de begroting 2010 door de Ledenvergadering is

aangenomen, geeft het bestuur van Het Waterschapshuis het idee op de goede weg te zijn. Verder bouwen

en blijven werken aan vertrouwen heeft sinds 2008 niet aan belang ingeboet.

In 2008 hebben grote veranderingen plaatsgevonden. In de eerste plaats is begonnen met het bestuurlijk

actieplan ‘Professionalisering Het Waterschapshuis’. Eén van de actiepunten in dit plan was het aantrek-

ken van een fulltime directeur. Samen met de directeur en alle medewerkers van Het Waterschapshuis

heeft het bestuur de nieuwe koers ingezet. Die koers komt ondermeer tot uiting in een betere en profes-

sionelere organisatie, betere communicatie en meer grip op de verschillende programma’s en de financiën.

Het starten van een nieuwe beweging is nog relatief eenvoudig. Het vasthouden en daadwerkelijk resulta-

ten laten zien is moeilijker. Met de wijsheid van 2009 (waarin dit jaarverslag het licht ziet) kan ik echter

stellen dat het bestuur van Het Waterschapshuis de goede weg heeft ingeslagen. Dit blijkt onder andere

uit de wijze waarop dit jaarverslag tot stand is gekomen. Een nieuwe frisse vorm, waarin medewerkers

en andere betrokkenen rond Het Waterschapshuis aan het woord komen en uitleg geven over ‘bouwen en

vertrouwen’.

Namens het bestuur en de medewerkers van Het Waterschapshuis wens ik u veel leesplezier toe.

Ir. Henk van ’t Land,

Voorzitter bestuur Het Waterschapshuis

Bouwen en vertrouwen Met veel genoegen bied ik u het jaarverslag 2008 van Het Waterschapshuis aan. Sinds de oprichting in 2005 is dit het

derde jaarverslag. In de periode 2005-2008 is er veel gebeurd. Maar ook in de periode daarna heeft de ontwikkeling van Het Waterschapshuis niet stilgestaan.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis 2

Directeur Joris van Enst blikt terug ... en kijkt vooruit Bij mijn aantreden als directeur van Het Waterschapshuis, medio 2008, wist ik dat ik ging werken voor een club met 26 grote

klanten, de waterschappen, maar ook met eigen verantwoordelijkheden. Een club bovendien die sterk groeit en volop in ontwikkeling is, zich met heel uiteenlopende projecten bezighoudt en vanaf verschillende locaties werkt. Uitdagingen te over dus.

Werken aan vertrouwenWe hebben de afgelopen periode heel hard gewerkt aan het winnen en verdienen van vertrouwen bij de

waterschappen. De waterschappen hebben in 2005 het jawoord gegeven aan Het Waterschapshuis, maar

we moeten blijvend aantonen dat we dat ook waard zijn. We zijn daarbij dienstbaar aan de waterschap-

pen, maar wel met onze eigen verantwoordelijkheid. Zowel bestuurders, directies als medewerkers dragen

verantwoordelijkheid voor de primaire processen van de waterschappen. We moeten te allen tijde laten zien

dat Het Waterschapshuis doet wat de waterschappen aan ons vragen en leveren wat nodig is.

Bestuurlijke invloedHet is goed dat de waterschappen meer bestuurlijke invloed krijgen op Het Waterschapshuis. We zijn om

die reden, op advies van een commissie onder leiding van dijkgraaf Joseph Vos, de weg ingeslagen naar een

Gemeenschappelijke Regeling. Hierbij zijn alle waterschappen vertegenwoordigd in ons Algemeen Bestuur.

Dat zal bijdragen aan het algemene solidariteitsgevoel onder de waterschappen, met respect voor elkaars

verschillen en soms belangen. Onze relatie wordt hiermee ook minder vrijblijvend. Centraal staat in ieder

geval dat het budgetrecht van de waterschappen goed tot uiting komt in de Gemeenschappelijke Regeling.

Professionele organisatieDe waterschappen moeten kunnen rekenen op een goedlopende, professionele organisatie bij Het Waterschaps-

huis. Daar hebben we in 2008 en ook dit jaar hard aan gewerkt. We hebben een nieuwe, heldere organisa-

tiestructuur opgezet, waarbij ontwikkelingen steeds langs de lijn van ‘Architectuur en Standaarden’ via

‘Projecten’ naar ‘Beheer’ lopen. Elk van die competentiegebieden heeft een eigen manager, aangevuld met

een manager Bedrijfsvoering en Bedrijfsontwikkeling. We werken aan onze eigen bedrijfscultuur, bereiden

de vestiging op één locatie (Amersfoort) voor en ontwerpen en beschrijven een nieuwe administratieve orga-

nisatie en een nieuw informatie- en documentatiesysteem. We richten de blik óók naar buiten: een imago-

en tevredenheidsonderzoek leert ons waar we staan en waar we ons kunnen verbeteren.

BegrotingHet afkeuren van de begroting 2009 in december 2008 door de Ledenvergadering van de Unie van

Waterschappen heeft mij geholpen. Ik werd gedwongen om samen met de waterschappen het huiswerk

opnieuw te maken en heb voor de bureaukosten een nieuwe begroting opgesteld. Mede daardoor kreeg Het

Waterschapshuis een veel scherper beeld van de wijze waarop de organisatie op orde moest komen. Er is

daardoor heel veel in gang gezet en ten goede gekeerd. Daar plukken we nu al de vruchten van.

Jaarverslag 2008 HetWaterschapshuis �

Enthousiasme voor programma’sIk proef bij de waterschappen over het algemeen een groeiend enthousiasme voor onze programma’s. Dat

bleek ook tijdens de informatiedagen die we afgelopen voorjaar hielden. We werken er hard aan om projec-

ten binnen de programma’s zo goed mogelijk vorm te geven. Wat we bijvoorbeeld van IRIS hebben geleerd,

is dat we scherper op de kosten moeten sturen. We beginnen geen project meer voordat we weten of en

wanneer het rendabel is en alleen als er voldoende draagvlak is onder waterschappen. Als een verkennende

studie positief uitpakt, laten we vanaf nu altijd eerst een businesscase opstellen. Als blijkt dat een project

rendabel is, volgen een projectplan en een begroting. De recente aanbesteding voor het bouwen van een

gezamenlijk WION-portaal (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten) is een geslaagd voorbeeld

van zo’n proces. Als een proces goed verloopt, geeft dat bij de waterschappen vertrouwen dat het geld recht-

matig en doelmatig wordt ingezet. Dat is wat wij nastreven.

Rode draadKerntaak van Het Waterschapshuis, de samenwerkingsorganisatie van waterschappen, is te komen tot

duurzame oplossingen in de bedrijfsprocessen bij waterschappen en ketenpartners. Dit met als uiteindelijke

doel de kwaliteit van hun dienstverlening en die van hun afnemers te bevorderen en te borgen. Dat is de rode

draad bij alles wat Het Waterschapshuis doet.

Het Waterschapshuis ent al haar producten en toepassingen daarbij nu op één architectuur, waarbij de ont-

wikkelde Overheidsdatabase (ODB) als basis dient. De ODB kan gegevens uit de landelijke basisregistraties

automatisch ontvangen, opschonen en verbeteren, koppelen en vastleggen. Via modern berichtenverkeer

stelt het deze gegevens vervolgens ter beschikking aan andere applicaties van de overheid en natuurlijk

aan de applicaties die Het Waterschapshuis zelf laat ontwikkelen. De ODB voldoet aan alle normen van de

Nederlandse Overheid Referentie Architectuur, de NORA-normen.

AmbitieIn het eerste jaarverslag onder mijn hoede als directeur van Het Waterschapshuis mag ik misschien wel

mijn belangrijkste ambitie verklappen: dat de waterschappen Het Waterschapshuis op den duur naar bui-

ten als belangrijk argument gebruiken voor kostenbewust en kwaliteitsbewust werken. Laten we daar de

komende jaren samen hard aan werken.

Drs. Joris van Enst,

Directeur Het Waterschapshuis

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

Organisatie & Communicatie 2008 stond voor Het Waterschapshuis in het teken van beginnende professionalisering op het gebied van organisatie, bedrijfsvoering, cultuur en communicatie. Dat gebeurde onder leiding van de eerste ‘echte’ directeur Joris van Enst, die in juni 2008 het stokje overnam van interim-directeur Henk van der Honing.

Begin 2009 voerde Het Waterschapshuis een nieuwe

organisatiestructuur in met drie zogenoemde com-

petentiegebieden. De structuur sluit nauw aan bij

de eigen werkprocessen. Het competentiegebied

‘Architectuur & Standaarden’ houdt zich vooral bezig

met het ontwikkelen en implementeren van onder-

liggende afspraken en informatiestandaarden, zoals

de Waterschaps Informatie Architectuur. Binnen

het competentiegebied ‘Projecten’ wordt gewerkt

aan de ontwikkeling van softwareapplicaties, op

basis van de gemaakte afspraken en vastgestelde

standaarden. Het competentiegebied ‘Beheer’ is

verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud

van de binnen ‘Projecten’ ontwikkelde applicaties,

alsmede voor eventuele aanpassingen. Naast deze

drie primaire competentiegebieden is er een afdeling

Bedrijfsvoering & Bedrijfsontwikkeling. Hierin heeft

Het Waterschapshuis alle ondersteunende processen

ondergebracht.

Om meer (bestuurlijk) draagvlak en vertrouwen te

creëren voor Het Waterschapshuis hield Joris van

Enst, bij bestuurders en directies van waterschappen

een consultatieronde. Tevens hield accountmanager

Marketing & Communicatie, Linda Petrovic, een

consultatieronde bij alle communicatieafdelingen

van waterschappen en betrokken instellingen om

te komen tot samenwerking en verbetering van de

communicatie en dienstverlening. Onder de titel ‘We

gaan het samen beleven’ startte Het Waterschapshuis

eind 2008 een proces om daar verder mee aan de slag

te gaan.

In 2008 werd tevens gestart met het voorbereiden

van de verhuizing van Het Waterschapshuis naar

één centrale locatie in het midden van het land.

Dit moet begin 2010 een feit zijn. Tot slot werden

de eerste organisatorische voorbereidingen getrof-

fen om Het Waterschapshuis om te vormen tot een

Gemeenschappelijke Regeling.

Piet Reijers

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

Onder aanvoering van de nieuwe directeur Joris van Enst is Het Waterschapshuis bezig een stevige organisa-

tie te worden, aldus Piet Reijers: ‘We zijn mede door zijn toedoen inmiddels geen hutje op de hei meer, maar

een echt, bestuurlijk goed verankerd huis. Wat dat huis zelf betreft: ik vind het een grote vooruitgang dat

we straks als organisatie onder één dak zitten. Daarmee kunnen we de bedrijfsvoering en de kwaliteit van

onze dienstverlening verder verbeteren. We zijn dan niet alleen een virtuele, maar ook een fysieke ontmoe-

tingsplek geworden voor de waterschappen.’

Volgens Piet is er onder de medewerkers een geweldige drive om die professionaliseringslag te maken. ‘Er

heerst binnen de organisatie geen negen tot vijf mentaliteit. We geloven in wat we doen en werken daar

hard voor. We werken niet volgens het principe van vraag en aanbod, maar volgens het principe van vraag

en antwoord, zodat waterschappen de systemen krijgen waar ze werkelijk behoefte aan hebben en zelf om

gevraagd hebben.’

Piet Reijers: Tijd van freewheelen is voorbij Het Waterschapshuis is als piepjonge organisatie nog volop in ontwikkeling. Desondanks is de periode van freewheelen volgens

manager Bedrijfsvoering & Bedrijfsontwikkeling Piet Reijers inmiddels voorbij. ‘Iedereen onderkent de noodzaak om te professionaliseren, vanwege het belang van het werk dat we doen.’

‘Het heeft bij STOWA een tijd geduurd voordat we de zaken organisatorisch, financieel, procesmatig en com-

municatief goed op poten hadden. We moesten van ver komen, maar het uiteindelijke resultaat smaakt

zoet: toenemend vertrouwen bij de geldschieters, steeds meer draagvlak voor ons werk en steeds meer

medewerking van waterschappen. Dat houd ik Het Waterschapshuis graag voor.’

‘Het Waterschapshuis heeft als organisatie een duidelijke meerwaarde. Ik ben er dan ook van overtuigd dat

steeds meer waterschappen die meerwaarde gaan herkennen en erkennen, ’voorspelt Jacques. Daarbij zijn

twee dingen volgens hem van groot belang: ‘Het Waterschapshuis is net als STOWA geen doel op zichzelf,

maar een middel om de samenwerking tussen waterschappen te verbeteren. Dat moet je altijd in je achter-

hoofd houden. En je moet je oor voortdurend te luisteren leggen bij de waterschappen om te zorgen dat je

een vraaggestuurde organisatie bent en blijft.’

Jacques Leenen: Professionalisering kost tijd ‘De professionaliseringsstrijd die Het Waterschapshuis op dit ogenblik voert, is heel herkenbaar,’ aldus directeur

Jacques Leenen van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer. STOWA neemt ten opzichte van de waterschappen een soortgelijke positie in als Het Waterschapshuis.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

De eind 2008 gepresenteerde ‘Roadmap Infor-matievoorziening Waterschappen’ toont aan dat bij waterschappen veel vraag is naar gemeen-schappelijke toepassingen op ICT-gebied. De roadmap is de praktische uitwerking van de gezamenlijke visie op de ICT-architectuur voor waterschappen, die in 2007 werd vastgesteld. Zo’n gezamenlijke visie is van groot belang, om-dat alle applicaties die de waterschappen laten ontwikkelen, moeten stoelen op een degelijk en zo uniform mogelijk ICT-fundament.

De eerste stap voor dat fundament startte enkele

jaren geleden met het inventariseren en beschrij-

ven van alle bedrijfsprocessen en producten in de

zogeheten Waterschaps Informatie Architectuur

(WIA). Door het opstellen van dit uniforme concept

wordt het mogelijk de informatiehuishouding van

de waterschappen uniformer, efficiënter en goed-

koper te maken. De in 2008 onder regie van Het

Waterschapshuis ontwikkelde Roadmap bevat tal

van adviezen die de waterschappen de komende

jaren helpen bij het verder uitbouwen van een geza-

menlijke informatievoorziening. Bij ieder advies is

aangegeven wie de regie zou moeten hebben over de

uitvoering.

Het belang dat de waterschappen en Het Water-

schapshuis hechten aan een gezamenlijke archi-

tectuur en standaarden komt ook tot uiting in de

nieuwe organisatiestructuur waaraan in 2008 werd

gewerkt. Er zijn drie zogenoemde competentiegebie-

den, waarvan ‘Architectuur & Standaarden’ er één

is. De twee andere zijn respectievelijk ‘Projecten’ en

‘Beheer’.

Een belangrijke uitwerking van het gezamenlijke

ICT-beleid dat Het Waterschapshuis met de water-

schappen in gang zette, was de ontwikkeling van

de Overheidsdatabase (ODB) en de bijbehorende

Enterprise Service Bus. Met dit systeem wordt het

fundament gelegd voor het toepassen van nieuwe

applicaties. Ook bestaande applicaties kunnen

‘inpluggen’ op de ODB. Andere overheden zijn even-

eens geïnteresseerd in dit nieuwe databasesysteem.

Architectuur & Standaarden

Peter de Leeuw

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

Waterschappen verschillen in omvang, beschikbare middelen en informatiseringsbehoeften. Daardoor is het

volgens Karien Heirman moeilijk uniforme vragen op ICT-gebied te formuleren. ‘Landelijke afspraken om

processen te uniformeren worden in de praktijk niet nagekomen. Dit leidt bij IRIS (Integraal Resultaatgericht

Informatie Systeem) bijvoorbeeld tot te veel functionaliteit binnen een module, te generieke functionaliteit

of geen éénduidige methodiek voor bijvoorbeeld het vastleggen van de legger. Het uiteindelijke doel, bespa-

ren en verbeteren door samenwerken, raakt op die manier uit het zicht.’

Een pasklare oplossing heeft Karien niet. Het lid van de werkgroep Architectuur & Standaarden kijkt bij-

voorbeeld naar hoe grote multinationals werken, waar alle onderdelen gebonden zijn aan een corporate

ICT-beleid. ‘Dat beleid beperkt zich vaak tot zaken als gezamenlijke inkoop, shared services centres, opti-

malisatie van de IT-infrastructuur, uniforme mailomgeving en een standaard voor het programma van de

Enterprise Resource Planning, waarmee alle administratieve bedrijfsprocessen worden ondersteund.’

Analoog daaraan gelooft Karien dat de referentiearchitectuur van Het Waterschapshuis geen dik boekwerk

moet zijn waarin alle processen en diensten gedetailleerd worden beschreven. ‘Ik zie meer in een set maat-

regelen die waterschappen kunnen toepassen bij het uitvoeren van informatiserings- en ICT-projecten. Dan

gaat het bijvoorbeeld om hoe je omgaat met informatiesystemen, met bedrijfsgegevens, de technische infra-

structuur en de inrichting van de informatievoorziening. Ik probeer het realistisch te bekijken en dan zie ik

in deze benadering het meeste heil.’

Karien Heirman: Meeste heil bij realistische benadering

Karien Heirman, beleidsadviseur Informatievoorziening bij Wetterskip Fryslân, gelooft dat waterschappen kunnen toegroeien naar een meer uniforme bedrijfsvoering op het gebied van informatievoorziening. Tegelijkertijd denkt ze dat dit proces zijn beperkingen

kent: ‘We zitten in een spagaat. Het Waterschapshuis wil zoveel mogelijk gezamenlijk standaarden en applicaties ontwikkelen. Tegelijkertijd is elk waterschap een autonome organisatie met een eigen bestuur dat eigen keuzes maakt. Dat kan wringen.’

‘Om een uniform en gezamenlijk ICT-beleid te kunnen vormgeven, moeten waterschappen bereid zijn een deel

van hun autonomie in te leveren,’ aldus Peter de Leeuw. ‘Dat ligt vaak moeilijk. Je hebt bovendien te maken

met het feit dat waterschapsbesturen vanuit hun verantwoordelijkheid eigen keuzes maken. Maar tachtig

tot negentig procent van het ICT-beleid en de toepassingen daarvan kunnen we gezamenlijk doen. Je hebt

wel flexibele ICT-structuren nodig, want de rol en positie van waterschappen in de maatschappij verandert

steeds. Je moet daar als waterschappen in kunnen meebewegen, ook op ICT-gebied.’

Een goed voorbeeld dat gemeenschappelijk ICT-beleid werkt, is WaterschapsNet: het gezamenlijke Content

Management Systeem (CMS) voor de websites van de waterschappen. ‘Dit CMS is de ‘motor’ achter de web-

sites en de applicaties daarop, maar de waterschappen kunnen het naar eigen behoefte verder inrichten

en vormgeven,’ aldus Peter. ‘Eind 2008 maakten 23 waterschappen daadwerkelijk gebruik van het CMS

WaterschapsNet.’

Wat in 2008 moeizaam ging, was het proces rond de aanbesteding van de ODB aan softwarebedrijf Logica

en de bijbehorende licenties van Oracle. ‘Veel waterschappen hadden het gevoel dat hen iets ‘door de strot

werd geduwd’, zonder dat ze zicht hadden op wat het zou opleveren. De latere vertraging bij de bouw van

de ODB vergrootte het draagvlak evenmin. We hebben heel veel geïnvesteerd in de contacten om de aanbe-

steding er toch door te krijgen. Met als belangrijkste argument dat we met dit project de basis leggen voor

veel applicaties in de toekomst. Dat begint zich nu ook echt af te tekenen. Dit project geeft wel aan dat het

samenspel tussen bestuurders, directies en organisaties van de waterschappen en Het Waterschapshuis beter

kan. Uiteindelijk gaat het om de wil tot samenwerken. Die groeit gelukkig.’

Peter de Leeuw: De wil tot samenwerken groeit Manager Architectuur & Standaarden Peter de Leeuw ziet erop toe dat Het Waterschapshuis niet alleen gezamenlijke

architectuur en standaarden ontwikkelt, maar dat deze ook worden geborgd en toegepast. ‘Daarvoor hebben we in 2008 de Roadmap vastgesteld. Dat heeft in 2009 al geleid tot de oprichting van de Community of Practice WaterschapsArchitecten:

de CoPWa.’

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis 8Albert van Kampen

Waterschapsverkiezingen 2008 Begin november 2008 gingen bij een Franse drukkerij, één van de grootste in Europa, 13 miljoen stempakketten de deur uit. 35 vracht-wagens reden de pakketten vervolgens naar de Nederlandse sorteercentra van TNT Post. Het was de opmaat voor de eerste centraal georganiseerde waterschapsverkiezingen, die plaatsvonden van 13 tot en met 25 november 2008. Het Waterschapshuis speelde een belang-rijke rol bij het voorbereiden, begeleiden en ondersteunen van die verkiezingen.

Het Waterschapshuis zorgde er in de aanloop naar

de verkiezingen voor dat via de gemeentelijke

basisregistraties centraal een kiesregister werd

opgebouwd, met daarin de NAW-gegevens van alle

stemgerechtigde burgers. Dat werd gekoppeld aan

een nauwkeurige gebiedsafbakening per waterschap,

zodat stemgerechtigden niet per abuis voor meerdere

waterschappen een stembiljet kregen. Iets wat bij

vorige, decentrale verkiezingen nog wel eens voor-

kwam, juist omdat waterschapsgrenzen en gemeen-

tegrenzen lang niet altijd samenvallen.

De grootste uitdaging voor Het Waterschapshuis was

het (om)bouwen en geschikt maken van een stemap-

plicatie (RIES) voor het tegelijkertijd houden van

26 verkiezingen. De applicatie, die de waterschap-

pen via internet konden gebruiken, ondersteunde

de waterschappen bij het gehele verkiezingsproces:

vanaf het invoeren en controleren van kandidaten-

lijsten tot het verwerken van alle binnengekomen

stemmen en het bepalen van de zetelverdeling. Alle

waterschappen maakten gebruik van het systeem.

Over het algemeen tot tevredenheid. Door het geza-

menlijk organiseren van de verkiezingen bespaarden

de waterschappen uiteindelijk naar schatting miljoe-

nen euro’s.

Er kon alleen per post gestemd worden en niet via

het internet. De waterschappen besloten name-

lijk - vlak voor de verkiezingen - deze binnen het

stemsysteem geboden optie niet te gebruiken. Dit

besluit werd genomen na een door staatssecretaris

Tineke Huizinga gelast onderzoek naar de veilig-

heid, betrouwbaarheid en fraudegevoeligheid ervan.

Tijdens een audit in opdracht van de staatssecretaris

wist een slimme ICT’er via internet in het systeem

nepstemmen te ‘injecteren’. Dat was gerenommeerde

ICT-beveiligingsexperts van enkele universiteiten tot

dan toe nooit gelukt. Het beveiligingslek bleek op

korte termijn niet meer te repareren. Ook het aantal

ongeldige stemmen viel bij de verkiezingen nogal

hoog uit (4 à 5 procent van het totaal aantal uitge-

brachte stemmen). Dat had te maken met de gekozen

veiligheidsmaatregelen om fraude met stembiljetten

te voorkomen.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �

In de aanloop naar de verkiezingen speelde Het Waterschapshuis volgens hem een belangrijke initiërende en

activerende rol: ‘Ze hebben de boel echt in beweging gezet, om te zorgen voor een goede stem-infrastructuur.

Natuurlijk zijn er zaken niet goed gegaan. Het grote aantal ongeldige stembiljetten was een tegenvaller. Dat

moet beter. Ook was het heel jammer dat het internetstemmen uiteindelijk niet doorging. Maar dat kun je

niet alleen Het Waterschapshuis verwijten. Het had vooral te maken met politieke tegenwind.’

Albert acht de kans groot dat volgende waterschapsverkiezingen samen met andere verkiezingen worden

gehouden. Dan gelden daarvoor de normale regelingen en wordt er niet meer per post gestemd. Maar stilletjes

hoopt hij dat er tegen die tijd wel via het internet gestemd kan worden: ‘Steeds meer zaken met de overheid

kun je elektronisch regelen. Het kan toch niet zo zijn dat we over vijf jaar nog altijd de deur uit moeten om te

gaan stemmen?! Nee, internetstemmen heeft de toekomst.’

Albert van Kampen: Internetstemmen heeft de toekomst Het Waterschapshuis heeft de waterschappen bij de verkiezingen heel veel zorgen uit handen genomen, vindt Albert van Kampen, senior juridisch adviseur bij het Hoogheemraadschap van Rijnland: ‘Ieder waterschap had bijvoorbeeld een perfect kiesregister. Dat was ons afzonderlijk nooit gelukt.’ Albert was projectleider verkiezingen binnen zijn eigen waterschap en betrokken bij de

landelijke evaluatie van de verkiezingen.

Simon Bouwman vindt het jammer maar wel begrijpelijk dat het internetstemmen niet doorging. Met inter-

netstemmen hadden de waterschappen een breder publiek bereikt, zoals de jongeren: ‘De overheid wil graag

maximale openheid en transparantie betrachten. Verkiezingsuitslagen moeten bijvoorbeeld op alle punten

controleerbaar zijn. De stemapplicatie die we hebben gebruikt is daarom open source software. Het gecon-

stateerde internetlek in het stemsysteem is overigens naar verwachting goed te dichten. Ik verwacht dat

burgers bij de waterschapsverkiezingen in 2016 wel via internet hun stem kunnen uitbrengen.’ Dat laatste

zou volgens Simon ook een positieve invloed kunnen hebben op het opkomstpercentage. Uit een representa-

tief onderzoek naar de (lage) opkomst, gaven veel respondenten aan dat ze wel zouden hebben gestemd als

internetstemmen mogelijk was geweest.

Tot slot het relatief grote aantal ongeldige stemmen. Om fraude met stembiljetten te voorkomen, moesten

mensen op hun eigen biljet hun geboortejaar invullen, aldus Simon: ‘Dat kwam overeen met een versleu-

telde code elders op het biljet. Maar soms haalden mensen stembiljetten door elkaar, vooral als er naar een

huishouden meerdere biljetten waren verstuurd. Dan klopten code en geboortejaar niet meer met elkaar. Een

goede leer voor de volgende keer, want iedere ongeldige stem is er één te veel.’

Simon Bouwman: Waterschapsverkiezingen goede leer voor de volgende keer

Manager Beheer Simon Bouwman was namens Het Waterschapshuis nauw betrokken bij het organiseren van de water-schapsverkiezingen. Het Waterschapshuis was verantwoordelijk voor de realisatie en uitvoering in opdracht van de Unie van Waterschappen, die de projectleiding had. Bij Simon overheerst tevredenheid: ‘We zijn samen met de waterschappen in staat

geweest met een beperkt aantal mensen en beperkte middelen centraal verkiezingen te organiseren voor dertien miljoen mensen. De kiezers hoefden daarvoor niet naar een stemlokaal, maar konden gewoon thuis hun stem uitbrengen.’

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �0

IRIS 1.0

Peter de Graaf

Op 1 oktober 2008 kon bij Het Waterschapshuis de vlag uit. Op die dag werd de eerste volwaar-dige release van IRIS opgeleverd, IRIS 1.0. Het ‘Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem’ bevat en ontsluit alle mogelijke geografische in-formatie die waterschappen nodig hebben voor het uitoefenen van hun primaire taken.

IRIS is een samenvoeging en centrale doorontwik-

keling van twee afzonderlijke geografische infor-

matiesystemen: INTWIS (de basis voor het nieuwe

IRIS) en GIS-ZES. Daarvoor ondertekenden Het

Waterschapshuis en de beheersorganisaties van

INTWIS en GIS-ZES in oktober 2005 een convenant.

Het onder regie van Het Waterschapshuis zelf verder

laten ontwikkelen van IRIS kent voor waterschappen

talrijke voordelen. Meer maatwerk bijvoorbeeld en

een betere aansluiting bij de Waterschaps Informatie

Architectuur, een door de waterschappen opgestelde

blauwdruk voor de eigen informatiehuishouding.

Maar ook een betere integratie met andere ICT-ont-

wikkelingen, grotere onafhankelijkheid van ICT-leve-

ranciers, meer input door gebruikers en een betere

ondersteuning van die gebruikers.

In 2009 en 2010 wordt vooral gewerkt aan het verhel-

pen van problemen en het ontwikkelen van IRIS tot

een robuust en stabiel systeem. Met het oog daarop

is Het Waterschapshuis onder meer gestart met het

doorlichten van alle IRIS-modules op hun technische

en functionele kwaliteit, samen met IRIS-gebruikers.

Op basis daarvan kan een ontwikkelprogramma per

IRIS module worden vastgesteld.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

‘We hebben veel vooruitgang geboekt met de verdere professionalisering van het functioneel beheer. Inmid-

dels hebben we veel beter voor ogen welke informatie er nodig is - en IRIS dus moet leveren - om de primaire

werkprocessen van de waterschappen optimaal te ondersteunen. Ook ben ik blij met de afspraak dat we

toegaan naar één versie. Nu nog zijn er bij de waterschappen meerdere versies in gebruik. Dat is vanuit het

oogpunt van beheer vreselijk omslachtig.’

Ronduit teleurstellend vindt Peter het afkeuren van de eerste IRIS-begroting voor 2009. Hij spreekt zelfs

van een gemiste kans: ‘We hebben in 2008 met alle betrokken partijen heel goed gekeken wat er nodig zou

zijn om met IRIS in 2009 de sprong te maken die kwalitatief echt nodig is. We hadden met elkaar een goed

en sluitend verhaal. Dat verhaal kostte veel geld, zeker. Maar er was daarmee van de kleine onvoldoende

voor IRIS wel een ruime voldoende te maken. Het is heel jammer dat de Ledenvergadering van de Unie van

Waterschappen daar niet mee instemde. Nu worden de noodzakelijke investeringen uitgesmeerd over een

langere periode. Dat betekent dat het veel langer duurt voordat IRIS voor waterschappen optimaal ren-

deert.’

Peter de Graaf: Stappen gezet met IRIS, maar ook kansen gemist Peter de Graaf is consulent Informatievoorziening bij Waterschap Rivierenland, lid van de Programmacommissie IRIS en voorzitter

van de Beheergroep IRIS. Volgens hem zijn er goede stappen gezet met IRIS, zoals verbetering van het functioneel beheer en het toewerken naar één versie. Maar er zijn wat hem betreft ook kansen gemist.

‘Eigenlijk was het bij de integratie en doorontwikkeling van INTWIS en GIS-ZES tot IRIS een beetje alsof je

een huis koopt zonder vooraf een bouwtechnisch rapport te laten opstellen, daarna flink gaat verbouwen

en tussentijds ook nog van aannemer verandert’, zegt de huidige manager Beheer, Simon Bouwman. ‘IRIS

was een groot bouwproject voor Het Waterschapshuis. Daarnaast moest het onderhoud van het systeem in

deze periode ook nog opnieuw aanbesteed worden. Daardoor hebben we lang achter de feiten aan gelopen.

Het kostte meer tijd en geld dan gedacht en het leidde tot veel frustraties.’

Volgens Simon heeft Het Waterschapshuis er wijze lessen uit getrokken: ‘Voordat we nu een systeem in

beheer nemen en verder ontwikkelen, doen we eerst een uitgebreide technische audit. Op die manier kun-

nen we beter inschatten hoeveel tijd en energie het in beheer nemen gaat kosten. En we hebben geleerd dat

je niet teveel dingen tegelijk moet willen doen, zeker als je als organisatie zelf nog volop in ontwikkeling

bent.’

Simon Bouwman: Wijze lessen getrokken uit ontwikkeling IRIS Overschrijdingen in tijd en geld: het gebeurt vaak bij ICT-projecten. Ook IRIS ontkwam er niet aan. Tot ergernis van alle

betrokkenen, niet in de laatste plaats Het Waterschapshuis zelf. Die periode is gelukkig voorbij. Waterschap Zuiderzeeland ging vorig jaar als eerste waterschap over op het nieuwe systeem. Simon Bouwman blikt kort terug op de

IRIS-leermomenten.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �2

E-dienstverlening

Felix Tjebbes

Het Waterschapshuis en de waterschappen heb-ben in 2008 flinke stappen gezet op het terrein van de elektronische dienstverlening (e-dienst-verlening). Vrijwel alle waterschappen maken via de zogenoemde Samenwerkende Catalogi inmiddels inzichtelijk wat zij aan producten hebben. Alle decentrale regelgeving van de waterschappen staat op internet; 24 van de 26 waterschappen publiceren hun regelingen via de IPROX-module Decentrale regelgeving, wat als voordeel heeft dat het voor de gebruiker sterk lijkt op het CMS WaterschapsNet. Het Content Management Systeem kent daarnaast nog meer modules en tools.

Met dergelijke ontwikkelingen geven de waterschap-

pen handen en voeten aan de ambitie van de over-

heid om de publieke dienstverlening via internet

flink te verbeteren en efficiënter te maken. Dankzij

het project Samenwerkende Catalogi komt een bur-

ger of ondernemer met zijn vraag aan de overheid

automatisch bij de juiste overheid terecht. Dit onge-

acht of hij zijn vraag via een website van gemeente,

provincie, Rijk of waterschap stelt. De waterschap-

pen hebben hun inbreng in de Samenwerkende

Catalogi in 2008 helemaal op orde gebracht.

Een ander product waarmee waterschappen voorop

lopen, is het project bekendmakingen. Hierdoor kan

iedereen op internet zien welke plannen het water-

schap in zijn regio heeft, of welke vergunningen zijn

verleend. Een actieve informatievoorziening kan ook:

wie dat aangeeft, kan per e-mail relevante informa-

tie van het waterschap over zijn regio ontvangen.

Het Waterschapshuis ondersteunt de waterschappen

bij het verbeteren van de e-dienstverlening ‘aan de

achterkant’ van de organisaties. In 2008 werd het

netwerk van e-coördinatoren verder geprofessionali-

seerd en vonden netwerkdagen plaats waarop kennis

werd gedeeld en overgedragen. Tevens richtte Het

Waterschapshuis een ‘I-team’ op. Drie medewerkers

van waterschappen zijn bij Het Waterschapshuis

gedetacheerd om waterschappen te helpen hun

e-dienstverlening verder uit te bouwen. Zij worden

daarbij ondersteund door een regieadviseur van de

ICTU.

Eind 2008 werd met de oprichting van een werkgroep

de eerste aanzet gegeven om waterschappen voor te

bereiden op de Europese Dienstenrichtlijn. EU-bedrij-

ven moeten in het kader daarvan vóór eind 2009

via het internet kunnen bekijken aan welke wet- en

regelgeving zij bij vestiging in andere EU-landen

moeten voldoen. De relevante wet- en regelgeving

van waterschappen moet dan ook inzichtelijk zijn.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

Felix Tjebbes is tevens projectcoördinator e-overheid en van daaruit ook betrokken bij het Nationaal

Uitvoeringsprogramma (NUP). Zijn ervaring is dat e-dienstverlening voor de meeste, maar nog niet voor

alle waterschappen vanzelfsprekend is. ‘Soms krijg ik nog de vraag wat er zou gebeuren als een waterschap

niets doet aan elektronische dienstverlening. Je krijgt daar natuurlijk geen boete voor, maar door niets te

doen mis je de meerwaarde van de gezamenlijke ontwikkeling van een groot aantal diensten en producten

die via internet worden aangeboden. Dankzij internet ben je te allen tijde bereikbaar voor de burgers en

bedrijven en kunnen zij als het hen uitkomt allerlei zaken met het waterschap regelen. Zeker voor het berei-

ken van jongere generaties is dat van groot belang.’

Het is Felix’ ervaring dat waterschappen niet altijd ‘zomaar’ meegaan in nieuwe ontwikkelingen. ‘Je moet

wel met een goed en overtuigend verhaal komen. Maar als je ze mee krijgt, dan gaan ze er ook voor. Mede

om zowel letterlijk als figuurlijk dichter bij waterschapsorganisaties te komen, hebben we in de eerste helft

van 2009 drie regionale informatiedagen gehouden, in plaats van één centrale per jaar. Dat is erg goed

bevallen.’

Groot succesnummer in 2008 was de realisatie van WaterschapsNet, het gezamenlijke CMS voor alle water-

schappen. ‘Waterschapsnet is in 2008 bijna aan het eigen succes ten onder gegaan. We wilden de waterschap-

pen helpen bij de invoering ervan, maar extra maatwerk bij sommige waterschappen leverde vervolgens

vertragingen op bij de implementaties elders. We besloten toen eerst de basismodule van WaterschapsNet te

installeren en te ondersteunen en vervolgens maatwerk te honoreren.’

Felix Tjebbes: Goede stappen gezet in 2008De waterschappen hebben in bestuurlijk Nederland soms nog de naam van een logge, weinig veranderingsgezinde branche; op

het gebied van de elektronische dienstverlening slaan zij bepaald geen modderfiguur. ‘Ook in 2008 hebben we goede stappen gezet. We staan er in Den Haag goed op en men weet ons te vinden voor bijvoorbeeld pilotprojecten. Dat is een goed teken,’

zegt Felix Tjebbes, manager Projecten bij Het Waterschapshuis.

Yvonne van Wanrooij is vanuit Waterschap Rijn en IJssel één dag per week gedetacheerd bij Het Water-

schapshuis om het kennisplatform Documentaire informatievoorziening waterschappen netwerk (Diwanet)

te ondersteunen. ‘Je moet aan de achterkant het elektronische loket goed hebben geregeld. Anders kun je je

ambities voor de e-dienstverlening niet waarmaken. Het netwerk wil er aan bijdragen dat de informatie-

voorziening bij de waterschappen goed draait.’

Op de twee jaarlijkse netwerkdagen van Diwanet wisselen deelnemers kennis en ervaring uit. In 2008 stelde

een werkgroep een zogeheten selectielijst vast, waarin staat welke documenten de waterschappen moe-

ten bewaren en beheren en welke moeten worden vernietigd. Daarmee voldoen de waterschappen aan de

Archiefwet.

Volgens Yvonne groeide in 2008 het besef bij de waterschappen dat de e-overheid steeds belangrijker wordt.

‘Waterschappen realiseren zich dat zij niet op een eilandje leven, maar midden in de maatschappij staan.

De urgentie van digitalisering wordt onderkend, maar dat vergt in de wereld van de DIV nog wel een cul-

tuuromslag.’

Yvonne van Wanrooij: Achterkant e-loket goed regelen Steeds meer diensten en producten van waterschappen zijn toegankelijk via het elektronische loket. Maar de klant moet er wel van op aan kunnen dat het informatie uitwisselen en zaken doen met het waterschap goed is georganiseerd. ‘Daar ligt een grote

taak voor alle mensen die zich bij de waterschappen bezighouden met Documentaire Informatie Voorziening (DIV),’ zegt Yvonne van Wanrooij, DIV-adviseur bij Waterschap Rijn en IJssel.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

Belastingen, Overheidsdatabase en Enterprise Service Bus

Jan Roubos

In december 2007 trad de Wet modernisering waterschapsbestel in werking. De wet behelst naast een modernisering van de bestuurssa-menstelling en het verkiezingsstelsel een aanpassing van het belastingstelsel. Er komt een watersysteemheffing en de waterschap-pen moeten voor het opleggen van aanslagen verplicht gebruik gaan maken van authentieke gegevens uit basisregistraties, zoals het GBA en het Kadaster. Tijd voor een nieuw belastingsy-steem.

Het Waterschapshuis werkte in 2008 op verzoek van

de waterschappen hard aan ontwikkeling van dit

nieuwe systeem (TAX-I UBS), inclusief een onderlig-

gende Overheidsdatabase (ODB). Hierin worden data

uit basisregistraties samengebracht, gecontroleerd

en vervolgens via de zogenoemde Enterprise Service

Bus uitgewisseld met de nieuwe belastingapplicatie.

Deze applicatie maakt het in combinatie met de in de

ODB ondergebrachte data ook mogelijk gemeentelijke

aanslagen en waterketenfacturen te versturen.

Bij de ontwikkeling van de ODB was er tegenslag

door problemen met de bouwer. Maar de verwach-

ting is dat de database op tijd klaar is voor 1 januari

2010, de datum waarop de eerste waterschappen

zullen overstappen op het nieuwe belastingsysteem.

Dat zijn Brabantse Delta en Lococensus: het gemeen-

schappelijke belastingkantoor van Groot Salland,

Reest en Wieden, Regge en Dinkel, Velt en Vecht en

Rijn en IJssel. De nieuwe belastingapplicatie bevindt

zich inmiddels in de test- en acceptatiefase. Het

systeem moet de komende jaren de vijf huidige

waterschapsbelastingsystemen gaan vervangen.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

Jan Roubos is verantwoordelijk voor de implementatie van TAX-I UBS bij Lococensus. Het gemeenschap-

pelijke belastingkantoor van vijf waterschappen gaat het nieuwe systeem als eerste gebruiken. Volgens

Jan zetten de waterschappen met TAX-I UBS en de onderliggende ODB een flinke stap op weg naar betere

dienstverlening aan burgers: ‘In dat opzicht sta ik volledig achter de bouw. De samenwerking met Het

Waterschapshuis, verantwoordelijk voor de realisatie van het systeem, verloopt goed. De samenwerking

met de leveranciers wordt beter. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor de implementatie.’

Minder te spreken is hij over de vertraging die het project heeft opgelopen. ‘Wij hebben als toekomstig

gebruiker al veel tijd, energie en geld gestopt in TAX-I UBS. We blijven werken aan het succes van het pro-

ject. Maar hoe meer tijd verstrijkt zonder concrete resultaten, hoe lastiger het is om gemotiveerd te blijven

en draagvlak in de eigen organisatie te behouden. Onze prioriteit ligt bij ons primaire proces, het heffen en

innen van belastingen. Dat doen we volgend jaar graag met TAX-I UBS, maar we gaan er niet op wachten.’

Jan Roubos: Vaart maken met TAX-I UBS ‘Het project kende begin 2008 een dynamische start. Daarna stagneerde het, vooral door problemen met de leveranciers. Gelukkig zit de ontwikkeling van het nieuwe belastingsysteem TAX-I UBS nu weer in de lift,’ oordeelt projectmanager

Jan Roubos van Lococensus.

De nieuwe applicatie betekent volgens Piet Reijers niets minder dan een trendbreuk in de manier waarop

wordt aangekeken tegen gegevensbeheer: ‘Steeds meer mensen raken ervan overtuigd dat betrouwbare

en actuele data de basis vormen voor het goed uitoefenen van taken en werkprocessen. Je ziet dat ook bij

waterschappen, waarbij gegevensbeheer een steeds grotere rol speelt en gezien wordt als een belangrijk

onderliggend proces.’

Bij de bouw van de nieuwe belastingapplicatie wordt dat ook zichtbaar, zegt Piet: ‘De data zitten niet meer

vervlochten in de applicatie zelf, maar worden opgehaald, gecontroleerd en opgeslagen in een aparte data-

base. Een slimme elektronische postbode, de Enterprise Service Bus, haalt de benodigde data vervolgens op

uit die database. Je kunt in deze database naast de belastingapplicatie op die manier heel makkelijk andere

applicaties inpluggen.’

Piet vindt het spijtig dat de ontwikkeling van de applicatie achterligt op schema. Maar ondanks de kritiek

daarop staat hij vierkant achter de bouw. ‘Hiermee bewijst Het Waterschapshuis haar meerwaarde voor de

waterschapswereld, met dank aan de vele waterschappers die ons daarbij helpen. Het is een voorbeeld voor

andere overheden, die voor hun werkprocessen ook gebruik kunnen gaan maken van de onderliggende ODB.

Daar mogen we als waterschapswereld best trots op zijn.’

Piet Reijers: Trots op voorlopersrol in gegevensbeheerManager Bedrijfsvoering & Bedrijfsontwikkeling (tevens programmamanager Belastingen) Piet Reijers is zeer enthousiast over

het nieuwe belastingsysteem en met name de ODB: ‘Het is één van de kroonjuwelen van de waterschappen. We hebben de applicatie en onderliggende data losgekoppeld en werken volgens vooraf opgestelde standaarden. Daardoor hebben we straks

een zeer toekomstvaste, leveranciersonafhankelijke, kosteneffectieve en kwalitatief hoogwaardige basis voor de gehele informatievoorziening van de waterschappen. Als waterschappen het individueel oppakken, zouden ze miljoenen euro’s

duurder uit zijn.’

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

Nieuwe projecten: WION en AHN

Harrie van der Werf

WIONVanaf 1 juli 2010 zijn zogeheten grondroerders verplicht graafwerkzaamheden digitaal aan te melden bij het Kadaster. Dit op grond van de nieuwe wet WION, de Wet Informatie-uitwis-seling Ondergrondse Netten. De wet vervangt de zelfregulering zoals die bestond in de vorm van het Kabel en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Doel is het grote aantal graafincidenten - zo’n 40 duizend per jaar - te verminderen.

Voor de waterschappen betekent de WION dat ze als

beheerders van ondergrondse netten het Kadaster na

een graafmelding in een dijk of kade binnen een dag

een bericht met topografische kaart moeten sturen

met daarop de ligging van kabels en leidingen. Dit

antwoord wordt door het WION-portaal verzorgd.

Het Waterschapshuis wilde op tijd inspelen op de

komst van WION en liet in 2008 een businesscase

uitwerken. Hierin werd onderzocht of een gezamen-

lijk WION-portaal haalbaar en rendabel kon zijn. 25

van de 26 waterschappen spraken hun vertrouwen

uit in de ontwikkeling van zo’n gezamenlijk portaal.

Ze stelden voor de uitwerking en de aanbesteding

budget beschikbaar. Omdat het om een Europese

aanbesteding gaat, duurde het tot augustus 2009

voor de aanbesteding definitief kon worden gegund

aan Geodan.

AHNHet Waterschapshuis startte in 2008 tevens met de

realisatie van een nieuwe versie van het Actueel

Hoogtebestand Nederland (AHN). Dit gebeurt in

opdracht van Rijkswaterstaat en de waterschappen.

AHN-2 is een landsdekkend hoogtebestand van het

maaiveld, dat wordt verkregen via laseraltimetrie.

Hierbij wordt vanuit de lucht het aardoppervlak

gescand.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

René van der Velden is bij Het Waterschapshuis verantwoordelijk voor de realisatie van AHN-2, vanaf het

inwinnen en controleren van de data tot de uiteindelijke distributie en het beheer ervan. ‘AHN-2 is met gemid-

deld acht meetpunten per vierkante meter veel gedetailleerder dan AHN-1, dat slechts één punt per 16 vier-

kante meter heeft. Dat maakt beide versies onvergelijkbaar. AHN-2 heeft daarmee een veel breder toepas-

singsbereik, met name in het waterkeringenbeheer. Waterschappen kunnen voor de vijfjaarlijkse toetsing

van hun waterkeringen bijvoorbeeld gebruik maken van de gegevens uit AHN-2. Dat scheelt heel veel geld

en het vergemakkelijkt het proces van de toetsing aanzienlijk,’ aldus René.

René van der Velden: AHN levert veel voordeel opAHN-2 is de verbeterde opvolger van AHN-1. Het AHN-2 kan bijvoorbeeld een nauwkeurig en gedetailleerd overzicht geven van de

hoogte en het profiel van waterkeringen. HET AHN-2 moet in 2013 volledig gebruiksklaar zijn.

‘Het is natuurlijk mooi dat alle waterschappen samen een systeem willen laten ontwikkelen. We hebben

verschillende leveranciers bereid gevonden een kosteninschatting te maken. Wat de werkelijke kosten zou-

den worden, wisten we daardoor echter nog niet. Pas als je een bestek laat opstellen en alle wensen zijn

uitgekristalliseerd, krijg je via de aanbesteding de werkelijke kosten in beeld. Ik was heel blij dat, ondanks

de financiële onzekerheid, de waterschappen in september 2008 het mandaat gaven om het aanbestedings-

traject voor het WION-systeem in te laten gaan.’

Dat het vervolgens bijna een jaar duurde voor WION kon worden gegund, heeft volgens Harrie vooral te

maken met de Europese aanbestedingsregels. ‘Gezien de financiële omvang van de klus was Europees aan-

besteden verplicht. Die procedure vergt nogal wat tijd, maar geeft tegelijkertijd ook structuur aan het

proces. Aangezien de feitelijke invoeringsdatum voor het digitaal aanleveren en verwerken van gegevens

over graafwerkzaamheden is verschoven van november 2009 naar juli 2010, zullen we ruimschoots op tijd

klaar zijn met de implementatie van het WION-portaal.’

Harrie van der Werf: Blij met mandaat voor aanbesteding WIONHet WION-project is een mooi voorbeeld geworden van de wijze waarop Het Waterschapshuis samen met de waterschappen

nieuwe projecten wil realiseren. Eerst wordt een businesscase opgesteld en op basis daarvan wordt al dan niet een projectplan geschreven, inclusief een zo nauwkeurig mogelijke begroting. ‘Dat lijkt misschien heel logisch, maar vooral dat laatste is niet

altijd zo eenvoudig te realiseren,’ is de ervaring van Harrie van der Werf, projectleider WION bij Het Waterschapshuis.

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis �8

De financiële huishouding en de aandacht daarvoor bij Het Waterschapshuis liep in 2008 nog achter op de forse groei die de organisatie doormaakte. Daardoor was bijvoorbeeld niet altijd even inzichtelijk hoeveel geld er in een project omging, of had de betaling van facturen niet voldoende prioriteit. Bovendien was het voor de groeiende organisatie lastig om een zo nauwkeurig mogelijke begroting voor 2009 op te stellen.

Gaandeweg 2008 werd duidelijk dat de financiële

huishouding op orde gebracht moest worden en

moest gaan passen bij de aard en omvang van de

organisatie. In het najaar werd een vacature open-

gesteld voor een bedrijfskundige die dat proces vanaf

2009 zou gaan trekken. In januari van dit jaar werd

zodoende Marianne de Vries aangesteld.

In dit lopende jaar is veel werk verzet om - zowel

intern als naar de waterschappen toe - meer duide-

lijkheid te krijgen en te geven over de financiële

processen van Het Waterschapshuis.

Marianne de Vries

Financiën

Jaarverslag 2008 Het Waterschapshuis ��

‘Waterschappen hebben recht op een goede financiële verantwoording van Het Waterschapshuis. We zijn

bezig met een inhaalslag om inzicht te krijgen en te kunnen geven over de afgelopen jaren. Groei vraagt

nu eenmaal om meer structuur,’ licht de verantwoordelijke voor de financiële huishouding van Het Water-

schapshuis toe.

Er was volgens Marianne sprake van enig ‘achterstallig financieel onderhoud’, maar dat is nu goeddeels

weggewerkt. Zo worden facturen op tijd betaald en is de financiële situatie van allerlei projecten beter in

kaart gebracht. En, zegt Marianne: ‘Intern heeft het financiële aspect bij projectleiders meer aandacht gekre-

gen. Het is belangrijk dat een project organisatorisch en inhoudelijk goed loopt, maar het budget bewaken

en de kosten in zicht houden, hoort er ook bij.’

Het is de ambitie om de financiële huishouding helemaal op orde te hebben op het moment dat Het Water-

schapshuis in een Gemeenschappelijke Regeling overgaat. ‘Het heeft nu in elk geval structureel aandacht,’

zegt Marianne. ‘Ik ben het vaste aanspreekpunt voor de waterschappen en voor ons administratiekantoor

en dat is op zich al een vooruitgang. Het komt erop aan dat we de achterstanden van het verleden wegwer-

ken en tegelijkertijd bouwen aan een degelijk fundament voor de toekomst. Zo zit de begroting van 2010 al

veel beter in elkaar dan die van de voorgaande jaren. Ik verwacht dat waterschappen binnen afzienbare tijd

kunnen vertrouwen op een degelijke financiële huishouding bij Het Waterschapshuis.’

Marianne de Vries: Waterschappen hebben recht op goede financiële verantwoording

Het Waterschapshuis is sinds de oprichting in 2005 financieel behoorlijk gegroeid. Maar hoeveel geld er ook in een organisatie omgaat (in 2010 zo’n 19 miljoen euro), de financiële huishouding moet gewoon op orde zijn, vindt bedrijfskundige

Marianne de Vries.

Dit is een uitgave van:Het Waterschapshuis

[email protected]

www.hetwaterschapshuis.nl

Teksten: Bert-Jan van Weeren & Eric Boekel,

Deventer

Eindredactie: Linda Petrovic,

Het Waterschapshuis

Fotografie: Casper Cammeraat Fotografie,

Gouda

Vormgeving: Studio B, Brigitte Beenen,

Nieuwkoop

Druk: Van de Garde-Jémé,

Eindhoven

Edam, oktober 2009

Colofon

www.hetwaterschaphuis.nl

[email protected]

Duurzame oplossingen voor gemeenschappelijke informatievoorziening