Boekvergelijking

55
Boekvergelijking lessenserie

description

Boekvergelijking. lessenserie. Les 1 - introductie. Uitleg periode C met eindopdracht Boeken uitzoeken Planner invullen. Uitleg periode C. Twee boeken lezen Boeken met elkaar vergelijken op een onderdeel uit de literaire begrippen Herhalen en toepassen literaire begrippen in de les - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Boekvergelijking

Page 1: Boekvergelijking

Boekvergelijking

lessenserie

Page 2: Boekvergelijking

Les 1 - introductie

• Uitleg periode C met eindopdracht

• Boeken uitzoeken

• Planner invullen

Page 3: Boekvergelijking

Uitleg periode C

• Twee boeken lezen • Boeken met elkaar vergelijken op een

onderdeel uit de literaire begrippen• Herhalen en toepassen literaire begrippen

in de les• Lezen in de lessen!

Page 4: Boekvergelijking

Boek uitzoeken• Op je hele lijst, maximaal twee boeken van

dezelfde auteur• Gebruik de boekenlijst• Tips van andere leerlingen / docent• ALTIJD controle bij docent• Stuur eventueel een e-mail met titel en auteur

Page 5: Boekvergelijking

Invullen planner

• Bladzijden tellen• Per week aantal blz. invullen

Page 6: Boekvergelijking

Les 2 - perspectief

• Herhaling periode A – perspectief• Korte oefening• Lezen stencil Dorrestein• Toepassen op boek

Page 7: Boekvergelijking

Vertelperspectief

• Wat is het vertelperspectief van een boek?

Page 8: Boekvergelijking

Vertelperspectief

• Welke soorten perspectief ken je nog?

• Auctoriaal vertelperspectief• Personaal vertelperspectief (let op: geen

hij/zij perspectief!)• Ik-perspectief

Page 9: Boekvergelijking

Vertelperspectief

• Welke variaties zijn er?

• Perspectief wisseling• Meervoudig ik-perspectief• Meervoudig personaal perspectief

Page 10: Boekvergelijking

Welk vertelperspectief?

Al voordat hun auto op de dijk uit de bocht vloog en in het water belandde, voelden Max en Laurie zich bedrukt. Ze hadden ruzie.

AUCTORIAAL VERTELPERSPECTIEF

Page 11: Boekvergelijking

Welk vertelperspectief?

Toen hij buiten het station kwam, zag Roel Karel nergens meer. Wel zag hij Simon. Hoe licht voelde Roel zich op zijn tennisschoenen, in vergelijking met Simon! Het was of hij op een andere planeet liep, waar de zwaartekracht maar een fractie van die op aarde bedraagt.

PERSONAAL VERTELPERSPECTIEF

Page 12: Boekvergelijking

Perspectief Dorrestein• Lees het stencil over perspectief• Discussieer over (een van) de volgende

stellingen

1. Als het plot goed is, maakt het niet uit bij welk personage het perspectief ligt. Dan is het altijd spannend.

2. Ik kan me alleen in een personage inleven bij een ik-perspectief.

3. Bij een auctoriaal perspectief krijgt de lezer een objectief beeld van het verhaal.

Page 13: Boekvergelijking

Toepassen op eigen boek• Bekijk je eigen boek(en)• Wat is het vertelperspectief?• Gebeurt er nog iets bijzonders met het

perspectief?• Wat is het gevolg van de keuze van het

perspectief voor jou als lezer?• Wat zou er gebeuren als er een ander

perspectief zou zijn gekozen?• Is perspectief voor jou een goede keuze voor de

boekvergelijking? Waarom wel of niet?

Page 14: Boekvergelijking

Les 3 - Ruimte

• Wat verstaan we allemaal onder ruimte?

Page 15: Boekvergelijking

Politieke situatie

Sociale situatie

?

Stad, dorp, plaats

Weer

Inrichting

Huis, kamer

Land

RUIMTE

Page 16: Boekvergelijking

Ruimte

• Waarom kan ruimte van belang zijn?• Sfeer oproepen• Relatie met het thema• Karakterisering personages• Symbolische betekenis

Page 17: Boekvergelijking

Wat is hier de betekenis van ruimte?

De hoofdpersoon Willem Bleeker woont met zijn gezin in Den Haag. Na een conflict op zijn werk neemt Bleeker de trein naar Amsterdam, de stad waar hij is opgegroeid. Den Haag staat voor burgerlijk en Amsterdam voor spannend. Bleeker voelt zich in Amsterdam niet thuis, hij blijkt een burgermannetje te zijn dat het liefst thuis zit. Hij verhuist weer terug naar zijn gezin in Den Haag.

SYMBOLISCH

Page 18: Boekvergelijking

Wat is hier de betekenis van de ruimte?

In het boek Frankenstein van M. Shelley is de ruimte angstaanjagend. Bijvoorbeeld huiveringwekkende ruines of duistere kloostergangen.

SFEER OPROEPEN

Page 19: Boekvergelijking

Wat is hier de betekenis van de ruimte?

De hoofdpersoon, Maarten Klein, wordt dement, hij vereenzaamt en vervreemdt van zijn omgeving. Maarten is een oude Nederlandse man die al jaren op een vrij afgelegen plek in de VS woont. Door zijn dementie neemt hij zijn omgeving steeds minder nauwkeurig waar.

RELATIE MET THEMATIEK (eenzaamheid, vervreemding)

Page 20: Boekvergelijking

Wat zegt dit interieur over het personage?

Page 21: Boekvergelijking

Toepassen op eigen boek

• Bekijk je eigen boek(en)• Noteer drie ruimtebeschrijvingen kort. • Geef aan op welke pagina in het boek je

die ruimtebeschrijvingen kan vinden. • Welke betekenis heeft de

ruimtebeschrijving?• Is ruimte voor jou een goede keuze voor

de boekvergelijking? Waarom wel/niet?

Page 22: Boekvergelijking

Les 4 - Tijd

• Wat verstaan we onder het begrip tijd?

Page 23: Boekvergelijking

Vier aspecten van tijd

• Tijd waarin het verhaal zich afspeelt (historische tijd)

• Tijd waarin het boek geschreven is• Snelheid van (het) verhaal(fragmenten)• Chronologie

Page 24: Boekvergelijking

Historische tijd

• Waarom is het belangrijk om te weten wanneer een verhaal zich afspeelt?

Page 25: Boekvergelijking

Tijd waarin het boek is geschreven

• Waarom is het belangrijk om te weten in welke tijd een boek geschreven is?

Page 26: Boekvergelijking

Snelheid

VERTELTIJD

• Tijd die nodig is om het verhaal te vertellen

• Regels, pagina´s en hoofdstukken

VERTELDE TIJD

• Tijd die het verhaal omvat

• Minuten, uren, dagen, jaren

Page 27: Boekvergelijking

Snelheid

Tijdverdichting

Verteltijd < vertelde tijd

Tijdvertraging

Verteltijd > vertelde tijd

Page 28: Boekvergelijking

Verdichting of vertraging?

Het lezen van Ulysses van James Joyce kost meerdere dagen, terwijl het boek de beschrijving van een dag is.

Tijdvertraging

Page 29: Boekvergelijking

Verdichting of vertraging?

De Aanslag van Harry Mulisch beschrijft 36 jaar uit het leven van Anton. Dit wordt in nog geen 300 pagina´s verteld (een paar dagen doorlezen).

Tijdverdichting

Page 30: Boekvergelijking

Verdichting of Vertraging?`Theo, een paar meiden hebben je een bijnaam

gegeven en ze kletsen over je.´`Heb jij eigenlijk een bijnaam?´Dat was niet aardig. Hij wist het antwoord, terwijl

zij slechts haar vermoedens kon hebben. Iris trok een vertel-mij-wat-gezicht en gaf geen antwoord. Zij had er veel, veel bijnamen, maar zij kende er waarschijnlijk niet een van. Uit piëteit had Theo haar er nooit over verteld. Ze hadden allemaal betrekking op haar kleur. `Blackie` was nog een onschuldige…

tijdvertraging

Page 31: Boekvergelijking

Verdichting of vertraging?Mijn vaders geheimzinnige reizen voerden hem

niet naar Duitsland. Na 1937 is hij in dat land slechts eenmaal teruggeweest. Samen is hij toen met een vriend naar de Moezelstreek, of ergens daar in de buurt geweest. Toen hij terugkwam was hij wekenlang van streek. De dokter moest vaak komen en die vriend hebben we nooit meer gezien.

tijdverdichting

Page 32: Boekvergelijking

Chronologie

• Wanneer is een verhaal chronologisch?Als het verhaal precies verteld wordt in de

volgorde waarin het gebeurd is.

• Wanneer is het verhaal niet chronologisch?

Als er tijdsprongen in voorkomen. Flashbacks of flashforwards

Page 33: Boekvergelijking

Waarom?

• Waarom maakt een schrijver gebruik van flashbacks?

• Waarom maakt een schrijver gebruik van de flashforward?

• Waarom is het belangrijk om tijdvertraging en tijdverdichting op te sporen?

Page 34: Boekvergelijking

Toepassen op eigen boek• Bekijk je eigen boek(en)

• Ga voor alle vier de aspecten van tijd na of ze een belangrijke rol hebben in je boek. Dus:

1. In welke historische tijd speelt het, is dat belangrijk voor het verhaal?

2. In welke tijd is het geschreven, is dat belangrijk voor het verhaal?3. Zoek een fragment waarin sprake is van tijdverdichting en een

fragment met tijdvertraging? Zijn ze belangrijk of opvallend?4. Noteer twee flashbacks. Zijn die uitgebreid of kort? Zijn ze

belangrijk voor het verhaal? Kun je ook een flashforward vinden? Noteer waar.

• Is tijd voor jou een goede keuze voor de boekvergelijking? Waarom wel/niet?

Page 35: Boekvergelijking

Les 5 - Personages

• Welke soorten personages onderscheiden we?

Karakters: gedachten en gevoelens zijn bekend. Karakter maakt ontwikkeling door.

Type: oppervlakkig, vooral uiterlijk

Page 36: Boekvergelijking

Hoe leer je het personage kennen?

• Door de dingen die ze doen, zeggen of denken

• Via de verteller• Via een ander verhaalfiguur

Page 37: Boekvergelijking

Hoe noem je onderstaande namen?

• PhileineUit: Phileine zegt sorry, R. Giphart• DianaUit: Godin van de jacht, H. van Royen• Anton SteenwijkUit: De aanslag, H. Mulisch

Speaking names

Page 38: Boekvergelijking

Karakter omschrijven

• Het kan soms moeilijk zijn om echt karaktereigenschappen te noemen van personages. Even oefenen…

• Omschrijf het karakter van de volgende personen eens in minimaal drie steekwoorden. Telkens andere!

• Tot welke sociale klasse of groep horen de personen?

Page 39: Boekvergelijking

Kies een van de twee

Page 40: Boekvergelijking

Persoon 3

Page 41: Boekvergelijking

Persoon 4

Page 42: Boekvergelijking

Ontwikkeling• De hoofdpersonages maken bijna altijd een

ontwikkeling door in het verhaal.

• In een psychologische roman is die ontwikkeling psychologisch. De ontwikkeling speelt zich af in de gevoelens, gedachten en emoties van de hoofdpersoon.

• De ontwikkeling kan ook te maken hebben met het bereiken van een doel in het verhaal.

Page 43: Boekvergelijking

Ontwikkeling

• Lees het gedicht ´Wolken´ van M. Nijhoff• Welke ontwikkeling(en) maakt de

hoofdpersoon door?

Page 44: Boekvergelijking

Toepassen• Bekijk je eigen boek(en)• Wie zijn de hoofdpersonages?• Noteer van ieder hoofdpersonage drie

karaktereigenschappen. • Welke ontwikkeling maakt jouw hoofdpersonage

door, denk je?• Probeer de personages eens te vergelijken.

Vind je opvallende verschillen of overeenkomsten?

• Is personages voor jou een goede keuze voor de boekvergelijking? Waarom wel/niet?

Page 45: Boekvergelijking

Les 6 – Thema en motieven

• Wat is het thema?Kortste aanduiding van het centrale

probleem waar het verhaal over gaat. • Hoe kom je tot het thema?Het verhaal eerst samenvatten en van deze

samenvatting de kern weergeven. Als het boek een motto heeft, kan het je

helpen bij het aanwijzen van een thema.

Page 46: Boekvergelijking

Motto

Een kort stukje tekst, vaak een citaat, meestal voor in het boek of hoofdstuk

Page 47: Boekvergelijking

Thema

Het thema kun je niet concreet in de tekst aanwijzen of benoemen, maar moet je afleiden uit het verhaal. Het is de betekenis achter het verhaal.

Kun je voorbeelden van thema´s geven?Dood, ongelukkige liefde, schuld, vriendschap,

overspel, zoektocht naar identiteit, ouder-kindrelatie, machteloosheid tegen het lot etc.

Page 48: Boekvergelijking

Motieven

• Wat is een motief?Elementen die in het

verhaal telkens terugkomen. Ook wel herhalingen genoemd.

Page 49: Boekvergelijking

MotievenConcrete motieven

• Voorwerpen, zoals een spiegel, een sleutel, een boek, dobbelstenen, een schilderij, een foto etc.

• Gebeurtenissen• Beschrijvingen• Waarnemingen• Kan ook samenhangen

met een abstract motief.

Abstracte motieven

• ideeën, afkeer tegen burgerlijkheid, kritiek op (een deel van) de samenleving, een bepaalde visie op het leven.

• gevoelens, zoals een terugkerend gevoel van eenzaamheid, bedrog, overspel, verraad

Page 50: Boekvergelijking

Motief en thema

Motief en thema hangen met elkaar samen. Bepaal van de volgende voorbeelden wat het thema zou kunnen zijn.

Page 51: Boekvergelijking

Veertig

Veertig is een bundel van Kees van Kooten. Het zijn drie verhalen:

• Verhaal 1: Het motief ´ouder worden´ staat centraal, de ik-figuur is 40 geworden.

• Verhaal 2: De hoofdpersoon heeft steeds terugkerende klachten door een oudemannenkwaal.

• Verhaal 3: De dood van de hond van de ik-figuur.

Page 52: Boekvergelijking

Thema?

Verval of aftakeling

Page 53: Boekvergelijking

Wat is het thema?

Page 54: Boekvergelijking

Thema

Het lot

Page 55: Boekvergelijking

Toepassen• Bekijk je eigen boek(en)• Wat is het thema?• Hoe is de relatie van de hoofdpersoon met het

thema? Worstelt hij ermee?• Welke motieven kun je ontdekken? Minimaal

een concreet en een abstract motief. • Welke relatie hebben de motieven met het

thema?• Is thema of motieven voor jou een goede keuze

voor de boekvergelijking? Waarom wel/niet?