BoEkstArt - Cloud Object Storage · er zit muziek in de bibliotheek! ... afschaffing van de...

52
VAN JONGS AF AAN INZETTEN OP LEESPLEZIER 2017 | 3 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Een jaar na 22 maart: hoe archiveer je een gedenkplek? Het FelixArchief levert digitale dienstverlening op maat Cycling for Libraries Belgium Bel de bib! BOEKSTART Periodiciteit: Maandelijks • april 2017 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070

Transcript of BoEkstArt - Cloud Object Storage · er zit muziek in de bibliotheek! ... afschaffing van de...

Van jongs af aan inzetten op leesplezier

2017 | 3

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

Een jaar na 22 maart: hoe archiveer je een gedenkplek?Het FelixArchief levert digitale dienstverlening op maatCycling for Libraries BelgiumBel de bib!

BoEkstArt

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

apri

l 20

17 •

Afg

ifte

kan

too

r: T

urn

ho

ut

• E

rken

nin

gsn

um

mer

: P8

020

70

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

VVBADomdat informatie belangrijk is

META 2017 | 3 | 1

Een vereniging in verandering

VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Bram Baert, Paul Buschmann, Gerd De Coster,

Noël Geirnaert, An Labis, Myriam Lemmens,

Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen,

Veronique Rega, Peter Rogiest, Eva Simon,

Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Klaartje Brits • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Bruno Vermeeren, coördinator

Al van bij de oprichting in 1921 pleit de VVBAD voor kwaliteits-volle opleidingen. Het einde van de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap (IBW) aan de Universiteit Antwerpen was een harde klap. We zijn dan ook blij dat we in maart samen

met onze Nederlandse collega’s van de KNVI een onderzoek konden starten naar de noden op het vlak van onderwijs in de bibliotheek- en informatiesector. De internationale aanpak illustreert dat de context verandert, maar de doelstel-ling blijft.

Vaak zijn het externe factoren die nopen tot reflectie over de eigen werking en aanpak. Bij de openbare bibliotheken zorgt het verdwijnen van Locus en, bin-nenkort, van het streekgericht bibliotheekbeleid, voor een drastische verande-ring. Een met een onmiddellijke impact op de werking van de VVBAD, zoals je verderop in dit nummer kunt lezen.

Ook het primaat van de lokale autonomie is een dergelijke factor. Over het bibliotheekbeleid wordt alleen nog op lokaal vlak beslist. Hoe kan een biblio-theekvereniging met beperkte middelen toch campagne voeren voor betere bibliotheken in ruim driehonderd Vlaamse gemeenten? Is een breed gedragen bibliotheekcharter een geschikt instrument? Hoe pakken we dat dan aan en wie zijn onze partners? Het idee krijgt stilaan vorm. De komende maanden hoor je er ongetwijfeld nog van.

Maar niet altijd komt de aanleiding van buitenaf. Zo bleek op de Algemene Ledenvergadering van 17 maart dat de vereniging 2016 afsluit met een flink tekort. Dat is niet het gevolg van een eenmalige tegenvaller, wel een structureel gegeven waar we de komende jaren nog mee geconfronteerd zullen worden. Op korte termijn is er geen probleem, maar ook dit dwingt ons na te denken over onze rol en onze toekomst.

De personeelsdynamiek is een andere interne factor die ons confronteert met mogelijke opportuniteiten. De VVBAD kende de voorbije zes jaar zo goed als geen personeelsverloop. Nu er op korte termijn twee personeelswissels plaats-vonden is het moment aangebroken om na te denken hoe we deze functies opnieuw willen invullen. Gaan we op hetzelfde elan verder of kiezen we, net als Tom en Julie, voor nieuwe mogelijkheden?

Julie Hendrickx, hoofdredacteur

Ondanks dat het honderdjarige bestaan van de VVBAD lonkt (voor uw agenda: 2021), hebben we hier te maken met een fit en daadkrachtig ‘oudje’. Ik ben blij dat ik er meer dan zes jaar deel van heb mogen uitmaken. Ik ben dan ook benieuwd hoe de vereniging, META en de bibliotheek- en archief sector zullen

evolueren. En overstap of niet, één ding is zeker: clichés over bibliothecarissen en archivarissen, ik zal ze niet dulden. Argumenten heb ik immers in overvloed.

Afsluitelement

editoriaal

Meta 2017/3Jaargang 93 - april 2017

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalEen vereniging in verandering

4 Nieuws

21 InzetTom Cobbaert

22 EtalageCycling for Libraries Belgium

24 SignalementTopstukken uit lokaleoverheidsarchieven

31 De vraagWaarom moet jij ook Tijd voor vakmensen maken?Jacqueline Van Leeuwen

32 Over de schuttingMaak kennis met SociusMaud Mertens

34 TrendDe Belbib van KoekelbergNathalie Cools

35 Het plan

36 UitgepaktIngebedde metadataSam Donvil

37 ColumnOude krokodilJan Lampo

37 Citaat

“ WIJ BEWAREN GEEN OUD PAPIER MAAR INTENTIES EN VERLANGENS. DAAR VUL JE GEEN BELEIDSPLAN-NEN MEE, MAAR HET IS GOED ER Af EN TOE AAN TE DENKEN.”

41 Kroniek• Ode aan de oude: afscheid van bib Zuid (1992-2017)• Bij de archivaris op schoot

44 Personalia

46 Toepassing

47 Zo gezienBirgit Reynders

48 Uitzicht

2 | META 2017 | 3

inhoud

7

16

Het project Boekbaby’s van Iedereen Leest heet sinds begin dit jaar Boekstart. Van een pilootproject in tien gemeenten is het uitgegroeid naar een project dat loopt in 122 gemeenten en zo jaarlijks meer dan 22.000 gezinnen bereikt. Het belang van voorlezen voor jonge kinderen staat dan ook buiten kijf. Ook bibliotheken spelen hierbij een belangrijke rol én kunnen er voordeel uit halen.

INTERVIEW

Frédéric Boquet

Met Boekstart werken aan de ontluikende geletterdheid van de jongste bibliotheekbezoekers

Sylvie Dhaene

Ken je klanten. Digitale dienstverlening op maat bij het felixArchief

Filip Boudrez en Marie Juliette Marinus

Essay: Openbare bibliothekenDuurzame ontwikkelingsdoelenvoor de bovenbouw

Bruno Vermeeren

10

26

38

ARTIKELS

“ ARCHIEVEN ZIJN GEEN KLUIS WAARIN DOCUMENTEN WORDEN BEWAARD WAARTOE NIEMAND TOEGANG HEEfT. ”

inhoud

10

7

Jonge ingenieur wil duurzame bibliotheek bouwen in ZanzibarNiels Gorrebeeck (30) trekt met zeven andere studenten van de Antwerp Management School in mei naar Zanzibar. Ze gaan er als vrijwilligers tien dagen lang een bibliotheek bouwen op een duurzame manier. Om hun ambitie te verwezen-lijken, zijn ze nog op zoek naar financiële steun.

Ze trekken naar Nungwi, een dorp ten noorden van Zanzibar. “Het contrast tussen toerisme en de lokale armoede is er ongeëvenaard,” vertelt Niels. “Centraal staat een school waar meer dan 2.200 kinderen school lopen. Klassen bestaan uit 45 tot 50 leerlingen, schoolbanken zijn er niet. Er is ook geen bibliotheek. Aan dat probleem willen wij, aspirant masters of business administration, iets doen. Kennis vormt de sleutel tot een beter leven.”

Met hout mogen ze niet bouwen, omdat houtkap er verboden is om ontbossing tegen te gaan. “Bouwen zonder steen of hout is een hele uitdaging, maar innoveren is noodzakelijk om gebouwen op te trekken. Gebruik maken van duurzame alter-natieve materialen en bouwprocessen kunnen de Zanzibarianen vooruithelpen. We gebruiken onder andere jute zakken.”De bibliotheek wordt straks het kenniscentrum van de school en het dorp. Niet alleen voor academische kennis, ook als inspiratiebron voor een nieuwe manier van lokale bouwtraditie. Om dat te verwezenlijken hebben Niels en zijn collega-studenten 18.000 euro nodig. “We zoeken nog sponsors met een hart voor Afrika en Zanzibar om ons te steunen. Dat kan door een van onze producten te kopen, maar ook het overmaken van een geldsom is mogelijk.”

Meer info kun je vinden op www.knowledgefornungwi.org

> Bron: Gazet van Antwerpen

Het cre-aid team overlegt met de studenten over de bibliotheek.

4 | META 2017 | 3

nieuws

archief lou reed gaat naar openbare bibliotheek new York

De openbare bibliotheek voor de podiumkunsten in New York kreeg het complete archief van de in 2013 overleden zanger Lou Reed. De voormalige zanger van The Velvet Underground zou dit jaar 75 geworden zijn.

Het archief van de artiest bracht een enorme schat aan materiaal: documenten, foto’s en zo’n 3.600 geluidsopnamen en 1.300 beeldopnamen van de zanger. Reed’s weduwe Laurie Anderson zei over de overdracht: “Welke betere plek voor dit dan in het hart van de stad die hij liefhad.”

“Lou Reed baande de weg voor de punk en glamrock van de jaren zeventig en inspi-reerde talloze popartiesten met zijn experimentele technieken,” aldus de curator van de openbare bibliotheek.

> Bron: De Morgen

er zit muziek in de bibliotheek!

Van 18 april tot 18 mei loopt de enquête Er zit muziek in de bibliotheek! in verschil-lende openbare bibliotheken.

Met deze enquête wil de Vakgroep Muziek en film vooral een beeld krijgen van de gebruikers die in de bibliotheek muziek uitlenen: waarom lenen ze muziek, hebben ze een specifiek muziekprofiel, welke meerwaarde hechten ze aan de collectie, waarvoor gebruiken ze de catalogus, wat zijn hun verwachtingen, hoe zien ze de toekomst van de muziekafdeling, enz. Kortom: een hoop dingen die je niet uit de statistieken kunt halen, maar die muziekbibliothecarissen wel graag willen weten om hun muziekcol-lecties nog beter te kunnen afstemmen op de gebruiker.

Elke deelnemende bibliotheek krijgt achteraf het globale rapport. Deelnemers aan de enquête kunnen een cd-pakket winnen.

Wil je hierover meer informatie? Neem dan contact op met Lise Vandecruys: [email protected]

facebookpoll

lente! tijd om je met een boek in de tuin of op een zonnig terras te zetten. de secretariaatsmedewerkers tipten alvast wat ideale lectuur. welk boek zou jij wel eens willen lezen?

Orlando - Virginia Woolf (aangeraden door Bruno)

Wat is de wat? - Dave Eggers (aangeraden door Julie)

De verwarde cavia - Paulien Cornelisse (aangeraden door Klaartje)

Het Smelt - Lize Spit (aangeraden door Lise).

De Renner - Tim Krabbé (aangeraden door Marc)

Laat je mening horen op onze facebookpagina: https://www.facebook.com/VVBADvzw.be

In Meta 2 stelden we dat bibliotheken hun verantwoordelijkheid moeten opnemen in de strijd tegen fake news. 37,5 % vindt dat bibliotheken daar al volop mee bezig zijn. 62,5 % vindt dat bibliotheken daar meer aandacht voor moeten hebben.

META 2017 | 3 | 5

nieuws

Zoveel jeugdleners werden er in 2015 geregistreerd in de Vlaamse openbare bibliotheken. Ondanks de scholenwerking van bibliotheken, volgt ook het aan-tal jeugdleners een dalende trend. Wat volwassen leners betreft wer-den er in datzelfde jaar 975.000 geteld. In 2010 ging het nog om 510.000 jonge lezers en 1.049.000 volwas-senen lezers.

Bron: CJSM

475.000

Beste Bibliotheek van nederland staat in den helder

School 7 in Den Helder werd gekozen tot Beste Bibliotheek van Nederland en mag een jaar lang deze titel dragen. Op het Nationale Bibliotheekcongres in Assen kregen ze de NBD Biblion Award uitgreikt.

Volgens de enthousiaste stemmers op de site van Bibliotheekblad heeft School 7 in Den Helder alle in huis wat een moderne bibliotheek moet bieden. De onafhankelijke vakjury deelt die mening, en noemt School 7 een lichtend voorbeeld van een innovatieve en ondernemende bibliotheek.

Volgens de vakjury laten de winnaar en de vijf andere genomineerde bibliothe-ken (Bibliotheek Schiedam, Bibliotheek Winschoten, Theek 5 in Oosterhout, Bibliotheek Alphen aan den Rijn en Bibliotheek Wijchen) zien hoe het bibliotheekwerk als geheel in beweging is. De transformatie van de klassieke uitleenbibliotheek naar een sterk op samenwerking gerichte speler die haar waarde bewijst in het sociale domein, is overal waarneembaar en op diverse plekken in het land opvallend succesvol.

> Bron: Bibliotheekblad

amsterdam krijgt archief voor geschiedenis van zwarte nederlanders

Anderhalve eeuw na de afschaffing van de slavernij en dik veertig jaar sinds de Surinaamse onafhankelijk-heid opent deze zomer het eerste specifiek op zwarte geschiedenis ger ichte archief in Amsterdam: The Black Archives.

Volgens initiatiefnemers Mitchell Esajas en Jessica de Abreu zijn er in Nederland wel instellingen en bibliotheken met boeken en collecties over de zwarte geschiedenis, maar die zijn niet zo grootschalig of openbaar. “Onze collectie laat een veel groter verhaal zien,” zegt Esajas.

Jessica de Abreu, coördinator van het archief, meent dat de collectie een belangrije historische waarde heeft, en een verhaal vertelt dat nog altijd zwaar onderbelicht is. “Ons archief laat zien dat zwarte geschiedenis veel meer is dan het slavernijverleden.”Het samenstellen van het archief begon vorig jaar, toen de twee de privé-collectie van de overleden UvA-socioloog Waldo Heilbron als nalatenschap geschonken kregen. Die boeken waren tijdelijk te zien in een kleine bibliotheek in Amsterdam-Noord. Maar daar moesten ze al snel weer weg, waarna ze bij de stichting Ons Suriname terecht konden. Ons Suriname bestaat in 2019 honderd jaar en bleek ook een omvangrijke collectie te hebben.

De collectie bestaat uit zeer uiteenlopende historische teksten van en over zwarte mensen in en buiten Nederland. Er worden ook historische artefacten getoond. Esajas hoopt dat al deze verhalen jonge mensen zullen inspireren om samen over zwarte cultuur en geschiedenis na te denken en te praten. Dat zou volgens hem kunnen bijdragen aan de huidige maatschappelijke discussies.

Als alles volgens plan verloopt, gaan de deuren van het archief op 1 juli open voor het grote publiek.

> Bron: het Parool

> Foto: © Mitchell esajas

rechtzetting

In het interview met Krist Biebauw over

Bibliotheek De Krook sloop een foutje.

Het aantal uitleningen voor poëzie die

vermeld werden waren uit open kast, en

niet uit het magazijn. Het waren er boven-

dien ook 6.000 in plaats van 5.000.

6 | META 2017 | 3

nieuws

Bibliotheekmonitor 2017

20%stijging

17%daling

stijging13%

daling

8%stijging daling

25%

werkingsmiddelen

collectiebudget

investeringsmiddelen

personeelsbestand

27%

133openbare bibliotheken

melden een stijging melden een daling

22%stijging

13%daling

Voor het eerst sinds de lancering in 2013 waren er meer bibliotheken waar het budget voor werking, collectie of investeringen toenam, dan er waren waar dit daalde. Voor het personeelsbestand blijft de toestand zorgwek-kend. Een kwart van de bibliotheken moet het in 2016 stellen met minder personeel.

Vlaams-nederlandse commentaar op nieuwe archiefstandaard ric

De Experts Group on Archival Description (EGAD) van ICA stelde begin september 2016 haar ontwerp voor het nieuwe beschrijvings-model Records in Contexts - A Conceptual Model for Archival Description beschikbaar voor commentaar. Met Records in Contexts (RiC) wil men de bestaande beschrijvings-praktijk gebaseerd op de archiefstandaarden ISAD(G), ISAAR(CPf), ISDf en ISDIAH actu-aliseren en harmoniseren. Met RiC betracht EGAD ook een betere aansluiting op records management en digitaal documentbeheer. Naast het conceptuele model zal EGAD voor RiC ook een ontologie ontwerpen.

Aansluitend op haar studiedag over archiefstandaarden heeft de Werkgroep Automatisering het initiatief genomen om voor Vlaanderen commentaren op de draft van RiC in te zamelen. Tegelijk zijn er con-tacten gelegd met de Nederlandse collega’s van BRAIN en KVAN. Het uiteindelijke resul-taat is een gebundelde Vlaams-Nederlandse commentaar die eind januari 2017 is inge-diend bij de EGAD. Bij deze alvast dank aan de collega’s die ons hun commentaar heb-ben bezorgd!

Inhoudelijk is er eensgezindheid over de meerwaarde die dit nieuwe beschrijvingsmo-del biedt. Met de introductie van een multi-dimensionele beschrijving biedt RiC meer flexibiliteit om informatie over archieven en archiefstukken in een soms complexe con-text in vele aspecten weer te geven. Indien nodig kan dat ook op een andere wijze dan volgens de klassieke hiërarchische logica zoals we die uit ISAD(G) kennen. Het ont-werp zoals het nu voorligt wordt echter nog ervaren als onaf door het voorlopig nog ont-breken van de ontologie. Nog tal van zaken zijn onvoldoende uitgewerkt. Er is ook een duidelijke vraag naar verfijnen en aflijnen. Welke gegevens acht men noodzakelijk voor een goede archiefbeschrijving en wat is opti-oneel? Wat is belangrijk? Wat niet? In het ontwerp staan entiteiten en eigenschappen van zeer uiteenlopende aard en belang naast elkaar zonder onderscheid. Het model biedt vele mogelijkheden maar geeft nog onvol-doende grenzen aan.

Het conceptuele model van Records in Contexts biedt een boeiend perspectief op de toekomst van onze beschrijvingspraktijk maar vraagt ons inziens nog best wel wat verbetering. We zijn benieuwd naar de ver-werking van onze en andere commentaren en zien uit naar een volgende versie.

Werkgroep Automatisering

META 2017 | 3 | 7

nieuws

actiViteitenkalender

18.04 - 18.05 Gebruikersenquête muziek-

bibliotheken

VVBAD21.04 Doe eens app-normaal!

VVBAD24.04 De Staat van het Boek

BoekenOverleg27.04 Voorstelling gebruikers-

onderzoek

VVBAD08.05 Overlegplatform voor

erfgoedbibliotheken

Vlaamse Erfgoedbibliotheek en VVBAD

15.05 focus op Makerspaces

VVBAD en Cultuurconnect22.06 Studiedag sectie

Hogeschoolbibliotheken

VVBAD14 en 15.09 Informatie aan Zee

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Focus op makerspaces

Makerspaces, fabLabs, Medialabs,... het zijn hot items. Bibliotheken, cultuurcentra en musea springen op de kar. Maar er zijn nog veel vragen. Waarom zou je beginnen met een makerspace of een fablab? Is het een buitenkans om aan geletterdheid te werken, je rol als kennismakelaar op te nemen en mensen te versterken of kansen voor crea-tiviteit te bieden? Wat kun je je publiek allemaal aanbieden? Welke expertise heb je hiervoor nodig? Kun je iets doen met een beperkt budget?

Op maandag 15 mei focussen VVBAD, Cultuurconnect en de partners van de Digitale Week op makerspaces. Tijdens de voormiddag nemen we enkele modellen van bestaande formats onder de loep en gaan we op zoek naar ‘het waarom van makers-paces’. Tijdens de namiddag is ruimte voorzien om de makerbeweging zelf te erva-ren met concrete en praktische workshops. Of je nu structureel aan de slag wil rond makerspaces of inspiratie zoekt voor een activiteit rond nieuwe technologie voor de Digitale Week, op deze inspiratiedag is er voor elk wat wils.

Alle info over het programma vind je op onze website.

doe eens app-normaal

Apps en tools hebben hun nut het laatste decennium al meermaals bewezen en ken-nen een ongeziene groei in zowel dagelijks als professioneel gebruik. Maar er leven ongetwijfeld ook nog veel vragen rond dit onderwerp. Daarom organiseert de sectie WDI op vrijdag 21 april de studiedag Doe eens app-normaal, over apps en tools voor het vinden, verzamelen, beheren en presenteren van informatie. Tijdens deze studie-dag komen vier thema’s aan bod: informatie vinden, informatie verzamelen, informatie beheren en informatie visualiseren. Je kunt twee sessies volgen.

Alle info over het programma vind je op onze website.

schenking en inbewaargeving esperantoboeken

De bibliotheek van de Vlaamse Esperantobond verhuisde onlangs naar een kleiner pand in Antwerpen. Het grootste deel van de bibliotheek werd om prakti-sche redenen in 2016 overgedragen aan de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Toch zijn er nog boeken die na de verhuis geen thuis meer hebben gevonden, en die de Vlaamse Esperantobond graag gratis wil afstaan. Het gaat over Nederlandstalige boe-ken:• Woordenboek Nederlands -

Esperanto - Nederlands• Esperanto: grammatica

met oefeningen• Esperanto Programita

(Nederlandstalige cursus)Maar ook over leerboeken, volledig in het Esperanto:• ABC-gramatiko• MempraktikiloHeb je interesse? Kun je de boeken liefst ook voor langere tijd bewaren? Neem dan contact op met [email protected]

8 | META 2017 | 3

nieuws

donald trump schrapt federale subsidies voor bibliotheken

President Trump heeft een voorstel ingediend om het Amerikaanse Institute for Museum and Library Services (IMLS) in de begroting van 2018 te schrappen. Daarmee zou ook alle federale subsidies voor bibliotheken weg. De Amerikaanse bibliotheekver-eniging (ALA) heeft hierop al gereageerd. Voorzister Julie Todaro vindt het voorstel van Trump contraproductief en kortzichtig. “We zullen al onze leden en de miljoenen mensen die we dagelijks bedienen mobiliseren om te vermijden dat deze slecht gead-viseerde voorstellen realiteit worden. Bibliotheken gebruiken de kleine hoeveelheid federale middelen om een ongelooflijke waaier van diensten te creëren voor vrijwel alle Amerikanen, wat waarschijnlijk de hoogste return on investment is in heel de federale begroting.”

Het IMLS verspreidt de subsidies voor de Library Services and Technology Act op basis van het aantal inwoners per staat. Elke staatsbibliotheek besist zelf hoe ze de subsidies aanwendt. Amerikaanse bibliothecarissen springen er heel creatief mee om: ze helpen veteranen om zich terug aan te passen aan het dagelijkse leven, helpen mensen met het opstarten van een online zaak, geven workshops over het schrijven van sollicitatiebrieven, geven computercursussen, enz.

“Meer dan 120.000 Amerikaanse bibliotheken (zowel publieke, school- en universi-teitsbibliotheken) zijn niet enkel stapels boeken. Ze zijn centra voor opleiding, onder-nemerschap, tewerkstelling en onderzoek in het hart van elke gemeenschap in elke staat. En ze worden bemand door de meest originele zoekmachines: getrainde en geëngageerde bibliothecarissen,” aldus Julie Todaro.

> Bron: american library association

Sylvie Dhaene, Iedereen Leest

Over het belang van vroeg starten met voorlezen is er nog weinig dispuut. Onder zoeksrapporten tonen keer op keer een reeks van positieve effecten op de taal- en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen, zowel op korte als op lange termijn. Een vroege start met boeken en de ervaring van leesplezier beïnvloedt de interesse van kinderen in boeken en (voor)lezen. Hun woordenschat en verbeelding vergroten en het voor lezen stimuleert de interactie tussen ouders en kinderen. Met Boekstart wil Iedereen Leest jonge ouders inspireren en bibliotheken aan-moedigen om aan het stimuleringsprogramma deel te nemen. Want de voordelen zijn, mits de juiste aanpak, legio. Ook voor bibliotheken.

Met Boekstart werken aan de ontluikende geletterdheid van de jongste bibliotheekbezoekers

© OB Torhout.

10 | META 2017 | 3

artikel

“ HET IS ONZE MORELE VERANTWOORDELIJK-HEID ALS MAATSCHAPPIJ OM ZO VROEG MOGELIJK IN KINDEREN TE INVES-TEREN.

Aandacht hebben voor actuele uitda-gingen en maatschappelijke noden staat hoog op de agenda van elke organisatie die zich betrokken voelt bij de samen-leving en die mee wil bouwen aan een betere toekomst voor iedereen. Als orga-nisatie die werkt rond lezen en leesbevor-dering voelt Iedereen Leest zich dan ook erg aangesproken. Om goed te kunnen participeren in een superdiverse kennis-maatschappij is leesvaardigheid immers een belangrijke basiscompetentie. Samen met andere partners, waarbij een promi-nente rol is weggelegd voor openbare bibliotheken, wil Iedereen Leest bouwen aan een sterke en brede leescultuur. Meer mensen in contact brengen met lezen, meer kansen creëren om leesplezier te ontdekken en mensen doen groeien in leescompetenties zijn belangrijke streef-doelen.

In het beleid van Iedereen Leest gaat een verhoogde aandacht uit naar ont-luikende geletterdheid (early literacy). Ouders, opvoedkundigen en zorgverle-ners worden gesensibiliseerd om kinde-ren in hun eerste levensjaren met (voor-)lezen en met leesplezier in contact te laten komen. En omdat niet alle kinde-ren opgroeien in gezinnen waar er wordt voorgelezen of waar boeken aanwezig zijn, zijn stimulerende leesomgevingen in kinderopvangvoorzieningen en in de kleuterklas des te belangrijker. En hier kan de bibliotheek ook een extra ondersteu-nende en inspirerende rol opnemen. Als plaats van ontmoeting en ontdekking bin-nen de publieke ruimte kan ze bijdragen tot de leer- en groeikansen van kinderen.

In het bijzonder voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen die geconfronteerd worden met armoede en sociale uitslui-ting kan de bibliotheek van betekenis zijn.

DE TOEKOMST IS JONg! Op 6 oktober 2016 vond de conferentie De toekomst is jong plaats, een initiatief van minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen en gecoördineerd door Kind en Gezin. Verschillende acto-ren uit diverse disciplines bogen zich over het belang van een breed gedragen visie op het beleid voor jonge kinderen. Zij vroegen daarbij aandacht voor de ruime omgeving waarin kinderen opgroeien en wezen op de noodzaak om daarin te investeren. De roep om een veilige en gezonde omgeving voor alle kinderen is immers luid. Actoren zoals Kind en Gezin spelen een prominente rol in de onder-steuning van gezinnen met jonge kinderen en aanstaande ouders en zijn vurige pleit-bezorgers voor een zo vroeg mogelijke investering in jonge kinderen. Alle kinde-ren worden er beter van en investeren in alle jonge kinderen is ook een keuze om armoede en sociale uitsluiting te bestrij-den. Ook het Kinderrechtencommissariaat blijft in haar adviesnota’s en beleidsaan-bevelingen voortdurend op deze nagel kloppen.

Een van de conclusies die de deelnemers aan de conferentie op tafel legden is de urgente nood aan meer systematisch overleg, samenwerking en afstemming tussen lokaal en Vlaams beleid en tussen de verschillende beleidsdomeinen. En die reden is natuurlijk evident: de impact van

META 2017 | 3 | 11

artikel

het beleid van andere actoren op gezin-nen, (aanstaande) ouders en jonge kin-deren is immers ook erg groot. En deze impact kan zowel positief als negatief zijn. Het is dus zaak om de positieve impact groter en steviger te maken. Niet alleen op vlak van gezondheidszorg zijn er noodzakelijke stappen te zetten, ook bin-nen de vrije tijd en het onderwijs liggen er uitdagingen en kansen om de ontwik-keling van jonge kinderen te verhogen.

TrOEVEN VAN DE OPENBArE BIBLIOTHEEKDe conferentie lichtte vier thema’s uit: jong en gezond, jong en overal thuis, jong en geborgen, jong en betrokken. De Huizen van het Kind, een samenwer-kingsverband tussen actoren binnen de preventieve gezondheidszorg, zoals de consultatiebureaus van Kind en Gezin, hebben een cruciale sleutelpositie om elk van deze thema’s in te vullen. Maar ook voor actoren zoals Iedereen Leest en de openbare bibliotheken, beiden begaan met de ontwikkelingskansen van jonge kinderen en met de cultuur- en vrijetijds-participatie van gezinnen, zijn er interes-sante aanknopingspunten.

De openbare bibliotheek is een belang-rijke culturele voorziening in een lokale gemeenschap die voor alle kinderen, jon-geren en hun ouders toegankelijk is. Ze

Ondanks de brede toegankelijkheid van bibliotheken blijven hardnekkige drem-pels, bewuste en onbewuste obstakels de weg versperren voor (cultuur)participatie van meerdere groepen in de samenleving. Drempels die Iedereen Leest of een open-bare bibliotheek alleen niet kunnen weg-werken. Inzetten op verbindend werken met andere lokale of Vlaamse organisa-ties die hun ervaring op het terrein kun-nen inzetten en bewust kiezen voor ken-nisuitwisseling en -opbouw is een eerste stap om succes te kunnen boeken en te werken aan een langetermijnperspectief.

BOEKSTArT, MOTOr VAN VErBINDINgIedereen Leest deelt de overtuiging dat het onze morele verantwoordelijkheid is als maatschappij om zo vroeg mogelijk in kinderen te investeren. Kinderen hebben recht op gelijke kansen en alle kinderen verdienen het om weerbaar en sterk te kunnen worden. Met het stimuleringspro-gramma Boekstart wil Iedereen Leest zo vroeg mogelijk inzetten op het ontdekken en beleven van leesplezier.

Boekstart is een leesbevorderingspro-gramma dat in verschillende landen of regio’s loopt. Pionier was Bookstart U.K. , waar het programma in 1992 werd opge-start en vandaag nog steeds loopt. In Vlaanderen werden de eerste bouwste-nen gelegd in 2005 met een pilootpro-ject in 10 gemeenten onder de naam Boekbaby’s. Vandaag loopt het pro-gramma in 122 gemeenten en worden er jaarlijks meer dan 22.000 gezinnen bereikt. Uniek aan dit programma is de samenwerking met Kind en Gezin en organiserende besturen. In de consul-tatiebureaus die aanwezig zijn in bijna elke gemeente in Vlaanderen en in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel komt 80 à 90 procent van de kersverse ouders, dus het bereik is erg groot. Het is een kleine minderheid van ouders die geen gebruik maakt van deze voorziening. Tijdens het consultatiebezoek worden ouders geïn-formeerd over het Boekstartprogramma en worden ze impulsen tot deelname aan-gereikt. Wanneer de baby zes maanden oud is, krijgen de ouders van de vrijwil-liger een eerste pakketje met een knis-perboekje en een toegankelijke informa-tiebrochure. Op het consult van vijftien maanden volgt de uitnodiging voor een bezoek aan de lokale bibliotheek. Bij afgifte van deze uitnodiging krijgen de ouders in de bibliotheek een aantrekke-lijke tas met een kartonboek en een meer-talig slaapliedjesboek (met cd) erin. Op speelse wijze wordt via de opdruk van de tas de boodschap meegegeven: lezen

OB Beringen. Foto: © Kristof Vints.

heeft meerdere troeven in handen om mee te bouwen aan de stimulerende en rijke omgeving die broodnodig is voor alle kinderen. Zo zijn kinder- en jeugdbiblio-theekafdelingen kindvriendelijke plekken bij uitstek. Veel bibliotheken organiseren voorlees- en andere activiteiten en work-shops waar ook ouders en grootouders welkom zijn. Als partner van kinderop-vangvoorzieningen en scholen heeft de bibliotheek of de bibbus een belangrijke dienstverlenende functie. Door deelname aan campagnes, zoals de Voorleesweek of de Jeugdboekenmaand of aan de Kinder- en Jeugdjury — de grootste leesclub voor kinderen en jongeren in Vlaanderen — en door het uitnodigen van auteurs en illus-tratoren bevestigen bibliotheken keer op keer hun prominente rol op vlak van leesbevordering, literatuureducatie en kri-tische geletterdheid. Maar ook via deel-name aan de Week van de Opvoeding, de Digitale Week of de Week van de Geletterdheid leveren ze een bijdrage aan de uitbouw van de bibliotheek als een dynamische en stimulerende leer- en leesomgeving. En uiteraard zijn er tal van andere samenwerkingsverbanden en eigen initiatieven waardoor bibliothe-ken hun hefboomfunctie dag in dag uit proberen waarmaken, zoals bijvoorbeeld voorlezen-aan-huis-projecten die biblio-theken samen met andere lokale partners opzetten.

12 | META 2017 | 3

artikel

en de bib zijn leuk. Ook informatie over voorlezen en samenlezen wordt aange-reikt. Het is erg belangrijk om van deze contactmomenten meer te maken dan het louter overhandigen van de uitnodigings-brief of de Boekstart-tas. Hier ligt een kans, een beginpunt voor verdere acties om deze jonge ouders warm te maken voor een volgend bezoek en hen aan te moedigen tot deelname aan activiteiten georganiseerd door de bibliotheek.

Hoogopgeleide ouders, het al lid zijn van de bibliotheek of de nabijheid van de woonplaats van de ouders zijn voor-spellers tot een verhoogde deelname. Het bereiken en toeleiden van kwetsbare gezinnen vraagt extra inspanningen. Een aanbod alleen is niet genoeg en eenma-lige initiatieven brengen doorgaans wei-nig of geen zoden aan de dijk, dat leert de ervaring. Een bewuste keuze voor inten-sievere interventies en een volhoudend beleid door de bibliotheek is aangewe-zen. Elke bibliotheek die dit al probeerde te verwezenlijken weet dat men dit niet alleen kan, partners zijn nodig. Door het aangaan van een langdurige samen-werking met andere organisaties uit de gemeente, zoals kinderopvanginitiatieven, opvoedingsondersteuning en preventieve gezins-, armoede- en welzijnszorg, kun-nen de resultaten merkelijk verbeterd worden. Als bibliotheek is het belangrijk om op zoek te gaan naar die actoren die kunnen meehelpen om de toeleiding van

kwetsbare gezinnen naar de bibliotheek te faciliteren. Zij hebben vaak een vertrou-wensband met deze gezinnen, komen bij hen thuis of zien hen op meer regelma-tige basis in hun voorzieningen. Maar dit is uiteraard niet genoeg, want zodra de drempel van de bibliotheek overschre-den is, is het des te belangrijker dat deze gezinnen zich welkom voelen in deze vaak voor hen onvertrouwde omgeving. Een warme en veilige omkadering, een uit-nodigende sfeer voor jonge ouders met baby’s en peuters, de aanwezigheid van een divers en aantrekkelijk aanbod van baby- en peutermaterialen, (meer)talige voorleesmomenten en deskundige en geëngageerde medewerkers aan de balie en in de bib zijn belangrijke kritische suc-cesfactoren. De rol van de medewerkers in de consultatiebureaus en in de biblio-theek blijkt telkens opnieuw erg cruciaal. Hun enthousiasme, bereidheid en betrok-kenheid kunnen het verschil maken.

ELK VLAAMS KIND EEN BOEKSTArT-PAKKETVanaf 1 januari 2017 gaat Boekbaby’s door het leven als Boekstart. Een nieuwe naam, een nieuw logo en nieuwe vormge-ving, het zijn de voorbodes van een nieuw hoofdstuk. Vlaams minister van Cultuur en Jeugd Sven Gatz maakte op het feest van tien jaar Boekbaby’s zijn intentie bekend en herhaalde zijn voornemen tijdens de opening van de Boekenbeurs: Boekstart in heel Vlaanderen uitbouwen, voor elk kind.

Een beleidskeuze die vanuit diverse hoe-ken op positieve weerklank kan rekenen. Het is een keuze die expliciet ondersteund wordt door wetenschappelijke bevindin-gen, internationaal en op Vlaams niveau. In 2012-2013 werd door het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven) een evaluatieonderzoek uitgevoerd over het bereik en de impact van Boekbaby’s. En in 2008 voerde ook de UGent i.s.m. de Universiteit Antwerpen een kwalitatief onderzoek over het introduceren van een stimulans zoals Boekbaby’s bij gezinnen en de effecten op de (voor)leescultuur in het gezin. De resultaten van deze onder-zoeken en ook een internationaal onder-zoeksrapport over Bookstart UK zijn uit-gebreid te raadplegen op www.boekstart.be. Niet alleen Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen is een grote voor-stander van het Boekstartprogramma. Ook organisaties zoals Kind en Gezin zijn overtuigd van het belang van Boekstart omdat het de kansen kan bevorderen van kinderen die van bij de geboorte minder kansen dan anderen hebben. Maar niet alleen opvoedings- en gezins-ondersteuners of pedagogen geloven in de opportuniteiten die een programma zoals Boekstart kan bieden. Ook econo-men hebben goede redenen om de inzet op ontluikende geletterdheid in de eer-ste levensjaren, en de programma’s die hierrond worden opgezet, te verdedi-gen. Nobelprijswinnaar economie James Heckman is formeel in zijn uitspraken:

Boekstart in het consultatiebureau van Zele.

META 2017 | 3 | 13

artikel

investeren in de kwalitatieve ontwikke-ling en stimulering van jonge kinderen betaalt zichzelf terug. Voor Heckman heeft een overheid er alle belang bij om dit te doen, want het leidt tot meer groei, meer productiviteit en minder ongelijk-heid op lange termijn.

Om de gewenste doelen op korte en lange termijn met Boekstart te bereiken is een intensieve samenwerking met organi-saties uit de brede leefomgeving van het kind een must: Huizen van het Kind, con-sultatiebureaus, kinderopvangvoorzienin-gen, armoede- en welzijnsorganisaties en onderwijs- en cultuurpartners zoals de openbare bibliotheken. Bibliotheken heb-ben alles (of toch erg veel) in huis om positieve stimulansen en initiatieven aan te bieden die voor alle kinderen toeganke-lijk zijn. Bibliotheekmedewerkers bezitten expertise over het brede aanbod aan boe-ken en apps, ze beheren en delen infor-matie en kennis over leesbevordering en geletterdheid. En omgekeerd kunnen

bibliotheken veel leren van de welzijns-, armoede- en opvoedingsondersteunende organisaties. Elkaars kennis en expertise inzetten is een win-win voor iedereen.

Maar niets is zomaar gewonnen. Intensief of structureel samenwerken met andere partners, al dan niet in een lokaal formeel of informeel netwerk, vraagt tijd, inzet en engagement van mensen. En dat is jam-mer genoeg het meest schaarse goed voor elke organisatie. Vanuit het oog-punt van maatschappelijke relevantie en impact is het geen geldig excuus om ons daarbij neer te leggen. Het is dan ook zoe-ken naar een haalbare aanpak. Investeren in samenwerking is een must.

Een van de belangrijke opbrengsten voor de bibliotheek van deze samenwerking over beleidsdomeinen heen is dat drem-pels die vandaag nog altijd te hoog zijn voor bepaalde gezinnen en kinderen, ver-laagd kunnen worden. Daarnaast kunnen inwoners uit de gemeente via toeleiders

of brugfiguren toch de weg naar de bib vinden en er graag blijven terugkomen om zich te ontspannen, te ontplooien en te verrijken. De dagelijkse bibliotheek-praktijk bewijst dat het werken aan een verhoogde participatie van moeilijker bereikbare doelgroepen geen evidentie is. Veel bibliotheken bijten er hun tanden op stuk, initiatieven lopen om allerlei redenen vast en pogingen worden gestaakt omdat de verwachtingen niet ingelost worden of omdat de nagestreefde doelen niet snel genoeg behaald worden.

Met het vernieuwde Boekstart-programma wil Iedereen Leest meer inzetten op deskundigheidsbevorde-ring van alle betrokken partijen. Door het verhogen van de expertise- en erva-ringsuitwisselingen en door het aanbie-den van intensievere coaching- en vor-mingsprogramma’s wil Iedereen Leest meer omkadering en houvast bieden. Een train-de-trainer programma en een vorming interactief voorlezen voor baby’s

artikel

EEN BRON VAN KENNISAxiell ALM is de leidende leverancier van collectie management systemen, online publicatie en mobiele oplossingen. Adlib bib-lio-theek is een professioneel softwarepakket voor informatie-management, kennismanagement en catalogusbeheer en wordt gebruikt in bibliotheken, mediatheken, documentatiecentra, (hoger)onderwijs, gezondheidszorg, juridische instellingen en bed-rijven. Adlib Bibliotheek voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden en thesauri behoren tot de standaardfunctio-naliteit. Adlib Bibliotheek kan naadloos geïntegreerd worden met onze Archief en Museum modules, tot één compleet ‘cross domain’ systeem. Uiteraard kunt u Adlib Bibliotheek ook uitbreiden met uit-leen-, tijdschrift-, bestel- & SDI modules en online services.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van acade-mische collecties tot openbare bibliotheken

en peuters zitten momenteel in de piloot-fase en zullen vanaf 2018 breed worden uitgerold. De voorbije tien jaar werd veel kennis en ervaring opgedaan. Op basis van de positieve en negatieve ervarin-gen wordt bijgestuurd en geoptimali-seerd. Vragen en motivaties die het pro-gramma sturen, zijn o.a.: hoe kunnen we samen met de openbare bibliotheken die (eerste) deur nog verder openen naar het ontdekken en beleven van leesplezier voor erg jonge kinderen en hun ouders? Hoe zorgen we ervoor dat goedbedoelde adviezen niet stigmatiserend of belerend overkomen? En waarom is dat zo belang-rijk, dat eerste (en vooral tweede) contact met de bibliotheek en/of het aanreiken van een eerste positieve (voor)leeser-varing? Welke rol kunnen (jeugd)biblio-thecarissen naast ouders en leerkrachten opnemen in de leesopvoeding van jonge kinderen? Hoe doen we dat best en wie betrekken we daarbij? Waarom verdient dit onze gezamenlijke prioritaire aan-dacht? En waarom zou een bibliotheek investeren in Boekstart? Wat is de meer-waarde van dit programma?

DE MAATSCHAPPELIJKE WAArDE VAN DE BIBLIOTHEEKIn META 2016/6 werd een artikel gewijd aan een meerjarig onderzoeksprogramma over het meten van de maatschappelijke waarde van openbare bibliotheken in Nederland. De onderzoekers maakten de lezers erop attent dat het belangrijk is om bij de beoordeling van een bibliotheek op haar maatschappelijke waarde voorbij de output-statistieken zoals het aantal leden of aantal uitleningen te kijken. Het is rele-vanter om aandacht te hebben voor de outcomes, met name de veranderingen die teweeggebracht worden in het leven van een individu, een gezin of de maatschappij in haar geheel als gevolg van de deelname aan activiteiten of door het ontlenen.

Op basis van literatuuronderzoek wer-den door Marjolein Oomes van de Nationale Bibliotheek van Nederland vijf invloedssferen van de bibliotheek in kaart gebracht. De dimensies waarbinnen een bibliotheek een positieve invloed kan hebben zijn sociaal, cultureel, educatief, economisch en affectief. Op elk van deze domeinen zijn er opbrengsten te meten.Wanneer we het Boekstart-programma aftoetsen aan deze opbrengsten, mogen we veronderstellen dat deelname aan het programma de maatschappelijke waarde van de bibliotheek kan helpen versterken. Het helpt een lokaal netwerk te weven en het biedt nieuwe ingangen om invulling te geven aan een werking rond ontluikende geletterdheid.

CONCLUSIEMet een initiatief als Boekstart wil Iedereen Leest openbare bibliotheken een programma aanreiken dat als brede kapstok kan dienen om enerzijds de bij-drage van de bibliotheek aan de leeront-wikkeling van jonge kinderen, specifiek op vlak van ontluikende geletterdheid, te bevorderen. Anderzijds is het een vertrek-basis voor het samenwerken met lokale partners uit de welzijns-, zorg- en opvoe-dingssector. Andere organisaties kunnen dichter bij de bibliotheek gebracht wor-den, en omgekeerd.

Het programma biedt via vormingsmo-menten en ervaringsuitwisselingen ook een ondersteuning en stimulans voor bibliotheekmedewerkers om inspan-ningen rond toeleiding en begeleiding vol te houden. En wanneer minister van Cultuur en Jeugd Sven Gatz en de Vlaamse Overheid zich samen met steden en gemeenten engageren om de Vlaamse uitrol van Boekstart mogelijk te maken, dan wordt het programma ook financi-eel haalbaar voor de lokale overheden. Boekstart kan zo onderdeel uitmaken van een gemeentelijk beleid dat inzet op lees-plezier en het belang van vroege gelet-terdheid onderschrijft.

De zich wijzigende focus in de biblio-theeksector van lenen naar leren en de grotere aandacht voor het proces van kennisontwikkeling en -deling bieden nieuwe kansen voor bibliotheken om

die belangrijke hefboomfunctie te kun-nen opnemen. Vanuit haar centrale rol en lokale inbedding kan de bibliotheek bruggen slaan met lokale culturele, soci-ale, educatieve, welzijns- en andere acto-ren en met buurtorganisaties. Iedereen Leest engageert zich om deze netwerken inhoudelijk te versterken zodat visie- en praktijkontwikkelingen kunnen verduurza-men en deskundigheid op vlak van lees-bevordering verder kan groeien.

De bereidheid om over beleidsdomei-nen heen te werken om de noodzakelijke structurele lokale verankering te kunnen waarmaken zijn de eerste stappen voor een duurzame implementatie in heel Vlaanderen. Iedereen Leest gelooft in het inherent verbindend vermogen van het Boekstart-programma en in de voor-trekkersrol van bibliotheken in lokale lees-bevorderingsnetwerken. Hoe meer biblio-theken hun verbredende rol als actieve ontmoetings- en verbindingsplaats in een lokale gemeenschap opnemen, hoe meer slaagkansen.

> Meer info over Boekstart?

ga naar www.boekstart.be of contacteer els

Michielsen, coördinator van Boekstart bij iedereen

leest: [email protected] of 03 204

10 07.

Opbrengsten van Boekstart.

SOCIAAL verbondenheid en betrokkenheid tussen ouders en kinderen en tussen ouders/kinderen en hun bibliotheek verstevigen

CULTUrEEL kennismaking en informatie over (voor)lezen, lees- en cultuur beleving

EDUCATIEF aanleren van nieuwe vaardigheden en beïnvloeden van houding en gedrag ten aanzien voorlezen, boeken en bibliotheekbezoek door het aanreiken van stimuli op erg jonge leeftijd

ECONOMISCH effect op het economisch welzijn (lange termijn perspectief) van de persoon en de maatschappij

AFFECTIEF ervaring van ontspanning en leesplezier, zelfvertrouwen opbouwen door iets nieuws te leren, installeren van voorleesrituelen in het gezin, binding ouder-kind

artikel

EEN BRON VAN KENNISAxiell ALM is de leidende leverancier van collectie management systemen, online publicatie en mobiele oplossingen. Adlib bib-lio-theek is een professioneel softwarepakket voor informatie-management, kennismanagement en catalogusbeheer en wordt gebruikt in bibliotheken, mediatheken, documentatiecentra, (hoger)onderwijs, gezondheidszorg, juridische instellingen en bed-rijven. Adlib Bibliotheek voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden en thesauri behoren tot de standaardfunctio-naliteit. Adlib Bibliotheek kan naadloos geïntegreerd worden met onze Archief en Museum modules, tot één compleet ‘cross domain’ systeem. Uiteraard kunt u Adlib Bibliotheek ook uitbreiden met uit-leen-, tijdschrift-, bestel- & SDI modules en online services.

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van acade-mische collecties tot openbare bibliotheken

META 2017 | 3 | 15

Frédéric Boquet

“ we wisten: als wij het niet doen, wordt er niets bewaard. ”

META 2017 | 3 | 17

interView

Interview: Julie Hendrickx en Hermione L’Amiral Foto’s: Marc Engels

22 maart 2016 staat in het collectief geheugen gegrift. Het was een zwarte dag voor ons land. Na de aanslagen in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek kwamen er al snel mensen bijeen aan het Brusselse beursgebouw. Ze lieten er bloemen, boodschap-pen en tekeningen achter. Die boodschappen werden allemaal verzameld door het Brusselse Stadsarchief. Met frédéric Boquet kijken we een jaar na datum terug op deze gebeurtenissen. Hoe pakten ze dat aan? Wat is de rol van de stadsarchieven bij het maatschappelijke aspect? Hoe hebben ze zelf alles ervaren, en wat zijn de ervaringen van de bezoekers?

> Zie ook p. 48

Waar was u op het moment van de aanslagen? Hoe heeft u het nieuws vernomen?Ik was hier in het archief, en ik vernam het nieuws via mijn col-lega’s. Dankzij de online pers zagen ze onmiddellijk dat er iets aan de hand was. Nadien heeft de directie ons op de hoogte gebracht, en toen is alles heel snel gegaan.

Veel mensen mochten hun gebouw niet meer verlaten. Was dat hier ook het geval?Het klinkt waarschijnlijk vreemd, maar door de aanslagen in frankrijk waren we al wel wat voorbereid. Daardoor konden we onmiddellijk reageren. We hebben eerst onze lezers gewaar-schuwd dat er een aanslag was gebeurd in het metrostation Maalbeek. We hebben hen dan gevraagd om het archief tijdelijk niet te verlaten en in de leeszaal te blijven. In de loop van de dag hebben we hen de keuze gelaten om te vertrekken, wetende dat het openbaar vervoer volledig lam lag.

Hoe hebben ze gereageerd? Was er paniek?Ik kan mij geen paniek herinneren, maar ik ben er zeker van dat ze niet meer geïnteresseerd waren in onze archieven. Iedereen was alles online aan het volgen. De tijd is toen blijven stilstaan, ook voor ons was werken op dat moment geen optie meer.

Het Brusselse stadsarchief nam het initiatief om de krijtteke-ningen aan het Beursgebouw te fotograferen. Wie heeft die beslissing toen genomen?Die beslissing namen we inderdaad redelijk snel. Dinsdagavond, de dag van de aanslagen zelf, kwamen er al mensen samen aan het Beursgebouw. Veel mensen brachten iets mee: een brief of een tekening, bijvoorbeeld. We hadden heel snel de reflex om die documenten te willen bewaren, we moesten daar iets mee doen. Ook de krijttekeningen en -berichten wilden we niet ver-loren laten gaan. Op donderdag ben ik met enkele collega’s foto’s gaan nemen. Het zou die avond immers gaan regenen, waardoor alle berichten werden weggespoeld. Maar de dagen nadien zijn er nieuwe berichten gekomen.

Zijn jullie ook foto’s blijven nemen?Ja, we zijn foto’s blijven maken. Vrijdag 25 maart hebben we alle berichten één voor één gefotografeerd. Die ochtend heeft de burgemeester ons gevraagd om ook alles wat daar neergelegd was te verzamelen. We begonnen aan het beursgebouw en later trokken we ook nog naar het station Maalbeek.

Het was dus eigenlijk dankzij de goede archivistische reflex om dingen te willen bewaren, dat jullie onmiddellijk beseft hebben dat het krijt snel zou vergaan.

Ja, we kregen ook al snel bericht van verschillende collega’s van andere instellingen dat het misschien een goed idee zou zijn die boodschappen te verzamelen. De boodschappen die werden achtergelaten had ik zelf gezien op de televisie. “We mogen die niet verloren laten gaan,” was mijn eerste reflex, maar ik vroeg me ook wel af of we dat wel aandurfden. Die berichtjes van collega’s hebben ons gesterkt in onze overtuiging. Het is dus mede dankzij hen dat we beslist hebben om actie te onderne-men, om iets te doen.

Hebben jullie contact opgenomen met jullie Europese colle-ga’s?We hebben na een tijd contact gehad met Parijs, want het was toen niet evident om hen te bereiken. Er stonden genoeg artikels online over hun specifieke acties. Ik ben die dinsdagavond de hele avond op zoek geweest naar informatie over wat er elders in soortgelijke situaties ondernomen werd. We hebben gepro-beerd om kort op de bal te spelen omdat we wisten: als wij het niet doen, wordt er niets bewaard.

Maakte deze actie deel uit van een brede herdenkingsstrategie die geleid wordt door de Brusselse archieven?Voor ons was het alleszins geen strategie. Eerder een nood-zaak. Het hoefde maar even te regenen en alle berichten zou-den verdwijnen. Dan zou er dus geen enkel spoor meer zijn van die herdenkingsgolf. Ik heb deze vraag al verschillende keren beantwoord met het voorbeeld van het Heizeldrama in 1985. Wat blijft er vandaag nog over van dat drama? Dat wat we kun-nen terugvinden in de pers. De enige andere mogelijkheid is om de personen die toen aanwezig waren te bevragen. Wij hebben nu met deze berichten hier iets extra, iets unieks naast alles wat er in de pers verscheen. De berichten die hier in huis bewaard worden belichten een heel ander aspect, het aspect van een volksbeweging, wat die heeft achtergelaten. Zo hebben we dus echt een andere getuigenis dan die die de pers vastlegde.

Trekt u vaker de stad in om foto’s te nemen van roerende goe-deren in de stad? Dus aspecten die in gevaar zijn, waarvan u weet dat ze snel zullen verdwijnen? Of was het de eerste keer dat een dergelijke actie heeft plaatsgevonden?Nee, dit was de eerste keer. De dienst stedenbouwkunde legt regelmatig gebouwen vast op beeld. Die komen dan later pas bij ons terecht. Maar de stad Brussel heeft in het verleden al wel eens samengewerkt met fotografen bij evenementen of ceremo-nies. We proberen ons zo te organiseren opdat die foto’s uitein-delijk bij ons terecht zouden komen. Maar zelf starten wij zo’n projecten niet op, we hebben daar ook niet voldoende personeel voor. Alleen deze ene keer kwam initiatief van het archief zelf.

18 | META 2017 | 3

interView

De historicus Pierre Nora heeft het over lieux de mémoire. Het Beursgebouw heeft als lieu de mémoire gediend, maar dan tijdelijk. Zou uw actie ook passen binnen dat concept? Wilde u de bevolking een gelegenheid bieden om haar gevoelens te uiten bij de gebeurtenissen?Er staan wel wat initiatieven in de startblokken. Burgemeester Mayeur wil bijvoorbeeld bij de renovatie van de boulevards en de uitbreiding van de voetgangerszone een herdenkingsbericht laten graveren. We weten nog niet precies hoe de vork aan de steel zit, maar ook onze actie zou later gebruikt kunnen worden om een lieu de mémoire bij het beursgebouw in te kleden. We beschikken nog niet over officiële of definitieve informatie. We wilden er vooral voor zorgen dat alle berichten bewaard konden worden zonder bijbedoelingen.

Kan een archief ook de rol van lieu de mémoire vervullen? Of vindt u dat te abstract?Persoonlijk heb ik er nog nooit op die manier over nagedacht. Een archief is een instelling die eerst en vooral de democratie dient zodat burgers de toegang gegarandeerd wordt tot de bestuursdocumenten. Door de openbaarheid van bestuur kan de burger zo een soort controle uitoefenen op dat bestuur. Voor mij blijft dat een zeer belangrijke rol voor het archief. Als lieu de mémoire, daar heb ik nog nooit bij stilgestaan.

Brengt dat ons te ver?Dat brengt ons inderdaad wat ver. Anderzijds, genealogen plui-zen hun stamboom ook uit om die (familiale) herinnering in stand te houden. Maar wat de aanslagen van 22 maart betreft en de archivering, had er nooit aan gedacht. Nu, het is inder-daad de bedoeling dat we de documenten die we verzamelden, proberen te valoriseren en ter beschikking stellen volgens de wettelijke bepalingen. We hebben ook een fonds opgericht dat de naam ‘fonds van de aanslagen van 22 maart’ draagt.

Bent u zich ervan bewust dat bepaalde archieven in staat zijn gevoelens op te roepen bij de mensen? Als u de foto’s online zet zal de herdenking misschien weer herleefd worden.Ja, dat is de bedoeling. Volgens mij mag dit archief niet in dozen blijven, moeten mensen het kunnen consulteren. Archieven zijn geen kluis waarin documenten worden bewaard waartoe nie-mand toegang heeft. Er zijn natuurlijk wel altijd wettelijke bepa-lingen. We moeten ook rekening houden met de privacy, maar ik denk dat deze specifieke archieven beschikbaar moeten zijn voor het publiek.

Legaal gezien zijn de foto’s eigendom van de fotograaf, maar eigenlijk lijkt het wel bijna de nalatenschap van de bevolking.Die vraag hebben we ons ook gesteld. Zijn de documenten die daar werden achtergelaten publieke archieven of privé-archie-ven? Mijn collega’s en ik beschouwen die foto’s niet als onze foto’s. Het zijn de foto’s van de archieven die we ter beschik-king zullen stellen van de gemeenschap. Het doet er niet toe of mijn naam naast een foto vermeld staat, dat is de bedoeling niet. We willen vooral dat de documenten ter beschikking staan van iedereen.

Archieven zijn niet bedoeld als kluis, zegt u, maar er is ook een permanent personeelstekort. U moet dus keuzes maken en prioriteiten leggen. Krijgen de archieven op die manier een bepaalde macht in de maatschappij: mogen ze een rol spelen, of moeten ze zich neutraal opstellen in die discussie?Volgens mij moeten archieven zich toch in zekere zin neutraal houden. We mogen niet beginnen rekenen en beslissen welke archieven we online zetten en welke we liever niet aan het grote publiek tonen. Er zijn mensen die hun documenten zorgvuldig bewaren en niet verspreiden, zodat ze ze alleen kunnen beheren. Maar documenten en archieven behoren niet toe aan de archie-ven of historici. Het is dus niet aan de archivaris om te bepalen welke documenten al dan niet verspreid worden. Er moeten inderdaad keuzes gemaakt worden, want we kunnen niet alles tegelijkertijd ter beschikking stellen van het publiek. We wil-len eerst en vooral datgene ter beschikking stellen wat in onze ogen het belangrijkste lijkt en waar het publiek het meest naar vraagt. Als we een privé archieffonds krijgen heeft dat minder prioriteit, daarmee kunnen we wat wachten. Maar als we geen toegang aan de beslissingen van de gemeenteraad verlenen, hebben we te maken met censuur. En dat is niet de rol van archieven. Het ging onlangs in de pers nog over de staatsveilig-heid. Ze wilden dat bepaalde archieven niet meer beschikbaar zouden zijn. Dat doet vragen rijzen. Wat betekent dat? Mag de staatsveiligheid bepaalde archieven bewaren die nooit openbaar zullen gemaakt worden? In dat geval leven we niet meer in een democratische staat.

De Brusselse archieven hebben de aandacht getrokken van de media. Heeft dat gevolgen gehad? Worden de archieven nu anders bekeken? Komt de pers nu ook sneller naar u bij andere aangelegenheden?Het was zeer tijdelijk. En merkwaardig, want de buitenlandse pers heeft als eerste contact opgenomen.. Toen we voor het eerst opgeroepen werden, was de pers nog aanwezig rond het beursgebouw. Vooral de buitenlandse journalisten. De vrijdag na de aanslagen begonnen we met verzamelen en op paaszondag gingen we een tweede keer terug. Toen moesten we alles op de openbare weg verplaatsen, omdat er een betoging gepland stond. Die betoging werd later afgelast, maar de journalisten waren wel al ter plaatse. Het enige waarmee ze zich konden bezighouden waren wij, de archivarissen. Toen ze zagen dat we de boodschappen netjes in dozen staken om ze te bewaren, hadden ze door wat de bedoeling was. Een journalist die na de aanslagen in Parijs de archivarissen aan het werk had gezien is ons vragen komen stellen. En zo kwamen de andere journalis-ten ook naar ons toe. Toen we nadien teruggingen heb ik ook verschillende ochtenden vagen beantwoord in plaats van foto’s te nemen. Terwijl we eigenlijk zo discreet mogelijk wilden zijn. Niet onopgemerkt, maar toch.

Was de extra aandacht een voordeel (op lange termijn) voor de archieven?Het was absoluut een gebeurtenis die we niet elke dag zouden willen meemaken, maar het is waar dat het voor de bestaande archieven een mooie kans was. Zo konden we tonen dat een

“ WE WILDEN ER VOORAL VOOR ZORGEN DAT ALLE BERICHTEN BEWAARD KONDEN WORDEN ZONDER BIJBEDOELINGEN.

META 2017 | 3 | 19

interView

archiefdienst ook daar nuttig is. En dat in een archiefdienst niet enkel oude mannen en vrouwen documenten in dozen stoppen. Er is ook actie.

Ook al blijft men neutraal, archieven spelen toch een rol in onze maatschappij.Ze spelen zeker een rol in de maatschappij, maar we moeten ze ook proberen te bewaren. Onze opdracht gaat verder dan open-bare archieven bewaren. Verder dan administratieve documen-ten bewaren die een facet van de geschiedenis van de stad kun-nen tonen. Je moet proberen naar buiten te komen en andere documenten te verzamelen. Anders zouden we een leemte heb-ben in onze geschiedenis. Met het personeel dat we nu heb-ben is dat niet altijd eenvoudig, maar we proberen het toch. Zo krijgen we ook private archieven. Maar we zouden graag vaker ter plekke zijn.

Maar jullie staan er toch om bekend verder te gaan dan de administratieve archieven? Op de site van de stadsarchieven staat dat jullie ook private archieven bewaren. Het verhaal van een individu en de geschiedenis van de samenleving kan niet zomaar in administratieve documenten opgenomen worden. Het is een geheel van verschillende soorten bronnen om een zo gediversifieerd mogelijk aanbod te hebben over een bepaald onderwerp. Dat is in uw geval de stad Brussel.

Inderdaad. We weten ook dat we nooit exhaustief zullen zijn.

De archieven van 22 maart zijn nog niet beschikbaar voor het publiek. Weet u al hoe u het zal aanpakken?Wel, hier hebben we de boodschappen verzameld. Er zijn twee zaken: de foto’s die we genomen hebben en de boodschap-pen die we verzameld hebben. We hebben die boodschappen schoongemaakt. We zitten nu in die laatste fase van digitalise-ring. De collega die zich daarmee bezighoudt heeft ondertus-sen al meer dan 2.000 boodschappen gedigitaliseerd. En ze doet voort.

Zijn dat boodschappen in krijt?Neen, de tekeningen die daar achtergelaten zijn. We hebben ze verzameld en schoongemaakt. Daarna deden we een beroep op restauratrices om te bekijken hoe we de documenten moes-ten behandelen. Nu doen we de behandeling en de digitalise-ring zelf. Alle foto’s, vooral van de boodschappen in krijt, staan op onze server. We moeten alles nog herschikken zodat het beschikbaar gesteld kan worden. Wanneer iemand de documen-ten wil raadplegen vragen we waarom. Als hun reden gegrond is, geven we toestemming.

Maar niet via internet?Neen, voorlopig enkel intern.

Als uw collega al meer dan 2.000 documenten gedigitaliseerd heeft, is ze dan al ver gevorderd?We kennen het exacte aantal niet. We hebben de boodschappen in dozen gestopt. Maar er zijn dozen waarin enkel A4-bladen zit-ten en andere waarin kleinere boodschappen zitten. De dozen zijn gesorteerd volgens datum en verzamelplaats. De hoeveel-heid inschatten is dus moeilijk.

Dat is inderdaad moeilijk. Hoe breng je structuur aan in die boodschappen? Er is enerzijds de chronologie en anderzijds de locaties, maar analyseert u ook het thema, boodschap na boodschap?Instinctief wilden we per plaats en per datum werken. Daarna vroegen we ons af of we ook thematisch aan de slag konden. We hebben dat even bekeken, maar dat bleek ingewikkeld. In een kindertekening, bijvoorbeeld, zitten er meerdere thema’s. Welk thema is dan het belangrijkste? Daarom namen we contact op met Guillaume Nahon, archivaris van Parijs. Hij vertelde ons dat zij ook volgens datum en plaats hadden gewerkt, omdat het ook voor hen onmogelijk was om volgens thema te werken. Dus enerzijds is er het beursgebouw. Anderzijds Maalbeek, waarbij we de vier ingangen apart behandelden. En verder zijn er ook de documenten uit Zaventem. Maar er zijn ook documenten die rechtstreeks naar het archief werden verzonden. Of documenten die naar de burgemeester verstuurd werden. Die verwerken we dan volgens verzendplaats.

Hoe beschrijf je dat als archivaris? Ik denk dat ISAD g niet volstaat.ISAD G zal ons niet helpen. Deels wel, maar niet voor de beschrij-ving.

Vermeldt u bijvoorbeeld ‘kindertekening’?Vanaf het moment dat we de documenten ter beschikking stel-len, zullen we een onderscheid maken tussen louter geschreven boodschappen, boodschappen met tekeningen en andere bood-schappen. Op dat moment zullen we ze diepgander analyseren, waarbij we opnieuw zullen bekijken hoe dat elders verlopen is, vooral in Parijs.

20 | META 2017 | 3

interView

Heeft u ook contact gehad met andere landen die aanslagen hebben gekend. Spanje, bijvoorbeeld?Met Parijs hebben we echt contact opgenomen, omdat dat dichtbij is en omdat het werk van de archivarissen daar recent is. We kijken ook een beetje naar wat er elders is gebeurd, bij-voorbeeld in Madrid en Londen. Maar je moet niet iemands werk proberen na te bootsen. We voelden ons erg betrokken bij wat er in Parijs gerealiseerd is. Intuïtief hadden we ook dezelfde aanpak, hebben we later beseft.

geïnteresseerden mogen de documenten al raadplegen als ze naar u komen?We bekijken eerst waarom ze die documenten willen raadple-gen. We willen niet dat het om voyeurisme gaat. Onderzoekers zijn welkom, maar iemand die gewoon wil kijken hoe die docu-menten eruitzien moet wachten tot ons werk af is.Op termijn willen we uiteraard dat alles beschikbaar is en dat die toestemming niet meer hoeft. Nu moeten we ook nog een beetje naar de inhoud van de boodschappen kijken, omdat we ze nog niet allemaal gelezen hebben.

Dat is heel delicaat.Inderdaad. Er zijn persoonlijke boodschappen bij die we mis-schien niet op internet zullen plaatsen.

Heeft u al eens met zulke persoonlijke boodschappen te maken gehad?Ja. Ik voel er niet veel voor om die op internet te plaatsen. We hebben echter boodschappen in zowat alle talen en weten dus niet altijd wat de inhoud is. En we zullen waarschijnlijk geen beroep doen op tolken. Dus ik neem niet de verantwoordelijk-heid voor het online plaatsen van eventuele haatboodschappen.

Neen, dat is ook een kwestie van professionaliteit. Dat is een moeilijke problematiek, niet?In Parijs stelde men zich ook die vraag. Toen ik met hen contact had was het nog niet zo duidelijk. Ze hebben dezelfde filosofie: we willen alles ter beschikking stellen van het publiek, maar er zijn kleine zaken waaraan je aandacht moet besteden. Daarom hebben we ook contact met de juridische dienst van de stad.

Heeft u ook met andere problemen te kampen gehad?We hadden ons voorgenomen om bij de inzameling volgens datum en plaats te werken. We zagen dan dat een groep een hele reeks sterren had gelegd. Die namen we niet meteen mee: we vonden ze erg mooi, dus wilden ze nog wat laten liggen. En we wisten dat ze iets langer bestand waren tegen regen. Later hebben we ze toch opgehaald, maar niet alles in één keer, omdat ze verspreid lagen op verschillende plaatsen. Dat was één geheel, maar we haalden het op verschillende dagen op. Wat doe je daar dan mee? Alles verzamelen, of net niet? De sterren lagen er al op 1 april, maar werden pas twintig dagen later opgehaald. Hoe kunnen we tonen dat de boodschappen soms toch redelijk lang bleven liggen? Ik weet als archivaris niet hoe ik die vraag moet beantwoorden. Daarover maakten we ons wel een beetje zorgen. Soms waren er mensen die ons vroegen om bepaalde boodschappen te laten liggen, omdat hij of zij ze er nog maar net gelegd hadden. Die boodschappen lieten we dan liggen, en we haalden ze een paar dagen later

op. De data en plaatsen die op de documenten staan moet je dus nemen voor wat ze zijn: het is de datum van ophalen, niet de datum waarop de boodschap er gelegd is. Hetzelfde geldt voor de boodschappen in krijt: we weten niet wanneer die bood-schappen geschreven zijn. Wij nemen de datum waarop de foto genomen werd, maar ik denk dat sommige boodschappen nog steeds zichtbaar zijn. Je moet dat dus relativeren. Sociologen vroegen ons of we een evolutie zagen in de boodschappen na verloop van tijd. Daar hadden we niet echt een antwoord op, want we weten enkel wanneer we de boodschappen ophaalden, niet wanneer ze geplaatst werden.

Hangt de waarde van de datering niet af van een goede weer-gave van de context? Wanneer het, zoals u net uitlegt, in de inventaris geïntegreerd is.Het moet inderdaad in de inventaris zitten. Het probleem met de documenten of inventarissen online is dat we met de software Pallas werken. Maar de mensen zullen iets opzoeken en de inlei-ding niet lezen: ze zullen onmiddellijk naar de beschrijving gaan.

Het was voor u als archivaris waarschijnlijk een uitzonderlijke ervaring?Jazeker! We hebben ook wel een zekere angst gekend. De angst van de archivaris om zich te tonen en boodschappen te gaan verzamelen. Toen we begonnen waren er, zoals ik al zei, ook veel journalisten ter plaatse. Maar er waren ook veel gewone mensen. We gingen op zoek naar de boodschappen die zij had-den geplaatst. In het begin waren we een beetje bang dat de mensen een verkeerd beeld van ons zouden krijgen, dat ze niet zouden begrijpen wat ze aan het doen waren. We hebben toen kleine affiches op onze rug gekleefd. Zo zagen de mensen dat we van de stadsarchieven kwamen en boodschappen ophaal-den op ze te bewaren. De mensen waren immers bang dat we vandalen waren, of dat we hun boodschappen in de vuilnisbak zouden gooien.Wat ons erg heeft geraakt en aangemoedigd heeft, zijn de men-sen die vragen stelden. We namen telkens de tijd om hen uit te leggen wat we aan het doen waren. Er kwamen zelfs speciaal mensen langs nadat ze een reportage over ons hadden gezien op televisie.

Besefte u dat u bezig was met iets dat heel gevoelig ligt bij de mensen?Ja, dat hebben we gevoeld. Die dinsdagavond zeiden we tegen elkaar dat we die boodschappen moesten ophalen, maar niet op eender welke manier. Zelfs toen de burgemeester ons vroeg om de boodschappen op te halen hebben we getwijfeld, omdat we zo de herdenkingsplaats toch een beetje zouden vernieti-gen. We vroegen ons ook af of we, door om de twee of drie dagen boodschappen op te halen, er mee voor gezorgd heb-ben dat de herdenkingsplaats minder lang is gebleven. Nu ga ik ervan uit dat dat geen rol speelde, want de boodschappen zouden na verloop van tijd toch vernietigd geweest zijn door de regen. Het leek na een tijdje meer op een vuilnisbelt dan op een herdenkingsplaats. We waren er dus wel van overtuigd dat we dat moesten doen. Ook al hadden we het gevoel dat we de herdenkingsplaats niet durfden aanraken. En uiteindelijk zijn we zo bij het einde aanbeland: we hebben het schoongemaakt en de laatste boodschappen weggehaald.

“ In de archivistiek (her)ontdekte ik mijn voorliefde voor het creëren van structuur”

geboren op 21 september 1981 in Oostende (maar getogen in Bekegem)

Werkt sinds oktober 2004 bij het ADVN – archief & onderzoekscentrum voor nationalisme en nationale bewegingen

Eerste baan: adjunct-archivaris bij het ADVN

Vrije tijd: wieler-, wandel- en reistoerist, films, strips en mijn eigen bibliotheek

Inspiratie: de relativiteit van ruimte en tijd

toM coBBaert

Tom Cobbaert

Hoe ben je in de archiefsector beland?Daar zit de NMBS voor iets tussen. Toen ik in september 2003 in Leuven afstudeerde als historicus twijfelde ik eindeloos tussen de opleiding archivis-tiek in Brussel en de opleiding IBW in Antwerpen. Ik had tijdens mijn studies en vakantiejob een groeiende interesse voor beide vakgebieden ontwikkeld en in mijn vriendenkring hadden beide opties zeer overtuigende advocaten. Omdat ik bij de start van het academie-jaar nog steeds niet was ingeschreven, besloot ik maar naar het station te gaan en de eerstvolgende trein te nemen die in de richting van Antwerpen of Brussel reed. Dat vanuit Leuven de kans op Brussel, en dus archivistiek, statistisch gezien groter was, had ik toen eigenlijk niet bedacht. De uitkomst van de groot-ste gok uit mijn leven bleek wel de beste keuze. In de archivistiek (her)ontdekte ik mijn voorliefde voor het creëren van structuur, het scheppen van orde in chaos.

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?Na de opleiding archivistiek werd ik meteen aangeworven op mijn stage-plaats, het ADVN, waar ik nu, 14 jaar later, nog altijd aan de slag ben. Mijn eerste jaren op het ADVN kon ik nog voltijds besteden aan het inventariseren van archieven, maar sinds ik in 2012 aan-gesteld werd als hoofdarchivaris komt er van inventarisatie niet veel meer in huis. In mijn huidig takenpakket ben ik betrokken bij quasi alle inhoudelijke aspecten van de werking, zodat mijn job gevarieerder is dan ooit. En hoewel er veel tijd opgaat aan beleid en overleg, probeer ik voor mezelf af en toe een concreet project te reserveren.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig?Digitale toegankelijkheid, digitalise-ring en digitale preservatie, maar ook websites, databanken of algemene ICT. Alles wat maar een beetje naar digi-taal ruikt komt op mijn bord terecht. Daarnaast besteed ik veel tijd aan col-lectieprofielen, collectiemobiliteit en

herbestemming; recent aangevuld met het in het nieuwe erfgoeddecreet cen-traal geplaatste concept van waarde-ring. Een ander thema waar ik sinds kort veel aandacht voor heb is het zoge-naamde ‘discriminatoir erfgoed’ of ‘duis-ter erfgoed’, maar dat is voer voor een ander artikel.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?Net als de meeste mensen in deze rubriek begint en eindigt mijn dag met een pendeltocht, in mijn geval met een mentaal rustgevende combinatie van (plooi)fiets, trein en muziek. Daartussen vliegen de uren voorbij met het lezen en beantwoorden van mails, het over-leggen met collega’s, het schrijven van nota’s en — het leukst van al — het ont-vangen of bezoeken van (potentiële) overdragers van archief.

Welke ambities koester je?Wat ik geleidelijk aan waar wil maken is in een internationale samenwerking de archieven van naar autonomie strevende organisaties, die vaker wel dan niet met vernietiging bedreigd zijn, in kaart te brengen en zo mogelijk veilig te stellen. Met de archiefprojecten van NISE, het internationaal platform van het ADVN, hebben we de voorbije jaren al belang-rijke acties kunnen ondernemen, maar er is vanzelfsprekend nog een lange weg te gaan.

Volg je het internationale vakgebied op?Langs mijn medewerking aan het onder-tussen verdwenen Archiefforum van Eric Hennekam en de Archief 2.0 / ArchiefWiki community volgde ik al vroeg in mijn loopbaan de Nederlandse archiefsector van nabij op. Het inter-nationale archiefcongres Archives with-out Borders in Den Haag (een co-orga-nisatie van de VVBAD en de KVAN) en de Europese archiefprojecten die ik voor NISE kon uitvoeren, verruimden mijn blikveld nog meer. Sindsdien probeer ik persoonlijk, via mijn lidmaatschap van de ICA of de deelname aan een interna-tionaal congres, mijn kennis en netwerk verder te verrijken.

Wat is de meest voorkomende mis-conceptie over je jobinhoud wanneer je mensen vertelt dat je werkt in een archief?Dat archiefwerk stoffig, saai en nut-teloos is. Maar iedere archivaris met wat werkervaring en verteltalent kan die waanbeelden met sprekend gemak doorprikken.

META 2017 | 3 | 21

inzet

“ SPRINTEN Of BERGOP RIJDEN? BERGOP,

ER VOLGT ALTIJD EEN BERGAf.

“ Dagdromen over platte rust en gewoon doorfietsen.”

Cycling for Libraries Belgium

Dirk Bogaerts

Wanneer werd Cycling for Libraries Belgium opgericht? En wat willen jullie realiseren?Het idee voor Cycling for Libraries ontstond in 2010 als een wild project, gedragen door enkele enthousiaste vrijwilligers, in de marge van het IfLA-congres in Göteborg. In 2011 werd de eerste tour georganiseerd tussen Kopenhagen en Berlijn. Sindsdien volgde elk jaar (met uitzondering van 2017) een nieuwe internationale tour.

In de marge daarvan ontstonden een aantal lokale initiatieven, zoals Cyclo-Biblio in frankrijk. Ook ons Belgisch project past in die traditie van lokale tours, georganiseerd onder de vlag van Cycling for Libraries.

Het concept bleef al die jaren ongewij-zigd: een fietstocht voor bibliotheek-medewerkers en sympathisanten, een sportieve activiteit met een professi-onele invalshoek. Bedoeling was om bibliothecarissen van over de hele wereld samen te brengen, om het maatschappelijk belang van de biblio-theeksector op een originele en actieve manier in de kijker te zetten. Ook samenwerking en kennisdeling tussen bibliotheken en bibliothecarissen blijft een van de hoofddoelen.

reden jullie allemaal al eens mee met C4L?Sommigen van ons reden al mee met twee of meer tours, voor anderen is het de eerste keer. Opvallend is trouwens dat er de afgelopen jaren een kern van vaste deelnemers gegroeid is: wie een-maal van de sfeer geproefd heeft, blijft terugkomen.

Hoe zou je de team-spirit omschrijven?Enthousiast. Voluntaristisch. Optimis-tisch, ondanks het soms knagende gevoel van ‘waar zijn we nu in gods-naam aan begonnen’.

Bricolage Belge: Vlaams stuur, gebroken op Waalse bodem, hersteld door tweetalige Brusselaar.

22 | META 2017 | 3

etalage

“ SPRINTEN Of BERGOP RIJDEN? BERGOP,

ER VOLGT ALTIJD EEN BERGAf.

cYcling For liBraries BelgiuM

Coördinatieteam: Mariël geens en Dirk Bogaerts

organisatieteam: Diane Nys, Sabine De greef, Colette Jamotte, Hilde Nelissen, Liesbeth De Vogelaere, Allyn-An-Biseau

With a little help… Stephanie Wolbeek (Brussel), gaby Zeimers (Eupen) voor vertalin-gen naar het Frans en het Duits. e.v.a.

Deze bibliotheken wil-len we eens bezoeken: Seattle, La Très grande Bibliothèque in Parijs en De Krook.

Uitdagendste rit ooit in C4L: de fameuze rit van 4 september 2015 (Uddevalla-Trollhättan-göteborg). Voorziene afstand ca 110 kilometer, maar daar kwam toch nog een flink eind bovenop. Aankomst in het donker, veel later dan voorzien...

Tips voor vermoeide fietsbenen: Een goede massage. Platte rust. Of daarover dagdromen en gewoon doorfietsen. Vaststelling: de meeste bibliotheken hebben geen meubilair dat aangepast is aan vermoeide fietsbenen.

Voorbereidende litera-tuurtips: Elk goed boek dat je doet nadeken over jezelf of over de maatschap-pij waarin we leven, is geschikt als voorbereiding op C4L. En als het dan toch een fietsboek moet zijn: Les Petites Reines van Clémentine Beauvais.

Welke achtergrond hebben de team leden?De vaste kern heeft een heel verscheiden achtergrond: er zijn zowel medewerkers van openbare bibliotheken als van hoge-schoolbibliotheken, maar evengoed enthousiaste boek- en bibliotheekliefhebbers zonder connectie met de bibliotheek-sector.

Wat mogen we verwachten van de Belgische editie?Het is altijd afwachten wat het wordt. Veel hangt af van de interactie en de dynamiek binnen de groep. Waar we echt op hopen is dat het een boeiende en verrijkende kennismaking wordt met collega’s van de verschillende taalgemeenschap-pen. Sectoren waar we anders nauwelijks contacten mee hebben, maar die uiteindelijk toch voor dezelfde uitdagingen staan als wij. Noem het maar internationalisering binnen de grenzen van België.

Vanaf wanneer kunnen mensen zich inschrijven?De inschrijvingsprocedure kunnen we pas opstarten als het financiëel- administratieve luik op punt staat. We mikken op eind maart om de inschrijvingen officieel te lanceren. Door het systeem van preregistraties hebben we intussen al een potentiële deel-nemersgroep van een vijftigtal mensen.

V.l.n.r.: Sabine De Greef, Pascale Mélon, Dirk Bogaerts, Colette Jamotte, Mariël Geens, Hedwig Van den Bossche. Vooraan: Gaby Zeimers en Geert Lievens.

> Volg c4l Belgium via www. clBelgium.weebly.com

META 2017 | 3 | 23

etalage

signaleMent

topstukken uit lokale overheidsarchievenVolgens het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet kunnen alleen stadsarchieven uit centrumsteden aanspraak maken op een werkingssubsidie. Nochtans bewaren heel wat lokale archiefdiensten waardevol erfgoed. We stellen graag een selectie aan u voor.

Beveren: © gemeentearchief Beveren.

Londerzeel: © gemeentearchief Londerzeel,

Kaartenboek van Acoleyen uit 1709-1710. Het

is een kadasterboek avant la lettre door Jan

Van Acoleyen, die nog voor de immer bekende

ferraris de opdracht kreeg om een register op te

maken van de eigenaars van de gronden in ver-

schillende parochies in de regio vanaf het einde

van de 17e eeuw. Zo verschenen er registers voor

Grimbergen, Opdorp, Beigem en Peizegem. In

1709 was Londerzeel aan de beurt. Nadien

zou Jan Van Acoleyen ook voor Malderen en

Steenhuffel een soortgelijk register opmaken.

Wielsbeke: © gemeentearchief Wiels-

beke, Landboeck der prochie van

Sinte Baefs Vyfve,  1763

Izegem: © gemeentearchief Izegem,

Het Landboek De Bal uit 1746. Dit

boek bevat naast de legger ook de

figuratieve ingekleurde kadastrale

kaarten van Izegem.

Hooglede: © gemeentearchief Hoog-

lede Notulenboek, zitting van het col-

lege van burgemeester en schepenen

van 26 september 1893 met het ver-

slag en uitvoerige beschrijving van

de feesten georganiseerd naar aan-

leiding van het ridderschap van bur-

gemeester De Laey.  

Ledegem: © gemeentearchief Lede-

gem, Heerelicken Renteboeck uit

1634

Ieper: © Margaux Capoen, De kranten

uit de 19de eeuw zijn voor ons een

onvervangbare bron voor de 19de

eeuwse geschiedenis. Deze zijn vol-

ledig gedigitaliseerd en beschikbaar

via www.historischekranten.be. Door

de inferieure kwaliteit van het papier

zijn dit quasi unieke stukken met een

enorme informatiedensiteit.

META 2017 | 3 | 25

signaleMent

ken je klanten. digitale dienstVerlening oP Maat bij het FelixarchieF

Filip Boudrez en Marie Juliette Marinus

Wie zijn de klanten van een stadsarchief? Op welke doelgroepen moeten we focussen? In de aanloop naar de ontwikkeling van een nieuwe website probeerden de medewerkers van het felixArchief hierop een antwoord te geven. Ze deden dit in enkele kwalitatieve onderzoeks-sessies samen met key users en onder bege-leiding van externe specialisten in webdesign. Het resultaat is een overzicht van zeven klan-tenprofielen. Beter dan half werk te leveren voor iedereen, wil het felixArchief haar com-municatie en haar dienstverlening afstemmen op deze profielen.

Het Felix pakhuis tijdens de verbouwingen.© Katrijn Gonnissen

26 | META 2017 | 3

artikel

ZEVEN PrOFIELENWie zijn dat dan?• De student• De verbouwer• De heemkundige• De genealoog• De onderzoeker• De politieke gebruiker• De medewerker van de groep

Antwerpen

In de volgende paragrafen schetsen we de verschillende klantenprofielen, soms met enige veralgemening en zelfs over-drijving, nodig om de verschillen helder te krijgen.

Met de student mikken we zeer specifiek op de studenten uit het hoger onderwijs. Het gaat hierbij zowel om studenten die onder begeleiding van een docent een groepswerk maken als om individuele scripties. Voor deze klanten is het essenti-eel dat de website bruikbaar is op mobiele devices. Hun zoekstrategie is ‘googliaans’: het geheel doorzoeken met enkele zoek-termen en vervolgens filteren. De digitale beschikbaarheid van beschrijvingen en inhoud van de archiefdocumenten is cru-ciaal. Ze communiceren bij voorkeur met het felixArchief via e-mail en via sociale media. Voor de leeszaalmedewerker is het vooral van belang het juiste evenwicht te houden tussen de pedagogische rol (leren werken met archieven) en de controle-rende rol (bewaker van erfgoed).

SNEL EN ZONDEr MOEITEDe verbouwers vormen met voor-sprong de grootste groep klanten van het felixArchief. Deze mensen komen bouwdossiers van een bepaald pand raadplegen ter voorbereiding van een aankoop of verbouwing en ter aanvul-ling van hun vergunningsaanvraag. “Snel en zonder moeite” is hun motto. Ze zijn meestal onbekend met een archief en willen vooral zo snel mogelijk de juiste informatie mee naar huis nemen. Op de website van het felixArchief krijgen ze als het ware een snelkoppeling naar de bouwdossiers. Maar ook als ze op andere manieren ergens op de website terechtkomen, is het typen van een adres voldoende om hen als ‘verbouwer’ te

herkennen en meteen door te sluizen naar de juiste archiefreeks. Zij communiceren vooral telefonisch en per e-mail met het archief en wensen hun fysiek bezoek aan de leeszaal zo veel mogelijk te beperken.De heemkundige bezoekt de leeszaal en vooral de website om recreatieve rede-nen. Hij of zij wil graag op een gemak-kelijke manier zaken uit het verleden vin-den die aansluiten bij de persoonlijke interesse. Belangrijker dan de volledig-heid van de gevonden informatie is het gemak en de toegankelijkheid ervan. Op de nieuwe website kan de heemkundige zijn zoekopdrachten gemakkelijk beper-ken tot enkel afbeeldingen of enkel digi-tale documenten. Deze klanten communi-ceren bij uitstek via sociale media met het archief en komen ook dikwijls via allerlei publicaties of nieuwsberichten over de lokale geschiedenis tot bij het archief.Voor de klanten die aan genealogie doen, vermindert de rol van het felixArchief zienderogen. Steeds meer van hun bron-nen zijn online beschikbaar en meestal is dat op andere websites dan die van het stadsarchief. Onze website moet dus op de eerste plaats de beginnende genea-loog de juiste verwijzingen geven en op de tweede plaats de ervaren genealoog de juiste ingangen bieden naar een die-pere stoffering van zijn stamboom. Deze klanten vinden gedigitaliseerde bronnen erg belangrijk en ze hechten ook veel belang aan de authenticiteit van de bron. Wanneer ze zich toch verplaatsen naar de leeszaal, raadplegen ze liever de originele bron dan het digitale bestand. De genea-loog communiceert via e-mail en sociale media met het archief en wordt dikwijls naar bepaalde reeksen verwezen via tips en publicaties van andere genealogen.

KrITISCH OVEr DE KWALITEITVoor de professionele onderzoeker is niet alleen de authenticiteit van de bron-nen maar ook van de metadata van kapi-taal belang. Hij of zij is kritisch over de kwaliteit van de beschrijvingen, over hun onderhoud en over de structuur van de databank. Het zijn vooral deze klanten die gebruik maken van de meer archieftech-nische instrumenten als een toegang via archiefvormers, een archievenoverzicht en een documentatie van het verwerven

META 2017 | 3 | 27

artikel

“ EéN GENERIEKE GEBRUIKERSINTERFACE VOOR DE RAADPLEGING VAN ARCHIEVEN BLIJKT NIET LANGER TE VOLSTAAN.

en bewerken van de archiefreeksen. Voor deze klanten zullen we bij elke beschrij-ving ook de datum van de laatste bewer-king publiceren en zullen we gegevens over selectie en vernietiging ter beschik-king stellen. Ze kunnen ook metadata in een open-data-functionaliteit downloa-den om er dan verder mee aan de slag te gaan. De onderzoeker communiceert vooral via e-mail en blijft op de hoogte via nieuwsbrieven en via twitter.

De politieke gebruiker is een relatief nieuwe klantengroep. Het digitaal depot van de stad Antwerpen ondersteunt steeds meer het democratisch besluitvor-mingsproces door het zeer snel archiveren en publiceren van opnames van gemeen-teraad, gemeenteraadscommissies en dis-trictsraden. Ook de besluiten van de ver-schillende bestuursniveaus van de stad zijn beschikbaar via de website van het felixArchief. De politieke gebruiker hecht veel belang aan de juiste metadata (een interventie van partij x mag niet onder de naam van partij y staan!) en aan de open-baarheid van de gegevens. Wat openbaar is, wordt liefst door zo veel mogelijk bur-gers bekeken en vertrouwelijke zaken zijn goed beschermd en enkel toegankelijk voor de betrokkenen. Ook de politieke gebruiker is een mobiele gebruiker van de website. Zij krijgen een eigen zoekwijzer op de website en zullen door een nauw-gezet onderhoud van de archiefvormers meteen geleid worden naar de bestuurs-organen die hen aanbelangen. De poli-tieke gebruiker communiceert vooral via telefoon en e-mail.

DE MEDEWErKEr VAN DE grOEP ANTWErPENDe interne medewerkers van de Groep Antwerpen vormen het laatste

geïdentificeerde klantenprofiel van het felixArchief. Met de implementatie van het digitale depot en het sneller overdra-gen van digitale archieven worden deze klanten alsmaar belangrijker in de werking van het felixArchief. De interne raadple-gingen door medewerkers van de Groep Antwerpen stegen de voorbije jaren spec-taculair.

Net zoals DE klant niet bestaat, bestaat ook DE interne medewerker niet. Deze klanten blijken in de praktijk heel ver-scheiden te zijn, en dus ook andere noden en verwachtingen te hebben. Een con-stante is wel dat de interne medewerker van de Groep Antwerpen digitaal werkt en bij voorkeur zijn digitale informatie raadpleegt vanuit vertrouwde toepassin-gen. Deze toepassingen zijn niet zelden het resultaat van maatwerk of eigen ont-wikkeling. Ze willen niet alleen de gearchi-veerde informatie met de spreekwoorde-lijke druk op de knop kunnen raadplegen, ze verwachten ook een werkwijze die zo nauw mogelijk aansluit bij hun digi-tale manier van werken. Het felixArchief speelt hier op verschillende manieren op in door de raadpleging van archieven ver-der op maat te snijden van zijn interne klanten. Geen one size fits all oplossing dus, maar veeleer een combinatie van oplossingen gebaseerd op detailtoegan-gen en allerhande links die rechtstreeks leiden tot het gezochte dossier of docu-ment.

DETAILTOEgANgENHet felixArchief hield al rekening met deze gebruikerswensen bij de imple-mentatie van het digitale depot en vooral bij het realiseren van de webont-sluiting ervan. Hiervoor werd in 2009 de module ‘Detailtoegangen’ ontwikkeld.

Deze module implementeert een flexibele en geautomatiseerde toegankelijkheid voor archiefdossiers en –documenten. Gebaseerd op het concept van nadere toegangen biedt het felixArchief hier-mee aan interne klanten dezelfde zoek-functionaliteiten als in de oorspronkelijke applicaties aan. Met dit toegangenappa-raat maakt het felixArchief zowel dos-siers als documenten toegankelijk en kan de klant zijn eigen zoekopdracht formu-leren. Per dossier- of documenttype kan de klant betekenisvolle zoekvelden in zijn zoekopdracht hanteren. Zo zijn er toegan-gen voor de besluiten van de vele besluit-vormingsorganen, de bouwdossiers, de milieudossiers, de personeelsdossiers, de content items van antwerpen.be, pro-jectdossiers openbaar domein, enz.

Het samenstellen van deze toegangen verloopt geautomatiseerd. Hiervoor wor-den de metadata die mee in het digitale depot zijn opgeslagen geïndexeerd. Een eventuele mapping van de oorspronke-lijke metadatavelden en de zoekvelden in de toegang gebeurt bij het ontwerpen van de toegang. Het felixArchief overlegt hiervoor nauw met de interne klant. De zoekvraag is een vast onderdeel in het uitwerken van een archiveringsoplos-sing voor dossiers en documenten die in applicaties beheerd worden. Het zoekre-sultaat biedt een rechtstreekse link naar een dossier, een subdossier of een indivi-dueel document aan.

ZOEKAPPSDe klanten kunnen dezelfde zoekvraag op meerdere detailtoegangen tegelijk losla-ten wanneer deze toegangen dezelfde structuur hebben. Zo kan een klant via één zoekactie de individuele besluiten van de gemeenteraad, het schepen-college, de dictrictsraden en –colleges doorzoeken. Ondanks deze functionali-teit, uitten veel klanten ook de wens om meer thematisch over meerdere archief-reeksen en verschillende toegangen heen te kunnen zoeken. Daarbij komt nog dat het onderscheid tussen openbare en niet-openbare archieven voor de interne klant minder relevant is, want zij willen in eerste instantie in de archieven van hun eigen dienst kunnen zoeken. Of de archieven al zijn overgebracht naar het felixArchief of zich nog in het semi-dynamisch archief denBell bevinden doet er voor hen ook niet toe: ze willen graag met één zoek-opdracht alle verwante archieven in het beheer van het felixArchief kunnen door-zoeken. (Zie afb. 1)

Om aan deze gebruikerswensen tege-moet te komen, worden voor enkele Afb. 1.

28 | META 2017 | 3

artikel

verwante archieven aparte zoekapps aangeboden. Zo is er een zoekapp voor alle vreemdelingendossiers en een voor alle pand- en perceelsgerelateerde dos-siers. Dit zijn kleine portable zoekapps die meerdere toegangen tegelijk door-zoeken en die de zoekresultaten meteen in de overeenstemmende intranetpagina’s van het felixArchief tonen.

Afhankelijk van de status en de locatie van het dossier kan de klant vervolgens:• het digitale of het gedigitaliseerde dos-

sier in het digitale depot raadplegen• een scanning on demand-verzoek indie-

nen• het fysieke dossier op zijn werkplek

laten bezorgen• een inzageverzoek indienen, ingeval

van niet-openbare inventarisnummers

LINKSEen gelijkaardige toegang tot gearchi-veerde dossiers en documenten is ook mogelijk op basis van rechtstreekse links naar gearchiveerde dossiers, subdossiers of documenten. Deze links worden ach-tergelaten in archiefvormende applicaties of in mappenstructuren van waaruit werd overgedragen naar het felixArchief. Op die manier blijven interne klanten wer-ken en zoeken binnen vertrouwde inter-faces en toepassingen, en hoeven ze geen tweede zoekopdracht in archieftoegan-gen uit te voeren. Als van deze optie gebruik gemaakt wordt, kan het archi-veren in het digitale depot vrij transpa-rant verlopen en worden gebruikers door middel van de links meteen doorverwe-zen naar de opslaglocatie in het digitale depot.

Deze werkwijze biedt ook nog een aantal andere bijkomende voordelen: door mid-del van de links zien gebruikers een ver-wijzing naar het archief en realiseren ze zich dat dossiers niet zomaar verdwenen of per ongeluk verplaatst zijn. Het onbe-doeld terugplaatsen van backups wordt hiermee vermeden. In geval van niet-openbare archieftoegangen vergt deze werkwijze minder toegangsbeheer voor het felixArchief. De diensten bepalen zelf wie toegang heeft tot hun applicatie en mappenstructuur.

VAKAPPLICATIESEen concrete toepassing van verwijzin-gen in een vakapplicatie zijn de links in het Digital Asset Management Systeem (DAMS) van de stad Antwerpen. Met deze toepassing beheren de collega’s van de Antwerpse musea, bibliotheken en erf-goedinstellingen hun digitale assets. In 2016 werd de koppeling tussen DAMS en het digitale depot van het felixArchief gerealiseerd. Hierbij worden de masters van de digitale assets en hun metadata volledig automatisch bij het felixArchief gearchiveerd. Na succesvolle opname van deze masters krijgen de assets in DAMS een rechtstreekse verwijzing naar de bij-horende inventarisnummers in het digi-tale depot. Het DAMS functioneert dus meteen ook als toegang tot de gearchi-veerde masters. (Zie afb. 2)

De toegang tot gearchiveerde perso-neelsdossiers vanuit de applicatie van de personeelsdiensten is een nog meer uit-gewerkt voorbeeld van deze werkwijze. Net zoals bij de detailtoegangen kunnen leden van de personeelsdienst hun eigen

Afb. 2.

META 2017 | 3 | 29

artikel

zoekopdracht met specifieke zoekvel-den uitvoeren. Ze maken hiervoor geen gebruik van de intranetwebsite van het felixArchief, maar beschikken over een zoekformulier in hun eigen toepassing. Dit zoekformulier gebruikt de achterliggende archieftoegang van het felixArchief als databron. Bijkomende functionaliteit is hier dat de toegang op het niveau van subdossiers geregeld is en dat deze toe-gang gekoppeld is aan autorisaties. De medewerkers van de personeelsdienst krijgen in hun zoekresultaten dan ook slechts die subdossiers te zien waartoe ze toegang hebben. Op deze manier behoudt de personeelsdienst dezelfde manier van werken als bij dynamische dossiers.

gISDe case van de toegang op de perso-neelsdossiers illustreert het hergebruik van dezelfde beschrijvingen en archief-toegangen door meerdere apps, appli-caties en kanalen. Een voorlopig laatste stap in dit proces is het ontsluiten van alle pand- en perceelsgerelateerde archief-dossiers via de GIS-applicatie van de stad Antwerpen. De GIS-applicatie is een van de vaste instrumenten in het werkpro-ces van de stedenbouwkundige en mili-eudienst van de stad. Bij elke intake van een nieuwe vergunningsaanvraag geore-fereert de dienst het dossier. Na het selec-teren van de archieflaag in GIS zien de gebruikers nu meteen ook welke zaken in het verleden voor het pand of het perceel geregistreerd werden en wat de historiek is. (Zie afb. 3) Door middel van zoekfilters kunnen de gebruikers filteren op dossiertype (bouw-dossier, milieudossier, pandendossier, ste-denbouwkundige attesten, enz.). Na het

selecteren van een dossier worden in GIS de beschrijvingsvelden uit de bijhorende toegang getoond: aanvrager, aanvraag-datum, collegenummer, omschrijving, inventarisnummer, enz. Via een hyper-link kunnen ze de bijhorende archiefdos-siers meteen digitaal raadplegen of laten inscannen.

Inmiddels worden via deze weg meer dan 600.000 pand- en perceelsgerela-teerde dossiers in het archief ontsloten. Het felixArchief werkte hiervoor samen met de GIS-collega’s. Het felixArchief maakte een aggregator van de bestaande toegangen en de GIS-collega’s georefe-reerden de inventarisnummers op basis van de adresgegevens.

BESLUITEén generieke gebruikersinterface voor de raadpleging van archieven blijkt niet langer te volstaan. In de plaats daarvan kan een archief beter meerdere kanalen aanbieden, zodat klanten van een com-municatie en dienstverlening op maat kunnen genieten. Kennis van de ver-schillende klantprofielen zijn, samen met nauw overleg en afstemming, essenti-eel. De ontwikkeling van de nieuwe web-site vormde voor het felixArchief een prima gelegenheid om zijn klantprofie-len in kaart te brengen en het aanbod op hun noden af te stemmen. Zo diversifië-ren we onze communicatie en dienstver-lening van twee algemene gebruikers-groepen (externe en interne gebruikers) naar zeven klantprofielen en bieden we de mogelijkheid om binnen één klantpro-fiel nog verder uit te diepen. Dit laatste blijkt vooral voor interne klanten relevant te zijn. En wat goed blijkt te werken voor de interne klant kan op termijn ook voor andere klantprofielen voorzien worden.

Afb. 3.

30 | META 2017 | 3

artikel

Waarom moet jij ook Tijd voor vakmensen maken?Jacqueline Van Leeuwen

Stel, morgen gaat een nieuwe collega aan de slag in jouw organisatie. Marie is pas afgestudeerd en brengt heel wat nieuwe inzichten mee; veel praktische ervaring heeft ze echter nog niet. Hoe kun je ervoor zorgen dat ze uitgroeit tot een echte vakvrouw? fARO’s Tijd voor vakmensen geeft je tips en inspiratie.

EEN NIEUW TrAJECTTijd voor vakmensen is de opvolger van het traject Erfgoedgeleerden dat brug-gen bouwde naar het hoger onderwijs. Dat laatste is nog steeds nodig, maar professionele ontwikkeling stopt niet na het behalen van een diploma. En dat betekent dat werkgevers bereid moeten zijn om te blijven investeren in hun men-sen. Helaas gebeurt dat niet altijd. In tijden van besparingen lijkt vorming een overbodige luxe. Dat is jammer, want vorming is vaak een hefboom naar inno-vatie. De mogelijkheid krijgen om zich verder te ontwikkelen komt bovendien de werktevredenheid ten goede, en uit-eindelijk ook de kwaliteit van het werk.

Iedereen op cursus dus? Niet nood-zakelijk. Professionele ontwikkeling is immers bij uitstek een informeel proces, waarbij sociale contacten belangrijk zijn. Ervoor zorgen dat mensen elkaar kun-nen ontmoeten om te reflecteren over kwesties die voor hen belangrijk zijn is de voornaamste sleutel tot persoonlijke groei. Dat kan tijdens een opleiding, maar even goed via andere leermetho-des als collegagroepen, jobshadowing of mentorschap. En dat verdient beslist meer tijd en ruimte.

STArTErS BEgELEIDENTerug naar de eerste werkdag van Marie. Je hebt je wellicht voorgenomen om uitgebreid het bredere plaatje voor haar schetsen. Goed bedoeld, maar zo loop je het risico dat je haar overstelpt met informatie die ze niet kan plaatsen, omdat het allemaal te veel is en te vroeg. Hoe je het anders kunt aanpak-ken? Neem Maries toekomstige taken eens onder de loep. Bekijk op basis van dat takenpakket wat ze allemaal nodig heeft om die taak goed uit te voeren. En beperk je in eerste instantie daartoe. Geef haar daarnaast concrete tools mee: checklists, bijvoorbeeld of sjablonen. Dit

soort hulpmiddelen zorgt ervoor dat ze sneller grip krijgt op de zaak.

Natuurlijk ben je er dan nog niet. Want ook met tools en een literatuurlijst is het nog knap lastig om een taak in de vin-gers te krijgen. Zorg dus voor een net-werk van collega’s waar ze met concrete vragen terecht kan. Dat voorkomt dat ze zou stilvallen. Concrete tips blijven trou-wens vaak beter hangen dan de theorie. Omdat alle begin moeilijk is, kan Marie er bovendien baat bij hebben om erva-ringen te delen met andere beginners.

Zo’n intervisie met ‘lotgenoten’ is eigen-lijk al een vorm van reflectie. En dat is een cruciale factor in elk leerproces. Nieuwelingen vergeten wel eens om even uit te zoomen. Wat je kunt doen om de reflectie te bevorderen? In de eerste plaats goede vragen stellen. Bekijk met haar welke dilemma’s ze is tegengekomen. Vraag wat haar de eer-ste werkweek heeft verbaasd en hoe dat komt. En bedenk samen wat ze nodig heeft voor de volgende week. Kortom: wees een coach die niet de eigen kennis

etaleert, maar het leerproces van Marie voorop zet.

EN JIJ?Stel dat je Marie op deze manier bege-leidt. Dan leer je zelf ook heel wat bij. Haar vragen laten je met een andere blik naar jouw werk kijken. En zo besef je mis-schien dat je zelf nog groeimarge hebt.

Tijd voor vakmensen is er namelijk ook voor jou, al zijn jouw leervragen anders dan die van Marie. Waar zij vooral de kneepjes van het vak wil leren, wil jij misschien nieuwe dingen ontwikkelen of juist benchmarken met anderen. Wij hel-pen je graag om de ideale leerformule daarvoor te vinden.

Kortom, de komende jaren zet fARO zich in om meer mensen de kans te geven om aan hun professionele ontwik-keling te werken. Want we zijn er zeker van: tijd maken voor vakmensen is geen overbodige luxe.

> Meer weten? lees dan onze brochure via http://

www.faronet.be/e-documenten/

© F

AR

O, f

otog

raaf

: Jon

atha

n So

mm

erey

ns.

Van groentje tot ervaren kracht.

META 2017 | 3 | 31

de Vraag

MAATSCHAPPELIJKE ACTOr MET IMPACTMet 127 zijn ze, de erkende organisaties uit de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Verenigingen zoals femma of vtbKultuur, landelijke vormings instellingen zoals WISPER of Het Vlaamse Kruis, bewegingen zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen of Eva vzw en de dertien volkshogescholen.

De diversiteit en veelzijdigheid van de sector uit zich niet alleen in de rijkdom aan initiatieven, doelgroepen en the-ma’s. Ook de diepe verwevenheid met en verspreiding in de samenleving is kenmerkend. Een kwart miljoen vrijwil-ligers en zowat 2.000 professionals tim-meren dag in dag uit aan onze samen-leving en bieden volwassenen kansen tot identiteitsontplooiing, sociale inte-gratie en maatschappelijke participatie. Tien miljoen deelnames per jaar getui-gen daarvan.

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk is dan ook een belangrijke maatschap-pelijke actor met impact. Ze maakt

sterkere mensen door kansen te bieden via levenslang en levensbreed leren en zorgt voor maatschappelijke groei en innovatie doordat ze als sector belang-rijke maatschappelijke thema’s en uit-dagingen aankaart en aanpakt. Door hun engagement creëren de vele deel-nemers en vrijwilligers betrokkenheid en bewogenheid in onze samenleving. Samen maken ze een verschil. Sociaal-cultureel volwassenenwerk zorgt boven-dien voor verbinding. Het staat garant voor ontmoeting en binding tussen mensen, maar slaat ook bruggen naar wie anders is.

WAT WE DOENAls steunpunt voor het sociaal-cultu-reel volwassenenwerk concretiseren we onze werking in een beleidsplan dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Departement Cultuur, Jeugd en Media. In dit plan — dat vijf jaren bestrijkt — tonen we aan hoe we onze drie decre-tale kernopdrachten uitvoeren:• praktijkondersteuning• praktijkontwikkeling• beeldvorming en communicatie

Het huidige beleidsplan loopt van 2016 tot 2020 en kreeg de titel Vloeibaar en Verbonden mee. Die naam kwam er niet toevallig. Onze heersende samen-levingsmodellen botsen immers op hun grenzen. Door snelle maatschap-pelijke evoluties worden oude vormen, gewoontes en patronen in vraag gesteld. Deze ontwikkelingen brengen niet alleen uitdagingen met zich mee, ze bieden ook kansen en zijn een motor van dynamiek en verandering. We leven in een tijdsgewricht dat volop in transi-tie is. We leven in vloeibare tijden.

Ook het sociaal-cultureel werk ont-snapt hier niet aan. De praktijk trans-formeert zich vanuit wetmatigheden die deze veranderende tijd typeren. Er groeit een diepgaand besef dat we verbinding moeten maken, verbon-den geraken, willen we het hoofd kunnen bieden aan deze uitdagingen. Praktijkgemeenschappen vormen, samenwerken en netwerken, vitale coalities smeden. Dit vanuit een gemeenschappelijk streven naar sociaal-culturele participatie, naar het opnemen

© Lynn Delbeecke

32 | META 2017 | 3

oVer de schutting

Maak kennis met SociusMaud Mertens

Socius is het steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. Wij zijn er voor alle profes-sionals uit de sector en de organisaties waarvoor zij werken. Waarom doen wij dit? Omdat wij geloven dat al deze werkers en organisaties wezenlijk bijdragen tot de realisatie van een democratische, solidaire en duurzame samenleving die niemand uitsluit.

van rollen in de samenleving en het ver-vullen van maatschappelijke functies.

HOE WE HET DOENSocius wil haar missie realiseren door een uitgebreide en gebalanceerde wer-king uit te bouwen die aansluit bij de behoeften en noden van de werkers en organisaties uit de sector. Dat doen we op verschillende manieren:• Een open aanbod aan activiteiten

zoals workshops, studiedagen en vormingen waaraan professionals kunnen deelnemen over thema’s zoals diversiteit, leidinggeven, afdelingsbegeleiding, communicatie of internationaal werken.

• Met onze vraaggestuurde werking leveren we maatwerk en spelen we in op specifieke behoeften en vragen van één of meerdere organisaties.

Als steunpunt hebben we ook de ambi-tie om hét communicatie- en informatie-centrum te zijn voor onze sector. Daarom zetten we in op een uitgebalan-ceerde mix van publicaties, tijdschriften, websites, databanken en sociale media. Hiermee verspreiden we informatie, ken-nis, tools en praktijkvoorbeelden die een kompas en referentiepunt kunnen zijn voor sociaal-culturele werkers.

Ten slotte maakt Socius deel uit van ver-schillende structurele overlegorganen en samenwerkingsverbanden. Zo treden we onder meer op als pleitbezorger voor het sociaal-cultureel volwassenen-werk in Vlaanderen, maar ook in Europa.

NIEUWSgIErIg NAAr MEEr?Actuele informatie, inspirerende activi-teiten, boeiende projecten, onderzoek en relevante publicaties, enz.: op de Socius-website kom je nog veel meer te weten over de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Surf naar www.socius.be.

Wil je nog korter op de bal spelen? Volg ons dan op Twitter (@sociustweets) of like onze facebook-pagina (www.face-book.com/sociaalcultureel).

www.veranderalles.be is een verzamelplek van sociaal-culturele praktijken die werk

maken van een samenleving die meer democratisch, solidair, duurzaam en inclu-

sief is. De veelheid van deze praktijken — soms kleinschalig, dan weer groots —

vormen een voorafbeelding van nieuwe maatschappelijke spelregels voor onze

economie, de manier waarop we samenleven en onze leefomgeving organiseren.

Zij maken deel uit van een stroom van praktijken die allen aan de samenleving van

morgen timmeren. Laat je inspireren en grijp de kans je te verbinden met andere

veranderaars. Socius staat ook open voor jouw inbreng. Laat ons je ideeën weten

of leer ons nieuwe initiatieven kennen.

© Koen Broos

“ WE LEVEN IN VLOEIBARE TIJDEN.

META 2017 | 3 | 33

oVer de schutting

“ MENSEN KRIJGEN INSPRAAK EN VOELEN AAN DAT EEN BIBLIOTHEEK GEEN GESLOTEN, STAR GEHEEL IS.

De Belbib van KoekelbergNathalie Cools

Met een kleine bibliotheekploeg is het niet altijd gemakkelijk om je per-manenties te garanderen. In de bibliotheek van Koekelberg zijn we maar met

twee personen. Naast de perma nenties heb je natuurlijk nog het andere werk: activiteiten verzorgen, schooluitleningen, administratie, onderhoud van de collectie. Daarom hebben we maar een beperkt aantal openingsuren, zo’n twintig uur per week van maandag tot vrij-dag. Een openingsuur is een zekerheid voor je klanten en dat heeft alle prioriteit, dat moet je dus ook altijd kunnen garanderen. Onze openingsuren zijn een afweging tussen een werk-baar ritme aanhouden — ook in geval van ziekte of verlof van je collega — en toch je publiek tegemoetkomen waar mogelijk. Een tevreden klant begint tenslotte bij een balie medewerker die zich goed in zijn vel voelt. Twintig uur is niet veel als je weet dat er 168 uur in een week zijn. Bovendien speelt de bibliotheek vooral een belangrijke rol in de vrijetijdsbesteding van mensen: dus ’s avonds en in het weekend.

Natuurlijk is een bibliotheek meer dan enkel de collectie openstellen en boe-ken uitlenen. Wij helpen mensen. In de toekomst kan de pure uitleen perfect zonder bibliotheekmedewerker gebeu-ren: kijk maar naar grote bibliotheken waar je nu al alles terugbrengt via een automaat, betaalt aan de automaat en uitleent aan de automaat. Iets wat ik persoonlijk toejuich omdat ik het dood-jammer vind dat collecties niet toegan-kelijk zijn als er geen of niet genoeg medewerkers zijn. Wij hebben hier 12.000 objecten die achter slot en gren-del gaan als mijn collega of ik hier niet zijn. Dat is eigenlijk absurd. Zoals je een drankje koopt aan de automaat, zo zou je boeken, dvd’s en cd’s moeten kunnen uitlenen, dag en nacht.

Onze aanwezigheid wordt een extra voor wie daar bewust voor kiest, voor wie ons nodig heeft. Heb je een vraag, wil je informatie, wil je je inschrijven, zit je met een probleem? Dat zijn essentiële zaken. Ook boeken aan huis leveren is iets wat op ons programma staat.

TErUg NAAr BOEKELBErg.Hoe konden wij nog meer doen voor ons publiek, zonder onszelf vast te rijden?

Toen de zoveelste klant buiten de ope-ningsuren aan de deur belde, kwam ik op een idee: als deze mensen nu even op voorhand een seintje zouden geven, dan kunnen wij in onze agenda kijken wat er past en dan plannen we toch gewoon een extra bezoekje in buiten de openingsuren? We doen dit al voor

groepen, waarom zouden we het niet individueler aanpakken?

Op die manier krijg je afspraken op maat. De extra werklast zou voor ons beperkt blijven omdat we dit tijdens onze uren inplannen, en belangrijk: het borrelde spontaan op en werd zowel door de ploeg als het beleid gedragen. Anders kan je bibliotheek niet bloeien.

En zo werd de Belbib geboren!

Het project loopt een jaar lang, tot 31 december 2017. Het staat in de kinder-schoenen en het is voor ons ook afwachten wat dit zal brengen. Voor wie doen we dit? Wie heeft er specifiek baat bij dit systeem? Wijzelf dachten aan ouderen, aan anderstaligen of per-sonen in armoede voor wie een regulier bibliotheekbezoek een drempel kan zijn, aan mensen die fulltime of in shiften werken, aan personen die eenmalig een boek reserveren bij ons en dit snel wil-len afhalen.

Op die manier heeft de Belbib ook een mentaliteitsverandering teweeg-gebracht: de relatie met je publiek wordt anders. Mensen krijgen inspraak en voelen aan dat een bibliotheek geen gesloten, star geheel is maar een dyna-misch gegeven. We staan van mens tot mens in contact met elkaar. Het is een stapje dichter bij de ideale bib: eentje die de klok rond open is, en gedragen wordt door je hele gemeenschap.

Bel ons maar, wij staan voor je klaar!

34 | META 2017 | 3

trend

Start Vlaams-Nederlands onderzoek: aan welke opleiding tot informatieprofessional hebben bibliotheken, archieven en andere kennisorganisaties behoefte?

In hoeverre sluiten bestaande opleidingen aan bij de vaardig-heden die bibliothecarissen, archivarissen en andere professi-onals in het kennis- en informatiedomein tegenwoordig en in de toekomst nodig hebben? Tot welke vaardigheden zou een opleiding voor deze sectoren moeten opleiden? Is er behoefte aan een (mogelijk gecombineerde Vlaams-Nederlandse) oplei-ding op HBO of universitair niveau waar deze vaardigheden centraal staan?

Vragen die aan de orde zullen komen in een Vlaams-Nederlands onderzoek dat in opdracht van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD) en de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals (KNVI) van start is gegaan. In dit onderzoek zullen in de eerste plaats gesprekken met een aantal deskundigen uit de verschillende sectoren gevoerd worden. Vervolgens zal een webenquête breed uitgezet worden onder directeuren van bibliotheken, archieven, bedrijven met een kennis- en informatiefunctie en non profit expertisecentra om de behoeften qua opleidingen te peilen. Tot slot zullen de resultaten uit de enquête in mei voorgelegd worden aan twee focusgroepen aan weerszijden van de grens, waarin de uitkomsten besproken en verder ver-diept zullen worden. Medio 2017 wordt de rapportage van dit onderzoek verwacht.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Kasperkovitz beleidson-derzoek en advies in samenwerking met onderzoeks- en advies-bureau Dialogic uit Utrecht.

Wie belangstelling heeft om input te leveren voor dit onder-zoek en te laten weten aan welke vaardigheden en opleidingen behoefte is kan contact opnemen met Johanna Kasperkovitz.

Johanna Kasperkovitz

META 2017 | 3 | 35

het Plan

enkele Voordelen

• Ingebedde metadata verbeteren de

vindbaarheid van digitale bestanden,

bv. bij gebruik van zoekprogramma’s

of software voor de bewerking en het

beheer van foto’s en op gedeelde werk-

plekken zoals cloud storage.

• Wanneer je digitale bestanden verspreidt

voor (her)gebruik, worden de ingebedde

metadata automatisch samen met de

digitale bestanden verspreid.

• De ingebedde technische metadata ver-

andert telkens je het beschreven digitale

bestand verandert.

• De metadata die zijn toegevoegd door

gebruikers van het digitaal bestand kun-

nen automatisch uitgelezen worden

naar je eigen databank.

enkele nadelen

• Bij batch synchronisaties kunnen er

conflicten optreden tussen enerzijds

de ingebedde metadata en anderzijds

de externe metadatabronnen en infor-

matie van persistente s (PID’s).

• Het is mogelijk dat de ingebedde

metadata niet meegenomen worden

wanneer er afgeleiden van het origineel

digitaal bestand gemaakt worden.

• Wanneer je digitale bestanden naar

een anderen formaat migreert, worden

mogelijk velden overschreven of vervan-

gen.

• Centraal beheerde metadata kun je in

vergelijking met ingebedde metadata

stapsgewijs aanvullen.

• Wanneer bestanden met ingebedde

metadata niet meer geopend kunnen

worden, zullen de metadata wellicht

ook niet meer toegankelijk zijn.

36 | META 2017 | 3

uitgePakt

Ingebedde metadataSam Donvil, PACKED vzw

Bij fysieke objecten is de beschrijvende informatie over een werk vaak fysiek bevestigd aan de drager: ze staat bv. op achterkant van een foto geschreven en op het label van een vinylplaat of videocassette gedrukt. Als het fysieke object wordt verplaatst, verplaatst ook de beschrijvende informatie zich. Bij digitale bestanden is dat niet noodzakelijk zo. Om te verzekeren dat de koppeling tussen het digitale bestand en de bijhorende beschrijvende informatie behouden blijft, kun je gebruik maken van zogenaamde ingebedde (embedded) metadata.

WAT ZIJN INgEBEDDE METADATA?Metadata zijn gestructureerde gegevens over identificatie, beheer, aard, gebruik en bewaarplaats van fysieke of digitale bronnen. Onder metadata kunnen ver-schillende types onderscheiden wor-den: descriptieve metadata (voor het identificeren, contextualiseren en vinden van bronnen), structurele metadata (die de relatie vastleggen tussen individuele bronnen) en administratieve metadata (rechtenbeheer, preservering, conserve-ring en technische kenmerken).

De metadata kunnen zowel buiten als binnen het beschreven digitale bestand bewaard worden. Als de metadata bui-ten het beschreven bestand bewaard worden, gebeurt dat in bv. een apart rekenblad of een databank. Wanneer ze binnen het bestand zelf bewaard worden, spreekt men over ingebedde metadata. De metadata en de beschre-ven inhoud zijn dan niet meer van elkaar gescheiden. Een digitaal bestand wordt zo als het ware zelfbeschrijvend.

STANDAArDENAan de omgang met digitale bestanden komen allerlei software en hardware te pas. Zij hebben de ingebedde metadata van digitale bestanden nodig om opti-maal te kunnen functioneren. Het is daarom belangrijk dat de ingebedde metadata gebruikt kunnen worden door verschillende software en hardware. Dat kan verzekerd worden door het gebruik van internationale standaarden. Ze zor-gen ervoor dat software en hardware weten waar ze welke ingebedde gege-vens kunnen vinden in een digitaal

bestand. Men komt ze vooral tegen bij foto-, video- en audiobestanden. Enkele voorbeelden van veelgebruikte stan-daarden:

IPTC Photo Metadata Standard is een standaard om foto’s te beschrijven. Hij wordt wereldwijd gebruikt door o.a. nieuwsagentschappen, fotografen, bibliotheken en musea. De standaard structureert en definieert metadata-eigenschappen zodat gebruikers pre-cieze en betrouwbare gegevens kunnen toevoegen over afgebeelde mensen, plekken en objecten, maar eventueel ook rechteninformatie. De standaard kan gebruikt worden bij formaten als JPEG, TIff en PNG.

Ook Exif (Exchangeable Image File Format) is een standaard voor inge-bedde metadata die men vaak aan-treft bij foto’s (vooral JPEG- en TIff-bestanden). Hij wordt ook gebruikt voor audiobestanden (WAV-bestanden). Hij omvat o.a. een tijdsaanduiding, de camera-instellingen, gps-informatie, auteursrechtelijke informatie, beschrij-vingen en een thumbnail voor voorver-toning.

Samen met de IPTC- en Exif-gegevens wordt meestal ook XMP-informatie (Extensible Markup Platform) opge-nomen. Die standaard laat toe om bestaande metadataschema’s die er niet in passen naast het XMP-schema te behouden. XMP kan gebruikt worden voor AIFF-, GIF-, JPEG-, JPEG2000-, MP3-, MP4-, PDf-, PNG-, PSD-, TIff- en WAV-bestanden.

role “[Neutrality as a concept] is a negative

which encourages passivity and a lack of

serious thought about our role,

and which potentially could get in the way of

high quality evidence based scholarship.”

Lesley Pitman, A few thoughts on neutrality and our international collections

citaat

Jan Lampo (Antwerpen, 1957) is his-toricus. Hij werkt in het Letterenhuis, waar hij archieven van Vlaamse schrijvers inventariseert. Van 1990 tot 1995 was hij redacteur van de krant De Standaard. Lampo publiceerde twee romans, een verhalenbundel en de thriller De Engel met de Zaag, die in 2008 genomineerd werd voor de Hercule Poirotprijs. Voorts verscheen van zijn hand een tiental historische boeken over Antwerpen.

Oude krokodilJan Lampo

Ik ben een oude krokodil en die hebben veel watertjes doorzwommen. Ik werk al vijftien jaar in het Antwerpse Letterenhuis. Daar beschrijf ik archieven van Vlaamse auteurs. Op dit moment worstel ik met dat van Emmanuel De Bom (1868-1953), romancier en het hoofd van de stedelijke bibliotheken. Toch stoot ik vooral op spo-ren van zijn activiteit als journalist – De Bom was ook correspondent van NRC en redacteur van Volksgazet.

Zijn werk als bibliothecaris en journalist kostte hem zijn schrijverschap: in zijn lange leven publiceerde De Bom maar twee romans. Bij die tragiek kan ik me iets voorstellen.

De Bom was maar één mens. Ik kan hem wegzetten als ambtenaar, middelpunt van een netwerk, speler op het literaire veld of flamingant. Maar hij was dat door elkaar, het ene moment meer dan het andere. Dat maakt van hem een mens.

Toen ik studeerde, bestond archivistiek nog niet als zelfstandige discipline. Nu is dat veranderd. Maar ISAD-normen en ander fraais mogen van ons geen feti-sjisten maken die vergeten wat ze in hun

zuurvrije mapjes, dito archiefdozen en hun databases stoppen.

De Bom bewaarde alles. Er wachten mij tien grote verhuisdozen. Terwijl ik roes-tige paperclips en lege omslagen verwij-der, slaak ik soms een oudekrokodillen-zucht. Maar toch.

In zijn jonge jaren had De Bom een vrien-din. Zij kwam uit Königsberg. Clara Gaesch spoelde in Antwerpen aan als serveerster in een café chantant. Ze was de minnares van de eigenaar van een andere kroeg, van wie ze een kind had. Toen ontmoette ze de naïeve schrijver en stedelijk ambtenaar. Hij werd halsoverkop verliefd. Clara zag De Bom vooral als kans op een beter leven.

Het liep natuurlijk mis. De Boms bur-gerlijke familie gaf Clara aan bij de Vreemdelingenpolitie. Ze vloog het land uit. De Bom was intussen ‘opgegroeid’ en begreep dat Clara en hij geen toekomst hadden. Toen werd ze ziek en keerde naar Antwerpen terug om te sterven. De Bom liet haar opnemen in het ziekenhuis en betaalde haar uitvaart. Hij bewaarde de rekening van de leverancier van het kruis op haar graf.

Archief is de neerslag van menselijke acti-viteit. Wij bewaren geen oud papier maar intenties en verlangens. Daar vul je geen beleidsplannen mee, maar het is goed er af en toe aan te denken.

Archief maakt oude krokodillen geluk-kig.

META 2017 | 3 | 37

coluMn

38 | META 2017 | 3

essaY

oPenBare BiBliotheken duurzaMe ontwikkelingsdoelen voor de bovenbouwBruno Vermeeren

De sector van de openbare bibliotheken is in volle transformatie. Dat is inmiddels geen nieuws meer. Dat de lokale autonomie nu primeert, wil nog niet zeggen dat de sector geen ondersteuning meer nodig heeft. Die taak wordt opgenomen door Vlaamse of pro-vinciale organisaties, de zogenaamde boven-bouw. Over de reorganisatie van die boven-bouw wordt al langer gesproken. Hoewel er nog geen plan op tafel ligt, is de hervorming in de praktijk al volop aan de gang.

CAPACITEIT OPBOUWEN OM PrOFESSIONALISErINg TE STIMULErENOp dinsdag 27 september 2016 organiseerde de VVBAD een druk bijgewoonde studiedag voor openbare bibliotheken in con-gres- en erfgoedcentrum Lamot in Mechelen. Een honderdtal deelnemers kreeg er een introductie in het opmaken van een col-lectieplan en luisterde er naar praktijkverhalen. Voor de inleiding deden we een beroep op de expertise die fARO, Vlaams steun-punt voor cultureel erfgoed, opgebouwd had. fARO had immers samen met de partners van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek, waaronder twee openbare bibliotheken, een traject ontwikkeld en was bereid daarover te komen spreken. Kandidaten vinden om de praktijktafels in de namiddag te begeleiden, was minder eenvoudig. In de sector van de openbare bibliotheken was er nog weinig ervaring om te delen. Het leek wel alsof iedereen nog maar net begonnen was. Deelnemen wel dus, maar presenteren toch maar liever niet.

De bestuursleden van de VVBAD staan met beide voeten in de praktijk. Ze schatten goed in welke thema’s er leven in de sector. De studiedagen van de vereniging worden dan ook druk bijge-woond en goed gewaardeerd. Meestal blijft het ook bij die ene dag. Voor de deelnemers ligt de nadruk op hun dagelijkse prak-tijk. Zij implementeren wat ze geleerd hebben op de studiedag in hun werk — dat hopen we toch. We kunnen niet verwachten dat bestuursleden nog verdere trajecten gaan ontwikkelen of collega’s gaan adviseren. En het VVBAD-secretariaat beschikt, met net iets meer dan vijf voltijdse medewerkers, niet over de capaciteit om dit op te nemen.

Met de studiedag over het collectieplan, botsten we duidelijk op de grenzen van dit model. Het aantal deelnemers bevestigt dat er nood is aan informatie over het thema en uit de evalu-atie achteraf bleek dat een studiedag alleen niet voldoende was. Deelnemers vroegen naar verdere opvolging, bijvoorbeeld via een collegagroep. Maar wat is de volgende stap en wie moet daarvoor de verantwoordelijkheid opnemen? Het enige wat de VVBAD kan doen, is de geïnteresseerden samenbrengen en nagaan of er interesse is voor een nieuwe werkgroep. Een oproep daarvoor in het voorjaar van 2017 leverde overigens een twintigtal positieve reacties op. Er moeten dan duidelijke doel-stellingen geformuleerd worden, mensen uit de sector moeten bereid zijn om tijd en energie te investeren en iemand moet de trekkersrol willen opnemen. Het secretariaat kan wel onder-steuning bieden op het vlak van organisatie, communicatie en infrastructuur, maar de kennis en de dynamiek moeten uit de sector zelf komen.

META 2017 | 3 | 39

essaY

actiePlan zonder actor

De studiedag rond het collectieplan is een goed voorbeeld van de beperkingen waar de VVBAD momenteel tegenaan loopt. Het is echter

niet het enige. Er zijn nog enkele andere dossiers die een betere opvolging verdienen dan momenteel mogelijk is. Bijvoorbeeld:

duurzame ontwikkelingsdoelen helpen realiserenEind 2015 formuleerde de Verenigde Naties hun agenda 2030 met zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals).

Deze doelstellingen beperken zich niet tot klassieke milieuthema’s en zijn ook niet uitsluitend gericht op de ontwikkelingslanden. Goede

gezondheid (doelstelling 3), kwaliteitsvol onderwijs (4), duurzame consumptie- en productiepatronen (12), om er maar enkele te noemen,

willen we toch overal ter wereld. De VVSG promoot de VN-doelstellingen bij de lokale besturen. De hoop en verwachting is dan ook dat ze

stilaan zullen doordringen in het beleid op alle niveaus. Bibliotheken kunnen een actieve bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstellingen.

De internationale bibliotheekvereniging IfLA ontwikkelde daarvoor een toolkit en de VVBAD verspreidde in het najaar een poster hierover.

Maar opnieuw is er meer nodig. Iemand moet zich meer in detail kunnen verdiepen in de doelstellingen, contact zoeken met andere actoren,

goede voorbeelden opsporen en een traject opzetten om bibliotheken aan te sporen de uitdaging aan te gaan en een bijdrage te leveren.

een gebruikersonderzoek organiserenIn 2004 voerde professor Ignace Glorieux (Vrije Universiteit Brussel) een uitgebreid onderzoek uit naar de gebruikers van openbare biblio-

theken in Vlaanderen. Hij ondervroeg de gebruikers en analyseerde hun gegevens in de bibliotheeksystemen. Het Vlaams Centrum voor

Openbare Bibliotheken (VCOB), voorloper van Locus en Bibnet, ondersteunde het onderzoek. Ruim de helft van de Vlaamse bibliotheken

nam deel. Naast gepersonaliseerde rapporten voor de deelnemende bibliotheken, leverde het onderzoek ook profielen op van de Vlaamse

bibliotheekgebruikers. Het onderzoek kreeg ruime weerklank en werd erg gewaardeerd.

Ignace Glorieux wil het onderzoek graag herhalen. Voor de sector is dat een welkom voorstel. Mits een strakke timing, liggen de resultaten

van het onderzoek klaar als de nieuwe lokale besturen begin 2019 aantreden en beginnen met de strategische meerjarenplanning. Het VCOB

bestaat echter niet meer en kan dus geen ondersteuning meer bieden op vlak van communicatie. Cultuurconnect heeft al laten weten dat het

de handen vol heeft met andere prioriteiten en dat een analyse van gebruikersgegevens in de bibliotheeksystemen momenteel niet mogelijk is.

Visie(s) op de openbare bibliotheek ontwikkelenLocus initieerde enkele projecten rond visieontwikkeling in de sector. Er was de basistekst over de zeven uitdagingen en het, misschien wat

vage, project Bib 2020. Cultuurconnect neemt het thema nog op voor zover het gaat over visie op de digitale uitdagingen. De ironie wil

dat juist nu de nood groter wordt, er geen actor meer is die dit ten gronde op kan nemen. Elke bibliotheek zal zich nu lokaal moeten ver-

antwoorden. Eerder dan een globale, overkoepelende visie op de openbare bibliotheek, is er nood aan een bouwpakket dat bibliothecaris-

sen kunnen aanpassen aan de lokale situatie. De VVBAD kan professionals samenbrengen die rond dit thema willen werken, maar opnieuw

is er meer nodig. Iemand moet bestaande modellen verzamelen, een traject kunnen uitwerken, teksten redigeren, draagvlak creëren, enz.

de Bibliotheekweek organiserenVan een andere orde allicht, maar gezien de weerkerende discussie op Kenniskantoor niet onbelangrijk, is de Bibliotheekweek. Er blijft in de

sector vraag naar een promotiemoment voor de bibliotheek als sector. Dat is, voor alle duidelijkheid, geen roep om de bib af te zonderen

van de buitenwereld, wel een gelegenheid om de unieke en dynamische diensten van de sector in de kijker te zetten. Cultuurconnect heeft

de Bibliotheekweek getransformeerd tot een Digitale Week. Dat is een waardevol initiatief, maar blijkbaar niet voldoende. Met een enquête

onderzoekt de VVBAD momenteel waar de noden en de wensen van de brede bibliotheeksector liggen. We weten nu al dat onze mogelijk-

heden beperkt zijn: we kunnen bibliothecarissen samenbrengen. Is dat voldoende voor een doorstart?

ONDErSTEUNINg VOOrZIEN VOOr NIET-DIgITALE UITDAgINgENEigenlijk is dat allemaal niet voldoende. Iemand zou tijd vrij moeten kunnen maken om bestaande modellen te verzamelen, om buitenlandse voorbeelden op te sporen en om kennis en expertise in de sector in kaart te brengen. En die persoon zou dan best nog beschikken over de vaardigheden om een werk-groep te trekken. In het verleden hadden we de kwestie allicht besproken met de steunpunten, met Locus in de eerste plaats. Maar Locus en Bibnet zijn inmiddels gefusioneerd en het nieuwe Cultuurconnect had tijdens de voorbereiding van de studiedag al laten weten dat het thema voor hen niet meer tot de kern-taken behoort. Met de studiedag over het collectieplan werd pijnlijk duidelijk dat de Vlaamse overheid een stuk uit de boven-bouw van de bibliotheeksector weggeknipt heeft. Een stuk waar andere sectoren wel nog over beschikken. De cultureel-erfgoed-sector kan nog terecht bij fARO. Het sociaal-cultureel werk kan

nog beroep doen op Socius. De kunstensector heeft nog altijd het Kunstenpunt.

Daarmee is het woord gevallen: de bovenbouw. Het geheel van organisaties uit de cultuursector, actief op Vlaams niveau in een ondersteunende rol, is dat de definitie? Zeker is dat niet. Want hoewel de hervorming van de bovenbouw al een tijdlang onder-werp is van gesprek — in de wandelgangen van diezelfde boven-bouw — valt er weinig met zekerheid over te zeggen. Minister Gatz heeft al enkele malen herhaald dat belangenbehartiging een zaak is van de sector zelf, wat onrust veroorzaakt bij orga-nisaties die deze rol (ook) opnemen. De minister kondigde ook gesprekken aan met de betrokken bovenbouworganisaties en wel begin 2017. Voor zover bekend zijn die gesprekken echter nog niet opgestart. Er zou een nota zijn van het departement Cultuur, Jeugd en Media, maar de inhoud ervan blijft onbekend. Het enige wat dus vaststaat, is de fusie van Locus en Bibnet tot

40 | META 2017 | 3

essaY

Cultuurconnect, “een nieuwe organisatie met bijzondere aan-dacht voor de digitale uitdagingen van het lokaal cultuurbeleid”. En daarmee het hiaat dat Locus achterlaat, want naast het digi-tale, zijn er nog wel andere uitdagingen die op ons afkomen.

HET STrEEKgErICHT BIBLIOTHEEKBELEID rEOrgANISErENHet is niet de enige leegte, momenteel. Op 31 december 2017 houdt het streekgericht bibliotheekbeleid (SBB) van de vijf Vlaamse provincies immers op te bestaan. Of het SBB tot de bovenbouw gerekend wordt, is niet zeker. Het levert echter wel een waaier aan ondersteunende diensten voor openbare biblio-theken. Het concrete aanbod varieert van provincie tot provin-cie, maar er zijn wel grote algemene lijnen. Via projecten stimu-leert het innovatie. Het zorgt voor opleiding, werkt een aanbod uit aan activiteiten en materialen, ondersteunt het interbiblio-thecair leenverkeer (IBL) en stimuleert regionale samenwerking. Dank zij het SBB zijn er overlegplatformen waar bibliotheek-medewerkers elkaar geregeld ontmoeten. Het financiële luik is daarbij niet het belangrijkste. Het gaat ook om mensen, con-sulenten die fungeren als aanspreekpunt. Ze kennen de lokale situatie, kunnen projecten en vormingen uitwerken en mensen samenbrengen en motiveren.

De Vlaamse overheid zal deze rol overnemen, dat weten we. Hoe die ingevuld zal worden, blijft momenteel echter onduide-lijk. Het lijkt erop dat het decreet op het regionaal cultuurbeleid dat dit zou moeten regelen, pas in 2020 in werking zal treden. Het personeel wordt wel al overgedragen vanaf 1 januari 2018. Waar zij terecht gaan komen, op welke locatie, bij welke dienst, met welke opdracht, is nog niet bekend. We weten alleen dat de minister zich sterk maakt dat het een ‘warme overdracht’ zal zijn, waarbij zoveel mogelijk continuïteit nagestreefd wordt.

“ IEMAND ZOU TIJD VRIJ MOETEN KUNNEN MAKEN OM BESTAANDE MODELLEN TE VERZAMELEN, OM BUITENLANDSE VOORBEELDEN OP TE SPOREN EN OM KENNIS EN EXPERTISE IN DE SECTOR IN KAART TE BRENGEN. EN DIE PERSOON ZOU DAN BEST NOG BESCHIKKEN OVER DE VAARDIGHEDEN OM EEN WERKGROEP TE TREKKEN.

DE BIBLIOTHEKEN NIET LOSLATENAl die transformaties zijn niet noodzakelijk negatief. Elke hervor-ming gaat gepaard met een periode van onzekerheid. Iedereen die ooit een lenteschoonmaak hield, weet dat je eerst chaos moet creëren om nadien weer orde te scheppen. En er is reden voor hoop. “Minister Gatz laat de bibliotheken niet los” bloklet-terden we nog in 2015 (META 2015/4). Het wordt wel stilaan tijd om duidelijk te maken hoe de ondersteuning in de toekomst georganiseerd zal worden. Naast de problematiek van de col-lectieplannen, liggen er immers nog wel andere uitdagingen te wachten (zie kader).

Wie moet die uitdagingen opnemen? Als de oprichting van een nieuw steunpunt niet meteen aan de orde is, lijkt verster-king van bestaande actoren het enige alternatief. Zo neemt Cultuurconnect nu al de ondersteuning van het interbiblio-thecair leenverkeer voor haar rekening. Wordt binnenkort de administratie versterkt met medewerkers van het streekgericht bibliotheekbeleid? Voor de VVBAD liggen er mogelijkheden die aansluiten bij de eigenheid en de traditie van de vereniging. Professionalisering van de sector dragen we sinds jaar en dag hoog in het vaandel. We hebben ervaring in het organiseren van vormingen en onderhouden goede contacten met de regu-liere opleidingen. Als ledenvereniging brengen we professionals samen, soms tijdelijk in het kader van een project, soms structu-reel. Op vlak van coördinatie zullen we allicht een tandje moe-ten bijsteken, nu de sturing van de Vlaamse overheid wegvalt. Het IBL-charter was een eerste voorzichtige oefening in die zin, een die we, gezien de ontwikkelingen, niet tot het einde heb-ben moeten doorvoeren. Wij zijn er klaar voor, maar alleen en zonder extra middelen zal het niet lukken.

META 2017 | 3 | 41

kroniek

“Stilte a.u.b.,” roept een plak-kaat in de themazaal. Op dat moment is het feest nog niet begonnen. Een personeels-lid van de bib wordt door de security tegengehouden. Ze komt nog gauw iets ophalen van het werk.In de Achilles Musschezaal blijkt de paarse zetel vervan-gen door purperen spotlights. Harry Vaandrager schreeuwt “nee nee” en “woef woef”. Jeroen Olyslaegers meermaals “boeken toe”. Daarna blazen de drummer en toetsenist van BeraadGeslagen de trommel-vliezen door. Het is nog geen elf uur en er is schijnbaar geen enkele veertigplusser meer aanwezig. Ik hoop dat nie-mand denkt dat ik de mama van een van die jongens ben. Over de leeftijd moet ik me heen tillen. Uiteindelijk ben ik hier gekomen, omdat het over nog eens 25 jaar niet meer zal lukken.

Ondertussen is het feest in alle zalen losgebarsten. Rond de verdeling over de locaties heeft de organisatie nage-dacht. In de themazaal de populaire werken en de zelf-hulpmuziek: ABBA, Soulsister, Britney Spears. De waarge-beurde verhalen van de nacht. In de Achilles Musschezaal de meer verfijnde dj’s. In de jeugdafdeling het dartele Elektropedia. In het leescafé muziek voor de meerwaarde-zoeker. Alles baadt in het rood. Bordjes getiteld ‘Catalogus’ trillen op de bassen.

Ik heb papier, pen en leesbril meegebracht om wat te schrij-ven tussen het dansen door, bij wijze van rust. Al snel zit ik door dat papier heen. Aan de jongen die de sleutels voor de lockers verdeelt, ga ik een vel vragen. Een anachronis-tisch verzoek. Hij geeft een A6-je mee dat langs één kant bedrukt is. Het is meteen vol-geschreven. Ik keer naar hem terug en hij begrijpt het. Deze keer krijg ik een A2-affiche met glimmende blanco ach-terzijde.

ode aan de oude: afscheid van bib zuid (1992-2017)

De beste muziek draaien Frederik De Preester en Jan Ducheyne in het leescafé. Is Vic there? Is Vic there? Dit is de bibliotheek. Er komt veel volk toe. Aan de balie worden geen boeken verlengd, maar bonnen verkocht.

Iemand daagt me uit met een theatrale move. Gelukkig heb ik me, teneinde een boerin-nekesstamp uit de eighties te vermijden, voorbereid met enkele YouTube-tutorials rond club dancing. Schouders en knieën laten bouncen, handen gestrekt en polsen spaarzaam boven heuphoogte tillen. Een bibliothecaris verschijnt altijd geïnformeerd ten tonele. Niet met ons, manneke.

Weer afgedaald naar de jeugdafdeling maak ik me zor-gen over een mogelijke klap-long. Het sfeerbeheer heeft weinig werk. De stemming is opperbest. Iemand trekt me opzij en vraagt of ik de leef-tijd van zijn vriend kan raden. “22”, zeg ik. Dat blijkt er knal op. Geluk in ‘t spel. Ik heb niets gewonnen en stel de vraag niet terug. Dit is de biblio-theek.

Er wordt gestonken. Er wordt gedanst. Er wordt getwerkt. Ik ben vergeten dat je beter een topje of t-shirt dan een col-trui aantrekt als je uitgaat. Die party zal hier nog vele uren duren. Hydratatie. Nooit wer-den in deze bibliotheek zoveel drank en drugs verzet. Tenzij er ooit feestjes plaatsvon-den waar niemand (nog) iets van weet. Op het terras van het leescafé staat iedereen te blowen. De themazaal ligt er inmiddels glad van ‘t bier bij. In gedachten ben ik bij bibliothe-carissen Luc Bauwens en Krist Biebauw. Hebben zij enig idee wat hier gaande is?

Don’t, don’t you want me. In het leescafé wordt nog altijd goede muziek gedraaid. Men danst, ook waar geen dans-vloer is. In de inkomhal. Op de trappen, intussen met

bekers bezaaid. Ik krijg Red Bull over de coltrui gegoten. Later komen daar nog cava en Almdüdler bij.

In de rij naar het toilet vang ik gesprekken op. “Zo cool deze plek.” “Dat ik hier nog nooit geweest ben.” Een meisje staat aan de handwasfontein en gilt met een mond vol zeep: “Dit is geen drinkbaar water!” Ik kom uit het toilet. Twee wachtende vrouwen zeggen: “Jij bent een topwijf.” Ik vraag me af: gaat dit over mijn professionele achtergrond? Het is omdat ik zo snel gepist heb.

De balie met bonnen is nog steeds druk bevraagd. Het is 2u45. Ik geeuw. Er komt nog veel volk binnen. Onder het spandoek ‘Afhalen reserverin-gen’ wordt uitbundig gedanst. In het leescafé zie ik dan toch wat leeftijdsgenoten, veertigers met half zo jonge vriendinnen, meegetroond op The Smiths, Sonic Youth en Stereo MC’s.

Tegen 3u30 heeft Achilles Mussche alle pintjes opge-dronken. “Er zijn nog shotjes”, zeggen ze achter de bar. Dus gaat iedereen aan de shotjes.

Buiten moet men nog altijd meer dan een uur aanschui-ven om binnen te geraken. Iemand zegt tegen zijn smart-phone: “Ik zie je in de kinder-bib.” In WhatsApp tikt een hipster: “Someone’s dancing in the library.”

Ik passeer nog eens voorbij de kerel van de lockers. Hij zwaait en gebaart of ik nog een A2-affiche wil om te beschrij-ven. Het is echt een lieve gast. Genoeg geschreven, dansen verdorie.

Staan er dan geen boeken meer, er valt beslist vanalles te lezen.

Er wordt geflirt, gekust en gewreven. Een koppeltje ligt in de voormalige kinderbib op de kussens van de speelkiosk. Te spelen.

Naar de Musschezaal wil ik niet meer terug. Iedereen is daar zat van de shotjes en staat er met sigaretten te zwaaien. Toch ga ik nog één keer kijken. Er zijn wat jongens en meisjes op het podium geklommen. Ze zijn nog niet volgroeid. The Glimmers en dj BAfANA weten te overtui-gen om er lange tijd te blij-ven. Er is volk, veel volk, en weinig plaats. Een wippende paardenstaart belandt in mijn mond. De beats pieken naar 160 bpm en droppen dan weer. Hoe men dubstep danst. Met één knie in de lucht, zo blijkt. Iemand wrijft over mijn door-weekte coltrui.

Van Lippstick aka 2 Many Tits had ik meer verwacht dan Cock Robin en CeCe Peniston. Remember the promise you made. Ene Mario komt met uitgestoken hand op me af: “Ik ben Mario. Leve de biblio-theek!” Zo’n hand mag je nooit aannemen. Mario verdwijnt.

Met de sympathieke toilet-dame, tevens EHBO-post en de enige oudere vrouw in en rond het gebouw, heb ik ondertussen een band opge-bouwd. Ze lacht me van ver toe. Dit is non-fictie.

In de jeugdafdeling is TLP aka Troubleman beginnen draaien. De ruimte per persoon is gere-duceerd tot 50 cm², en ieder-een blijft maar sigaretten opsteken. In de hoek Jongeren +12 ontstaat een moshpit. Iemand krijgt het gemunt op de twee kamerplanten naast het podium. Blaadjes vallen. Takken breken. Welke biblio-theekmedewerker zou deze planten al jaren verzorgen? De vrouw die bij het begin van de avond nog iets kwam ophalen van haar werk? Moeten deze planten nog verhuizen naar De Krook? Ik overweeg er iets van te zeggen, maar die gewelde-naar heeft een hamer vast, een uit mousse, maar toch.

Ondertussen verandert de hele dansvloer in een moshpit.

42 | META 2017 | 3

kroniek

TLP reutelt op zijn onnavolg-bare wijze: “I’ve never been to the library of Ghent, but hey, there’s a first time for eve-rything. So, check it out, I’m here.” Ik kijk naar buiten — de eerste tram richting Evergem vertrekt — en denk aan Daisnes Trein der traagheid.

Strips strips strips staat boven TLP’s hoofd gedrukt. “I’m gonna shut this place down. Call your mother. Call the police. I’m gonna shut this library down. Please, call your mother!” Toch is het niet TLP die de keet sluit, maar Porn Georges. Mee mijne vlieger.

En als dat lied stopt, volgt een lang a cappella Hey Jude. Dit zijn de Gentse feesten. Een meisje komt knuffelen en valt bijna om. Sfeerbeheer veegt de bekers samen. Het is gedaan.

Ik loop de esplanade van De

Krook op. Het gebouw schit-tert in de lichtblauwe lucht. De merels fluiten. Het besef van de verloren tijd komt met een mokerslag.

Eva Simon

Bij de archivaris op schoot: Verslag van het bezoek aan de archieven van het Ministerie van Defensie, Sectie Classified Archives

Op 9 december 2016 was het fAAD te gast op het kwartier Koningin Elizabeth in Evere. Op deze site bevinden zich de archieven van de Sectie Classified Archives, een onder-deel van het Ministerie van Defensie. We werden er ont-vangen door Kathleen Van Acker, sinds 2002 aan de slag als een van de drie archi-varissen binnen de archief-dienst. Misschien ietwat tegen de verwachtingen van sommigen,ontving Kathleen ons niet in uniform. Zij is immers een van de burgers werkzaam bij Defensie.

Tijdens het eerste deel van het bezoek werden we in de leeszaal onthaald op een kop koffie en kregen we wat kade-ring mee rond de werking van de archiefdienst. De Sectie Classified Archives maakt deel uit van de militaire veiligheid en is de enige sectie die toe-gankelijk is voor het publiek. Dit gebeurt dan ook zeer regelmatig. De archiefdienst ontvangt in haar leeszaal 800 à 900 bezoekers per jaar en krijgt een duizendtal schrifte-lijke vragen i.v.m. de ongeveer acht kilometer archief die zich in Evere bevindt. Hierin zitten de jaarlijkse activiteitenversla-gen van de legereenheden, de archieven van WO II, de archie-ven van humanitaire operaties, logboeken, kaarten, persoon-lijke fondsen, personeelsdos-siers van officieren geboren na 1900, enz.

De Sectie Classified Archives is slechts één onderdeel van

de archieven van Defensie. Defensie beschikt over ver-schi l lende tussenarchie-ven waar archieven worden bewaard tot hun vernietiging of tot hun overdracht naar het Algemeen Rijksarchief. Zo zijn er ondermeer ook nog de medische, administratieve en audiovisuele archieven. Het historisch archief tot en met de Eerste Wereldoorlog is onder-gebracht in het Koninklijk Legermuseum en is volledig vrij te raadplegen. Een groot deel van de archiefstukken die zich in de Sectie Classified Archives bevinden is daaren-tegen geclassificeerd. Dit wil zeggen dat zij ooit als ‘geheim’ werden aangeduid. Deze clas-sificatie kent verschillende niveaus, van ‘gewoon vertrou-welijk’ tot ‘NATO-geheim’.

De ontsluiting van de archie-ven wordt chronologisch aan-gepakt. Het declassificeren gebeurt door de Commissie tot Opening van Archieven binnen Defensie. Een archief-fonds wordt geïnventariseerd en de archivarissen geven advies over de declassificatie. Deze inventaris wordt aan de commissie voorgelegd. Deze moet unaniem akkoord gaan met declassificatie. Wanneer deze beslissing is geno-men, moet ze nog beves-tigd worden door de CHOD en de minister van Defensie. Momenteel werken Kathleen en haar collega’s aan een vol-waardige inventaris voor de archieven uit de periode van de Tweede Wereldoorlog. Alle archieven van na deze periode

zijn momenteel ontsloten tot op blokniveau.

Toch betekent geclassificeerd niet dat deze stukken ontoe-gankelijk zijn voor archiefge-bruikers. Dit is een grote mis-vatting die onze gastvrouw absoluut uit de wereld wil hel-pen.

Wanneer een onderzoe-ker een aanvraag doet voor inzage in een geclassificeerd archief, verleent de archiva-ris hiervoor zijn advies. Na goedkeuring van de juridi-sche dienst en de bevoegde generaal, worden de stukken waarop de aanvraag betrek-king heeft openbaar gemaakt. Wanneer de geheime docu-menten ook verband houden met andere landen, moeten ook die overheden hun toe-stemming geven voor declas-sificatie. Indien het archief nog niet gedeclassificeerd kan worden, kan een onderzoeker ook een veiligheidsmachtiging aanvragen. Deze wordt voor een bepaalde periode toege-kend na screening door de Staatsveiligheid en opnieuw enkel voor de stukken waarop de aanvraag betrekking heeft. Deze procedures vragen meestal toch wat tijd en het is dan ook belangrijk om hier als onderzoeker rekening mee te houden.

Voor declassificatie bestaan er dus heel duidelijke regels en procedures. Een groter pro-bleem dan classificatie is voor de archivarissen in Evere de privacygevoeligheid van heel

wat documenten. Op dit vlak bestaan veel meer grijze zones en onduidelijkheden. Want ook na declassificatie blijft pri-vacy van belang, in de eerste plaats voor alle levende perso-nen. In de praktijk moet er ook rekening gehouden worden met nog levende familieleden.Om het bezoek af te sluiten gaf Kathleen ons een rond-leiding door het deel van de archiefruimtes dat we onder haar begeleiding mochten bezoeken (de andere ruim-tes waren voor ons verboden terrein) en liet ze ons enkele bijzondere documenten en voorwerpen zien. Zo moch-ten we spionagegadgets uit de Koude Oorlog bewonde-ren en enkele documenten uit belangrijke momenten in de militaire geschiedenis.

Onbekend is onbemind, wordt vaak gezegd en als dit bezoek ons een ding geleerd heeft, is het wel dat een bezoekje aan de Sectie Classified Archives in Evere meer dan de moeite waard is. De mensen van de archiefdienst staan klaar om bezoekers met open armen te ontvangen en te helpen met hun vragen. Om de toeganke-lijkheid voor gebruikers te ver-hogen, wordt een nieuw luik op de website van Defensie ontwikkeld om de informatie over alle verschillende archie-ven op één pagina te bunde-len.

Harald Nilens

44 | META 2017 | 3

Personalia

Op 1 maart nam Margot Collet, na zes jaar samenwerken, afscheid van haar collega’s bij de gemeente Niel. Als bibliothecaris en als diensthoofd Vrije Tijd. De laatste drie jaar nam zij naast de bib ook de jeugd- en sportdienst, de dienst toerisme en evenementen onder haar vleugels.Margot werkte voordien in de openbare bibliotheek van Stabroek en als stafme-

dewerker bij de VVBAD. Na tien jaar bibliotheken, is het tijd voor iets nieuws. Al keert ze de sector niet helemaal de rug toe. Als procesbegeleider en tekstschrijver ondersteunt Margot teams en organisaties in hun groei. Door hen te begeleiden bij projec-ten, (toekomst)visie of communicatie. Niet enkel in bibliothe-ken, maar ook bij cultuurhuizen, andere publieke diensten en socioculturele verenigingen.Concreet wil dat zeggen dat ze jouw collectieplan schrijft. Of subsidieaanvraag, beleidsplan of communicatiestrategie. Beter gezegd, samen met jou schrijft. Met meer dan zestien jaar exper-tise en ervaring op de teller begeleidt ze jouw team naar de vol-gende stap. Met veel goesting staat ze klaar om deze nieuwe weg in te slaan. Je kunt Margot contacteren via LinkedIn of www.margotcollet.be.

Sinds 1 maart versterkt Joris Eeraerts opnieuw de rangen van de dienst Kunsten en Cultuurspreiding van de Provincie Oost-Vlaanderen als beleidsmedewerker bibliotheken.Joris studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Gent en Documentatie- en Bibliotheekwetenschappen aan de Universitaire Instelling Antwerpen. Hij zal de samenwerkingsverbanden van

openbare bibliotheken in de provincie Oost-Vlaanderen op alle mogelijke manieren ondersteunen en de evolutie naar regiobi-bliotheken begeleiden.

Op 13 maart 2017 startte Ingrid Lemaire als bibliothecaris in de openbare biblio-theek van Schaarbeek. Ze volgt na zes-tien jaar Nadine Christiaens op. Ingrid studeerde af als meester in de audiovi-suele kunsten en werkte verschillende jaren als regisseur van reclamespots en het tv-programma Peking Express. Haar eerste ervaring in de bibliotheek-sector deed ze op als verhuiscoördina-

tor voor de voormalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB) naar het huidige Muntpunt. Daar stond ze onder andere in voor de verhuis naar en de inrichting van de tijdelijke biblio-theek in de Prinsenstraat. Ook Bib Joske (Sint-Joost-Ten-Node) richtte ze in die periode in. Als cultuurbeleidscoördinator in Sint-Gillis ontdekte ze de meerwaarde van gemeenschapsvorming en de kracht van de openbare bibliotheek. Tijdens de twee jaar

als centrumverantwoordelijke bij jeugdcentrum Aximax zette Ingrid in op kansen- en talentontwikkeling bij kinderen en jon-geren. Nu krijgt Ingrid de kans om de lijnen van de bibliotheek van Schaarbeek binnen een grootstedelijke, meertalige context verder uit te bouwen. De aandachtspunten voor de openbare bibliotheek van Schaarbeek zijn, naast de meertaligheid, de uit-daging om kinderen en jongeren en op die manier ook hun ouders uit de buurt te bereiken. Daarnaast is het ook belangrijk om een collectie- en activiteitenaanbod uit te bouwen dat ook tieners kan betrekken in het leven in en rond de bib en om hen de geschiedenis van morgen mee te laten schrijven.

Op 14 maart 2017 werd roel Leemans door de Algemene Vergadering van Muntpunt definitief aangesteld als alge-meen directeur. Hij werd hiermee beves-tigd in de functie die hij reeds sinds het vertrek van de voormalige directeur Ann Van Driessche in oktober 2014 ad inte-rim had waargenomen.Na het stopzetten van zijn hogere stu-dies, volgens hemzelf vooral het gevolg

van het feit “dat de weg naar het sportveld en het jeugdhuis meestal korter was dan deze naar Brussel waar hij studeerde”, ging hij als bediende aan het werk in de private sector. Bij Arthur Andersen (later Deloitte) groeide hij door tot facility and Purchasingmanager alvorens over te stappen naar de Temco groep om er aan het hoofd te komen van de facilitaire poot.De opgedane ervaring bracht hem uiteindelijk als operationeel verantwoordelijke bij Muntpunt, volgens Roel een keuze van het hart, waar hij zijn ervaring kon koppelen aan zijn interesse in het Vlaamse socioculturele leven. Zijn werkomgeving typeert hem als een geboren people-manager met een pragmatische en coachende stijl waarbij een stevige dosis humor nooit veraf is.Van Muntpunt wil hij nog meer een open ontmoetingsplek maken waar kennis, informatie, cultuur en innovatie gedeeld, versterkt en gecreëerd worden.Thuis is hij in Linkebeek, gelegen in de Vlaamse Rand op een boogscheut van Brussel. In zijn vrije tijd blijft sport de rode draad, een passie die hij deelt met zijn echtgenote.

Julie Hendrickx verliet eind maart het VVBAD-secretariaat in Berchem. Ze was sinds augustus 2010 bij de ver-eniging aan de slag als hoofdredac-teur van META en zorgde voor een vlotte omschakeling van Bibliotheek-& archiefgids naar META. Naast META was Julie ook verantwoordelijk voor de publicatie Wegwijzer voor Bibliotheken en Documentatiecentra en volgde ze

ook de commissie OKBV, de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer en haar werkgroepen op. Julie verlaat de sec-tor en gaat aan de slag bij AMUZ. Vanaf eind april zal Jessica Jacobs het hoofdredacteurschap van META overnemen. Meer nieuws hierover in de volgende META.

META 2017 | 3 | 45

Personalia

noël geirnaert, hoofdarchivaris stadsarchief Brugge met pensioen

Noël Geirnaert (°Eeklo 1951) startte op 18 februari 1980 als archivaris in het Stadsarchief van Brugge. Na zijn humaniora aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege behaalde

hij in 1973 het diploma van licentiaat geschiedenis aan de KULeuven; in 1974 aangevuld met het diploma van het Instituut voor Middeleeuwse Studies. Zijn eerste werker-varingen had hij ondertussen reeds opgedaan in het onder-wijs en als wetenschappelijk medewerker in de vakgroep Middeleeuwse Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen.

In het Stadsarchief was hij vele jaren het ‘aangezicht’ van de leeszaal. Hij ontpopte zich als een archivaris die van vele markten thuis was. Hij publiceerde inventarissen over de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de Brugse parochies, van de Handschriften, van het familiearchief Adornes (aan-gevuld met de publicatie van de regesten), van het Sint-Lodewijkscollege en van vier gemeentearchieven van de Brugse deelgemeenten. Heel wat archieftentoonstellingen werden ‘gevormd’ onder zijn redactie, zoals Adornes en Jeruzalem (1983), Brugge door de lens (1993), Zeshonderd jaar Rederijkersleven (1995), 675 jaar Sint-Jorisgilde (1998), De gerestaureerde memorielijst van de Brugse schilders (2001) en Portret & Document (2005), om er maar enkele te vernoemen.

Sinds 1 mei 2008 was hij aangesteld als hoofdarchivaris. Onder zijn leiding bleef het Stadsarchief zich verder ont-poppen als een innoverende archiefinstelling op het vlak van digitalisering en van het mee helpen ontwikkelen van erfgoedwebsites (met een speciaal boontje voor de web-stek www.historischebronnenbrugge.be). Daarnaast ver-waarloosde hij de andere archieffuncties zeker niet. Hij startte met een inhaaloperatie voor het zuurvrij verpakken van het archief en realiseerde enkele belangrijke restaura-ties. Hij schakelede een hogere versnelling bij de selectie

en het vernietigen van archief. Door zijn vele netwerken in academische middens steeg het aantal studenten in de leeszaal. Tenslotte was het uitdragen van het belang en de rol van het Brugse Stadsarchief zijn persoonlijke missie: ontelbare schoolklassen en verenigingen heeft hij er rond-geleid, vele lezingen en voordrachten heeft hij gegeven en tientallen artikels heeft hij geschreven in de nieuwsbrief s (van de vriendenkring van het Stadsarchief), waarvan hij bijna tien jaar lang de eindredactie verzorgde. Zijn waarde-ring voor zijn hele team van archiefmedewerkers heeft hij dan ook nooit onder stoelen of banken gestoken.

Noël Geirnaert speelde vanaf 1995 een niet geringe rol binnen de VVBAD als lid van de Raad van Bestuur en als bestuurslid van de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer. Hij zetelde vele jaren in de redactie van ons ledentijdschrift. Bij de overgang van Bibliotheek- & archiefgids naar META. Tijdschrift voor Bibliotheek & Archief in 2011 was zijn inbreng nog meer duidelijk zicht-baar aanwezig in de nieuwe rubriek ‘Column’. In het aller-eerste nummer van META, van januari 2011, opende Noël de rij. Hij bleef de archiefbijdragen voor de rubriek opstellen en publiceren tot en met het nummer 7 van de jaargang 2016. In totaal bracht hij, aan een gemiddelde van drie per jaar, achttien teksten.

Voor zijn afscheid als hoofdarchivaris verzorgde de vrien-denkring van het Stadsarchief, Levend Archief vzw, in samenwerking met de VVBAD, de publicatie Bedenkingen vanuit het Stadsarchief van Brugge. Naast twee nieuwe bij-dragen van Noël zelf (één over het poorterschap van schil-der Hans Memling en één over het al dan niet weggooien van bouwplannen) bevat deze publicatie ook de bundeling van zijn columns in Meta en zijn bibliografie.

Op vrijdag 23 december sloot Noël voor de laatste maal als hoofdarchivaris de deur van zijn Stadsarchief. Niet defi-nitief, want gelukkig heeft hij nog heel wat onderzoeks- en ontsluitingsprojecten in zijn vizier.

Jan D’hondt

toePassing

“ Camille Bordey: “YOU ARE THE MOST ANNOYING MAN I’VE EVER MET.”

di riChard Poole: “IT’S A VERY SMALL ISLAND.”

Uit ‘death in Paradise’, 2011

Mobiel betalen met je smartphone

Ilse Depré, BiB IDee

Ook zonder je portefeuille op zak kun je tegenwoordig snel en eenvou-dig betalen, dankzij je smartphone en enkele handige apps. Steeds meer handelszaken ondersteunen een of meerdere vormen van mobiel betalen, zoals Bancontact, Payconiq en SEQR.

Met de Bancontact-app kun je in steeds meer grote en kleine handels-zaken terecht. De app kan ook gebruikt wor-den tussen vrienden, bv. om de rekening van een restaurantbezoekje snel te delen of samen te leg-gen voor een cadeau. De ontvanger opent de app, tikt het verschuldigde

bedrag in, waarna een QR-code op het scherm verschijnt. De betaler scant die met zijn eigen toestel, en bevestigt met een pincode.

Ook Payconiq is aan een opmars bezig. Deze gratis app laat eveneens toe om niet enkel te winkelen, maar ook je kennissen terug te betalen. Bij deze app dien je als betaler zelf het verschuldigde bedrag in te typen en te bevestigen met je pincode. De winkelbediende of je vriend kan enkele seconden later checken of de betaling goed is verlopen. Bovendien bevat Payconiq een ingebouwde klantenkaartdienst, Joyn genaamd.

Daarnaast ondersteunen enke le banken en winkel-ketens ook contactloos betalen. Dat doe je met de laatste generatie bank-kaarten of je smartphone met NfC-chip, een techno-logie die lijkt op RfID. Je houdt daarvoor je kaart of telefoon tegen de zijkant van de betaalterminal. Onder € 25 moet je zelfs geen pincode ingeven, de betaling wordt onmiddellijk uitgevoerd. Voor grotere bedragen, of wanneer je in totaal meer dan € 50 op deze manier hebt uitgegeven, wordt uit veiligheid je pincode gevraagd. Via de Tap & Pay-functie van de SEQR-app kun je bijvoorbeeld al contactloos betalen in IKEA- en Decathlon-winkels.

> Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com

46 | META 2017 | 3

toePassing

Birgit reYnders

Birgit Reynders is assistent-dienstleider bij de openbare bibliotheek van Lier en is een echte binge-serie-kijker. Soms wacht ze zelfs bewust tot een serie op dvd uitkomt zodat ze alle afleveringen één ruk kan uitkijken. Als ze niet voor haar tv zit is ze bezig met Ikebana (Japans bloemschikken). Een andere hobby is haken, maar dat kan dan wel weer perfect tijdens het kijken van een aflevering van een serie!

Wat is je favoriete serie aller tijden?Mijn favoriete serie aller tijden is The A-team. Heerlijk ongecompliceerd. Je weet wat er gaat gebeuren: er is een pro-bleem, ze gaan dat oplossen, het loopt mis, ze gaan wat knutselen, happy end. Elke aflevering heeft zijn dosis humor en spanning. Go Hannibal, face, Murdock en B.A.!

Naar welk genre gaat je voorkeur uit?Ik hou vooral van science fiction, fantasy en detectives.

Welke serie ben je nu aan het volgen? Momenteel ben ik 12 monkeys aan het bekijken. Ik hoor de belletjes al rinkelen: jaja, gebaseerd op de film. Je moet er wel goed je aandacht bij houden. Toekomst, heden, verleden: alles staat in verbinding en heeft invloed op elkaar. Soms wordt het wel heel ingewikkeld en twijfel ik of de verhaallijn nog klopt, maar desondanks vind ik het een geweldige serie.

Welke serie kun je aanraden aan de META-lezers?Gotham: een heerlijke serie over de wereld van Batman. De serie speelt vele jaren voor Batman. Bruce Wayne heeft net zijn

ouders verloren, Catwoman en Poison Ivy zijn nog straatkinderen en de slechteri-ken zijn nog niet allemaal slecht. Sterke cast en geweldig in beeld gebracht. Mijn favoriete personage is Oswald Cobblepot a.k.a. the Penguin. Heerlijk slecht en toch heb ik er medelijden mee.

Mag ik stiekem nog wat series aanra-den? Elementary (Sherlock Holmes in een modern jasje), Haven (detective met bovennatuurlijke cases), Death in paradise (detective met droge humor), Jordskott (Zweedse detective met de nodige fantasy), Firefly (klassieker van Joss Whedon), New Tricks (gepensio-neerde detectives lossen cold cases op met typische Engelse humor), Real humans (Zweedse serie over menselijke robots), The Sarah Connor Chronicles (voor de fans van Terminator en ook een beetje voor de fans van Game of Thrones want Lena Headey = Sarah).

Welke serie ligt er nog op je te wachten?Er zijn er nog heel veel die ik wil bekij-ken, maar er is er altijd wel eentje die ik nog liever wil bekijken. Deze staan al een tijdje op mijn lijstje: Outlander, Breaking bad, Homeland en American Horror Story.

Heb je een grote dvd-collectie?Zelf heb ik een redelijke dvd-collectie, maar sinds ik in de bibliotheek werk groeit deze niet meer zo aan. Via de bibliotheek kan ik altijd wel een nieuwe (of oude) serie uitlenen en ontdekken. Als ik er echt helemaal weg van ben dan koop ik ze nog wel voor mijn persoonlijke collectie. Af en toe wil ik wel een serie, of enkel mijn favoriete aflevering, terug bekijken.

Via welke platformen en kanalen bekijk je series?Ik kijk vooral dvd’s. Daarnaast heb ik een paar favoriete tv-kanalen: zes, kanaal2 en sinds kort ook Caz. Op deze zenders staan veel series op het programma. Op tv kijk ik vooral series waarbij het niet zo belangrijk is dat je alle afleveringen hebt gezien.

META 2017 | 3 | 47

“ Er is een probleem, ze gaan dat oplossen, het loopt mis, ze gaan wat knutselen, happy end.”

Birgit Reynders:

zogezien

> Zie ook p. 16

Brusselse archivarissen in actie op het Beursplein.© Archief van de Stad Brussel

48 | META 2017 | 3

uitzicht

Wegwijzer bibliotheken en documentatiecentra maakt deel uit van de e-bib, een abonnementssysteem volledig op maat van de gebruiker:

Aantal exemplaren: VVBAD-lid:

Abonnementsformule:

Stuur of fax onderstaande bestelbon naarPoliteia • Keizerslaan 34 • 1000 BrusselFax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestelvia www.politeia.be • e-mail: [email protected]

De prijs van het basisboek is eenmalig te betalen bij de opstart van het abonnement. De prijs van het abonnement is jaarlijks te betalen.

* Het betreft hier een publicatie met jaarabonnement. Een abonnement loopt van januari tot december van hetzelfde kalenderjaar. De getoonde prijs komt overeen met de prijs van het abonnement voor het volledige kalenderjaar inclusief de prijs van het basisboek (eenmalige aankoop). De prijs voor de lopende jaargang van uw nieuw abonnement wordt berekend op basis van het instapmoment. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be.Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

y Kies uw formule: print, digitaal of print + digitaal y Info waar, wanneer en op welke drager u het wilt y U betaalt één jaarprijs, alles inbegrepen

print digitaal print + digitaal

Print € 458 € 418

y Basisboek € 109 € 69 y Abonnement € 349 € 349

Digitaal € 378 € 338

y Basisboek € 99 € 59 y Abonnement € 279 € 279

Print + Digitaal € 568 € 528

y Basisboek € 129 € 89 y Abonnement € 439 € 439

Standaard VVBAD Standaard VVBAD Standaard VVBAD

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]