BLOK 8 6 GEPAST BETALEN EN TERUGGEVENstbjufcharlotte.weebly.com/.../reken_maar__5_blok_8__1_.pdf ·...
Transcript of BLOK 8 6 GEPAST BETALEN EN TERUGGEVENstbjufcharlotte.weebly.com/.../reken_maar__5_blok_8__1_.pdf ·...
110 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 6 GEPAST BETALEN EN TERUGGEVEN
a Kruis het vakje aan als het juiste bedrag werd betaald.
€ 27,75 € 1,65 € 12,40
b Kleur hoe je gepast betaalt met zo weinig mogelijk biljetten en munten.
Betalen doe je het best van groot naar klein. Eerst de biljetten en dan de munten, tot je het juiste bedrag hebt.
€ 17,85
€ 49,54
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 1 van 11
111Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
c Kleur hoe je teruggeeft met zo weinig mogelijk munten en biljetten.
Om terug te geven, tel je het best in stapjes door van het te betalen bedrag tot het bedrag dat je gekregen hebt. Dat doe je van klein naar groot.
Betaald met:
Betaald met:
€ 4,55
€ 23,80
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 2 van 11
107Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 3 GRAFIEKEN EN DIAGRAMMEN SAMENSTELLEN
a Stel de gegevens van de tabel voor in een staafdiagram.
Muziekschool ‘De Toverfluit’: instrumentkeuze
instrument leerlingen
gitaar 16
viool 12
piano 15
klarinet 7
slagwerk 10
• Lees in de tabel bij elk instrument het aantal leerlingen af.
• Zoek dat aantal op de verticale as van het staafdiagram en zet daar een streepje boven het juiste instrument. Gebruik je meetlat, als je dat nodig vindt.
• Teken de staaf van de aanzet op de horizontale as tot het streepje bij het juiste aantal.
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0 gitaar
vioolpiano
klarinet
slagwerk
instrumenten
aan
tal l
eerl
ing
en
b Zet de gegevens van het staafdiagram om in een lijngrafiek.
Muziekschool ‘De Toverfluit’: leerlingen viool 2016-2020
15
10
5
02016 2017 2018
jaren
2019 2020
aan
tal l
eerl
ing
en
• Lees in het staafdiagram bij elk jaar het aantal leerlingen af.
• Zoek dat aantal op de verticale as van de lijngrafiek en zet een stip boven het juiste jaartal. Gebruik je meetlat, als je dat nodig vindt.
• Als je alle stippen getekend hebt, verbind je ze met lijnstukken.
15
10
5
0
2016 2017 2018 2019 2020
jaren
aan
tal l
eerl
ing
en
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 3 van 11
114 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 9 OPPERVLAKTEMATEN EN LANDMATEN GEBRUIKEN EN OMZETTEN
Weet je het nog?Zoek de maateenheden en de omzettingen anders op in je Rekenwijzer (nr. 32).
a Vul de maateenheden aan in de positietabel en zet ze om naar de nieuwe maateenheid.
ha a ca
m²
1 0 0 1 m² = 100 dm²
250 cm² = dm²
8,55 dm² = cm²
1,3 km² = m²
1 ha = a
1 a = ca
1 000 m² = a
1 km² = ha
6 a 95 ca = m²
5 ha 8 a = m²
b Zet om. Je mag de herleidingstabel van het kopieerblad gebruiken.
4 dm² = cm²
2 500 cm² = m²
130 m² = dm²
9 a = ca
23 ha = a
600 ca = a
1 ha 17 a = a
8 a 95 ca = ca
10 ha 2 a = a
c Zet de oppervlaktematen om in landmaten en omgekeerd. Gebruik weer de tabel.
85 m² = ca
1,5 km² = ha
950 m² = a ca
7 a = m²
40 ca = dm²
300 ha = km²
9 a 20 ca = m²
3 ha 15 a = m²
2 ha 35 ca = m²
1 ca = m²
1 a = m²
1 ha = m²
Onderstreep het cijfer van de E in het maatgetal. Schrijf dat cijfer altijd in de rechterkolom van de maateenheid.
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 4 van 11
108 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 4 HOOFDREKENEN: NATUURLIJKE GETALLEN DELEN DOOR KOMMAGETALLEN
a Los op. Werk eerst de komma uit de deler weg.
12 : 0,1 =
↓ × 10 ↓ × 10
120 : 1 = 120
9 : 0,01 =
↓ × ↓ ×
: =
4 : 0,001 =
↓× ↓×
: =
2 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
18 : 0,6 =
↓ × 10 ↓ × 10
180 : 6 = 30
56 : 0,08 =
↓ × ↓ ×
: =
24 : 0,004 =
↓ × ↓ ×
: =
42 : 0,5 =
↓ × ↓ ×
: =
b Met welke bewerking vind je het juiste quotiënt? Kruis die aan.
26 : 0,01 =
26 : 1 2 600 : 1 260 : 1
35 : 0,5 =
3 500 : 0,5 350 : 5 35 : 5
27 : 0,03 =
27 : 3 270 : 3 2 700 : 3
48 : 0,006 =
48 000 : 6 480 : 6 4 800 : 6
c Reken uit. Werk eerst de komma weg uit de deler.
13 : 0,1 = 130 : 1 =
22 : 0,001 =
815 : 0,01 =
240 : 0,08 =
15 : 0,003 =
750 : 0,5 =
d Werk eerst de komma weg uit de deler. Splits dan het deeltal en reken uit.
84 : 0,3 = 840 : 3 = (600 : 3) + (240 : 3) = 200 + 80 = 280
720 : 0,06 =
112 : 0,8 =
56 : 0,004 =
• Je werkt de komma weg uit de deler door deeltal en deler met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Het quotiënt blijft dan gelijk.
• Als je naar de quotiënten hierboven kijkt, zie je dat: : 0,1 = × 10 : 0,001 = × 1 000 : 0,01 = × 100 : 0,5 = × 2
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 5 van 11
115Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 10 GRONDPLANNEN EN AANZICHTEN VAN BLOKKENBOUWSELS HERKENNEN EN SAMENSTELLEN
a Vul het grondplan van het blokkenbouwsel in en tel het aantal blokken.
voor
b Verplaats je in gedachten rond het bouwsel en benoem de aanzichten.
Kies uit: vooraanzicht, achteraanzicht, zijaanzicht links, zijaanzicht rechts.
c Kleur de aanzichten nu zelf.
voor achteraanzicht zijaanzicht rechts
voor
Noteer het aantal blokken in elke stapel. Tel die aantallen dan samen.
grondplan
Dit bouwsel telt blokken.
voor
voor
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 6 van 11
113Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 8 INTEREST EN NIEUW KAPITAAL BEREKENEN
Weet je nog wat alles betekent? Kijk het anders even na in je Rekenwijzer (nr. 23).
a Verbind wat bij elkaar past.
de rentevoet of interestvoethet bedrag dat je op je (spaar)rekening hebt staan
het kapitaalde vergoeding die je van de bank krijgt voor het bedrag op je (spaar)rekening
de rente of interesthet percentage waarmee de bank berekent hoe groot de vergoeding is
b Bereken de interest en het nieuwe kapitaal. Je mag je ZRM gebruiken.
kapitaal interestvoet interest na 1 jaar nieuw kapitaal
€ 2 000 1,5 % € € + € = €
€ 2 250 2 % € € + € = €
€ 2 700 1,8 % € € + € = €
c Lees aandachtig, voer de opdrachten uit en bereken met de ZRM.
Olga wordt 12 jaar. Op de spaarrekening die haar ouders bij haargeboorte hebben geopend, staat nu € 4 500.Omkring het kapitaal met groen en de rentevoet met blauw.
Hoeveel rente komt er na 1 jaar bij op de rekening?
Bewerking:
Hoeveel kapitaal staat er na 1 jaar op de rekening?
Bewerking:
Antwoord: Er staat dan op haar rekening.
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 7 van 11
109Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 5 KOMMAGETALLEN DELEN DOOR KOMMAGETALLEN
a Los op. Werk eerst de komma uit de deler weg.
8,2 : 0,1 =
↓ × 10 ↓ × 10
82 : 1 = 82
4,3 : 0,01 =
↓ × ↓ ×
: =
3,36 : 0,001 =
↓ × ↓ ×
: =
12,5 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
7,2 : 0,8 =
↓ × 10 ↓ × 10
72 : 8 = 9
0,24 : 0,04 =
↓ × ↓ ×
: =
5,6 : 0,007 =
↓ × ↓ ×
: =
4,5 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
b Reken handig uit.
9,7 : 0,1 =
4,642 : 0,001 =
0,78 : 0,01 =
0,144 : 0,1 =
30,8 : 0,01 =
2,25 : 0,5 =
c Reken uit. Denk aan de deeltafels en werk de komma weg uit de deler.
0,48 : 0,6 = 4,8 : 6 =
0,81 : 0,9 =
0,014 : 0,002 =
2,8 : 0,04 =
0,15 : 0,3 =
0,72 : 0,09 =
d Werk eerst de komma weg uit de deler. Splits dan het deeltal en reken uit.
24,8 : 0,04 = 2 480 : 4 = (2 400 : 4) + (80 : 4)= 600 + 20 = 620
12,9 : 0,3 =
32,16 : 0,08 =
21,7 : 0,7 =
12,18 : 0,06 =
• Je werkt de komma weg uit de deler door deeltal en deler met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Het quotiënt blijft dan gelijk.
• Als je naar de quotiënten hierboven kijkt, zie je dat: : 0,1 = × 10 : 0,001 = × 1 000 : 0,01 = × 100 : 0,5 = × 2
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 8 van 11
106 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 2 EEN STAAFDIAGRAM LEZEN EN INTERPRETEREN
Beantwoord de vragen bij de staafdiagrammen en voer de opdrachten uit.
• Een gemeente heeft een nieuw stukje bos aangelegd. Hier zie je hoeveel bomen van elke soort er zijn geplant.
40
30
20
10
0eik beuk esdoorn
boomsoorten
wilg kastanje
aan
tal b
om
en
Kleur de horizontale as blauw en de verticale as groen.
Welke informatie vind je op de horizontale as?
Welke informatie vind je op de verticale as?
Kruis de staaf aan die juist 20 bomen voorstelt.Omkring de boomsoorten waarvan er meer dan 30 werden geplant.
Welke boomsoort werd het meest geplant?
Hoeveel beuken werden er geplant?
• Een ziekenhuis hield het aantal geboortes bij tijdens de eerste helft van dit jaar.
50
40
30
20
10
0jan feb maa
maanden
apr junmei
aan
tal g
ebo
ort
es
In welke maand werden de meeste baby’s geboren?
In welke maanden waren er evenveel geboortes?
Hoeveel geboortes waren er in maart?
Hoeveel geboortes waren er meer in mei dan in februari?
‘Van januari tot april is het aantal geboortes elke maand gestegen.’
Is dat waar of niet waar?
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 9 van 11
112 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 7 BEDRAGEN SCHATTEN EN BEREKENEN
Prijzen optellen Tel eerst de euro’s samen en dan de centen. bv. € 6,75 + € 1,50 = (€ 6 + € 1) + (€ 0,75 + € 0,50) = € 7 + € 1,25 = € 8,25
Prijzen afronden om handig te schattenprijzen < € 10: tot 49 cent → naar lagere €
vanaf 50 cent → naar hogere €Grotere bedragen rond je zo veel mogelijk af op nullen om makkelijk te rekenen. Volg daarbij de gewone afrondingsregels.
a Rond de prijzen af en schat hoeveel het samen kost.
Bereken nu het echte totaal met de ZRM en controleer je schatting. Klopt het?
b Lees en los op.
Op de markt kosten de verse dadels € 16,40 per kilogram. Yasmine koopt een halve kilogram. Hoeveel moet ze betalen?
Bewerking:
Antwoord: Yasmine moet betalen.
Yasmine betaalt met een briefje van 10 euro. Hoeveel krijgt ze terug?
Bewerking:
Antwoord: Yasmine krijgt terug.
c Lees en los op. Je mag de ZRM gebruiken.
Jelle gaat bij de zwemclub. Hij koopt een zwembroek van € 12,95 en een badjas van € 23,55. Hoeveel moet hij betalen?
Bewerking:
Antwoord: Jelle moet betalen.
Jelle betaalt met een briefje van 50 euro dat hij voor zijn verjaardag gekregen heeft. Hoeveel krijgt hij terug?
Bewerking:
Antwoord: Jelle krijgt terug.
≈
≈
≈
≈
≈
Ik heb te laag te hoog geschat.
loopbroek € 15,75
loophandschoenen € 4,15
loopschoenen € 47,90
loopvest € 18,05
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 10 van 11
105Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 1 DE KENMERKEN VAN DEELBAARHEID TOEPASSEN
a Kleur alle mogelijke delers.
Raadpleeg de kenmerken van deelbaarheid in je Rekenwijzer (nr. 6c).
Een even getal kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal waarvan de laatste 2 cijfers een getal vormen dat deelbaar is door 4 kun je altijd delen door ...
2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 5 kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 0 kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 50 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 25 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 75 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 00 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 000 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
b Onderzoek de deelbaarheid van de getallen en kleur juist.
Kleur getallen die je kunt delen door 2 geel. Omkring het rondje met:• groen als je het getal kunt delen door 4;• blauw als je het getal kunt delen door 5.
Kleur getallen die je kunt delen door 25 geel. Omkring het rondje met:• groen als je het getal kunt delen door 100; • blauw als je het getal kunt delen door 1 000.
c Kruis de kolom aan als je het getal kunt delen door de deler bovenaan.
deelbaar door → 2 4 5 10 25 100 1 000
116
640
1 075
1 800
50 000
6
10
48 27
801235
75
18 3 500
3 00025
400
110
17580
55265
10 000
Renee Beyaert 5A Datum: _______________ Nr. 1
© Uitgeverij VAN IN 11 van 11
110 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 6 GEPAST BETALEN EN TERUGGEVEN
a Kruis het vakje aan als het juiste bedrag werd betaald.
€ 27,75 € 1,65 € 12,40
b Kleur hoe je gepast betaalt met zo weinig mogelijk biljetten en munten.
Betalen doe je het best van groot naar klein. Eerst de biljetten en dan de munten, tot je het juiste bedrag hebt.
€ 17,85
€ 49,54
© Uitgeverij VAN IN 1 van 11
111Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
c Kleur hoe je teruggeeft met zo weinig mogelijk munten en biljetten.
Om terug te geven, tel je het best in stapjes door van het te betalen bedrag tot het bedrag dat je gekregen hebt. Dat doe je van klein naar groot.
Betaald met:
Betaald met:
€ 4,55
€ 23,80
© Uitgeverij VAN IN 2 van 11
107Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 3 GRAFIEKEN EN DIAGRAMMEN SAMENSTELLEN
a Stel de gegevens van de tabel voor in een staafdiagram.
Muziekschool ‘De Toverfluit’: instrumentkeuze
instrument leerlingen
gitaar 16
viool 12
piano 15
klarinet 7
slagwerk 10
• Lees in de tabel bij elk instrument het aantal leerlingen af.
• Zoek dat aantal op de verticale as van het staafdiagram en zet daar een streepje boven het juiste instrument. Gebruik je meetlat, als je dat nodig vindt.
• Teken de staaf van de aanzet op de horizontale as tot het streepje bij het juiste aantal.
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0 gitaar
vioolpiano
klarinet
slagwerk
instrumenten
aan
tal l
eerl
ing
en
b Zet de gegevens van het staafdiagram om in een lijngrafiek.
Muziekschool ‘De Toverfluit’: leerlingen viool 2016-2020
15
10
5
02016 2017 2018
jaren
2019 2020
aan
tal l
eerl
ing
en
• Lees in het staafdiagram bij elk jaar het aantal leerlingen af.
• Zoek dat aantal op de verticale as van de lijngrafiek en zet een stip boven het juiste jaartal. Gebruik je meetlat, als je dat nodig vindt.
• Als je alle stippen getekend hebt, verbind je ze met lijnstukken.
15
10
5
0
2016 2017 2018 2019 2020
jaren
aan
tal l
eerl
ing
en
© Uitgeverij VAN IN 3 van 11
114 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 9 OPPERVLAKTEMATEN EN LANDMATEN GEBRUIKEN EN OMZETTEN
Weet je het nog?Zoek de maateenheden en de omzettingen anders op in je Rekenwijzer (nr. 32).
a Vul de maateenheden aan in de positietabel en zet ze om naar de nieuwe maateenheid.
ha a ca
m²
1 0 0 1 m² = 100 dm²
250 cm² = dm²
8,55 dm² = cm²
1,3 km² = m²
1 ha = a
1 a = ca
1 000 m² = a
1 km² = ha
6 a 95 ca = m²
5 ha 8 a = m²
b Zet om. Je mag de herleidingstabel van het kopieerblad gebruiken.
4 dm² = cm²
2 500 cm² = m²
130 m² = dm²
9 a = ca
23 ha = a
600 ca = a
1 ha 17 a = a
8 a 95 ca = ca
10 ha 2 a = a
c Zet de oppervlaktematen om in landmaten en omgekeerd. Gebruik weer de tabel.
85 m² = ca
1,5 km² = ha
950 m² = a ca
7 a = m²
40 ca = dm²
300 ha = km²
9 a 20 ca = m²
3 ha 15 a = m²
2 ha 35 ca = m²
1 ca = m²
1 a = m²
1 ha = m²
Onderstreep het cijfer van de E in het maatgetal. Schrijf dat cijfer altijd in de rechterkolom van de maateenheid.
1
100
10 000
2,52
8
1
5
5
3
0
5
0
1
1
1
1
0
0
0
0
6
85
0
00
0
0
0
9
00
0
0
5
0
0
km2 dm2 cm210 000 m2 100 m2
855
1 300 000
100
100
10
100
695
50 800
400
0,25
13 000
900
2 300
6
117
895
1 002
85
150
9 50
700
4 000
3
920
31 500
20 035
© Uitgeverij VAN IN 4 van 11
108 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 4 HOOFDREKENEN: NATUURLIJKE GETALLEN DELEN DOOR KOMMAGETALLEN
a Los op. Werk eerst de komma uit de deler weg.
12 : 0,1 =
↓ × 10 ↓ × 10
120 : 1 = 120
9 : 0,01 =
↓ × ↓ ×
: =
4 : 0,001 =
↓× ↓×
: =
2 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
18 : 0,6 =
↓ × 10 ↓ × 10
180 : 6 = 30
56 : 0,08 =
↓ × ↓ ×
: =
24 : 0,004 =
↓ × ↓ ×
: =
42 : 0,5 =
↓ × ↓ ×
: =
b Met welke bewerking vind je het juiste quotiënt? Kruis die aan.
26 : 0,01 =
26 : 1 2 600 : 1 260 : 1
35 : 0,5 =
3 500 : 0,5 350 : 5 35 : 5
27 : 0,03 =
27 : 3 270 : 3 2 700 : 3
48 : 0,006 =
48 000 : 6 480 : 6 4 800 : 6
c Reken uit. Werk eerst de komma weg uit de deler.
13 : 0,1 = 130 : 1 =
22 : 0,001 =
815 : 0,01 =
240 : 0,08 =
15 : 0,003 =
750 : 0,5 =
d Werk eerst de komma weg uit de deler. Splits dan het deeltal en reken uit.
84 : 0,3 = 840 : 3 = (600 : 3) + (240 : 3) = 200 + 80 = 280
720 : 0,06 =
112 : 0,8 =
56 : 0,004 =
• Je werkt de komma weg uit de deler door deeltal en deler met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Het quotiënt blijft dan gelijk.
• Als je naar de quotiënten hierboven kijkt, zie je dat: : 0,1 = × 10 : 0,001 = × 1 000 : 0,01 = × 100 : 0,5 = × 2
100 100
900 1 900
1 000 1 000
4 000 1 4 000 4 4
100 100
5 600 8 700
1 000 1 000
24 000 4 6 000
2 2
84 1 84
130
22 000 : 1 = 22 000
81 500 : 1 = 81 500
24 000 : 8 = 3 000
15 000 : 3 = 5 000
1 500 : 1 = 1 500
72 000 : 6 = (60 000 : 6) + (12 000 : 6) = 10 000 + 2 000 = 12 000
1 120 : 8 = (800 ; 8) + (320 : 8) = 100 + 40 = 140
56 000 : 4 = (40 000 : 4) + (16 000 : 4) = 10 000 + 4 000 = 14 000
© Uitgeverij VAN IN 5 van 11
115Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 10 GRONDPLANNEN EN AANZICHTEN VAN BLOKKENBOUWSELS HERKENNEN EN SAMENSTELLEN
a Vul het grondplan van het blokkenbouwsel in en tel het aantal blokken.
voor
b Verplaats je in gedachten rond het bouwsel en benoem de aanzichten.
Kies uit: vooraanzicht, achteraanzicht, zijaanzicht links, zijaanzicht rechts.
c Kleur de aanzichten nu zelf.
voor achteraanzicht zijaanzicht rechts
voor
Noteer het aantal blokken in elke stapel. Tel die aantallen dan samen.
grondplan
Dit bouwsel telt blokken.
voor
voor
33
achteraanzicht zijaanzicht links
zijaanzicht rechts vooraanzicht
4 4 3 3
4 3 2 1
2 3 1 1
1 1
© Uitgeverij VAN IN 6 van 11
113Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 8 INTEREST EN NIEUW KAPITAAL BEREKENEN
Weet je nog wat alles betekent? Kijk het anders even na in je Rekenwijzer (nr. 23).
a Verbind wat bij elkaar past.
de rentevoet of interestvoethet bedrag dat je op je (spaar)rekening hebt staan
het kapitaalde vergoeding die je van de bank krijgt voor het bedrag op je (spaar)rekening
de rente of interesthet percentage waarmee de bank berekent hoe groot de vergoeding is
b Bereken de interest en het nieuwe kapitaal. Je mag je ZRM gebruiken.
kapitaal interestvoet interest na 1 jaar nieuw kapitaal
€ 2 000 1,5 % € € + € = €
€ 2 250 2 % € € + € = €
€ 2 700 1,8 % € € + € = €
c Lees aandachtig, voer de opdrachten uit en bereken met de ZRM.
Olga wordt 12 jaar. Op de spaarrekening die haar ouders bij haargeboorte hebben geopend, staat nu € 4 500.Omkring het kapitaal met groen en de rentevoet met blauw.
Hoeveel rente komt er na 1 jaar bij op de rekening?
Bewerking:
Hoeveel kapitaal staat er na 1 jaar op de rekening?
Bewerking:
Antwoord: Er staat dan op haar rekening.
30 2 000 30 2 030
45 2 250 45 2 295
48,60 2 700 48,60 2 748,60
€ 4 567,50
€ 4 500 + € 67,50 = € 4 567,50
1,5 % van € 4 500 = € 67,50
gr
bl
© Uitgeverij VAN IN 7 van 11
105Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 1 DE KENMERKEN VAN DEELBAARHEID TOEPASSEN
a Kleur alle mogelijke delers.
Raadpleeg de kenmerken van deelbaarheid in je Rekenwijzer (nr. 6c).
Een even getal kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal waarvan de laatste 2 cijfers een getal vormen dat deelbaar is door 4 kun je altijd delen door ...
2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 5 kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 0 kun je altijd delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 50 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 25 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 75 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 00 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
Een getal dat eindigt op 000 kun je delen door ... 2 4 5 10 25 100 1 000
b Onderzoek de deelbaarheid van de getallen en kleur juist.
Kleur getallen die je kunt delen door 2 geel. Omkring het rondje met:• groen als je het getal kunt delen door 4;• blauw als je het getal kunt delen door 5.
Kleur getallen die je kunt delen door 25 geel. Omkring het rondje met:• groen als je het getal kunt delen door 100; • blauw als je het getal kunt delen door 1 000.
c Kruis de kolom aan als je het getal kunt delen door de deler bovenaan.
deelbaar door → 2 4 5 10 25 100 1 000
116
640
1 075
1 800
50 000
6
10
48 27
801235
75
18 3 500
3 00025
400
110
17580
55265
10 000gr gr grgr gr
grgr
bl
bl
bl
blbl
bl
© Uitgeverij VAN IN 8 van 11
109Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 5 KOMMAGETALLEN DELEN DOOR KOMMAGETALLEN
a Los op. Werk eerst de komma uit de deler weg.
8,2 : 0,1 =
↓ × 10 ↓ × 10
82 : 1 = 82
4,3 : 0,01 =
↓ × ↓ ×
: =
3,36 : 0,001 =
↓ × ↓ ×
: =
12,5 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
7,2 : 0,8 =
↓ × 10 ↓ × 10
72 : 8 = 9
0,24 : 0,04 =
↓ × ↓ ×
: =
5,6 : 0,007 =
↓ × ↓ ×
: =
4,5 : 0,5 =
↓ × 2 ↓ × 2
: 1 =
b Reken handig uit.
9,7 : 0,1 =
4,642 : 0,001 =
0,78 : 0,01 =
0,144 : 0,1 =
30,8 : 0,01 =
2,25 : 0,5 =
c Reken uit. Denk aan de deeltafels en werk de komma weg uit de deler.
0,48 : 0,6 = 4,8 : 6 =
0,81 : 0,9 =
0,014 : 0,002 =
2,8 : 0,04 =
0,15 : 0,3 =
0,72 : 0,09 =
d Werk eerst de komma weg uit de deler. Splits dan het deeltal en reken uit.
24,8 : 0,04 = 2 480 : 4 = (2 400 : 4) + (80 : 4)= 600 + 20 = 620
12,9 : 0,3 =
32,16 : 0,08 =
21,7 : 0,7 =
12,18 : 0,06 =
• Je werkt de komma weg uit de deler door deeltal en deler met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Het quotiënt blijft dan gelijk.
• Als je naar de quotiënten hierboven kijkt, zie je dat: : 0,1 = × 10 : 0,001 = × 1 000 : 0,01 = × 100 : 0,5 = × 2
100 100
430 1 430
1 000 1 000
3 360 1 3 360 25 25
100 100
24 4 6
1 000 1 000
5 600 7 800 9 9
97 : 1 = 97
4 642 : 1 = 4 642
78 : 1 = 78
1,44 : 1 = 1,44
3 080 : 1 = 3 080
4,5 : 1 = 4,5
0,8
8,1 : 9 = 0,9
14 : 2 = 7
280 : 4 = 70
1,5 : 3 = 0,5
72 : 9 = 8
129 : 3 = (120 : 3) + (9 : 3) = 40 + 3 = 43
3 216 : 8 = (3 200 : 8) + (16 : 8) = 400 + 2 = 402
217 : 7 = (210 : 7) + (7 + 7) = 30 + 1 = 31
1 218 : 6 = (1 200 : 6) + (18 : 6) = 200 + 3 = 203
© Uitgeverij VAN IN 9 van 11
106 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 2 EEN STAAFDIAGRAM LEZEN EN INTERPRETEREN
Beantwoord de vragen bij de staafdiagrammen en voer de opdrachten uit.
• Een gemeente heeft een nieuw stukje bos aangelegd. Hier zie je hoeveel bomen van elke soort er zijn geplant.
40
30
20
10
0eik beuk esdoorn
boomsoorten
wilg kastanje
aan
tal b
om
en
Kleur de horizontale as blauw en de verticale as groen.
Welke informatie vind je op de horizontale as?
Welke informatie vind je op de verticale as?
Kruis de staaf aan die juist 20 bomen voorstelt.Omkring de boomsoorten waarvan er meer dan 30 werden geplant.
Welke boomsoort werd het meest geplant?
Hoeveel beuken werden er geplant?
• Een ziekenhuis hield het aantal geboortes bij tijdens de eerste helft van dit jaar.
50
40
30
20
10
0jan feb maa
maanden
apr junmei
aan
tal g
ebo
ort
es
In welke maand werden de meeste baby’s geboren?
In welke maanden waren er evenveel geboortes?
Hoeveel geboortes waren er in maart?
Hoeveel geboortes waren er meer in mei dan in februari?
‘Van januari tot april is het aantal geboortes elke maand gestegen.’
Is dat waar of niet waar? waar
8 meer
43
in januari en juni
in april
26
de esdoorn
het aantal bomen
de boomsoortengr
bl
© Uitgeverij VAN IN 10 van 11
112 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 8
Datum: Nr.: Naam:
BLOK 8 7 BEDRAGEN SCHATTEN EN BEREKENEN
Prijzen optellen Tel eerst de euro’s samen en dan de centen. bv. € 6,75 + € 1,50 = (€ 6 + € 1) + (€ 0,75 + € 0,50) = € 7 + € 1,25 = € 8,25
Prijzen afronden om handig te schattenprijzen < € 10: tot 49 cent → naar lagere €
vanaf 50 cent → naar hogere €Grotere bedragen rond je zo veel mogelijk af op nullen om makkelijk te rekenen. Volg daarbij de gewone afrondingsregels.
a Rond de prijzen af en schat hoeveel het samen kost.
Bereken nu het echte totaal met de ZRM en controleer je schatting. Klopt het?
b Lees en los op.
Op de markt kosten de verse dadels € 16,40 per kilogram. Yasmine koopt een halve kilogram. Hoeveel moet ze betalen?
Bewerking:
Antwoord: Yasmine moet betalen.
Yasmine betaalt met een briefje van 10 euro. Hoeveel krijgt ze terug?
Bewerking:
Antwoord: Yasmine krijgt terug.
c Lees en los op. Je mag de ZRM gebruiken.
Jelle gaat bij de zwemclub. Hij koopt een zwembroek van € 12,95 en een badjas van € 23,55. Hoeveel moet hij betalen?
Bewerking:
Antwoord: Jelle moet betalen.
Jelle betaalt met een briefje van 50 euro dat hij voor zijn verjaardag gekregen heeft. Hoeveel krijgt hij terug?
Bewerking:
Antwoord: Jelle krijgt terug.
≈
≈
≈
≈
≈
Ik heb te laag te hoog geschat.
loopbroek € 15,75
loophandschoenen € 4,15
loopschoenen € 47,90
loopvest € 18,05
€ 8,20 € 1,80
€ 36,50 € 13,50
16
4
50
20
90
€ 50 − € 36,50 = € 13,50€ 12,95 + € 23,55 = € 36,50
€ 10 − € 8,20 = € 1,80€ 16,40 : 2 = € 8,20
© Uitgeverij VAN IN 11 van 11