BLOK 5 2 DE TAFEL VAN 5, 2 EN 10 - BASISSCHOOL DE WEGEL...Naam: Datum: Nr.: BLOK 5 10 KLOKLEZEN TOT...

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 2 DE TAFEL VAN 5, 2 EN 10

Kijk naar de tekening en vul in.

5 + 5 + 5 + 5 = 40 : 5 = 5 + 5 + 5 =

4 keer 5 is . 40 gedeeld door 5 is . 3 keer 5 is .

4 maal 5 is . 3 maal 5 is .

4 × 5 = 3 × 5 =

Tel met sprongen van 5.

0 5 10

Noteer het product of het quotiënt.

6 × 5 =

2 × 5 =

9 × 5 =

0 × 5 =

6 × 5 =

10 : 5 =

50 : 5 =

25 : 5 =

45 : 5 =

5 : 5 =

5 × 5 =

0 : 5 =

7 × 5 =

15 : 5 =

10 × 5 =

30 : 5 =

8 × 5 =

20 : 5 =

1 × 5 =

35 : 5 =

Nu door elkaar. Los op.

6 × 10 =

0 : 2 =

4 × 5 =

30 : 10 =

9 × 2 =

30 : 5 =

1 × 10 =

8 : 2 =

7 × 5 =

100 : 10 =

7 × 2 =

15 : 5 =

8 × 10 =

18 : 2 =

6 × 5 =

a

b

c

dBedek oefening c. Maak dan pas oefening d.

58 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 2 | blok 5

Oefenen maar 2A Datum: _______________ Nr. 23

© Uitgeverij VAN IN 1 van 8

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 8 DE MAANDEN VAN HET JAAR (JAARKALENDER)

Kijk op de jaarkalender en vul de juiste maanden in.

januari februari maart aprilM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 33 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 7 8 9 10 11 12 13 4 5 6 7 8 9 1010 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 14 15 16 17 18 19 20 11 12 13 14 15 16 1717 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 21 22 23 24 25 26 27 18 19 20 21 22 23 2424 25 26 27 28 29 30 28 28 29 30 31 25 26 27 28 29 3031

mei juni juli augustusM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 1 2 3 4 5 1 2 3 1 2 3 4 5 6 72 3 4 5 6 7 8 6 7 8 9 10 11 12 4 5 6 7 8 9 10 8 9 10 11 12 13 149 10 11 12 13 14 15 13 14 15 16 17 18 19 11 12 13 14 15 16 17 15 16 17 18 19 20 2116 17 18 19 20 21 22 20 21 22 23 24 25 26 18 19 20 21 22 23 24 22 23 24 25 26 27 2823 24 25 26 27 28 29 27 28 29 30 25 26 27 28 29 30 31 29 30 3130 31

september oktober november decemberM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 45 6 7 8 9 10 11 3 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 5 6 7 8 9 10 1112 13 14 15 16 17 18 10 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 12 13 14 15 16 17 1819 20 21 22 23 24 25 17 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 19 20 21 22 23 24 2526 27 28 29 30 24 25 26 27 28 29 30 28 29 30 26 27 28 29 30 31

31

De laatste maand is ... .

Vlak voor april komt ... .

De negende maand is ... .

Vlak na maart komt ... .

Voor oktober komt ... .

Maand 10 is ... .

De vijfde maand is ... .

Vlak voor juli komt ... .

De achtste maand is ... .

Na augustus komt ... .

De voorlaatste maand is ... .

De tweede maand is ... .

Het jaar begint met ... .

Heb jij alles juist?

a

Zo lukt het ook:bedek de kalender en los de vragen op. Kijk dan je werk na met behulp van de kalender.




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 7 BETALEN MET EURO EN CENT

Kruis de juiste waarde aan. Omkring dan wat het minste waard is.

10 euro

10 cent

50 euro

50 cent

Welk bedrag tel je? Noteer!

euro cent euro cent

Kleur 30 euro 25 cent in.

a

b

c

Tel of kleur van groot naar klein: eerst de euro's en dan de centen. Zo lukt het vanzelf!

63Dit printblad hoort bij Reken Maar! 2 | blok 5 © Uitgeverij VAN IN



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 10 KLOKLEZEN TOT OP EEN (HALF)UUR

Hoe laat is het? Noteer.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

Hoelang duurt het? Reken uit en schrijf op.

Gebruik je klokje, als je dat handig vindt.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De rit start om

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De rit eindigt om

.

De rit duurt

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De pauze start om

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De pauze eindigt om

.

De pauze duurt

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11Grote wijzer op 12?UUR!

121

2

3

4

567

8

9

10

11Grote wijzer op 6?HALFUUR!

a

b




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 6 EENVOUDIGE VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN

a In een pak zitten 5 scharen.Juf Nel bestelt 8 pakken.Hoeveel scharen zijn dat?

Bewerking:

Dat zijn scharen.

b 56 kinderen gaan op schoolreis.Daarvan komen 5 kindjes te laat.Hoeveel kinderen komen op tijd?

Bewerking:

Er komen kinderen op tijd.

c Billie speelt ganzenbord.Ze staat op vak 36 en gooit 10. Op welk vakje komt ze uit?

Bewerking:

Billie komt uit op vakje .

d Meester Sem doet een quiz. Hij stelt 35 vragen. Team A maakt 4 foutjes. Hoeveel vragen hebben ze juist?

Bewerking:

Team A heeft vragen juist.

e Meester Sem verdeelt 20 kinderen in teams van 5. Hoeveel teams kan hij maken?

Bewerking:

Hij kan teams maken.

• Lees het verhaal goed. • Kleur de vraag.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit. • Noteer de oplossing in de antwoordzin.




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 1 TELLEN MET SPRONGEN VAN 1, 2, 5 OF 10

Zoek en noteer de sprong. Kijk naar het voorbeeld.

− 10 − 10 − 10 − 10 − 10 70 60 50 40 30 20

36 37 38 39 40 41

45 50 55 60 65 70

Vul het rijtje nu zelf aan.

− 2 − 2 − 2 − 2 − 2

86 84 82

+ 5 + 5 + 5 + 5 + 5

20 25 30

− 1 − 1 − 1 − 1 − 1

63 62 61

Zoek en noteer de sprong. Vul dan het rijtje aan.

25 20 15

72 74 76

30 40 50

59 58 57

a

b

c




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 5 OPTELLEN EN AFTREKKEN TOT 100

Even herhalen. Los op!

50 + 30 =

10 + 90 =

20 + 60 =

40 + 20 =

30 + 70 =

80 + 5 =

90 + 3 =

70 + 2 =

60 + 6 =

90 + 5 =

1 + 50 =

4 + 10 =

6 + 40 =

3 + 60 =

9 + 80 =

60 − 10 =

100 − 50 =

40 − 30 =

80 − 20 =

100 − 40 =

89 − 50 =

42 − 20 =

76 − 30 =

98 − 40 =

57 − 10 =


80 + 20 =

50 + 4 =

2 + 60 =

30 + 40 =

50 + 3 =

7 + 90 =

90 − 30 =

100 − 20 =

68 − 10 =

80 − 70 =

100 − 70 =

79 − 60 =

89 − 40 =

70 + 10 =

60 − 30 =

3 + 50 =

100 − 10 =

80 + 8 =

63 − 30 =

8 + 20 =

100 − 30 =

70 + 6 =

59 − 40 =

a

b




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 4 AFTREKKEN TOT 100 (T − E en TE − E)

Teken de aftrekkingen. Noteer het verschil.

37 − 5 = 41 − 1 = 28 − 4 = 34 − 3 =

Nu lukt dit ook! Reken uit.

8 − 6 =

98 − 6 =

4 − 4 =

64 − 4 =

9 − 2 =

59 − 2 =

6 − 1 =

86 − 1 =

76 − 3 =

45 − 5 =

89 − 6 =

97 − 2 =


30 − 5 = 100 − 2 = 50 − 9 = 100 − 6 =

Dit kun je ook. Reken uit.

10 − 8 =

60 − 8 =

10 − 4 =

100 − 4 =

80 − 3 =

90 − 1 =

70 − 5 =

100 − 7 =

40 − 6 =

59 − 5 =

60 − 2 =

87 − 4 =

a

b

c

d




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 2 DE TAFEL VAN 5, 2 EN 10

Kijk naar de tekening en vul in.

5 + 5 + 5 + 5 = 40 : 5 = 5 + 5 + 5 =

4 keer 5 is . 40 gedeeld door 5 is . 3 keer 5 is .

4 maal 5 is . 3 maal 5 is .

4 × 5 = 3 × 5 =

Tel met sprongen van 5.

0 5 10

Noteer het product of het quotiënt.

6 × 5 =

2 × 5 =

9 × 5 =

0 × 5 =

6 × 5 =

10 : 5 =

50 : 5 =

25 : 5 =

45 : 5 =

5 : 5 =

5 × 5 =

0 : 5 =

7 × 5 =

15 : 5 =

10 × 5 =

30 : 5 =

8 × 5 =

20 : 5 =

1 × 5 =

35 : 5 =


6 × 10 =

0 : 2 =

4 × 5 =

30 : 10 =

9 × 2 =

30 : 5 =

1 × 10 =

8 : 2 =

7 × 5 =

100 : 10 =

7 × 2 =

15 : 5 =

8 × 10 =

18 : 2 =

6 × 5 =

a

b

c

dBedek oefening c. Maak dan pas oefening d.


20 8

15

30

60 6 14

2 625

10

0 10 3

10 400

45

20 4 80

5 435

0

3 35 9

9 53

30

18 10 30

1 750

25 35 4520 30 40 50

15

15

15

15

820

20

20


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 8 DE MAANDEN VAN HET JAAR (JAARKALENDER)

Kijk op de jaarkalender en vul de juiste maanden in.

januari februari maart aprilM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 33 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 7 8 9 10 11 12 13 4 5 6 7 8 9 1010 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 14 15 16 17 18 19 20 11 12 13 14 15 16 1717 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 21 22 23 24 25 26 27 18 19 20 21 22 23 2424 25 26 27 28 29 30 28 28 29 30 31 25 26 27 28 29 3031

mei juni juli augustusM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 1 2 3 4 5 1 2 3 1 2 3 4 5 6 72 3 4 5 6 7 8 6 7 8 9 10 11 12 4 5 6 7 8 9 10 8 9 10 11 12 13 149 10 11 12 13 14 15 13 14 15 16 17 18 19 11 12 13 14 15 16 17 15 16 17 18 19 20 2116 17 18 19 20 21 22 20 21 22 23 24 25 26 18 19 20 21 22 23 24 22 23 24 25 26 27 2823 24 25 26 27 28 29 27 28 29 30 25 26 27 28 29 30 31 29 30 3130 31

september oktober november decemberM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 45 6 7 8 9 10 11 3 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 5 6 7 8 9 10 1112 13 14 15 16 17 18 10 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 12 13 14 15 16 17 1819 20 21 22 23 24 25 17 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 19 20 21 22 23 24 2526 27 28 29 30 24 25 26 27 28 29 30 28 29 30 26 27 28 29 30 31

31

De laatste maand is ... .

Vlak voor april komt ... .

De negende maand is ... .

Vlak na maart komt ... .

Voor oktober komt ... .

Maand 10 is ... .

De vijfde maand is ... .

Vlak voor juli komt ... .

De achtste maand is ... .

Na augustus komt ... .

De voorlaatste maand is ... .

De tweede maand is ... .

Het jaar begint met ... .

Heb jij alles juist?

a

Zo lukt het ook:bedek de kalender en los de vragen op. Kijk dan je werk na met behulp van de kalender.


D

O

A

N

F

J

J

M

S

S

S

A

M

C

T

G

V

B

N

N

I

P

P

P

R

A

M

B

S

M

U

A

E

E

E

L

T

E

R

U

E

R

I

S

R

I

B

B

B

E

K

U

O

E

A

U

E

E

E

E

P

A

E

O

U

E

R

U

I

T

T

T

I

R

B

E

T

B

A

R

M

M

M

R

E

E

E

R

R

R

Dat is keistoer!


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 1 TELLEN MET SPRONGEN VAN 1, 2, 5 OF 10

Zoek en noteer de sprong. Kijk naar het voorbeeld.

− 10 − 10 − 10 − 10 − 10 70 60 50 40 30 20

36 37 38 39 40 41

45 50 55 60 65 70

Vul het rijtje nu zelf aan.

− 2 − 2 − 2 − 2 − 2

86 84 82

+ 5 + 5 + 5 + 5 + 5

20 25 30

− 1 − 1 − 1 − 1 − 1

63 62 61

Zoek en noteer de sprong. Vul dan het rijtje aan.

25 20 15

72 74 76

30 40 50

59 58 57

a

b

c


+ 1

+ 5 + 5 + 5 + 5

80

35

60

10

78

60

56

5

80

70

55

0

82

80

54

78

40

59

76

45

58

+ 5

+ 1 + 1 + 1 + 1


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 10 KLOKLEZEN TOT OP EEN (HALF)UUR

Hoe laat is het? Noteer.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

121

2

3

4

567

8

9

10

11

Het is .

Hoelang duurt het? Reken uit en schrijf op.

Gebruik je klokje, als je dat handig vindt.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De rit start om

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De rit eindigt om

.

De rit duurt

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De pauze start om

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11

De pauze eindigt om

.

De pauze duurt

.

121

2

3

4

567

8

9

10

11Grote wijzer op 12?UUR!

121

2

3

4

567

8

9

10

11Grote wijzer op 6?HALFUUR!

a

b


3 uur

half 1 9 uur half 11

12 uur half 1 een halfuur

6 uur 3 uur


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 6 EENVOUDIGE VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN

a In een pak zitten 5 scharen.Juf Nel bestelt 8 pakken.Hoeveel scharen zijn dat?

Bewerking:

Dat zijn scharen.

b 56 kinderen gaan op schoolreis.Daarvan komen 5 kindjes te laat.Hoeveel kinderen komen op tijd?

Bewerking:

Er komen kinderen op tijd.

c Billie speelt ganzenbord.Ze staat op vak 36 en gooit 10. Op welk vakje komt ze uit?

Bewerking:

Billie komt uit op vakje .

d Meester Sem doet een quiz. Hij stelt 35 vragen. Team A maakt 4 foutjes. Hoeveel vragen hebben ze juist?

Bewerking:

Team A heeft vragen juist.

e Meester Sem verdeelt 20 kinderen in teams van 5. Hoeveel teams kan hij maken?

Bewerking:

Hij kan teams maken.

• Lees het verhaal goed. • Kleur de vraag.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit. • Noteer de oplossing in de antwoordzin.


8 × 5 = 40

36 + 10 = 46

35 – 4 = 31 20 : 5 = 4

56 – 5 = 51

40

46

31 4

51


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 5 OPTELLEN EN AFTREKKEN TOT 100

Even herhalen. Los op!

50 + 30 =

10 + 90 =

20 + 60 =

40 + 20 =

30 + 70 =

80 + 5 =

90 + 3 =

70 + 2 =

60 + 6 =

90 + 5 =

1 + 50 =

4 + 10 =

6 + 40 =

3 + 60 =

9 + 80 =

60 − 10 =

100 − 50 =

40 − 30 =

80 − 20 =

100 − 40 =

89 − 50 =

42 − 20 =

76 − 30 =

98 − 40 =

57 − 10 =


80 + 20 =

50 + 4 =

2 + 60 =

30 + 40 =

50 + 3 =

7 + 90 =

90 − 30 =

100 − 20 =

68 − 10 =

80 − 70 =

100 − 70 =

79 − 60 =

89 − 40 =

70 + 10 =

60 − 30 =

3 + 50 =

100 − 10 =

80 + 8 =

63 − 30 =

8 + 20 =

100 − 30 =

70 + 6 =

59 − 40 =

a

b


80 85 51

100 93 14

80 72 46

60 66 63

100 95 89

50

100 60 49

39

50

54 80 80

22

10

62 58 30

33

46

60

70 10 53

28

58

60

53 30 90

70

97 19 88

76

19

47


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 7 BETALEN MET EURO EN CENT

Kruis de juiste waarde aan. Omkring dan wat het minste waard is.

10 euro

10 cent

50 euro

50 cent

Welk bedrag tel je? Noteer!

euro cent euro cent

Kleur 30 euro 25 cent in.

a

b

c

Tel of kleur van groot naar klein: eerst de euro's en dan de centen. Zo lukt het vanzelf!


47 6270 50


Datum: Nr.: Naam:

BLOK 5 4 AFTREKKEN TOT 100 (T − E en TE − E)


37 − 5 = 41 − 1 = 28 − 4 = 34 − 3 =

Nu lukt dit ook! Reken uit.

8 − 6 =

98 − 6 =

4 − 4 =

64 − 4 =

9 − 2 =

59 − 2 =

6 − 1 =

86 − 1 =

76 − 3 =

45 − 5 =

89 − 6 =

97 − 2 =


30 − 5 = 100 − 2 = 50 − 9 = 100 − 6 =

Dit kun je ook. Reken uit.

10 − 8 =

60 − 8 =

10 − 4 =

100 − 4 =

80 − 3 =

90 − 1 =

70 − 5 =

100 − 7 =

40 − 6 =

59 − 5 =

60 − 2 =

87 − 4 =

a

b

c

d


32

25

2

2

7

77

73

34

92

52

57

89

40

54

0

6

5

65

83

58

60

96

85

93

95

83

40

98

24

41

31

94


BLOK 5 2 DE TAFEL VAN 5, 2 EN 10 - BASISSCHOOL DE WEGEL...Naam: Datum: Nr.: BLOK 5 10 KLOKLEZEN TOT...

Documents

Transcript of BLOK 5 2 DE TAFEL VAN 5, 2 EN 10 - BASISSCHOOL DE WEGEL...Naam: Datum: Nr.: BLOK 5 10 KLOKLEZEN TOT...