Naam: Datum: Nr.: Elyas Jarmami 3B Datum: Nr. 20 BLOK 8 8a ...€¦ · BLOK 8 8a KLOKLEZEN TOT OP 1...

BLOK 8 8a KLOKLEZEN TOT OP 1 MINUUT (ABSOLUUT)

Vul de cijferklokjes aan en zeg hoe laat het is.

a Het is voormiddag.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11

uur uur uur uur

b Het is namiddag.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11

uur uur uur uur

OPGELET:De grote wijzer duidt

de minuten aan!

Ik tel handig: met sprongen van 5 zolang het kan en dan verder per 1: 5, 10, 15, 20, 21, 22.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

11

9 uur 22

kleine wijzer voorbij grote wijzer op

9Dit printblad hoort bij Reken Maar! 3 | Kloklezen voor GO! © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam: Elyas Jarmami 3B Datum: _______________ Nr. 20

© Uitgeverij VAN IN 1 van 11

BLOK 8 8b TIJDSDUUR BEREKENEN TOT OP 1 MINUUT

Met cijferklokjes

Met cijferklokjes is dit een makkie ... Je hoeft enkel goed te tellen.

START STOP START STOP

Duur: minuten Duur: minuten



Met wijzerklokjes (Het is overal voor de middag.)

START STOP

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11


12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11


a

b

Bij wijzerklokjes schrijf ik de tijd eerst zoals op een cijferklokje. Dan kan ik makkelijk tellen!

Van 11:21 tot 11:53 ?

Er gaan 32 minuten voorbij!

10 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 3 | Kloklezen voor GO!



BLOK 8 8c EENVOUDIGE UURTABELLEN AFLEZEN

Dit kun je zeker!

12 − 6 =

55 − 33 =

29 − 12 =

55 − 49 =

33 − 21 =

41 − 33 =

49 − 6 =

21 − 12 =

60 − 55 =

49 − 33 =

33 − 29 =

21 − 6 =

41 − 21 =

41 − 29 =

60 − 12 =

55 − 12 =

Op treinreis in Italië. Beantwoord de vragen.

Gelati 12:06

Parma 12:12

Balsamico 12:21

Marsala 12:29

Fegato 12:33

Melanzane 12:41

Carciofi 12:49

Vitello 12:55

Cannelloni 13:00

Schrijf eerst het vertrek- en het aankomstuur op.

OPGELET! Het vertrekuur is gelijk aan het aankomstuur.

Bv. De trein vertrekt in Parma om 12 uur 12. Dat is ook het uur dat hij in dat station aankomt.

Van Fegato naar Vitello

van tot

duur: minuten

Van Carciofi naar Vitello

van tot

duur: minuten

Van Gelati naar Carciofi

van tot

duur: minuten

Van Parma naar Cannelloni

van tot

duur: minuten

Kleur in elke kolom van oefening a de bewerking die je nodig had.

Beantwoord de vragen. Zoek het antwoord in de uurtabel.

• Ariana stapt op in Gelati. 15 minuten later stapt ze weer af.

Ze is dan in .

• Mauro stapt af in Vitello na een rit van 26 minuten.

Hij is opgestapt in .

• Julia rijdt mee van halte Parma tot halte Melanzane.

Die rit duurt minuten.

a

b

c

d




91Dit printblad hoort bij Reken Maar! 3 | blok 8 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 5 VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN

• Lees het rekenverhaal aandachtig.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit.• Noteer het juiste antwoord.

aOpa en oma gaan een weekendje naar Amsterdam.Dat kost hen 123 euro per persoon.Hoeveel euro betalen ze samen?

Bewerking:

Antwoord:

bWat een leuke actie: ‘Met de bus naar de Efteling, een nachtje op hotel met ontbijt en toegang tot het park voor slechts 128 euro.’ Oom Tim koopt 4 tickets. Hoeveel euro betaalt hij?

Bewerking:

Antwoord:

cPapa krijgt 345 waterballonnen van zijn collega’s.Hij verdeelt ze eerlijk onder zijn 3 kinderen.Hoeveel waterballonnen krijgt elk kind?

Bewerking:

Antwoord:

dGrote zus koopt vijf tickets voor een zomerfestival.Ze betaalt 525 euro.Hoeveel euro kost één ticket?

Bewerking:

Antwoord:

Elyas Jarmami 3B Datum: _______________ Nr. 20



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 3 VERMENIGVULDIGEN MET SPLITSEN EN VERDELEN

a Reken uit. Noteer het product.

7 × 60 =

5 × 40 =

8 × 100 =

6 × 50 =

5 × 80 =

9 × 20 =

7 × 40 =

8 × 20 =

2 × 300 =

b Reken uit. Noteer alle tussenstappen.

4 × 67 = ( × ) + ( × )

= + =

9 × 58 = ( × ) + ( × )

= + =

6 × 98 = ( × ) + ( × )

= + =

6 × 43 = ( × ) + ( × )

= + =

c Kijk goed naar het voorbeeld. Reken uit.

3 × 279 = (3 × 200) + (3 × 70) + (3 × 9)

= 600 + 210 + 27 = 837

7 × 124 = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

4 × 235 = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

157 × 4 = 4 × 157 = (4 × 100) + (4 × 50) + (4 × 7)

= 400 + 200 + 28 = 628

176 × 5 = × = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

192 × 3 = × = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =



88 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 3 | blok 8

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 2 BREUKEN VERGELIJKEN EN RANGSCHIKKEN

a Verdeel en kleur. Rangschik dan de stambreuken zoals gevraagd.

Kleur 12 .

Kleur 18 .

Kleur 14 .

Hoe groter de noemer,

hoe de stambreuk.

Hoe kleiner de noemer,

hoe de stambreuk.

Kleur 16 . Kleur 1

2 . Kleur 13 .

Kleur 16 . Kleur 1

3 . Kleur 19 .

cm : = cm

× cm = cm

cm : = cm

× cm = cm

cm : = cm

× cm = cm

.

. < .

. < .

.

.

. > .

. > .

.

.

. > .

. > .

.




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 7 CIJFEREND AFTREKKEN

Maak eerst een schatting. Reken dan uit.

936 − 523 =

≈ − = ¡

D H T E

−

428 − 319 =

≈ − = ¡

D H T E

−

620 − 295 =

≈ ¡

D H T E

−

800 − 797 =

≈ ¡

D H T E

−

853 − 48 =

≈ − = ¡

D H T E

−

767 − 458 =

≈ − = ¡

D H T E

−

985 − 496 =

≈ ¡

D H T E

−

500 − 174 =

≈ ¡

D H T E

−




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 8 VRAAGSTUKKEN CIJFEREND OPLOSSEN

Lees aandachtig. Schat eerst. Reken dan uit en vul het antwoord in.

a In de trein zijn er 270 zitplaatsen. 123 zitjes werden gereserveerd.Hoeveel plaatsen blijven er over voor de andere reizigers?

Er blijven plaatsen over.

b Vandaag is het buurtfeest.In de kassa bij de inkom zit 308 euro.De kassa bij de bar bevat 567 euro.Hoeveel euro is dat samen?

Dat is samen euro.

c De directeur heeft 600 gymtruitjes in voorraad.Na de krokusvakantie zijn er 415 verkocht.Hoeveel truitjes zijn er nog over?

Er zijn nog truitjes over.

d Grote zus gaat op kot.Ze koopt een bed voor 308 euro en een kast voor 199 euro.Hoeveel euro moet ze betalen?

Ze moet euro betalen.

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 11 LENGTE: KILOMETER (km), METER (m), DECIMETER (dm), CENTIMETER (cm)

a Even opfrissen!

km m dm cm

kilometer meter decimeter centimeter

b Vul in. Kies uit: kilometer (km), meter (m), decimeter (dm) of centimeter (cm).

Een auto is

ongeveer 4 lang.

Ik wandelde een afstand

van 10 vandaag.

Mijn pen is

ongeveer 1 lang.

Mijn nagel meet

ongeveer 1 .

Mijn lat is

precies 30 .

Deze deur is

ongeveer 2 hoog.

Deze deur is

ongeveer 80 breed.

Dit zwembad is

ongeveer 3 diep.

Deze reep chocolade is

iets langer dan 1 .




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 1 EEN BREUK NEMEN VAN EEN HOEVEELHEID OF EEN GETAL

a Even herhalen. Los snel op.

27 : 3 =

48 : 6 =

72 : 9 =

81 : 9 =

64 : 8 =

12 : 4 =

32 : 4 =

90 : 9 =

42 : 6 =

49 : 7 =

40 : 5 =

14 : 2 =

b Neem een breuk. Gebruik de breukvragen!

1 Hoe groot is het geheel? (Tel.)2 In hoeveel gelijke delen moet ik verdelen? (Kijk naar de noemer.)3 Hoe groot is één deel?

( : = )

4 Hoeveel delen moet ik nemen? (Kijk naar de teller.)5 Hoeveel is dat samen?

( × = )

Kleur 14 .

Kleur 23 .

Kleur 45 .

c Los op. Doe zoals in het voorbeeld.

37

van 28 → 28 : 7 = 4 en 3 × 4 = 12 37

van 28 = 12

59

van 54 → : = en × = 59

van 54 =

38

van 72 → : = en × = 38

van 72 =

26

van 36 → : = en × = 26

van 36 =

45

van 45 → : = en × = 45

van 45 =

: =

× =

14 van 16 =

: =

× =

23 van 18 =

: =

× =

45 van 10 =




Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 4 DELEN MET SPLITSEN EN VERDELEN

a Reken uit. Noteer het quotiënt.

54 : 6 =

21 : 7 =

56 : 8 =

30 : 5 =

42 : 6 =

81 : 9 =

900 : 9 =

600 : 2 =

400 : 4 =

800 : 4 =

600 : 3 =

500 : 5 =

b Vul alle stappen in. Kijk goed hoe het moet.

545 : 5 = (500 : 5) + (45 : 5)

= + = 500 45

627 : 3 = ( : ) + ( : )

= + =

452 : 4 = (400 : 4) + (40 : 4) + (12 : 4)

= + + = 400 40 12

678 : 6 = ( : ) + ( : ) + ( : )

= + + =

c Nu lukt het alleen. Los op.

575 : 5 = ( : ) + ( : ) + ( : )

= + + =

742 : 7 = ( : ) + ( : )

= + =

binnen de deeltafels honderdtallen ‘overschot’

buiten de deeltafels honderdtallen 10 × deler ‘overschot’



BLOK 8 8a KLOKLEZEN TOT OP 1 MINUUT (ABSOLUUT)

Vul de cijferklokjes aan en zeg hoe laat het is.

a Het is voormiddag.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11

uur uur uur uur

b Het is namiddag.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11

uur uur uur uur

OPGELET:De grote wijzer duidt

de minuten aan!

Ik tel handig: met sprongen van 5 zolang het kan en dan verder per 1: 5, 10, 15, 20, 21, 22.

12 1

2

3

4

567

8

9

10

11

9 uur 22

kleine wijzer voorbij grote wijzer op

4

10

11

6

8

2

3

9

13

48

59

19

21

36

44

3

4 1 3

2 2 4 8

1 1 5 9

1 8 1 9

8 2 1

1 4 3 6

3 4 4

2 1 0 3


BLOK 8 8b TIJDSDUUR BEREKENEN TOT OP 1 MINUUT

Met cijferklokjes

Met cijferklokjes is dit een makkie ... Je hoeft enkel goed te tellen.





Met wijzerklokjes (Het is overal voor de middag.)

START STOP

12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11


12 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

1112 1

2

3

4

567

8

9

10

11


a

b

Bij wijzerklokjes schrijf ik de tijd eerst zoals op een cijferklokje. Dan kan ik makkelijk tellen!

Van 11:21 tot 11:53 ?

Er gaan 32 minuten voorbij!

17

23

22

34

8 0 2 5 1 48 2 7 5 4 2

25 28


BLOK 8 8c EENVOUDIGE UURTABELLEN AFLEZEN

Dit kun je zeker!

12 − 6 =

55 − 33 =

29 − 12 =

55 − 49 =

33 − 21 =

41 − 33 =

49 − 6 =

21 − 12 =

60 − 55 =

49 − 33 =

33 − 29 =

21 − 6 =

41 − 21 =

41 − 29 =

60 − 12 =

55 − 12 =

Op treinreis in Italië. Beantwoord de vragen.

Gelati 12:06

Parma 12:12

Balsamico 12:21

Marsala 12:29

Fegato 12:33

Melanzane 12:41

Carciofi 12:49

Vitello 12:55

Cannelloni 13:00

Schrijf eerst het vertrek- en het aankomstuur op.

OPGELET! Het vertrekuur is gelijk aan het aankomstuur.

Bv. De trein vertrekt in Parma om 12 uur 12. Dat is ook het uur dat hij in dat station aankomt.

Van Fegato naar Vitello

van tot

duur: minuten

Van Carciofi naar Vitello

van tot

duur: minuten

Van Gelati naar Carciofi

van tot

duur: minuten

Van Parma naar Cannelloni

van tot

duur: minuten

Kleur in elke kolom van oefening a de bewerking die je nodig had.

Beantwoord de vragen. Zoek het antwoord in de uurtabel.

• Ariana stapt op in Gelati. 15 minuten later stapt ze weer af.

Ze is dan in .

• Mauro stapt af in Vitello na een rit van 26 minuten.

Hij is opgestapt in .

• Julia rijdt mee van halte Parma tot halte Melanzane.

Die rit duurt minuten.

a

b

c

d


Datum: Nr.: Naam:

6 12 5 20

22 8 16 12

17 43 4 48

6 9 15

22

6

Balsamico

Marsala

29

43

48

43

1 2 3 3

1 2 4 9

1 2 0 6

1 2 1 2

1 2 5 5

1 2 5 5

1 2 4 9

1 3 0 0



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 5 VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN

• Lees het rekenverhaal aandachtig.• Onderstreep de gegevens die je nodig hebt.• Noteer de bewerking en reken uit.• Noteer het juiste antwoord.

aOpa en oma gaan een weekendje naar Amsterdam.Dat kost hen 123 euro per persoon.Hoeveel euro betalen ze samen?

Bewerking:

Antwoord:

bWat een leuke actie: ‘Met de bus naar de Efteling, een nachtje op hotel met ontbijt en toegang tot het park voor slechts 128 euro.’ Oom Tim koopt 4 tickets. Hoeveel euro betaalt hij?

Bewerking:

Antwoord:

cPapa krijgt 345 waterballonnen van zijn collega’s.Hij verdeelt ze eerlijk onder zijn 3 kinderen.Hoeveel waterballonnen krijgt elk kind?

Bewerking:

Antwoord:

dGrote zus koopt vijf tickets voor een zomerfestival.Ze betaalt 525 euro.Hoeveel euro kost één ticket?

Bewerking:

Antwoord: Eén ticket kost 105 euro.

= 100 + 5 = 105

525 : 5 = (500 : 5) + (25 : 5)

Elk kind krijgt 115 waterballonnen.

= 100 + 10 + 5 = 115

345 : 3 = (300 : 3) + (30 : 3)+ (15 : 3)

Hij betaalt 512 euro.

= 400 + 80 + 32 = 512

4 × 128 = (4 × 100) + (4 × 20) + (4 × 8)

Ze betalen samen 246 euro.

= 200 + 40 + 6 = 246

2 × 123 = (2 × 100) + (2 × 20) + (2 × 3)



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 3 VERMENIGVULDIGEN MET SPLITSEN EN VERDELEN

a Reken uit. Noteer het product.

7 × 60 =

5 × 40 =

8 × 100 =

6 × 50 =

5 × 80 =

9 × 20 =

7 × 40 =

8 × 20 =

2 × 300 =

b Reken uit. Noteer alle tussenstappen.

4 × 67 = ( × ) + ( × )

= + =

9 × 58 = ( × ) + ( × )

= + =

6 × 98 = ( × ) + ( × )

= + =

6 × 43 = ( × ) + ( × )

= + =

c Kijk goed naar het voorbeeld. Reken uit.

3 × 279 = (3 × 200) + (3 × 70) + (3 × 9)

= 600 + 210 + 27 = 837

7 × 124 = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

4 × 235 = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

157 × 4 = 4 × 157 = (4 × 100) + (4 × 50) + (4 × 7)

= 400 + 200 + 28 = 628

176 × 5 = × = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

192 × 3 = × = ( × ) + ( × ) + ( × )

= + + =

420

200

800

300

400

180

280

160

600

4 60 4 7

240 28 268

9 50 9 8

450 72 522

6 90 6 8

540 48 588

6 40 6 3

240 18 258

7 100 7 20 7 4

700 140 28 868

4 200 4 30 4 5

800 120 20 940

5 176 5 100 5 70 5 6

500 350 30 880

3 192 3 100 3 90 3 2

300 270 6 576



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 11 LENGTE: KILOMETER (km), METER (m), DECIMETER (dm), CENTIMETER (cm)

a Even opfrissen!

km m dm cm

kilometer meter decimeter centimeter

b Vul in. Kies uit: kilometer (km), meter (m), decimeter (dm) of centimeter (cm).

Een auto is

ongeveer 4 lang.

Ik wandelde een afstand

van 10 vandaag.

Mijn pen is

ongeveer 1 lang.

Mijn nagel meet

ongeveer 1 .

Mijn lat is

precies 30 .

Deze deur is

ongeveer 2 hoog.

Deze deur is

ongeveer 80 breed.

Dit zwembad is

ongeveer 3 diep.

Deze reep chocolade is

iets langer dan 1 .

m km dm

cm cm m

cm dm dm



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 4 DELEN MET SPLITSEN EN VERDELEN

a Reken uit. Noteer het quotiënt.

54 : 6 =

21 : 7 =

56 : 8 =

30 : 5 =

42 : 6 =

81 : 9 =

900 : 9 =

600 : 2 =

400 : 4 =

800 : 4 =

600 : 3 =

500 : 5 =

b Vul alle stappen in. Kijk goed hoe het moet.

545 : 5 = (500 : 5) + (45 : 5)

= + = 500 45

627 : 3 = ( : ) + ( : )

= + =

452 : 4 = (400 : 4) + (40 : 4) + (12 : 4)

= + + = 400 40 12

678 : 6 = ( : ) + ( : ) + ( : )

= + + =

c Nu lukt het alleen. Los op.

575 : 5 = ( : ) + ( : ) + ( : )

= + + =

742 : 7 = ( : ) + ( : )

= + =

binnen de deeltafels honderdtallen ‘overschot’

buiten de deeltafels honderdtallen 10 × deler ‘overschot’

9

3

7

6

7

9

100

300

100

200

200

100

100 9 109

600 3 27 3

200 9 209600 27

100 10 3 113

600 6 60 6 18 6

100 10 3 113600 60 18

500 5 50 5 25 5

100 10 5 115

700 7 42 7

100 6 106

500 50 25

700 42



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 7 CIJFEREND AFTREKKEN

Maak eerst een schatting. Reken dan uit.

936 − 523 =

≈ − = ¡

D H T E

−

428 − 319 =

≈ − = ¡

D H T E

−

620 − 295 =

≈ ¡

D H T E

−

800 − 797 =

≈ ¡

D H T E

−

853 − 48 =

≈ − = ¡

D H T E

−

767 − 458 =

≈ − = ¡

D H T E

−

985 − 496 =

≈ ¡

D H T E

−

500 − 174 =

≈ ¡

D H T E

−

900 500 400

400 300 100

900 0 900

800 500 300

500 − 200 = 300

1 000 − 500 = 500

800 − 800 = 0

600 − 300 = 300

9

5

4

3

2

1

6

3

3

8

8

4

5

4

0

13

3

8

5

4

3

1

1

2

1

0

18

8

9

9

7

4

3

5

6

5

0

17

7

8

9

5

6

2

3

2

9

2

10

0

5

5

8

9

4

4

8

9

8

1517

5

6

9

7

8

7

0

9

10

0

7

3

4

5

1

3

0

7

2

10101099

11

0

4

6



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 8 VRAAGSTUKKEN CIJFEREND OPLOSSEN

Lees aandachtig. Schat eerst. Reken dan uit en vul het antwoord in.

a In de trein zijn er 270 zitplaatsen. 123 zitjes werden gereserveerd.Hoeveel plaatsen blijven er over voor de andere reizigers?

Er blijven plaatsen over.

b Vandaag is het buurtfeest.In de kassa bij de inkom zit 308 euro.De kassa bij de bar bevat 567 euro.Hoeveel euro is dat samen?

Dat is samen euro.

c De directeur heeft 600 gymtruitjes in voorraad.Na de krokusvakantie zijn er 415 verkocht.Hoeveel truitjes zijn er nog over?

Er zijn nog truitjes over.

d Grote zus gaat op kot.Ze koopt een bed voor 308 euro en een kast voor 199 euro.Hoeveel euro moet ze betalen?

Ze moet euro betalen.

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E

≈ ¡

D H T E

147

875

185

507

300 + 200 = 500

600 − 400 = 200

300 + 600= 900

300 − 100 = 200

2

1

1

6

7

2

4

10

0

3

7

3

5

8

1

0

6

7

8

7

5

5

6

4

1

0

1

8

10

0

5

5

1

3

1

5

1

0

9

0

8

9

7

109

−

−

+

+



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 2 BREUKEN VERGELIJKEN EN RANGSCHIKKEN

a Verdeel en kleur. Rangschik dan de stambreuken zoals gevraagd.

Kleur 12 .

Kleur 18 .

Kleur 14 .

Hoe groter de noemer,

hoe de stambreuk.

Hoe kleiner de noemer,

hoe de stambreuk.

Kleur 16 . Kleur 1

2 . Kleur 13 .

Kleur 16 . Kleur 1

3 . Kleur 19 .

cm : = cm

× cm = cm

cm : = cm

× cm = cm

cm : = cm

× cm = cm

.

. < .

. < .

.

.

. > .

. > .

.

.

. > .

. > .

.

8 2 4

1 4 4

8 8 1

1 1 1

8 4 2

1 2 2

kleiner

groter

18

14

12

12

13

16

13

16

19



Datum: Nr.: Naam:

BLOK 8 1 EEN BREUK NEMEN VAN EEN HOEVEELHEID OF EEN GETAL

a Even herhalen. Los snel op.

27 : 3 =

48 : 6 =

72 : 9 =

81 : 9 =

64 : 8 =

12 : 4 =

32 : 4 =

90 : 9 =

42 : 6 =

49 : 7 =

40 : 5 =

14 : 2 =

b Neem een breuk. Gebruik de breukvragen!

1 Hoe groot is het geheel? (Tel.)2 In hoeveel gelijke delen moet ik verdelen? (Kijk naar de noemer.)3 Hoe groot is één deel?

( : = )

4 Hoeveel delen moet ik nemen? (Kijk naar de teller.)5 Hoeveel is dat samen?

( × = )

Kleur 14 .

Kleur 23 .

Kleur 45 .

c Los op. Doe zoals in het voorbeeld.

37

van 28 → 28 : 7 = 4 en 3 × 4 = 12 37

van 28 = 12

59

van 54 → : = en × = 59

van 54 =

38

van 72 → : = en × = 38

van 72 =

26

van 36 → : = en × = 26

van 36 =

45

van 45 → : = en × = 45

van 45 =

: =

× =

14 van 16 =

: =

× =

23 van 18 =

: =

× =

45 van 10 =

9

8

8

9

8

3

8

10

7

7

8

7

16 4 4

1 4 4

4

18 3 6

2 6 12

12

10 5 2

4 2 8

8

54 9 6 5 6 30 30

72 8 9 3 9 27 27

36 6 6 2 6 12 12

45 5 9 4 9 36 36


Naam: Datum: Nr.: Elyas Jarmami 3B Datum: Nr. 20 BLOK 8 8a ...€¦ · BLOK 8 8a KLOKLEZEN TOT OP 1...

Documents

Transcript of Naam: Datum: Nr.: Elyas Jarmami 3B Datum: Nr. 20 BLOK 8 8a ...€¦ · BLOK 8 8a KLOKLEZEN TOT OP 1...