BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26...

13
BLOK 11 1 KANS BEREKENEN Bizou kiest zonder te kijken een knikker uit een rijtje van 10. 2 van de 10 knikkers zijn zwart. Bizou heeft dus 2 kansen op 10 of 1 kans op 5 om een zwarte knikker te nemen. a Vul aan. van de 10 knikkers zijn wit. Bizou heeft kansen op 10 om een witte knikker te nemen. van de 10 knikkers zijn gestreept. Bizou heeft kansen op 10 of kansen op 5 om een gestreepte knikker te nemen. Wat is dan de kans dat Bizou een gestipte knikker neemt? op b Bepaal de kans en schrijf die zo eenvoudig mogelijk in een breuk. Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘pech’ terecht te komen. = . 20 of . . = kans(en) op Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘nog eens’ terecht te komen. = . . of . . = kans(en) op Je hebt kansen op 20 om op een vakje terecht te komen met enkel een nummer erop. = . . of . . = kans(en) op c Lees en los op. Druk de kans zo eenvoudig mogelijk uit. In klas 5A zitten 25 leerlingen. De juf roept 5 leerlingen vooraan voor een spelletje. Hoeveel kans heeft Marieke om mee te kunnen spelen? . 25 = . . of kans(en) op Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17 © Uitgeverij VAN IN 12 van 12

Transcript of BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26...

Page 1: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

145Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 1 KANS BEREKENEN

Bizou kiest zonder te kijken een knikker uit een rijtje van 10.2 van de 10 knikkers zijn zwart.Bizou heeft dus 2 kansen op 10 of 1 kans op 5 om een zwarte knikker te nemen.

a Vul aan.

• van de 10 knikkers zijn wit.

Bizou heeft kansen op 10 om een witte knikker te nemen.

• van de 10 knikkers zijn gestreept.

Bizou heeft kansen op 10 of kansen op 5 om een gestreepte knikker te nemen.

• Wat is dan de kans dat Bizou een gestipte knikker neemt? op

b Bepaal de kans en schrijf die zo eenvoudig mogelijk in een breuk.

Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘pech’ terecht te komen.

= .

20 of .

. = kans(en) op

Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘nog eens’ terecht te komen.

= .

. of .

. = kans(en) op

Je hebt kansen op 20 om op een vakje terecht te komen met enkel een nummer erop.

= .

. of .

. = kans(en) op

c Lees en los op. Druk de kans zo eenvoudig mogelijk uit.

In klas 5A zitten 25 leerlingen. De juf roept 5 leerlingen vooraan voor een spelletje.

Hoeveel kans heeft Marieke om mee te kunnen spelen? .

25 = .

. of kans(en) op

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 12 van 12

Page 2: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

154 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 10 TIJDSDUUR BEPALEN IN UREN, MINUTEN, SECONDEN

De trein vertrekt om 10.44 uur en komt aan om 14.13 uur. De treinrit duurt 3 uur en 29 minuten.De duur van deze treinreis bereken je zo:• Je vult eerst de minuten aan tot het volgende uur. (1 uur = minuten.)• Je telt dan verder met volledige uren.• Je telt er tot slot de minuten over het laatste uur bij.

+ 16 min.

11 uur 14 uur

+ 3 uur

+ 3 uur en 29 min.

+ 13 min.

a Lees en los op. Vul de tijdlijn aan of teken ze zelf.

De film begint om 19:55 en eindigt om 22:17. De film duurt .

station aankomst vertrek

Sint-Truiden 7:22

Landen 7:30 7:39

Tienen 7:49 7:50

Leuven 8:00 8:02

Brussel-Noord 8:21 8:23

Brussel-Centraal 8:26 8:27

Brussel-Zuid 8:30 8:32

Gent 9:02 9:05

Brugge 9:29 9:34

Arne neemt de trein in Sint-Truiden en reist naar

Brugge. Hij is onderweg.

60

2 uur en 22 minuten

+ 5 min.

20 uur

+ 38 min.

7:22

+ 1 uur

+ 2 uur en 7 minuten

8 uur

+ 29 min.

9 uur 9:29

22 uur

+ 2 uur

+ 2 uur en 22 min.

2 uur en 7 minuten

+ 17 min.

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 1 van 12

Page 3: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

155Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

b Dat lukt ook met minuten en seconden. Bereken het tijdverschil tussen deze twee klokken.

• Je vult eerst de seconden aan tot de volgende minuut. (1 minuut = seconden.)• Je telt dan verder met volledige minuten.• Je telt er tot slot de seconden over de laatste minuut bij.

60

+ 35 sec.

9:16 9:35

+ 19 min.

+ 19 min. en 40 sec.

+ 5 sec.

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 2 van 12

Page 4: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

147Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 3 HANDIG REKENEN: DE VIER BEWERKINGEN

Kijk goed hoe je hier slim kunt rekenen.Handige rekenwijzen vind je in je Rekenwijzer

bij nummer 11 (natuurlijke getallen)en 12 (kommagetallen).

De getallen in vetjeskunnen je op ideeën brengen.

a Optellen

20 450 + 398 =

784,5 + 19,5 =

3,4 + 9,8 + 6,6 =

b Aftrekken

4 763 – 597 =

74,38 – 4,96 =

60,45 – 13 – 7,45 =

c Vermenigvuldigen

99 × 88 =

69 × 5 =

36 × 0,5 =

50 × 4,8 =

0,7 × 0,9 =

23,8 × 0,01 =

d Delen

16,48 : 4 =

2 220 : 25 =

6,4 : 0,08 =

74,2 : 0,5 =

15 : 50 =

23,3 : 0,1 =

(20 450 + 400) − 2 = 20 850 − 2 = 20 848

(784,5 + 20) − 0,5 = 804,5 − 0,5 = 804

(3,4 + 6,6) + 9,8 = 10 + 9,8 = 19,8

(4 763 − 600) + 3 = 4 163 + 3 = 4 166

(74,38 − 5) + 0.04 = 69,38 + 0,04 = 69,42

(60,45 − 7,45) − 13 = 53 − 13 = 40

(100 × 88) − (1 × 88) = 8 800 − 88 = 8 712

(69 × 10) : 2 = 690 : 2 = 345

36 : 2 = 18

(100 × 4,8) : 2 = 480 : 2 = 240

0,63

23,8 : 100 = 0,238

(16,48 : 2) : 2 = 8,24 : 2 = 4,12

(2 220 : 100) × 4 = 22,2 × 4 = 88,8

640 : 8 = 80

74,2 × 2 = 148,4

(15 : 100) × 2 = 0,15 × 2 = 0,30

23,3 × 10 = 233

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 3 van 12

Page 5: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

146 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 2 HET CIRKELDIAGRAM

Keuzes op de balsportdag Legenda

voetbal

volleybal

handbal

basketbal

hockey

1 deel = 1.

of %

van het geheel.

a Met de percenten van een cirkeldiagram kun je rekenen. Vul aan.

Vorige week mochten 400 leerlingen een balsport kiezen op de jaarlijkse balsportdag.Hierboven kun je hun keuzes van het cirkeldiagram aflezen in percent.Bereken hoeveel leerlingen kozen voor die sporten.

sport % breuk totaal aantal leerlingen:

handbal .

100 = .

.

.

. van = ( : ) =

basketbal .

100 = .

.

.

. van = ( : ) =

voetbal .

100 = .

.

.

. van = ( : ) × =

b Noteer elk deel als breuk en als percent. Vul het juiste aantal in.

‘De Ster’ nam bij 160 leerlingen een enquête af over huiswerk. De leerlingen mochten aangeven wat ze het liefst wilden.

Legenda

geen huiswerk .

. = % = leerlingen

huiswerk + lessen .

. = % = leerlingen

enkel lessen = .

. = % = leerlingen

geen mening = .

. = % = leerlingen

Wat willen de leerlingen als huiswerk?

1 deel = 1.

of % van het geheel

Een cirkeldiagram stelt de verdeling van een geheel voor.De grootte van de delen wordt meestal uitgedrukt in percent.

De hele cirkel is gelijk aan 100 %.

10

400

10 % 400 400 10 40

25 % 400 400 4 100

40 % 400 400 5 2 160

20 32

5 8

25 40

50 80 5

10

10

25

40

420

120

520

1020 20

110

14

25

110

14

25

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 4 van 12

Page 6: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

150 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 6 TEKENEN OP SCHAAL

Dit moet je goed onhouden!

Je tekent op schaal 1 : 100 → je verkleint.

1 cm op je tekening is 100 cm in werkelijkheid.

Je tekent op schaal 4 : 1 → je vergroot.

4 cm op je tekening is 1 cm in werkelijkheid.

a Vul in en omkring wat past. Teken dan het vierkant op de gevraagde schaal.

Teken het vierkant op schaal 1 : 2.

cm op mijn tekening moet

overeenkomen met cm in

werkelijkheid.

Ik moet de afmetingen van het vierkant

dus keer kleiner / groter tekenen.

Teken het vierkant op schaal 2 : 1.

cm op mijn tekening moet

overeenkomen met cm in

werkelijkheid.

Ik moet de afmetingen van het vierkant

dus keer kleiner / groter tekenen.

b Vul de verhoudingstabellen aan en teken de rechthoek op schaal 1 : 40.

De rechthoek heeft in werkelijkheid een basis van 120 cm en een hoogte van 80 cm.

basis

tekening 1 1 cm cm

werkelijkheid cm 120 cm

hoogte

tekening cm cm

werkelijkheid cm cm

1

2

2

2

1

2

3

× 3

× 2

4040

1 1 2

40 40 80

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 5 van 12

Page 7: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

152 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 8 INKOOPPRIJS, VERKOOPPRIJS, WINST EN VERLIES

a Lees en omkring wat past. Noteer de prijzen in de tabel en bereken winst of verlies.

Een marktkramer koopt aardbeien in voor € 2 per bakje. Op de markt vraagt hij er € 3,50 voor.De marktkramer krijgt minder / meer voor een bakje aardbeien dan hij ervoor betaald heeft.Hij heeft dus winst / verlies.

inkoopprijs verkoopprijs winst verlies

€ € € €

Jef verkoopt zijn gsm aan een vriend voor € 60. Hij had er zelf € 89 voor betaald.Jef krijgt minder / meer voor zijn gsm dan hij ervoor betaald heeft.Hij heeft dus winst / verlies.

inkoopprijs verkoopprijs winst verlies

€ € € €

Een winkelier koopt T-shirts voor € 18. Tijdens de solden verkoopt hij ze voor € 15.De winkelier krijgt minder / meer voor een T-shirt dan hij ervoor betaald heeft.Hij heeft dus winst / verlies.

inkoopprijs verkoopprijs winst verlies

€ € € €

b Kijk in je Rekenwijzer bij nr. 25 en vul in. Bereken dan de ontbrekende gegevens.

De verkoopprijs is hoger dan de inkoopprijs.

verkoopprijs – inkoopprijs =

inkoopprijs + winst =

De verkoopprijs is lager dan de inkoopprijs.

inkoopprijs – verkoopprijs =

verkoopprijs + verlies =

inkoopprijs winst verlies verkoopprijs

€ 125 € € 137

€ 154 € 35 €

€ 7 200 € € 7 125

€ € 1,50 € 9,50

€ € 25 € 457

2 3,50 1,50

89 60 29

18 15

winst verlies

verkoopprijs inkoopprijs

3

12

189

75

11

432

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 6 van 12

Page 8: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

149Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 5 BREUKSCHAAL EN LIJNSCHAAL

a Vul aan.

0 1 2 3 4 km

Dit is een schaal.

1 cm op de kaart is in werkelijkheid

of m of cm.

1 : 100 000

Dit is een schaal.

1 cm op de afbeelding is in werkelijkheid

of m of km.

b Vul aan wat de schaal betekent en bereken de werkelijke grootte of afstand.

1 : 3 cm op de afbeelding is in werkelijkheid.

10 cm op de afbeelding is dus in het echt .

4 / 1 cm op de afbeelding is in werkelijkheid.

16 cm op de afbeelding meet dus in het echt .

1 : 200 000 cm op de afbeelding is of km in werkelijkheid.

4 cm op de afbeelding is dan in het echt .

0 5 10 15 20 25 km3 cm op de kaart is in werkelijkheid.

0 50 100 150 200 m

4 cm op de kaart is in werkelijkheid.

8 cm op de kaart is dan in werkelijkheid .

c Zet de lijnschaal om naar een breukschaal of omgekeerd.

lijnschaal:

0 20 40 60 80 m 100 m

1 cm op de kaart is m

of cm in werkelijkheid.

breukschaal: 1 :

breukschaal: 1 / 5 000

1 cm op de afbeelding is cm of m

in werkelijkheid.

Lijnschaal:

0 m

lijn

1 km 1 000 100 000

breuk

100 000 cm 1 000 1

1 3 cm

30 cm

4 1 cm

4 cm

1 200 000 cm 2

8 km

15 km

200 m

400 m

20

2 000

2 000

5 000 50

50 150100 200 250

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 7 van 12

Page 9: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

151Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 7 OMTREK EN OPPERVLAKTE OP SCHAAL

Meet en bereken de omtrek en de oppervlakte.

1

2

schaal 1 : 3

De omtrek van rechthoek 1 =

De omtrek van rechthoek 2 =

Op schaal 1 : 3 is de omtrek van de rechthoek keer .

De oppervlakte van rechthoek 1 =

De oppervlakte van rechthoek 2 =

Op schaal 1 : 3 is de oppervlakte van de rechthoek keer .

Basis en hoogte zijn 3 keer verkleind → (b : ) × (h : ) → × kleinere oppervlakte.

Teken dit vierkant op schaal 2 : 1.

→ 1 cm van dit vierkant moet op je tekening cm zijn.

1

De omtrek van vierkant 1 =

De omtrek van vierkant 2 =

Op schaal 2 : 1 is de omtrek van het vierkant keer .

De oppervlakte van vierkant 1 =

De oppervlakte van vierkant 2 =

Op schaal 2 : 1 is de oppervlakte van het vierkant keer .

Basis en hoogte zijn keer :

→ (b × ) × (h × ) → × oppervlakte.

1 cm

3 cm

6 cm

2 × (6 cm + 3 cm) = 18 cm

4 × 2 cm = 8 cm

2 cm × 2 cm = 4 cm2

2 × (2 cm + 1 cm) = 6 cm

4 × 4 cm = 16 cm

4 cm × 4 cm = 16 cm2

6 cm × 3 cm = 18 cm2

2 cm × 1 cm = 2 cm2

3 verkleind

9 verkleind

3 3 9

2

2 cm

2 vergroot

4 vergroot

2 vergroot

2 2 4 grotere

2 cm

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 8 van 12

Page 10: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

156 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 11 LENGTE, INHOUD, GEWICHT, GELD, TEMPERATUUR, SNELHEID

a Vul het juiste maatgetal in. Vraag een herleidingstabel als je dat nodig vindt.

1 500 m = km

1,25 m = cm

415 mm = dm

75 cl = dl

5,4 l = cl

120 dl = l

0,5 kg = g

2 150 kg = ton

4,290 kg = g

b Los op. Maak gebruik van het schema. Kijk in je Rekenwijzer bij nr. 37.

Afstand: 20 kmTijd: 20 minuten

Gemiddelde snelheid: km/uur

afstand

tijd

Gemiddelde snelheid: 12 km/uurAfstand: 8 km

Tijd: minuten

afstand

tijd

c Kleur hoe je betaalt of teruggeeft met zo weinig mogelijk briefjes en munten. Kijk in je Rekenwijzer bij nr. 38.

Betaal € 33,65 gepast. Je betaalt een broek van € 24,90 met een briefje van € 50. Wat krijg je terug?

d Lees aandachtig en vul in wat ontbreekt. Kijk in je Rekenwijzer bij nr. 39c.

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

minimum 2° C –2° C –1° C

maximum 5° C 7° C 8° C 5° C 10° C

• Op woensdag is de minimumtemperatuur 4 graden hoger dan op maandag.

• Het verschil tussen de minimumtemperatuur op dinsdag en donderdag is .

• Het verschil tussen de minimum- en de maximumtemperatuur op dinsdag is .

• Op vrijdag is de minimumtemperatuur 8 graden warmer dan op dinsdag.

1,5

125

4,15

7,5

540

12

500

2,15

4 290

60

× 3

: 3 × 2× 3

: 3 × 2

40

6 °C 6 °C

1 graad

9 graden

20 km 60 km 60 km

20 min. 60 min. 1 uur

12 km 4 km 8 km1 uur =60 min. 20 min. 40 min.

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 9 van 12

Page 11: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

153Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 9 TIJDSDUUR BEPALEN IN DAGEN

Even herhalen! • van ... tot (en met): De eerste en de laatste dag tellen mee.• tussen ... en ... : Enkel de dagen tussen de twee vermelde datums

tellen mee.• aantal nachten slapen/aftellen tot een bepaalde datum:

De startdatum telt mee, de einddatum niet.• over ... dagen, ... dagen vroeger/later/geleden: De startdatum

telt niet mee.

Gebruik de kalender om de vragen te beantwoorden

januari februari maart aprilM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 33 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 7 8 9 10 11 12 13 4 5 6 7 8 9 1010 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 14 15 16 17 18 19 20 11 12 13 14 15 16 1717 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 21 22 23 24 25 26 27 18 19 20 21 22 23 2424 25 26 27 28 29 30 28 28 29 30 31 25 26 27 28 29 3031

mei juni juli augustusM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 1 2 3 4 5 1 2 3 1 2 3 4 5 6 72 3 4 5 6 7 8 6 7 8 9 10 11 12 4 5 6 7 8 9 10 8 9 10 11 12 13 149 10 11 12 13 14 15 13 14 15 16 17 18 19 11 12 13 14 15 16 17 15 16 17 18 19 20 2116 17 18 19 20 21 22 20 21 22 23 24 25 26 18 19 20 21 22 23 24 22 23 24 25 26 27 2823 24 25 26 27 28 29 27 28 29 30 25 26 27 28 29 30 31 29 30 3130 31

september oktober november decemberM D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z M D W D V Z Z

1 2 3 4 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 45 6 7 8 9 10 11 3 4 5 6 7 8 9 7 8 9 10 11 12 13 5 6 7 8 9 10 1112 13 14 15 16 17 18 10 11 12 13 14 15 16 14 15 16 17 18 19 20 12 13 14 15 16 17 1819 20 21 22 23 24 25 17 18 19 20 21 22 23 21 22 23 24 25 26 27 19 20 21 22 23 24 2526 27 28 29 30 24 25 26 27 28 29 30 28 29 30 26 27 28 29 30 31

31

• Van 4 oktober tot 20 oktober tel je dagen.

• Tussen 6 juni en 22 juni tel je dagen.

• Van 27 januari tot 14 februari is het nog nachtjes slapen.

• Als het vandaag 5 april is, dan is het over acht dagen .

• 10 dagen geleden was het dan .

• Tussen 26 februari en 5 maart tel je dagen.

• Binnenkort gaan we op openluchtklassen. We vertrekken op 30 mei en komen terug op 3 juni.

We blijven daar dus nachtjes slapen.

17

15

18

13 april

26 maart

6

4

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 10 van 12

Page 12: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

148 © Uitgeverij VAN IN Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 4 DE BESTE MANIER VAN REKENEN KIEZEN

a Kies de handigste manier van rekenen.

Kleur opgaven die je uit het hoofd kunt oplossen geel.Kleur opgaven die je beter door cijferen oplost blauw.Reken twee opgaven op de gekozen manier uit.

100 200 – 197 = 913 × 4,8 = 145 : 0,5 = 4 274 + 1 659 =

Kleur een opgave die je het makkelijkst met de ZRM oplost groen en reken ze uit.

24,4 × 50 = 6 597,65 + 4 708,78 = 750 460 – 400 230 =

b Mag je schatten of moet je rekenen? Omkring je keuze en werk zo uit.

Amina verkoopt wafeltjes voor de zwemclub:12 dozen vanillewafeltjes van 5 euro per stuk, 15 dozen chocoladewafeltjes van 6 euro en10 dozen gemengd aan 5,50 euro.Ze wil weten hoeveel euro ze moet afrekenen bij de leiding.

Antwoord:

Ik schat: Ik reken:

De zwemclub nodigt ouders en familieleden uit om te supporteren bij een zwemwedstrijd.De tribune van het plaatselijke zwembad heeft 12 rijen met elk 68 zitplaatsen.De leiding wil graag weten voor hoeveel supporters er ongeveer plaats is.

Antwoord:

Ik schat: Ik reken:

Ze moet 205 euro afrekenen bij

100 200 − 197= (100 200 − 200) + 3= 100 000 + 3 = 100 003of

of

145 : 0,5 = 145 × 2

12 × € 5 = € 6015 × € 6 = € 9010 × € 5,50 = € 55

12 × 70 = 700 + 140

€ 60 + € 90 + € 55 = € 205

= 840

Er is plaats voor ongeveer

de leiding.

840 supporters.

11 306,43

9 1 3

× 4, 87 3 0 4 2 1

+ 3 6 5 2 0 14 3 8 2, 4

1 1

4 2 7 4

+ 1 6 5 95 9 3 3

= 290

ge ge

gr

bl bl

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 11 van 12

Page 13: BLOK 11 1 KANS BEREKENEN€¦ · Leuven 8:00 8:02 Brussel-Noord 8:21 8:23 Brussel-Centraal 8:26 8:27 Brussel-Zuid 8:30 8:32 Gent 9:02 9:05 Brugge 9:29 9:34 Arne neemt de trein in

145Dit printblad hoort bij Reken Maar! 5 | blok 11 © Uitgeverij VAN IN

Datum: Nr.: Naam:

BLOK 11 1 KANS BEREKENEN

Bizou kiest zonder te kijken een knikker uit een rijtje van 10.2 van de 10 knikkers zijn zwart.Bizou heeft dus 2 kansen op 10 of 1 kans op 5 om een zwarte knikker te nemen.

a Vul aan.

• van de 10 knikkers zijn wit.

Bizou heeft kansen op 10 om een witte knikker te nemen.

• van de 10 knikkers zijn gestreept.

Bizou heeft kansen op 10 of kansen op 5 om een gestreepte knikker te nemen.

• Wat is dan de kans dat Bizou een gestipte knikker neemt? op

b Bepaal de kans en schrijf die zo eenvoudig mogelijk in een breuk.

Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘pech’ terecht te komen.

= .

20 of .

. = kans(en) op

Je hebt kansen op 20 om op een vakje met ‘nog eens’ terecht te komen.

= .

. of .

. = kans(en) op

Je hebt kansen op 20 om op een vakje terecht te komen met enkel een nummer erop.

= .

. of .

. = kans(en) op

c Lees en los op. Druk de kans zo eenvoudig mogelijk uit.

In klas 5A zitten 25 leerlingen. De juf roept 5 leerlingen vooraan voor een spelletje.

Hoeveel kans heeft Marieke om mee te kunnen spelen? .

25 = .

. of kans(en) op

3

3

4

4 2

1 10

2

1 10

4

1 5

14

7 10

1 5

2

420

1420

5 15

710

15

110

Vanden Eynde Linde 5B Datum: _______________ Nr. 17

© Uitgeverij VAN IN 12 van 12