Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

14
32.5 Technische wijzigingen voorbehouden Modulair schakelen en beveiligen Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen Een selectief opgebouwde net-beveiliging wordt door een 3-traps beveiligingsconcept bereikt. De vereiste maatregelen, voor het beveiligen van de hoofdvoeding en de apparatuur tegen overspanningen, worden in onderstaande stappen ingedeeld: Trap 1: De bliksemstroombeveiliging (grofbeveiliging) beveiligt de hoofdvoeding en wordt in de hoofdverdeler geplaatst. De bliksemstroombeveiliging is geconstrueerd conform EN 61643-11, type 1 Trap 2: De overspanningsbeveiligingen (middenbeveiliging) worden voornamelijk toegepast in de onderverdelers van de installatie (andere toepassingen zie de installatie-voorbeelden op de vol- gende pagina’s). De overspanningsbeveiligingen zijn geconstru- eerd conform EN 61643-11, type 2. Trap 3: Apparatuurbeveiligingen (fijnbeveiliging) dienen met name voor het beveiligen van gevoelige apparatuur en worden in de onder- verdelingen geplaatst t.b.v. de eindgroepen, type 3. Deze drie trappen onderscheiden zich in hoofdzaak door de hoogte van het afleidvermogen (bliksemstroom I B ) en door de ver- eiste spanningsbegrenzing (restspanning). Het afleidvermogen en de vereiste spanningsbegrenzing worden bepaald door de isola- tievastheid van het gedeelte van de installatie, waar de beveili- gingscomponenten zijn toegepast. De trappen van het beveiligingsconcept dienen op elkaar te worden afgestemd. De beveiligingscomponenten dienen van el- kaar te zijn ontkoppeld. De ontkoppeling houdt in dat beveili- gingscomponenten met een laag afleidvermogen door de componenten met een hoger afleidvermogen worden beschermd. De leidingen, welke tussen de verschillende beveiligingscompo- nenten zijn aangebracht, werken als ontkoppelingsinductiviteit (zie voor de leidinglengte: installatie-gegevens en voorbeelden). De ontkoppeling kan ook met behulp van speciale inductiviteiten SP936 of SP937 worden bereikt. 4 kV 6 kV Hoofdverdeler Onderverdeler Eindapparatuur Stap 1 Energie- net Bliksem- stroom I B I B Stootspanningsvastheid van de isolatie Apparatuur - beveiliging (fijn- beveiliging) Stap 2 Stap 3 1,5 kV 4 kV Bliksem- stroom- beveiliging (grofbeveiliging) Over - spannings- beveiliging (middel- beveiliging) Elektrische installatie type 1 type 2 type 3 ≤ 1,25 kV

Transcript of Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

Page 1: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.5Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

Een selectief opgebouwde net-beveiliging wordt door een 3-traps beveiligingsconcept bereikt. De vereiste maatregelen,voor het beveiligen van de hoofdvoeding en de apparatuur tegen overspanningen, worden in onderstaande stappen ingedeeld:

Trap 1:

De bliksemstroombeveiliging (grofbeveiliging) beveiligt de hoofdvoeding en wordt in de hoofdverdeler geplaatst.De bliksemstroombeveiliging is geconstrueerd conformEN 61643-11, type 1

Trap 2:

De overspanningsbeveiligingen (middenbeveiliging) wordenvoornamelijk toegepast in de onderverdelers van de installatie(andere toepassingen zie de installatie-voorbeelden op de vol-gende pagina’s). De overspanningsbeveiligingen zijn geconstru-eerd conform EN 61643-11, type 2.

Trap 3:

Apparatuurbeveiligingen (fijnbeveiliging) dienen met name voorhet beveiligen van gevoelige apparatuur en worden in de onder-verdelingen geplaatst t.b.v. de eindgroepen, type 3.

Deze drie trappen onderscheiden zich in hoofdzaak door dehoogte van het afleidvermogen (bliksemstroom IB) en door de ver-eiste spanningsbegrenzing (restspanning). Het afleidvermogen ende vereiste spanningsbegrenzing worden bepaald door de isola-tievastheid van het gedeelte van de installatie, waar de beveili-gingscomponenten zijn toegepast. De trappen van het beveiligingsconcept dienen op elkaar te worden afgestemd. De beveiligingscomponenten dienen van el-kaar te zijn ontkoppeld. De ontkoppeling houdt in dat beveili-gings componenten met een laag afleidvermogen door de componenten met een hoger afleidvermogen worden beschermd.De leidingen, welke tussen de verschillende beveiligings compo-nenten zijn aangebracht, werken als ontkoppelings inductiviteit (zievoor de leidinglengte: installatie-gegevens en voorbeelden). Deontkoppeling kan ook met behulp van speciale inductiviteitenSP936 of SP937 worden bereikt.

4 kV 6 kV

Hoofdver deler Onderver deler Eindapparatuur

Stap 1

Ener gie- net

Bliksem - str oom I B

I B

Stootspanningsvastheid van de isolati e

Apparatuur - beveiliging

(fijn- beveiliging)

D

Stap 2 Stap 3

1,5 kV

≤ 4 kV ≤1,5 kV

Bliksem - str oom -

beveiliging (gr ofbeveiliging)

B

Over - spannings- beveiliging (middel-

beveiliging) C

Elektrische installatie

type 1type 2

type 3 ≤ 1,25 kV

Page 2: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.6 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Algemeen

Keuze van de beveiligingen:

Overspanningen veroorzaken ieder jaar weer aanzienlijke schadein elektrische installaties. De blikseminslag kan afhankelijk van de ligging van een gebouwen de wijze van constructie, lichte schade aanrichten of zware ge-volgen hebben. Daarnaast kunnen door schakelhandelingen in hetnet of installatie, overspanningen ontstaan, die storingen ofbeschadigingen veroorzaken in elektrische en/of elektronischeapparatuur.Bij de keuze van de beveiliging(en) zal altijd in aanmerking moeten worden genomen, dat naast de directe kosten (beschadiging van leidingen, kabels, apparatuur enz.) ook indirecte kosten (het uitvallen van de installatie en bijv. het computer-netwerk) ontstaan.

In onderstaande tabel worden de beveiligingen in 3 klassen ingedeeld:- Bliksemstroombeveiliging (grofbeveiliging): type 1- Overspanningsbeveiliging (middenbeveiliging): type 2- Apparaatbeveiliging (fijnbeveiliging): type 3

Voor de keuze van de beveiliging(en) dienen 2 criteria in aanmerking te worden genomen:- de omgeving, waarin het gebouw staat, in relatie tot het

bliksemgevaar- de gevoeligheid van de te beveiligen apparatuur

(1) Ondanks het mindere risico van bliksemgevaar kunnen overspanningen als gevolg van schakelhandelingen ontstaan;daarom is de toepassing van een overspanningsbeveiliging (middenbeveiliging) aan te bevelen.

Groot risico

- Bergachtig/heuvelachtiggebied

- Vrijstaande ge b o u w en in‘open’ gebied

- Gebouwen:- met bliksemafleider-

systemen- in de nabijheid van

hoge bouwwerken,bomen of in de nabijheid van hoog- spanningsleidingen

Gemiddeld risico

- Middelhoge gebouwenin steden

- Gebouwen in ‘beperktopen’ gebied

Minder risico

- Woningen in dorpen,stadsdelen

Gevoeligheid van de

apparatuur

minder gevoelig:

motoren/generatorentransformatoren

1 + 2 2 2 (1)

gevoelig:

huishoudelijke apparatuur1 + 2 2 2

zeer gevoelig:

elektrische en elektronische apparatuur

1 + 2 + 3 1 + 2 1 + 2

Omgeving in relatie tot bliksemgevaarBeveiligingskeuzetabel

Page 3: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.7Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Leidinglengte

l2

naar keuze

naar keuze

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Algemeen

Installatievoorbeelden:

Stootspannings-vastheid van deisolatie 1,5 kV

Bliksemstroom-

beveiliging

1

+

Overspannings-

beveiliging

2

+

Apparatuur-

beveiliging

3

Overspannings-

beveiliging

2

+

Apparatuur-

beveiliging

3

Bliksemstroom-

beveiliging

1

+

Overspannings-

beveiliging

2

Overspannings-

beveiliging

2

Combinaties

beveiligingen

Hoofdverdeler Onder-

verdeler 1

Onder-

verdeler 2

Apparatuur Leidinglengte

l1

15 m

15 m

2

2

2

2 3

3

3

2 3

32

2

2 3

32

2

El*1 2

El*1 2

2El*1 3

1

1

1l1

l1 l2

l2

l1

l1

l1

4 kV6 kV

* EI = Ontkoppelingsinductiviteit SP936 / SP937zie pag. 32.15

televisie

Hifi-apparatuur

PC

wasmachine

wasdroger

diepvriezer

enz.

naar keuze

15 m

naar keuze

Belangrijke installatie-gegevens:

- Voorwaarde voor een optimale betrouwbaarheid van de installatie is een volledige, volgens de geldende bepalingen uitgevoerde, potentiaalvereffening/aarding.

- De verbindingen van de verdelervoeding naar de beveiligingenen van de beveiligingen naar de potentiaalvereffeningsrail dienen zo kort mogelijk te zijn, om spanningsverliezen in de ver-bindingen te vermijden.

- De bliksemstroombeveiliging (grofbeveiliging) dient bij de voeding van de hoofdverdeler te worden gemonteerd. De overspanningsbeveiligingen (middenbeveiliging) worden bij devoeding in de onderverdelers aangebracht.

- Tussen de beveiligingscomponenten dienen bepaalde leiding-lengten te worden aangehouden:

Zoals is aangegeven, werken de leidingen, die tussen de verschil-lende componenten aangebracht zijn als ontkoppelingsinductivi-teit. Gemiddeld is voor ontkoppeling tussen de bliksemstroom- ende overspanningsbeveiligingen een leidinglengte van 15 m toe-reikend.

Indien deze leidinglengte niet kan worden gerealiseerd, dan kun-nen de ‘kunstmatige inductiviteiten’ type SP936 / SP937 wordentoegepast.

- Bliksemstroombeveiliging (grofbeveiliging): type 1- Overspanningsbeveiliging (middenbeveiliging): type 2- Apparatuurbeveiliging (fijnbeveiliging): type 3

Page 4: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.8 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Gecombineerde beveiligingen TN-C, TN-C-S

Parallelle aansluiting

De voorbeveiliging F4-F6 mag max. 315 A bedragen.

FgL/gG

F≤ 125 A

�OK

F> 125 A

�TNC

parallel

F

F1 - F2gL/gG

F1> 315A

�F2

= 315A

F1≤ 315A

�F2

F

F1 S2 S3 F2A mm2 mm2 A

25 10 16 -35 10 16 -40 10 16 -50 10 16 -63 10 16 -80 10 16 -

100 16 16 -125 16 16 -160 25 25 -200 35 35 -250 35 35 -315 50 50 -

>315 50 50 315

F1- F3 S2 S3A mm2 mm2

25 10 1635 10 1640 10 1650 10 1663 10 1680 16 16

100 25 16125 35 16

De voorbeveiliging F4-F6 mag max. 125 A bedragen

Toepassing in meerdere stroomstelsels:

TN-C stelsel en TN-C-S stelsel

SPN800 - SPN800R

Seriële aansluiting

Page 5: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.9Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

FL1

L2

L3

PE

S2

S3

L1'

L2'

L3'

N N'

PE’

SPN 801 - SPN 801RL1 L1' L2 L2' L3 L3' N N'

PE

Parallelle aansluiting

F2

F1L1

L2

L3

PE

S2

L1'

L2'

L3'

PE

N N'

L1 L1' L2 L2' L3 L3'

PE

S3

SPN 801 - SPN 801RN N'

FgL/gG

F≤ 125 A

�OK

F> 125 A

�TNS

parallel

F

F1 - F2gL/gG

F1> 315 A

�F2

= 315 A

F1≤ 315 A

�F2

F1

F2

F1 S2 S3 F2A mm2 mm2 A

25 10 16 -35 10 16 -40 10 16 -50 10 16 -63 10 16 -80 10 16 -

100 16 16 -125 16 16 -160 25 25 -200 35 35 -250 35 35 -315 50 50 -

>315 50 50 315

F S2 S3A mm2 mm2

25 10 1635 10 1640 10 1650 10 1663 10 1680 16 16

100 25 16125 35 16

Toepassing in meerdere stroomstelsels:

TN-S stelsel

SPN801 - SPN801R

Seriële aansluiting

2

1CLICK !

2

1

GrünGreenVert

Zielony

RotRed

RougeCzerwony

OK

groen rood

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Toepassing in stroomstelsels TN-S

Steekelement

Page 6: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.10 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Toepassing in stroomstelsels TT

INL1

L2

L3

N

S2

S3

L1'

L2'

L3'

N'

PE

L1 L1' L2 L2' L3 L3'

PE

N N'

SPN 802 - SPN 802R

Parallelle aansluiting

SPN80xR

IN1

S2

L2

L3

N

L1

L2'

L3'

N'

L1'

S3

PE

IN2

L1 L1' L2 L2' L3 L3'

PE

N N'

SPN 802 - SPN 802R

Toepassing in meerdere stroomstelsels:

TT stelsel

SPN802 - SPN802R

Seriële aansluiting

11 14 12

max. 1.5 mm2

I mini 250 V AC / 0,5 A250 V DC / 0,1 A

I maxi 125 V DC / 0,2 A75 V DC / 0,5 A

121411

> 20 cm

L2 L2' L3 L3'

PE

Pozidriv 3

7 Nm

mini L1, L1’,L2, L2’,L3, L3’, N, N’, PE, �

35 mm2 50 mm2

10 mm2

maxi L1, L2, L3, N, PE

25 mm2 35 mm2maxi L1’, L2’, L3’, N’, �

IN≤ 125 A

OK

IN

IN> 125 A

TT 3+1parallel

IN

1616161616161616

FA

S2mm2

1010101010162535

S3mm2

253540506380

100125

315 AgL/gG

IN1 IN2Type

IN

> 315 AgL/gG

315 AgL/gG

> 160 A 160 A

160 A

Hager

HagerHager

Hager

16161616161616162535355050

F1A

S2mm2

10101010101016162535355050

S3mm2

253540506380

100125160200250315

> 315

Aarding Hulpcontacten

Page 7: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.11Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Gecombineerde beveiligingen

Gecombineerde beveiligingen SPN800(R) t.b.v. TN-C-netten Gecombineerde beveiligingen SPN801(R) en SPN802(R)

voor TN-S- of TT-netten

Bestelnr. SPN800(R)

Normen EN 61643-11

Breedte in modulen (17,5 mm) 6 8 8

Netstelsel TN-C, TN-C-S

Nominale spanning Uc(max.toegelaten spanning)

255 V / 50 Hz

Beproevingsstroom Iimp(10/350 μs) 75 kA

Beschermingsniveau Up ≤ 1,5 kV

Voorbeveiliging

- seriele bedrading - parallelle bedrading

125 A315 A

Kortsluitvastheid Ifi 50 kA rms

Beschermingsgraad IP 20

Bedrijfstemperatuur - 40°C tot 60°C

Aanspreektijd ≤ 100 ns

Aandraaimoment 7 Nm

SPN801(R)

TN-S

100 kA

SPN802(R)

TT

Page 8: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.12 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Toepassing

Toepassing in meerdere stroomstelsels:

TN-C-stelsel en TN-C-S-stelsel

a of een 3-polige bliksemstroom-beveiliging SP320

b of een 4-polige overspanningsbeveiliging SPN415(Opmerking: Bij de meerpoligeoverspanningsbeveiligingen is de aarde-aansluiting reeds doorverbon-den)

De voorbeveiliging F2 kan vervallen, indien de beveiligingF1 ≤ 100 A is.

Aansluitschema, voorbeeld TN-C-stelsel

Opmerking:

Indien de beveiliging F3 groter is dan 125 A, dan dient een extravoorbeveiliging F4 van 125 A te worden opgenomen.

TN-S-stelsel

Bij een TN-S-stelsel is voor de nulleider een extrabliksemstroom- en overspanningsbeveiliging vereist.

ba

Page 9: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.13Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging Toepassing

Toepassing in TT-stelsel:2-traps beveiligingsconcept in TT-stelsel. Hier wordt de bliksemstroombeveiliging SP150 toegepast.

Opmerking:Indien de beveiliging F3 groteris dan 125 A, dient een extravoorbeveiliging F4 van 125 Ate worden opgenomen.

Aansluitschema, TT-stelsel met aardlekschakelaar

Opmerking:Indien een grofbeveiliging en middenbeveiliging in 1 verdelerworden opgenomen, moet een ontkoppelingsinductiviteit wordentoegepast.

a of één 3-polige bliksemstroombeveiliging SP320b of 3 x SPN115 + 1 x SPN118

a b

NB: in de gedruktecatalogus is neven-

staand schema onjuist

Page 10: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.14 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroombeveiliging type 1

Niet uitblazende bliksemstroombeveilingen

grofbeveiliging type 1

Deze beveiligingen kunnen zeer energierijke stootstromen (IEC 1024-1) verwerken.

Door de gekapselde bouwvorm, waardoor geen uitblazing plaats-vindt, kunnen de beveiligingen direct naast de hoofdschakelaarworden gemonteerd.

De beveiligingen SP120 en SP320 behoeven in installaties meteen voorbeveiliging van kleiner dan 160 A niet apart te wordenvoorbeveiligd. Bij installaties met een voorbeveiliging groter dan160 A, dienen de bliksemstroombeveiligingen met een voorbeveili-ging van 160 A te worden beveiligd (zie aansluitschema’s op de vorige pagina’s).

Bliksemstroombeveiliging SP120 Bliksemstroombeveiliging SP320 Bliksemstroombeveiliging SP150

SP120SP150

SP320

Best.nr. SP120 SP320 SP150 *

Normen EN 61643-11, IEC 61643-1

Aantal polen 1 3 1

Afmeting (modulen) 2 4 2

Max. bedrijfsspanning Uc 255 V / 50 Hz

Kortsluitstroomblussend

bij max. bedrijfsspanning Uc

1,5 kAeff 100 Aeff

Beproevingsstroom Iimp(10/350 μs)

25 kA (1-polig) 75 kA (3-polig) 50 kA (1-polig)

Beveiligingsniveau ≤ 4 kV

Max.voorbeveiliging

(zie boven)160 A gL/gG -

Kortsluitvastheid

(bij max. voorbeveiliging)50 kA / 50 Hz -

Beschermingsgraad

Aanspreektijd ta

IP20

≤ 100 ns

Omgevingstemperaturen:

Opslagtemperatuur -40°C tot +80°C

Bedrijfstemperatuur -40°C tot +80°C

Isolatieweerstand ≥ 103 MΩ

Aansluiting:

adereindhuls

massief

10 tot 35 mm2

10 tot 50 mm2

Aandraaimoment 7 Nm

* Speciale uitvoering voor toepassing in TT-stelsel (schakeling 3+1)tussen nulleider N en aarde PE / potentiaalvereffening.

E DIN VDE 0675-6: 1989-11 en -6/A1:1996-03 en -6/A2:1996-10

Page 11: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.15Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Bliksemstroom en overspanningsbeveiliging ontkoppelingsinductiviteit

Ontkoppelingsinductiviteit (EI) SP936 35A

Bi-connect aansluiting (bovenzijde)

SP936

Ontkoppelingsinductiviteit (El) SP937 63 A

Bi-connect aansluiting (bovenzijde)

SP937

De ontkoppelingsinductiviteiten (EI) zijn ‘kunstmatige’ inductivitei-ten, die tussen de bliksemstroombeveiliging type 1 (grofbeveili-ging) en de overspanningsbeveiligingen type 2(middenbeveiliging) kunnen worden geplaatst.

Indien de natuurlijke inductiviteit van de bedrading / bekabelingtussen de componenten niet toereikend is - aanbeveling: min. 15 meter leidinglengte - dan dient een inductiviteit te wordenopgenomen. De inductiviteiten zijn geschikt voor een nominalestroom van max. 35A, resp. 63 A.

F1

L1

B C

L1

PAS

EI

Aansluitschema van ontkoppelingsinductiviteit (EI)

1: Bliksemstroombeveiliging SP120EI: Ontkoppelingsinductiviteit2: Overspanningsbeveiliging, bijv. SPN115 of SPN117

Voorbeveiliging:De inductiviteiten worden voorbeveiligd met max. 35 A (SP936),resp. 63 A (SP937).

Best.nr. SP936 SP937

Uitvoering Modulair Modulair

Afmetingen (modulen) 2 4

Nominale spanning Un 500 V~ / 50 Hz

Nominale stroom In 35 A 63 A

Inductiviteit 15 μH ± 20% 15 μH ± 20%

Beschermingsgraad IP20

Opgenomen vermogen 5 W 8 W

Kortsluitvastheid

(bij max. voorbeveiliging)50 kA / 50 Hzvoorbeveiliging 35A gl / gG

50 kA / 50 Hzvoorbeveiliging 63 A gl / gG

1 2

Page 12: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.16 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging type 2

Overspanningsbeveiliging1-polig SPN117

Overspanningsbeveiliging3-polig SPN317

Overspanningsbeveiliging4-polig SPN417 (4+0)

Overspanningsbeveiliging4-polig SPN419 (3+1)

Overspanningsbeveiligingen (middenbeveiliging type 2)

Deze beveiligingen kunnen stootstromen tot 20 kA (volgens de im-pulsvorm 8/20 µs) meerdere malen afleiden. De restspanning (be-veiligingsniveau) bij 20 kA bedraagt 1,25 kV. Volgens derichtlijnen, zijn de overspanningsbeveiligingen voorzien van eenthermische beveiliging. De beveiliging schakelt het beveiligings-element - een vermogensvaristor - van het net, wanneer dezedoor frequent voorkomende of energierijke overspanningen wordtoverbelast. Een defect-indicatie (rood) op de voorzijde van hetsteekelement signaleert de afschakeling van het beveiligingsele-ment. Het voordeel van een 2-delige uitvoering is de mogelijkheid

om tijdens een isolatiemeting het steekelement te verwijderen; te-vens kan het steekelement in geval van aanspreken worden uitge-wisseld zonder dat de voeding behoeft te worden uitgeschakeld.De overspanningsbeveiligingen zijn zowel met als zonder signale-ringscontact leverbaar. Met behulp van het signaleringscontactkan de functie, resp. een defect van de beveiliging worden gemeld. Bij de meerpolige uitvoeringen wordt de functie van allevaristors, resp. het defect van minstens 1 varistor gemeld. Deoverspanningsbeveiligingen zijn voorzien van bi-connect aansluit-klemmen. Hierdoor kunnen de beveiligingen eenvoudig wordendoorverbonden met een aardlekschakelaar of installatieautoma-ten.

L1

F2

F1

PE

N

SPN 015 SPN 015

“3” + “0”

L3

F2

F1

L2

L1

PEN

PEN

SPN 015 SPN 015 SPN 015

L1 L2 L3

“4” + “0”

L3

F2

F1

L2

L1

N

PE

NL1 L2 L3

SPN 015SPN 015 SPN 015 SPN 015

L3

F2

F1

L2

L1

N

SPN 018

PE

L1 L2 L3 N

SPN 015 SPN 015 SPN 015

“3” + “1”

S SPN115 is gelijk aan SPN117,

echter zonder signalerings-contact

SPN315 is gelijk aan SPN317,echter zonder signalerings-contact

SPN415 is gelijk aan SPN417,echter zonder signalerings-contact

SPN418 is gelijk aan SPN419,echter zonder signalerings-contact

Voorbeveiliging / montage-aanwijzingen:- Aansluitschema’s zie pag. 32.12 en 32.13.- De overspanningsbeveiligingen mogen met maximaal 125 A wor-den voorbeveiligd.

- De potentiaalvereffeningsleiding gemeten te worden. De mini-male doorsnede dient 6 mm2 te bedragen.

- De verbindingen naar de overspanningsbeveiligingen en van debeveiligingen naar de potentiaalvereffeningsrail dienen zo kortmogelijk te zijn en van gelijke doorsnede als de hoofdstroomge-leiders, met een max. van 25 mm2 (soepel) of 35 mm2 (massief).

Schakelvariant 4+0 en 3+1:

4+0:4 steekelementen in varistor-uitvoering voor toepassing in TN-S stelsel

3+1:3 steekelementen in varistor-uitvoering + 1 steekelement in gasontladingsafleider-uitvoering voor toepassing in TT-stelsel

Aansluiting van het potentiaalvrije signaleringscontact bij deoverspanningsbeveiligingen SPN117, SPN317, SPN417,SPN419Schakelvermogen:

Bestelnummer reservecontactblokje: H99/OSB1

Min. 0,25 mm2 0,25 mm2

Max. 1,5 mm2 1,5 mm2

250 V AC / 0,5 A250 V DC / 0,1 A

125 V DC / 0,2 A75 V DC / 0,5 A

12 14 11

NB: de montageaanwijzingen hierboven zijniets uitgebreider dan in de gedrukte catalogus

Page 13: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.17Technische wijzigingen voorbehouden

Mod

ulai

r sch

akel

enen

bev

eilig

en

Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging type 2

Technische gegevens:

Best.nr. SPN015 SPN018

Normen EN61643-11, IEC61643-1

Afmeting (modulen) 1

Nominale spanning Un 230 V~ (50/60 Hz) 230 V~ (50/60 Hz)

Max. bedrijfsspanning Uc 275 V~ (50/60 Hz) 255 V~ (50/60 Hz)

Nominale afleidstroom Isn (8/20 μs) 15 kA 20 kA

Max. afleidstroom Imax (8/20 μs) 40 kA 30 kA

Beveiligingsniveau Up ≤ 1,5 kV ≤ 1,5 kV

Max. voorbeveiliging 125 A gL / gG –

Techniek Varistor (defectindicatie: rood) Gasontladingsafleider

Steekelement voor SPN115, SPN117, SPN315, SPN317,SPN415, SPN417, SPN418, SPN419

SPN118, SPN418, SPN419

Omgevingstemperaturen:

OpslagtemperatuurBedrijfstemperatuur

-40°C tot + 80°C-40°C tot + 80°C

Overspanningsbeveiliging - steekelementen

(middenbeveiliging type 2)

Best.nr. SPN115 SPN117 SPN118 SPN315 SPN317 SPN415 SPN417 SPN418 SPN419

Steekelement 1 xSPN015

1 xSPN015

1 xSPN018

3 xSPN015

3 xSPN015

4 xSPN015

4 xSPN015

3 x SPN0151 x SPN018

3 x SPN0151 x SPN018

Aantal polen 1 1 1 3 3 4 4 4 4

Omgevings-

temperatuur

Beschermingsgraad IP20

Signaleringscontact – 3 – – 3 – 3 – 3

Signaleringscontact

(wisselcontact)Schakelvermogen

250 V AC – 0,5 A – – 0,5 A – 0,5 A – 0,5 A

250 V DC – 0,1 A – – 0,1 A – 0,1 A – 0,1 A

125 V DC – 0,2 A – – 0,2 A – 0,2 A – 0,2 A

75 V DC – 0,5 A – – 0,5 A – 0,5 A – 0,5 A

Aansluiting

signaleringscontact:

min.max.

––

0,25 mm2

1,5 mm2

––

––

0,25 mm2

1,5 mm2

––

0,25 mm2

1,5 mm2

––

0,25 mm2

1,5 mm2

Aansluiting:

soepel met adereindhuls

massief

Overspanningsbeveiliging

(middenbeveiliging type 2)

-40°C tot + 80°C

1,5 mm2 … 25 mm2

1,5 mm2 … 35 mm2

Aandraaimoment 5 Nm

Page 14: Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging Algemeen

32.18 Technische wijzigingen voorbehouden

Bliksemstroom- en overspanningsbeveiliging type 3

Om een optimale overspanningsbeveiliging te garanderen, is hetaan te bevelen om groepen met eindapparatuur, zoals bijv. perso-nal computers, hifi-apparatuur, tebis-producten enz. te voorzienvan een apparaatbeveiliging SP202N.De apparaatbeveiliging is de laatste stap van het net-beveiligings-concept. De apparaatbeveiliging heeft de taak om het spannings-niveau naar een voor de apparatuur acceptabele waarde te

reduceren. De apparaatbeveiliging SP202N kan recht streeks ach-ter de middenbeveiliging worden geïnstalleerd. De beveiliging isvoorzien van een signaleringscontact, voor signalering op afstanden een groene LED-indicatie (in bedrijf) aan de voorzijde. ZodraLED-indicatie uit is dan is SP202N defect.

Apparaatbeveiliging SP202N (fijnbeveiliging type 3) Aansluitschema:

hager

SP202N

368823

230 V ~ 50/60

In: 3/5 kA

Uoc: 6/10 kV

Up: 1,25 kV

Uc: 256 V ~ PE

hagerSP202N368823

N L LN

230 V ~ 50/60

In: 3/5 kA

Uoc: 6/10 kV

Up: 1,25 kV

Uc: 256 V ~

PE

N

L

Technische gegevens: Overspanningsbeveiliging:

Apparaatbeveiliging

(Fijnbeveiliging type 3)

Best.nr. SP202N

Normen EN 61643-11, IEC 61643-1

Afmeting (modulen) 2

Nominale spanning Un 230 V~ (50/60 Hz)

Max. bedrijfsspanning Uc 250 V~ (50/60 Hz)

Nominale afleidstroom

Isn (8/20 μs)L(N) PE, L N = 3 kAL + N PE = 5 kA

Uoc L(N) PE, L N = 6 kVL + N PE = 10 kV

Beveiligingsniveau Up L N ≤ 1,25 kVL(N) PE ≤ 1,5 kV

Voorbeveiliging 16 A gL/gG of C 16 A

Aanspreektijd ta L N: ≤ 25 ns ; L(N) PE: ≤ 100 ns

Omgevingstemperaturen:

OpslagtemperatuurBedrijfstemperatuur

-40°C tot + 80°C-40°C tot + 80°C

Aansluiting:

adereindhulsmassief

1 mm2 … 6 mm2

1,5 mm2 … 10 mm2

IP20

Signaleringscontact

Schakelvermogenverbreekcontact

250 V AC 0,5 A

250 V DC 0,1 A

125 V DC 0,2 A

75 V DC 0,5 A

Aansluiting signaleringscontact:

soepel met adereindhulsmassief

1 mm2 … 2,5 mm2

1,5 mm2 … 2,5 mm2

Beschermingsgraad