ALGEMEEN - CentraLine · 2016. 4. 25. · ALGEMEEN Dit document bevat instructies en procedures...

HONEYWELL

Copyright © 2007 Honeywell GmbH All Rights Reserved NL1B-0203GE51 R0507A

R7426A,B,C TEMPERATUUR REGELAAR

MET OF ZONDER JAARKLOK OPSTART EN IN BEDRIJFSTELLING

Fig. 1. Temperatuur regelaar

Inhoud Algemeen ............................................................................ 1 Voor aanvang installatie ...................................................... 1 Montage .............................................................................. 1 Bedrading ............................................................................ 2 Voeding en aarding.............................................................. 2 Configuratie en ControleParameters ................................... 3 Configuratie instellingen ...................................................... 6 Parameter in- en verstellingen............................................. 8 Bedieningsoverzicht ...........................................................11 Notities tijdprogramma’s (alleen bij klokfunctie) ................. 19

ALGEMEEN Dit document bevat instructies en procedures voor opstart en inbedrijfstelling van MicroniK200 R7426A,B,C regelaars. Voor montage en installatie zijn geen speciale gereedschappen benodigd. De parameters kunnen eenvoudig versteld worden via de bedieningstoetsen, uitlezing gebeurd via het LCD venster.

VOOR AANVANG INSTALLATIE • Controleer de apparatuur visueel op transportschade.

Rapporteer eventuele schade aan Honeywell. • Zie voor specifieke installatie informatie en

montageplaats de projecttekeningen. • Controleer of de regelaar op de juiste wijze op de

voeding is aangesloten, relais en andere componenten kunnen elektromagnetische interferentie veroorzaken.

• Controleer of de omgevingstemperatuur en relatieve vochtigheid onder de 50°C en 95%RV blijven.

• Gebruik afgeschermde bekabeling in gebieden met hoge EMI.

• Alle meetleidingen dienen minstens 15cm verwijdert te zijn van voedingskabels.

• Installeer de regelaars niet in de directe omgeving van frequentieregelaars of bronnen met snel wisselende belastingen.

MONTAGE De regelaars zijn geschikt voor, muur, DIN rail of paneeldeur montage met een optioneel paneeldeur montage set. De montage afmetingen staan weergegeven op de, met de regelaar meegeleverde, installatie voorschriften EN1B-0202GE51. Indien een compensatie opnemer (Buitentemp.T3) op meerdere regelaars wordt gebruikt dient jumper W303 slechts bij één regelaar te zijn gemaakt. Bij de overige regelaars moet W303 worden geknipt voordat de regelaar gemonteerd wordt. Dit verbreekt de opnemer van de interne voeding. (zie Fig. 2).

MicroniK 200

R7426A,B.C TEMPERATUUR REGELAAR MET OF ZONDER JAARKLOK

NL1B-0203GE51 R0507A 2

BEDRADING De regelaar is voorzien van schroefaansluitingen. Deze aansluitingen zijn geschikt voor draad met een massieve kern of soepel draad met een vertint uiteinde tot een doorsnede van 1.5mm2.

Tabel 1. Aansluitingen regelaar en CPA/SPA potentiometer

R7426A,B,C T7412B1016 T7412B1057/1008 T7412C1030/1006

T7412B1024T7412B1040

Klem 2 Klem 4 Klem 4 Klem 4 Klem 4 Klem 5 Klem 6 Klem 5+6

R7426A,B,C 43193982-001 - - Klem 2 Klem 1 - - Klem 4 Klem 3 - -

Tabel 2. Draaddoorsnede en lengte

maximale lengte bedrading type

bedrading 1.0 mm2 1.5 mm2 Van regelaar naar alle ingangen uitgangscom-ponenten.

standaard 100 m 150 m

W303

Fig. 2. Aansluiting van compensatie opnemer T3

Tabel 3. Jumper states

jumper1) state omschrijving gesloten T3 voeding uit deze regelaar W303 open T3 voeding uit andere regelaar

1) Basisinstelling jumper = gesloten. Jumper W303 alleen knippen als opnemer T3 gevoed wordt uit een andere regelaar (parallel aansluiting tot maximaal 6 regelaars). De bedrading dient te worden aangesloten volgens de meegeleverde montage en installatie voorschriften EN1B-0202GE51. Voor de bedrading van de CPA/SPA potentiometers zie Tabel 1. Voor maximale kabellengte zie Tabel 2.

VOEDING EN AARDING 1. Aansluiten conform project tekeningen en controleer de

juiste voedingspanning van de transformator (230Vac) en de regelaar (24Vac).

2. Verbind de voedingspanning met de primaire zijde van de transformator. De transformator moet voldoende zijn beveiligd tegen overbelasting of kortsluiting en daarom worden gevoed via een schakelautomaat of smeltveiligheid. Controleer de bedrading alvorens de spanning in te schakelen.

3. De secundaire zijde van de transformator aansluiten op de klemmen 18 (24V~ ) en 19 (24V⊥) van de regelaar. Indien er meerdere regelaars op een en dezelfde transformator zijn aangesloten moeten alle klemmen 19 met de 24V⊥ zijn doorverbonden.

4. De secundaire zijde van de transformator hoeft niet te worden aangesloten op een gemeenschappelijke aardklem.


3 NL1B-0203GE51 R0507A

CONFIGURATIE EN CONTROLEPARAMETERS De regelaars R7426A,B,C hebben de keuze voor een laag of hoog temperatuurbereik met bijbehorende fabrieksinstellingen*). Afhankelijk van de gekozen instelling via parameter C.04 (Ctrltyp) worden automatisch de lage of hoge basisinstellingen geselecteerd.

config. par. R7426 nr. naam

omschrijving Fabriek instelling A B C

actuele instell.

C.01 DIR/REVY1 Uitgangsactie van uitgang Y1 direct - of omgekeerd werkend Dir x C.02 DIR/REVY3 Uitgangsactie van uitgang Y3 direct - of omgekeerd werkend Dir x C.03 DIR/REVY2 Uitgangsactie van uitgang Y2 direct - of omgekeerd werkend Dir x

Dir Rev

Direct werkend uitgangssignaal Omgekeerd werkend uitgangssignaal

C.04 Ctrltyp1) Selecteer een laag of hoog meetbereik als basisinstelling Lo x x x Instel-

ling Temperatuurbereik Waarde *)

Lo Hi1 Hi2

0...50°C voor ventilatie systemen (fabriek instelling) 0...130°C voor verwarming systemen 0...130°C voor aan/uit schakeling circulatiepomp

I II II

C.05 CPATYP Type geselecteerde opnemer / setpointverstelling. 0 x x x CPA

Type Potmeter Weerstand

CPA/SPA bereik

Type opnemer / instelpunt verstelling

0 intern CPA: ±5K intern 1 953...1053Ω CPA: ±5K T7412B1016 (Pt 1000)

2 100kΩ...0Ω CPA: ±5K T7412B1057 / T7412C1030 (Pt 1000) T7412B1008 / T7412C1006 (NTC 20kΩ) 43193982-001

3 10...20kΩ SPA: 15 ... 30°C

T7412B1024 (BALCO 500) T7412B1040 (Pt 1000)

4 0...10kΩ CPA: ±5K T7460B1009 (NTC 20kΩ) 5 0...100kΩ SPA: 15...30°C 43193982-001 6 0...100kΩ SPA: 0...50°C

of 0...130°C 43193982-001

C.06 YRange Uitgangssignaal voor uitgangen (Y1, Y2 en Y3) 1 x 0

1 2 ... 10 Vdc 0 ... 10 Vdc

C.07 Startup Vrijgave start-up routine OFF x x OFF

ON Uit Aan

C.08 Y1Status Uitgangssignaal Y1 4 x x C.09 Y3Status Uitgangssignaal Y3 4 x C.10 Y2Status Uitgangssignaal Y2 4 x

0 1 2 3 4

3-punt sturing 2-stappen aan/uit 3-stappen binair aan/uit Vaste pulslengte modulatie 0...10V

C.11 YStatus Uitgangen voor volgorde -, stappen - of aan/uit - regeling. 0 0 Volgorde regeling ⇒ Y1=luchtkleppen, Y2=koelen, Y3=verwarmen x x 1 Volgorde regeling ⇒Y1&Y2&Y3 voor verwarmen of koelen;

6 stappen aan/uit ⇒ Y1&Y2&Y3 voor verwarmen of koelen x

xx

2 Volgorde regeling ⇒Y1&Y3 voor verwarmen, Y2 voor koelen; 4 stappen aan/uit ⇒Y1&Y3 voor verwarmen, Y2 voor koelen

xx

x

3 Volgorde regeling ⇒Y1&Y3 voor koelen, Y2 voor verwarmen; 4 stappen aan/uit ⇒Y1&Y3 voor koelen, Y2 voor verwarmen

xx

x

4 2 stappen aan/uit ⇒ Y1=luchtkleppen, Y3=verwarmen, Y2=koelen x x 5 15 stappen binair aan/uit ⇒ Y1&Y3 voor verwarmen, Y2 voor koelen x

Tabel 4. Configuratie parameters R7426A,B,C


NL1B-0203GE51 R0507A 4

config. par. R7426

nr. naam omschrijving

default setting

I / II A B Cactual value

C.12 T2ext Temperatuuropnemer T2 aangesloten of T1 doet tevens dienst als T2. 0 x x x 0

1 T2 is aangesloten T1 = T2

C.13 LimTyp Begrenzingsregeling als minimale- of maximale begrenzing. 0 / 1 x x x 0

1 Minimaal begrenzing Maximaal begrenzing

C.14 Senstyp Type temperatuuropnemer detectie automatisch of NTC opnemer. 0 x x x 0

1 Automatisch NTC opnemers

C.15 Y1CTRF Regelactie van uitgang Y1 of activeren zomer/winter omschakeling. 0 / 1 x x x R7426A R7426B,C 0

1 2

Koelen Verwarmen Zomer/Winter omschakeling

0 1

Mengluchtkleppen Warmteterugwinning

C.16 AddHour2) Omschakelen van winter- naar zomertijd in maand 3 x x x Min.

Max. 0 (uitschakelen winter/zomertijd omschakeling) 12

(March)

C.17 SubHour2) Omschakelen van zomer naar wintertijd in maand. 10 x x x Min.

Max. 0 (uitschakelen zomer/wintertijd omschakeling) 12

(Oct.)

C.18 PSTG_H2) 3) Optimaliseringswaarde voor verwarmen. 0 K/min x x x Min.

Max. 0 (uitgeschakeld) 2

C.19 PSTG_C2) 3) Optimaliseringwaarde voor koelen. 0 K/min x x x Min.

Max. 0 (uitgeschakeld) 2

C.20 tvd2) Vrijgave luchtklepregeling voor aanvang comfort tijdstip. 15 min x x Min.

Max. 0 (normale regeling) 90

C.21 Adapt2) Optimaal start adaptatie snelheid. 50% x x x Min.

Max. 0 100

C.22 Adr1) Serieel communicatie adres voor bediening via PC. 254 x x x Min.

Max. 0 255

C.23 DefProg Regelaar terug naar fabrieksinstellingen 0 x x x 0

1 Automatische instelling na reset functie Terug naar fabrieksinstellingen

1) Ingestelde waarde verandert niet als de regelaar ge-reset wordt naar fabrieksinstelling. 2) Alleen bij regelaars met ingebouwde klokfunctie. 3) Waarde kan door de regelaar worden overschreven door adaptieve werking, resolutie = 0.01 K/min

Voor een gedetailleerde omschrijving van de configuratieparameters zie hoofdstuk: CONFIGURATIE INSTELLINGEN. Tabel 4. Configuratie parameters R7426A,B,C (deel 2)


5 NL1B-0203GE51 R0507A

Regelparameter Instelling R7426

nr. naam omschrijving

Laag Laag def.

Reso-lutie

Tech. Eenh.

A B Cactuele intell.

P.01 W1 Hoofd instelpunt ingang T1 0 50/130 21/70 0.5 °C x x x

P.02 Wlim Instelpunt begrenzing (Wmin of Wmax) ingang T2

5 / 30

50 / 130

16 / 90 1 °C x x x

P.03 Wcomp Compensatie omschakelpunt ingang T3 -5 40 20 1 °C x x x

P.04 Wi Autoriteit wintercompensatie -350 +350 0 2 % x x x

P.05 Su Autoriteit zomercompensatie -100 +100 0 1 % x x x

P.06 Wcas Cascade instelpunt OFF, 0 50 20 0.5 °C x x x

P.07 Rcas Invloed cascade-instelling 0 40 10 0.5 K x x x

P.08 Xp1 Bandbreedte hoofdregeling T1 0.5 40 2 0.5 K x x x

P.09 Xp2 Bandbreedte begrenzingregeling T2 0.5 40 10 0.5 K x x x

P.10 Xpc Koeling bandbreedte bij volgorde regeling OFF, 1 40 3 0.5 K x x

P.11 Xph Verwarmer bandbreedte bij volgorde regeling 1 40 6 0.5 K x x

P.12 tr11) Integratietijd hoofdregeling T1 OFF, 20 sec

20 min OFF 10/

0.5 sec/ min x x x

P.13 tr21) Integratietijd begrenzingregeling T2 OFF, 20 sec

20 min OFF 10/

0.5 sec/ min x x x

P.14 MINPOS Minimale positie luchtklepmotoren 0 50 20 1 % x x

P.15 Ystart Startpunt voor uitgang Y1 -20 +20 0 0.5 K x x x

P.16 SOFFS Verschuiving hoofdinstelling tijdens Stand-by 0 10 2 0.1 K x x x

P.17 T1Cal Calibratie van opnemer T1 -20 +20 0 0.1 K x x x



P.20 RetOffs Aantal graden verhoging t.o.v. de ruimte-temperatuur als T1 in een afzuigkanaal wordt geplaatst.

OFF, 0 5 OFF 0.1 K x x

P.21 RuntimeY1 Looptijd servomotor uitgang Y1 6 180 60 1 sec x x

P.22 RuntimeY3 Looptijd servomotor uitgang Y3 6 180 60 1 sec x

P.23 RuntimeY2 Looptijd servomotor uitgang Y2 6 180 60 1 sec x

P.24 NightLow2) Absolute minimale nachttemperatuur OFF, 8 19 OFF 1 °C x x x

P.25 NightHigh2) Absolute maximale nachttemperatuur OFF, 21 40 OFF 1 °C x x x

P.26 NOFFS2) Verschuiving hoofdinstelling in nachtbedrijf 0 30 5 0.1 K x x x 1) als tr > 2 min ⇒ resolutie = 0.5 min, als tr < 2 min ⇒ resolutie = 10 sec 2) Alleen bij regelaars met ingebouwde klokfunctie.

Voor een gedetailleerde omschrijving van de regelparameters zie hoofdstuk: PARAMETER IN- EN VERSTELLINGEN. Tabel 5. Regel parameters R7426A,B,C


NL1B-0203GE51 R0507A 6

CONFIGURATIE INSTELLINGEN De parameters (C.08, C.09, C.10) van de uitgangssignalen van regelaars R7426A,B zijn standaard op 4 ingesteld. Dit is gedaan om de aangesloten servomotoren niet te beschadigen tijdens het inschakelen van de voedingsspanning. Voor een optimaal werkende regeling moeten alle parameters op hun juiste instelling gecontroleerd en, eventueel, ingesteld worden. De regelaar zal de aangesloten 3-punts servomotoren synchroniseren voordat de regeling actief wordt.

Direct - Reverse werkend Dir/Revx, x = Y1, Y2 or Y3 (C.01...C.03) De regelactie van de analoge uitgangen van de R7426C regelaar moeten gecontroleerd worden op het juist openen en sluiten van de regelafsluiters of luchtklepservomotoren. Dit is afhankelijk of 2-weg of 3-weg regelafsluiters zijn toegepast. Bij luchtklepsecties is dit afhankelijk van de constructie van het aandrijfgedeelte en de plaats van de motor. Afhankelijk van het type servomotor kan de regelactie ook op de servomotor zelf worden ingesteld. (Zie hiervoor de technische specificaties van de betreffende servomotor). Bij de R7426A, B regelaars kan de regelactie voor de 3-punts motoren gewijzigd worden door het wisselen van de bedrading op uitgangen open en dicht (uitg, 2 – uitg. 1).

Regelbereik selectie Ctrltyp (C.04) Met de parameter Ctrltyp kunnen regelaars ingesteld worden op een laag (Lo) of hoog regelbereik (Hi). (Lo = 0...50°C of Hi1/Hi2 = 0...130°C). Afhankelijk van deze parameterinstelling wijzigt het instelgebied van de hoofdinstelpunt (W1), begrenzings-instelpunt (Wlim) en het cascade instelpunt (Wcas). Voor luchtbehandeling is Ctrltyp “Lo” geschikt en voor water zijdige regelingen de Ctrltyp “Hi1 of Hi2.” De normale werking is actief als de configuratie Ctrltyp op Hi1 voor waterzijdige regelingen is ingesteld. Als Ctrltyp op Hi2 wordt ingesteld wordt, bij regelaars met een ingebouwde klokfunctie, de volgende extra functie actief: De regelaar schakelt de uitgang (klem 9-10) van - de buitentemperatuur > 8°C en - Y1 langer als 5 minuten 0% is tijdens Comfort -, Stand-by - of Nacht - status. Bij het veranderen van de parameter Ctrltyp van Hi naar Lo of omgekeerd, veranderen alle parameters, die bij deze ingestelde Ctrltyp waarde hoort, naar hun basisinstelling. Om alle parameters gelijktijdig naar hun fabrieksinstelling te zetten wordt verwezen naar hoofdstuk “Het resetten naar de fabrieksinstelling“.

Instelpunt / Instelpunt verstelling CPATYP (C.05) Het instelpunt van de regeling kan versteld worden via de interne of externe potentiometer aangesloten op de CPA/SPA ingang van de regelaar. Het type van de potentiometer kan gekozen worden met de parameter CPATYP (zie Tabel 6).

Tabel 6. Selectie CPA/SPA Type

CPATYP CPA / SPA bereik opnemer type

CPATYP 0 CPA: ±5 K intern CPATYP 1 (953...1053Ω) CPA: ±5 K T7412B1016 (Pt 1000)

CPATYP 2 (100kΩ...0Ω) CPA: ±5 K

T7412B1057 (Pt 1000) T7412C1030 (Pt 1000) T7412B1008 (NTC 20kΩ) T7412C1006 (NTC 20kΩ) 43193982-001

CPATYP 3 (10...20kΩ)

SPA: 15 ... 30°C

T7412B1024 (BALCO 500) T7412B1040 (Pt 1000)

CPATYP 4 (0...10kΩ) CPA: ±5 K T7460B1009 (NTC 20kΩ)


SPA: 15...30°C 43193982-001


SPA: 0...50°C or 0...130°C 43193982-001

Selectie uitgangssignaal YRange (C.06) De parameter YRange is alleen aanwezig bij de R7426C regelaar. Het bereik 0...100% van het uitgangssignaal kan ingesteld worden op 2...10Vdc (YRange = 0) of 0...10Vdc (YRange = 1). Het geselecteerde bereik geldt voor alle uitgangen.

Vrijgave Start-up Routine (C.07) De parameter Start-up is beschikbaar op R7426B en C regelaar zonder klokfunctie. De start-up routine kan worden vrijgegeven door Start-up op Aan (On) in te stellen. De parameter heeft de volgende functie: Na spanningswegval of het starten van de installatie door het sluiten van de Aan/Uit ingang wordt de installatie ingeschakeld volgens de opstartroutine. Mengluchtkleppen ca 5 minuten in gesloten stand

(100% recirculatie) of bij warmteterugwinning (100% terugwinning).

Na deze tijd wordt het uitgangssignaal (Y1) weer door de regeling overgenomen. Als een buitentemperatuuropnemer T3 is aangesloten en

de buitentemperatuur is < 6°C wordt het instelpunt W1 tijdelijk verhoogd met een waarde gelijk aan Xp1. Gedurende 10 minuten wordt het instelpunt geleidelijk weer verlaagt naar zijn normale waarde.

Als de Aan/Uit ingang wordt uitgeschakeld (9 en 10 verbroken) worden de uitgangen Y1,Y2 en Y3 op 0% gezet.

Individuele uitgangsstatus YxStatus, x = 1, 2, en 3 (C.08...C.10) De R7426A, B regelaars zijn voorzien van verschillende uitgangs-mogelijkheden afhankelijk van het toegepaste corrigerende orgaan. De mogelijkheden kunnen worden ingesteld met de parameter Y1Status (voor R7426A) en Y1Status, Y2Status en Y3Status (voor R7426B). Voor elke uitgang kan een uitgangsstatus geconfigureerd worden volgens (zie Tabel 7).


7 NL1B-0203GE51 R0507A

Tabel 7. Individuele uitgangsstatus

Uitgangssignaal YxStatus (x = 1, 2 of 3)

3-punt 0 2-stappen aan/uit 1 3-stappen binair aan/uit 2 Pulslengte modulatie 3 0...10V (alleen voor R7426C) 4

Uitgangs signaal status YStatus (C.11) Volgorde regeling De fabrieksinstelling van R7426B, C regelaars is een volgorde regeling van verwarming, (meng)luchtkleppen en koeling. Met de parameters YStatus en Y1CTRF (zie Table 8) kan volgorde regeling geconfigureerd worden voor de volgende samenstellingen. (zie Table 8). Zodra één van de parameters Y(1,2,3)Status op 4 is ingesteld, is de volgorde regeling uitgeschakeld (alleen bij R7426B).

Table 8. Selectie volgordekeuze Volgorde regeling YStatus Y1CTRF YxStatus

3 uitgangen koeling (Y1, Y2, Y3) 1 0 0

3 uitgangen verwarmen (Y1, Y2, Y3) 1 1 0

2 uitgangen verwarmen (Y1, Y3) en 1 voor koeling (Y2) 2 n.a. 0

1 uitgang voor verwarmen (Y2) en 2 uitgangen voor koeling (Y1, Y3)

3 n.a. 0

Luchtkleppen, koeling en verwarming (Y1, Y2 en Y3) 0 0 0

Energieterugwinning, koeling en verwarming 0 1 0

Stappen regeling AAN/UIT Met de parameter YStatus van de R7426B regelaar kunnen meerdere aan/uit volgorde regelingen geconfigureerd worden (zie Table 9).

Table 9. Selectie meer stappen functie

uitgangsfunctie YStatus YxStatus uitgang functie van Y2

Volgorde regeling of 6-stappen Aan/Uit 1 4 (x=1, 2,

en 3) Y1,Y2,Y3 n.a.

Volgorde regeling verwarming of 4-stappen Aan/Uit

2 4 (x=1 en 3) Y1,Y3

Volgorde regeling koeling of 4-stappen Aan/Uit

3 4 (x=1 en 3) Y1,Y3

Volgorde regeling verwarming of 15-stappen binair Aan/Uit

5 n.a. Y1,Y3

volgens Y2Status

Open/dicht regeling luchtkleppen 4 n.a. Y1 Y2 en Y3

1) 1) individueel (koeling en verwarming)

Bij R7426B, C regelaars kan uitgang Y1 geconfigureerd worden voor een open/dicht luchtklepservomotor door parameter YStatus op 4 in te stellen..

Combinatie van temperatuuropnemer T2 T2ext (C.12) Als T2ext op 1 ingesteld wordt, dient de temperatuur-opnemer T1 tevens als meting voor de begrenzingregeling Wmin of Wmax. Intern wordt de ingang T2 met T1 doorverbonden. De temperatuur-opnemer dient in dit geval alleen op ingang T1 aangesloten te worden. De fabrieksinstelling van parameter T2ext is 0, (aparte begrenzingsopnemer T2).

Instelling begrenzingtype LimTyp (C.13) De parameter LimTyp bepaald of de minimaal- of maximaal temperatuurbegrenzing actief is. Voor maximaal begrenzing LimTyp=1 en minimaal-begrenzing LimTyp =0.

Type temperatuursensor Senstyp (C.14) Op de regelaar kunnen 3 verschillende sensor typen worden aangesloten (zie Tabel 10).

Tabel 10. Sensor Types Automatische

herkenning van sensor type

Temperatuur bereik Karakteristiek

Pt 1000 -30....+130°C 1000Ω bij 0°C BALCO 500 -30....+130°C 500Ω bij 23.3°C

NTC 20kΩ -30....+85°C / -30....+130°C1) 20kΩ bij 25°C

1) De NTC opnemer wordt automatisch herkend als de spanning wordt ingeschakeld en de temperatuur tussen -30....+85°C ligt. De parameter Senstyp dient hiervoor op 0 ingesteld te zijn. De NTC opnemer krijgt een meetbereik van -30…+130°C als Senstyp handmatig op 1 is ingesteld.

Bij fabrieksinstelling Senstyp = 0 wordt automatisch het type opnemer herkend die is aangesloten op ingang T1. Voor een juiste werking van deze functie moet aan de ingangen T1, T2 en T3 altijd een gelijk type sensor zijn aangesloten en dient de temperatuur binnen het temperatuurtraject te liggen zoals is aangegeven in Tabel 10.

Regelactie Y1-uitgang Y1CTRF (C.15) De parameter Y1CTRF kan, bij de R7426A, de regelactie van Y1 als direct- of omgekeerd werkend instellen. Direct werkend (Y1CTRF=0) geeft bij een temperatuurstijging een oplopende Y1-uitgangssignaal (koelbedrijf). Omgekeerd werkend (Y1CTRF=1) geeft een bij temperatuurstijging een afname van het Y1-uitgangssignaal (verwarmingsbedrijf). Met parameter Y1CTRF=2 schakelt de R7426A tussen koel- of verwarmingsbedrijf (Zomer- / Winter-omschakeling) door een potentiaalvrij contact aan te sluiten op de bezettings-ingang (klemmen 1 en 4).


NL1B-0203GE51 R0507A 8

Bij de R7426B, C kan de actie van Y1 worden gekozen voor: Menglucht-kleppen (Y1CTRF=0) (fabriek) of Warmtete-rugwinning (Y1CTRF=1).

Zomer- / Wintertijd omschakeling AddHour / SubHour (C.16 / C.17) De functie is alleen beschikbaar op regelaars met een klokfunctie. De parameters AddHour of SubHour dienen voor het instellen van de maand waarop van zomer- en wintertijd wordt omgeschakeld. (AddHour) De actuele kloktijd wordt op de laatste zondag van deze maand om 2:00, 1 uur vooruit gezet (Zomertijd). (SubHour) De actuele kloktijd wordt op de laatste zondag van deze maand om 2:00, 1 uur terug gezet (Wintertijd).

Optimaliseringwaarden PSTG_H / PSTG_C (C.18 / C.19) De parameters PSTG_H en PSTG_C worden gebruikt voor het optimale startprogramma van regelaars met klokfunctie. De optimaliseringwaarde is nodig voor de op tijd bereiken van de ingestelde temperatuur bij aanvang bezettingstijd voor verwarming- en koelinginstallaties. Indien de ingestelde temperatuur eerder of later wordt bereikt dan verwacht, dan corrigeert de regelaar de optimalisering waarde (adaptatie). Deze correctie kan uitgeschakeld worden door PSTG_H (verwarming) of PSTG_C (koelen) op 0 in te stellen.

Optimaal start adaptatie snelheid Adapt (C.21: alleen bij klokfunctie) De parameter bepaald de snelheid waarmee de optimalisatie wordt gecorrigeerd. Elke dag wordt een correctie uitgevoerd met deze waarde. De snelheid van adaptatie voor de volgende optimale startperiode wordt bepaald door Adapt (0% = adaptatie uitgeschakeld en 100% = maximale adaptatie snelheid).

Damper Prestart Time tvd (C.20: alleen bij klokfunctie) De parameter bepaald de tijd dat de mengluchtkleppen worden vrijgegeven voor aanvang bezettingstijd. De vrijgave is alleen actief als het optimale startprogramma actief is. Het mengluchtkleppen uitgangssignaal Y1 stuurt na deze tijd de buitenluchtkleppen open.

Serieel communicatie adres Adr (C.22) De parameter Adr bepaald het communicatie- adres indien met het inregelprogramma M200 en optioneel interface (43 192 580-con) de regelaar, via een PC, wordt ingesteld.

Fabrieksinstellingen DefProg (C.23) Door de regelparameter DefProg=1 worden alle regel- en configuratie parameters teruggezet naar de fabrieksinstelling (zie Tabel 4 en Tabel 5). Het scherm geeft op dat moment de indicatie def aan. DefProg wordt automatische naar 0 teruggezet.

PARAMETER IN- EN VERSTELLINGEN Hoofdinstelpunt W1 (P.01) Het hoofdinstelpunt wordt bepaald door controle parameter W1 of door de externe instelling als parameter CPATYP is ingesteld op 3, 5 of 6.

Max / Min begrenzing instelling Wlim (P.02) Parameter Wlim bepaald het instelpunt van de minimale- of maximale begrenzing van de begrenzingregeling. De bandbreedte Xp2 en integratietijd tr2 zijn van toepassing. op de begrenzingregelaar. De begrenzing is alleen actief als opnemer T2 is aangesloten (controle parameter T2ext = 0) of opnemer T1 ook gebruikt wordt als meting voor deze regeling (parameter T2ext = 1). De instelling van Wlim begrenst het cascade instelpunt (Wcas) Deze begrenzing wordt niet door de hoofdregeling verschoven. De maximale- of minimale begrenzing van de regeling wordt bepaald door parameter LimTyp (C.13).

Cascade instelpunt Wcas (P.06) De R7426A, B, C regelaars zijn voorzien van een cascade regeling (Master-Slave). Hierbij wordt gebruik gemaakt van 2 gekoppelde regelkringen. De cascade regeling bepaalt het instelpunt CTRP1. De cascade regeling is actief, als de temperatuuropnemer T2 is aangesloten en parameter Wcas is ingesteld. Als de temperatuur van T1 géén afwijking heeft t.o.v. het instelpunt, bepaald controle parameter Wcas het instelpunt van de cascade regelaar, en dus de temperatuur aan opnemer T2. Als T1 afwijkt van het instelpunt wordt automatisch het cascade instelpunt Wcas van opnemer T2 aangepast volgens Rcas.. De minimale begrenzing van CTRP2 is actief als controle parameter LimTyp=0. Maximaal begrenzing van CTRP2 is actief als controle parameter LimTyp=1.

Cascade invloed Rcas (P.07) De absolute verschuiving van het cascade-instelpunt Wcas, wordt bepaald door Rcas . De mate van de verschuiving, in graden Kelvin, is + of - 50% van de bandbreedte Xp1.

Bandbreedte Xp1 / Xp2 (P.08 / P09) De instelling van de proportionele band (bandbreedte Xp) bepaald de temperatuur variatie van de hoofdopnemer T1 en de begrenzing- of cascade opnemer T2 die nodig is om de regelafsluiter van 100% open naar volledig dicht (0%) of omgekeerd te sturen. Xp1 is de bandbreedte van de hoofdregelkring, Xp2 wordt gebruikt als de begrenzings- of cascade regeling actief is (zie Tabel 11).


9 NL1B-0203GE51 R0507A

Tabel 11. Bandbreedte en integratietijd applicatie sens. Xp1 Xp2 Xpc Xph tr1 tr2

R7426A Regelaar Hoofdregeling T1 x x Max.of Min. begrenzingregeling T2 x x

Cascade regeling Hoofdregeling T1 x x Cascaderegeling T2 x x R7426B,C Regelaar Hoofd volgorde regeling Mengluchtkleppen T1 x x Energie terugwinning T1 x x Verwarming T1 x x Koeling T1 x x R7426B,C Regelaar cascade volgorde regeling Hoofdregeling T1 x x Cascade - Mengluchtkleppen T2 x x - Energie terugwinning T2 x x - Verwarming T2 x x - Koeling T2 x x

Bandbreedte Xpc / Xph (P.10 / P11) De regelparameters Xpc en Xph zijn alleen beschikbaar op de R7426B, C regelaars en worden gebruikt om de bandbreedte van de verwarmer en koeler in te stellen voor de volgende toepassingen. • Volgorderegeling met verwarming, mengluchtkleppen en

koeling (zie Fig. 3 en Tabel 11) • Temperatuur volgorde regeling met verwarming,

mengluchtkleppen en koeling (zie Tabel 11) Bij applicaties zonder koeling moet de bandbreedte van Xpc op Off ingesteld worden. Als de actuele temperatuur boven het instelpunt is, blijven de luchtkleppen op 100% buitenlucht staan.

T2

100

0

Xpc

KoelingVerwarming

CTRP1Xwh/Xwc

Xph

CTRPCCTRPH

Xp1

Y[%]

MINPOS

Xwd/

1/4 Xp1 als Xpc = Off

als Xpc = Off

Y1Y3 Y2Luchtkleppen

Fig. 3. Temperatuur regeling met verwarming,

mengluchtkleppen en koeling in volgorde Richtlijnen voor het instellen van bandbreedte bij Prop- en Prop+Integratie regeling Voor het berekenen van de bandbreedte en het realiseren van een stabiele regeling onder alle condities is het wenselijk

het maximale temperatuurverschil over de verwarmer Xh of de koeler te weten. Dit is de maximale temperatuur verhoging of verlaging die de verwarmer resp. koeler realiseert bij een 100% geopende afsluiter. De bandbreedte Xp van een inblaasregeling kan berekend worden met de volgende formule:

Xp =Xh

5

Voor de regeling van de ruimtetemperatuur kan de volgende formule gebruikt worden:

10Xh

=pX of 10

p.inblaastemtmax ∆

De ∆tmax of (Xh) van de temperatuur voor de mengluchtkleppen is het verschil tussen de minimale buitentemperatuur (OA) en de retourtemperatuur (RA).

Xh = ϑRA - ϑOAmin De vaak gespecificeerde nauwkeurigheid van de ruimtetemperatuur is ±0,5°C (Xp = 1K) zodat een variatie van de inblaastemperatuur van ∆tmax =10 °K toegestaan is. Bij PI regeling kan dezelfde proportionele band gebruikt worden als bij P regeling. De volgende formule kan gebruikt worden bij P+I acties:

• Inblaastemperatuur regeling Xp =Xh

4 5...

• Ruimte regeling Xp =Xh

8 10... of

10...8p.inblaastemtmax ∆

Integratietijd tr1 / tr2 (P.12 / P13)

PPtr %/s

t

t

Y

Xw

tr

0

P = 100Xp

Xw %

Fig. 4. I -actie t.g.v sprongverandering

Bij een PI regeling wordt de integratie tijd (tr) gedefinieerd als de tijd die nodig is om de proportionele actie als gevolg van een plotselinge verandering aan de ingang nogmaals te herhalen. Zie Fig. 4. De regelparameter tr1 is de integratietijd van de hoofdregeling. Voor de begrenzings- of cascade regelaar is de I-tijd tr2 en instelbaar voor, b.v. de inblaastemperatuur T2 (zie Tabel 11). Als alleen een proportionele regeling gewenst is, wordt de I-tijd uitgeschakeld door parameter tr op Off. in te stellen.


NL1B-0203GE51 R0507A 10

Richtlijnen voor het instellen van de integratietijd bij proportionele + Integratie (P+I) regeling De integratietijd tr dient ingesteld te worden op 2 tot 3 maal de reactie tijd Tu , dat is het tijdsinterval tussen het begin van een stapverstoring (b.v. snelle “stap” verandering van het instelpunt) en het moment waarop deze verandering in het uitgangsignaal een blijvende stabiele waarde behoud onder of boven het berekende nieuwe instelpunt. (Statische afwijking van de regelkring). De I-tijd heeft tot doel deze statische afwijking, door de tijdsafhankelijke Prop.actie, tot nul te reduceren. De reactietijd Tu van een inblaasregeling ligt normaal tussen de 6 sec. en 1min, zodat de instellingen van de integratietijd tr tussen de 12sec. en 3 min. ligt. Bij een ruimteregeling is deze reactietijd Tu tussen de 30 sec. en 5 minuten, en komt dus uit op een instelling van 1 tot 15 min.

Start Punt Ystart (P.15) De parameter is alleen beschikbaar bij de R7426A en de R7426B regelaar als de 3-punts uitgangen geconfigureerd zijn als 6-stappen AAN/UIT volgorde regeling. De parameter is in graden K en geeft de verschuiving (positief. of negatief) weer van de ingestelde waarde of het berekende regelpunt van uitgang Y1 bij 50%. Normaal en zeker bij P+l regeling dient deze parameter op “0” ingesteld te zijn. Alleen bij specifieke toepassingen waar een verschoven instelling een betere regeling geeft is het wijzigen van de instelling gewenst. b.v. bij een verwarmingsinstallatie die ‘s morgens een hoge warmtevraag eist en bij normaal regelbedrijf een zeer lage warmtevraag nodig heeft.

Compensatie omschakelpunt Wcomp (P.03) De controle parameter Wcomp bepaald het punt waarop de zomer- of wintercompensatie actief wordt. Buiten-temperaturen (T3) boven het compensatie omschakelpunt (Wcomp) zorgen voor een zomercompensatie en onder Wcomp is wintercompensatie actief.

Zomer / Winter Compensatie autoriteit Su / Wi (P.04 / P.05) De autoriteiten bepalen de procentuele invloed die de compensatieoneer (T3) heeft op het hoofdinstelpunt W1. Buitentemperatuurcompensatie in zomer en winter worden toegepast voor energie besparing. Om de autoriteit van zomer- en wintercompensatie juist in te stellen dient rekening gehouden te worden met de ingestelde bandbreedte. Zie Table 12.

Table 12. Calculatie van zomer/winter compensatie regel-

schema ruimte temp.

(T1) buiten temp.

(T3/Tcomp) bandbreedte

(XP) 20°C 20°C 2°C 22°C -15°C 2°C

Winter Aut Wi = =⋅

∆+∆ 100%

.buitentempt XT1 p

(22 - 20) + 235

100% 12%⋅ =≈

20°C 20°C 2°C 26°C 35°C 2°C

Summer Aut Su = =⋅

∆−∆ 100%

buitentempt XT1 p

(26 - 20) - 215

100% 27%⋅ =≈

Compensatie omschakelpunt bij +20 °C buitentemperatuur

Opmerking: Bij P+I regeling kan in de formule Xp = 0 worden gesteld

Aanwezigheid / Stand-by functie SOFFS (P.16) Door het sluiten van een potentiaal vrij contact tussen de klemmen 1 en 4 schakelt de regelaar bij gesloten contact van stand-by ( Unoccupied) naar dagbedrijf (Occupied). De instelling W1 wordt gebruikt voor het berekenen van de regelpuntinstelling bij normaal bedrijf. De parameter SOFFS bepaald hoeveel graden bij dit punt CTRPC wordt verhoogd voor koeling en bij het verwarmingspunt CTRPH wordt verlaagd als het contact wordt geopend. Het effect is een vergroting van de dode zone tussen de verwarming en koeltraject. Afhankelijk van een verwarming- of koelinstallatie moet bij de R7426A regelaar de parameter Y1CTRF (C.15) ingesteld worden op 0 of 1 (≠ Cho). Als de parameter Y1CTRF op 2 is ingesteld (zomer/winter omschakeling) is SOFFS niet in actief. In volgorde regelingen met verwarming en koeling, wordt de SOFFS waarde opgeteld aan het koelregelpunt (CTRPC) en verminderd van het verwarmingsregelpunt (CTRPH) (zie Fig. 5).

Night Mode Offset NOFFS (P.26: alleen bij klokfunctie) This control parameter is used to set the night mode offset. During night mode, freeze protection is active and the occupied / unoccupied function is inactive.

NightLow en NightHigh (P.24 and P.25: alleen bij klokfunctie) De controleparameters NachtLaag en NachtHoog dienen om gedurende nachtbedrijf (regelaar status = Off) de ruimte te bewaken tegen een extreme hoge of lage temperatuur.


11 NL1B-0203GE51 R0507A

Y (%)

100

T ( )°CSOFFS SOFFS

CTRPH CTRPC

Xph Xpc

OCCUPIED

UNOCCUPIED

Fig. 5. Nachtverlaging en nachtverhoging

Als een laag of hoog limiet worden bereikt, schakelt het programma automatisch 100% de verwarming of koeling in terwijl de mengluchtkleppen gesloten blijven of de warm-teterugwinning op 100% wordt ingeschakeld . Het schakel-differentiaal rondom deze ruimtetemperatuur is 1 K vast. De functie is uitgeschakeld als Night Lo (verwarming) en/of Night Hi (koeling) op Off ingesteld is.

Calibratie van temperatuuropnemers T1CAL, T2CAL, of T3CAL (P.17...P.19) Indien tussen de gemeten temperatuur en de, in het scherm, weergegeven waarde van T1, T2 of T3 een te groot verschil ontstaat tengevolge van lange bedrading tussen opnemers en temperatuuringangen kunnen deze individueel worden gekalibreerd met de parameters T1CAL, T2CAL en T3CAL.

Verstelling hoofdtemperatuurmeting RetOffs (P.20) De parameter RetOffs is alleen beschikbaar voor de R7426B en C regelaars en wordt gebruikt om de besparingsfunctie te activeren (RetOffs ≠ Off) voor mengluchtkleppen (Y1CTRF = 0). Voor warmteterugwinning systemen is Y1CTRF = 1. De parameter RetOffs dient op 0 ingesteld te worden als de hoofdtemperatuur opnemer T1 in een ruimte is geïnstalleerd. Bij toepassingen waar de hoofdopnemer in een afzuigkanaal is geïnstalleerd kan een constante verschilwaarde tussen de ruimte- en afzuigtemperatuur worden ingesteld tussen 0...5K Deze waarde wordt afgetrokken van de actueel gemeten retourtemperatuur om de ruimtetemperatuur te simuleren. De besparingsfunctie is niet actief, als parameter RetOffs is ingesteld op Off , of als er geen buitentemperatuur opnemer is aangesloten.

Minimale positie MINPOS (P.14) De parameter MINPOS is alleen beschikbaar op de R7426B, C regelaars en bepaalt de minimale open positie van de buitenluchtklep. Bij mengIucht toepassingen bepaald deze waarde de minimale hoeveelheid buitenlucht, ook als de temperatuurconditie een 100% gesloten positie vraag.

De minimaalpositie wordt opgeheven door de Aan/Uit ingang. Samen met de verwarmer- en de koelafsluiter wordt de luchtklep gesloten als de installatie wordt gestopt.

Runtimex, x = Y1, Y2, or Y3 (P.21...P.23) De controle parameters Runtimex (x = Y1 bij R7426A; x = Y1, Y2 of Y3 bij R7426B) zijn alleen bij deze regelaars beschikbaar en geven de looptijd van de servomotors. De regelaar zet het correctie signaal om in een tijd afhankelijke proportionele uitgangspuls. De tijdsduur van deze puls is afhankelijk van de tijd die is ingevuld in de Runtimex parameter. Een automatische synchronisatie functie zorgt voor een juiste positie van de servomotoren. De tijdsduur van de syn-chronisatie is de tijd van parameter Runtimex vermenig-vuldigd met een factor 1,25. Door de uitgang als Puls With Modulatie te configureren is het mogelijk om thermische servomotoren via dit signaaltype aan te sturen om zo een zwevende positie te realiseren .De totale looptijd wordt ingesteld door de controle parameter Runtimex.

Klokuitgang (Klemmen 9 en 10) Bij regelaars die voorzien zijn van een klokfunctie is het mogelijk om met deze klokuitgang, ventilatoren, pompen of andere Micronik 200 regelaars zonder klokfunctie aan of uit te schakelen. De klokuitgang schakelt na 3 minuten “AAN” onder de volgende condities: De regelaarstatus is AAN (dag-,nacht-, of stand-by). Het nachtspoel programma is actief. Het optimaal start programma is actief.

Onder de volgende voorwaarden wordt de uitgang direct uitgeschakeld: De regelaarstatus verandert naar UIT (OFF). De vorstbeveiligingsingang is actief.

De volgende functie is actief bij watertemperatuurregelingen als parameter Ctrltyp = Hi2. De klokuitgang schakelt tijdens Dag-, Standby- en Nachtstatus: UIT bij buitentemperaturen >8 ºC en uitgang Y1 meer dan

5 min. 0% uitstuurt. Let op: De bezettingsingang (kl. 1en 4) heeft géén invloed op de klokuitgang van de regelaar, en kan niet als “overwerk ingang” gebruikt worden. Deze ingang heeft als functie het hoofdinstelpunt van de regelaar te schakelen tussen stand-by en dag (comfort). De Uit- en Nacht status van de regelaar wordt dus niet beïnvloed door deze bezettingsingang.

BEDIENINGSOVERZICHT Scherm en bediening Voor de MicroniK 200 bedieningspaneel zie Fig. 6. Opm.: Door het drukken op de + of - toets verhoogd of

verlaagd de waarde of stapt men door de parameterlijst:

• Éénmaal drukken: enkele stap. • Continue drukken: automatische verhoging of verlaging. • Na 3 sec continue drukken: snel verhogen of verlagen.


NL1B-0203GE51 R0507A 12

°C %Date Off

rh

MoTuWeTh Fr SaSu H1 H2 H3

min sec K

SCHERM

DRUKKNOPPEN

VORSTBEVEILIGING TIJD* UIT NACHT* STANDBYREGELAARSTATUS

DAG

ENGINEERING UNITSLEGE BATTERIJ*

SELECTIE OF TERUG

*NUR MET REGELAARS MET JAARKLOK

VERSTELLING OF SELECTIE

PARAMETER / WAARDEBEVESTIGING

WAARDE

TYPE VAKANTIESCHEMA*WEEKDAG / GROEPEN*

Fig. 6. Bedieningspaneel

Wijzigen van de bedieningsmode Fig. 7 laat de 6 bedieningsmodes zien. Na het inschakelen van de voedingsspanning toont het scherm de regelaarversie en na enige tijd in het standaard scherm. In deze mode worden de geselecteerde ingangs-, uitgangswaarden en klok of datum weergegeven.

De regelaarstatus wordt continu weergegeven in het scherm door de bijbehorende icoon (Fig. 6).

Door het, gedurende 1 sec, gelijktijdige indrukken van de + en - toets gaat de regelaar van de standaardmode naar de parameter/configuratie selectiemode (Fig. 9). In deze mode kan de toepassing worden geconfigureerd en de parameters ingesteld worden. Door op de SET toets te drukken wordt de parameter of configuratie nr. actief en kan de waarde ingesteld worden (zie Fig. 12), door op de SET of SEL toets te drukken keert de regelaar terug naar de selectiemode. Door nogmaals op de SEL toets te drukken keert de regelaar terug naar de standaardmode van het scherm. Door gedurende minimaal 1 sec gelijktijdig op de SET en SEL toets te drukken gaat de regelaar van standaard- naar de uitgangselectie-mode (Fig. 11). Deze mode wordt gebruikt voor het handmatig instellen van de uitgangen. Zie Fig. 7. voor het terugstellen naar de standaard weergave. Druk op de SET toets om de gekozen waarde op te slaan en terug te gaan naar de instellingesmode (Fig. 12).

Door de SET en de - toets gelijktijdig gedurende 1 sec. in te drukken gaat de regelaar van de standaardmode van het scherm naar de klok/schema selectiemode (zie Fig. 12 – alleen bij Regelaars met jaarklok).

UITGANGINSTELMODE

STANDARDDISPLAY

MODE

KLOK /SCHEMASELECTIE

PARAM./CONFIG.SELECTIE

MODE

PARAM./CONFIG.VERSTEL

MODE

UITGANGSELECTIE

MODE

UITGANGOP HAND

GEENUITGANG FIX

EN

AUTOMATICDISPLAY

VOEDING

SAMEN1 SEC

SAMEN1 SEC

SAMEN1 SEC

GEENVERSTELLING

VRIJGAVEUITGANG

AND

AND

NUUR BIJ REGELAARSMET JAARKLOK

Fig. 7. Bedieningsoverzicht


13 NL1B-0203GE51 R0507A

Standaard weergave mode Indien, gedurende minimaal 10 minuten, de bedienings-toetsen niet gebruikt worden keert het uitleesvenster vanuit elke mode automatisch terug naar de standaard weergave. Ingangsveranderingen die niet geaccepteerd zijn door op de

SET toets te drukken worden genegeerd door de regelaar en de oude parameterwaarden worden behouden.

%

%°C

%°C

% rh°C

°CDate

We

°C

We

KLOK

NUUR BIJ REGELAARSMET JAARKLOK

ALLEEN BIJR7426B,C

ALLEEN BIJR7426B,C

DATUM COMPENSATIETEMPERATUUR T3

CASCADE / BEGR. INSTELLINGCTRP2

HOOFDTEMPERATUUR T1

RVDEVIATIE XWrh

HOOFDINSTELL.CTRP1 UITGANG Y1 *)

UITG. Y2 *)

UITG. Y3 *)

BEGR. / CASCADETEMPERATUUR T2

AA

B

A

B

UITGANG TYPE3-PUNTS

0...10VDC

2...10VDC

0...100% 0...100%0...120% --> 0...12V (DIR)

-20...100% --> 12...0V (REV)-25...125% --> 0...12V

0...100%

0...100%

REGEL BEREIK UITGANG BEREIK

*) DE UITGANGS GEVEVENS (Y1, Y2 EN Y3) WORDENWEERGEGEVEN IN DE VOLGENDE BEREIKEN:

*) TIJDENS DE AUTOMATISCHE SYNCHRONISATIE VAN DE3 PUNTS SERVOMOTOREN WORDT IN HET VENSTER, BIJDE BIJBEHOREN UITGANG, WEERGEGEVEN.Syn

Fig. 8. Standard weergave mode


NL1B-0203GE51 R0507A 14

Weergegeven van actuele waarden Één van de negen actuele waarden, samen met de klok en datum, worden weergegeven in de standaardmode van het scherm en geselecteerd door op de SEL toets te drukken. De status van de regelaar wordt door iconen in het scherm weergegeven en beschreven in de onderstaande tabel.

Table 13. Iconen Regelaar status scherm

Uit Uit – icoon Nacht1) Maan – icoon Standby Halve zon – icoon Comfort (Dag) Zon – icoon Vorstbeveilingingsalarm en werking 2) Vorstbeveiligings icoon

Lege batterij 1) 2) 3) Batterij icoon Optimaal start 1) Zon icoon knippert ≈ 1Hz 1) Alleen bij regelaars met jaarklok. 2) De status informatie wordt weergegeven samen met de

actuele icoon van de regelaar status. 3) Om de batterij te sparen wordt “lege batterij” één maal

per dag weergegeven of bij het inschakelen van de spanning.

Als de weergegeven dag geprogrammeerd is als vakantiedag wordt het vakantie icoon weergegeven.

Selectie Parameters De parameter/configuratie selectie mode wordt gebruikt voor het selecteren en verstellen van controle en configuratie parameters (Fig. 9). Het weergegeven parameternummer komt overeen met de nummers in Tabel 4 en Tabel 5. Terugzetten naar fabrieksinstellingen wordt weergegeven in het scherm door def. Door te drukken op de + of - toets rolt de parameterlijst over het scherm. Door te drukken op de SET toets opent de verstelmode.

Het verstellen van configuratie en parameter waarden In deze mode wordt het geselecteerde parameter nr. weergegeven en de bijbehorende waarde knippert. (Fig. 10).

Door te drukken op de + of - toets wordt de waarde van de geselecteerde parameter verhoogd of verlaagd. De bereiken van de parameter staan in Tabel 4 and Tabel 5. Zie voorbeeld hieronder. Een instellingsvoorbeeld is weergegeven in Fig. 18. Door op de SEL toets te drukken wordt de oude parameter waarde behouden. Door op de SET toets te drukken wordt de parameterwaarde geaccepteerd en keert de regelaar terug naar de parameter/configuratie selectie.

Terug naar fabrieksinstellingen van parameter Door gelijktijdig de + en - toets in te drukken bij het inschakelen van de spanning of door parameter DefProg op 1 in te stellen worden alle controle en configuratie parameters

op fabrieksinstelling ingesteld (zie Tabel 4 en Tabel 5): In het scherm wordt def weergegeven.

°C

°C

EERST WEERG. CONFIGURATIEPARAMETER: ACTUELE

PARAMETERWAARDE

BIJ R7426C

BIJ R7426A,B

OPM: CONTROLE OFCONFIGURATIE PARAMETERSWELKE NIET BESCHIKBAARZIJN OP DE REGELAARZIJN NIET ZICHTBAAR

Fig. 9. Parameter/Configuratie selectie mode

INSTELLENPARAMETERWAARDE

°C

OF

Fig. 10. Parameter/Configuratie instellen mode

Selecteren van de uitgangen De uitgangselectie wordt gebruikt voor het uitlezen en het handmatig instellen van de uitgang(en)(zie Fig. 11). Handmatige instelling wordt weergegeven door een F (fixed).

Met de + of - toets stapt u naar de gewenste uitgang(en). Door op de SET toets te drukken kunt u deze handmatig verstellen.

Handmatige bediening van de uitgangen De handmatige instelling wordt gebruikt om een vaste waarde aan de uitgang in te stellen (see Fig. 12). In deze mode wordt de geselecteerde uitgang weergegeven en knippert de uitgangswaarde.

Door op de + of – te drukken verhoogd of verlaagd u handmatige de instelling van de uitgang. Het uitgangsbereik komt overeen met het normale regelbereik. Terugkeren naar de uitgangsselectie: • Druk op de SET toets. De handinstelling van de uitgang

wordt actief en achter de uitgang wordt een F weergeven.


15 NL1B-0203GE51 R0507A

• Druk op de SEL toets. De automatische regelwaarde blijft actief, dus géén handmatige instelling

Om een handmatige instelling van de uitgang op te heffen selecteert u eerst de gewenste uitgang. Druk vervolgens gelijktijdig op SEL en SET. De

geselecteerde uitgang knippert. Met SET selecteert u de uitgangswaarde, druk daarna

gelijktijdig op de + en – toetsen. Als vervolgens rEL in het venster verschijnt, is de overbrugging opgeheven.

Keer terug naar de standaard weergave via de SEL toets.

ALLEENR7426B

ENR7426C

ZONDER :

IS DE REGELKRINGACTIEF

%

%

%

HANDMATIGEOVERBRUGGING IS

ACTIEF

Fig. 11. Uitgang selectie mode

%

% %

% %

%

% %

EN

UITGANGS-WAARDE

VERSTELLEN

UITGANGS-WAARDE

VERSTELLEN

AUTOMATISCHDISPLAY

1 SEC

UITGANGSELECTIE

UITGANGSELECTIE

UITGANGSELECTIE

HANDBEDIENING GÈÈN HANDBEDIENING RESET HANDBEDIENING

OF

Fig. 12. Handmatige overbrugging van een uitgang


NL1B-0203GE51 R0507A 16

Tijdprogramma’s (alleen bij klokfunctie) Er zijn twee tijdprogramma’s beschikbaar, een voor schakelpunten en een tweede voor vakantieprogramma’s. Het standaard tijdprogramma wordt gebruikt voor de regelaar status (uit, nacht, stand-by of dag). Per dag kunnen er maximaal 6 schakelpunten met bijbehorende status of 3 vakantieprogramma’s (H1, H2 en H3).worden ingesteld. Als de dag of stand-by status wordt ingesteld en als een aanwezigheidsschakeling is aangesloten reageert de regelaar als volgt op deze ingang: • contact 1-4 gesloten - regelaar status = dag (zon icoon) • contact 1-4 geopend - regelaar status = stand-by (halve

zon icoon) Let op: De uit- en nachtstatus van de regelaar worden niet beïnvloed door deze ingang. Het vakantieprogramma wordt gebruikt door een dag of periode van het jaar te programmeren als vakantiedag (H1, H2 of H3) of als een normale dag (H0, basisinstelling). De werking is als volgt:

• H0: géén vakantieprogramma, het ingestelde weekprogramma is actief

• H1: vrij instelbare vakantiedag voor een enkele dag, alleen actief op de ingestelde dag.

• H2: als de H1 functie, vakantiedag als eerste of laatste dag van langere vakantieperiode. Pas op!: Aan het einde van een H1of H2 dag, wordt deze om 24:00 teruggezet naar een normale dag.

• H3: vrij instelbare vakantiedag, echter vrije dag wordt jaarlijks herhaald. ( b.v. voor het instellen van kerst en 1januari).

De vakantieprogramma’s H1 en H2 worden niet beïnvloed als de gebruiker de actuele tijd wijzigt. Indien de voedingsspanning langer als 1 dag wegvalt worden de actuele tijd en de vakantieprogramma’s H1 en H2 verwijderd. Tabel 15 geeft een voorbeeld van een vakantierooster. (H1 ingesteld van 2-7 tot 28-7 en H3 op 1-5).

punt 1 punt 2 punt 3 punt 4 punt 5 punt 6 dag1) tijd SStatus

2) tijd SStatus2) tijd SStatus

2) tijd SStatus2) tijd SStatus

2) tijd SStatus2)

Mo 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht Tu 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht We 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht Th 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht Fr 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht Sa 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht Su 6:00 dag --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 18:00 nacht H1 0:00 off --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt H2 0:00 off --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt H3 0:00 off --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt --:-- nvt 1) Dag of vakantie; 2) Geprogrammeerde regelaar status

Tabel 14. Voorbeeld van weekprogramma en basis vakantieprogramma

dag Jan. Feb. Maart April Mei Juni Juli August Sept. Okt. Nov. Dec. 1. H0 H0 H0 H0 H3 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 2. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H1 H0 H0 H0 H0 H0 3. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H1 H0 H0 H0 H0 H0 4. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H1 H0 H0 H0 H0 H0 28. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H1 H0 H0 H0 H0 H0 29. H0 H01) H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 30. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 31. H0 H0 H0 H0 H0 H0 H0 1) Als 29th februari geprogrammeerd is als een H1 of H2 vakantie en het huidige jaar is géén schrikkeljaar, wordt deze vakantie verwijderd op 01.03.

Tabel 15. Voorbeeld jaarprogramma (niet standaard)


17 NL1B-0203GE51 R0507A

Klok en tijdprogramma’s selecteren (alleen bij klokfunctie)

DATUM & TIJDSELECTIE

STANDARDSCHEMA

SELECTIE

VAKANTIESCHEMA

SELECTIE

STANDARDSCHEMA

INSTELLINGEN

DATUM & TIJDINSTELLEN

VAKANTIESCHEMA

INSTELLINGEN

Fig. 13. Klok en schema selectie mode

Voor het programmeren van de klok (RTC), tijdprogramma’s (SCH) en vakantieprogramma’s (HOL) (zie Fig. 13).

Druk op de + of - toets om door de selectielijst te lopen. Datum en tijd instellen (alleen bij klokfunctie) Zie Fig. 14 voor het instellen van de juiste datum en tijd. Tijdens het instellen van de datum wordt de dag automatisch berekend. 29 februari is alleen instelbaar tijdens een schrikkeljaar. De regelaar keert terug naar de selectiemode door op de SEL toets te drukken. Door op de SET toets te drukken worden aangepaste instellingen geaccepteerd. Tijdens het vervangen van de batterij of als de batterij leeg is kan de actuele datum wegvallen. Het scherm geeft dan --.--. -- / --:-- aan. In dit geval werkt de regelaar als een regelaar zonder klok in de dagstatus.

Date

Date

Date

INSTELJAAR

INSTELMAAND

INSTELDAG

INSTELMINUTEN

INSTELURENOF

OF

OF

OF

OF

TIJD

INST

ELLE

NDA

TUM

INST

ELLE

N

Fig. 14. Datum en tijd instellen mode

Programmeren weekprogramma (alleen bij klokfunctie) Met het weekprogramma kunnen t/m. 6 schakelpunten voor elke dag worden ingesteld (S1…S6). De regelaar schakelt op de ingestelde punten naar de geselecteerde status (off, nacht, stand-by of dag). Als eerste dienen de dagen en de vakantiedagen geselecteerd te worden (zie Fig. 15): 1. Ma ... Zo als enkele dag 2. H1 ... H3 als enkele dag 3. Ma ... Vr als groep 4. Za en Zo als groep 5. Ma ... Zo als groep De schakeltijden worden in stappen van 10 minuten ingesteld. Als een schakelpunt niet wordt gebruikt dient de schakeltijd op ‘--:--’ ingesteld te worden door de tijd in te stellen tussen 23:50 en 0:00 of door gelijktijdig op de + en - toets te drukken. Door op de SEL toets te drukken wordt teruggekeerd naar de selectie mode en instellingen, die niet door de SET toets zijn bevestigd, worden niet opgeslagen.

STELSCHAKEL

TIJD

STELREGELAAR

STATUS

STELSCHAKEL

PUNT

SELECTEER WEEKDAG, WEEK GROEP

OF VAKANTIEOF

OF

OF

OFTu

Tu

Tu

Fig. 15. Weekprogramma


NL1B-0203GE51 R0407A 18

Programmeren vakantieprogramma (alleen bij klokfunctie) Elke dag van het jaar (01.01 ... 31.12.) kan als vakantiedag worden ingesteld (dag type is H1, H2 of H3) of als een normale dag (dag type is H0 is basisinstelling).

Door op de + of - toets te drukken tijdens vakantie-programmering wisselt de weergave tussen de geprogrammeerde vakanties H1,H2 of H3 en geeft deze, met type en datum, in het scherm weer (zie Fig. 16). Als er geen vakantieprogramma’s geprogrammeerd zijn wordt de actuele datum weergegeven als een normale dag (H0). Door op SET te drukken kan de gewenste datum en dag worden ingesteld en het type vakantieprogramma H1, H2 of H3. Om een vakantiedag te programeren kies een vakantie en stel de datum (en eventueel een vakantietype) in. Bevestig de aanpassing door op de SET toets te drukken. Overschrijf een vakantiedag met type HO om deze dag terug te zetten naar een normale dag. Via SEL gaat de regelaar terug naar de selectie mode, en veranderingen die niet zijn bevestigd door de SET toets gaan verloren.

DAGINSTELLEN

INSTELLENDAG TYPE (H0,H1, H2 OF H3)

MAANDINSTELLEN

WISSEL/WEERGAVEVAKANTIES

OF

OF

OF

OFWe

We

Th

Sa

Fig. 16. Vakantieprogramma

Storingsmeldingen De regelaar kan verschillende storingen weergegeven. De meetwaarde van de analoge ingangen (T1, T2, T3 of Xwrh) wordt weergegeven in de standaard weergave mode (zie Fig. 17). OPM.: Voor de externe CPA pot. meter-ingang wordt géén

storingsmelding weergegeven. In dit geval wordt het instelpunt als volgt bepaald:

• voor CPATYP 0, 1 of 2 ⇒ CPA waarde = 0 • voor CPATYP 3 ⇒ SPA waarde = regelparameter W1

STANDAARDWEERGAVE

STANDAARDWEERGAVE

WEERGAVE BIJ INSCHAKELENZONDER SENSOR

TEMPERATUUR WEERGAVE IN °CVOCHTIGHEIDSWEERGAVE IN % rh

FOUTMELDING TIJDENS BEDRIJF

EN

EN

EN

EN

: HOOFD TEMPERATUUROPNEMER T1 IS DEFECT

: BEGRENZING OF CASCADE TEMPERATUUROPNEMER IS DEFECT

: BUITEN TEMPERATUUROPNEMER T3 IS DEFECT

: VOCHTIGHEID DEVIATIE INPUT XWrhRUIMTE

°C % rh °C % rh

Fig. 17. Storingsmeldingen

PARAMETERSELECTIESTATUS

PARAMETERSELECTIESTATUS

PARAMETERVERSTELSTATUS

STANDAARDWEERGAVE

DRUKGELIJKTIJDIGVOOR 2 SEC

DRUK TOTDATWAARDEWEERG.

A

B A

B

DIT VOORBEELD GEEFT DE VERSTELLING WEERVAN HET COMPENSATIE OMSCHAKELPUNT W (P03).comp

°C

°C °C

°C

°C

Fig. 18. Voorbeeld verstelling


19 NL1B-0203GE51 R0507A

NOTITIES TIJDPROGRAMMA’S (ALLEEN BIJ KLOKFUNCTIE) dag Jan. Feb. Maart April) Mei Juni Juli August Sept. Okt. Nov. Dec.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 1) 30. 31. 1) Als 29th februari geprogrammeerd is als een H1 of H2 vakantie en het huidige jaar is géén schrikkeljaar, wordt deze vakantie verwijderd op 01.03.

Table 16. Vakantieschema


Gefabriceerd voor en in opdracht van de Environmental and Combustion Controls Division van Honeywell Technologies Sàrl, Ecublens, Route du Bois 37, Zwitserland door zijn daartoe gemachtigde vertegenwoordiging Automation and Control Solutions Honeywell BV Laarderhoogtweg 18 1101EA AMSTERDAM Z.O Phone: +31 (0)20 5656 392 1 Fax: +31 (0)20 5656 314 http://europe.hbc.honeywell.com Aanpassingen mogelijk zonder berichtgeving vooraf. Printed in Germany NL1B-0203GE51 R0507A

punt 1 punt 2 punt 3 punt 4 punt 5 punt 6

dag1) tijd SStatus

2) tijd SStatus 2) tijd SStatus

2) tijd SStatus 2) tijd SStatus

2) tijd SStatus 2)

Ma Di Wo Do Vrij Za Zo H1 H2 H3 1) Dag of vakantie; 2) Geprogrammeerde regelaar status

Table 17. Weekschema en vakantietypes

ALGEMEEN - CentraLine · 2016. 4. 25. · ALGEMEEN Dit document bevat instructies en procedures...

Documents

Transcript of ALGEMEEN - CentraLine · 2016. 4. 25. · ALGEMEEN Dit document bevat instructies en procedures...