Bedieningshandleiding BlueMax Mini Modular Plus - Hettich · Storingen bij de ingebruikname 27 ......

88
Bedieningshandleiding BlueMax Mini Modular Plus

Transcript of Bedieningshandleiding BlueMax Mini Modular Plus - Hettich · Storingen bij de ingebruikname 27 ......

BedieningshandleidingBlueMax Mini Modular Plus

22

Inhoudsopgave

1. Voorwoord

1. Inleiding 5 2. Belangrijke informatie 5 Veranderingsservice 5 Actualiteit 5 3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding 5 Geldigheid 5 Voorbehoud auteursrecht 5 4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker 5 5. Service 5

2. EG-verklaring en protocollen

1. EG-conformiteitsverklaring 6 2. Belangrijke informatie 7 3. Instructiebewijs 7

3. Algemene veiligheidsvoorschriften

1. Informatie over tekens, symbolen en aanduidingen 8 2. Algemeen 9 3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf

dat de machine gebruikt 10 4. Geluid 10 5. Oliën, vetten en andere chemische substanties 10 6. Restrisico 10 7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel 11 8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken

van de machine 11 9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding 11 10. Trainingen/instructies 11 11. Persoonlijke beschermingsmiddelen 12

4. Gebruiksdoel / werkwijze

1. Algemene informatie 14 2. Doelmatig gebruik 14 3. Voorzienbaar verkeerd gebruik 14 4. Functie en beschrijving van de machine 15 5. Typeplaatje 15 6. Grenswaarden 15 7. Aansprakelijkheid 15

5. Technische informatie

1. Veiligheidsinstructies 16 2. Aanslagpunten 16 3. Technische gegevens 17 4. Uitrusting 18 Aanpassingen 22 5. Aanvullende beschermingen 22 6. Geluidsemissie 23 7. Afstellen/bevestigen 23 Algemene informatie 23 8. Vereiste aansluitingen 23 Hoofdstroomaansluiting 23 Persluchtaansluiting 23 9. Transport 23 Transport met vorkheftruck of hefwagen 24 10. Transport binnen het bedrijf 24 11. Compleetheid van de levering 24 12. Afhandeling van transportschade 24 13. Maatregelen voor tussenopslag 24 14. Plaats van opstelling 24 15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie 25 16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden 25 17. Deconservering 25 18. Elektronica 25 19. Pneumatische aansluiting 25 20. Afzuiging 25

6. Ingebruikname / testrun

1. Algemeen 27 2. Veiligheidscontrole 27 3. Storingen bij de ingebruikname 27 4. Eerste ingebruikneming 27 5. Leveringsvarianten 28 6. Wisselbooraandrijvingen 29 Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta 29 Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 29 Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90° 29 7. Overige accessoires 29 8. Componenten 30 Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen 30 Middenaanslag 31 Voortzettingsaanslagen 31 Instellingen boordiepte 32 Trommelaanslag 33 Neerdrukarm 33 Ombouw handbediening / voetschakelaar 34 Aansluiting voetschakelaar bij een machine

met horizontale booraandrijving 34 Aansluiting voetschakelaar bij een machine

zonder horizontale booraandrijving 35 9. Testrun uitvoeren 36 10. Beëindigen van de ingebruikname 36

7. Afstellen

1. Machine voorbereiden 38 Operationaliteit 38 Aansluiting op de afzuiging 38 Aansluiting op de persluchtvoorziening 39 Aansluiting op de stroomtoevoer 39 Inschakelen 40 Bediening 40 Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen 41 Scharnieren indrukken 42 2. Instellen (werkvoorbereiding) 42 Het gebruikte gereedschap (boren) 42 Wisselbooraandrijving, 6 assen, Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 43 Wisselbooraandrijving, 9 assen 43 Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 44 Wisselbooraandrijving vervangen 44 Reiniging 44 Aandrijving inzetten 45 Schakelaarfunctie controleren 45 Boordiepte-instelling verticale booraandrijving 46 Boren met horizontale booraandrijving 46 Instellingen aan de achterzijde van de machine 47 Boorslagbegrenzing voor rijboringen 48 3. Neerdrukarm en middenaanslag 48 Neerdrukarm 48 Middenaanslag 49 Instellen van de trommelaanslagen 49 Pendelaanslagen 49

8. Bedrijf

1. Veiligheidscontrole 50 Algemene informatie 50 Operationaliteit 50 Bedieningselement 51 2. Inschakelen 52 Voorbereidende werkzaamheden 52 3. Bediening 52 Neerdrukarm 53 Verwerking van Hettich scharnieren 53 Boren 54 Indrukken 54 4. Storingen tijdens de werking 55 Storingen verhelpen 55 5. Controles tijdens de werking 55 Functiecontroles 55

33

9. Onderhoud/verzorging 1. Algemene informatie 56 Werkzaamheden aan elektrische componenten 56 2. Instructie van het onderhoudspersoneel 56 3. Stilstandsbeveiliging van de machine 57 4. Reiniging van de machine 57 Elektromotoren 57 5. Onderhoudswerkzaamheden 57 Onderhoud en instandhouding 57 Onderhoudsunit 58 6. Instructies voor inspecties 58 Algemeen 58

10. Storingen/oplossing 1. Algemene informatie 59 2. Storingsoorzaken bij exploitant 59 3. Foutopsporing 59 Algemene storingsoorzaken 59 Storing in het machineverloop 59 4. Storingsmelding 59

11. Demontage/afvalverwijdering

1. Algemene informatie 60 Voor de demontage 60 2. Buitenbedrijfstelling 60 3. Demontage 61 Algemene informatie 61 Demontage van de machine/installatie 61 4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering 61 Milieubescherming 61 Slopen 61 Olie en oliehoudend afval 61

12. Reserveonderdelen

1 Basisonderstel 63 2. Werkblad 63 3. Excenterspanner 64 4. Onderstel geleiding 64 5. Uitzetter 65 6. Afzuiging 65 7. Kabelsleepketting 66 8. Console 66 9. Hefcilinder 67 10. Aanslag boordiepte 68 11. Verstelbare aanslag 68 12. Klemming 69 13. Motor met dragend element 70 14. Middenaanslag 70 15. Indrukbeugel 71 16. Neerdrukarm achter 71 17. Neerdrukarm voor 71 18. Voortzettingsaanslag 72 19. Slagbegrenzing 72 20. Trommelaanslag 72 21. Horizontale booreenheid 73 22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 74 23. Wisselbooraandrijving, 9 assen 75 24. Wisselbooraandrijving, 6 assen 75 25. Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta (22/9) 75 26. Pneumatisch schema 76 27. Elektrisch schakelschema 77

13. Nummers reserveonderdelen

1. Nummeroverzicht van de reserveonderdelen met omschrijving 78

14. Montagehandleidingen voor toebehoren

1. Indrukbeugel 82 2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar 82 Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving 83 3. Montage laser 84 4. Montage voortzettingsaanslag 85 Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen 86 5. Montage schraag 86

44

1. Voorwoord

1. Inleiding 5

2. Belangrijke informatie 5

Veranderingsservice 5

Actualiteit 5

3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding 5

Geldigheid 5

Voorbehoud auteursrecht 5

4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker 5

5. Service 5

Voorwoord

WAARSCHUWING

Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig door, zodat u diepgaande kennis vergaart over de machine en het bedienen en onderhouden hiervan. Bedien de machine correct, zoals beschreven in deze handleiding, zodat letsel en schade aan de installatie wordt voorkomen. U mag de machine niet op basis van veronderstellingen bedienen. Zorg dat de bedieningshandleiding binnen bereik is en raadpleeg die, indien u twijfels hebt over het uitvoeren van enig proces.

Mochten er na het doorlezen nog vragen bestaan, mag u de machine niet in gebruik nemen. U dient deze vragen eerst te bespreken met de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.

Deze bedieningshandleiding moet het gemakkelijker voor u maken, om de machine te leren kennen en de mogelijkheden van een doelmatig gebruik optimaal te benutten. De bedieningshandleiding omvat belangrijke informatie om de machine veilig, vakkundig en rendabel te kunnen gebruiken. Het naleven hiervan helpt om gevaren te voorkomen, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur te verhogen.

Bestaande nationale ongevallenpreventievoorschriften en milieurichtlijnen dienen eveneens te worden nageleefd.

De machine mag uitsluitend door personen die hiermee door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG zijn belast worden geplaatst en gemonteerd. Dat geldt met name ook voor de eerste inbedrijfstelling.

Deze handleiding moet altijd op de plaats van toepassing beschikbaar zijn. De bedieningshandleiding moet door alle personen worden gelezen en nageleefd die met werkzaamheden met/aan de machine, bijv.:

• bediening

• inclusief aanpassingswerkzaamheden, het verhelpen van storingen tijdens de dagelijkse werkroutine, verwijderen van brand- en hulpstoffen

• instandhouding

• onderhoud, inspectie, reparatie

• transport

zijn belast.

55

1. Inleiding

Het belangrijkste doel van deze handleiding is de veiligheid van 'mens en machine' conform de EG-machinerichtlijnen. Hij richt zich tot alle personen die met deze machine of installatie en het bedrijf hiervan zijn belast, met name tot het bedienend personeel.

• Lees als bediener/onderhouder altijd eerst deze handleiding door en zorg dat u vertrouwd raakt met de bediening, een veilig bedrijf van de machine en alle noodzakelijke aanpassings-, onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden die veilig en afgestemd op de machine moeten worden uitgevoerd.

• Uw persoonlijke veiligheid en die van uw omgeving, evenals een veilig gebruik van de machine zonder andere voorwerpen of het milieu in gevaar te brengen, zijn alleen gewaarborgd indien kennis werd genomen van alle instructies in deze handleiding, de Arbo-wet en de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en indien deze ook werden nageleefd.

• Zorgt u er als klant en/of exploitant voor dat deze handleiding voor de eerste inbedrijfstelling ter beschikking wordt gesteld aan het bedienend/onderhoudend personeel, altijd in de directe omgeving van de machine blijft en dat de instructies en waarschuwingen in deze handleiding alsook de voor de montageplek geldende technische regels, Arbo-regels, veiligheidsvoorschriften e.d. worden nageleefd.

Deze handleiding ontheft de exploitant daarom ook niet van zijn verplichting om eigen, aan zijn bedrijfsomstandigheden, een bepaalde installatie-/machinecombinatie, bijzondere plaatsingsomstandigheden, speciale aansluitvormen en/of gereedschap- resp. componenteigenschappen enz. aangepaste gezondheids- en veiligheidsvoorschriften alsook veiligheidstechnische processen te ontwikkelen en toe te passen resp. te laten toepassen en het naleven hiervan te controleren.

2. Belangrijke informatie

Veranderingsservice

Voor deze handleiding geldt geen veranderingsservice. Bij aanpassingen/aanvullingen na de levering van de machine moet de exploitant deze handleiding in eigen verantwoordelijkheid door eigen of eventueel door Hettich FurnTech GmbH & Co. KG geleverde aanvullingen actualiseren.

Het recht tot wijzigingen en verbeteringen in het kader van de technische vooruitgang blijft ten opzichte van alle technische gegevens, afmetingen en afbeeldingen altijd voorbehouden.

Actualiteit

In deze handleiding genoemde wetten, voorschriften, richtlijnen, technische regels enz. evenals daaruit afgeleide informatie zijn volgens de meest actuele stand ten tijde van de samenstelling van deze handleiding.

Deze zijn altijd in de nieuwste, geldige versie toe te passen, moeten door de exploitant in eigen verantwoordleijkheid worden geactualiseerd en altijd in hun restrictieve (strengere) versie worden toegepast.

Wij wijzen er verder op dat de inhoud van deze handleiding niet deel van een eerdere overeenkomst, toezegging of juridische relatie is en deze ook niet moet veranderen. Alle verplichtingen van Hettich FurnTech GmbH & Co. KG blijken uit de desbetreffende leveringsovereenkomst, waarin ook de volledig en alleen geldige garantieregeling staat resp. hiernaar wordt verwezen. Deze contractuele garantiebepalingen worden door de informatie in deze handleiding noch uitgebreid, noch beperkt.

3. Geldigheid van deze bedieningshandleiding

• Deze bedieningshandleiding geldt alleen voor deze machine

• Vermeld bij al uw vragen en bestellingen van reserveonderdelen altijd het machinenummer

Informatie in deze handleiding m.b.t. uitrustingsvoorwerpen die niet bij de levering zijn inbegrepen, is slechts ter informatie. Rechten m.b.t. de uitrusting van de machine met deze uitrustingsvoorwerpen zijn hieruit niet af te leiden.

Geldigheid

Deze handleiding werd volgens EG-richtlijnen, Europese (geharmoniseerde) normen enz. gemaakt. Informatie m.b.t. werkveiligheid, milieubescherming en veiligheidsregels komen eventueel overeen met nog niet geharmoniseerde, in Duitsland geldende ongevallenpreventievoorschriften resp. de in de bijlage van de productveiligheidswet genoemde DIN-normen of technische regels.

De klant/exploitant moet in eigen verantwoordelijkheid:

• de genoemde wetten, voorschriften, richtlijnenen e.d. als basis voor een veilige omgang en goed onderhoud beschouwen

• hun uitvoering en naleving toetsen aan nationale / regionale / bedrijfsinterne voorschriften

• aanvullende, door de verantwoordelijke plaatselijke, regionale of nationale instanties voorgeschreven beschermingen zelf ter beschikking stellen en voor de eerste inbedrijfstelling aanbrengen

Bedieningshandleiding: Hettich FurnTech GmbH & Co. KG© 2016 van Hettich FurnTech GmbH & Co. KG

Auteursrechten van de bedieningshandleiding

De auteursrechten van deze bedieningshandleiding zijn in handen van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.

Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor het bedienend personeel. U vindt hierin technische voorschriften en tekeningen, die noch volledig noch gedeeltelijk mogen worden verveelvoudigd, verspreid, onbevoegd voor concurrentiedoeleinden worden gebruikt of aan anderen worden meegedeeld.

Vermenigvuldiging, ook van delen van deze handleiding, is niet geoorloofd.

4. Eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker

De klant of exploitant moet in eigen verantwoordelijkheid ervoor zorgen,

• dat de bepalingen m.b.t. arbeidsveiligheid, veiligheid, milieu en afvalverwijdering voor de machine, het gebruik daarvan, evenals bij inspecties, onderhoud en reparaties worden nageleefd

• dat ongeoorloofde veranderingen of aanpassingen aan de machine en de veiligheidsmechanismen achterwege blijven

• dat een onpassend, onjuist of ondoelmatig gebruik van de machine uitgesloten is

5. Service

Klantenservice

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Straße 10, D-32602 Vlotho

66

2. EG-verklaring en protocollen

1. EG-conformiteitsverklaring 6

2. Belangrijke informatie 7

3. Instructiebewijs 7

1. EG-conformiteitsverklaring

EG-verklaring en protocollen

EG-conformiteitsverklaring In de zin van machine richtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de machine richtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machine richtlijn 2006/42/EG, laagspannings richtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

EG-conformiteitsverklaring In de zin van Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A

Hierbij verklaart de firma

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG Gerhard-Lüking-Straße 10 D-32602 Vlotho

dat het bij de boor- en indrukmachine – BlueMax Mini Modular Plus als machine van de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Str. 10, D-32602 Vlotho

gaat om een machine in de zin van de Machinerichtlijn en dat deze aan de volgende relevante bepalingen voldoet: machinerichtlijn 2006/42/EG, laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG

EMC-richtlijn 2004/108/EG

De volgende geharmoniseerde Europese normen zijn toegepast*:

EN ISO 12100 2010; Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie

EN ISO 13857 2008-03; Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenste en onderste ledematen

EN 953 EN 60204-1 EN 61000-6-4 / -2

2009; Veiligheid van machines - Afschermingen - Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen 2006; Veiligheid van machines – elektrische uitrusting van machines 2007; Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) – Deel 6-4: Algemene normen – emissienorm voor industriële omgevingen / deel 6-2 immuniteit

EN ISO 4414 EN 60825-1 (VDE 0837-1) EN 12254

2010; Pneumatiek - Algemene regels en veiligheidseisen voor systemen en hun onderdelen 2014; Veiligheid van laserproducten – Deel 1: Apparatuurclassificatie en eisen 2010; Afschermingen voor werkplekken met lasers – veiligheidseisen en beproeving

EN 349 1993+A1:2008; Veiligheid van machines - Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen

Deze conformiteitsverklaring komt te vervallen als aan de totale installatie of delen van de installatie zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant wezenlijke wijzigingen worden aangebracht.

• Voor de door onderleveranciers toegepaste normen, zie hun afzonderlijke EG-conformiteits- of fabrikantverklaringen

Naam van de EG-documentatiegevolmachtigde: Christian Simon Plaats/datum Naam/handtekening Naam/handtekening

77

2. Belangrijke informatie

Informatie voor de exploitant

Behalve de bedieningshandleiding en de in het land resp. de plaats van gebruik geldende voorschriften met betrekking tot ongevallenpreventie moeten ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in acht worden genomen.

De exploitant van de machine mag zonder toestemming van firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG geen aanpassingen, uitbreidingen of veranderingen bij de machine uitvoeren, die van invloed zouden kunnen zijn op de veiligheid.

De gebruikte reserveonderdelen moeten aan de door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG vastgelegde technische eisen voldoen. Dat is bij originele reserveonderdelen uit de steeds geldende onderdelenlijst altijd gegarandeerd.

Laat altijd alleen geschoold of geïnstrueerd personeel met de machine werken en leg de verantwoordelijkheden van het personeel voor het bedienen, repareren en onderhouden duidelijk vast.

Verder gebruik en aanpassingen

Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat bij aanpassingen/veranderingen enz. aan de hierboven genoemde machines de EU-verklaring komt te vervallen. Het bedrijf dat de aanpassing uitvoert, moet de EU-verklaring aanvullen en de documentatie uitbreiden resp. vernieuwen, aangepast aan de actuele en veranderde versie (art. 8 lid 6 EU-machinerichtlijn)

NaamDatum van/

tot

Soort instructieHandteke-ning van de geïn-strueerde persoon

Instructeur Geïnstrueerde persoon Bediening Veiligheids-voorschriften Onderhoud

3. Instructiebewijs

De ondergetekenden van dit protocol bevestigen met hun handtekening de juistheid van de volgende gegevens en informatie.

Bevestiging

Hiermee bevestig ik dat ik de handleidingen van de machine:

Omschrijving BlueMax Mini Modular Plus

Bouwwijze: Boor-indrukmachine

Machinenr.

gelezen en begrepen heb.

Verder verplicht ik mijzelf ertoe om de algemene veiligheidsvoorschriften, het onderhoud en de verzorgingsinstucties, evenals de inschakel- en bedieningsinstructies en in geval van storingen de hiervoor voorgeschreven voorschriften aan te houden en na te leven. Het is mij bekend dat bij het niet-naleven van de voorschriften ongevallen en risico's voor mensen, alsook materiële schade aan de machine kan ontstaan, wanneer deze instructies niet worden opgevolgd.

8

Algemene veiligheidsvoorschriften

3. Algemene veiligheidsvoorschriften

1. Algemeen 8

Informatie voor het bedienend personeel 8

2. Algemeen 9

3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf dat de machine gebruikt 10

4. Geluid 10

5. Oliën, vetten en andere chemische substanties 10

6. Restrisico 10

7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel 11

8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken van de machine 11

9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding 11

10. Trainingen/instructies 11

11. Persoonlijke beschermingsmiddelen 12

1. Informatie over tekens, symbolen en aanduidingen

De veiligheidsinformatie in de bedieningshandleiding is als volgt opgebouwd:

GEVAAR

Deze gevaaraanduiding duidt op een direct gevaarlijke situatie die zelfs de dood of ernstig letsel tot gevolg heeft, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.

WAARSCHUWING

Deze gevaaraanduiding duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die zelfs de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.

OPGELET

Deze gevaaraanduiding duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie die licht letsel tot gevolg kan hebben, indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.

OPMERKING

Deze aanduiding wijst op mogelijke materiële schade of een situatie van bijzonder interesse/belang, die zou kunnen ontstaan indien de veiligheidsmaatregelen niet worden opgevolgd.

In de bedieningshandleiding worden de volgende symbolen gebruikt om risicobronnen aan te duiden:

GEVAAR

Gevaar door stroomschok!

Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!

Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor gehoorschade!

Sommige delen van de installatie kunnen in een bereik van meer dan 80 dB (A) liggen.

Draag bij werkzaamheden in geluidsintensieve gebieden gehoorbescherming!

WAARSCHUWING

Gevaar door houtstof!

Houtstof kan de functie van de ademhalingswegen belemmeren. Draag daarom een stofmasker.

9

WAARSCHUWING

Brandgevaar!

Schuur- en laswerkzaamheden mogen bij deze machine nooit worden uitgevoerd.

Houd rekening met de lasvoorschriften en de ongevallenpreventievoorschriften.

WAARSCHUWING

Ex-bescherming

Deze machine heeft geen EX-bescherming. Niet in de omgeving van verfspuiterijen plaatsen.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Er bestaat het risico dat handen bekneld raken, in de machine worden getrokken of anderszins letsel oplopen.

Houd uw handen nooit tussen de bewegende delen van de installatie!

Draag veiligheidshandschoenen!

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor hete oppervlakken/voorwerpen!

Er bestaat letselgevaar door het aanraken van hete oppervlakken (bijv. elektromotoren).

Niet aanraken!

2. Algemeen

De in deze bedieningshandleiding beschreven machine is volgens de laatste stand van techniek gebouwd en bedrijfsveilig. Hij voldoet aan NEN EN 12100.

Risicoplaatsen zijn volgens de voorschriften beveiligd. Er kunnen echter gevaren van de machine uitgaan, wanneer die door niet hiervoor opgeleid personeel onvakkundig wordt bediend of niet doelmatig wordt gebruikt.

In dat geval zouden ernstige gezondheidsrisico's evenals risico's voor de machine en gevaren voor de efficiënte werking van de machine kunnen ontstaan.

Alle personen die in het bedrijf van de exploitant met het installeren, ingebruiknemen, bedienen, onderhouden of repareren van de machine zijn belast, moeten de bedieningshandleiding en met name het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' hebben gelezen en begrepen.

In zijn eigen belang moet de met de veiligheid belaste medewerker van de exploitant voor het eerste gebruik door het bedienend personeel schriftelijk laten bevestigen, dat zij hebben deelgenomen aan trainingen en instructies, en alle veiligheidsvoorschriften ter kennis hebben genomen.

Veiligheidsvoorzieningen mogen niet gedemonteerd of buiten werking gesteld worden.

Wanneer het noodzakelijk is dat veiligheidsvoorzieningen t.b.v. onderhouds- of reparatiewerkzaamheden gedemonteerd worden, moeten deze onmiddellijk na beëindiging van deze werkzaamheden weer worden aangebracht.

De machine mag alleen in onberispelijke staat en door hiervoor opgeleid, bevoegd personeel worden gebruikt.

Werkzaamheden waarvoor vakkennis vereist is (bijv. aan de elektrische of pneumatische onderdelen) mogen uitsluitend door hiervoor geschikt en opgeleid personeel worden uitgevoerd.

Bij alle werkzaamheden aan de machine de hoofdschakelaar op stand '0' (UIT) zetten, beveiligen en de persluchttoevoer loskoppelen.

Alle energiebronnen uitschakelen voordat reparatie-, onderhouds-, installatie- of reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd.

Energiebronnen:

• elektrische energie

• pneumatische energie

OPGELET

Gevaar door restenergie!

Ook na het uitschakelen van de machine met de hoofdschakelaar verdwijnt de opgeslagen energie niet.

De resterende energie en opgeslagen energie wegvoeren!

Energiebronnen uitschakelen/wegnemen:

De voor externe apparaten geldende veiligheidsvoorschriften vindt u in de gegevens van de leveranciers (bedieningshandleidingen van gekochte aggregaten).

Elektrische energie via de motorschakelaar/hoofdschakelaar van de machine. Plaats bovendien een informatiebord, wanneer onderhoud of werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd.

Afb. 3: motorschakelaar

Afb. 4: hoofdschakelaar (vanuit de bediener gezien rechts aan de zijkant van het machine onderstel)

1010

OPGELET

Waarschuwing voor handletsel!

De hoofdschakelaar schakelt alleen de aandrijving uit, niet de pneumatische onderdelen!

De machine heeft geen noodstop-knop of noodstop-inrichting. Daarom is bij de omgang met en het werken aan deze machine bijzondere voorzichtigheid geboden.

Pneumatische energie via de aansluiting op het machineonderstel. Zorg ervoor dat alle componenten van de machine drukloos zijn en evt. opgeslagen energie is weggevoerd. De exploitant stelt in het kader van de installatie een mechanische hoofdkraan beschikbaar, waarmee de perslucht van de machine kan worden gehaald.

Afb. 4: onderhoudseenheid pneumatische onderdelen (vanuit de bediener gezien linksachter aan de zijkant van het machineonderstel)

3. Veiligheidsvoorschriften voor het bedrijf dat de machine gebruikt

Alle met het bedrijf van de machine belaste personen (ook leidinggevenden) dienen het hoofdstuk 'Veiligheidsvoorschriften' goed door te lezen. De veiligheidsvoorschriften moeten worden nageleefd.

De machine mag alleen in onberispelijke staat worden gebruikt. Het bedrijf dat de machine gebruikt verdeelt de bevoegdheden voor o.a. onderhoud, reiniging en reparatie helder en let op het vereiste opleidingsniveau voor deze werkzaamheden.

Ook de in het land van gebruik geldende veiligheidsvoorschriften moeten worden nageleefd. Voer geen werkzaamheden uit die de bedrijfsveiligheid zouden kunnen verminderen.

Het bedieningspersoneel controleert de machine op veranderingen of storingen, meldt die bij de verantwoordelijke veiligheidsmedewerker en stelt de machine, indien nodig, buiten bedrijf.

Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat geschikt is voor de betreffende werkzaamheden; na beëindiging van de werkzaamheden het gereedschap verwijderen. De locatie waar het personeel zich bevindt, moet dusdanig worden gekozen dat de werkprocessen altijd zichtbaar zijn, de machine altijd onmiddellijk kan worden gestopt en de veiligheid op geen enkel moment in gevaar is.

Algemene veiligheidsvoorschriften

WAARSCHUWING

Het is verboden om:

• in de ingeschakelde machine te grijpen

• afdekkingen te verwijderen en veiligheidsvoorzieningen buiten bedrijf te stellen

• de vrije bereikbaarheid van de bedieningselementen te belemmeren

• de machine verder te gebruiken wanneer zich veranderingen hebben voorgedaan die van invloed zijn op de veiligheid

• veiligheidsvoorzieningen te manipuleren of omzeilen

4. Geluid

Het A-gewogen equivalente geluidsdrukniveau van deze machine ligt bij > 80 dB (A).

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor gehoorschade!

Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan er een hogere geluidsdruk ontstaan die gehoorschade veroorzaakt!

Het bediende personeel moet met een passende beschermuitrusting worden uitgerust of m.b.v. andere maatregelen worden beschermd!

Draag bij werkzaamheden met de machine gehoorbescherming!

5. Oliën, vetten en andere chemische substanties

Bij de omgang met oliën, vetten en andere chemische substanties moeten de hiervoor geldende voorschriften en veiligheidsbladen van de producent van deze stoffen m.b.t. opslag, omgang, gebruik en verwijdering in acht genomen en nageleefd worden.

Bij het werken met bijtende stoffen moet een beschermuitrus-ting van geschikt materiaal worden gedragen (beschermbril, rubberen handschoenen, rubberen laarzen, veiligheidskleding).

Bij contact met de ogen of huid moet de betreffende plaats onmiddellijk met veel water worden afgespoeld. Passende voorzieningen (oogwasfles, wastafel, douche) moeten in de buurt van de werkplek beschikbaar zijn.

6. Rest risico

OPGELET

Rest risico’s

Bij de omgang met de machine bestaan altijd nog rest risico’s welke door de constructie niet geëlimineerd konden worden.

Zie voor de rest risico’s in de technische documentatie!

De machine is volgens de stand der techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kunnen er bij het gebruiken van de machine risico's voor de gebruiker of derden ontstaan.

De machine dient te worden gebruikt:

• t.b.v. het doelmatige gebruik

• in een veiligheidstechnisch onberispelijke staat

1111

WAARSCHUWING

Gevaar voor lichamelijk letsel!

Veiligheidsvoorzieningen nooit verwijderen en deze ook niet door veranderingen aan de machine buiten werking stellen!

Storingen die van invloed kunnen zijn op de veiligheid, moeten onmiddellijk worden verholpen!

Voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden de complete machine uitschakelen met de hoofdschakelaar en de persluchttoevoer onderbreken!

7. Veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel

• Werkzaamheden aan de machine mogen uitsluitend door vak-personeel worden uitgevoerd dat hierover werd geïnstrueerd

• Er mag alleen geschoold of bevoegd vakpersoneel worden gebruikt

• De algemeen erkende veiligheidstechnische en arbo-regels evenals de ongevallenpreventievoorschriften moeten worden nageleefd

• Bewaar ehbo-voorzieningen (verbanddoos enz.) in de directe omgeving

• De exploitant dient het bedienende personeel te verplichten om persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsschoenen en vaste werkkleding) te dragen

Toegestane werkzaamheden door het bedienende personeel

Werkzaamheden die het bedienende personeel mag uitvoeren, zijn

• het activeren/deactiveren van de machine

• het verwisselen van de boren

• het aanpassen van de machine aan componentafmetingen

• het toevoegen van losse delen (plat liggende houten platen, scharnieren en verbindingsbeslag)

• het starten van de boor- en indrukhandeling

• het uitnemen van componenten die gereed zijn

• het reinigen van de machine

Eisen aan het bedienende personeel

De bediener moet zijn werkomgeving dusdanig organiseren, dat een optimaal, continu productieproces wordt gerealiseerd.

Degene die de machine bedient moet voordat het werk voor het eerst wordt opgenomen en vervolgens in jaarlijkse intervallen worden geïnstrueerd.

Iedereen die met werkzaamheden aan de installatie is belast, verplicht zich ertoe om voor werkbegin

• de principiële voorschriften over werkveiligheid en ongevallenpreventie in acht te nemen

• persoonlijke/werkplekgerichte beschermkleding en hulpmiddelen, die in het teken van de werkveiligheid staan, te dragen, resp. tijdens het werk te gebruiken, voor zover dit veiligheidstechnisch vereist is

De vastgelegde competenties moeten worden aangehouden. Zo mogen bijvoorbeeld

• werkzaamheden aan pneumatische onderdelen van de installatie uitsluitend door speciale vakmensen of door hierover geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een dergelijke vakman volgens de hiervoor geldende technische regels worden uitgevoerd

8. Veiligheidsvoorschriften voor het gebruiken van de machine

• De machine mag alleen in gemonteerde en bedrijfsklare staat in bedrijf worden genomen

• De machine mag alleen worden gebruikt, wanneer alle veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsrelevante inrichtingen, zoals beschermplaten functioneren en onbeschadigd zijn

• Bij de ingebruikneming moet degene die de machine bedient zich vergewissen dat alle veiligheids- en beschermvoorzieningen evenals de bedieningselementen correct functioneren en er geen schade is

• De omgeving van de werkplek moet altijd schoon en overzichtelijk worden gehouden, dit dient door middel van bedrijfsinterne controles te worden gegarandeerd

• Veranderingen of storingen die zich hebben voorgedaan moeten onmiddellijk bij de verantwoordelijke instantie/persoon worden gemeld. De machine evt. onmiddellijk uitschakelen en beveiligen tegen hernieuwde inschakeling

9. Veiligheidsvoorschriften voor de instandhouding

• De instandhouding mag uitsluitend door vakpersoneel van de producent of onder zijn toezicht worden uitgevoerd

• Wanneer de machine bij onderhouds- en reparatiewerk-zaamheden compleet is uitgeschakeld, moet die worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw inschakelen

• Indien nodig moet u het gebied waar onderhoudswerk-zaamheden worden uitgevoerd ruim afzetten!

• Waarschuwingsbord aanbrengen

• Gebruik bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden gereedschap dat bij deze werkzaamheden past

• Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door vakpersoneel van de exploitant worden uitgevoerd

• Wanneer het bij onderhouds- of reparatiewerkzaamheden noodzakelijk is om veiligheidsvoorzieningen te demonteren, moeten deze onmiddellijk na beëindiging van de werkzaam-heden weer worden aangebracht en gecontroleerd

• Bij onderhouds- of reparatiewerkzaamheden losgeraakte schroefverbindingen altijd aandraaien

• Aansluitingen en schroefverbindingen aan het begin van de werkzaamheden reinigen van olie, smeermiddelen en verontreinigingen

• Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke verwijdering van smeer- en hulpmiddelen en de vervangen delen

10. Trainingen/instructies

• Als exploitant bent u verplicht om het bedienende personeel te informeren over juridische en ongevallenpreventievoor-schriften evenals over de aanwezige veiligheidsvoorzieningen, resp. hen hierover te instrueren. Houd hierbij rekening met de verschillende vakkundige kwalificaties van de medewerkers

• Het bedienende personeel moet de instructie begrijpen, opvolgen en de documentatie ondertekenen

• · Alleen dan bereikt u een veiligheids- en risicobewuste werkwijze van het personeel. Als exploitant moet u derhalve de deelname hieraan schriftelijk laten bevestigen door iedere medewerker

• Door toepassing van deze veiligheidsmaatregelen worden de risico's dusdanig geminimaliseerd, dat de machine veilig kan worden gebruikt

1212

OPMERKING

Alle aanwezige veiligheidsvoorzieningen moeten minimaal een keer voor begin van iedere ploegendienst worden gecontroleerd op aanwezigheid en beschadigingen (visuele controle).

11. Persoonlijke beschermingsmiddelen

De exploitant moet de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen:

• veiligheidsschoenen

• gehoorbescherming

• beschermbril

• stofmasker

• veiligheidshandschoenen (indien nodig)

Algemene veiligheidsvoorschriften

1313

1414

Gebruiksdoel/werkwijze

4. Gebruiksdoel/werkwijze

1. Algemene informatie 14

2. Doelmatig gebruik 14

3. Voorzienbaar verkeerd gebruik 14

4. Functie en beschrijving van de machine 15

5. Typeplaatje 15

6. Grenswaarden 15

7. Aansprakelijkheid 15

1. Algemene informatie

Deze handleiding moet altijd op de plaats van toepassing worden bewaard en moet altijd beschikbaar zijn. Voor een vei-lig gebruik en goede omgang met deze machine is het belang-rijk dat u de bedieningshandleiding, met name de veiligheids-voorschriften, heeft doorgelezen en begrepen. De in deze bedieningshandleiding beschreven veiligheidsvoorschriften en bedieningsvoorschriften moeten exact worden nageleefd.

Controleer de veiligheidsvoorzieningen en de arbeidshandelingen van deze machine regelmatig.

Gevaar!

Alle personen die met het installeren, onderhouden, ingebruiknemen, bedienen of repareren van de machine zijn belast, moeten de bedieningshandleiding hebben gelezen en vooral begrepen.

2. Doelmatig gebruik

WAARSCHUWING

De machine mag uitsluitend conform het gebruiksdoel worden gebruikt en in een veiligheidstechnisch onberispelijke staat!

De bedrijfsveiligheid van de machine is alleen bij doelmatig gebruik gegarandeerd!

De BlueMaxMini Modular Plus is een halfautomatische boor- en indrukmachine voor plaatvormige werkstukken en het bijbehorende meubelbeslag. Met deze machine mogen alleen platte platen uit houtmaterialen als spaanplaat, meubelplaat, MDF, massief hout e.d. worden bewerkt!

Elk ander of verdergaand gebruik geldt als verkeerde toepassing en is niet conform het gebruiksdoel.

Gebruiken conform het gebruiksdoel betekent ook dat de door de producent voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorschriften worden nageleefd.

Bij zelf uitgevoerde veranderingen aan de machine vervalt de productaansprakelijkheid evenals de aansprakelijkheid van de producent voor hieruit voortvloeiende schade.

Elk verdergaand gebruik geldt als zijnde niet conform het gebruiksdoel. De producent is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade, dat risico is volledig voor rekening van de gebruiker.

3. Voorzien verkeerd gebruik

WAARSCHUWING

Bij verkeerd gebruik kunnen gevaarlijke situaties ontstaan!

Als te voorzien verkeerd gebruik gelden m.n. de volgende situaties:

Bij niet doelmatig gebruik, onjuiste behandeling en wanneer de machine wordt bediend door niet hiervoor opgeleide of onbevoegde personen kunnen er van deze machine risico's voor het personeel en de machine uitgaan. Derhalve mogen alleen hiervoor opgeleide, geïnstrueerde en hiermee belaste personen deze machine bedienen.

• Verkeerde montage, ingebruikneming, bediening en onderhoud van deze machine

1515

• Het gebruiken van de machine met defecte veiligheidsvoorzieningen

• Het gebruiken met niet correct aangebrachte veiligheidsvoorzieningen

• Het gebruiken bij niet functionerende veiligheidsvoorzieningen en beschermingen

• Het niet-naleven van informatie en instructies in de bedieningshandleiding m.b.t. transport, opslag, montage, ingebruikneming, bedrijf, onderhouden en aanpassen van deze machine

• Eigenhandig uitgevoerde bouwtechnische aanpassingen

• Eigenhandig uitgevoerde aanpassingen aan de aandrijving van deze machine (vermogen, toerental)

• Slechte controle van machineonderdelen die aan bijzondere slijtage onderhevig zijn

• Onjuist uitgevoerde reparaties

• Catastrofes door inwerking van vreemde voorwerpen en overmacht

De genoemde punten zijn enkele van de restrisico's, die ondanks een verbod mogelijk zijn en de gezondheid van de medewerkers in gevaar kunnen brengen.

De veiligheidseisen, die vastgelegd zijn in de bedrijfsveiligheidsvoorschriften, moeten door de exploitant worden aangehouden.

4. Functie en beschrijving van de machine

Beschrijving van de machine

De BlueMax Mini Modular Plus is een halfautomatische boor- en indrukmachine voor plaatvormige werkstukken. Met deze machine mogen alleen platte houten platen als spaanplaat, meubelplaat, MDF, massief hout e.d. worden bewerkt!

Alle te bewerken onderdelen worden handmatig in de machi-ne ingevoerd. De plat liggende platen worden op de bewer-kingstafel gelegd en vastgezet met de spaninrichting. Door op de startknop/voetschakelaar (optioneel) te drukken wordt het boren in gang gezet. Er moet net zolang op de startknop/voetschakelaar (optioneel) worden gedrukt tot het boren is beëindigd. Met de geïntegreerde indrukinrichting (optioneel) worden de overeenkomstige meubelbeslagen manueel inge-drukt m.b.v. een indrukbeugel (optioneel). De bewerking wordt hiermee beëindigd.

Afb. 1: BlueMax Mini Modular Plus

Afb. 2: BlueMax Mini Modular Plus met toebehoren

5. Typeplaatje

Opmerking!

Het typeplaatje bevindt zich op de machine.

Op het typeplaatje staan de volgende gegevens:

Seite 9

1.1 Typenschild

Auf dem Typenschild befinden sich folgende Angaben:

Hersteller Anschrift Typenbezeichnung, Maschinennummern Baujahr Technische Daten (z. B. Nenndruck)

Für technische Informationen und bei der Ersatzteilbestellung alle o. g. Daten angeben. Nachdruck, auch auszugsweise, ist nicht gestattet. 1.2 Hinweise für den Betreiber

Neben der Betriebsanleitung und den im Verwenderland bzw. an der Einsatzstel-le geltenden verbindlichen Regelungen zur Unfallverhütung sind auch die anerkannten fachtechnischen Regeln für sicherheits- und fachgerechtes Arbeiten zu beachten. Der Betreiber der Maschine darf ohne Genehmigung der Hettich FurnTech GmbH & Co. KG keine An- und Umbauten sowie Veränderungen an der Maschi-ne vornehmen, die die Sicherheit beeinträchtigen könnten. Zur Verwendung kommende Ersatzteile müssen den von der Firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG festgelegten technischen Anforderungen entspre-chen. Dies ist bei Original-Ersatzteilen aus der jeweils gültigen Ersatzteilliste immer gewährleistet. Setzten Sie stets nur geschultes oder unterwiesenes Personal ein und legen Sie die Zuständigkeiten des Personals für das Bedienen, Warten und Instandsetzen klar fest.

Producent

Adres

Typenummer, machinenummers

Bouwjaar

Technische gegevens (bijv. nominale druk)

Vermeld voor technische informatie en bij het bestellen van reserveonderdelen alle bovengenoemde gegevens.

6. Grenswaarden

Er gelden voor uitrustingsvoorwerpen en toebehoren, o.a. aandrijfmotoren, elektrisch/elektronisch materieel enz. de volgende grenswaarden:

• omgevingstemperatuur: max. 35° C

• rel. luchtvochtigheid: ca. 65 %

Ruimtelijke grens van de machine

De ruimtelijke grens van de BlueMax Mini Modular Plus wordt hoofdzakelijk bepaald door de afmetingen van het machineonderstel.

Tijdgrens van de machine

De tijdgrens van de machine is afhankelijk van het doelmatige gebruik, het aanhouden van regelmatige onderhoudsintervallen en de regelmatige vervanging van slijtagedelen.

7. Aansprakelijkheid

Gebreken mogen uitsluitend door vakkundig personeel worden verholpen.

Onze aansprakelijkheid beperkt zich tot schade die bij doelmatig gebruik ontstaat. Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor veiligheidsgebreken, die volgens de huidige stand van techniek nog niet herkenbaar zijn.

Overtredingen:

• van veiligheidsvoorschriften voor het bedienende personeel

• van verwijzingen naar bijzondere gevaren

• van het verbod om zelf aanpassingen en veranderingen uit te voeren

• van het gebruiken van niet door de producent goedgekeurde onderdelen en slijtagedelen of hulpstoffen sluiten iedere vorm van aansprakelijkheid van ons voor de gevolgen daarvan uit

1616

Technische informatie

1. Veiligheidsinstructies

Neem bij alle werkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven de voorschriften, waarschuwingen en instructies m.b.t. de werkveiligheid, veiligheidsvoorschriften en milieubescherming in acht.

2. Aanslagpunten

Gebruik bij het uitladen van de machine, componenten en onderdelen en voor het tillen van zware lasten alleen geschikt en toegestaan hefgereedschap (hijskraan), voor het vervoeren van de machine binnen het bedrijf uitsluitend passende transportmiddelen.

Het uitladen of bedrijfsintern vervoeren met de hand is niet toegestaan als het gewicht meer dan 25 kg bedraagt.

Bij het gebruik van magazijnwagens bij het uitladen en bij het transport binnen het bedrijf van de machine moet altijd rekening worden gehouden met het totaalgewicht van de machine (zie 'Technische gegevens').

Gevaar!

Bij gebruik van hefwerktuigen nooit onder zwevende lasten doorlopen of werken. Levensgevaarlijk!

Let bij gebruik van hefwerktuigen op het volgende:

• hefwerktuigen alleen op de aangeduide plaatsen (transportogen e.d.) aan de machine/componenten/onderdelen bevestigen

• gebruik uitsluitend geschikte en goedgekeurde lastmiddelen (spanbanden, touwen, kettingen, schakels enz.) met voldoende draagvermogen

• belast alleen ervaren vakmensen met het aanslaan

• de machine/componenten altijd horizontaal plaatsen en verticaal tillen, nooit schuin hieraan trekken

Bescherm uitstekende componenten en uitrustingsvoorwerpen van de machine tegen beschadiging bij het gebruik van hefwerktuigen en bedrijfsintern transport.

Zet alle lasten zonder te stoten met de gebruikelijke zorgvuldigheid neer en beveilig die onmiddellijk tegen omvallen/kantelen, wegrollen, vandalisme, bijv. collisie met magazijnwagens en vallende voorwerpen.

5. Technische informatie

1. Veiligheidsinstructies 16

2. Aanslagpunten 16

3. Technische gegevens 17

4. Uitrusting 18

Aanpassingen 22

5. Veiligheidsvoorzieningen 22

6. Geluidsemissie 23

7. Afstellen/bevestigen 23

Algemene informatie 23

8. Vereiste aansluitingen 23

Hoofdstroomaansluiting 23

Persluchtaansluiting 23

9. Transport 23

Transport met vorkheftruck of hefwagen 24

10. Transport binnen het bedrijf 24

11. Compleetheid van de levering 24

12. Afhandeling van transportschade 24

13. Maatregelen voor tussenopslag 24

14. Plaats van opstelling 24

15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie 25

16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden 25

17. Deconservering 25

18. Elektronica 25

19. Pneumatische aansluiting 25

20. Afzuiging 25

1717

3. Technische gegevens

Omschrijving: boor- en indrukautomaat voor platen

BlueMax Mini Modular Plus

H x B x D (mm) 862 x 800 x 1856

Gewicht ca. 145 kg

Technische gegevens

Tacttijd handmatig

Elektronica

Bedrijfsspanning 400 V

Vermogen motor 1,1 kW

Capaciteit HB-eenheid 0,55 kW

Nominale stroom 2,65 A

Netbeveiliging 6 A

Pneumatiek

Luchtdruk min. 6 bar, max. 7 bar

Geluid max. geluidsniveau: > 80 dB (A)

Temperatuur < 35 °C

Verwerkingsafmetingen verticale booreenheid

Max. dikte werkstuk: 38 mm

Max. boordiameter: 35 mm

Max. inboormaat: 30 mm

Max. uittrekken van het booraggregaat: 600 mm

Verwerkingsafmetingen horizontale booreenheid

Max. dikte werkstuk: 38 mm

Max. boordiameter: 8 mm

Max. inboorhoogte: 5 – 20 mm

Max. inboordiepte: 40 mm

Benodigde hoeveelheid ruimte voor de machine

181818

2

3

4

5

6

1

7

1 7

4. Uitrusting

De schakelaars en andere bedieningselementen t.b.v. het bedienen en controleren van de machine worden hierna beschreven.

Afb. 5: bedieningselementen van de boor- en indrukmachine

Technische informatie

Pos. Omschrijving Toelichting

1 Motorschakelaar Stroomtoevoer aan/uit

2 Drukknop Arbeidsstap activeren

3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren

4 Drukknop Neerdrukarm automatisch ontspannen

5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor

6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter

7 Hoofdschakelaar Stroomtoevoer machine aan/uit

2 tot 6

2 tot 6

191919

1

2

Afb. 7: persluchtaansluiting

Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)

OPMERKING

Bij gebruik van de voetschakelaar is de handknop buiten werking.

Pos. Omschrijving Toelichting

1 Voetschakelaar (optioneel) Arbeidsstap activeren

Pos. Omschrijving Toelichting

1 Drukregelaar Bedrijfsdruk (6-7 bar) instellen

2 Steekkoppeling Persluchtaansluiting

202020

Technische informatie

Bedrijfsmodus:

Referentie-waarde

Tegelijkertijd indrukken

Ketting-maat

Omschakeling incremen-teel - absoluut

Versprin-ging

Deze knop activeert de instelbare verspringingen

Inch-weergave

Overschakeling naar inch-modus breuken (1/64, 1/32, 1/16), deci-maal 0,001

Parameterniveau:

Parame-terniveau activeren

Ca. 3 seconden indrukken

Parameter selecteren

Toets 1 keer indrukken

Decadeselecteren

Toets 1 keer indrukken

Decade verhogen

Toets 1 keer indrukken

Voorteken-wissel

Toets 1 keer indrukken

Parame-terniveau verlaten

Ca. 3 seconden indrukken

Display

Afb. 8: beeldscherm positie-aanduiding

212121

IJking:

De sensor moet op de magneetband liggen!

> Het apparaat uitschakelen

–> Tegelijk met het indrukken van de toets het apparaat weer inschakelen

–> Daarbij wordt de sensorijking geactiveerd en 'Cal 0' getoond. De sensor langzaam in een richting bewegen op de magneetband. Na afsluiting van het ijken (weergave 'Cal 0' … 'Cal 4') staat de weergave weer op normaalstuwpeil

Parameter Specificatie Default

P01: ASysteemconfiguratie:A = 0: positieve telrichtingA = 1: negatieve telrichting

0

P02: A

Weergavemodus:A = 0: mm-weergave symbool 'mm'A = 1: inch-weergave symbool 'inch'A = 2: mm-weergave symbool 'm'A = 3: mm-weergave symbool '°'A = 4: mm-weergave geen symbool

0

P03: A Decimaalpunt (0…4) 2

P04: A

Standby:0: sleep modus gedeactiveerd (wordt afgeraden)Auto Power-On bij sensorbeweging of indrukken toets (toets F)

01

P05: ABC

Toetsblokkering:A: 'SET' (0 = niet actief) - (1 = actief)B: 'Incr/Abs' (0 = niet actief) - (1 = actief)C: '*' (0 = niet actief) - (1 = actief)

000

P07: ABasisnauwkeurigheid:A = 0: nauwkeurigheid 0,01 mmA = 1: nauwkeurigheid 0,1 mm

0

P08: Multiplicatiefactor (0,0001…9,9999) 1,0000

P09:Referentiewaarde (-999999,9… + 999999,9)

0,0

P10:Verspringing maat 1 (-999999,9… + 999999,9)

0,0

P11:Verspringing maat 2 (-999999,9… + 999999,9)

0,0

P12:Verspringing maat 3 (-999999,9… + 999999,9)

0,0

P13: A

Configuratie maat verspringing (0...3)A = 0: maat verspringing niet kiesbaarA = 1: verspringing maat 1 kiesbaarA = 2: verspringing maat 1 & 2 kiesbaarA = 3: verspringing maat 1 & 2 &

3 kiesbaar

3

P9: Softwareversie X.XX

2222

Aanpassingen

WAARSCHUWING

Aanpassingen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd, die op basis van hun opleiding, ervaring en instructie voldoende kennis hebben over

• veiligheidsvoorschriften

• ongevallenpreventievoorschriften

• richtlijnen en bekende technische regels

Het vakpersoneel moet door degene die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de machine toestemming hebben gekregen om de aanpassingen uit te voeren.

5. Veiligheidsvoorzieningen

Om medewerkers te beschermen tegen mechanische risico's zijn veiligheidsafschermingen conform EN 953 op de machine aangebracht.

Bovendien zijn er overeenkomstige waarschuwingen/pictogrammen op de machine aangebracht.

Afb. 9: transparante kap

WAARSCHUWING

De veiligheidsvoorzieningen mogen niet veranderd, gemanipuleerd of buiten werking gesteld worden.

De machine heeft geen noodstop-knop of noodstop-inrichting. Daarom is bij de omgang met en het werken aan deze machine extra voorzichtigheid geboden.

Aanduiding

Bereik: gehele machine

Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen

Afb. 10: aanduiding – gehele machine

Bereik: neerdrukarm

Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen

Afb. 11: aanduiding – neerdrukarm

Bereik: veiligheidsafdekking van gereedschap

Waarschuwing voor beknellingsgevaar van de handen

Afb. 12: aanduiding – boor- en indrukinrichting

Technische informatie

23

Bereik: motor/aandrijving

Verwijzing naar het uittrekken van de stekker voor het wisselen van gereedschap

Afb. 13: aanduiding – motor/aandrijving

Bereik: gehele machine

Verwijzing naar het uittrekken van de stekker en loskoppelen van de perslucht voor het wisselen van gereedschap. De hoofdschakelaar koppelt de machine niet van het persluchtnet af.

Afb. 14: aanduiding – gehele machine

Bereik: veiligheidsafdekking van gereedschap

Aanduiding van de laserstralen

Afb. 15: aanduiding – laserstralen

Bereik: boren

Aanduiding van de draairichting van de boren

Afb. 16: aanduiding – draairichting van de boren

6. Geluidsemissie

Het geluidsniveau van deze machine ligt boven 80 dB(a). Wij adviseren om altijd een gehoorbescherming te dragen, om gehoorschade te voorkomen.

WAARSCHUWING

Draag gehoorbescherming.

7. Afstellen/bevestigen

Algemene informatie

Plaats de machine op een rechte ondertafel met vaste poten en voldoende draagvermogen.

Alle machines moeten zo geplaatst en beveiligd worden, dat ze niet kunnen gaan verschuiven of omkantelen.

OPMERKING

Vastgezette machines voorkomen ongevallen.

8. Vereiste aansluitingen

Hoofdstroomaansluiting

De elektrische aansluiting geschiedt met een 16 A stekker 2 in een voorbereid en passend beveiligd stopcontact 1.

Er moet op beschadigingen bij de elektrische leidingen worden gelet.

Indien nodig moeten deze worden vervangen.

OPMERKING

Laat de elektrische aansluiting eerst controleren door vakpersoneel.

Persluchtaansluiting

De complete machine wordt aangesloten op de centrale persluchttoevoer van het bedrijf.

De toevoerkabel moet van een steekkoppeling 2 worden voorzien.

De bedrijfsdruk moet m.b.v. de drukregelaar 1 op 6 - 7 bar worden ingesteld.

Dat moet op de manometer worden gecontroleerd.

OPMERKING

Alleen gedroogde perslucht toevoeren, aangezien de pneumatische installatie verregaand met ongeoliede lucht wordt gebruikt.

9. Transport

Het transport en de montage van de machine mogen uitsluitend door hiermee belaste / hiervoor bevoegde firma's / medewerkers van de producent of onder hun toezicht worden uitgevoerd.

Na het transporteren moet de complete machine onderzocht worden op transportschade, aangezien eventuele schade het functioneren en de veiligheid van de installatie kan verslechteren.

OPMERKING

Houd rekening met het gewicht van de machine bij de voorbereiding van het transport!

Het gewicht van de machine bedraagt ca. 145 kg.

24

Technische informatie

Transport met vorkheftruck of hefwagen:

Wanneer voor het in- of uitladen handhefwagens of vorkheftrucks worden gebruikt, moeten deze geschikt zijn voor de belasting en in onberispelijke staat verkeren.

Het zwaartepunt van de te transporteren goederen moet altijd in acht worden genomen! Tijdens het transport moeten de machines naar voorschrift worden vastgezet, hierbij moet de belasting gelijkmatig verdeeld zijn. Voorkom schoksgewijze bewegingen.

Zet de machine trillings- en stootvrij alsook rechtop staand neer. Bescherm die onmiddellijk tegen beschadigingen door transportwagens en tegen omvallen. Behandel de machine bij het uitladen, transport en de tussenopslag zo voorzichtig mogelijk en bescherm deze tegen weersinvloeden van buitenaf en tegen vandalisme, evenals tegen vallende voorwerpen.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor zwevende lasten!

Bij het verplaatsen van de machine moeten deze opgetild en getransporteerd worden. De machine kan door onjuist tillen en transporteren omkantelen en naar beneden vallen.

Begeef u nooit onder zwevende lasten!

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor zwevende lasten!

Tijdens het transporteren van de machine mogen geen personen op de machine zijn of hieraan hangen.

10. Transport binnen het bedrijf:

Gebruik voor het transport binnen het bedrijf uitsluitend transportwagens met voldoende draagvermogen en stabiliteit. Voorkom bij het transport altijd stoten en trillingen. Bescherm uitstekende voorwerpen (motoren, sleepkettingen, kabelbomen, slangen, cilinders) effectief tegen beschadigingen.

11. Compleetheid van de levering

Kijk voor de omvang van de levering op de opdrachtbevestiging of het overzicht in deze bedieningshandleiding en de bij de levering gevoegde afleveringsbon. Controleer de compleetheid van de levering onmiddellijk na ontvangst. Reclameer ontbrekende onderdelen onmiddellijk bij het aanleverende expeditiebedrijf (aangifte van verlies) en informeer ook onmiddellijk de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG.

12. Afhandeling van transportschade

Controleer de machine meteen na ontvangst en het uitladen op transportschade, d.w.z. visueel zichtbare beschadigingen (breuken, deuken, knikplaatsen, scheuren enz.).

Bij een vermoeden van transportschade moet onmiddellijk:

• het aanleverende transportbedrijf (expediteur) schriftelijk worden geïnformeerd en/of

• bij eigen verzekering van het transportrisico door de exploitant een vermoede schade aan de voor u verantwoordelijke, eigen verzekering worden gemeld, eveneens schriftelijk.

13. Maatregelen voor tussenopslag

Het is de bedoeling dat de machine onmiddellijk wordt opgebouwd en in gebruik genomen. Indien dit niet binnen een passende periode van circa 3 maanden na de levering plaatsvindt, moeten de volgende maatregelen worden genomen:

• smeer blanke, metalen onderdelen met een corrosiewerende olie in.

• dek de besturing, elektrische apparaten/materieel, aandrijfmotoren zorgvuldig af met een vocht- en stofwerende bescherming.

• kabelinvoeren in aansluitdozen en stekkers bijzonder zorgvuldig afdekken/afplakken.

• bescherm de kabelbomen tegen ongedierte. Muizen en ratten hebben een bijzondere voorkeur voor de zeer flexibele kabels.

• de machine vorstvrij opslaan in een droge ruimte.

• neem hierbij ook de opslagvoorschriften in acht.

Bescherm de opgeslagen machine door passende maatregelen tegen omvallen, vallende voorwerpen, vandalisme (bijv. aanrijden door magazijnwagens), trillingen en vibraties.

14. Plaats van opstelling

Voor een correcte en veilige plaatsing van de machine is het absoluut noodzakelijk dat er een recht oppervlak met voldoende draagvermogen is. Oneffenheden in het oppervlak moeten gecompenseerd worden met paspanelen, om te garanderen dat de machine stabiel staat.

De BlueMax Mini Modular Plus wordt transportveilig verpakt geleverd. Enkele componenten moeten gemonteerd worden, om de machine bedrijfsklaar te maken. Na de plaatsing van de machine moet deze gereinigd worden.

De machine met behulp van de 4 meegeleverde zwarte montagehoeken 1 (in combinatie met de groefsteen bij het voetprofiel) op een op de locatie aanwezige tafel/frame borgen en daarmee voorkomen dat de machine valt.

OPGELET

Beknellingsgevaar!

Tussen de bewegende machineonderdelen en pilaren, gebouwdelen, kasten enz. moet een minimale tussenruimte van 500 mm worden aangehouden!

Plaats geen beladen pallets in deze gevarenzone!

1

25

15. Veiligheidsvoorzieningen op locatie

Veiligheidsvoorzieningen op locatie moeten na de installatie van de machine goed bereikbaar en volledig functioneel blijven. De veiligheidsvoorzieningen van de machine zelf op de locatie mogen hierdoor niet worden beïnvloed.

De installatieplek moet dusdanig worden gekozen, dat reparaties ook op een later tijdstip zonder ruimtelijke beperking kunnen worden uitgevoerd.

16. Toelaatbare omgevingsomstandigheden

• De machine mag alleen in droge ruimtes geplaatst en gebruikt worden

• De machine is niet explosieveilig. Hij mag niet in de buurt van verfspuiterijen worden geplaatst

• Zorg voor voldoende toevoer van frisse lucht naar de ventilatorkappen van elektromotoren

• Voorkom uitwendige mechanische belastingen op de machine

17. Deconservering

De machine is af fabriek alleen voor het transport geconserveerd.

• Verwijder stof en transportverontreinigingen van de machine met een droge schoonmaakdoek

• Gebruik nooit koude reinigingsmiddelen, middelen op nitrobasis en andere agressieve chemicaliën!

• Alle transportbeveiligingen moeten worden verwijderd. Die moeten voor later hergebruik worden bewaard

18. Elektronica

De boor- en indrukautomaat is voorzien van een aansluitsnoer en een 16 ampère stekker. Laat voor de ingebruikneming door een elektricien controleren dat het stopcontact goed functioneert.

U vindt de vereiste aansluitgegevens op het typeplaatje van de machine.

Eisen aan de elektrische aansluiting

De aansluiting mag alleen op een volgens VDE 0100 uitgevoerde elektrische installatie worden uitgevoerd. De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen gegarandeerd, indien het is aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerde aarding. Het is erg belangrijk, dat aan deze principiële veiligheidskwestie wordt voldaan. Dit dient te worden gecontroleerd evenals de afdoende bescherming van de installatie. De producent kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die veroorzaakt wordt door een ontbrekende of onderbroken aarding. Zie voor het nominale verbruik en de passende beveiliging op het typeplaatje.

19. Pneumatische aansluiting

De boor- en indrukautomaat is voorzien van een aangebouwde koppelingsstekker NW 7,2

• Max. ingangsdruk 8 bar / 100 PSI

20. Afzuiging

Er bestaat een aansluitplicht op een afzuiginstallatie m.b.v. een flexibele slang, die moeilijk ontvlambaar moet zijn. Een afzuigleiding wordt niet standaard meegeleverd.

• Diameter buiten (afzuigaansluiting) 80 mm • Luchtsnelheid min 20 m/s

OPMERKING

Zie voor meer technische gegevens in de documentatie van de producent.

Eigenmachtige veranderingen en aanpassingen aan de machine zijn om veiligheidsredenen verboden en sluiten de aansprakelijkheid van de producent voor hieruit voortvloeiende schade uit.

26

6. Ingebruikneming

1. Algemeen 27

2. Veiligheidscontrole 27

3. Storingen bij de ingebruikname 27

4. Eerste ingebruikneming 27

5. Leveringsvarianten 28

6. Wisselbooraandrijvingen 29

Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta 29

Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 29

Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90° 29

7. Overige accessoires 29

8. Componenten 30

Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen 30

Middenaanslag 31

Voortzettingsaanslagen 31

Trommelaanslag 33

Neerdrukarm 33

Ombouw handbediening/voetschakelaar 34

Aansluiting voetschakelaar bij een machine

met horizontale booraandrijving 34

Aansluiting voetschakelaar bij een machine

zonder horizontale booraandrijving 35

9. Testrun uitvoeren 36

Ingebruikname/testrun

27

1. Algemeen

De hier beschreven instructies moeten als minimumeisen worden beschouwd. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden kunnen verdere instructies noodzakelijk zijn om de arbeidskwaliteit van de machine te behouden.

Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op bijzondere vakgebieden (pneumatiek etc.) mogen alleen vakmensen worden ingezet die op dat vakgebied werden opgeleid.

Houd a.u.b. rekening met de volgende veiligheidsvoorschriften!

WAARSCHUWING

Er bestaat beknellingsgevaar door bewegende onderdelen, wanneer de machine niet buiten bedrijf werd gesteld.

De machine moet voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden drukloos en spanningsvrij worden gemaakt!

OPMERKING

Onjuist onderhoud leidt tot beschadiging van de machine!

Bij de machine kunnen door een verkeerd uitgevoerde demontage en montage materiële schade of vervolgschade ontstaan.

Daarom geldt bij alle demontagewerkzaamheden altijd:

• de saamhorigheid van onderdelen aangeven • de inbouwpositie en -plaats aangeven en noteren • componenten gescheiden demonteren en bewaren

Na onderhoudswerkzaamheden geldt altijd:

• controleren dat alle schroefverbindingen goed vastzitten. Alle afdekkingen sluiten en vastschroeven

Let, net zoals bij de ingebruikneming, op ongewone geluiden en opwarming!

2. Veiligheidscontrole

De machine mag alleen door geschoold en gekwalificeerd personeel in gebruik worden genomen.

Controleer dat:

• installatie-, aanpassings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten en er geen mensen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken

• alle veiligheidsvoorzieningen/afdekkingen gemonteerd zijn

• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

• de bedieningselementen vrij toegankelijk zijn

3. Storingen bij de ingebruikname

Schakel de stroomtoevoer naar de machine onmiddellijk uit bij de ingebruikname bij:

• abnormale bedrijfsgeluiden

• onrustige loop of trillingen resp. vibraties

• storingen aan hulpaggregaten

• te hoog stroomverbruik van de motoren

• elektrische storingen

• oververhitting van gereedschap

GEVAAR

Gevaar door stroomschok!

Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!

Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!

Stel bij iedere functiestoring, als de machine veilig stilstaat, de oorzaak vast en laat die door een gekwalificeerd en hiervoor speciaal opgeleid vakman verhelpen of verhelp de storing zelf, mits u over de hiervoor vereiste kwalificatie beschikt.

De machine pas weer inschakelen, wanneer storingen/fouten vakkundig en volledig werden verholpen!

4. Eerste ingebruikneming

Voor de eerste ingebruikneming van de machine moet met het volgende rekening worden gehouden:

OPMERKING

De eerste ingebruikneming mag uitsluitend door een hiermee belaste / hiervoor bevoegde medewerker van de producent / distributeur of onder zijn toezicht worden uitgevoerd.

• Controleer of de machine volgens de genoemde voorschriften werd gemonteerd!

• Zorg ervoor dat de machine stevig staat!

• Controleer of er geen vreemde voorwerpen (gereedschap, bouwmaterialen enz.) zijn achtergebleven in het bereik van de machine na de montage!

• Controleer de slangen en de slangverbindingen naar de pneumatische onderdelen!

• Controleer de onberispelijke functie van alle veiligheidsmechanismen!

• Zorg ervoor dat bewegende onderdelen niet belemmerd worden in de hiervoor vereiste vrije zones en dat de veiligheidsafstanden worden aangehouden!

28

5. Leveringsvarianten

BlueMax Mini Plus met toebehoren

Compacte boor- en indrukmachine met wisselbooraandrijving

• Pneumatische slag

• Mechanische boorslagbegrenzing

• Trommelaanslagen voor 22, 37, 57 mm

• Diepteverstelling 600 mm met lcd-display

• 1 wisselbooraandrijving, 6 assen met snelwisselkaak

• 6 boorhouders voor snelwisselkaak

• 1 aflegvlak voor gereedschap

• 4 neerdrukarmen (2 links/2 rechts)

• 1 middenaanslag met schaalverdeling

• 2 voortzettingsaanslagen (links/rechts)

• 1 laser

• 2 pendelaanslagen

• Aansluiting: 400 V / 50 Hz / 3 fasen

• Motoren: verticale booraandrijving 1,1 kW / horizontale booraandrijving 0,55 kW

• Benodigde ruimte: 800 mm breedte x 1870 mm diepte x 920 mm hoogte

• Toebehoren, indrukbeugel, voetschakelaar, indrukmatrijzen, boren a.u.b. apart bestellen

Artikelsoort Bestelnr. VE

zonder horizontale booraandrijving 9 206 112 1 st.

met horizontale aandrijving, 3 assen 9 206 114 1 st.

52

5,5

3232

32RR

RR

L

R

Boorbeeld

BlueMax Mini Modular Plus zonder toebehoren

Compacte boor- en indrukmachine met wisselbooraandrijving

• Pneumatische slag

• Mechanische boorslagbegrenzing

• Trommelaanslagen voor 22, 37, 57 mm

• Diepteverstelling 600 mm met lcd-display

• 1 wisselbooraandrijving, 6 assen met snelwisselkaak

• 6 boorhouders voor snelwisselkaak

• 1 aflegvlak voor gereedschap

• 4 neerdrukarmen (2 links/2 rechts)

• 1 middenaanslag met schaalverdeling

• 2 pendelaanslagen

• Aansluiting: 400 V / 50 Hz / 3 fasen

• Motoren: verticale booraandrijving 1,1 kW / horizontale booraandrijving 0,55 kW

• Benodigde ruimte: 800 mm breedte x 1870 mm diepte x 920 mm hoogte

• Toebehoren, indrukmatrijzen, boren a.u.b. apart bestellen

Artikelsoort Bestelnr. VE

zonder horizontale booraandrijving 9 206 111 1 st.

met horizontale aandrijving, 3 assen 9 206 113 1 st.

52

5,5

3232

32RR

RR

L

R

Boorbeeld

Ingebruikname/testrun

29

6. Wisselbooraandrijvingen

Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta

Wisselbooraandrijving met drie boorassen voor het maken van potboringen voor Selekta scharnieren

Boren a.u.b. apart bestellen

Artikelsoort Bestelnr. VE

Wisselaandrijving, 3 assen pot TX 32/ TX 33 9 131 503 1 st.

52

9

R

LL

Boorbeeld3 assen

Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring

Wisselbooraandrijving voor rijboringen in het Systeem 32

Set boren wisselbooraandrijving 9 assen, a.u.b. apart bestellen

Artikelsoort Bestelnr. VE

Wisselaandrijving, 9 assen 9 131 506 1 st.

Wisselaandrijving, 9 assen met snelspankaak en booropname

9 131 505 1 st.

32 32 32 32 32 32 32 32256

R

L

R

L

R

L

R

L

R

Boorbeeld

Wisselbooraandrijving Systeem 32 rijboring 90°

Wisselbooraandrijving 90° verschoven voor geleiders in het Systeem 32

Boren a.u.b. apart bestellen

Artikelsoort Bestelnr. VE

Wisselaandrijving, 9 assen, 90° 9 132 097 1 st.

Wisselaandrijving, 9 assen, 90° met snelspankaak en booropname

9 131 507 1 st.

32 32 32 32 32 32 32 32256

L

R

L

R

L

R

L

R

L

Boorbeeld

7. Overige accessoires

Toebehoren voor een individuele configuratie van de BlueMax Mini Modular Plus

Beschrijving Bestelnr. VE

1 Voortzettingsaanslagen 9 206 146 1 set

3 Indrukbeugel voor booraandrijvingen 9 132 100 1 st.

4 Voetschakelaar 9 216 143 1 st.

5 Laser 9 206 145 1 st.

6 Schraag 9 208 696 1 st.

Blinde stop voor snelwisselkaak

Beschrijving Bestelnr. VE

1 Blinde stop voor snelwisselkaak 0 040 657 1 st.

2 Blinde stop voor snelwisselkaak 0 076 497 1 st.

30

8. Componenten

Indrukbeugel voor de wisselbooraandrijving, 6 assen. De indrukbeugel wordt in losse onderdelen geleverd en moet volgens de tekening worden gemonteerd. De indrukbeugel mag alleen in combinatie met deze wisselbooraandrijving met 6 assen worden gebruikt.

Afb. 17: indrukbeugel

Afgemonteerde indrukbeugel

Bevestigingsschroeven voor indrukmatrijs voor het indrukken van scharnieren en verbindingsbeslag.

Ingebruikname/testrun

1

2

Zijdelingse bevestiging met aanslagschroef 1 voor de nauwkeurige positionering van de indrukbeugel met de bevestigingsschroeven 2 aan de wisselbooraandrijving, 6 assen

31

Middenaanslag

De middenaanslag is voorgemonteerd.

Instellen van de middenaanslag

Door aan het grote metalen stelwiel te draaien wordt de middenaanslag versteld. Een schaalverdeling op de middenaanslag dient hierbij als oriëntatie voor de randafstand. Doe a.u.b. een proefboring!

Montage van de voortzettingsaanslagen (indien niet voorgemonteerd)

Voortzettingsaanslag voormonteren

Voortzettingsaanslag 1 handvast in de houder schroeven

De voortzettingsaanslagen bij de dwarssteun met de inbusschroeven vastschroeven 2

Afb. 18: middenaanslag

Afb. 19: instellen van de middenaanslag

1

2

32

Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen

1. Fijninstelling op de Y-as met zeskantschroeven

Rijboring maken en de voortzettingsaanslag in de rijboring schuiven 3. Werkstuk in de richting van het midden van de machine schuiven, zodat de buitenzijde van de boring 4 tegen de voortzettingsaanslag ligt. Vervolgens de schroeven 5 vastdraaien

2. Fijninstelling van de X-as met inbuschroeven

Draai de inbusschroeven 6 los en plaats de voortzettingsaanslag op één lijn met de dwarssteun 7. Voer een proefboring 8 uit. Meet met een schuifmaat de afstand tussen de twee boorgaten 9. De afstand tussen de buitenste randen van beide boorgaten moet 69 mm zijn. Wanneer deze maat niet overeenkomt, kan de X-richting via de kleine inbusschroef 0 worden ingesteld. Voer opnieuw een proefboring uit en meet de afstand tussen de twee boorgaten.

OPMERKING

Een nauwkeurige instelling zorgt voor een goede kwaliteit.

Instelling boordiepte

Afb. 18: instelling boordiepte

De boordiepte kan met behulp van de schroef 1 worden ingesteld (1 draaiing = 1 mm). Voer een proefboring uit. Indien nodig moet de instelling worden herhaald.

Ingebruikname/testrun

3 4Midden van de machine Midden van de machine

5

8

6 7

0

9

1

3333

Trommelaanslag

De instelling van de randafstanden in het Systeem 32 wordt met behulp van de aanslagbout uitgevoerd 1. Vier aanslagen zijn al vooraf ingesteld met de volgende afstanden:

a. 13 mm b. 22 mm c. 37 mm d. 57 mm

De vijde aanslag is leeg en moet de nulpositie van de machine voorstellen. Dit is het nulpunt van de machine en wordt op het display weer op het nulpunt ingesteld.

Voor individuele afstanden tussen 13 mm en 57 mm, die niet kunnen worden ingesteld met de trommelaanslag, kan de aanslag 1 met behulp van het display worden ingesteld. Om de positie te bewaren en later nog eens te kunnen gebruiken, kan de groefsteen met schroef 2 tegen de aanslag worden gezet.

Vastzethendel voor vaak gebruikte afstanden

Met de vastzethendel aan de zijkant links (vanuit de bediener gezien) kunnen vaak gebruikte afstanden worden ingesteld 1.

De machine loopt dan altijd tegen aanslag 2

Neerdrukarm

De neerdrukarmen (component) zijn voorgemonteerd.

De afbeelding toont de rechterzijde van de neerdrukarm, voor de linkerzijde wordt de neerdrukarm in spiegelbeeld gemonteerd.

1 Neerdrukarm voor

2 Neerdrukarm achter

Afb. 19: trommelaanslag

Afb. 20: neerdrukarm

1

12

2

1

2

1

34

Ombouw handbediening/voetschakelaar

De aanpassingsset bevat de voetschakelaar en twee aansluitslangen. Plaats de voetschakelaar glijvast op de vloer.

Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving

Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)

1. De zwarte slang van de handknop bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.

De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2

Blauwe slang 3 bij de keuzeschakelaar 'verticaal/horizontaal boren' lostrekken.

De blauwe slang 4 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar 'verticaal/horizontaal boren' aansluiten .

OPMERKING

Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.

Afb. 21: voetschakelaar

WAARSCHUWING

De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.

Ingebruikname/testrun

1

3

2

4

3535

Aansluiting voetschakelaar bij een machine zonder horizontale booraandrijving

Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)

1. De zwarte slang van de handknop bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.

De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2

De slang lostrekken 3 en de blauwe slang 4 van de voetschakelaar aansluiten.

OPMERKING

Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.

WAARSCHUWING

De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.

1

2

3

4

36

9. Testrun met/zonder materiaal

Wij adviseren om eerst een testrun zonder materiaal en boorinzetten uit te voeren om alle functies veilig te kunnen testen. Wanneer alle functies in orde zijn, kan het gewenste gereedschap worden ingezet.

Afhankelijk van de aansluiting wordt de voetschakelaar of handknop gebruikt voor de functietest.

Start een testrun zonder materiaal. Daarna moet u een test met materiaal uitvoeren.

Controleer vervolgens het werk. Wanneer alle instellingen correct zijn, kunt u met de productie beginnen.

Voorwaarden

• Alle noodzakelijke inschakelingen moeten zijn uitgevoerd

• De perslucht moet ingeschakeld zijn

• De machine moet op het betreffende product zijn afgestemd

• Let erop dat de machine rustig loopt en er geen onregelmatigheden zijn

• De operator moet altijd over de actuele werkwijze worden geïnformeerd

10. Beëindigen van de ingebruikname

• Na afsluiting van alle service- en instellingswerkzaamheden moeten de uitgevoerde werkzaamheden worden gecontroleerd

• Controleer of alle schroeven en bevestigingen vastzitten

• Na de controle moet eerst een test met een component worden uitgevoerd

• Pas als de machine goed functioneert, kan de ingebruikname worden beëindigd

• Schakel de machine vervolgens uit en geef de productie over aan de operator

• De operator moet altijd over de actuele productie geïnformeerd en m.b.t. de werkwijze geïnstrueerd worden

• Daarna kan de productie worden gestart

OPMERKING

Na de servicewerkzaamheden moeten alle beschermvoorzieningen op een goede functie worden gecontroleerd!

Ingebruikname/testrun

37

38

7. Afstellen

1. Machine voorbereiden 38

Operationaliteit 38

Aansluiting op de afzuiging 38

Aansluiting op de perslucht 39

Aansluiting op de stroomtoevoer 39

Inschakelen 40

Bediening 40

Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen 41

Scharnieren indrukken 42

2. Instellen (werkvoorbereiding) 42

Het gebruikte gereedschap (boren) 42

Wisselbooraandrijving, 6 assen,

Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 43

Wisselbooraandrijving, 9 assen 43

Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 44

Wisselbooraandrijving vervangen 44

Reiniging 44

Aandrijving inzetten 45

Schakelaarfunctie controleren 45

Boordiepte-instelling verticale booraandrijving 46

Boren met horizontale booraandrijving 46

Instellingen aan de achterzijde van de machine 47

Boorslagbegrenzing voor rijboringen 48

3. Neerdrukarm en middenaanslag 48

Neerdrukarm 48

Middenaanslag 49

Instellen van de trommelaanslagen 49

1. Machine voorbereiden

De BlueMax Mini Modular Plus wordt verpakt in dozen geleverd. Enkele onderdelen en componenten moeten gemonteerd worden om de machine bedrijfsklaar te maken. Na de montage moet een basisreiniging worden uitgevoerd bij de machine (stof en eventuele olie- of vetresten verwijderen)

Controleer voor het inschakelen van de machine van de boor- en indrukautomaat, dat

• eventuele installatie-, aanpassings-, instellings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten

• geen personen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken

• alle veiligheidsvoorzieningen volgens voorschrift werden aangebracht

• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

Voordat u begint met de productie:

• controleer de machine voor en na het inschakelen op veiligheid en een onberispelijke werking

• controleer of de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

• controleer of de machine op het betreffende product werd afgestemd

Operationaliteit

De machine is bedrijfsklaar als

• alle eerder genoemde inschakelingen werden uitgevoerd

• een testrun werd uitgevoerd

• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

• de machine op het betreffende product is afgestemd

• de machine vast gemonteerd werd op een tafel/onderstel

Daarna kan de productie worden gestart

Aansluiting op de afzuiging

Sluit de machine aan op een afzuiginstallatie. Er bestaat een aansluitplicht op een afzuiginstallatie m.b.v. een flexibele slang, die moeilijk ontvlambaar moet zijn.

Steek de afzuigslang van de afzuiginstallatie op de afzuigaansluiting 1 en bevestig die m.b.v. een slangklem.

De luchtsnelheid van de afzuiginstallatie moet min. 20 m/s bedragen.

De diameter van de afzuigslang: ø 80 mm. Leg de afzuigslang dusdanig, dat de afzuigaansluiting niet wordt belast!

Afb. 22: afzuigaansluiting

Instellen

1

3939

Aansluiting op de persluchtvoorziening

Om de machine aan te sluiten op het persluchtnet, moet u de toevoerleiding m.b.v. de snelkoppelingstekker 1 op de luchtfiltereenheid schuiven.

Aanbevolen luchtdruk 6 - 7 bar, 100 PSI.

Afb. 23: luchtfiltereenheid met snelkoppelingstekker

Aansluiting op de stroomtoevoer

De stroomtoevoer wordt d.m.v. een 16 ampère stekker gerealiseerd.

Laat eerst door een elektricien controleren dat het stopcontact goed functioneert.

Steek daarna de stekker in het stopcontact.

De machine is geschikt voor een aansluitspanning van 400 volt (andere varianten zijn mogelijk).

Gebruik een passende stekker volgens DIN VDE of de IEC-norm. Er moet een voorzekering in het net worden aangebracht.

Controleer de draairichting van de motor. De aandrijfassen moeten naar rechts draaien.

Als de motor, resp. de aandrijfas linksom draait, moet u de fasewender in de stekker omschakelen.

Gevaar door stroomschok!

Onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan elektrische componenten zijn levensgevaarlijk i.v.m. elektrische schokken!

Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen alleen door erkende elektriciens worden uitgevoerd!

Afb. 24: schakelschema

1

1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge

UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge

1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge

UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge

P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min

P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min

Fuse klant Laserset is optie

horizontaal boormotor is optieverticaal boormotor

BlueMaxMini Modular Plus3 fase

4040

1 7

2

3

4

5

6

8

Inschakelen

Voorbereidende werkzaamheden

• Zorg voor de stroomtoevoer door de stekker in het stopcontact te steken

• Verbind de perslucht en schakel die in

• Bereid het materiaal voor (platen scharnieren, verbinders etc.)

Bediening

U kunt de machine met de voetschakelaar of handknop op de bedieningseenheid bedienen. Een gelijktijdige bediening met voetschakelaar en handknop is niet mogelijk.

Schakel met de hoofdschakelaar de stroomtoevoer in 7. Schakel met de motorschakelaar 1 de stroomtoevoer voor de aandrijfmotor in.

De voetschakelaar 8 en de handknop 2 van de bedieningseenheid hebben dezelfde functies.

Beide bedieningselementen moeten zolang geactiveerd worden tot een complete werkhandeling werd afgesloten.

Wanneer u de handknop of de voetschakelaar eerder loslaat, stopt de machine de werkhandeling onmiddellijk en gaat de booreenheid terug naar zijn uitgangspositie. U moet de handeling opnieuw activeren.

Instellen

2 tot 6

Afb. 25: bediening

Pos. Omschrijving Toelichting

1 Motorschakelaar Stroomtoevoer aan/uit

2 Drukknop Arbeidsstap activeren

3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren

4 Drukknop Neerdrukarm automatisch ontspannen

5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor

6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter

7 Hoofdschakelaar Stroomtoevoer machine aan/uit

8 Voetschakelaar Arbeidsstap activeren

Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)

4141

Rijboring maken met wisselbooraandrijving, 9 assen

De keuzeschakelaar op het bedieningselement moet op positie 'boren' worden gezet.

• Leg een plaat 1 tegen de omhoog gezette middenaanslag 2

• Druk op de voetschakelaar (handknop) tot het boren is beëindigd. U ziet nu de eerste rijboring 3

• Klap de middenaanslag 2 naar beneden en schuif de plaat verder naar rechts tot aan de aftastpin 6

• Schuif de aftastpin in de tweede boring 7 van de plaat en druk op de voetschakelaar (handknop)

Afb. 27: rijboring met wisselbooraandrijving, 9 assen

OPMERKING

De plaat moet altijd naar het midden van de machine worden geschoven, als de voortzettingsaanslag in een boring grijpt.

• De tweede werkhandeling wordt uitgevoerd. De werkhandeling moet afhankelijk van de plaatlengte herhaald worden

• De neerdrukarm 8 houdt de plaat alleen tijdens het boren vast

• Maak daarna de tafel schoon, om voor de volgende plaat weer een egaal en schoon oplegvlak te hebben

Afb. 6: voetschakelaar (optioneel)

23

1

Afb. 28: rijboring Afb. 29: aftastpin

Afb. 30: middenaanslag Afb. 31: neerdrukarm

8

8

8

7

6

6

42

Scharnieren indrukken

Voor het indrukken van scharnieren is de wisselbooraandrijving, 6 assen, benodigd.

Voer voor aanvang van de productie een functietest uit. Wanneer de beugel neergeklapt is moet de veiligheidsschakelaar actief zijn om bij het indrukken van het scharnier de motor uit te schakelen.

• Schuif een plaat 1 tegen de aanslag 3

• Druk op de voetschakelaar, resp. de handknop

• De neerdrukarmen 2 vergrendelen de plaat en de boorprocedure wordt uitgevoerd

• De neerdrukarmen blijven geactiveerd en blijven de plaat vasthouden

• Plaats het scharnier in de indrukmatrijs 4

• Draai de indrukbeugel 6 met de handgreep 5 onder de wisselbooraandrijving

• Druk nogmaals op de voetschakelaar (handknop). (een hand op de indrukbeugel, een hand op de handknop).

• Het scharnier wordt ingedrukt

OPMERKING

Op dezelfde manier worden de verbindingsbeslagen ingedrukt.

• Druk op de drukknop 5

• De neerdrukarmen kunnen omhoog worden getild en u kunt de plaat weghalen

Deze arbeidsstap is daarmee beëindigd

2. Werkvoorbereiding

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Trek de stekker uit het stopcontact en haal de perslucht van de machine alvorens de machine aan te passen!

Kies eerst de passende wisselbooraandrijving. De machine beschikt over 4 varianten.

Het gebruikte gereedschap (boren).

De gewenste boren worden eerst voorgemonteerd. Deze instelling geldt voor alle wisselbooraandrijvingen.

De gewenste boor 1 in de bajonetsluiting 2 plaatsen en met de inbussleutel 3 de twee schroeven 7 vastdraaien.

Let bij het plaatsen op de correctie positie van het aanschroefvlak 8 van de boor. De schroeven moeten op dit oppervlak de boor spannen.

Afb. 35: het gebruikte gereedschap (boren)

Instellen

23

1

Afb. 34: indrukbeugel bewegen

7

8

Afb. 32: scharnieren indrukken Afb. 33: scharnier in indrukmatrijs

43

Het voorgemonteerde gereedschap 4 wordt in de gereedschapopname van de wisselbooraandrijving 5 geschoven en tegen de 'looprichting/draairichting' van de aandrijving in gedraaid.

De bajonetsluiting klikt vast.

Herhaal deze handeling tot alle gereedschappen veilig zijn vastgeklikt.

Niet benodigde gereedschapopnames moeten altijd worden voorzien van een afdichtdopje 6.

Controleer voor het plaatsen van de wisselbooraandrijving altijd uw werk.

De boren moeten vastgeklikt en alle schroeven vast aangedraaid zijn.

OPMERKING

Houd rekening met de kleuraanduiding!

Rood gemarkeerde boren moeten voor linksom draaiende assen worden gebruikt.

Wisselbooraandrijving, 6 assen, wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9)

Deze wisselbooraandrijving wordt gebruikt voor het boren van opneemgaten en het indrukken van scharnieren en verbindingsbeslag.

Het inzetten van gereedschap (boren) wordt op een werktafel gedaan.

Wisselbooraandrijving, 9 assen

Deze wisselbooraandrijving wordt voor het maken van rijboringen gebruikt.

Afb. 37: wisselbooraandrijvingen

Zwart gemarkeerde boren moeten voor rechtsom draaiende assen worden gebruikt.

Afb. 38: wisselbooraandrijving, 6-, 3 assen

Afb. 39: wisselbooraandrijving, 9 assen

32 32 32 32 32 32 32 32256

L

R

L

R

L

R

L

R

L

Boorbeeld

1

23

6

5

4

32

52

5,5

32 32

R

L

RRRR

52

9

R

LL

Boorbeeld3 assen

Boorbeeld6 assen

32

52

5,5

32 32

R

L

RRRR

52

9

R

LL

Boorbeeld3 assen

Boorbeeld6 assen

44

Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen

Deze wisselbooraandrijving wordt voor het maken van boringen in een hoek van 90° gebruikt (geleidingen).

Er mogen maximaal 6 boren worden geplaatst met een maximumdiameter van 5 mm.

32 32 32 32 32 32 32 32256

L

R

L

R

L

R

L

R

L

Boorbeeld

Afb. 40: wisselbooraandrijving, 9 assen

Wisselbooraandrijving vervangen

Voor de boringen moet, afhankelijk van de toepassing, de desbetreffende wisselbooraandrijving worden geplaatst.

Aan de hand van dit voorbeeld laten wij u zien hoe een wisselbooraandrijving verwisseld moet worden. Wij adviseren u om bij het verwisselen van de wisselbooraandrijvingen veiligheidshandschoenen te dragen om letsel door scherp gereedschap te voorkomen.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel! Afb. 41: wisselbooraandrijving vervangen

Alvorens de machine aan te passen de stekker uit het stopcontact trekken en de persluchttoevoer afsluiten!

Maak eerst de twee stervormige grepen 1 los tot het gereedschap naar onderen glijdt.

De veiligheidsbeugel 2 houdt de wisselbooraandrijving 3 vast, zodat die niet naar onderen kan vallen. Met behulp van de handgreep 4 wordt de wisselbooraandrijving naar onderen toe uit de geleiding genomen. Draai de veiligheidsbeugel 2 hierbij iets weg.

Leg de wisselbooraandrijving opzij.

Afb. 42: wisselbooraandrijving vervangen

Reiniging

Voordat u de gewenste wisselbooraandrijving plaatst moeten de aanschroefoppervlakken 5 en het aandrijftandwiel 6 met een droge schoonmaakdoek worden gereinigd.

OPMERKING

Vervuiling leidt tot meer slijtage van de aandrijfelementen en tot storingen in het productieverloop.

Afb. 43: reiniging van de wisselbooraandrijvingen

Instellen

3

4

2

1

24

6

5

45

De geleidingsbouten 1 moeten worden gereinigd.

De boring 2 in de geleidingsbout moet schoon zijn zodat de klemschroef de wisselbooraandrijving goed kan vasthouden.

Afb. 44: geleidingsbout

Aandrijving inzetten

De voorbereide wisselbooraandrijving wordt met behulp van de handgreep of door onder de beugel 2 te pakken, ingezet.

Let erop dat de geleidingsbouten worden ingevoerd zonder vast te haken.

Schuif de wisselbooraandrijving naar boven en klik de veiligheidsbeugel 1 vast.

Afb. 45: aandrijving inzetten

Schroef de stervormige grepen 3 stevig aan.

Afb. 46: stervormige grepen

Schakelaarfunctie controleren

De wisselbooraandrijving, 6 assen, wordt voor het boren en inzetten van een scharnier/verbinder gebruikt.

Bij het indrukken van het scharnier/de verbinder moet de aandrijving van de boor zijn uitgeschakeld.

Afb. 47: schakelaar

Draai de indrukbeugel 2 met de handhendel 2 in de indrukpositie. De schakelaar 1 moet door de hendel geactiveerd worden en de motor met behulp van de schakelaar uitschakelen. Controleer de functie. Indien nodig moet de schakelaar passend worden afgesteld.

Bij iedere wisseling van wisselbooraandrijving of na een langere stilstandperiode van de machine moet de schakelaar 1 altijd op correcte werking worden gecontroleerd.

2

1

2

1

3

1

46

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Een verkeerde werking kan ernstig letsel en productiestoringen tot gevolg hebben!

De boorslag wordt bij zijn neerwaartse beweging beperkt door de aanslag.

De boorslag kan individueel worden ingesteld, afhankelijk van de bladdikte. Door te draaien aan de stelschroef 1 kan de boordiepte veranderd worden. Voer vervolgens een proefboring uit en controleer de boordiepte m.b.v. een meetschuif.

Afb. 50: boordiepte-instelling (verticaal)

Boren met horizontale booraandrijving

Afb. 67: horizontale booraandrijving

Indrukpositie voor de indrukbeugel

Indien nodig kan de positie van de indrukbeugel worden afgesteld. Met de stelschroef 5 wordt de positie van de indrukbeugel exact passend afgesteld. De stelschroef drukt daarbij tegen de aanslagschroef 6. Draai de indrukbeugel naar beneden en controleer de positie tijdens het indrukken. Indien nodig moet de instelling worden herhaald tot de positie correct is.

Afb. 49: indrukpositie voor de indrukbeugel

Afb. 51: boordiepte-instelling (verticaal)

Stel eerst de boordiepte in met behulp van het handwiel aan de voorzijde van de machine.

Instellen

Afb. 48: boordiepte-instelling verticale booraandrijving

1

1

1

6

5

47

Stel de hoogte van het horizontale aggregaat met de schaalverdeling bij het draaien van de stervormige greep aan het horizontale booraggregaat in.

Controleer de instellingen door een proefboring uit te voeren.

De hefsnelheid (boren in het werkstuk) van het horizontale booraggregaat kan met de stelschroef 1 worden ingesteld. De eindpositiedemping (teruggaan van het horizontale booraggregaat) met de stelschroef 2

Controleer de instellingen door een proefboring uit te voeren.

Gebruik voor het boren met de horizontale booraandrijving altijd de excenterspanner.

Neem de excenterspanner uit zijn parkeerpositie en span het werkstuk met behulp van de spanner. Gebruik hiervoor de boring in de machinetafel die het dichtste bij het werkstuk ligt. Positioneer de excenterspanner hier en draai de witte kunststof plaat tegen het werkstuk. Draai de hendel van de excenterspanner naar links tot hij het werkstuk licht spant.

Druk op de handknop of voetschakelaar om het boren te activeren.

Instellingen aan de achterzijde van de machine

De snelheid van de boor kan kort voor het ingaan in het werkstuk worden verlaagd om goede boorresultaten te krijgen. Kort voordat de boren het blad bereiken, wordt de snelheid verlaagd.

Om de onderste eindpositiedemping in te stellen, is er aan de achterkant van de machine een stelschroef 1 in de hefcilinder aangebracht. Door aan de stelschroef te draaien, kan de liftsnelheid worden verlaagd of verhoogd.

Met behulp van de stelschroef 2 in het ventiel wordt ingesteld hoe lang de neerdrukarm na het boren nog gespannen moet blijven, alleen voor het boren van rijboringen.

Met behulp van de stelschroef 3 wordt de neerwaartse boorslagsnelheid ingesteld. Met de stelschroef 4 wordt de nalooptijd van de verticale booraandrijving ingesteld. Bij MDF-materiaal is een langere nalooptijd nodig om de spaan die ontstaat met de boor uit het boorgat te halen. Controleer de instelling door een proefboring uit te voeren.

Afb. 67: excenterspanner

Afb. 52: instellingen aan de achterzijde van de machine

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Voorzichtig bij het instellen van de nalooptijd, niet in de draaiende boor grijpen!!!

1

2

1

2

4

3

48

Boorslagbegrenzing voor rijboringen

Bij het maken van rijboringen kan de boorslag worden ingekort om effectiever te kunnen werken. Voor het instellen de motorschakelaar a.u.b. deactiveren, zodat de boren niet draaien.

Start de boorslag met de handknop of voetschakelaar. Houd de handknop/voetschakelaar ingedrukt tot de wisselbooraandrijving zich in de onderste eindpositie bevindt. Daarna wordt de aanslag met behulp van de hendel 2 gedraaid.

Bij de volgende werktact wordt er een korte slag uitgevoerd.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Opgelet bij het bewegen van de booraandrijving, op deze positie bestaat beknellingsgevaar.

OPMERKING

Controleer na het beëindigen van de instelwerkaamheden alle werkzaamheden.

3. Neerdrukarm en middenaanslag

Neerdrukarm

Afhankelijk van de bladdikte moet de hoogte van de neerdrukarm worden versteld. Tussen het werkstuk en het uiteinde van de neerdrukarm 3 mag max. 6 mm afstand zijn, (evt. inbussleutel SW 5 onderleggen). Voor het instellen van de afstand wordt klemschroef 2 losgedraaid en de neerdrukarm 1 in zijn positie in de houder verschoven. Als de correcte hoogte is bereikt, wordt de klemschroef vast aangedraaid.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Voor alle onderhouds- en instelwerkzaamheden moet de machine spanningsvrij gemaakt en de perslucht uitgeschakeld worden. Bescherm de machine tegen onverwacht opnieuw inschakelen!

Bij het boren moeten de neerdrukarmen 1 goed worden gepositioneerd om het werkstuk goed vast te klemmen. Voor de instelling worden de klemhendels 4 / 5 losgemaakt en de neerdrukarmen gepositioneerd. Bovendien kunnen de neerdrukarmen versteld worden door het losmaken van de klemhendels 5. De klemhendels moeten daarna weer goed worden vastgemaakt.

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

De arm niet onder de boorkop draaien.

Afb. 53: boorslagbegrenzing

Afb. 54: neerdrukarm

Afb. 55: neerdrukarm

Instellen

2

1

2

3max. 6 mm

4

1

1 5

49

Middenaanslag

De middenaanslag 1 wordt gebruikt voor het verwerken van verbindingsbeslag of als eerste aanslag voor de gatenrij. Afhankelijk van de werkrichting moet de rechter- of linkeraanslagklep naar boven worden gekanteld. Voor het instellen moeten de kartelschroeven 2 worden losgedraaid en de middenaanslag met de hand worden afgesteld. Na de instelling moeten de kartelschroeven vast worden aangedraaid.

Instellen van de trommelaanslagen

De trommelaanslagen geven vaste afstanden voor. Vooraf ingesteld zijn: 13 mm, 22 mm, 37 mm en 57 mm. Trek de tafel iets terug. Voor het instellen wordt de trommelaanslag 2 in de gewenste positie gedraaid en vastgeklikt.

De vrije positie (positie zonder aanslagpin) is het nulpunt van de machine. Via dit punt kan het display weer op het nulpunt worden gezet.

Afstand 13 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring

Afstand 22 mm Wisselbooraandrijving, 6 assen voor scharnierboring

Afstand 37 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring

Afstand 57 mm Wisselbooraandrijving, 9 assen voor rijboring

Om individuele posities tussen 13 mm en 57 mm in te stellen, moet de aanslag 1 in het profiel worden gebruikt en op de individuele maat worden ingesteld (instelling via display). Met behulp van schroef 2 kan de positie gemarkeerd worden door de schroef dichterbij te schuiven, zodat de berekende positie niet verloren gaat.

Pendelaanslagen

De pendelaanslagen worden overeenkomstig de toepassing afgesteld. Voor het instellen wordt de schroef 4 losgedraaid en de pendelaanslag 5 op de rail verschoven. Draai de schroef weer vast.

Afb. 56: middenaanslag

Afb. 57: trommelaanslag

Afb. 58: pendelaanslag

2

1

2

1 2

2

1

4

5

50

Bedrijf

8. Bedrijf

1. Veiligheidscontrole 50

Algemene informatie 50

Operationaliteit 50

Bedieningselement 51

2. Inschakelen 52

Voorbereidende werkzaamheden 52

3. Bediening 52

Neerdrukarm 53

Verwerking van Hettich scharnieren 53

Boren 54

Indrukken 54

4. Storingen tijdens de werking 55

Storingen verhelpen 55

5. Controles tijdens de werking 55

Functiecontroles 55

1. Veiligheidscontrole

OPGELET

De bediening en alle servicewerkzaamheden aan deze machine mogen alleen door geautoriseerd of geïnstrueerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Neem altijd de veiligheidsinformatie en de interne veiligheidsvoorschriften in acht.

Controleer voor het inschakelen van de machine dat

• eventuele installatie-, aanpassings-, instellings- en onderhoudswerkzaamheden compleet zijn afgesloten

• geen personen in de gevarenzone van de machine zijn of mogelijk zelfs hieraan werken

• alle veiligheidsvoorzieningen volgens voorschrift werden aangebracht

• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

Algemene informatie

Voordat u begint met de productie:

Controleer de machine voor en na het inschakelen op veiligheid en een onberispelijke werking.

Controleer of de persluchttoevoer bedrijfsklaar is.

Controleer of de machine op het betreffende product werd afgestemd.

OPMERKING

Bij een onjuiste functie van de machine en bij storingen moet u onmiddellijk uw chef informeren.

Operationaliteit

De machine is bedrijfsklaar als

• alle eerder genoemde inschakelingen werden uitgevoerd

• een testrun werd uitgevoerd

• de persluchttoevoer bedrijfsklaar is

• de machine op het betreffende product is afgestemd

Daarna kan de productie worden gestart.

51

2

3

4

5

6

Bedieningselement

Op het bedieningselement zijn drie druktoetsen en twee keuzeschakelaars.

OPGELET

Bedenk bij alle werkzaamheden: de veiligheid staat voorop!

Pos. Omschrijving Toelichting

2 Drukknop Arbeidsstap activeren

3 Keuzeschakelaar Verticaal/horizontaal boren

4 Keuzeschakelaar Neerdrukarm automatisch ontspannen

5 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren voor

6 Drukknop Neerdrukarm handmatig deblokkeren achter

52

1 3

2

Bedrijf

2. Inschakelen

Voorbereidende werkzaamheden

• Zorg voor de stroomtoevoer door de stekker in het stopcontact te steken,

• Verbind de perslucht en schakel die in en

• Bereid het materiaal voor: platen scharnieren/verbinders etc.

3. Bediening

U kunt de machine met de voetschakelaar of handknop op de bedieningseenheid bedienen. Een gelijktijdige bediening met voetschakelaar en handknop is niet mogelijk.

Schakel met de hoofdschakelaar 1 de stroomtoevoer voor de aandrijfmotor in.

De voetschakelaar 2 en de handknop 3 van de bedieningseenheid hebben dezelfde functies.

Beide bedieningselementen moeten zolang geactiveerd worden tot een complete werkhandeling werd afgesloten.

Wanneer u de handknop of de voetschakelaar eerder loslaat, stopt de machine de werkhandeling onmiddellijk en gaat de booreenheid terug naar zijn uitgangspositie.

U moet de handeling opnieuw activeren.

53

1

WAARSCHUWING

Waarschuwing voor handletsel!

Tijdens het bedrijf van de machine mogen uw handen niet in de gevarenzone van boren, neerdrukarmen of indrukmatrijs zijn.

Neerdrukarm

De neerdrukarmen worden automatisch gespannen wanneer de handknop of het voetpedaal geactiveerd worden en kunnen weer ontspannen worden door op de gele knop 1 te drukken.

Dit kan naar keuze met de handknop of het voetpedaal worden gedaan. Druk hiervoor op de handknop resp. het voetpedaal tot de boren hun eindpositie (boordiepteaanslag) hebben bereikt. Als de schakelaar wordt losgelaten, gaat de boorkop automatisch terug naar zijn uitgangspositie.

Verwerking van Hettich scharnieren

1. In de achterste drie boorassen worden een boor, diameter 35 mm, linksdraaiend en in de nevenboorassen twee boren met 10 mm diameter rechtsdraaiend ingespannen. De voorste boorassen moeten met een kapje worden afgesloten, zodat de schroefdraadpin er niet uit kan schuiven en een effectieve bescherming tegen vervuiling ontstaat.

2. Aanslag boordiepte instellen. Voer proefboringen uit, om de exacte boordiepte vast te stellen.

3. Pendelaanslagen instellen op de gewenste maat rechts en links volgens de schaalverdeling.

WAARSCHUWING

In de buurt van de boorkop geen aanslagen plaatsen, aangezien anders ernstige schade, bijv. aan de boorassen en aan de aandrijving, kan ontstaan.

Doe a.u.b. een proefboring! Afmetingen controleren!

Afb. 59: gele knop: neerdrukarm losmaken

Afb. 60: boorbeeld

Afb. 61: boorassen met kapje

Afb. 62: aanslag boordiepte

Afb. 63: pendelaanslag met inbusschroef

52

5,5

3232

32RR

RR

L

R

Bohrbild

54

Boren

1. Werkstuk voor het aanslagliniaal plaatsen en de pendelaanslagen instellen. Het boorproces activeren met de handknop of de voetschakelaar en beëindigen door loslaten.

2. Nu kan het Hettich scharnier met snelmontage aan de potzijde met de hand worden geplaatst.

Indrukken

1. Scharnier met voorgemonteerde moffen in de indrukmatrijs voor scharnieren klikken en de scharnierarm tussen de houders drukken.

2. Beugel met indrukmatrijs voor scharnieren naar onderen draaien tot aan de aanslag boven het boorgat.

3. Het indrukken starten door op handknop 1 te drukken en weer beëindigen door loslaten. De indrukmatrijs voor scharnieren naar boven draaien. Neerdrukarm met de onderste schakelaar 2 losmaken. Werkstuk wegnemen.

Afb. 64: handknop Afb. 65: voetschakelaar

Afb. 66: indrukmatrijs

Afb. 67: indrukmatrijs voor scharnieren

Afb. 68: handknop en schakelaar

Bedrijf

1

2

55

4. Storingen tijdens de werking

Verhelpen van storingen

Storingen in de machine mogen alleen door vakpersoneel, dat hiermee is belast, worden verholpen.

Bij het zoeken naar de oorzaak voor storingen moet de complete omgeving van de machine worden bekeken. Bij beschadigingen gedurende de garantieperiode moet de producent onmiddellijk worden geïnformeerd.

WAARSCHUWING

Veiligheidsvoorschriften bij het zoeken naar oorzaken van storingen, resp. het verhelpen van storingen!

Neem de ongevallenpreventievoorschriften in acht!

• Zorg ervoor bij mechanische storingen dat de montage-eenheid drukvrij wordt gemaakt!

• Borgen tegen hernieuwd inschakelen en aanduiden met een informatiebord!

5. Controles tijdens de werking

De operator voert de controle tijdens de werking uit.

• Voer 1 à 2 keer per dag/dienst de genoemde visuele en veiligheidscontroles uit, voor uw persoonlijke veiligheid en de onbeperkte bedrijfsveiligheid van de machine.

Bij extreme bedrijfs- of milieu-omstandigheden moet het aantal controles per dienst worden verhoogd.

Functiecontroles

• Loopt de machine rustig en zonder veel trillingen?

• Let voortdurend op eventuele veranderingen en geluiden tijdens de werking.

56

9. Onderhoud/verzorging

1. Algemene informatie 56

Werkzaamheden aan elektrische componenten 56

2. Instructie van het onderhoudspersoneel 56

3. Stilstandsbeveiliging van de machine 57

4. Reiniging van de machine 57

Elektromotoren 57

5. Onderhoudswerkzaamheden 57

Onderhoud en instandhouding 57

Onderhoudsunit 58

6. Instructies voor inspecties 58

Algemeen 58

1. Algemene informatie

Onvoldoende, onjuist en/of niet op tijd uitgevoerd onderhoud verhoogt het gevarenrisico en kan tot storingen in het bedrijf, hoge reparatiekosten en lange stilstandperiodes leiden. Dit is uitsluitend voor risico van de exploitant.

Werkzaamheden aan elektrische componenten

Defecte elektrische componenten mogen alleen door dezelfde reserveonderdelen worden vervangen.

Schakel de elektrische installaties bij alle werkzaamheden hieraan altijd uit en vraag het vakpersoneel om raad.

GEVAAR!

Elektrische bedrijfsmiddelen en bepaalde onderdelen van deze apparaten staan, evt. ook nog wanneer deze zijn uitgeschakeld, onder levensgevaarlijke spanning.

Een verkeerde omgang met elektrische bedrijfsmiddelen kan daarom ernstig letsel en/of materiële schade tot gevolg hebben.

WAARSCHUWING

Elektrische apparaten mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden onderhouden.

Voor aanvang van alle werkzaamheden moet de stekker van het apparaat uit het stopcontact worden getrokken en moet het apparaat geaard worden. Gebruik uitsluitend goedgekeurde reserveonderdelen (bijv. zekeringen) met specificaties die overeenstemmen met de gegevens in de apparatenlijst.

2. Instructie van het onderhoudspersoneel

Lees deze bedieningshandleiding voor het werken met deze machine goed door en werk altijd conform de veiligheidsvoorschriften.

Neem evt. ook de montagehandeleidingen van andere producenten, in de aanhang van deze bedieningshandleiding, in acht.

Controleer voor aanvang van alle onderhoudsmaatregelen:

• dat de machine veilig werd stopgezet en een abusievelijke of ongeplande ingebruikneming onmogelijk is

• dat de persluchttoevoer van de machine geblokkeerd werd en de machine drukloos is

Meld alle geplande werkzaamheden aan een toezicht houdende persoon.

WAARSCHUWING

Versleten en/of beschadigde componenten onmiddellijk vervangen. Anders brengt u uw persoonlijke veiligheid, de bedrijfsveiligheid van de machine en de veiligheid van uw omgeving in gevaar.

Onderhoud/verzorging

57

Aanbeveling:

Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Niet door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG gecontroleerde en/of goedgekeurde reserveonderdelen, resp. uitrustingsvoorwerpen kunnen de actieve en passieve veiligheid van de machine eventueel in gevaar brengen

Gebruik bij alle werkzaamheden geen ongebruikelijk geweld, voor zover dit verder gaat dan de noodzakelijke intensiteit om aansluitingen en/of schroefverbindingen los te maken of te bevestigen. Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden alleen technisch onberispelijk, passend gereedschap en gebruik dit vakkundig en veilig.

3. Stilstandsbeveiliging van de machine

• Schakel de stroomtoevoer naar de machine uit (stekker uit het stopcontact trekken)

• Trek de persluchtslang (persluchttoevoer) van de machine

• Bescherm de machine tegen onbevoegd opnieuw inschakelen

• Reinig de machine, zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk

• Breng een waarschuwingsbord aan op de machine, conform de ongevallenpreventievoorschriften

GEVAAR!

OPGELET! Onderhoudswerkzaamheden! Machine niet inschakelen

Let op de immissiebescherming

Vervuilde stoffen (waswater, olie, vet) moeten opgevangen en reglementair verwijderd worden.

4. Reiniging van de machine

De complete machine moet altijd na ieder gebruik worden gereinigd. Dat gaat het beste door afnemen met schoonmaakdoeken en/of afzuigen met een industriële stofzuiger.

OPMERKING

Gebruik voor de reiniging van de machine nooit perslucht om deze schoon te blazen.

Reinig in kortere afstanden, wanneer dat i.v.m. de bedrijfsomstandigheden nodig is.

Reinig de machine

• alleen volgens de voorschriften door afzuigen, nooit door afblazen met perslucht

• alleen drogen met een schoonmaakdoek om resten van smeermiddelen e.d. te verwijderen

• verwijder boorstof regelmatig

Let bij de omgang met gevaarlijke vloeistoffen en/of vloeistoffen die een gevaar opleveren voor het grondwater (bijv. olie, schoonmaak- of oplosmiddelen en andere chemische stoffen) op de Arbo-voorschriften en overeenkomstige regelgeving.

Gebruik nooit agressieve, licht ontvlambare of de gezondheid schadende oplos- of reinigingsmiddelen voor het reinigen van de handen.

Elektromotoren

Alle elektromotoren moeten regelmatig worden gereinigd, omdat stof en vuil als een isolatielaag werken, waardoor motoren/spoelen oververhit zouden kunnen raken.

Teksten, informatieborden

Teksten/informatieborden moeten

• met een doek worden gereinigd

• gecontroleerd worden, dat ze goed vastzitten en leesbaar zijn

• beschadigde borden moeten worden vervangen

Laser

Bij gebruik van de laser moet die regelmatig droog worden gereinigd met een schoonmaakdoek.

5. Onderhoudswerkzaamheden

Onderhoud en instandhouding

Controleer voor aanvang van alle onderhoudsmaatregelen:

• dat de machine veilig werd stopgezet en een abusievelijke of ongeplande ingebruikneming onmogelijk is

• dat de persluchttoevoer van de machine geblokkeerd werd en de machine drukloos is

Controleer regelmatig de elektrische en persluchtleidingen van de machine. Defecte of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen.

WAARSCHUWING

Letselgevaar Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.

Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.

Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Niet door de firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG gecontroleerde en/of goedgekeurde reserveonderdelen, resp. uitrustingsvoorwerpen kunnen de actieve en passieve veiligheid van de machine eventueel in gevaar brengen

Gebruik bij alle werkzaamheden geen ongebruikelijk geweld, voor zover dit verder gaat dan de noodzakelijke intensiteit om aansluitingen en/of schroefverbindingen los te maken of te bevestigen.

Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden alleen technisch onberispelijk, passend gereedschap en gebruik dit vakkundig en veilig.

58

Voordat u aan de pneumatische installatie gaat werken moet u de machine reinigen, in elk geval het werkgedeelte, zoals hieronder beschreven.

• Maak persluchtleidingen resp. slangen van de pneumatische installatie drukloos

• Trek de slangen voorzichtig los. De ontsnappende perslucht zou stof kunnen doen opwaaien

• Bescherm open luchtaansluitingen tegen vervuiling (eventueel afplakken)

• Aansluitingen, stekkers of schakelaars nooit verwisselen. Dat zou altijd storingen tot gevolg hebben

• Werk altijd zo schoon mogelijk

Onderhoudsunit

Door de onderhoudsunit worden stof, vuil, water en oliedruppels uit de luchtleiding verwijderd. Let op dat de verzameltank altijd tijdig wordt leeggemaakt. De filter functioneert niet als het vloeistofniveau in de tank te hoog is. Het gevolg zijn storingen en snelle slijtage van de ventielen en cilinders. De noodzakelijke intervallen moeten bedrijfsintern worden vastgelegd, omdat die sterk afhankelijk zijn van de kwaliteit van de ter beschikking staande perslucht.

De onderhoudsunits moeten dagelijks worden gecontroleerd op water in het kijkglas.

OPMERKING

Controleer na het beëindigen van alle werkzaamheden aan de persluchtsystemen dat alle schroeven en leidingen goed zijn aangedraaid. Onderhoudsunit

Door de onderhoudsunit worden stof, vuil, water en oliedruppels uit de luchtleiding verwijderd. Let op dat de verzameltank altijd tijdig wordt leeggemaakt. De filter functioneert niet als het vloeistofniveau in de tank te hoog is. Het gevolg zijn storingen en snelle slijtage van de ventielen en cilinders. De noodzakelijke intervallen moeten bedrijfsintern worden vastgelegd, omdat die sterk afhankelijk zijn van de kwaliteit van de ter beschikking staande perslucht.

De onderhoudsunits moeten dagelijks worden gecontroleerd op water in het kijkglas.

OPMERKING

Controleer na het beëindigen van alle werkzaamheden aan de persluchtsystemen dat alle schroeven en leidingen goed zijn aangedraaid.

6. Instructies voor inspecties

Inspecties zijn maatregelen waarmee de daadwerkelijke toestand van een machine en zijn componenten kan worden vastgesteld en beoordeeld.

OPMERKING

Inspecties dienen als preventief onderhoud en staan in dienst van uw eigen veiligheid.

Een niet op tijd uitgevoerde inspectie geldt als niet doelmatig gebruik van de machine.

De verantwoordelijke voor de machine moet deze dagelijks op visueel herkenbare fouten controleren; opgetreden fouten moeten onmiddellijk worden verholpen of, indien dat niet mogelijk is, gerapporteerd worden.

De machine mag alleen in onberispelijke staat worden gebruikt.

De omgeving van de machine moet schoongehouden worden en er mogen geen struikelobjecten aanwezig zijn. Luchtslangen en afzuigslangen moeten passend worden gelegd, zodat deze de beweging van de operator van de machine niet belemmeren.

De voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden moeten in de genoemde intervallen worden uitgevoerd. Eventueel moet de exploitant andere, passende intervallen aangeven of extra werkzaamheden opvoeren.

Bij de wekelijkse reiniging van de machine moeten, indien mogelijk, alle componenten op slijtage en beschadigingen worden onderzocht. Hoe vroeger beschadigingen worden herkend, des te lager zijn de noodzakelijke reparatiekosten!

Na de montage moet bij alle schroefverbindingen worden gecontroleerd of deze goed vastzitten! Dat geldt met name voor alle dynamisch belaste componenten.

Bij de maandelijkse onderhoudswerkzaamheden moeten de dynamisch belaste schroefverbindnigen steekproefsgewijs worden gecontroleerd!

Veiligheidsvoorzieningen moeten regelmatig (minimaal 1x per maand) op hun correcte functie worden gecontroleerd.

Alle elektriciteitskabels en pneumatische slangen moeten op beschadigingen en een goede bevestiging worden gecontroleerd.

De kabeldoorvoeren bij aansluitdozen controleren op mogelijk lekkages en een stevige bevestiging.

Algemeen

Ontdoe de machine regelmatig van boorstof.

Elektrische en persluchtleidingen regelmatig controleren.

Defecte of beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen!

Onderhoud/verzorging

59

10. Storingen/oplossing

1. Algemene informatie 59

2. Storingsoorzaken bij de exploitant 59

3. Foutopsporing 59

Algemene storingsoorzaken 59

Storing in het machineverloop 59

4. Storingsmelding 59

1. Algemene informatie

OPMERKING

Bij alle storingen altijd eerst de oorzaak vaststellen.

Veiligheidsinstructies

Storingen in de machine mogen alleen door vakpersoneel, dat hiermee is belast, worden verholpen.

Bij het zoeken naar de oorzaak voor storingen moet de complete omgeving van de machine worden bekeken. Bij beschadigingen gedurende de garantieperiode moet de producent onmiddellijk worden geïnformeerd.

WAARSCHUWING

Veiligheidsvoorschriften bij het zoeken naar oorzaken van storingen, resp. het verhelpen van storingen!

Neem de ongevallenpreventievoorschriften in acht!

• Zorg ervoor bij mechanische storingen dat de montage-eenheid drukvrij wordt gemaakt!

• Borgen tegen hernieuwd inschakelen en aanduiden met een informatiebord!

2. Storingsoorzaken bij de exploitant

De geleverde machine/installatie werd in de fabriek door ons vakpersoneel aan een functiecontrole onderworpen.

Storingen die het gevolg zijn van een onjuiste behandeling, onreglementair gebruik of gebrekkig (niet tijdig/goed uitgevoerd) onderhoud, vallen niet onder de garantie. Dit is uitsluitend voor risico van de exploitant.

3. Foutopsporing

OPGELET

Neem bij het zoeken naar fouten altijd de voorschriften, waarschuwingen en instructies in acht

Ga bij het zoeken naar fouten altijd stapsgewijs te werk en schrijf al uw waarnemingen, test- en meetresultaten op.

Probeer zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen in welke bedrijfssituatie de storing zich heeft voorgedaan, d.w.z. probeer de volgende vragen te beantwoorden:

Welke handeling heeft de machine nog correct uitgevoerd?

Vanaf welke handeling heeft de storing zich voorgedaan?

Komt de storing vaak voor of slechts incidenteel?

Probeer bij incidentele storingen vast te stellen of de storing met bepaalde gebeurtenissen of

handelingen direct voordat de storing optreedt in verband kan worden gebracht.

Doet de storing zich alleen bij bepaalde onderdelen (materiaal, vorm, bijzondere profielen) voor?

Neem bij alle aanvullende uitrustingen/opties de bedieningshandleidingen in acht.

Algemene storingsoorzaken

Controleer bij het zoeken naar fouten, voordat u eventueel onderdelen demonteert, eerst:

• of de machine en/of zijn uitrusting herkenbare beschadigingen vertoont

• of de machine gereinigd is en geen stofafzettingen de beweging van onderdelen belemmeren of verslechteren

• of de persluchttoevoer in orde is en de bedrijfsdruk binnen de toegestane tolerantie ligt (6 - 7 bar)

• of de omstandigheden van het elektrische net overeenkomen met de gegevens van de elektromotoren (typeplaatjes) en/of elektrische apparaten en de motorbescherming goed werd ingesteld

• of onderhoudsmaatregelen tijdig werden uitgevoerd

Storing in het machineverloop

Alle werkzaamheden m.b.t. het onderhouden, instellen, verhelpen van fouten, aanpassen, repareren en voor de service mogen alleen door hiervoor opgeleid en aangewezen vakpersoneel worden uitgevoerd.

Bij alle storingen altijd de installateur van de machine om raad vragen.

Probeer vast te stellen in welk bereik van de machine de storing zich heeft voorgedaan.

Controleer:

• of schakelaars werden omgezet of defect zijn

• of luchtslangen lek of geknikt zijn

• of de elektrische leidingen van de schakelaars of magneetkleppen beschadigd zijn. Met name bij elektrische leidingen kan een kabelbreuk ontstaan

4. Storingsmelding

Indien de bovenstaande informatie u niet verder kan helpen bij het verhelpen van een probleem, neem dan a.u.b. telefonisch contact op met Hettich FurnTech GmbH.

Denk er echter aan, dat wij u ook alleen maar snel verder kunnen helpen als wij gedetailleerde informatie en foutbeschrijvingen krijgen.

Storingen/oplossing

60

1. Algemene informatie Bij de demontage van de machine moeten de nationale en

internationale regels van de betreffende landen altijd worden nageleefd. Wij kunnen u slechts principiële informatie geven over de demontage en afvalverwijdering.

Neem bij alle werkzaamheden de voorschriften, waarschuwingen en instructies m.b.t. de werkveiligheid, veiligheidsvoorschriften en milieubescherming in acht.

Wij adviseren om bij de demontage of verwijdering van de machine/installatie een erkend demontage-/afvalverwijderingsbedrijf hiermee te belasten.

Voor de demontage Voor de demontage van de machine/installatie is

het belangrijk om de omstandigheden ter plaatse te kennen. Daartoe behoren o.a. de doorrijhoogtes, smalle transportroutes en krappe plaatsen bij het aftransporteren van de machine.

Er moet ruimte voor werkapparatuur zijn danwel passende plaatsen moeten worden aangewezen.

Onderwerp het demontagebereik voor aanvang van de werkzaamheden altijd aan een visuele controle en zet deze zone af.

Bij de demontage moet u zich tevoren informeren over de statica en eventuele zwakke plekken van de machine/installatie en een bijbehorend demontageschema ontwikkelen.

Zet passende vaten of transporttanks klaar voor de diverse materialen.

Een doordacht werk- en veiligheidsschema vormt een goede basis voor het werk.

2. Buitenbedrijfstelling Bij de buitenbedrijfstelling moet de stroom- en

persluchttoevoer van de machine worden gescheiden om de resterende energie, resp. opgeslagen energie af te voeren.

Gevaar door stroomschok!

Ook nadat de machine werd uitgeschakeld staan de leidingen in de schakelkasten nog onder spanning

• Stroomtoevoerkabels • Stuurkabels naar de schakelaars • Toevoer onderspanning

WAARSCHUWING

Gevaar voor lichamelijk letsel

De persluchttoevoer moet door een industriële mecanicien of door iemand met een vergelijkbare opleiding worden gescheiden.

11. Demontage/afvalverwijdering

1. Algemene informatie 60

Voor de demontage 60

2. Buitenbedrijfstelling 60

3. Demontage 61

Algemene informatie 61

Demontage van de machine/installatie 61

4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering 61

Milieubescherming 61

Slopen 61

Olie en oliehoudend afval 61

Onderhoud/verzorging

61

Neem bij de afvalverwijdering alle bedrijfsinterne, plaatselijke en regionale voorschriften in acht.

Bij de verwijdering van de machine (demontage of sloop) moeten alle componenten op materiaal gescheiden worden verwijderd, indien mogelijk geschikt voor hergebruik (recycling).

Nadat smeermiddelsystemen (aandrijvingen e.d.) volledig leeg- en schoongemaakt zijn, kunnen bij de aansluitende demontage de volgende materialen vrijkomen:

• metaal: staal, machinegietijzer, aluminium (materiaal voor de machinebouw),

• kunststof: PVC (slangen),

• elastomeer: kabelommantelingen, afdichtingen

• elektrische apparaten/materieel

Machineonderdelen gescheiden naar materialen op milieuvriendelijke wijze verwijderen.

Milieubescherming

OPGELET

Bij alle werkzaamheden aan en met de machines moeten de wettelijke richtlijnen m.b.t. het vermijden van afval en een correcte recycling/verwijdering worden aangehouden!

Vooral bij installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor het water, zoals

• smeervet en olie

• schoonmaakvloeistoffen die oplosmiddelen bevatten

niet in de grond of in de riolering terechtkomen!

Deze stoffen moeten in passende bakken bewaard, getransporteerd, opgeladen en verwijderd worden.

Slopen

Wanneer de machine ooit definitief buiten bedrijf wordt gesteld, moeten de op dat moment geldende wetten en voorschriften betreffende de afvalverwijdering in acht genomen en nageleefd worden.

Voor de definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering is bovendien de complete deïnstallatie van de gehele energietoevoer en de verwijdering van de smeerolie vereist.

Met het slopen van de machines moet een hiervoor gekwalificeerd vakbedrijf worden belast.

Het is zinvol om te controleren welke materialen gerecycled kunnen worden en dat vervolgens ook te doen.

Olie en oliehoudend afval

OPGELET

Opgelet!

Olie en oliehoudend afval is een groot potentieel risico voor het milieu. Daarom wordt dit door gespecialiseerde bedrijven verwijderd.

Breng dit afval naar de interne verwijderingsafdeling, die ze wederom verder transporteert naar gespecialiseerde bedrijven.

3. Demontage Algemene informatie

Bij de demontage van de machine is bijzondere voorzichtigheid geboden.

GEVAAR!

Waarschuwing! Er bestaat een hoger letsel- en ongevalrisico!

• Draag bij lawaaierige werkzaamheden altijd een gehoorbescherming

• Gebruik bij de demontage alleen getest en goedgekeurd gereedschap

• Gebruik bij het transporteren van de machine, componenten en onderdelen en voor het tillen van zware lasten alleen geschikte en goedgekeurde magazijnwagens of hefgereedschap (hijskraan)

• Gebruik altijd de voorgeschreven, persoonlijke beschermuitrusting (beschermbril, veiligheidskleding, gehoorbescherming, veiligheidsschoenen etc.)

Demontage van de machine/installatie

OPMERKING

Neem bij de demontage ook de informatie uit hoofdstuk 'Technische informatie' onder punt 'Plaatsen/bevestigen' in acht.

• Maak alle schroefverbindingen los en markeer de schroeven en posities voor een eventuele hernieuwde montage van de machine/installatie

4. Gevaarlijke stoffen / afvalverwijdering

Het verwijderen van afval moet altijd voorschriftsconform, met inachtneming van de wettelijke regelingen worden uitgevoerd.

Gedemonteerde componenten moeten gescheiden op materiaal worden ingezameld, resten die niet gerecycled kunnen worden moeten verwijderd worden.

Neem bij de afvalverwijdering van aandrijvingen en uitrustingsvoorwerpen evenals bij elektrische/elektronische componenten de verordening m.b.t. elektronisch afval in acht.

Bij de afvalverwijdering – in eigen verantwoordelijkheid van de exploitant – kunnen bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden (onderhoud en reparatie) de volgende afvalstoffen ontstaan:

• smeermiddelen, vetten, oliën en chemicaliën

• technische gassen zoals stikstof

• schoonmaakmiddelen en verbruiksmateriaal, evenals

• alle soorten afval, ook versleten componenten van de machine en gereedschap

• vloeibaar afval moet als potentieel gevaarlijke stof voor het grondwater, in dichte, goedgekeurde bakken worden verzameld en gereed gezet voor een reglementaire afvalverwijdering

• eventueel geknoeide vloeistoffen moeten onmiddellijk gebonden en geneutraliseerd worden

• gebruikte hulpstoffen (bijv. afgewerkte olie) nooit in de grond of in de riolering laten weglopen

62

12. Reserveonderdelen

1. Basisonderstel 63

2. Werkplaat 63

3. Excenterspanner 64

4. Onderstel geleiding 64

5. Uitzetter 65

6. Afzuiging 65

7. Kabelsleepketting 66

8. Console 66

9. Hefcilinder 67

10. Aanslag boordiepte 68

11. Verstelbare aanslag 68

12. Klemming 69

13. Motor met dragend element 70

14. Middenaanslag 70

15. Indrukbeugel 71

16. Neerdrukarm achter 71

17. Neerdrukarm voor 71

18. Voortzettingsaanslag 72

19. Slagbegrenzing 72

20. Trommelaanslag 72

21. Horizontale booreenheid 73

22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen 74

23. Wisselbooraandrijving, 9 assen 75

24. Wisselbooraandrijving, 6 assen 75

25. Wisselbooraandrijving, 3 assen (Selekta 22/9) 75

26. Pneumatisch schema 76

27. Elektrisch schakelschema 77

Bedenk dat de door firma Hettich FurnTech GmbH & Co. KG als producent afgegeven producent- resp. conformiteitsverklaring bij het inbouwen van niet goedgekeurde reserveonderdelen komt te vervallen.

Reserveonderdelen

6363

1. Basisonderstel

Afb. 69: basisonderstel

2. Werkblad

Afb. 70: werkblad

6464

3. Excenterspanner

4. Onderstel geleiding

Reserveonderdelen

6565

5. Uitzetter

6. Afzuiging

6666

7. Kabelsleepketting

8. Console

Afb. 71: motor met hefcilinder en aflegvlak voor gereedschap

Reserveonderdelen

6767

9. Hefcilinder

6868

10. Aanslag boordiepte

11. Verstelbare aanslag

Reserveonderdelen

6969

12. Klemming

7070

13. Motor met dragend element

14. Middenaanslag

Reserveonderdelen

7171

15. Indrukbeugel

16. Neerdrukarm achter

17. Neerdrukarm voor

7272

18. Voortzettingsaanslag

Reserveonderdelen

19. Slagbegrenzing

20. Trommelaanslag

7373

21. Horizontale booreenheid

complete booreenheid

complete boordiepte verstelling

niet weergegeven: booropname voor snelwisselsysteem (3x bij aanlevering)

7474

22. Wisselbooraandrijving 90°, 9 assen

Reserveonderdelen

bij snelwisselsysteem bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

7575

23. Wisselbooraandrijving, 9 assen

24. Wisselbooraandrijving, 6 assen

25. Wisselbooraandrijving, 3 assen Selekta (22/9)

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

bij snelwisselsysteem

7676

26. Pneumatisch schema

Reserveonderdelen

alleen bij HBEalleen bij HBE

alternatief

7777

27. Elektrisch schakelschema

1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge

UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge

1 en 2: gr; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE:gn/ge

UL/CSA1 en 2: rt; 3 en 4: br; 5 en 6: sw; PE: ar met gn/ge

P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min

P = zie opdrachtU = zie opdrachtI = zie opdrachtn = 2800 U/min

Fuse klant Laserset is optie

horizontaal boormotor is optieverticaal boormotor

BlueMaxMini Modular Plus3 fase

78

30. Nummers reserveonderdelen

1106 Rondsel Z32

1125 Rechte trekontlasting

1134 Nevenas snelwisselkaak

1151 Groefkogellager

1152 Bus DU 30x34x30

1353 Kapje voor snelwisselkop

1551 Motor (gegevens vlg. opdracht)

1553 Pasveer

1560 Sticker schakelconsole

1651 Cilinder D=80/slag=125 mm

1663 Smoorklep afzuiging met geluidsdemper

1665 Onderhoudsunit compl.

1680A Elektropneumatische schakelaar 3~ 50 Hz

1680B Elektropneumatische schakelaar 3~ 60 Hz

1680E Elektropneumatische schakelaar 1~ 60 Hz

1680F Elektropneumatische schakelaar 1~ 50 Hz

1688 Snelontluchtingsklep

1738 Drukstuk voor neerdrukarm

1740 Klemplaat voor neerdrukarm

1757 Kleine cilinder slag=10mm

1953 5/2-wegklep pneum.

1955 3/2-wegklep voetbediening

2004 Insert voor werkblad

2005 Sluitmoer M8

2006 Geleidingszuil

2008 Ventielplaat

2009 Motordrager BM9

2010 Spandoorn

2011 Buis voor luchtafvoer

2013 Kruisgreep

2015 DU-bus

2016 Schroefdraadinzet M8

2017 Bowex Junior maat 19 d14 houders

2019 Tastrollenventiel

2027 Bowex Junior koppeling maat 19

2030 Boortjeshouder

2033 Klep

2034 Stelomhulsel

2036 O-ring

2037 Kartelmoer, plat

2038 Kartelmoer, plat

2042 Drukveer

2044 Aanslag 68 lang

2046 Aanslag 50 lang

2048 Sticker scharnier

2049 Sticker rijboring

2050 Vleugelmoer eenzijdig

2051 Bol

2052 Drukveer

Nummers reserveonderdelen

2058 Schroefdraadbus

2059 Schroefdraadbuis

2060 Indexstift

2061 Geleidingsschijf

2063 Verend drukstuk

2067 Klemhendel

2079 Hoofdas

3000 Aandrijving voor horizontale booreenheid compl.

3001 Tandwielstelsel

3002 Drijfwerkdeksel

3003 Afdichting

3004 Excenterspanner

3005 Boordiepte-instelling

3006 Motorflens

3007 Nulmarkering

3008 Stanghouder

3009 Buishuls

3010 Schroefdraadas

3011 Cilinderplaat

3012 Montageplaat

3013 Stanghouder achter

3014 Dwarse schuifplaat

3015 Houder schaalverdeling

3016 Stelas

3017 Motor 0,55kW (ph, spanning bij best. aang.)

3018 Glijlager

3019 Lineaire behuizing

3020 Stalen as

3021 Stalen as

3022 Aanloopschijf

3023 Kruisgreepschroef

3024 Schaal

3025 Schroefdraadstaaf

3026 Vierkantige moer

3027 Tegenlager

3028 Geleidingsmoer

3029 Stervormige greep

3030 Compacte cilinder

3031 Knevel

3032 Kogelgreep D32

3033 Drukplaat

3034 Stifttap

3035 Excenter

3036 Borgschijf

3038 Bak onderstel

3039 Voetprofiel

3040 Afsluitplaat

3041 Hoek

3042 Sticker

79

3043 Kopstuk

3044a Geleidingswagen

3044b Geleiderail

3045 Tegenhouder lang

3046 Tegenhouder kort

3047 Geleidingsprofiel

3048 Groefsteenprofiel

3049 Begrenzer

3050 Klemflens

3051 Cilinderhouder

3052 Beugelgreep

3053 Schijf

3054 Zuilplaat

3055 Cilinderplaat

3056 Koppeling zuigerstang

3057 Schijf

3058 Verdeler

3059 Reductie

3060 Terugslagklep ontgrendelb.

3061 Stifttap

3062 Sticker trommel

3063 Trommel

3064 Draagblok trommel

3065 Aanslagblokje achter

3066 Aanslag profielstaaf

3067 Afdrukplaat

3068 Klemhendel

3069 Boordiepteschroef

3070 Boordiepteschijf

3071 Houder voor aanslag boordiepte

3072 Zijplaat voor aanslag boordiepte

3073 Verend drukstuk

3074 Groefsteen M8

3075 Schroefdraadbus

3076 Platte veer

3077 Klemblok

3078 Schroefdraadblok

3079 Spanplaat

3080 Spanlijst

3081 Lager

3082 Zeshoekige stang

3083 Glijlager

3084 Klemhendel rood

3085 Groefsteen M6

3086 Draaistaaf

3087 U-vormig blok

3088 Klink

3089 Stelring

3090 Afstandshuls neerdrukarm

3091 Vasthoudblok neerdrukarm

3092 Uitzetter neerdrukarm

3093 Aanslagliniaal

3094 Werkblad

3095 Verstevigingsplaat

3096 Boorbus

3097 Ronde rubberen draad

3098 Stang neerdrukarm

3099 Klemplaat neerdrukarm

3100 Klemhendel

3101 Uitzetter

3102 Schuif

3103 Schroefdraadstaaf

3104 U-vormige plaat onder

3105 U-vormige plaat boven

3106 Maatstaf (schaalverdeling) zelfklevend

3107 Console

3108 Sticker

3109 Sticker

3110 Sticker

3111 Kabelkoker

3112 Meetaanduiding traject

3113 Sensorhoek

3114 Slanghouder

3115 Sleephoek

3116 Klemkast

3117 Kabelsleepketting

3118 Aansluitelementen

3119 Afzuigaansluiting

3120 Afzuigreductor

3121 Buisklem 63mm

3122 Flexibele buis

3123 Buisklem PG21

3124 Laser compl.

3125 Randaardestekker, massief rubber

3126 AAN/UIT-schakelaar

3127 Klep drukknop

3128 Smoor-terugslagklep

3129 Klep draaischakelaar

3131 Terugslagklep ontgrendelb.

3133 OF-ventiel

3134 Smoor-terugslagklep Luchtafvoer

3135 Bevestiger tafelliniaal

3136 Verend drukstuk

3137 Traverse

3138 Verbindingsplaat

3139 Onderlaag

80

Wisselbooraandrijving

1105 Rondsel Z21

1106 Rondsel Z32

1134 Nevenas snelwisselkaak

1135 Hoofdas snelwisselkaak

1151 Groefkogellager

1184 Groefkogellager

1193 Speciaal rondsel Z25

1553 Pasveer

2020 Drijfwerkblok 6-assen

2021 Drijfwerkdeksel 6-assen

2022 Spanbout

2023 Boorbescherming 6 assen

2024 Afdichting 6-assen

2025 Draadveer 6/9R

2026 Blinde as

2027 Bowex Junior koppeling maat 19

2028 Kabelkoker

2029 Klemhendel, star

2069 Drijfwerkblok 9R

2070 Drijfwerkdeksel 9R

2071 Afdichting 9R

2072 Boorbescherming 9R/9W

2073 Drijfwerkblok 9W

2074 Drijfwerkdeksel 9W

2075 Afdichting 9W

2076 Draadveer 9W

2092 Speciale hoofdas

2093 Speciale nevenas

81

82

14. Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren

1. Indrukbeugel 82

2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar 82

Aansluiting voetschakelaar bij een machine

met horizontale booraandrijving 83

Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren

3. Montage laser 84

4. Montage van de voortzettingsaanslag 85

Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen 86

5. Montage schraag 86

21

Instelschroef voor de instelling van de rechte hoek van de indrukbeugel.

De draaifunctie van de beugel wordt geregeld door de schroef naar links/rechts te draaien.

i1. Indrukbeugel

WAARSCHUWING

Gevaar voor lichamelijk letsel

Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.

Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden en voor het monteren van optioneel toebehoren de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.

2. Aanpassing van hand- naar voetschakelaar

De aanpassingsset bevat de voetschakelaar en twee aansluitslangen. Plaats de voetschakelaar glijvast op de vloer.

Afb. 84: indrukbeugel monteren

Afb. 85: voetschakelaar

83

Aansluiting voetschakelaar bij een machine met horizontale booraandrijving

Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)

1. De zwarte slang van de handschakelaar bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.

De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2

De blauwe slang 3 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar ‘verticaal/horizontaal boren’ verwijderen.

De blauwe slang 4 van de voetschakelaar bij de keuzeschakelaar 'Verticaal/horizontaal boren' aansluiten.

OPMERKING

Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.

WAARSCHUWING

De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.

Aansluiting voetschakelaar bij een machine zonder horizontale booraandrijving

Aanzicht achterzijde van de machine (achterkant console)

1. De zwarte slang van de handschakelaar bij de Y-verdeler door de openingen van de afzuighouder trekken 1.

De zwarte slang van de voetschakelaar op de Y-verdeler aansluiten 2

1

2

2

3

1

2

84

De slang lostrekken 3 en de blauwe slang 4 van de voetschakelaar aansluiten.

OPMERKING!

Voer na afsluiting van de werkzaamheden altijd een functietest uit.

WAARSCHUWING

De persluchtslangen mogen niet beschadigd of geknikt worden.

3. Montage laser

WAARSCHUWING

Gevaar voor lichamelijk letsel!

Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd.

Voor onderhouds- en reparatiewerkzamheden en voor het monteren van optioneel toebehoren de machine uitschakelen, de persluchttoevoer afsluiten en de machine beveiligen tegen onbevoegd hernieuwd inschakelen.

.

Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren

1. Montageset laser

2. De laser wordt aan de rechterkant van de machine

gemonteerd (vanuit de bediener gezien)

3. Plaatsen van de groefstenen in de bovenste geleiding (de posities zijn gemarkeerd met een stip)

4. Opschroeven van het schakelpaneel en vastschroeven van de

houders

3

4

85

5. Vastschroeven van de laserdrager

6. Opschroeven van de blinde stoppen in het schakelpaneel en invoeren van de kabel

7. Kabelbinders in de houders steken

8. Kunststof buis over kabel schuiven, stekker in schakelpaneel steken, schakelpaneel sluiten, kabelbinders sluiten

9. Laser plaatsen en kabel aansluiten

10. Laser aansluiten en afstellen op werkstukrand en schaalverdeling

4. Montage van de voortzettingsaanslag

Montage van de voortzettingsaanslagen (indien niet voorgemonteerd)

Voortzettingsaanslag voormonteren

Voortzettingsaanslag 1 handvast in de houder schroeven

De voortzettingsaanslagen bij de dwarssteun met de inbusschroeven vastschroeven 1

2

1

86

3 4Midden van de machine Midden van de machine

Montagehandleidingen voor optioneel toebehoren

Fijninstelling van de voortzettingsaanslagen

1. Fijninstelling op de Y-as met zeskantschroeven

Rijboring maken en de voortzettingsaanslag in de rijboring schuiven 3. Werkstuk in de richting van het midden van de machine schuiven, zodat de buitenzijde van de boring 4 tegen de voortzettingsaanslag ligt. Vervolgens de schroeven 5 vastdraaien

2. Fijninstelling van de X-as met inbuschroeven

Draai de inbusschroeven 6 los en plaats de voortzettingsaanslag op één lijn met de dwarssteun 7. Voer een proefboring 7 uit. Meet met een schuifmaat de afstand tussen de twee boorgaten. De afstand tussen de buitenste randen van beide boorgaten 9 moet 69 mm zijn. Wanneer deze maat niet overeenkomt, kan de X-richting via de kleine inbusschroef 0 (1 draaiing = 0,8 mm) worden ingesteld. Voer opnieuw een proefboring uit en meet de afstand tussen de twee boorgaten.

OPMERKING!

Een nauwkeurige instelling zorgt voor een goede kwaliteit.

5. Montage schraag

De steunbokken worden links en rechts aan de zijkant m.b.v. de groefsteen aan het voetprofiel geschroefd. Eerst de groefsteen in het profiel plaatsen en in de gewenste positie schuiven. Daarna de schraag met de inbusschroef in de groefsteen vastschroeven.

8

6 7

0

9

87

Hettich FurnTech GmbH & Co. KG, Gerhard-Lüking-Straße 10, D - 32602 Vlotho, Duitsland

Tel.: +49 5733 798-0 Fax: +49 5733 798-202

www.hettich.com

Best

elnr

. 922

551

400

1

607-

006_

BA_B

MM

Mod

ular

Plu

s_10

/16_

HFT

/nl