Bladerblog jaargang 1 dementie winkel nl
-
Upload
dementie-winkelnl -
Category
Documents
-
view
216 -
download
1
description
Transcript of Bladerblog jaargang 1 dementie winkel nl
1
Zoet, zout, zuur en… bitter
Twaalf blogs
Ter lering en de vermaak
Dementie-winkel.nl |Jaargang 1 2014/2015
Desirée van Keulen
verteller, auteur, activiteitenbegeleider
2
Ter lering en de vermaak
Het afgelopen jaar hebben we 12 blogs gepubliceerd van Desirée van Keulen.
Een leuke gemist? Een interessante herlezen?
Bekijk en lees dit BladerBlog
Desirée van Keulen is verteller, auteur en activiteitenbegeleider. Elke maand inspireert zij vele
lezers met haar ontroerende en soms kritische blogs over dementie die uit het leven gegrepen
zijn.
3
Zoet, zout, zuur en… bitter
“Hoe smaakt levertraan?” “Vies!” Afkeer klinkt door in de
stem van de dementerende heer. Zijn buurvrouw trekt een
vies gezicht. Die vette, bittere smaak. “Maar na de
levertraan, kreeg ik van mijn moeder een schepje suiker!”
De andere ouderen knikken: ja, dat herkennen ze.
Van sommige berichten in de media krijg ik
ook een vieze smaak in de mond: bittere
pillen deelt onze overheid uit. Onder de
mierzoete term ‘participatiemaatschappij’
gaat een bittere waarheid schuil:
bezuinigen op zorg voor dementerende
ouderen. Dementerenden moeten langer
thuis blijven, hun mantelzorgers moeten
langer voor hen zorgen of liever nog: hen in
huis nemen! En aan de lokale overheden de
schone taak om dit beleid uit te voeren.
Mag ik de overheid dan ook even trakteren
op wat ongezouten waarheden?
Dementerenden willen zelf ook langer thuis
blijven, inderdaad; mantelzorgers
participeren allang, willen niets liever dan
zo lang mogelijk zorg dragen voor hun
partner of ouder! Pas als het eigenlijk al
niet meer kan zetten, dat ‘participeren’,
dragen ze een deel van de zorg over aan
beroepskrachten. Nood – gedwongen,
vermoeid en vaak met tranen in de ogen.
En ondertussen worstelen ze met de lokale
overheid die nog geen ervaring en kennis
van zaken heeft om met minder middelen
dezelfde zorg te leveren!
Dementie op zich is al een bittere pil die
mensen te slikken krijgen: een ernstige
ziekte waar ook hun omgeving onder lijdt.
En voorlopig is er echt nog geen kruid tegen
gewassen, medisch gezien. Maar wat er wel
is, is een hele ‘snoepwinkel’ vol kennis en
middelen om het welzijn van deze mensen
te verbeteren. Herinnert u zich nog een
snoepwinkeltje uit uw jeugd? Hoe het er
rook? Hoe het water u in de mond liep? De
Dementie-winkel.nl doet mij een beetje
denken aan zo’n snoepwinkel: er valt van
alles te vinden voor mantelzorgers en
beroepskrachten om het leven van
dementerenden en mantelzorgers
kleurrijker te maken en beter te laten
smaken.
En mag ik dan onze landelijke overheid
vragen de gemeentelijke overheden,
beroepskrachten, vrijwilligers en
mantelzorgers te trakteren op wat kennis
rond dementie? Oh, als u trakteert: deel
dan het boek ‘Het demente brein, omgaan
met probleemgedrag’ uit van Anneke van
der Plaats en Gerke de Boer. Daarin wordt
in heldere taal uitgelegd hoe het demente
brein werkt, waar het werkt en wat er niet
meer werkt. Maar vooral ook hoe je het
leven van dementerende ouderen
leefbaarder en aangenamer kunt maken.
Hoe zo ook het leven van mantelzorgers,
beroepskrachten, mede cliënten en
vrijwilligers wat verzoet: bitterzoet
misschien. Maar toch.
Desirée van Keulen
30-05-2014
(verteller, auteur, activiteitenbegeleider)
4
Eén, twee, in de maat… Wiens maat?
‘Ik weet het niet, hoor’, zegt ze. Dus staat ze steeds op uit
haar rolstoel om weg te gaan. Ik geef haar een hand. Zodra
ik op ‘play’ druk, verdwijnt haar verwarring. De grip op
mijn hand wordt krachtig. Vanuit haar rolstoel dirigeert ze
met krachtige, weidse armgebaren ‘Tjsaikovsky’. Emoties
trekken over haar gezicht. Ze zingt mee, zuiver en
ritmisch. ‘Zachtjes hoor’, zeg ik omdat ik weet dat andere
mensen zich aan haar gezang storen en dat tot een lawine van lawaaiige protesten kan
leiden. ‘Oh ja, zachtjes’, zegt ze. Ze zingt zachter. Maar niet voor lang… Tot ze muziek
wordt…
Als demente mensen met taal al lang niet
meer te bereiken zijn, dan kan de taal van
de muziek dat vaak nog wel. Muziek
activeert een ander deel van onze
hersenen. Een kans die we niet mogen laten
liggen, als u het mij vraagt.
Muziek. Maar welke muziek?
De liedjes uit hun jeugd, 'De liedjes van
weleer'? Zoals ‘Klein vogelijn op groene
tak…’. Ja, prettig want herkenbaar. ‘De
Heer is mijn Herder’? Ja, voor hen die er
mee opgroeiden en er altijd al troost in
vonden. Ik zong het voor mijn Oma, toen ik
afscheid van haar nam. De Klassieken?
Vooral voor ouderen die er vroeger ook
naar luisterden. Licht klassiek zoals André
Rieu? Ja ook, lekker toegankelijk. Liefst op
DVD vanwege de feestelijke kostuums.
Zeemanskoren? Ja, en dan heerlijk
meedeinen.
De recentere ‘snoezel-muziek’? Ja,
misschien vooral voor de diep-demente
mensen: zacht en warm en zonder
uitschieters in het volume. Elektronisch of
niet? Zelf zou ik kiezen voor de ‘eerlijke’
klank van echte instrumenten. En dan óf
muziek óf natuurgeluiden. Niet die
moderne mix, die deze mensen nooit
eerder hoorden. Voor mijn oudere (niet
dementerende!) vriendin zou ik gelijk die
CD bestellen van de bruisende zee en de
schreeuwende meeuwen, nu zij en haar
nog veel oudere partner bijna niet meer
naar hun geliefde vakantieadres kunnen.
Zorgen voor mensen met dementie is dus
altijd ‘maat’-werk! Ook als het om muziek
gaat.
Muziek in de vorm zoals de Hanze
Hogeschool in Groningen die ontwikkelde?
Ter plekke geïmproviseerde muziek door
professionele musici, gedirigeerd door een
dementerende. Met een echte ‘baton’:
letterlijke en figuurlijk de regie weer in
eigen hand! Een communicatiemiddel ook
tussen demente mensen en niet demente
mensen. Ontroerende resultaten leest u in
het onderzoeksverslag: ‘While the music
lasts…’.
Die meneer die via morse reageerde op de
slagwerker! Maar tja, voorlopig lijk je er 2,
3 professionals voor in te moeten huren.
Kan Bruin dat nog wel trekken?
5
Misschien dat de Hanze Hogeschool zijn
studenten kan opleiden om de methodiek
over te dragen aan zorgmedewerkers? En
dan musicerende familieleden inschakelen?
Een draaiorgeltje voor in de gangen van het
zorgcentrum… Er is vast wel een bewoner
of vrijwilliger die met pet en centenbakje
even mee wil spelen. Een waterbed dat je
omhult met muziek… Een bank waarop je
samen met een begeleider muziek maakt of
beluistert… Er zijn geen grenzen aan de
menselijke verbeelding.
Maar is er wel toekomstmuziek voor zulke
innoverende musici als die van de Hanze
Hogeschool? Of moeten ze soms
straatmuzikanten worden? En waar zet je
een muzikaal
waterbed of muziekbank neer als de
overheid door gaat met het sluiten van
zorgcentra? Op straat? Samen met de
ouderen?
Gelukkig komt er een voor iedereen
betaalbaar en in het dagelijkse leven
bruikbaar boekje uit met tips: ‘Muziek en
bewegen bij dementie’. Ondertussen
zolang maar het liedje van verlangen
zingen.
Desirée van Keulen
29-06-2014
(verteller, auteur, activiteitenbegeleider
6
Ledigheid is des duivels oorkussen…’. Of niet?
De schrik slaat u om het hart: u stapt de huiskamer in van
het verpleeghuis binnen waar uw vader woont. Want waar
treft u uw vader aan? In een vertrek staart een tiental
‘demente’ ouderen voor zich uit; en er heerst een doodse
stilte… Of ziet u dit? Een tiental ouderen zit rustig bij een;
in hun huiskamer heerst een vredige stilte…
Wiens ledigheid?
‘Ledigheid is des duivels oorkussen’, ‘wie
niet werkt zal niet eten’ en ‘rust roest’!
Gevleugelde woorden die jaren lang het
arbeidsethos van onze maatschappij
karakteriseerden. Uitdrukkingen waar uw
partner het wellicht van harte mee eens is,
was. En u zelf? U stapt vanuit het volle
leven de beschermende, besloten wereld
van het verpleeghuis in. Vanuit een
maatschappij waarin iedereen volle
agenda’s heeft en op de vraag hoe het gaat
roept: “Druk, druk, druk!”
Maar zouden wij niet proberen te kijken
vanuit het gevoelsleven van die ouderen?
Hoe ervaren zij die omgeving? Vervelen ze
zich? Of vinden ze het ‘lekker rustig’?
Snakken zij naar bezigheden of snakken wij
daarnaar?
Verveling?
In het boek van Van der Plaats en De Boer
over het demente brein worden
interessante feiten naar voren gebracht
over de ‘verveling’ van ouderen die
dementeren. Soms verkeren de
dementerenden, die ‘in doodste stilte voor
zich uit staren’ in een aangename,
bijna meditatieve staat. Als zij zich écht
vervelen, dan slaat de onrust toe.
Doodse stilte…?
Als mensen met dementie helemaal niets
ervaren vanuit hun omgeving, kunnen zij
het gevoel krijgen dat zij dood zijn! Dat
mag natuurlijk nooit gebeuren. Alle reden
dus om voor deze ouderen een gezellige
huiskamer te scheppen, waar iets beleven
valt. Wandelgangen waar meer te doen is,
dan alleen maar op de automaat rond
marcheren.
Rust roest!
Stilstand is achteruitgang. Dat geldt voor
gezonde en zieke mensen. Voor de geest en
voor het lichaam. Dus laten we onze familie
en vrienden die in een zorgcentrum of
verpleeghuis wonen of een dagopvang
bezoeken, prettige bezigheden op maat
aanbieden. Mantelzorgers breken zich daar
regelmatig het hoofd over: waar praat ik in
vredesnaam over met mijn tante? Hoe
komen ik dat uur door dat ik op visite ben
bij mijn oude buurman?
Het zou fijn zijn als iedere organisatie
zorgde dat er wat dingen waren die u
samen kunt doen: een bekend spelletje
7
spelen, een vertrouwd muziekje op
zetten, een boek voorlezen, een bal om
mee te gooien, een eenvoudige pop
desnoods of… En alstublieft, alstublieft
iets aan de muur in de gang, waar u samen
langs kunt lopen, bij kunt stilstaan, naar
kunt kijken, aan kunt zitten en over kunt
praten…
Het zou nog wel eens een gezellig uurtje
kunnen worden waarin de tijd vliegt. Want
gezelligheid kent geen tijd.
Desirée van Keulen
25-08-2014
(verteller, auteur, activiteitenbegeleider)
8
Ik heb mijn hele leven al bewogen!
Ze is een vriendelijke vrouw die overal voor in is. Alleen:
‘bewegen’ is niet ‘haar ding’.Als ik haar vraag om mee te
doen aan ‘bewegen voor ouderen’, zucht ze steevast: ‘Ik
heb mijn hele leven al bewogen!’ Vervolgens vertelt ze hoe
ze vroeger altijd op en neer liep naar het zwembad. En dan
is er die heer, lichamelijk zeer fit… Hij vindt het ‘bewegen’
wat wij op het ontmoetingscentrum doen: ‘ Belachelijk! Dat
kan iedereen toch thuis doen!’ Het stoort hem zo dat hij onze opwarmoefeningen perfect
voor kan imiteren.
Een gezondere geest in een
beweeglijk lichaam
Steeds weer blijkt uit wetenschappelijk
onderzoek dat bewegen een essentiële
bijdrage levert in het voorkomen en
vertragen van dementie. Zelfs kauwen
draagt bij aan onze gezondheid. Ook het
welzijn van deze groep mensen kan door
beweging verbeteren. Maar hoe krijg je
mensen die oud, lichamelijk beperkt, moe
én verward zijn zo ver? Heb ik het nog niet
eens over pijn bij bewegen van stijve
gewrichten en pijn bij het kauwen die zeer
demotiverend kan werken.
Motiveren
Uitleggen waarom is een optie, maar niet
iedereen kan onder ogen zien dat hij aan
het dementeren is… Woede, verdriet,
onrust, onbegrip en ontkenning kunnen het
gevolg zijn.
Drie sleutels
Het voor mantelzorgers, vrijwilligers en
zorgkrachten zeer toegankelijke boek
‘Muziek en bewegen bij dementie’, reikt
drie sleutels aan die deze mensen kunnen
motiveren tot bewegen. Ten eerste: het
bewegen dat onderdeel is van het
alledaagse leven zoals het doorgeven van
lege kopjes en smakelijk en gezellig eten.
Ten tweede: bewegen tijdens een spel.
Denk aan sjoelen. En tot slot: bewegen op
muziek: meedeinen, klappen en soms nog
een walsje.
Deze manieren van bewegen motiveren
mensen, zonder dat ze het gevoel krijgen
dat zij (net als wij) ‘moeten’ bewegen…
Toch vraagt dat ‘spontane’ bewegen voor
ouderen met dementie wel wat extra
aandacht en aanpassingen. Per slot van
rekening zijn deze mensen vaak
hoogbejaard, lichamelijk beperkt én
verward.
Speels bewegen
Een herkenbaar, niet kinderachtig spel als
sjoelen kan goed werken. Voor instellingen
is een aangepaste sjoelbak fijn: bredere
sleuven, sjoelstenen waar je grip op hebt
en een korter model voor mensen met
minder armkracht. Opstaan van je stoel,
voor de sjoelbak gaan staan, sjoelen,
teruglopen, weer gaan zitten en voor wie
9
niet wil of kan: helpen de stenen terug te
schuiven. Een speels fanatisme kan zich
openbaren!
Knalhard gooien, met een zachte
bal waarop je goed grip hebt. Samen met
de fiets erop uit… het kan nog, met
een duo-fiets. Een tandem, maar dan
anders. Veel instellingen hebben er een
staan. Wel is er een gezonde ‘partner’
nodig voor de veiligheid in het verkeer en
voor extra trapkracht.
Dansen: plezier voor meer
En dan: een lekker muziekje opzetten.
Dansmuziek om op mee te deinen.
Ritmische muziek om op mee te klappen en
met de voeten op te stampen… Een
ongekende energie kan boven komen
drijven. Sambaballen bij Zuid-Amerikaanse
muziek. Je zou alle bewoners en bezoekers
of in elk geval iedere afdeling in een
zorgcentrum of een verpleeghuis een kist
toewensen met cd’s en eenvoudige
muziekinstrumenten. Klaar voor algemeen
gebruik als er bezoek komt.
Bewegen is ook liefde geven
En voor wie zelf niet of nauwelijks meer
kan bewegen: andere mensen kunnen de
hand pakken van mensen die lichamelijk
sterk beperkt zijn. De arm of hand van de
ander zachtjes meebewegen op de muziek
of zachtjes ritmisch tikken in een open
handpalm…
Desirée van Keulen
(verteller, publicist, spelontwerper)
10
Een pinguïn van een oude sok
Expres zet ik, een beetje theatraal, een gesloten, roze
koffertje op tafel. Ik vraag de bezoekers van het
Ontmoetingscentrum voor Dementie wat zij denken dat er
in dit koffertje zit. Het blijft even stil.
Negen dames en een heer denken na over mijn vraag.
Opeens zegt iemand: ‘Een poppenkoffertje’. En ja, dat is
het. De mijne, uit mijn jeugd. Met daarin ‘Bella’, de pop
uit mijn kinderjaren.
Gekleed in de kleertjes die mijn moeder
vroeger voor haar gehaakt, genaaid en
gebreid heeft. Ik haal haar tevoorschijn en
Bella gaat van hand tot hand. Ik zie de
dame, die vroeger naaister was, heel
zorgvuldig en met veel interesse het roze,
gehaakte jasje bekijken.
Ondertussen vertel ik over Bella, mijn
moeder die de kleertjes maakte en vraag
de bezoekers of zij zich hun lievelingspop
herinneren, hun naam… Of zij zelf kleertjes
maakten of hun moeder? En dan komen er
flarden van verhalen naar boven. Warme en
ontroerende herinneringen. Een oude dame
vertelt stralend dat haar moeder haar eigen
haar afknipte voor het porseleinen hoofdje
van haar poppenkind; een vrouw, die in
Nederlands-Indië in het kamp zat, vertelt
hoe haar vader voor haar van een oude,
bruine sok een pinguïn voor haar maakte.
Ze heeft hem nog, zegt ze, al is hij nu wel
een beetje kapot. De enige heer in het
gezelschap vertelt gemoedelijk over zijn
beer.
Van foto tot appeltaart
Bewust positieve herinneringen oproepen
(reminisceren in vaktermen), bij mensen
die aan het dementeren zijn, kan een hele
mooie en zinvolle bezigheid zijn. Bijna alles
kan een herinnering oproepen: oude foto’s
van familieleden, een ouderwets pannetje
waarin vroeger de stoofpeertjes op het vuur
stonden, de geur van versgemalen koffie
en warme appeltaart,
de herkenningsmelodie van twee
geliefden… Hoe beter u iemand kent, hoe
gemakkelijker het ophalen van warme
gevoelens verloopt. Of: u leert iemand juist
beter kennen. Het werkt vaak twee kanten
op. Dat is het mooie.
Een schatkist vol
Er is, ook bij ouderen met dementie,
een schatkist vol herinneringen die u kunt
helpen open maken. Met vragen, met
voorwerpen en soms, voor wie verder heen
is, met een geur of een melodie…
Dat kan met een groep in een zorgcentrum,
dat kunt u met uw partner of vader. Hoe
meer zintuigen u inzet, hoe groter de kans
op succes. Ook bij mensen die een
herinnering niet meer goed kunnen
verwoorden. Ik herinner me nog de reactie
van een oude dame die ik de geur van anijs
liet ruiken.
Ze snoof de geur op. Een glimlach gleed
11
over haar gezicht. Een zucht volgde. Het
enige wat zij zei was: ‘Anijs!’. Maar in dat
ene woord, klonk een wereld van genoegen
door. Het bijzondere is dat dit ophalen van
positieve herinneringen zelfs kan
functioneren als ‘antidepressivum’. Het is
iets wat u en ik kunnen leren!
Zet die schatkist op tafel, doe hem open en
blaas het stof van die oude schatten af!
Desirée van Keulen
23-10-2014
(verteller, activiteitenbegeleider,
publicist)
12
Zwarte Piet, zo zwart als roet…
Mijn dementerende ouderen en ik zijn het er snel over
eens: in de krant staat vandaag weer veel narigheid.
Daarom pik ik er een berichtje uit dat herkenbaar is, niet
gewelddadig en dat uitdaagt tot gesprek. De huidige Zwarte
Pieten- discussie. Mijn ouderen hebben -gelukkig!- het hart
op de tong. Dat Zwarte Piet zwart is, heeft niets te maken
met discriminatie. Dat zwart is roet uit de schoorsteen!
Deze mensen zijn van de generatie dat een
Piet door de schoorsteen kwam, dat het
kleine cadeautje dat je kreeg iets was dat
je toch nodig had, een kinderfeest dat
begon rond 4 december… Er is veel
veranderd. Maar niet als je helderste
herinneringen je jonge jaren betreffen.
De feestdagen komen er weer aan. Hoe vier
je Sinterklaas, Kerst, Oud en Nieuw met je
dementerende vader, moeder of partner?
Thuis of in een verpleeghuis. Wat geef je
cadeau aan iemand die je cadeau en je
bezoek in vijf minuten is vergeten? Op dat
soort ‘verplicht' gezellige dagen kun je hard
geconfronteerd worden met wat niet meer
kan. Verdrietig! Maar wat kan er wel?
’t Heerlijk avondje… thuis
Als u Sinterklaas thuis viert, dan kunt u het
gewoon gezellig maken. De oudere
betrekken bij het kopen en inpakken van
cadeautjes; bijvoorbeeld voor de
kleinkinderen die bij u thuis hun schoentje
mogen zetten. Helpen rijmwoorden
verzinnen voor een gedicht, marsepein en
chocolademelk op tafel en samen liedjes
zingen.
Als u ook als volwassenen cadeautjes aan
elkaar geeft, kies dan voor een cadeautje
dat ook los van het Sintfeest leuk is.
Een DVD die herinneringen oproept,
een CD met liedjes van vroeger of met de
favoriete muziek van uw partner. Een
pratend album met familiefoto’s, een
mooie sjaal voor de dames… Of laat u
het levensverhaal van uw partner
verbeelden?
’t Heerlijk avondje… in het
verpleeghuis
Verpleeghuizen doen hun uiterste best om
met de feestdagen het ook daar extra
huiselijk te maken. Ondanks alle extra
werkdruk die dat meebrengt. Helaas draait
dat wel eens uit op Zwarte Pietjes op de
ramen… Mij doet dat te veel denken aan
een crèche. Versiering met Kerst is logisch,
want vroeger stond er ook een kerstboom
of een kerstgrot of –stal op tafel. Maar op 5
december? Ook heb ik wel met het
schaamrood op de kaken, moeten bijdragen
aan een feest waarbij de ouderen gevraagd
worden bij Sint op schoot te komen… En
sociaal gevoelig als deze mensen zijn, doen
ze heel sportief mee. Met een glimlach op
het gezicht!
13
Zo dus niet! Maar wat dan wel?
Mooi zou het zijn als zorg en mantelzorg
samen een feestje bouwen. Op Sinterklaas
kleinkinderen mee die liedjes zingen? Kan
dat niet, dan is het leuk om als bewoners,
familie en personeel samen feest te vieren.
Cadeautjes bedenken voor elkaar - ook voor
het personeel en vrijwilligers -, die samen
inpakken én uitpakken. Maar wat pakt u in?
Marsepein is leuk en lekker voor het
moment. Maar als u iets blijvends wil, kunt
u als mantelzorgers samen iets cadeau doen
voor de hele huiskamer. Iets waar bewoners
nog maanden plezier aan van hebben. Een
spel als ‘Mens erger je niet’,
een ganzenbord, een spreekwoordenspel,
een bal, een boek… Het is er allemaal in
aangepaste uitvoering. Of een mooie serie
DVD’s waar iedere keer opnieuw naar
gekeken kan worden en waar iedere keer
opnieuw over gepraat kan worden.
In diezelfde geest kunt u ook samen Kerst
en Oud en Nieuw vieren. Respectvol
aangepast en in aansluiting op de oude,
vertrouwde tradities. En laat dan het
heerlijk avondje maar komen!
Desirée van Keulen
(publicist, spelontwerper, verteller)
14
Licht in donkere dagen
Gelukkig kunnen we niet bezuinigen op mededogen.
Medeleven in kleine gebaren en gewone woorden.
Mededogen om bij stil te staan en stil van te worden.
Tussen mensen met dementie onderling, jegens hun
partner en jegens zorgmedewerkers. ‘Ik weet soms niet
wie het moeilijker heeft’, zegt een slechtziende cliënt met
dementie, ‘mijn vrouw of ik’.
Een man, net terug uit het ziekenhuis na
een herseninfarct, vertelt dat zijn vrouw
hem maar ‘een sul’ vindt. De collega’s van
het zorghotel hebben haar op hem horen
schelden en gezien dat zij aan zijn haar
trekt. En dan ook nog die valpartij van
gisteravond??? Mijn collega’s van het
zorghotel grijpen onmiddellijk in: ze
waarschuwen de huisarts en kinderen,
vragen of de dagopvang hem vandaag kan
beschermen (tegen zijn vrouw!) en hem een
beetje uit zijn schulp kan peuteren.
Ze laten ons even kennis maken met haar,
zodat wij weten wie we uit de buurt
moeten houden. Volgens de test is zij ‘niet
dementerend’, maar er is echt wel iets mis
met haar begripsvermogen. Ondanks alles:
‘Zij bedoelt het goed!’, zegt hij. En zij: ‘Als
je zo ziek bent, waarom ga je dan niet
dood?’ Dan gaat zij een rietje voor hem
halen: ‘Hij drinkt zo moeilijk.’
Ik geef een ernstig zieke meneer met
Parkinson een plek in een solide leunstoel
naast een andere bezoeker, met gerust
hart. Onmiddellijk schuift deze
dementerende man naar voren op zijn stoel
en zegt tegen zijn veel ziekere
medebezoeker ‘Ik vind het zo knap wat jij
doet…’
Dat dametje dat altijd voor haar overbuur
het kuipje smeerkaas open peutert. De man
die, kwaad, zegt: ‘Dat vind ik normaal!’,
als ik hem bedank dat hij een boterham
smeert voor iemand naast hem, die er erg
mee tobt. Die cliënt die altijd oplet dat het
puzzelboekje van zijn maat niet kwijt
raakt. Die bezoeker die, hoe hard hij ook
moet zoeken naar het juiste woord, iedere
keer vraagt: ‘Hoe is het met jouw… uh…
jouw, hè, verbouwing?’ Die man, die bij het
verlaten van het busje waarmee hij en de
anderen naar huis worden gebracht, zijn
grote handen zachtjes op het hoofd van
twee dames legt, voor hij uitstapt, bij
wijze van groet. Oh, en dan ook nog even
op het mijne, als hij mij ziet kijken. Als ik
grap: ‘ Maar ik kan niet bij uw hoofd…’,
buigt hij zich dubbel zodat ik even mijn
hand op zijn bijna kale hoofd kan leggen…
Dat zijn lichte momenten in donkere dagen.
Rond Kerst, door het jaar heen en in tijden
van bezuinigingen.
Desirée van Keulen
(publicist, spelontwerper, verteller)
15
‘k Moet dwalen, ‘k moet dwalen…
Er borrelt een liedje op uit mijn herinneringen: in
Nederland geboren en getogen, heb ik er heel wat
meegekregen. Associatief komt er een toepasselijk deuntje
boven drijven uit mijn jeugd. Alleen al het woord ‘dwalen’
is genoeg. ‘k Moet dwalen, ‘k moet dwalen, langs bergen
en langs dalen…
Ze loopt en loopt en loopt. Op weg naar…?
Ze is een kleine vrouw die met haar rollator
door de gangen van het verpleeghuis doolt.
Op het zitplankje van haar rollator ligt een
knuffelpoes. Maar zij knuffelt er niet
(meer?) mee. Ze kijkt ook niet naar de
foto’s uit Indonesië die de muren
verfraaien. Ze loopt. Ze kijkt niet op als ik
naast haar kom lopen. Wat kan ik haar nog
bieden? Ik loop mee en zing zachtjes een
liedje voor haar… In de hoop dat zij daar
iets aan heeft. Maar ik kan het niet aan
haar zien. Misschien bestaat de gewoonte al
te lang?
De vraag is of dat echt ‘moet’, dat
eindeloze dwalen. Veel mensen die
dementeren ervaren onrust. Die onrust kan
van binnenuit komen, maar ook uit hun
omgeving. Het lastige voor deze mensen is
dat zij zelf niet iets kunnen ondernemen
om hun onrust op te lossen. Als u en ik
signaleren dat we onrustig zijn, kunnen we
een plan maken: “Hé, wat ben ik toch
onrustig! Maar ja, het is hier ook zo druk.
Weet je wat? Ik trek me even terug in een
hoekje met een boekje of nee, ik ga een
blokje om en dan wip ik even het
restaurant binnen voor een kopje koffie”.
En dan gaan we op pad.
Ouderen wier hersenen beschadigd zijn
geraakt door een ziekte die dementeren tot
gevolg heeft, zijn afhankelijk geworden van
de mensen in hun omgeving en van de
fysieke omgeving zelf. Wie onrust ervaart,
heeft of teveel gedoe in zijn omgeving,
wordt onrustig en kan gaan dwalen; of
ervaart te weinig stimulans en gaat
onbewust op zoek naar meer. En dan maar
hopen dat je wat tegen komt…
Een verpleeghuis of zorgcentrum kan er van
alles aan doen om zowel voor een rustige
omgeving als voor een stimulerende
omgeving te zorgen. Een bioscoopje waar
aldoor een vriendelijke
natuurfilm draait; een hoekje voor de
heren, met fauteuil en spelende radio;
een kinderkamer compleet met lieve
babygeluiden. Wie dwaalt, zou zomaar
eens iets daarvan kunnen oppikken en daar
geboeid door raken. Of iemand brengt er je
heen. Of de fysio helpt je op de
hometrainer met beeldscherm en zet een
fietstocht voor je aan door je geliefde
provincie. Je beweegt, je bent uit, je
geniet!
Of je komt onderweg langs een deur die je
doet denken aan je ouderlijk huis, je
voelt aan de deur, je stapt er naar binnen,
16
en hé, daar zie je een autootje staan. Even
rijden, net als vroeger.
Dat wens je toch iedereen! Dat je je thuis
voelt, ook als je elders bent en vooral als je
ziek bent.
Er is van alles; meer of minder flexibel. De
oplossingen die op maat te maken zijn, zijn
het gunstigst. Maar veel oplossingen zijn
nog erg ‘Nederlands’. Nu we zoveel
medelanders hebben en er nog steeds bij
krijgen, wil je niet alleen maatwerk als het
gaat om hoeveel stimulans iemand nodig
heeft, maar ook maatwerk als het gaat om
welke stimulans. Je wilt niet ‘een plaatje’
aan de muur, maar beelden die van
betekenis zijn voor iemand. Op zijn minst
op de eigen kamer. Niet alleen de keuze
uit: fietsen of lopen, een herenhoek of een
dameshoek maar ook kunnen kiezen uit
‘bergen of dalen’. Mocht het ooit nodig
zijn, dan wil ik voor mijn moeder een
Hollandse havenstad met de lucht van pekel
en zout en voor mijn vader een Indisch dorp
met de lucht van kroepoek en kretèk.
Dan hoeven ze misschien niet of in elk geval
minder te (ver)dwalen.
Desirée van Keulen
(publicist, spelontwerper, verteller)
17
Waar is mijn moeder?
Ze had al jong haar moeder verloren. Gelukkig stond dat in
haar dossier want zelf kon ze dat niet meer vertellen. Maar
wat ze wel kon, was laten merken dat ze haar moeder zo
miste.‘Waar is mijn moeder?’ ‘Oh die is even
boodschappen doen.’ Ik kon aan haar gezicht zien dat ze
zo haar twijfels had.
Toen ik in haar dossier zag dat zij vroeger
naar de kerk ging, zei ik daarom: ‘Uw
moeder is in de hemel.’ Dat stelde haar
gerust; voor even.
Ze zag én hoorde zeer slecht. Ze bracht de
dag door in een comfortabele ‘relax-
fauteuil’ op een afdeling voor mensen met
dementie die veel rust nodig hadden of in
het laatste stadium van hun ziekte - geheel
in zichzelf gekeerd - op bed lagen.
Toen ik op haar afdeling kwam als
activiteitenbegeleider, maakten we nog
samen lol. Ik zong keihard in haar beste
oor. Ze zong een, twee regels mee en
schoot dan door naar een ander liedje. Van
‘Daar was laatst een meisje loos…’ naar ‘De
herdertjes lagen bij nachte’ en door naar
‘Sinterklaas kapoentje’. Af en toe zat er
een liedje tussen dat ik niet kende. Het had
iets met soldaten en meisjes te maken… Ze
keek er zeer ondeugend bij. Vast een liedje
wat ze van moeder niet mocht zingen.
Ze verdaagde in bed en lag overdag met
bed en al in de huiskamer. Ze doezelde,
sliep, at en dronk. Het zag er vredig uit.
Toch wou men dat ik haar ‘activiteiten’
bood om haar te ‘stimuleren’. Dus zong ik
voor haar… maar het enige wat dat
stimuleerde waren tranen.
Hartverscheurend. We hadden toen nog
geen snoezelruimte…
Later wel. Zij was toen al gestorven. Heel
creatief werd met minimale middelen in
een oude badkamer een snoezelruimte
geschapen, waar bewoners met bed en al
ingereden werden.
Je kon er een muziekje zonder
woorden aanzetten en bewegende
lichtbeelden projecteren op de muur. In
de hoek stond een lavalamp die zacht licht
uitstraalde en waarin rustig lava in het rond
bewoog. Soms waste ik met een zacht,
warm washandje hun vaak verkrampte
handen en wreef die voorzichtig in met
crème of massageolie. Zintuiglijk
verwennen en vriendelijk aanwezig zijn.
Ondertussen kan er zoveel meer. Want er is
meer kennis van zaken en meer ervaring en
meer kant en klaar materiaal en
zelfs workshops masseren en lekkere
hapjes maken. Zachte,
stevige voorgevormde kussens, waarin je
je veilig kunt voelen. Schorten waaraan je
kunt friemelen als je handen maar geen
rust vinden. Aromaverspreiders waardoor
je denkt dat je langs het tuinpad van je
vader loopt en de geur van lavendel,
seringen, brem en wat al niet meer kunt
opsnuiven. En er zijn zelfs voor
instellingen warmwaterbedden die je
warmte en muziek laten horen en voelen.
18
Zo kun je je weer even geborgen voelen,
als toen je nog een klein meisje was en je
moeder nog leefde.
Desirée van Keulen
Spelontwerpster en verhalenvertelster.
19
Zien eten, doet eten
Ik zal hem nooit vergeten: die grote man met zijn forse
handen, die werkeloos naast zijn bord lagen. Hij woonde in
het verpleeghuis waar ik activiteitenbegeleider was. Door
stress was deze man in enkele weken kaal geworden. Hij
droeg altijd een pet, binnen en buiten, dag en nacht...
Voor hem stond een bord met daarop zijn
boterham. Een bruine met leverkaas. Van
die ‘oudroze’ worst met zo’n wit randje
erom. In behapbare stukjes gesneden. Hij
keek ernaar met verbaasde ogen. Hij had
geen idee… Dat zag ik aan zijn gezicht. Wist
hij niet hoe hij eten moest? Wist hij niet
dat het eten was? Was hij verbaasd over
zijn klaargemaakte boterham, over de
keuze van het beleg? Ik had geen idee… en
hij kon het niet vertellen.
Ik pakte een stukje brood en hield dat
voorzichtig tegen zijn lippen. Hij at het
(instinctief?) op. Toen viel hij weer stil. Ik
stopte een stukje brood in zijn grote hand
en bracht zijn hand naar zijn mond. Hij at
het op. Nog een keer. Toen stopte ik het
alleen in zijn hand en wachtte af. Zijn blik
veranderde. Zijn opgewekte gezicht leek te
zeggen: ‘Ah, nu weet ik het weer.’
Eten en drinken:
vanzelfsprekend?
Het lijkt zo vanzelfsprekend: eten en
drinken. Een instinctieve behoefte die je
meteen doet aanvallen, als je maar honger
of dorst hebt. Maar dat is het voor mensen
met dementie niet. Dertigduizend van de
ouderen met Alzheimer is zelfs ondervoed.
Maar er zijn er ook die zoveel eten dat ze
na iedere maaltijd overgeven…
Wat kunt u doen?
Allereerst is er een boekje met tips: ‘Eten
en drinken bij dementie’, dat u op ideeën
kan helpen. Daarnaast: maak eten en
drinken zo gewoon én gezellig mogelijk.
Neem de tijd en dek de tafel leuk. Eet mee
aan tafel. Zien eten, doet eten. Daar zit
echt wat in. Helaas mogen medewerkers in
sommige zorgcentra of verpleeghuizen
vanwege bezuinigingen niet met de cliënten
mee-eten! Of ze moeten eten en
ondertussen dossiers invullen. Jawel! Waar
zou dat aan ten goede komen? Het eten,
het dossier, de cliënt, de medewerker?
Voorkom bezorgdheid voor vlekken als
iemand morst. Een mooie sjaal die niet
doet denken aan de slab die ze vroeger als
kind om kregen… Een elegant kettinkje dat
een servet op zijn plek houdt.
Kook herkenbaar eten: stoofpeertjes, al is
het alleen maar vanwege de heerlijke geur.
Zoals veel van vroeger, zijn deze ouderen
het eten uit hun jeugd niet vergeten. Wat
niet wil zeggen dat je hen niet eens zou
trakteren op een spannende mix van
bekende en exotische hapjes. Ouderen die
20
dementeren kiezen vaak voor bekend, want
‘veilig’ eten. Maar niet iedereen.
Ook de onrust die deze mensen ervaren
vanuit hun omgeving of van binnen uit, kan
hen zo sterk afleiden dat ze niet aan eten
en drinken toe komen. Bijzonder om te
weten is dat rood servies hun aandacht zo
opslokt, dat ze vanzelf meer gaan eten en
drinken …
Niet betuttelen!
Goed eten en drinken, het is niet alleen
gezond, maar ook gezellig! En wat bij alle
zorg voor deze personen altijd geldt: niet
betuttelen, maar wel stimuleren en
ondersteunen.
Eet smakelijk!
Desirée van Keulen
Spelontwerpster en verhalenvertelster.
21
Pas op, het heeft gevroren…
‘Pas op hoor’, zegt mijn oude cliënte met een bezorgd
gezicht tegen me. ‘Het heeft gevroren en het is
spiegelglad!’ Voetje voor voetje schuifelt ze over de
glimmende, glanzende vloerbedekking van het
verpleeghuis… Voor rolstoelers en schoonmakers is het een
uitstekende vloer maar voor mensen met dementie?
Bovendien, ik maakte er zelf een keer een
enorme smak toen de vloer nog niet
helemaal droog was en het
waarschuwingsbord net om de hoek stond…
Oost west, thuis best…
Wie door dementie al zijn houvast verliest,
heeft extra steun nodig. Van personeel dat
in het verpleeghuis of in de thuissituatie
zorg en begeleiding biedt. Maar ook van
mantelzorgers die goed geïnformeerd zijn
zodat ze niet later hoeven roepen 'Had ik
dat maar geweten!' Houvast biedt ook een
weloverwogen woonomgeving: thuis én in
het verpleeghuis. U kunt eventueel
een advies op maat laten maken. Beter
een vloermat met alarm in plaats van
glimmend vinyl dat doet denken aan de
winters van vroeger…
Zoals het klokje thuis tikt, tikt
het nergens…
Herkenning biedt ook houvast. Toen ik voor
mijn hoogbejaarde (niet dementerende!)
vriendin een nieuwe mobiel moest kopen,
kocht ik er een die zoveel mogelijk op de
vorige leek. Want daar kon ze mee omgaan.
Dat is als je wel dementeert nog veel
belangrijker. Handelingen die je eerder
hebt beheerst, kunnen zelfs mensen met
dementie onder bepaalde voorwaarden nog
opnieuw aanleren. Maar dan moet u wel
aansluiten bij vroeger.
Personen die dementeren verliezen vaak als
eerste de grip op de tijd. ‘Wat is het
vandaag, maandag?’ Voor wie altijd een
kalender aan de muur had, is een kalender
het handigste. Zelf zou ik kiezen voor een
Nederlandstalige kalender waarop de dag
en de maand voluit zijn uitgeschreven
en die automatisch goed staat. Maar wie
een heel leven lang een agenda heeft
geraadpleegd op zijn werk en thuis, is een
overzichtelijke agenda wellicht handiger.
Ook een goede klok kan prettig zijn.
Klokje van gehoorzaamheid…
Zelf wil ik als ik oud en verward ben een
klok die mij met diepe warme slagen
vertelt wanneer het tijd is om op te staan,
te eten en naar bed te gaan. Het klokje van
gehoorzaamheid. Zo’n klok herinnert me
aan ‘Opa boven’, die altijd tijd had!
Desirée van Keulen
Verhalenverteller en spelontwerpster
22
Mens… erger je niet!
In de ruimte van de dagbesteding zitten aan het ene eind
van de tafel twee dames hartstochtelijk ‘Mens… erger je
niet‘ te spelen. Ze kennen het van vroeger. Dat maakt het
haalbaar, zolang wij een oogje in het zeil houden. Voor de
ene dame is het de enige activiteit die zij nog kan. Ze
woont alleen en thuis kan ze nog minder dan bij ons…
Alleen thuis zijn is voor haar en haar
omgeving levensgevaarlijk aan het worden.
De andere dame is zo goedmoedig om mee
te doen, zolang ze maar tussen door koffie
van ons krijgt.
Aan het andere eind van de tafel zit ik met
de rest van de groep. Wij pogen de krant te
lezen. Pogen, want de dames die aan het
mens erger je nietten zijn, doen alles erg
hardop. ‘Zes! Eén, twee…’ ‘Nou ben jij!’
‘Nee, ik ben net geweest.’ ‘Gooi dan!’
Natuurlijk vraag ik of het zachter kan. Maar
nee, dat ‘kan’ niet. Niet omdat ze
slechthorend zijn, maar omdat ze niet meer
inzien waarom ze rekening zouden moeten
houden met ons. Je eraan ergeren helpt
niet.
Ondertussen lees ik voor over bezuinigingen
op de zorg voor kinderen, voor ouderen,
sluiting van verpleeghuizen, van
dagbestedingscentra… Ze vinden het erg,
maar leggen geen verband met hun eigen
situatie en ik houd wijselijk mijn mond over
dat aspect van het artikel.
De krant voorlezen is een manier om bij de
tijd te blijven, een vertrouwde bezigheid
en een manier om in gesprek te komen.
We blikken terug op vroeger: het straatje
schoon vegen van de buurvrouw en het
pannetje soep voor de zieke buurman… Een
manier van zorgen die zij allemaal kennen
en waarop ze binnenkort misschien weer
aangewezen zijn!
Alleen zijn zij zelf nu de zieke mensen.
Veel zieker dan de buren voor wie ze ooit
zelf zorgden. Het gaat niet meer om
mensen met griep of een verzwikte enkel,
maar om mensen wier functioneren volledig
is aangetast… En: het gaat nooit meer over.
Na de krant is het tijd om te eten. Zij eten
gezamenlijk in het restaurant met ons op
de achtergrond om bij te springen. Want
lang niet iedereen kan nog zelf een
boterham smeren. Sommigen mensen eten
helemaal niet, als wij ze niet helpen. En
die ene meneer drinkt anders alleen maar
drie glazen karnemelk.
Na het eten even onbekommerd sjoelen.
Niet iedereen heeft voldoende kracht in
zijn handen. Geld voor een aangepaste
sjoelbak moet nog gevonden worden. Maar
wie niet sjoelt, ‘helpt’ bij het tellen. Wie
niet telt, helpt schijven stapelen. Sjoelen
wordt daarmee een zeer sociale bezigheid,
mits in banen geleid door professionals die
weten hoe ze bijna iedereen kunnen laten
meedoen. Op de achtergrond zit een dame
in haar eentje rustig een puzzeltje te
leggen. Een heer kijkt toe. Dat is zijn
bezigheid. Ik probeer overal ogen en oren
te hebben. Lukt het nog wel met die
puzzel? Loopt die dame niet naar buiten?
23
Oh, meneer moet zijn ogen nog druppelen.
De wc? ‘Ik loop wel even met u mee’. ‘Ja, u
bent aan de beurt’. ‘Oh, de telefoon’.
Over een week een spoedoverleg.
Bezuinigingen! Ik houd mijn hart vast. Wie
speelt er straks nog een onschuldig
spelletje met deze mensen?
Gewoon ganzenborden, sjoelen, samen een
puzzeltje maken, een kaartje
leggen, bingo, herinneringen ophalen aan
de pannetjes soep van vroeger…
Met deze mensen wordt een wreed spel
gespeeld: ze worden verzet als pionnetjes.
Terug naar huis. De buurvrouw helpt wel,
zoonlief komt wel langs… Alleen de
buurvrouw is ook stokoud, zoonlief woont
aan de andere kant van het land. De
dochter van de buurvrouw dan? Nee, zij
heeft geen kinderen.
Mens…erger je niet! Zelden had een spel
zo’n passende naam. Je ergeren helpt
namelijk niet. Anders stemmen,
protesteren, creatief zijn en positief blijven
misschien wel.
Desirée van Keulen
activiteitenbegeleider, spelontwerpster,
blogger
24