Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

3
MILIEU 2011-2 35 Discussie over nieuw beleidsinstrument Biodiversiteitsverlies compenseren. Waarom? En hoe? Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor schade aan de natuur door menselijk hande- len. Maar natuurverlies en daarmee verlies aan bio- diversiteit is niet altijd te voorkomen. In die geval- len kan compensatie de balans toch in evenwicht brengen. Kan, want het principe kent de nodige haken en ogen. Verlies van biodiversiteit Biodiversiteit is een veelomvattend begrip en omvat in feite al het leven, vanaf het niveau van genen, soorten tot aan ecosystemen. Door allerlei vormen van milieudruk worden de populaties van veel soorten kleiner en kleiner, totdat een soort zelfs uit kan sterven. Uit respect voor alles wat leeft op onze aarde zouden we dat verlies tegen moeten willen gaan. Inmiddels wordt het ook steeds duidelijker dat het behoud van biodiversiteit van belang is voor onze welvaart vanwege het nut van biodiversiteit voor bijvoorbeeld voedselproduc- tie, schoon water en een gezond leefklimaat. Het waarde- ren van biodiversiteit is hiermee in een ander licht komen te staan, mede dankzij het project The Economics of Ecosys- tems and Biodiversity (TEEB, zie ‘Meer weten’). Eén van de onderliggende oorzaken van het wereldwijd optredende verlies aan biodiversiteit is het publieke karakter ervan: iedereen kan erbij, terwijl het gebruik niet exclusief door een enkele partij geclaimd kan worden: biodiversiteit heeft geen eigenaar en het verlies zit gewoonlijk dan ook niet verwerkt in de prijs van goederen. Compensatie: verplicht of vrijwillig Om deze redenen heeft het Rijk aan de Taskforce Biodiversi- teit en Natuurlijke Hulpbronnen opdracht gegeven om met het bedrijfsleven afspraken te maken over concrete maatre- gelen waarmee het verlies aan biodiversiteit als een gevolg van economische activiteiten (vrijwillig) vergoed of gecom- penseerd kan worden. Voor het opdoen van praktijkervaring met compensatie is het No-Net-Loss initiatief opgestart. Ook de Commissie voor milieueffectrapportage (MER) heeft geconstateerd dat er ondanks verplichte compensatie, zoals vastgelegd in de wet Milieubeheer, netto negatieve effecten overblijven. Dat geldt niet alleen voor (grote) MER-plichtige activiteiten, maar ook voor alle ‘gewone’ (bedrijfs)activiteiten. Blijkbaar is de wet- en regelgeving onvoldoende om biodiver- siteitverlies helemaal te voorkomen. Vrijwillige compensatie is dan een manier om het resterende verlies te compenseren. Principes en motivatie Motivaties voor vrijwillige compensatie kunnen zijn: het zeker stellen van benodigde natuurlijke hulpbronnen (eigen- belang), het werken aan een positief imago (marketing), of het reageren op druk van belangengroepen. Tot slot kan het Auteursinfo Mark van Oorschot ([email protected]) is werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL); Jolanda van Schaick is werkzaam bij CREM consultancy voor duurzame ontwikkeling ([email protected]). Beide auteurs zijn lid van de VVM-sectie Biodiversiteit en het artikel is mede geschreven namens de sectie (zie kader), en het No-Net-Loss initiatief (Steven de Bie - Shell / Bopp van Dessel - Bopp Solutions). De Kruidenier Groep, één van de bedrijven uit het BioCom project, heeft naar aanleiding van de opgestelde bedrijfsvoetafdruk besloten om voortaan geen vlees meer uit Oostenrijk te importeren, maar deze te betrekken van Nederlandse blaarkoppen die op natte veenweiden grazen

description

Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

Transcript of Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

Page 1: Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

Milieu 2011-2 35

Discussie over nieuw beleidsinstrument

Biodiversiteitsverlies compenseren. Waarom? En hoe?

Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor schade aan de natuur door menselijk hande-len. Maar natuurverlies en daarmee verlies aan bio-diversiteit is niet altijd te voorkomen. In die geval-len kan compensatie de balans toch in evenwicht brengen. Kan, want het principe kent de nodige haken en ogen.

Verlies van biodiversiteitBiodiversiteit is een veelomvattend begrip en omvat in feite al het leven, vanaf het niveau van genen, soorten tot aan ecosystemen. Door allerlei vormen van milieudruk worden de populaties van veel soorten kleiner en kleiner, totdat een soort zelfs uit kan sterven. Uit respect voor alles wat leeft op onze aarde zouden we dat verlies tegen moeten willen gaan. Inmiddels wordt het ook steeds duidelijker dat het behoud van biodiversiteit van belang is voor onze welvaart vanwege het nut van biodiversiteit voor bijvoorbeeld voedselproduc-tie, schoon water en een gezond leefklimaat. Het waarde-ren van biodiversiteit is hiermee in een ander licht komen te staan, mede dankzij het project The Economics of Ecosys-tems and Biodiversity (TEEB, zie ‘Meer weten’).

Eén van de onderliggende oorzaken van het wereldwijd optredende verlies aan biodiversiteit is het publieke karakter ervan: iedereen kan erbij, terwijl het gebruik niet exclusief door een enkele partij geclaimd kan worden: biodiversiteit heeft geen eigenaar en het verlies zit gewoonlijk dan ook niet verwerkt in de prijs van goederen.

Compensatie: verplicht of vrijwilligOm deze redenen heeft het Rijk aan de Taskforce Biodiversi-teit en Natuurlijke Hulpbronnen opdracht gegeven om met

het bedrijfsleven afspraken te maken over concrete maatre-gelen waarmee het verlies aan biodiversiteit als een gevolg van economische activiteiten (vrijwillig) vergoed of gecom-penseerd kan worden. Voor het opdoen van praktijkervaring met compensatie is het No-Net-Loss initiatief opgestart.

Ook de Commissie voor milieueffectrapportage (MER) heeft geconstateerd dat er ondanks verplichte compensatie, zoals vastgelegd in de wet Milieubeheer, netto negatieve effecten overblijven. Dat geldt niet alleen voor (grote) MER-plichtige activiteiten, maar ook voor alle ‘gewone’ (bedrijfs)activiteiten. Blijkbaar is de wet- en regelgeving onvoldoende om biodiver-siteitverlies helemaal te voorkomen. Vrijwillige compensatie is dan een manier om het resterende verlies te compenseren.

Principes en motivatie Motivaties voor vrijwillige compensatie kunnen zijn: het zeker stellen van benodigde natuurlijke hulpbronnen (eigen-belang), het werken aan een positief imago (marketing), of het reageren op druk van belangengroepen. Tot slot kan het

Auteursinfo Mark van Oorschot ([email protected]) is werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL); Jolanda van Schaick is werkzaam bij CREM consultancy voor duurzame ontwikkeling ( [email protected]). Beide auteurs zijn lid van de VVM-sectie Biodiversiteit en het artikel is mede geschreven namens de sectie (zie kader), en het No-Net-Loss initiatief (Steven de Bie - Shell / Bopp van Dessel - Bopp Solutions).

De Kruidenier Groep, één van de bedrijven uit het BioCom project, heeft naar aanleiding van de opgestelde bedrijfsvoetafdruk besloten om voortaan geen vlees meer uit Oostenrijk te importeren, maar deze te betrekken van Nederlandse blaarkoppen die op natte veenweiden grazen

Page 2: Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

Milieu 2011-236

evalueren van de effecten van bedrijfsactiviteiten tot verras-sende en innoverende ideeën leiden (zie foto).

Om te kunnen compenseren moet je wel eerst in beeld bren-gen hoeveel verlies er is ontstaan door productieprocessen. Verlies aan biodiversiteit kan direct of indirect ontstaan. Direct door bijvoorbeeld de productieprocessen van een bedrijf, indirect bijvoorbeeld via de import van grondstoffen waarvoor elders natuur wordt vernietigd. Probleem is dat biodiversiteit vaak lastig te meten is, en door zijn vele facet-ten niet eenvoudig in 1 maat is uit te drukken. Ook kan je de ene soort niet zomaar uitwisselen voor een andere, of zelfs op een andere plek in de wereld.

Een ongeschreven basisregel is dat compensatie volgt op mitigerende maatregelen. Deze regel is verwerkt in de zoge-naamde mitigatieladder, welke de principiële randvoorwaar-den aangeeft voor het uiteindelijke nemen van compense-rende maatregelen. De ladder kent de volgende stappen:- Vermijd het verlies aan biodiversiteit. Als dit maar deels

mogelijk is, volgt:- Mitigeer (minimaliseer) het verlies aan biodiversiteit, en als

laatste - Herstel het verlies (restauratie).

Compensatie wordt daarna ingezet voor het resterend ver-lies en kan zelfs resulteren in nettowinst. Deze aanpak sluit ook goed aan bij de aanpak in een milieueffectrapportage.

Compensatie kan dan op meerdere manieren plaatsvinden. Zo kan een bedrijf of organisatie zelf de compensatie uit-voeren, al dan niet in samenwerking met een NGO of lokale bevolking. Verder kan een bedrijf de overheid of een andere partij hiervoor betalen. Het kopen van biodiversiteitcredits van een landeigenaar of speciale conservation bank is ook een optie.

Recente ervaringenVrijwillige compensatie vormde de basis voor het project BioCom: ‘Biodiversiteitscompensatie: op weg naar concrete plannen en richtlijnen voor bedrijven’, gefi nancierd door het Rijk. Bedrijven, overheden en NGO’s hebben gedurende 1 jaar in meerdere sessies gezamenlijk compensatieplannen voor de drie deelnemende bedrijven opgesteld. Een belang-rijk element was het in kaart brengen van de voetafdruk van bedrijfsactiviteiten. De effecten van productketens op biodiversiteit zijn in beeld gebracht via het landbeslag van de activiteiten (ha), de broeikasgasemissies (CO2-eq), het watergebruik (waterstress) en een restgroep ‘overig’ (bijv. pesticidengebruik). Per drukfactor is eerst gekeken naar het minimaliseren van de negatieve effecten, waarna bedrijven plannen hebben gemaakt voor compensatie.

De belangrijkste conclusies van BioCom zijn:- In tegenstelling tot ‘gangbare’ compensatieprojecten

richtte het project zich ook op al bestaande bedrijfsactivi-teiten.

- Uniek is dat de effecten zijn bepaald voor de gehele pro-ductketen. De focus op een keten in plaats van op een individueel bedrijf maakte het bepalen van de biodiversi-teitsvoetafdruk wel lastiger.

- Het project heeft veel antwoorden en inzichten opgele-verd, maar ook duidelijk gemaakt waar dilemma’s bestaan en kennis, instrumenten en een consistente aanpak ont-breken.

Met de opgedane ervaringen kunnen voorlopers in het bedrijfsleven aan de slag met vrijwillige ketencompensatie.

Het principe van biodiversiteitcompensatie

Het No Net Loss initiatief

1

Resterende Impact

- ve

+ veBio

dive

rsitei

t w

aard

e

PIPI PI PI

Av Av Av

MtMt

Rs

Ofs Offs

ACA

Netto positieve bijdrage

PI = Predicted Impact

Av = Avoidance

Mt = Mitigation

Rs = Restoration

Offs = Offsets

ACA = Additional Conservation Actions

Bron: BBOP, Rio Tinto and Govt. of Australia

Offs

Offs

Biodiversiteitneutraal

Meer wetenHet BioCom rapport kan vanaf april 2011 worden gedown-load op de website van De Gemeynt: www.gemeynt.nlInformatie over de Taskforce, met onder de knop ‘projec-ten’ aandacht voor het No-Net-Loss initiatief, staat op: www.taskforcebiodiversiteit.nlHet TEEB-project over de waarden van biodiversiteit en ecosystemen heeft meerdere rapporten voortgebracht, zie www.teebweb.org

Page 3: Biodiversiteit compenseren waar en hoe?

Milieu 2011-2 37

Vlak voor de jaarwisseling bereikte de Raad van de Europese Milieuministers een politiek akkoord over de herziening van de Europese biocidewetgeving. Dit betekent dat de Europese regels voor het gebruik van chemicaliën zoals insecticiden, ontsmettingsmiddelen, hout- en metaalbeschermingsmid-delen en rattengif nu verscherpen en omgezet in een direct werkende Europese verordening. De verscherping geldt vooral voor die middelen waarvan bekend is dat ze kankerverwek-kend kunnen zijn, een hormonale werking hebben of invloed hebben op de (menselijke) voortplanting. De ministers hebben het oorspronkelijke commissievoorstel uitgebreid tot (zeer) persistente-, (zeer) bioaccumulerende- en giftige stoffen: der-gelijke stoffen mogen alleen nog worden gebruikt mits ze onmisbaar zijn om een acuut gevaar voor de volksgezondheid of het milieu te voorkomen. De verordening gaat rechtstreeks gelden voor meer dan 50.000 producten. Nieuw is dat de regels ook gelden voor eindproducten die behandeld zijn met chemische middelen, denk hierbij bijvoorbeeld aan slaapzakken en meubelen. Der-gelijke producten mogen niet meer met ongeautoriseerde biociden zijn behandeld en moeten worden geëtiketteerd. Dit geldt ook voor alle geïmporteerde artikelen. Het Europees Che-micaliën Agentschap (ECHA) krijgt de bevoegdheid voorstel-len voor de toelating van nieuwe biocides en ‘laag risico’ vanaf 2013 te beoordelen. Maar de ministers gingen niet volledig akkoord met het voorstel van het Parlement om de bevoegd-heden van het agentschap geleidelijk uit te breiden tot vrijwel alle biocides in 2017: zij stellen dit uit tot 2020. Ook blijft de autorisatieprocedure via het ECHA een optionele procedure als aanvulling op het huidige systeem van nationale toelatingen. Dat zorgt weer niet voor meer uniformiteit. Om het gebruik van proefdieren tot een minimum te beperken bevat het voor-stel eisen voor het delen en toegankelijk maken van data tus-sen de lidstaten. Veel NGO’s gaat het akkoord niet ver genoeg. Christian Sch-weer van het Pesticide Action Network is niet tevreden omdat “de verordening geen echt verbod is op gevaarlijke biocides”. Op haar beurt noemt Anne Stauffer van de Health and Envi-ronment Alliance het betreurenswaardig dat de ministers heb-ben besloten biocides met neurotoxische en immunotoxische effecten uit te sluiten van substitutie. “Het niet uitsluiten zou een forse impuls zijn geweest voor het ontwikkelen van nieuwe veiligere producten.”

Nu de ministers akkoord zijn met het compromisvoorstel moet het Europees Parlement nog beslissen of ze akkoord gaat. De discussies zullen zich hoogstwaarschijnlijk concentreren over de implicaties van de herziening in termen van financiële en personele middelen, de EU toelatingsprocedures, en de aan het Europees Chemicaliën Agentschap te betalen kosten.

Rolf-Jan Hoeve

Bakkeleien over gifwetgeving

EU milieubeleid – Going local

Verbindend, Inspirerend en PraktischDe VVM-sectie Biodiversiteit wil biodiversiteit hoger op de agenda plaatsen bij politiek, bedrijven, wetenschap en maatschappij. De leden hebben daarom als missie gefor-muleerd om het belang van biodiversiteit aan te geven en de bewustwording hierover te vergroten in het netwerk van milieuprofessionals. Als uitgangspunt voor haar acti-viteiten hanteert de sectie het motto: Verbindend, Inspire-rend en Praktisch.

Meer weten over onze sectie of zin om mee te doen: kijk op www.vvm.info (-> secties -> Biodiversiteit) of neem contact op met een van de bestuursleden: Koen Kramer (WUR), Jaco-mijn Pluimers (Blonk Milieu Advies), Bart Beerlage (MER).

Gezien het huidige verlies aan biodiversiteit door economi-sche activiteiten is er mogelijk veel winst te behalen met het verder ontwikkelen en ondersteunen van het instrument.

VVM-Seminar plaatst kanttekeningenRecente ervaringen met het compensatieprincipe voor biodi-versiteit vormden het uitgangspunt voor een seminar van de VVM-sectie Biodiversiteit. Inleidingen werden verzorgd door Bart Beerlange (Commissie MER) en Steven de Bie (No-Net-Loss initiatief), waarna de voors en tegens werden bediscussi-eerd. Enkele opvallende uitkomsten van het debat zijn:- Om te voorkomen dat compenseren geen Licence-to-dest-

roy wordt is voorzichtigheid geboden bij de uitwerking van het concept.

- Er zijn meerdere methodes nodig voor het bepalen van het verlies aan biodiversiteit. De algemene voetafdruk methodiek is bruikbaar voor mondiale problemen (kli-maatverandering), maar houdt onvoldoende rekening met lokale omstandigheden en specifieke situaties.

- Tot nu toe lijkt het erop dat het instrument wordt ont-wikkeld door ecologen, met vooral kennis over biodiversi-teit. Er wordt nog weinig gekeken vanuit sociaal-culturele aspecten of de meerwaarde van ecosysteemdiensten.

- Bij compensatie kan de ene vorm van biodiversiteit niet ‘zomaar’ uitgewisseld worden tegen een andere, terwijl heel sterk vasthouden aan het like-for-like principe (pre-cies dat compenseren wat verloren is gegaan) leidt tot een erg rigide systeem.

- Bij vrijwillige compensatie zijn er geen vaste spelregels zoals die in wetten wel zijn vastgelegd. Dit kan een moge-lijk risico inhouden.

De aanwezigen hebben hun kanttekeningen omgezet in het volgende advies voor de Taskforce:“Compensatie vormt een kans als de mitigatieladder conse-quent wordt gevolgd. Maar biodiversiteit moet ook benaderd worden vanuit eco-systeemdiensten. Daarnaast moet de politiek worden betrokken en er moet maatschappelijk draagvlak voor compensatie worden gecre-eerd. Er is dus een brede dialoog met politiek en maatschap-pij nodig. Het is daarom van belang dat een communicatie-adviseur betrokken wordt, die helpt bij het scherp maken van waar het om gaat. Ook een bekende Nederlander met gezag, die een ambassadeur voor biodiversiteit wil zijn, kan helpen om het concept te promoten.”

Mark van Oorschot en Jolanda van Schaick