Wat is biodiversiteit?

Wij leven samen met alle planten en dieren op de wereld en we hebben elkaar eigenlijk heel hard nodig. Zo kunnen muggen erg lastig zijn, maar ze zijn wel het voedsel van de vogels. Spinnen vind je misschien eng, maar die vangen weer insecten, en spinnen worden weer door vogels gegeten.

En brandnetels, prikken die alleen maar? Je kunt ze eten, ze zorgen voor meststoffen in de grond waardoor andere planten kunnen groeien én allerlei beestjes vinden erin en eronder een prachtige schuilplek. Van een boom heb je schaduw, je kunt het hout gebruiken en vogels rusten daar uit of bouwen er hun nest.

Alle planten en dieren samen zijn als een soort mozaïek. Met allemaal witte vierkantjes kun je niet zoiets moois maken als met verschillende vormen en kleuren. Het mozaïek wordt mooier als er diversiteit is, in de natuur heet dat biodiversiteit.

Je komt biodiversiteit zonder dat je het merkt gewoon tegen, op weg naar school in de wegberm maar ook in het bos en op de hei. Biodiversiteit betekent dus eigenlijk alles wat je in de natuur ziet, van mier tot eikenboom.

Bijna ieder land heeft z’n eigen soorten bomen, planten en dieren, heeft een eigen biodiversiteit. Je weet vast welke planten en wilde dieren in het buitenland voorkomen, maar weet je ook welke je binnen Nederland tegen kunt komen?

De biodiversiteit van Nederland is een klein beetje anders dan die van België, maar echt heel anders dan de Afrikaanse. Omdat dieren nu eenmaal geen paspoort nodig hebben kunnen ze elke landsgrens overgaan en

plantenzaden waaien met iedere wind mee. Het mozaïek van Nederland verandert dus als er dieren of planten

weggaan of bij komen uit andere landen. En zo hebben de ‘landen-biodiversiteiten’ invloed op elkaar, werken ze samen in de hele wereld.

Dat er zoveel verschillende planten en dieren zijn is ongelofelijk belangrijk voor hun (en ons) voortbestaan. Van alles moet er niet te veel zijn ~ dan heb je bijv. een muggenplaag, maar ook niet te weinig ~ denk maar aan voedseltekort. Het ene dier heeft juist dat andere plantje of dier nodig om te kunnen overleven. Als het slechter gaat met dat andere plantje, dan heeft ook het dier daar last van.

Er is een goed evenwicht als er verschillende soorten zijn die elkaar in leven houden.

Want zeg nou zelf, natuur met maar één soort boom, vogel en vlinder? Zonder biodiversiteit zou het eigenlijk allemaal heel saai zijn..

Ik laat dieren met rust als ik ga wandelen Wanneer je een natuurwandeling maakt, is het beter om de dieren niet te storen. Blijf dus op de paden, maak zo weinig mogelijk lawaai en houd afstand van de dieren, die net zoals jij een luchtje scheppen… Ik maak vetbollen voor de vogels Vogels eten vooral insectenlarven, zaden en bessen. Maar als die er in de winter niet zijn, zullen ze met de vetbollen die je ophangt minder honger hebben. Allerlei soorten vogels zijn dan heel dichtbij, in je eigen tuin te zien. Je kunt een vogeltelling vanuit je eigen raam doen en de namen van die vogels opzoeken. Daarnaast kun je natuurlijk meedoen met de jaarlijkse tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland.

Ik verbruik minder drinkwater Bij ons komt het water gewoon uit de kraan. Dus gebruiken we het overal voor, zelfs om onze auto te wassen! Begiet je planten met regenwater, want dat vinden ze heel lekker en zo bespaar je drinkwater. Ik maak een plek voor planten en dieren Laat in een hoekje van de tuin spontaan planten groeien en maai die zo laat mogelijk: zo kunnen ze zichzelf verspreiden en krijg je meer soorten en

meer dieren, meer biodiversiteit dus. Zet vooral ook planten die veel insecten aantrekken zoals de vinderstruik. En laat ergens in de tuin een paar brandnetels staan zodat vlinders zoals de dagpauwoog en de kleine vos hier hun eitje af kunnen zetten. Ik eet lokale groenten en fruit In ieder seizoen zijn er heel veel groenet en en fruit te koop uit je eigen buurt. Minstens zo lekker en goed voor jou en het milieu. vooral als je die op de fiets gaat halen. Dan smaakt de stampot van boerkool of wortels nog lekkerder.

Ik maak met de buren de wijk schoon Breng afval uit wegbermen, sloten en struiken waar het hoort: in de

vuilnisbak. Kijk hoe mooi het wordt zonder zwerfvuil! Ik houd minder lampen aan rond mijn huis Veel dieren hebben last van lichtvervuiling. Nachtdieren zien hun prooien dan niet goed, want hun ogen zijn aan het donker

aangepast. En andere dieren worden juist in hun slaap gestoord. Ik begin thuis met een moestuin Een eigen moestuin is heerlijk: je bent buiten bezig, je ziet hoe alles groeit en plukt de oogst (spannend!) van je eigen werk. Wisten julie dat je op één vierkante meter al een eigen moestuin kunt beginnen? Ik help als vrijwilliger in de natuur Iedereen kan een handje helpen, bijvoorbeeld in gebieden waar zeldzame plantensoorten of bedreigde dieren leven. Dat is nog gezond ook, dus… aan de slag! Ik gooi nooit afval op de grond Gebruik de afvalbakken op straat en hergebruik zoveel je kunt! Je flesje kun je gewoon weer vullen onder de kraan. Ik gebruik het internet voor leuke weetjes en tips Alleen al door op het internet te surfen kun je veel informatie vinden over hoe je dieren en planten kunt helpen. Zo leer je hoe je je omgeving zelf mooier kunt maken.

Colofon Initiatiefnemer Natuur in de wijk Teksten Projectbureau Orbis (Geert Vink & Koen van Hout) Opmaak Kleefkracht Datum oktober 2015