Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken...

6
© www.fjreedijk.nl/motorgeografie © TOERTOCHT RONDOM HET IJSSELMEER (ca 333 km) Deze route is uitgezet rondom het IJsselmeer. De route loopt door een aantal verschillende landschappen: het oude Westfriese zeekleilandschap in Noord-Holland, het jonge zeekleilandschap van de moderne droogmakerijen (Wieringermeer en Oostelijk Flevoland), de Greidhoek in het westen van Friesland, het keileem- en zandgebied van Gaasterland in Zuidwest-Friesland en het laagveengebied in de Noordkop van Overijssel. Deze route loopt door drie landsdelen en is dus niet specifiek binnen één landsdeel te plaatsen. Omdat het leeuwendeel van de kilometers gereden wordt in de provincies Noord-Holland en Flevoland, is er voor gekozen deze route op te nemen in landsdeel West. Omdat stukjes van deze toertocht ook zijn opgenomen in twee andere toertochten (Westergo en Noord-Holland Midden), is een aantal bezienswaardigheden en wetenswaardigheden zowel in deze toertocht als in één van de beide andere toertochten opgenomen. De toertocht begint en eindigt op de parkeerplaats aan het begin van de Houtribdijk in Lelystad. Op het routekaartje zijn 30 rode cijfers aangebracht van bezienswaardigheden en wetenswaardigheden. Middels gele vijfhoekjes zijn er iedere 10 km afstandsmarkeringen geplaatst. Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden 1 De Houtribdijk 2 Oosterdijk: Vuurtoren De Ven 3 Medemblik: Stoommachinemuseum 4 De Vooroever bij Medemblik 5 Het ‘oude’ Medemblik 6 Oud en Nieuw in Medemblik 7 Wieringermeerpolder 8 Dijkgatbos 9 Robbenoordbos 10 Het geheime waddeneiland Wieringen 11 De coupure van Den Oever 12 De Afsluitdijk 13 De Greidhoek 14 Workum: Scheepstimmerwerf ‘De Hoop’ 15 Stavoren 16 Kliffen 17 Mirns: Klokkenstoel 18 Gaasterland 19 Eikenhakhout 20 Sondel: Kop-hals-rompboerderij 21 De Rottige Meenthe 22 Blankenham: Hoogwaterkanon 23 Kop van Overijssel 24 Kampen 25 Kampereiland 26 Schokland: eiland op het droge 27 Het (voormalige) eiland Urk 28 Flevoland 29 Maximacentrale en Flevokust Haven 30 Lelystad: Televisietoren In dit pdf-routebestand zijn uitsluitend de acht vetgedrukte landschap-specifieke bezienswaardigheden en wetenswaardigheden opgenomen. Voor de overige bezienswaardigheden en wetenswaardigheden zal het boek ‘HET NEDERLANDSE LANDSCHAP VANAF DE MOTOR OF VANUIT DE AUTO’ moeten worden geraadpleegd.

Transcript of Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken...

Page 1: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

TOERTOCHT RONDOM HET IJSSELMEER (ca 333 km)

Deze route is uitgezet rondom het IJsselmeer. De route loopt door een aantal verschillende landschappen: hetoude Westfriese zeekleilandschap in Noord-Holland, het jonge zeekleilandschap van de moderne droogmakerijen(Wieringermeer en Oostelijk Flevoland), de Greidhoek in het westen van Friesland, het keileem- en zandgebiedvan Gaasterland in Zuidwest-Friesland en het laagveengebied in de Noordkop van Overijssel.Deze route loopt door drie landsdelen en is dus niet specifiek binnen één landsdeel te plaatsen. Omdat hetleeuwendeel van de kilometers gereden wordt in de provincies Noord-Holland en Flevoland, is er voor gekozendeze route op te nemen in landsdeel West.Omdat stukjes van deze toertocht ook zijn opgenomen in twee andere toertochten (Westergo en Noord-HollandMidden), is een aantal bezienswaardigheden en wetenswaardigheden zowel in deze toertocht als in één van debeide andere toertochten opgenomen.

De toertocht begint en eindigt op de parkeerplaats aan het begin van de Houtribdijk in Lelystad.Op het routekaartje zijn 30 rode cijfers aangebracht van bezienswaardigheden en wetenswaardigheden.Middels gele vijfhoekjes zijn er iedere 10 km afstandsmarkeringen geplaatst.

Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden

1 De Houtribdijk 2 Oosterdijk: Vuurtoren De Ven 3 Medemblik: Stoommachinemuseum4 De Vooroever bij Medemblik

5 Het ‘oude’ Medemblik 6 Oud en Nieuw in Medemblik7 Wieringermeerpolder

8 Dijkgatbos 9 Robbenoordbos10 Het geheime waddeneiland Wieringen11 De coupure van Den Oever12 De Afsluitdijk13 De Greidhoek14 Workum: Scheepstimmerwerf ‘De Hoop’15 Stavoren

16 Kliffen17 Mirns: Klokkenstoel18 Gaasterland19 Eikenhakhout20 Sondel: Kop-hals-rompboerderij21 De Rottige Meenthe22 Blankenham: Hoogwaterkanon23 Kop van Overijssel24 Kampen25 Kampereiland26 Schokland: eiland op het droge27 Het (voormalige) eiland Urk28 Flevoland29 Maximacentrale en Flevokust Haven30 Lelystad: Televisietoren

In dit pdf-routebestand zijn uitsluitend de acht vetgedrukte landschap-specifieke bezienswaardigheden enwetenswaardigheden opgenomen. Voor de overige bezienswaardigheden en wetenswaardigheden zal het boek‘HET NEDERLANDSE LANDSCHAP VANAF DE MOTOR OF VANUIT DE AUTO’ moeten worden geraadpleegd.

Page 2: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

Page 3: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

4 DE VOOROEVER BIJ MEDEMBLIK

De Westfriese Omringdijk is voor een groot deel een aaneenschakeling van inlaagdijken. Inlaagdijken zijndijken die gelegd zijn als land moest worden prijsgegeven. Zij hebben een grote en tragische rol gespeeld inhet behoud van West-Friesland. Tot in de 16e eeuw was het nodig delen van de kuststrook met dijk en al prijste geven door een nieuwe dijk achter de oude te leggen. Zo verkreeg men nieuw voorland. Zonder voorlandwas een dijk niet houdbaar. Op het stuk voorland immers verloren storm en hoog water hun kracht en danwaren zwakke en lage dijken voldoende als beveiliging voor het bewoonde land erachter.Als in de jaren 80/90 van de vorige eeuw voor wat betreft de IJsselmeerdijk tussen Medemblik en Andijkgekozen moet worden tussen dijkverhoging of realiseren van voorland, is de keuze snel gemaakt. Met zand datvrijkomt bij vergroting/verdieping van de waterzuiveringsinstallatie bij Andijk wordt de Vooroever aangelegd, eenbuitendijks gelegen natuur- en recreatiegebied.

DWARSDOORSNEDE EN BOVENAANZICHT VAN EEN MOGELIJKE VOOROEVER

7 WIERINGERMEERPOLDER

De Wieringermeer was de eerste polder die in het kader van de Zuiderzeewet werd drooggelegd. De polderwerd versneld aangelegd, omdat er behoefte was aan nieuwe landbouwgrond.De Wieringermeerpolder werd (evenals de Noordoostpolder) zonder randmeer tegen het vasteland aangelegd.Het nieuwe land lag lager dan het oude land. Dit had niet alleen kwel in de nieuwe polder tot gevolg, maar ookwateronttrekking op het oude land wat daar leidde tot verdroging en daling van het maaiveld. Om deze redenheeft men bij de aanleg van Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland tussen de nieuwe polders en het oude landrandmeren gerealiseerd.Bij de inrichting van de polder had de overheid een stevige vinger in de pap. Het Rijk wilde koste wat kost eenherhaling van de ellende in de Haarlemmermeer vermijden. Die polder was in het midden van de 19e eeuwdrooggelegd en vervolgens aan haar lot overgelaten. Chaos, anarchie, ziektes en diepe armoede waren hetgevolg. Met de nieuwe polder moest dat anders.De overheid bemoeide zich stevig met de bevolking van de Wieringermeer. De kolonisten werden door deoverheid zorgvuldig geselecteerd en moesten aan een aantal criteria voldoen. De eerste generatie wassamengesteld uit vrij jonge gezinnen, die uit alle windstreken van het land kwamen.

De grootte van de kavels werd bepaald op 20 hectareen de kavels werden uitgegeven middels eenpachtsysteem. De overheid bepaalde ook hoe depachtboerderijen eruit moesten zien. Na veel studieviel de keus op het Friese boerderijtype: woon-, werk-en bergruimtes kwamen zoveel mogelijk onder ééndak.De dorpen werden, evenals de boerderijen, planeco-nomisch aangelegd. Het bestuur bepaalde waar enhoeveel dorpen er kwamen en hoe de dorpen werdeningericht.

WIERINGERMEERBOERDERIJ ANNO 2016

Page 4: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

10 HET GEHEIME WADDENEILAND WIERINGEN

Veel mensen denken dat de naam 'Wieringen' te maken heeft met het 'wier' van de zeegrascultuur, maar dat isniet zo. In Middeleeuwse geschriften heet Wieringen 'Wiron'. Die naam is afgeleid van het Oudfriese 'wîr', dathoogte betekent.Het glooiende landschap van Wieringen is gevormd in de voorlaatste ijstijd (Saalien). In het Saalien is o.a. langsde lijn Texel - Wieringen - Gaasterland een grondmorenerug ontstaan.Grondmoreneruggen in Noord-Nederland zijn lang tot de stuwwallen gerekend, maar uit recent onderzoekblijkt dat de opbouw sterk afwijkt van de Midden-Nederlandse stuwwallen. Er is geen stuwwalvorming nodig omhet reliëf te verklaren, daarom worden de keileembulten van Texel, Wieringen en Gaasterland nu beschouwdals dumpmorenen. Dumpmorenen worden gevormd in een periode van stagnatie van het ijsfront. Het gletsjerijsstroomt wel, maar schuift niet vooruit. Door het stromende ijs wordt keileem aangevoerd en aan de voorzijdevan het ijsfront ontstaat een keileemophoping. Keileem wordt als grondmorene onder het landijs gevormd enbestaat uit een mengsel van keien, grind, zand en leem.In de laatste ijstijd (Weichselien) lag in Nederland geen landijs, maar heerste er een subarctisch klimaatwaardoor er niet of nauwelijks plantengroei voorkwam. IJzige zandstormen bedekten het keileem met eendikke laag dekzand. Slechts enkele ‘keileemkoppen’ steken nu nog boven het dekzand uit. De hoogstekeileembult van Wieringen ligt bij Westerland (12 m +NAP).Wieringen heeft smalle bochtige binnenwegen, oudekerken met gemetselde spitsen en karakteristiekeboerderijen. Kenmerkend voor Wieringer boerderijenis dat de schuur dwars op de lengterichting werdaangebouwd. De achtergevel van de schuur heefteen hoge houten gepotdekselde en geteerdeachtergevel (het skuurskot).Als erfscheiding rond schapenweiden werden tuin-wallen (‘woalkes’) toegepast. De woalkes werdengemaakt door opstapeling van ter plaatse gestokenzoden. Op het glooiende eiland was het graven vansloten, zoals elders in Nederland gebruikelijk, geenoptie. Op de met tuinwallen omgeven stukjes land(‘krochjes’) vonden de lammetjes in het vroegevoorjaar beschutting tegen de ongure zeewind. Dewoalkes vergden veel onderhoud en zijn daarom inde loop van de tijd op grote schaal vervangen doorafrasteringen van palen en prikkeldraad.

MUSEUMBOERDERIJ JAN LONT IN STROE

13 DE GREIDHOEK

Zuidelijk van de lijn Harlingen - Franeker - Leeuwarden ligt de Greidhoek. In dit gebied vinden we alsgrondsoort zgn. knipklei. Knipklei is ontstaan op achter de bestaande kwelderwallen gelegen kweldervlakten,waar in rustig water de fijne slibdeeltjes konden bezinken. Het is zware kalkarme zeeklei die zeer moeilijk tebewerken is. In natte toestand zwelt de klei snel dicht en neemt geen water meer op en in droge toestanddroogt de klei in en wordt keihard. Door de zwaarte van de grond en de slechte ontwatering is hetknipkleigebied het meest geschikt voor grasland (een greid is grasland op klei).

DE GREIDHOEK

De eerste bewoners in de Greidhoek kwamen vanafde hogere Drentse zandgronden en vestigden zich opkwelderwallen en oeverwallen langs kreken engeulen. Om zich te beschermen tegen overstro-mingen wierpen deze boeren vluchtheuvels op, dievaak veranderden in woonheuvels.Het uitgestrekte weidegebied wordt gekenmerkt doorvele terpen, kronkelige sloten en wegen,onregelmatige blokvormige kavels en fijnmazigegreppelpatronen.Tussen de talrijke greppels liggen bolle stroken die inFriesland bekend staan als ‘bargereachjes’(varkensruggetjes). Het eeuwenoude microreliëf isnog steeds kenmerkend voor sommige delen van deGreidhoek. Door schaalvergroting en modernedrainagetechnieken is er veel van dit historische‘greppeltsjelân’ uit het landschap verdwenen.

Page 5: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

18 GAASTERLAND

Gaasterland ligt in het Nationaal Landschap ZuidwestFryslân. Een nationaal landschap is een gebiedwaarvan is aangegeven dat er zich een unieke com-binatie van agrarisch gebied, natuur en cultuurhistoriebevindt. In tegenstelling tot een nationaal park biedteen nationaal landschap ook plaats aan wonen,landbouw en kleinschalige bedrijven.Gaasterland is, anders dan het overwegend vlakke enopen Friese landschap, juist glooiend en bosrijk. Hetwoord gaast duidt op hoger gelegen zandgrond.Vanwege de zandverstuivingen heeftStaatsbosbeheer, evenals elders in Nederland, hetgebied rond 1900 beplant met bos.

GAASTERLAND

Het glooiende landschap van Gaasterland is gevormd in de voorlaatste ijstijd (Saalien). In het Saalien is o.a.langs de lijn Texel - Wieringen - Gaasterland een grondmorenerug ontstaan.Grondmoreneruggen in Noord-Nederland zijn lang tot de stuwwallen gerekend, maar uit recent onderzoekblijkt dat de opbouw sterk afwijkt van de Midden-Nederlandse stuwwallen.Er is geen stuwwalvorming nodig om het reliëf te verklaren, daarom worden de keileembulten van Texel,Wieringen en Gaasterland nu beschouwd als dumpmorenen. Dumpmorenen worden gevormd in een periodevan stagnatie van het ijsfront. Het gletsjerijs stroomt wel, maar schuift niet vooruit. Door het stromende ijs wordtkeileem aangevoerd en aan de voorzijde van het ijsfront ontstaat een keileemophoping. Keileem wordt alsgrondmorene onder het landijs gevormd en bestaat uit een mengsel van keien, grind, zand en leem.In de laatste ijstijd (Weichselien) lag in Nederland geen landijs, maar heerste er een subarctisch klimaatwaardoor er niet of nauwelijks plantengroei voorkwam. IJzige zandstormen bedekten het keileem met eendikke laag dekzand. Slechts enkele ‘keileemkoppen’ steken nu nog boven het dekzand uit. De hoogstekeileembult van Gaasterland (12,70 m +NAP) ligt ten zuidwesten van Oudemirdum.Gaasterland is aangewezen als aardkundig monument. De status aardkundig monument wordt in Nederlandtoegewezen aan gebieden of locaties met bijzondere aardkundige (geologische, geomorfologische, bodem-kundige) waarden. Een aardkundig monument heeft geen status als een rijks- of gemeentelijk monument,maar is bedoeld om interesse voor het gebied op te wekken en de kennis over dit gebied onder een brederpubliek te verspreiden

20 SONDEL: KOP-HALS-ROMPBOERDERIJ

KOP-HALS-ROMPBOERDERIJ IN SONDEL

De kop-hals-rompboerderij is ontstaan uit delanghuisboerderij, een boerderij waarbij woon- enbedrijfsgedeelte onder een doorlopend dak liggen.Door de betere landbouwmethoden in de 16e eeuwontstond er behoefte aan meer opslagruimte voor deoogst. Hieraan werd voldaan door achter hetwoongedeelte aan de zijkant van de schuur een stukaan te bouwen. Hierdoor ontstond de kop-hals-rompboerderij, waarbij het woongedeelte niet rechtvoor de schuur staat. Bij latere, geheel nieuw-gebouwde boerderijen, blijft deze opzet gehandhaafd.De onderdelen van een kop-hals-rompboerderij zijnfunctioneel: wonen in de kop (voorhuis), werken in dehals en oogstopslag en veestallen in de romp(schuur).

UILENBORDEN

Een uilenbord was aanvankelijk alleen het driehoekige houten bord op de uiteinden van de schuur, precies opde plek waar de drie zijden van het dak samenkomen. Met behulp van dit houten bord werd het uiteinde van denokbalk tegen wind en regen beschermd. Voor de ventilatie van de schuur werd er in het houten bord een rondgat aangebracht. In de schuur nestelende steen- en kerkuilen konden door het ‘uilengat’ in en uit vliegen. Uilenhielden de schuur muizenvrij. Later is men onder uilenborden het geheel van het driehoekige houten bord ende versiering gaan verstaan, de laatste tijd in het bijzonder de versiering, bestaande uit een makelaar met tweeruggelings geplaatste zwanen.

Page 6: Bezienswaardigheden en wetenswaardigheden · olielampen als torenlicht. Alleen de toren van Marken kreeg een kolenvuur en daarmee méér licht. Vuurtoren De Ven bij Enkhuizen werd

© www.fjreedijk.nl/motorgeografie ©

26 WERELDERFGOED SCHOKLAND: EILAND OP HET DROGE

Aanvankelijk maakte Schokland deel uit van een groter moerassig veengebied waar landbouw werd bedreven.De ontginning van het veen vormde de start van een Hollandse tragedie. Door ontwatering droogde het veen in,waardoor de bodem inzakte. De bewoners werden gedwongen hun boerderijen op terpen te bouwen en hunland te beschermen met dijken. In de loop der eeuwen sloeg het opkomende zeewater grote stukken veenlandweg en Schokland werd uiteindelijk een eiland.In 1859 verliezen de eilanders de strijd tegen het water voorgoed. De regering besluit dat de bewoners heteiland moeten verlaten. Niet alleen door het blijvende gevaar van overstromingen, maar ook door de armoede.De ongeveer 635 'Schokkers' verhuizen noodgedwongen naar de vaste wal. Schokland blijft bestaan, maarwordt in 1942 met de inpoldering van de Noordoostpolder een eiland op het droge.

Het eiland Schokland is lange tijd bestuurlijk opgedeeld geweest in een Amsterdams en een Overijssels deelen op het eiland leefden twee woongemeenschappen.Het noordelijke hoger gelegen deel van het eiland (Emmeloord) onderhield betrekkingen met Amsterdam.Het zuidelijke lager gelegen deel van het eiland (Ens) handelde met de steden langs de IJssel.

PALENSCHERM MET LOOPPLANK (RECONSTRUCTIE)

De dorpen Emmeloord en Ens waren op elkaaraangewezen, waardoor er veel verkeer was tussen detwee dorpen. Omdat bij hoogwater delen van heteiland onder water liepen, was langs de hele oostrandeen palenscherm geslagen. Aan die palen werd eensmalle loopplank gemonteerd. Bij nacht en ontij washet zeker geen pretje om over deze loopplank tweekilometer tussen beide dorpen af te leggen. Wanneerde Schokkers elkaar op de smalle loopplank tegenkwamen, pakten ze elkaar om het middel en draaidensamen een halve slag rond. Ze noemden dat zelf de‘Schokker dans’.

27 HET (VOORMALIGE) EILAND URK

De kern van het ongeveer 80 hectare grote eiland bestaat uit een 12 hectare grote keileembult met een hoogtevan 9 m +NAP (‘de berg’). De keileembult maakt deel uit van een grondmorenerug die in het Saalien(voorlaatste ijstijd) langs de lijn Urk - Schokland - Vollenhove is gevormd. Keileem is een taaie, weinigdoorlatende grondsoort die het eiland Urk beschermde tegen de grillen van de Zuiderzee. Op de berg stondenwoningen, kerken, de vuurtoren en andere gebouwen.In 1932 kwam de Afsluitdijk gereed. Zuiderzee werd IJsselmeer en zout water werd zoet. Door de afsluiting vande Zuiderzee nam ook de visstand af. De Urker vissers verruimden hun horizon en probeerden hun geluk op deNoordzee. Dit pakte voor de Urkers goed uit, zij konden in de kustvisserij een goede boterham verdienen.

De vis werd duur betaald. Het vissersmonument stelt een vissersvrouw voor, die nog één keer achterom kijktnaar zee, vanwaar haar geliefde(n) had(den) moeten komen.Op 34 marmeren platen staan de namen van hen die op zee het leven verloren.

HIER WENDDEN ZIJ DE STEVEN

EN DOOR WIE ACHTERBLEVEN

WERD HIER OP HEN GEWACHT

HIER WERD VOOR HEN GEBEDEN

MAAR OOK INTENS GELEDEN

ALS "TINGE" (TIJDING) WERD GEBRACHT

VELEN IN ZEE GEBLEVEN EN

HIER STAAN ZE INGESCHREVEN

EN WORDT AAN HEN GEDACHT

VISSERSMONUMENT