Bevraging Delwaidedok Zuid

2

Inhoudstafel

Inhoudstafel ....................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 1: Inleiding: de Antwerpse haven ................................................................... 4

1.1. Introductie .......................................................................................................... 4

1.2. Havenactiviteiten ............................................................................................... 4

1.3. Locatie ................................................................................................................ 5

1.3.1. Europese markt ............................................................................................... 5

1.3.2. Hinterland ........................................................................................................ 5

1.3.3. Ontsluiting haven van Antwerpen (binnenvaart, spoor, weg, pijpleidingen)6

1.4. Duurzaamheid ........................................................................................................ 7

1.5. Mensen ................................................................................................................... 7

1.6. Fiscaliteit ................................................................................................................. 7

1.7. Vergunningsklimaat ............................................................................................... 8

1.8. Innovatie en R&D ................................................................................................... 8

Hoofdstuk 2. Projectomschrijving: ............................................................................... 9

Delwaidedok Zuid .............................................................................................................. 9

2.1. Omschrijving ....................................................................................................... 9

2.1.1. Algemeen ........................................................................................................ 9

2.2. Ligging ................................................................................................................. 9

Hoofdstuk 3. Offertes ..................................................................................................... 17

3.1. Formele voorwaarden ..................................................................................... 17

3.1.1. Indienen projectvoorstellen in het kader van de bevraging ................. 17

3.1.2. Uiterlijke inschrijvingsdatum .................................................................. 17

3.2. Inhoudelijke voorwaarden .............................................................................. 18

3.2.1 Algemene voorwaarden .......................................................................... 18

3.2.2. Bijzondere voorwaarden ......................................................................... 22

Hoofdstuk 4. Juridische aangelegenheden ................................................................... 27

4.1. Domeinconcessies .......................................................................................... 27

4.2. Algemene voorwaarden voor concessies in het havengebied ..................... 27

4.3. Bijzondere voorwaarden ................................................................................. 28

3

4.3.1. Beeldkwaliteit .......................................................................................... 28

4.3.2. Efficiënt ruimtegebruik ........................................................................... 28

4.3.3. Termijn van overeenkomst en mogelijke verlengingen ........................ 28

4.3.4. Overdrachtsbeperking ............................................................................ 28

4.3.5. Ontsluiting van het terrein .......................................................................... 28

Hoofdstuk 5. Bijlagen ................................................................................................ 29

4

Hoofdstuk 1: Inleiding: de Antwerpse

haven

1.1. Introductie

Het Havenbedrijf Antwerpen werd op 24 juni 1996 opgericht door de stad Antwerpen,

als autonoom gemeentebedrijf op grond van de Nieuwe Gemeentewet.

Daarnaast dient het Havenbedrijf Antwerpen zich ook te houden aan de bepalingen

van het Decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de

Vlaamse zeehavens (verder ‘Havendecreet’). Op grond van het Havendecreet, zoals

goedgekeurd en meermaals gewijzigd door het Vlaams Parlement, wijzigde het

Havenbedrijf Antwerpen van rechtsvorm, m.n. tot een autonoom gemeentelijk

havenbedrijf. Op 1 januari 2016 werd het Havenbedrijf Antwerpen omgevormd tot

een nv van publiek recht.

Het Havenbedrijf Antwerpen is m.a.w. niet zomaar een ‘gewone’ speler in de

havensector, maar dé publieke entiteit, die binnen een afgebakend juridisch en

geografisch kader, o.m. Havendecreet, haar decretale rol vervult, m.n.:

“De havenbedrijven zijn publiekrechtelijke overheden. Alleen zij kunnen de

havenbestuurlijke bevoegdheden uitoefenen.”

De statuten van het Havenbedrijf Antwerpen bepalen :

“Het havenbedrijf heeft als doel het beheer, de exploitatie, de ontwikkeling en de

promotie van de haven van Antwerpen en van alle activiteiten die er rechtstreeks of

onrechtstreeks mee verbonden zijn.”

In het kader van de uitoefening van haar statutair doel en de havenbestuurlijke

bevoegdheden heeft het Havenbedrijf Antwerpen dan ook het beheer over de

gronden (zowel in eigendom als in beheer) van het volledige Antwerpse havengebied,

gelegen binnen het havengebied op de rechteroever en binnen de maritieme zone op

de linkeroever.

1.2. Havenactiviteiten

De nadruk op de combinatie van verschillende soorten activiteiten maakt van de

haven van Antwerpen een wereldhaven, die als geen andere haven een leidende

positie bekleedt: met een overslag van 208 miljoen ton is ze de Mainport van

Vlaanderen en België en de tweede poort naar Europa, maar ze is ook de

belangrijkste geïntegreerde petrochemische cluster in Europa en het meest

dominante logistieke havenknooppunt in de Hamburg-Le Havre range.

5

1.3. Locatie

1.3.1. Europese markt

België en meer specifiek de Antwerpse haven liggen zeer centraal tegenover de

Europese eenheidsmarkt.

1.3.2. Hinterland

Met 60% van de totale koopkracht van de EU in een straal van minder dan 500 km

van de rand van de haven, is de haven van Antwerpen de meest centrale

toegangspoort tot Europa en de Europese Unie.

6

Bovendien is de sterk inlandwaardse ligging een fantastische troef in het kader van

een steeds duurder en duurzamer wordend transport van goederen van en naar het

hinterland.

Daarnaast kan de haven van Antwerpen ook terugvallen op een kwaliteitsvolle

infrastructuur van en naar het hinterland, zodat steeds een optimale bereikbaarheid

van de productie- en consumptiecentra gewaarborgd is.

1.3.3. Ontsluiting haven van Antwerpen (binnenvaart, spoor, weg, pijpleidingen)

Een uitgebreid netwerk van snelwegen, spoorwegen, binnenwateren en pijpleidingen

staat garant voor een vlot transport naar alle belangrijke markten. Samen met de

reguliere transportverbindingen naar bestemmingen in het voorland en ruime

mogelijkheden naar het achterland, zorgt dit voor een betrouwbare en

kostenefficiënte oplossing voor alle producten.

Omdat de haven van Antwerpen de dichtstbijzijnde haven naar de belangrijkste

economische centra van Europa is, zijn toegangswegen van cruciaal belang om de

goederen van en naar de haven te krijgen. In de directe omgeving van het

havengebied is er directe toegang tot de internationale snelwegen naar Frankrijk,

Nederland, Duitsland en daarbuiten. Spoorverbindingen zijn van vitaal belang om de

haven te verbinden met verder gelegen locaties. De Antwerpse haven zorgt ervoor

dat alle terminals in het havengebied een spoorontsluiting hebben, zodat deze vorm

van vervoer ten volle kan worden gebruikt. Dit leidt tot meer dan 250 geladen

goederentreinen per dag. De haven kan ook een beroep doen op een uitgebreid

netwerk van binnenwateren (1.532 km). Omdat dit waterwegennet perfect is

aangesloten op de belangrijkste Europese waterwegen, zoals de Rijn, is er zeer

efficiënt transport mogelijk dat milieuvriendelijk en tegelijk kostenefficiënt is. Tot slot

heeft de haven van Antwerpen meer dan 1.000 kilometer pijpleidinginfrastructuur

binnen de haven tot haar beschikking, die meer dan 100 verschillende producten

vervoert. Door de vlotte verbinding met andere industriële centra in Nederland,

Frankrijk en Duitsland is dit het belangrijkste pijpleidingkruispunt in Europa. De

beschikbaarheid van alternatieven voor het vervoer van goederen leidt ook tot een

gunstige modal split, waarbij de binnenvaart een modaal aandeel van 35% bezit. Het

wegvervoer is echter nog steeds goed voor meer dan 50% van de transporten. De

doelstelling van de Antwerpse haven is om de modal split nog te verbeteren tegen

2030 en te komen tot een aandeel van 42% voor het vervoer over de weg, 43% voor

de binnenvaart en 15% van het vervoer per spoor.

Voor vervoer over de weg, per spoor en via de binnenvaart werden de verbindingen

met het achterland geoptimaliseerd, de ontbrekende schakels aangevuld en mogelijk

bijkomende projecten uitgestippeld om de frequentie en dienstverlening nog te

vergroten. Hierbij wordt een dubbele aanpak gebruikt: enerzijds een infrastructurele

ontwikkeling en anderzijds de uitvoering van een specifieke strategie, organisatie en

operationele visie die gericht is op een verbetering van de efficiëntie. Deze aanpak

werd vertaald in Masterplannen voor wegvervoer, binnenvaart en spoorvervoer. Deze

7

plannen moeten ervoor zorgen dat de haven van Antwerpen in de toekomst

uitstekend verbonden blijft met het achterland.

1.4. Duurzaamheid

Potentiële investeerders worden door het Havenbedrijf Antwerpen bijgestaan in de

toepassing van de regelgeving met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu, de

zogenaamde SHEQ-regelgeving (safety, health, environment and quality). Zij krijgen in

die optiek ook beschikking over de nodige informatie in verband met steun aan

duurzame investeringen: Ecologiepremie, Strategische Ecologiesteun en dergelijke

meer.

De Antwerpse haven streeft ernaar om zo zuinig mogelijk met de beschikbare energie

om te gaan en de hernieuwbare energieproductie uit wind- en biomassa maximaal te

benutten. Investeren in de haven van Antwerpen betekent investeren in de meest

duurzame haven in de Hamburg-Le Havre range.

1.5. Mensen

De werknemers in België en meer specifiek in Antwerpen staan wereldwijd bekend

om hun productiviteit en flexibiliteit, kenmerken die worden samengevat in de

Antwerpse ‘can do’-mentaliteit. De meertaligheid is ook een pluspunt.

Vlamingen behoren tot de meest meertalige inwoners van Europa, een belangrijk

aspect van zakendoen in de huidige internationale economie. De ligging van de regio

op het kruispunt van de drie grootste culturen en taalgroepen in Europa - de

Angelsaksische, Germaanse en Latijnse - heeft ertoe geleid dat de Vlamingen al

eeuwenlang extra talen hebben moeten leren. Daarnaast heeft België zelf drie

officiële talen (Nederlands, Frans en Duits), met Engels als "virtuele" vierde taal. Bijna

alle Vlaamse studenten worden twee of meer andere talen aangeleerd, en naar

verwachting beheerst meer dan de helft van alle studenten drie vreemde talen

1.6. Fiscaliteit

België heeft een gunstig bedrijfsbelastingsklimaat. Er is een groot verschil tussen de

nominale en de effectieve belastingsvoet in de vennootschapsbelasting. Men kan dit

optimaliseren dankzij een aantal instrumenten, zoals notionele interestaftrek, ruling

(voorafgaandelijk bindend advies) en dergelijke. Potentiële investeerders kunnen met

behulp van het Havenbedrijf Antwerpen een duidelijk antwoord krijgen op een aantal

fiscale vraagstukken.

8

1.7. Vergunningsklimaat

Potentiële investeerders en concessionarissen kunnen via het Uniek Loket Haven

informatie en begeleiding krijgen bij het doorlopen van het vergunningstraject dat

met hun investering gepaard gaat en kunnen daartoe zo nodig gericht doorverwezen

worden.

Met het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning wordt het

vergunningslandschap in Vlaanderen grondig gewijzigd. De invoering van de

omgevingsvergunning verenigt en vervangt de op heden bestaande

stedenbouwkundige én milieuvergunning. Op die manier dient maar éénmalig de

aanvraag- en onderzoeksprocedure doorlopen te worden, wat een efficiëntere

werking, tijdsbesparing én ook betere resultaten zou moeten opleveren. Op 23

februari 2017 zijn de Vlaamse overheid en de Vlaamse provincies (bevoegd voor

Vlaamse projecten en provinciale projecten) gestart met de omgevingsvergunning. De

meeste gemeentes anderzijds hebben beslist om de omgevingsvergunning uit te

stellen, en dit tot 1 januari 2018.

1.8. Innovatie en R&D

Er bestaat een groot aanbod aan universiteiten en kenniscentra die nauw

samenwerken met verschillende private bedrijven, o.m. VITO, IMEC, VIB. Er bestaan

ook uitgebreide maatregelen om innovatie en Onderzoek en Ontwikkeling (hierna

O&O) te ondersteunen. Potentiële investeerders kunnen ook hierbij worden

bijgestaan door het Havenbedrijf Antwerpen en haar eventuele partners.

9

Hoofdstuk 2. Projectomschrijving:

Delwaidedok Zuid

2.1. Omschrijving

2.1.1. Algemeen

Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht wenst een bevraging te

organiseren om op korte termijn een concessionaris aan te duiden voor een verhard

(watergebonden) terrein met een oppervlakte van ca. 176.347 m² gelegen aan het

Delwaidedok Zuid (zoals aangeduid op bijgevoegde concessieschets). Deze locatie is

voor relatief grote zeeschepen goed bereikbaar via de Berendrecht- en

Zandvlietsluizen. Verder heeft het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht zich

geëngageerd om een een kademuur te bouwen langsheen Kanaaldok B2 geschikt

voor aanleg van schepen met een diepgang van 15,50 meter. De nodige

inspanningen zullen geleverd worden met als doelstelling deze tegen medio 2019

klaar te hebben, waardoor het terrein een watergebonden terrein wordt geschikt voor

op- en overslagactiviteiten, watergebonden logistieke activiteiten en/of

dienstverlening aan watergebonden activiteiten. Activiteiten die bijdragen tot het

realiseren van een ruimere intermodaliteit in de Antwerpse regio strekken zich tot

aanbeveling.

Het staat de toekomstige investeerder vrij, binnen het kader van de geldende wet- en

regelgeving de verharding al dan niet te behouden en/of geheel of gedeeltelijk af te

breken.

Het terrein (zie concessieschets in bijlage) is volgens het GRUP "Afbakening

zeehavengebied Antwerpen" bestemd voor zeehavengebonden en

zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en

overslagactiviteiten die gebruik maken van en aangewezen zijn op de

zeehaveninfrastructuur.

2.2. Ligging

Het terrein is gelegen op de rechteroever van de Schelde, nabij de afrit "Stabroek"

van de A12 (Antwerpen - Bergen-op-Zoom), meer bepaald aan de Antwerpsebaan.

Kadastrale informatie

Gelegen te Antwerpen 18de Afdeling op percelen B 164m, B 186c, C176b

10

Verder is het terrein gelegen in de nabijheid van de belangrijkste intermodale

spoorconsolidatiepunten (zijnde Cirkeldijck en Mainhub) in de haven.

De geïnteresseerde bedrijven worden er op gewezen dat het Havenbedrijf Antwerpen

met de firma Vleemo nv sedert geruime tijd samenwerkt teneinde binnen het

Antwerpse havengebied o.m. windturbines te realiseren.

De aandacht wordt er op gevestigd dat, rekening houdend met onderhavige

marktbevraging, nieuwe opportuniteiten worden gecreëerd voor de eventuele

realisatie van nieuwe windmolenprojecten. Hiervoor zal, gegeven de

omstandigheden, het nodige overleg met het Havenbedrijf Antwerpen en Vleemo nv

eventueel dienen opgestart te worden.

11

2.3. Op het terrein aanwezige opstallen

De opstallen werden eigendom van het Havenbedrijf Antwerpen middels recht van

natrekking bij beëindiging van de concessie van MSC PSA European Terminal NV.

Kantoorgebouw B2 en Medrep 3 zijn thans reeds verlaten. Voor het gebouw Engine

Deck Repair werd nog een tijdelijke concessie verleend aan MSC PSA European

Terminal tot 30 juni 2017 (eventueel nog met één maand te verlengen).

Indien gewenst kan een bezoek ter plaatse gebracht worden en de bestaande

gebouwen bezichtigd worden. Hiertoe worden door onze dienst Infrastructuur

kijkmomenten georganiseerd, waarvoor vooraf dient ingeschreven te worden.

Voor meer informatie over deze kijkmomenten en voor intekening hierop, hadden wij

u graag verzocht contact op te nemen met de dienst Patrimoniumbeheer (mail:

patrimoniumbeheer@portofantwerp.com of tel. 03/205 20 18).

Kantoorgebouw B2

Dit gebouw werd opgericht in 1981 met inachtname van de toen gebruikelijke

voorwaarden inzake stevigheid, met een courante materiaalkeuze en voorzien van

het nodige comfort. In 2009 werd een doorgedreven renovatie en vergroting

uitgevoerd en werden de aanwezige technieken en isolatie verbeterd (daken en

muren E60-peil)

Het kantoorgebouw bestaat uit een ondergronds niveau (deels verluchting,

waterdichte kuip onder L.S-lokaal, doch grotendeels volle grond), een gelijkvloers en

2 bovenverdiepingen onder plat dak. Het gebouw bevindt zich in uitstekende staat en

is voorzien van stromend water, elektriciteit, verwarming met warmtepomp,

afzonderlijke koeling en luchtbehandeling, 1 lift, 6 refters meestal voorzien van een

kleine kitchenette, toiletten voor dames en heren (per niveau), 1 toilet voor

mindervaliden, 1 douche, hoog- en laagspanningslokalen met noodbatterijen,

toegang met badgecontrole, automatische deuren, waterzuiveringsinstallatie met

ondergrondse beluchter, lichtsturing in het ganse gebouw middels sensoren,

noodverlichting, computerzaal met verhoogde vloer, afzonderlijke koeling evenals

Vesda, technische ruimten met UPS, brandmeldcentrale, paalgoten en

databekabeling, camerabewaking, uitwendig gegalvaniseerde brandtrap, eigen

dieselgroep, enz.

De totale bovengrondse vloeroppervlakte bedraagt ca. 2.437 m².

12

13

Medrep 3

Dit gebouw is ietwat achteruit gelegen ten opzichte van de Antwerpsebaan en werd

opgetrokken rond 1980 met inachtname van de toen gebruikelijke voorwaarden

inzake stevigheid en dit met een courante materiaalkeuze o.a. draagstructuur in

staalbouw, buitenwanden deels met sandwichpanelen en deel met niet-geïsoleerde

bardageplaten, steeldeck dakbedekking met enkelvoudige lichtstraten in kunststof,

dakbedekking met roofing of gelijkwaardig, vloer atelier in gewapend beton,

aluminium buitenschrijnwerk met dubbel glas, sectionaal poorten, TL-verlichting in de

gesloten atelier en kwikdamplampen en het half open atelier, vloerplaat verdieping

inbouw met prefab betonwelfsels, binnenwanden verdieping deels in moduleerbare

wanden, valse plafonds met inbouwverlichting in de kantoren, valse plafonds met

opbouw in de kleedkamers, granito vloertoegels in de sanitaire ruimten,

muurbetegeling in de sanitaire ruimten en douches, kunststof vloer op de verdieping.

Recent werd een ondergrondse waterzuiveringsinstallatie geplaatst.

De ateliers bezitten een vrije hoogte van 6,70m, het kleine atelier (onder de

verdieping) bezit een vrije hoogte van 3,23m evenals het wisselstukken magazijn.

Het gebouw omvat op het gelijkvloers een "afgesloten" werkplaats met 5

buitenpoorten en een metalen trap naar de verdieping, een achterliggend half open

atelier, een klein atelier, een sanitair blok met urinoirs en 3 afzonderlijke toiletten,

een wisselstukkenmagazijn met inbouwkantoortje en een sectioneelpoort. De

verdieping beschikt over een gang, een kleedkamer met 3 douches en een apart

toilet, een refter en een kantoorruimte. In het "afgesloten" atelier werd een

mezzanine ingebouwd welke dienst doet als ruimte voor lockers. Hoger plat dak op

het volledige gebouw.

Het gebouw is voorzien van stromend water, elektriciteit, elektrische verwarming in

de kantoren en sociale ruimten, refter, ruime kleedkamer met douches en toiletten,

toegang met badgecontrole, kabelpalen en bekabeling, noodverlichting,

wisselstukkenmagazijn, waterzuiveringsinstallatie, buitenverlichting, buitenparking

rondom het gebouw. Het is in redelijke staat overeenkomstig het intensief gebruik en

de ouderdom van het gebouw. Uitwendig toont het gebouw zijn leeftijd.

14

Engine Deck Repair

Dit gebouw ligt op een 600-tal meter van de Antwerpsebaan en op een 100-tal meter

van de kade van Kanaaldok B2 en werd opgetrokken in 1981 met inachtname van

de gebruikelijke voorwaarden inzake stevigheid en dit met een courante

materiaalkeuze o.a. draagstructuur in beton (palen en liggers), plint buitenwanden

gemetst met snelbouw en opgevoegd, buitenwanden in sandwich panelen,

dubbelwandige lichtstraten, dakbedekking met roofing of gelijkwaardig op steeldeck,

metalen binnentrap, vloer ateliers in gepolierde en gewapende beton, aluminium

buitenschrijnwerk (vrij recent vernieuwd) met dubbel glas, schuif- en rolpoorten,

kwikdamplampen in de werkplaatsen, metalen vloerplaten inbouwverdiepingen,

binnenwanden sociale en sanitaire ruimten in inox, idem plafonds, binnenwanden en

plafonds kantoren met Gyproc en/of houten panelen, houten vloeren (kantoren),

standaard binnendeuren, opbouw TL-lichtarmaturen, …

15

De ateliers bezitten een vrije hoogte van 9,14 m (min) en 9,80 m (max.). Het

bedrijfsgedeelte werd met houten constructies opgedeeld in twee delen. Er zijn

eveneens enkele kleine inbouwlokalen ook met houten panelen opgetrokken.

Het gebouw omvat verder een inbouwgedeelte bestaande uit een gelijkvloers en twee

verdiepingen waarin zich een wisselstukkenmagazijn en alle sociale- en sanitaire

ruimten bevinden (waaronder keuken, refter, …) en de kantoren (2de verdieping).

Stromend water (warm en koud), elektriciteit, airco (koeling en verwarming) in de

kantoren, kitchenette (kantoorgedeelte), bedrijfskeuken waarvan de meeste

toestellen niet meer werken (voldoen niet meer aan de hedendaagse normen),

verwarming met warme lucht in de sociale ruimten en refter, ruime kleedruimte met

douches, aparte toiletten en urinoirs (in inox), kabelpalen en bekabeling (kantoren),

noodverlichting, wisselstukkenmagazijn, het rechter gedeelte van het atelier is

verwarmd, buitenverlichting, buitenparking rondom het gebouw.

16

17

Hoofdstuk 3. Offertes

3.1. Formele voorwaarden

3.1.1. Indienen projectvoorstellen in het kader van de bevraging

Teneinde te komen tot een definitieve toewijzing van de concessie worden kandidaat-

concessionarissen geïnformeerd dat het Havenbedrijf in het kader van deze

bevraging volgende procedure zal volgen :

Ontvangst, onderzoek en analyse van de ingekomen kandidaturen ;

Aanvatten van eventuele besprekingen, indien op basis van de eerste analyse

hiertoe noodzaak blijkt, omtrent de kandidaturen ;

Voorleggen van een voorstel van beslissing aan het directiecomité, uitgewerkt op

grond van bedrijfsinterne objectieve bespreking/advisering door de betrokken

interne diensten;

Beslissing directiecomité.

Onderhandeling met weerhouden kandidaat/kandidaten m.b.t.

concessieovereenkomst

Hieronder worden de bijzondere voorwaarden vermeld die zullen worden verwerkt in

de concessieovereenkomst.

3.1.2. Uiterlijke inschrijvingsdatum

Indien u geïnteresseerd bent om bovenvermeld terrein in zijn geheel in concessie te

nemen, verzoeken wij uw kandidatuurstelling uiterlijk op 8 september 2017 om

12.00 uur bij voorkeur via e-mail dan wel per aangetekende zending (postdatum

geldt als bewijs van tijdige indiening) of persoonlijke afgifte te ontvangen.

In geval van indiening per e-mail dient de kandidatuur, samen met de

totaliteit van de gevraagde informatie, voor 12.00 uur gemaild aan

patr@portofantwerp.com

In geval van een schriftelijke indiening (persoonlijk of per aangetekende

zending), dient de kandidatuurstelling, samen met de totaliteit van de

gevraagde informatie, te worden bezorgd op volgend adres (in geval van

aangetekende zending zal de postdatum gelden als bewijs) :

Afdeling Patrimoniumbeheer

Zaha Hadidplein 1

18

2030 Antwerpen

Latere aanvullingen of indieningen van de kandidaten zullen niet worden aanvaard.

Dit kan uitsluitend geschieden in één van de volgende talen, m.n. in de Nederlandse,

Franse of Engelse taal.

Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht is vrij om de concessie in het kader

van deze bevraging toe te wijzen. Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht is

ook vrij om in het kader van deze bevraging de voorgestelde lay-out van het terrein

aan te passen om een meer optimale invulling te bekomen en is niet aansprakelijk

voor de eventuele schade die uit het niet toewijzen, het aanpassen van de lay-out of

het uitstel van de toewijzingsbeslissing zou kunnen ontstaan.

3.2. Inhoudelijke voorwaarden

3.2.1 Algemene voorwaarden

Met betrekking tot deze specifieke bevraging worden kandidaat-concessionarissen

verzocht een inhoudelijk projectvoorstel te formuleren dat het Havenbedrijf moet

toelaten te oordelen welk van de kandidaturen de meest kwalitatieve en

kwantitatieve waarde voor de Antwerpse haven zal creëren. Met het oog op deze

beoordeling dient de kandidaat-concessionaris minstens volgende bedrijfsinformatie

mee te delen :

naam, adres, telefoon- en BTW-nummer;

statuten van de betrokken vennootschap

verantwoordelijke contactpersonen met functie en coördinaten;

de jaarrekeningen van de laatste drie jaren

Verder is het, tevens met het oog op voormelde beoordeling, aangewezen dat de

kandidatuur volgende - niet in volgorde van belang opgesomde - gegevens bevat :

o Voorstel van project

De geïnteresseerde firma omschrijft zo omstandig als thans mogelijk de activiteiten

(cf. 3.1.1.), die bij de verwezenlijking van het projectgebied zullen worden

uitgeoefend/gerealiseerd.

19

o Financieel bod

De geïnteresseerde firma wordt gevraagd een financieel bod te formuleren dat mee,

doch niet uitsluitend, in aanmerking zal worden genomen bij de beoordeling van de

ingediende kandidaturen.

Dit bod zal betrekking hebben op:

- een financieel bod met betrekking tot de op het terrein aanwezige constructies

en infrastructuur.

De geïnteresseerde firma wordt er op gewezen dat het Havenbedrijf Antwerpen een

concessievergoeding (uitgedrukt in EUR/m²) zal aanrekenen, welke jaarlijks wordt

vastgesteld door de raad van bestuur van het Havenbedrijf Antwerpen.

De betrokken concessievergoeding wordt conform de Algemene voorwaarden voor

concessies binnen het Antwerpse havengebied bepaald op basis van volgende

criteria: aard van de activiteiten (verkeerscheppend, dienstverlenend, ...), locatie van

de concessie (watergebonden, achterterrein) en aard van de terreinen (verhard/niet

verhard).

o Relevante ervaring

De geïnteresseerde firma verstrekt inzicht in de relevante ervaring in het kader van

zijn voorstel voor het project door volgende elementen mee te delen:

hoofd- en bijactiviteiten;

locaties waar deze activiteiten uitgeoefend worden;

evolutie van deze activiteiten (trafieken en evolutie van type activiteit);

situering van de marktpositie van het bedrijf in de activiteiten die het uitvoert

en de evolutie van deze marktpositie. De deelnemer somt de factoren op die

naar zijn mening de evolutie van zijn marktpositie beïnvloed hebben of er nog

bijkomende invloed op zullen hebben.

o Investeringsoverzicht en financieel plan

De geïnteresseerde firma maakt een, voor zover als thans mogelijk, gedetailleerd

overzicht van de investeringen die hij zal dienen te verrichten ter realisatie van het

vooropgesteld project.

De geïnteresseerde firma licht tevens toe wat zijn visie is over de toekomstige

evoluties van de activiteiten die hij wenst uit te voeren. Onder meer betreft dit ook de

te realiseren/aan te trekken trafieken in/naar de Antwerpse haven en hoe deze in de

uitbouw van zijn activiteiten passen.

20

De geïnteresseerde firma dient verder aan te tonen dat hij de nodige financiële

draagkracht heeft om de realisatie en de operationele werking van het voorgestelde

project op het betrokken terrein te kunnen verzekeren.

o Timing

De geïnteresseerde firma verschaft inzicht in de timing binnen dewelke hij verwacht

dat het voorgestelde project gerealiseerd en operationeel zal zijn.

o Modal split

Er wordt aan de geïnteresseerde firma gevraagd gegevens te verschaffen omtrent de

aard en de omvang van het maritiem en niet-maritiem verkeer, en omtrent

goederensoorten die hij zal verwerken/produceren.

Ook dient de deelnemer inzicht te verschaffen over de trafiekstromen van

grondstoffen, (half) afgewerkte producten die hij verwacht bij realisatie van het

voorgestelde project en de wijze waarop deze zullen worden aan-/afgevoerd naar en

van de betrokken site. Deze informatie wordt bij voorkeur aangegeven in tonnen en

met aanduiding van de (piek)momenten waarop de betreffende trafiekstromen te

verwachten vallen.

De geïnteresseerde firma wordt ook gevraagd om de nodige informatie te

verschaffen omtrent de wijze waarop bij een concretisering van zijn project hij zal

bijdragen tot de doelstellingen van de gebiedsbeheerders inzake modal split en in

welke mate hij zal bijdragen tot een minimale impact van het project op

mobiliteitsvlak.

o Milieuvoorwaarden

De geïnteresseerde firma geeft aan welke initiatieven hij zal nemen om de nadelige

milieu-impact van het potentieel project tot een minimum te beperken.

In deze context vraagt het Havenbedrijf Antwerpen de geïnteresseerde firma om aan

te tonen dat op het vlak van geluid, geur, stof, emissies en dergelijke meer de

vooropgestelde activiteiten een minimale impact zullen hebben.

Meer in concreto wordt de geïnteresseerde firma gevraagd:

Een gedetailleerde beschrijving van de geplande activiteiten over te

maken.

Een beschrijving van de geplande waterhuishouding (waterverbruik,

hergebruiksmogelijkheden en geloosd afvalwater, al dan niet via

zuivering)

Een beschrijving van de geplande energiehuishouding (energiebronnen,

energieverbruik, energiebesparende maatregelen)

Indien de kandidaat gebouwen wenst op te trekken of bestaande

gebouwen aanpast, een beschrijving van de maatregelen in het kader van

21

duurzaam bouwen (energie-efficiëntie gebouw, gebruik van duurzame

materialen, afvalbeheersing, …)

Al dan niet geplande opslag van gevaarlijke stoffen (met vermelding van

geplande opslaghoeveelheden).

Welke geleide of diffuse emissies naar de lucht zal de activiteit

veroorzaken en welke maatregelen worden genomen om deze te

beperken (met vermelding van geraamde vuilvracht en verwachte

reductie)?

Beschikt de kandidaat-concessionaris reeds over een

(milieu)zorgsysteem of kwaliteitssysteem, of is dit gepland?

o Terrein lay-out en technische invulling van terrein

De geïnteresseerde firma geeft weer hoe de ideale omvang van zijn terrein er uit zou

zien, zonder dat het Havenbedrijf Antwerpen gehouden is zich aan deze configuratie

te houden, met het oog op een maximalisatie van de productiviteit en met het oog op

de meest efficiënte wijze van invulling (en dit zowel wat betreft terreininrichting,

terreingebruik en terreinbenutting). Het Havenbedrijf Antwerpen is van oordeel dat,

gelet op o.m. de schaarste aan beschikbare terreinen binnen het havengebied, een

hoge ruimteproductiviteit als prioritair dient gerealiseerd te worden. De

geïnteresseerde firma geeft in zijn projectvoorstel aan hoe hij hiermee omgaat.

De kandidaten dienen aan te geven in welke mate de op het terrein aanwezige

infrastructuur/constructies voor het door hem voorgestelde project behouden

kunnen worden, aangepast dienen te worden of afgebroken zullen worden en geeft

ook aan welke impact dit heeft op het door hem uit te brengen financiële bod.

Het Havenbedrijf Antwerpen biedt de mogelijkheid om een plaatsbezoek aan de

betrokken site te organiseren om zodoende beter inzicht te krijgen van de site en de

huidige bebouwing.

o Werkgelegenheid

De geïnteresseerde firma verstrekt inlichtingen betreffende de vooruitzichten op

tewerkstelling (verplicht uit te drukken in ‘FTE’) in rechtstreekse en afgeleide zin, die

volgens de geïnteresseerde firma kan geboden worden bij een eventuele toewijzing.

o Toegevoegde waarde creatie

De geïnteresseerde firma maakt een overzicht van de kwalitatieve en kwantitatieve

toegevoegde waarde die ten gevolge van een mogelijke realisatie van een project kan

ontstaan. Hij zal hierbij inzicht geven in:

- de mate waarin betreffend project bijdraagt aan de economische, meer in het

bijzonder de maritieme en industriële, ontwikkeling van haven en regio.

22

Aangezien de haven van Antwerpen de economische motor van de regio is, vraagt het

Havenbedrijf Antwerpen de geïnteresseerde firma mee te delen in welke mate

betreffend project zal bijdragen tot de instandhouding en expansie van deze rol van

de haven van Antwerpen.

Het Havenbedrijf houdt zich alleszins het recht voor om kandidaat-concessionarissen

uit te nodigen om verduidelijking over hun kandidatuurstelling te verschaffen of om

de kandidaat-concessionaris om bijkomende informatie te verzoeken. Verder dienen

kandidaat-concessionarissen erop gewezen te worden dat zij de nodige financiële

draagkracht moeten hebben om de realisatie van het project te kunnen verzekeren.

Deze financiële draagkracht zal beoordeeld worden aan de hand van door de

kandidaat-concessionaris voorgelegde inlichtingen en stukken. Indien er zich

aanwijzingen voordoen tot mogelijke of acute financiële problemen, heeft het

Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht, conform artikel 2.8 van de

concessievoorwaarden, het recht de kandidatuur af te wijzen.

3.2.2. Bijzondere voorwaarden

Kandidaat-concessionarissen worden erop gewezen dat volgende voorwaarden

minstens zullen worden opgenomen in de uiteindelijke concessieovereenkomst :

Het gaat om de overdracht van een risicogrond. Er moet voldaan worden aan de

verplichtingen van artikel 102 tot en met 115 van het Bodemdecreet. Het

havenbedrijf zal het nodige doen om aan de verplichtingen te voldoen en de

concessionaris een bodemattest bezorgen bij de concessieovereenkomst.

De huidige locatie maakt deel uit van een terrein waarop er een milieuvergunning

is verleend voor de exploitatie van een containerterminal. De nieuwe

concessionaris moet hetzij deze bestaande milieuvergunning gedeeltelijk

overnemen van de vorige exploitant, hetzij een nieuwe omgevingsvergunning

aanvragen. De concessionaris kan voor meer informatie over meldingen,

omgevingsvergunningsaanvragen, screening en advies terecht bij het Uniek Loket

Haven, Loodglansstraat 5A te 2030 Antwerpen (T: +32 3 229 64 75 , E:

uniek.loket@portofantwerp.com).

De concessionaris wordt er op gewezen dat voor de erkenning als

containerterminal een toelating van de havenkapitein vereist is conform artikel

4.2.10 van de Gemeentelijke Havenpolitieverordening.

De concessionaris wordt er op gewezen dat het aanpalende terrein is toegewezen

aan een Sevesobedrijf en het concessieterrein in dat geval mogelijk gelegen kan

zijn binnen de 10-5 isorisicocontour van het aanpalende Sevesobedrijf, wat een

beperking met zich mee kan brengen inzake de permanente aanwezigheid van

personen binnen deze contour. De concessionaris verbindt zich ertoe in dergelijk

geval een veiligheidsinformatieplan (VIP) af te sluiten met deze bedrijven, op

23

straffe van ontbinding van de concessie overeenkomst, wanneer hierom verzocht

wordt door deze Sevesobedrijven in het kader van (een wijziging of uitbreiding

van) hun veiligheidsrapport.

De haven beschikt niet over een openbaar rioleringsstelsel en wordt daardoor

beschouwd als individueel te optimaliseren buitengebied. Conform Subafdelingen

4.2.8.1. of 6.2.2.4. van Vlarem II moet de lozing van alle huishoudelijk afvalwater

gezuiverd worden door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor

afvalwater (IBA), waarvan de capaciteit is afgestemd op het aangesloten IE. Het

huishoudelijk afvalwater mag eveneens worden opgevangen en afgevoerd voor

externe verwerking.

Het terrein is volgens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP)

'Afbakening zeehavengebied Antwerpen' bestemd als '(Artikel R1.) Gebied voor

zeehaven- en watergebonden bedrijven'.

Het terrein is in dit GRUP bestemd voor zeehavengebonden en

zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag-

en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de

zeehaveninfrastructuur

De door de concessionaris geplande werken dienen voorafgaandelijk te worden

besproken met de afdeling Infrastructuur/Gebiedsbeheer en

Projecten/Terreinen: Technisch manager Terreinen, (tel 03/229 64 10,

terreinen@portofantwerp.com), Loodglansstraat 5, 2030 Antwerpen;

Alle gepaste maatregelen moeten worden getroffen om tijdens de uitvoering van

werken op het concessieterrein schade te voorkomen aan de omliggende

infrastructuur;

De door de concessionaris op het concessieterrein geplande activiteiten en

constructies dienen volledig binnen de concessiegrenzen te worden

georganiseerd. Ze mogen in geen enkele wijze hinder veroorzaken voor

naastliggende concessieterreinen, openbaar domein en nautische activiteiten;

Het maaiveldpeil van het concessieterrein dient ter hoogte van de

concessiegrens aan te sluiten op de peilen van het openbaar domein;

De concessionaris dient alle maatregelen te nemen om te vermijden dat

oppervlaktewater van de concessieterreinen rechtstreeks op het openbaar

domein terecht komt;

Het aantal toegangen tot het terrein is beperkt tot 1 in- en 1 uitgang. De site zal

bij voorkeur ontsloten worden via een nieuwe weg die havenbedrijf Antwerpen zal

24

aanleggen (zie concessieplan). Het exacte tracé van de weg kan, na verder

ontwerp, nog beperkt wijzigen.

Parkeren of stationeren buiten de concessie door bestemmingsverkeer voor de

concessie is niet toegestaan. De concessionaris dient operationele en

infrastructurele maatregelen te nemen teneinde opstelling van wachtverkeer op

openbaar domein uit te sluiten;

Er dient een bufferparking voor bestemmingsverkeer te worden voorzien. De

capaciteit van de bufferparking dient te worden besproken met de afdeling

Infrastructuur/Gebiedsbeheer & Projecten/Wegen;

De toegangscontrole moet zodanig ingericht worden op het terrein, dat

wachtverkeer op eigen terrein gebufferd wordt en niet op de openbare weg moet

staan;

Personeel dient te parkeren op eigen terrein;

Voor elke aansluiting van de riolering op de moerriool is binnen de grenzen van

de concessie een afsluitbare inspectieput met terugslagklep te voorzien. Hiervoor

moet overleg gepleegd worden met de afdeling Infrastructuur/Gebiedsbeheer en

Projecten/Wegen. Het aantal aansluitingen op het openbare rioleringsnet wordt

tot een minimum beperkt. De diameter van de aansluiting mag niet groter zijn

dan de diameter van de openbare moerriool. Bij aansluitingen die meer dan de

halve diameter van het moerriool bedragen, wordt een toezichtschouw voorzien

op de aansluiting. Deze toezichtschouw moet voldoen aan bepaalde

uitvoeringsmodaliteiten; De richtlijnen moeten worden opgevraagd bij de afdeling

Infrastructuur/Gebiedsbeheer en Projecten/Wegen die - vooraleer met de

wederaanvulling van de aansluiting te beginnen - ter plaatse de aansluiting

controleert;

De op het terrein aanwezige riolering zal onbruikbaar worden omdat de strengen

richting Delwaidedok worden geknipt. De concessionaris dient zelf in te staan

voor de scheiding/ontkoppeling van de aanwezige terreinriolering van de

voormalige MSC-site. Het concessieterrein dient te beschikken over een, van de

naburige concessies onafhankelijk, werken rioleringsstelsel. Tot op 31/12/2016

behoorde ook de omliggende terreinen toe aan MSC, de aanwezige infrastructuur

werd in die zin ontworpen en gebouwd. Er dienen afspraken te worden gemaakt

met HA en de naburige concessionarissen omtrent de situatie waarbij

ondergrondse infrastructuren, welke naburige concessionarissen dienen, tijdelijk

dienen te blijven functioneren.

25

Het is niet uitgesloten dat hulpdiensten in geval van calamiteit op naburige

concessieterreinen toegang dienen te krijgen via het hier beschreven terrein.

Het Havenbedrijf Antwerpen plant de bouw van een nieuwe kaaimuur langsheen

Kanaaldok (nieuw tracé kaaimuur reeds op concessieplan getekend). Gedurende

de bouw van deze kaaimuur zal een strook van 100 à 150 m langsheen de

nieuwe kaaimuur gebruikt worden als werfzone;

Noordelijk op het terrein bevindt zich een zone waar gestuurde boringen,

komende van overzijde Kanaaldok, vertrekken of aankomen. In geval van boring

dient de nodige ruimte, in overleg met de concessionaris, te worden vrijgemaakt;

Vanaf de nieuwe kaairand landinwaarts dient er een zone van 10 meter

vrijgehouden te worden van enig, al dan niet tijdelijk, obstakel. Dit ten behoeve

van vrije doorgang voor hulpdiensten, havendiensten en verkeer op de voorkaai;

Havengebruikers die op de voorkaai moeten zijn (zoals dokmeester en de firma

Brabo) dienen steeds vlot toegang te krijgen;

Constructies (zoals laadmasten en piperacks) die op de voorkaai geplaatst

worden mogen geen hinder veroorzaken bij het veilig aanmeren van schepen. De

constructies mogen zeker niet over de blauwe steen steken. Alle meerpalen

dienen vlot bereikbaar / bruikbaar te blijven;

De ligplaatsen die ter hoogte van de concessie gelegen zijn, blijven ter

beschikking van de binnenvaart;

M.b.t. de in de nabijheid aanwezig windturbine: (coördinaten te bevragen bij de

afdeling Infrastructuur/gebiedsbeheer en Projecten/Terreinen);

o Turbulentie: De concessionaris neemt kennis van het feit dat het HA

mogelijke hoogtebeperkingen kan opleggen voor nieuw op te richten

vaste en tijdelijke constructies van 30 meter of hoger boven maaiveld in

een zone binnen de 240 meter rond de turbine

o Nieuw op te richten gebouwen dienen zodanig ontworpen dat

schaduwgevoeligheid wordt vermeden;

o Met betrekking tot tewerkstelling van personen:

binnen de 10-5 –risicocontour van de turbine, mogen geen

kantoor- of werkfaciliteiten worden opgericht tenzij in een door

een erkend veiligheidsdeskundige uitgevoerde QRA aanvaardbaar

26

geacht. De rotorstraal wordt als goede indicatie voor deze 10-

5contour weerhouden.

Een permanente aanwezigheid van personen binnen een afstand

tot de turbine, gelijk aan de ashoogte, dient geëvalueerd te

worden in een door een erkend deskundige uit te voeren

veiligheidsstudie.

o Met betrekking tot gevarengoed: binnen een afstand, gebaseerd op de

referentieafstand voor bladbreuk van de turbine dient de haalbaarheid

van behandeling van gevarengoed in opdracht van de aanvrager door

een erkend deskundige geëvalueerd;

o De concessionaris neemt kennis van de operationele beperkingen bij ont-

ijzing van de windturbine;

27

Hoofdstuk 4. Juridische

aangelegenheden

4.1. Domeinconcessies

Bij de toewijzing van de domeinconcessie in het projectgebied zullen een aantal

basisprincipes de facto van toepassing zijn. Het Havenbedrijf Antwerpen NV van

publiek recht wenst hieronder reeds een overzicht te geven van deze voorwaarden

die in latere fasen van dit project van belang zullen zijn.

Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht beheert de havengronden in zijn

eigendom door middel van domeinconcessies. Hierbij verkoopt het geen grond, noch

verhuurt het grond.

4.2. Algemene voorwaarden voor concessies in het

havengebied

De "Algemene Voorwaarden voor concessies in het havengebied van Antwerpen"

(hierna AV) vormen de ruggengraat van het concessiebeleid van het Havenbedrijf

Antwerpen NV van publiek recht en zijn van toepassing op de bestaande alsook

toekomstige concessies verleend door het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek

recht. Deze algemene voorwaarden vormen integraal een onderdeel van de

concessieovereenkomst en zullen dan ook van toepassing zijn op de in het kader van

het project te verlenen concessies.

Hierna vindt u de weblink naar deze algemene voorwaarden voor concessies :

http://www.portofantwerp.com/sites/portofantwerp/files/Algemene%20voorwaarde

n%20concessies%20havengebied.pdf

De termijn van de concessie zal worden berekend op basis van artikel 4 van de

Algemene Voorwaarden voor concessies in het havengebied van Antwerpen. Het

Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht behoudt zich het recht voor om in de

bijzondere clausules van de concessieovereenkomst voorwaarden op te leggen m.b.t.

de overdrachtsbeperking van de domeinconcessie.

28

4.3. Bijzondere voorwaarden

4.3.1. Beeldkwaliteit

In het kader van de versterking van de aantrekkelijkheid van de haven is

beeldkwaliteit en mogelijkheden voor havenbeleving bij de inrichting van

haveninfrastructuur en terminals een belangrijk gegeven. Hiernavolgende principes

bij de inrichting van de globale site staan hierbij voor ogen:

1/ architectuur en uitstraling;

2/ strategie voor groen en buitenruimte;

3/ geleiding van bezoekers;

4/ stimuleren nachtbeeld.

Gevraagd wordt om langsheen bovenvermelde principes de ambities ter zake te

verduidelijken.

4.3.2. Efficiënt ruimtegebruik

De kandidaat wordt thans reeds meegeven dat de concessieovereenkomst

bepalingen zal bevatten inzake ruimte-performantie (d.i. ruimtebenutting, ruimte-

inrichting en ruimtegebruik) met tot doel deze performantie blijvend te bevorderen en

te evalueren.

4.3.3. Termijn van overeenkomst en mogelijke verlengingen

De termijn van de concessie zal worden berekend op basis van artikel 4 van de AV.

4.3.4. Overdrachtsbeperking

Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht behoudt zich het recht voor om in

de bijzondere clausules van de concessieovereenkomst voorwaarden op te leggen

m.b.t. de overdrachtsbeperking.

4.3.5. Ontsluiting van het terrein

Het Havenbedrijf Antwerpen NV van publiek recht behoudt zich recht voor om

bijzondere voorwaarden op te nemen in de af te sluiten concessieovereenkomst

betreffende de ontsluiting van het terrein, in het bijzonder voor wat betreft toegang

tot de openbare wegenis

29

Hoofdstuk 5. Bijlagen

Deze bijlagen zijn te raadplegen via de respectievelijke weblinks :

1) Concessieschets

2) Algemene voorwaarden voor concessies in het havengebied

www.portofantwerp.com/nl/het-concessiebeleid

3) Gemeentelijke Havenpolitieverordening

www.portofantwerp.com/nl/gemeentelijke-havenpolitieverordening-ghpv-

2014