Bestendig zetmeel in snijmaïs - Eurofins Agro · Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle...

2
Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle energiebron! Snijmaïssilage wordt steeds belangrijker in de melkveehouderij. Op veel melkveebedrijven bestaat het rantsoen voor het belangrijkste deel uit snijmaïs. Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van maïs is het gehalte bestendig zetmeel. Bestendig zetmeel is het gedeelte van het zetmeel dat niet in de pens wordt afgebroken, maar vrijwel geheel door enzymen wordt verteerd in de dunne darm van de koe. Met de huidige productieniveaus van melkvee is een goede voorziening van zetmeel in de dunne darm zeer gewenst. Zetmeel in de dunne darm wordt enzymatisch verteerd tot glucose en disachariden. Na absorptie zijn deze suikers direct beschikbaar voor de energie- voorziening. Glucose wordt ingedeeld in de zogenoemde ‘glucogene energiebronnen’. In melkvee zijn dit de nutriënten die omgezet kunnen worden in lactose en stimulerend werken op de melk- en melkeiwitproductie. Bestendig zetmeelgehalte in het rantsoen De verteringscapaciteit van de dunne darm is goed, maar niet oneindig. Als de dunne darm overvoerd wordt met bestendig zetmeel, zal het zetmeel de koe onverteerd verlaten en als deeltjes in de mest terug te vinden zijn. Verschillende onderzoeken laten zien dat de maximum verwerkingscapaciteit van de dunne darm ergens tussen de 1500 en 1750 gram bestendig zetmeel per dag ligt. Wanneer een hoog lacterende koe 25 kg droge stof eet, correspondeert dit met een maximum gehalte van 6-7% bestendig zetmeel in het totaal rantsoen. Pensverzuring en melkproductie Bestendig zetmeel in snijmaïskuilen neemt af tijdens het seizoen (zie figuur 1). Hierdoor neemt de kans op pensverzuring toe. Te weinig bestendig zetmeel in het rantsoen gaat ten koste van de melkproductie en het eiwitgehalte. Laat uw snijmaïskuil daarom onderzoeken met Penskarakter snijmaïs! Het gehalte aan bestendig zetmeel wordt gemeten en daarnaast ook hoe dit gehalte zich ontwikkelt tijdens de opslagperiode in de kuil. groeiend inzicht

Transcript of Bestendig zetmeel in snijmaïs - Eurofins Agro · Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle...

Page 1: Bestendig zetmeel in snijmaïs - Eurofins Agro · Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle energiebron! Snijmaïssilage wordt steeds belangrijker in de melkveehouderij. Op veel

Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle energiebron!Snijmaïssilage wordt steeds belangrijker in de melkveehouderij. Op veel melkveebedrijven bestaat het rantsoen voor het belangrijkste deel uit snijmaïs. Een belangrijke indicator voor de kwaliteit van maïs is het gehalte bestendig zetmeel.

Bestendig zetmeel is het gedeelte van het zetmeel dat niet in de pens wordt afgebroken, maar vrijwel geheel door enzymen wordt verteerd in de dunne darm van de koe. Met de huidige productieniveaus van melkvee is een goede voorziening van zetmeel in de dunne darm zeer gewenst. Zetmeel in de dunne darm wordt enzymatisch verteerd tot glucose en disachariden. Na absorptie zijn deze suikers direct beschikbaar voor de energie-voorziening. Glucose wordt ingedeeld in de zogenoemde ‘glucogene energiebronnen’. In melkvee zijn dit de nutriënten die omgezet kunnen worden in lactose en stimulerend werken op de melk- en melkeiwitproductie.

Bestendig zetmeelgehalte in het rantsoenDe verteringscapaciteit van de dunne darm is goed, maar niet oneindig. Als de dunne darm overvoerd wordt met bestendig zetmeel, zal het zetmeel de

koe onverteerd verlaten en als deeltjes in de mest terug te vinden zijn. Verschillende onderzoeken laten zien dat de maximum verwerkingscapaciteit van de dunne darm ergens tussen de 1500 en 1750 gram bestendig zetmeel per dag ligt. Wanneer een hoog lacterende koe 25 kg droge stof eet, correspondeert dit met een maximum gehalte van 6-7% bestendig zetmeel in het totaal rantsoen.

Pensverzuring en melkproductieBestendig zetmeel in snijmaïskuilen neemt af tijdens het seizoen (zie figuur 1). Hierdoor neemt de kans op pensverzuring toe. Te weinig bestendig zetmeel in het rantsoen gaat ten koste van de melkproductie en het eiwitgehalte. Laat uw snijmaïskuil daarom onderzoeken met Penskarakter snijmaïs! Het gehalte aan bestendig zetmeel wordt gemeten en daarnaast ook hoe dit gehalte zich ontwikkelt tijdens de opslagperiode in de kuil.

groeiend inzicht

Page 2: Bestendig zetmeel in snijmaïs - Eurofins Agro · Bestendig zetmeel in snijmaïs Een waardevolle energiebron! Snijmaïssilage wordt steeds belangrijker in de melkveehouderij. Op veel

Eurofins Agro, Binnenhaven 5, 6709 PD WageningenPhone | +31 (0)88 876 10 10, Fax | +31 (0)88 876 10 11, E-mail | [email protected] www.eurofins-agro.com

Het gehalte bestendig zetmeel beïnvloedenIn de literatuur worden veel factoren genoemd die invloed hebben op de bestendigheid van het zetmeel. Belangrijk zijn onder andere: ras, zetmeel-structuur (flint of dent maïs), oogsttijdstip, mechanische behandeling (mate van kneuzing), gehalte droge stof, NDF-gehalte en opslagduur.

Maïssoorten kunnen ingedeeld worden in harde maïstypen (flint) en zachtere maïstypen (dent). Flintmaïs is op het veld te herkennen aan een relatief ronde maïskorrel; de korrels van dentmaïs zijn rechthoekig en aan de bovenkant ingedeukt.

200 250 300 350 400 450

Zetmeelbestendigheid (g/kg)

200

250

300

350

400

450

DS (

g/kg

)

250

270

290

310

330

350

370

DS (

g/kg

)

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

DS Zetmeelbestendigheid (%)

15

20

25

30

35

40

45

Zetm

eelb

este

ndig

heid

(%

)

Fig. 3 Samenhang DS en zetmeelbestendigheid

Fig. 2 DS-verloop en zetmeelbestendigheid

15171921232527293133

nov-14 feb-15 mei-15 juli-15 sept-15

Best

endi

g ze

tmee

l %

Maand van opslag

27

32

29

31

25

26

27

28

29

30

31

32

<50% >50%

Kg m

eetm

elk

per

koe

per

dag

Aandeel snijmais in het basisrantsoenop basis van droge stof

laag BZET %

hoog BZET %

I 31% bestendig zetmeel %(goed)

I 26% bestendig zetmeel %(slecht)

3,46

3,51

3,61

3,35

3,40

3,45

3,50

3,55

3,60

3,65

<970 970-990 >990

Eiw

itgeh

alte

mel

k %

VEM-gehalte maiskuil

Rantsoenaandeel

snijmais <50%

Maximaleafrijping>38% DS

Fijn hakselen<8 mm

Rantsoenaandeel

snijmais >50%

Kies optimaleoogst moment

35% DS

Groverhakselen>8 mm

Fig. 1 De afname van bestendig zetmeel in een kuil met goede bestendigheid van 31% (blauw), en een lage bestendigheid van 26% (oranje)

15171921232527293133

nov-14 feb-15 mei-15 juli-15 sept-15

Best

endi

g ze

tmee

l %

Maand van opslag

27

32

29

31

25

26

27

28

29

30

31

32

<50% >50%

Kg m

eetm

elk

per

koe

per

dag

Aandeel snijmais in het basisrantsoenop basis van droge stof

laag BZET %

hoog BZET %

I 31% bestendig zetmeel %(goed)

I 26% bestendig zetmeel %(slecht)

3,46

3,51

3,61

3,35

3,40

3,45

3,50

3,55

3,60

3,65

<970 970-990 >990

Eiw

itgeh

alte

mel

k %

VEM-gehalte maiskuil

Rantsoenaandeel

snijmais <50%

Maximaleafrijping>38% DS

Fijn hakselen<8 mm

Rantsoenaandeel

snijmais >50%

Kies optimaleoogst moment

35% DS

Groverhakselen>8 mm

Gemiddeld genomen ligt de bestendigheid van flintmaïs ongeveer 20% hoger in vergelijking met dentmaïs. Dit verschil wordt veroorzaakt door een laag van eiwit-moleculen om het zetmeelmolecuul heen. Deze eiwitlaag beschermt het zetmeel tegen de pensbacteriën en zorgt ervoor dat een groter deel van het zetmeel de pens kan verlaten en beschikbaar is voor de enzymatische afbraak in de dunne darm.

OogsttijdstipNaarmate het oogsttijdstip nadert, verandert de samenstelling van de maïsplant. De droge stof- en het zetmeelgehalten stijgen, in afhankelijkheid van elkaar. In figuur 3 wordt dit duidelijk. Daarnaast verandert de structuur van het zetmeel. Het zetmeel wordt harder en hoe droger de maïs, hoe bestendiger het zetmeel tot op zekere hoogte wordt.

In figuur 2 is de correlatie beschreven tussen droge stof en bestendigheid van zetmeel. Aan de punten-wolk is echter ook goed te zien dat het aandeel bestendig zetmeel enorm varieert en dat droge stof als voorspeller van zetmeelbestendigheid beperkt toepasbaar is. Meten van bestendig zetmeel is in alle gevallen veel beter en vormt de basis voor een goed ontwerp van het rantsoen.

Invloed van opslagduurTipLaat een kuil in het voorjaar nog eens analyseren voor een betrouwbare rantsoenberekening. Zo voorkomt u pensverzuring!

Onderzoek van Eurofins Agro heeft uitgewezen dat de bestendigheid van het zetmeel afneemt tijdens de opslag in de kuil. De kuil wordt dus sneller!

De zuren en de microbiele activiteit in de kuil zorgen voor ‘voorvertering’ van met name de

eiwitfractie die om het zetmeel heen ligt. Het gehalte aan bestendig zetmeel gaat omlaag, de maïs wordt sneller en pensverzuring ligt op de loer! Het is heel verstandig om een kuil in het voorjaar nog eens te laten analyseren om het rantsoen preciezer te kunnen uitrekenen.

Bestendig zetmeel is zeker in maïsrijke rantsoenen een onmisbaar nutriënt om professioneel de rantsoenen te berekenen en ervoor te zorgen dat de voeding van de koeien tip top in orde is.