BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw...

49
1 BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID #3208217 Toelichting Gemeente Amersfoort Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Bezoekadres: Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort Telefoon (033) 469 51 11 Fax (033) 461 07 10 E-mail: [email protected]

Transcript of BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw...

Page 1: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

1

BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID

#3208217

Toelichting

Gemeente Amersfoort Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Bezoekadres: Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort Telefoon (033) 469 51 11 Fax (033) 461 07 10 E-mail: [email protected]

Page 2: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

2

TOELICHTING

Page 3: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

3

INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1 INLEIDING------------------------------------------------------------------------------------------ 5

1.1 AANLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 5

1.2 DOELSTELLING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5

1.3 HET BESTEMMINGSPLANGEBIED ------------------------------------------------------------------------------------------------- 5

1.4 VIGEREND(E) PLAN(NEN) --------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5

1.5 LEESWIJZER ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6

HOOFDSTUK 2 BELEIDSKADERS --------------------------------------------------------------------------------- 7

2.1 INLEIDING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7

2.2 RIJKSBELEID ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 7

2.3 PROVINCIAAL BELEID -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 8

2.4 GEMEENTELIJK BELEID ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11

2.5 CONCLUSIE ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 12

HOOFDSTUK 3 INVENTARISATIE ------------------------------------------------------------------------------- 13

3.1 INLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 13

3.2 STEDENBOUWKUNDIGE STRUCTUUR ------------------------------------------------------------------------------------------ 13

3.3 ARCHEOLOGIE -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 13

3.4 CULTUURHISTORIE --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 15

3.5 MONUMENTEN EN BESCHERMD STADS- EN DORPSGEZICHT --------------------------------------------------------------- 15

HOOFDSTUK 4 ONTWIKKELINGSVISIE ------------------------------------------------------------------------ 17

4.1 INLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 17

4.2 VISIE ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 17

4.3 STEDENBOUWKUNDIGE UITGANGSPUNTEN ----------------------------------------------------------------------------------- 17

4.4 WONINGBOUW -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 18

4.5 INFRASTRUCTUUR ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 19

4.6 GROEN ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 20

4.7 RECREATIE ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 22

4.8 CONCLUSIE ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 22

HOOFDSTUK 5 MILIEUASPECTEN ----------------------------------------------------------------------------- 23

5.1 INLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 23

5.2 WATER ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 23

5.3 LUCHTKWALITEIT ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 25

5.4 BEDRIJVEN- EN MILIEUZONERING ---------------------------------------------------------------------------------------------- 27

5.5 EXTERNE VEILIGHEID ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 27

5.6 BODEM ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 29

5.7 GELUID ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 31

5.8 FLORA EN FAUNA ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 34

5.9 DUURZAAMHEID ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 37

HOOFDSTUK 6 JURIDISCHE PLANBESCHRIJVING -------------------------------------------------------- 39

6.1 WAT IS EEN BESTEMMINGSPLAN ----------------------------------------------------------------------------------------------- 39

6.2 OVER BESTEMMEN, DUBBELBESTEMMEN EN AANDUIDEN ----------------------------------------------------------------- 39

6.3 HOOFDSTUKOPBOUW VAN DE REGELS ---------------------------------------------------------------------------------------- 39

6.4 DIT BESTEMMINGSPLAN --------------------------------------------------------------------------------------------------------- 39

6.5 BIJZONDERHEDEN IN DIT BESTEMMINGSPLAN ------------------------------------------------------------------------------- 40

HOOFDSTUK 7 UITVOERBAARHEID ---------------------------------------------------------------------------- 42

7.1 INLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 42

Page 4: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

4

7.2 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID -------------------------------------------------------------------------------------------- 42

7.3 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID ------------------------------------------------------------------------------------- 42

Page 5: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

5

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Met het programma Amersfoort Vernieuwt, een gezamenlijk initiatief van de gemeente en de woningbouwcorporaties de Alliantie Eemvallei en Portaal, wordt ingezet op een duurzame verbetering van de kwaliteit van de wijken en van de stad. Amersfoort Vernieuwt kent zes thema’s: samenleven, wonen, werken, onderwijs, leefbaarheid en voorzieningen. Dit zijn de ingrediënten voor een vitale wijk waar bewoners prettig leven. Eén van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is dat de toegankelijkheid van de woningmarkt van Amersfoort verbetert. Hiertoe wordt ingezet op bouwen gericht op doorstroming en diversiteit. De komende jaren worden er woningen gesloopt en komen daar huur- en koopwoningen voor terug. Zo krijgen de wijken een gevarieerder uiterlijk met bewoners die er graag willen (blijven) wonen. Randenbroek Zuid is een van de wijken waar de komende jaren flink wordt geïnvesteerd in leefbaarheid door onder meer herstructurering en nieuwbouw. 1.2 Doelstelling Doel van de herziening is de juridisch-planologische basis te verschaffen voor de realisatie van de herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. Tevens is het van belang om voor 2013 te beschikken over een geactualiseerd, gestandaardiseerd, digitaal bestemmingsplan voor het gehele grondgebied van de Gemeente Amersfoort. Randenbroek Zuid is een van de bestemmingsplannen die dient te worden herzien. 1.3 Het bestemmingsplangebied Het bestemmingsplan “Randenbroek Zuid” beslaat grofweg het gebied tussen de wijk Randenbroek en de A28. Het gebied wordt begrensd door het Valleikanaal in het noorden, de A28 in het oosten, de Heiligenbergerweg in het zuiden en de Haydenstraat, Weberstraat, Ringweg Randenbroek en Schuilenburgerweg in het noord(west)en. Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen: een verbeelding waarop de bestemmingen in het plangebied zijn aangegeven, planregels waarin de regels voor de op de verbeelding vermelde bestemmingen zijn opgenomen en een toelichting waarin de achtergronden van het bestemmingsplan zijn beschreven. De verbeelding vormt samen met de planregels het bindende deel van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is conform de IMRO-standaard (informatie model ruimtelijke ordening) vervaardigd. Hierdoor is het bestemmingsplan eenvoudig in te brengen in het gemeentelijk (raadpleeg-)systeem en kan het bestemmingsplan op een eenvoudige wijze worden uitgewisseld met andere overheden, zoals bijvoorbeeld de provincie. De nieuwe digitale systematiek heeft weliswaar gevolgen voor de vertrouwde verbeelding en de opbouw van de regels, maar sluit naadloos aan bij de huidige eisen voor een bestemmingsplan. 1.4 Vigerend(e) plan(nen) Binnen het plangebied gelden momenteel de volgende bestemmingsplannen:

Nr. Naam plan Raad GS Kroon/RvS/

onherroepelijk

Uitbreidingsplan Randenbroek 25-10-1955 19-06-1956

Partiële herziening in hoofdzaken Stoutenburg

26-01-1959 29-06-1959

Uitbreidingsplan in hoofdzaken Leusden 19-05-1959 28-03-1960

Aansluiting T11 aan A28 25-04-1989 22-08-1989

Randenbroek Schuilenburg 19-06-2007 05-02-2008 13-11-2008

Page 6: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

6

De herstructurerings- en nieuwbouwplannen zijn op grond van de vigerende bestemmingsplannen niet mogelijk. Om die reden dient een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld, voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. 1.5 Leeswijzer Allereerst wordt ingegaan op het beleidskader van de rijksoverheid en de Provincie Utrecht. Ook het gemeentelijk beleid komt aan de orde in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 is de actuele situatie voor verschillende ruimtelijke aspecten beschreven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de ontwikkelingsvisie voor het gebied. Hoofdstuk 5 beschrijft de effecten die de ontwikkelingen in het plangebied hebben op het milieu. Daarna volgt de juridische planopzet voor het bestemmingsplan die in hoofdstuk 6 is verwerkt. Deze toelichting van het bestemmingsplan wordt afgesloten met de resultaten van de inspraak.

Page 7: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

7

Hoofdstuk 2 Beleidskaders 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de inhoud van het ruimtelijk relevante beleid voor het bestemmingsplan “Randenbroek Zuid” op rijks-, provinciaal- en lokaal niveau. Dit beleid vormt het kader van toetsing van de huidige situatie en nieuwe ontwikkelingen. Het beschreven beleidskader is daarmee een van de belangrijkste bouwstenen voor de visie op het plangebied en de opzet van de juridische regelingen. 2.2 Rijksbeleid

• De Nota Ruimte In de Nota Ruimte (april 2004) zijn deel 3 van de Vijfde Nota en het Tweede Structuurschema Groene Ruimte geïntegreerd. Algemene uitgangspunten van de nota Ruimte zijn: ontwikkelingsplanologie, decentralisatie, deregulering en uitvoeringsgerichtheid. Het nationale ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. In het beleid en de uitvoering daarvan is het van belang dat er een goede koppeling en bundeling plaatsvindt tussen verstedelijking, economie, infrastructuur, groen, recreatie, natuur, milieu en veiligheid. Leefbaarheid De achteruitgaande leefbaarheid en de tweedeling tussen arm en rijk hebben de afgelopen jaren geleid tot steeds grotere sociaal-economische en sociaal-culturele problemen in de grote steden. Om een eenzijdige sociaal economische samenstelling van de bevolking te voorkomen stimuleert het rijk meer variatie in het woningaanbod. Met name in de stad zijn meer hoogwaardige woonmilieus nodig. Dit vraagt enerzijds om verdichting tot hoogstedelijke milieus en anderzijds om verdunning tot groene milieus. Dit voorkomt de trek van midden en hoge inkomens uit de stad. Stedelijke vernieuwing en herstructurering blijven dringend nodig om de leefbaarheid te vergroten. Recreatie De kwaliteit en kwantiteit van het groen in en om de stad zijn de afgelopen decennia aanzienlijk verminderd. De beschikbaarheid van bereikbare en toegankelijke sport- en recreatievoorzieningen in en rondom de steden houdt geen gelijke trend met de vergaande verstedelijking van de laatste jaren. Er dreigt een groot tekort aan vaar-, fiets-, wandel- en andere groene recreatiemogelijkheden. Aanbod van voldoende rode en groene ontspanningsmogelijkheden is echter belangrijk voor de leefbaarheid, het welzijn en de gezondheid van de bewoners en zelfs voor de economie. In de ruimtelijke plannen van provincies en gemeentes moet daarom de balans tussen bebouwingen groen integraal worden meegenomen. Het is belangrijk dat voldoende ruimte gereserveerd wordt voor de loop- en fietsafstand liggende en daarmee goed vanuit de stad bereikbare parken, groenvoorzieningen of sportvoorzieningen en recreatiemogelijkheden.

• Structuurschema Groene Ruimte /nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur Het rijk heeft de Utrechtse Heuvelrug in het Structuurschema Groene Ruimte voor een groot gedeelte aangewezen als kerngebied in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS heeft als doel om de duurzaamheid van de natuur in Nederland te vergroten. Dit betekent dat het natuurareaal wordt uitgebreid en de geïsoleerde ligging van natuurgebieden waar mogelijk wordt opgeheven. Het beleid voor de kerngebieden is er op gericht de aanwezige natuurwaarden veilig te stellen en te vergroten. Waar de (interne) ruimtelijke samenhang van kerngebieden onvoldoende is, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van infrastructurele barrières, zijn maatregelen vereist om de gebieden (beter) met elkaar te verbinden. De nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer & Visserij 2000) geeft aan dat de ruimtelijke samenhang en het functioneren van de EHS verder versterkt wordt. Enerzijds door slimmere begrenzingen, en anderzijds door de realisering van groene verbindingen tussen natuurgebieden. De opgave is om de Utrechtse Heuvelrug, in samenhang met de omliggende lagere gebieden en de Veluwe, als één samenhangend geheel te ontwikkelen. Het beleid is daarbij om doorsnijdingen met infrastructuur op te heffen.

Page 8: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

8

Conclusie nationaal beleid Voorliggend bestemmingsplan maakt de herstructurering van een binnenstedelijke locatie in Amersfoort mogelijk. Met de sloop en nieuwbouw wordt beoogd de gewenste doorstroming op de woningmarkt te genereren om het eenzijdige woningaanbod te doorbreken en duurzaam te veranderen. Met het plan wordt eveneens bijgedragen aan de leefbaarheid van de aanpalende wijk Randenbroek. Een en ander past in de doelstelling van de Nota Ruimte. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de aanwezige EHS veiliggesteld. Dit draagt bij aan de uitvoer van het Structuurschema Groene Ruimte. 2.3 Provinciaal beleid

• Provinciale Ruimtelijke Verordening (21 september 2009) De provinciale ruimtelijke verordening is gebaseerd op artikel 4.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Provinciale Staten van Utrecht hebben deze verordening op 21 september 2009 vastgesteld, waarna de verordening op 23 december 2009 is gepubliceerd en op 24 december 2009 in werking is getreden. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau, op zo’n wijze dat de verordening (vooraf) een kader stelt. De regels van de verordening richten zich dan ook primair tot de gemeenteraden die verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van bestemmingsplannen, al gelden ze tevens voor inpassingplannen en rijksbestemmingsplannen. Hoewel de figuur van de verordening nieuw is ten opzichte van de (oude) WRO, is de inhoud van de Utrechtse verordening niet nieuw. De verordening is namelijk gebaseerd op het Wro-proof gemaakte Streekplan Utrecht 2005-2015 (Beleidslijn nieuwe Wro) en de Wro-proof gemaakte Handleiding bestemmingsplannen 2006 (Uitvoering Beleidslijn nieuwe Wro). Daarmee is het bestaande ruimtelijk beleid neutraal omgezet.

• Streekplan Utrecht 2005-2015 Binnen het nieuwe Streekplan 2005-2015 vormen de begrippen kwaliteit, uitvoering en samenwerking gezamenlijk de rode draad. Er is een grote behoefte aan woningen en bedrijventerreinen. Ruimte hiervoor moet zoveel mogelijk worden gezocht binnen de huidige verstedelijking (inbreiden). In totaal is er ruimte gereserveerd voor 72.000 nieuwe woningen in het Streekplan. Met de vaststelling van het Streekplan zijn ook de bebouwingscontouren van de gemeenten precies vastgelegd en op kaarten aangegeven. Daarbinnen mag worden gebouwd; daarbuiten niet. Voor de komende twee jaar moeten nadere afspraken worden gemaakt over het soort woningen dat wordt gebouwd in een regio, het aantal zorgwoningen en het aandeel sociale woningbouw. Provinciale Staten willen dat dit aandeel minimaal 30 procent bedraagt. Het bestemmingsplan Randenbroek Zuid ligt in het stedelijk gebied. Het volledige plangebied ligt binnen de rode bebouwingscontour.

De verstedelijkingsopgave benadert de provincie in eerste instantie vanuit de mogelijkheden van het bestaande gebied. Bij nieuwbouw van woningen en bij bedrijventerreinen gaat de provincie prioriteit geven aan herstructurering en revitalisering, inbreiding en intensivering; pas daarna kan uitbreiding aan de orde komen. Voor woningbouw is het de ambitie om, bovenop de restcapaciteit gemiddeld tenminste vijftig procent van het totale provinciale woningbouwprogramma in het bestaande stedelijk gebied te realiseren. Met inbreiden, transformeren, intensiveren en combineren van functies wordt dat bewerkstelligd.

Page 9: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

9

Plankaart streekplan Utrecht

De Ecologische Hoofdstructuur Wat betreft de natuur wordt in algemene zin gekozen voor “natuur voor mensen, mensen voor natuur” (toegankelijke natuur, zeker rond stedelijke concentraties). Maar ook ecologie is belangrijk. Bij het streekplan hoort de kaart “Gebieden binnen groene contouren”. Ecologische hoofdstructuur.

Nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van gebieden die binnen de groene contour vallen en die per saldo significant negatieve gevolgen hebben voor de te behouden waarden en kenmerken, zijn niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang (het “nee, tenzij” principe). Op basis van een afweging tussen het te beschermen belang en het met het plan of project gemoeide belang wordt al dan niet toestemming verleend door de provincie. Wordt een plan of project na afweging van belangen toch toegestaan, dan moet een besluit worden genomen over mitigerende (mitigeren is verzachten of verlichten) en compenserende maatregelen (het zogenaamde compensatiebeginsel). Als de mitigerende maatregelen onvoldoende zijn, moeten compenserende maatregelen worden getroffen: maatregelen waarmee nieuwe waarden worden gecreëerd die vergelijkbaar zijn (in kwantiteit of kwaliteit) met de verloren gegane waarden.

Page 10: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

10

Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) Het streekplan geeft aan dat de CHS bestaat uit samenhangende historisch waardevolle structuren van bovenlokaal belang. Het zijn ruimtelijke herkenbare structuren die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of ontwikkeling. Het streekplan geeft aan dat het terugbrengen van de Grebbelinie de cultuurhistorische richting geeft aan de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen. Verandering van beeld en functie is in principe mogelijk als aantoonbaar is dat deze verandering zich in de geest van de cultuurhistorische samenhang voltrekt. Op deze wijze levert cultuurhistorie een bijdrage aan (nieuwe) ruimtelijke kwaliteit.

• Meerjarenactieprogramma Streekplan Utrecht 2005-2007 (MAP) Van het totale woningbouwprogramma in de streekplanperiode 2005-2015 moet een aanzienlijk deel via binnenstedelijke woningbouw worden gerealiseerd. Alleen al voor nieuwe binnenstedelijke woningbouw (dus naast de restcapaciteit in het streekplan) betreft het opgaven van 7000 (Utrecht) en 3400 (Amersfoort) woningen. Daarmee is voldoende voortgang bij de inbreiding in deze steden van groot belang voor het realiseren van het provinciale woningbouwprogramma uit het streekplan en voor de woningbouwafspraken VINAC.

• De Grebbelinie boven water (mei, 2008) De Grebbelinie werd in de 18e eeuw aangelegd als één van de Nederlandse grote verdedigingslinies. Het gebied dat zich uitstrekt van de Grebbeberg bij Rhenen tot aan het Eemmeer bij Spakenburg is in vele opzichten van grote waarde. Het systeem van forten, kades en dijken zijn goed bewaard gebleven en ook bunkers en loopgraven zijn nog goed in het landschap terug te vinden. Het halfopen afwisselende landschap, de natuur en het water van de kanalen en beken vormen een prachtig decor voor wandelen en fietsen. De voor deze linie vastgestelde gebiedsvisie ‘De Grebbelinie boven water’ zoekt een balans tussen natuur, cultuurhistorie en recreatie. Hoewel de toeristisch- recreatieve potentie van de Grebbelinie groot is, is de aantrekkingskracht op dit moment nog beperkt en speelt het beleven van de cultuurhistorie een kleine rol. Een van de doelstellingen van de gebiedsvisie ‘De Grebbelinie boven water’ is dan ook het versterken van de recreatietoeristische mogelijkheden. Een van de beste manieren om de Grebbelinie beleefbaar te maken voor recreanten en toeristen is het realiseren van een routenetwerk rondom de Grebbelinie. Het verhaal van de Grebbelinie is een deel van onze recente geschiedenis en spreekt veel mensen aan. Het verhaal van de Grebbelinie kan bij uitstek worden verteld als men al wandelend of fietsend het gebied in trekt. Een kwalitatief hoogwaardig routenetwerk dat is afgestemd op de interessante punten van de Grebbelinie is hiervoor noodzakelijk. Conclusie provinciaal beleid Voorliggend project betreft de herstructurering van bestaande woningbouw binnen bestaand stedelijk gebied. Dit past naadloos in het provinciale ruimtelijk beleid, zoals neergelegd in het streekplan, waarin wordt gesteld dat eerst de mogelijkheden voor herstructurering van revitalisering, inbreiding en intensivering van de bestaande kern moeten worden benut, alvorens kan worden overgegaan tot uitbreiding van de stad. Door het opnemen in het bestemmingsplan van een groene zone langs het Valleikanaal en Heiligenbergerbeek wordt ervoor gezorgd dat de doelstellingen ten aanzien van de in het streekplan benoemde groene contour worden vastgelegd. In het voorliggend bestemmingsplan heeft deze groene en onbebouwde strook de vertaling gekregen in de bestemming Groen op de verbeelding.

Page 11: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

11

2.4 Gemeentelijk beleid

• Amersfoort Vernieuwt Het Project Amersfoort Vernieuwt is opgestart met als doelstelling dat het in Amersfoort in elke wijk prettig wonen en werken moet zijn. Om dat doel te bereiken, wordt de situatie in enkele wijken aangepakt, middels ‘Amersfoort Vernieuwt’ projecten. Amersfoort Vernieuwt gaat uit van een totaalaanpak om de kwaliteit in de wijk te verhogen. Er is aandacht voor de omgeving, dus bijvoorbeeld voor verbetering van woningen, winkels, sportvoorzieningen, milieu en groen, maar ook onderwerpen die te maken hebben met samenleven komen aan bod. Met Amersfoort Vernieuwt wordt verder de realisatie van een verschuiving van goedkope sociale woningbouw naar het middensegment beoogd. Het programma Amersfoort Vernieuwt is een gezamenlijk initiatief van de gemeente en de woningbouwcoöperaties Alliantie Eemvallei en Portaal. Uitgangspunt is dat de planvorming altijd in nauw overleg met de bewoners en andere partijen uit de wijk plaatsvindt. Het project Randenbroek Zuid is onderdeel van Amersfoort Vernieuwt en moet hiermee voor Amersfoort een nieuwe leefbare wijk worden.

• Stadsperspectief Amersfoort 2015 De grens van de ruimtelijke (uit)groeimogelijkheden van de stad is min of meer bereikt, waardoor nieuwe ontwikkelingen zich steeds explicieter richten op de bestaande stad. In het Stadsperspectief 2015 staat beleid daaromtrent als volgt geformuleerd: ‘focus op de bestaande stad met bijzondere aandacht voor oudere wijken, functiemenging van wonen en werken, het verbeteren van de bereikbaarheid, een kwaliteitsimpuls voor de openbare ruimte en het verbeteren van de voorzieningen’. Zo wordt niet alleen gewerkt aan de economische vitaliteit maar geeft de aanpak ook een impuls aan leefbaarheid, veiligheid, beperking mobiliteit en efficiënt stedelijk grondgebruik. In het Stadsperspectief is Randenbroek Zuid aangewezen als locatie in de bestaande stad die prioriteit krijgt in het kader van de binnenstedelijke herontwikkeling.

• Woonvisie Amersfoort 2006-2010 Randenbroek is gedeeltelijk een typische jaren 60-wijk met veel stempelbouw. Er is in Randenbroek veel variatie in typen, al is de portiekflat in de meerderheid. Zowel Schuilenburg als Randenbroek hebben een relatief ruim aanbod aan seniorenwoningen. Het binnengebied van Schuilenburg bevat duurdere huurwoningen. In Randenbroek is vooral Randenbroek-Zuid (omgeving Berliozstraat/Weberstraat) met zijn kleine portiekflats een aandachtsgebied. De wijk telt relatief veel werklozen en lage inkomens. Randenbroek/Schuilenburg kent, evenals de andere prioriteitswijken, veel problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Toch is het algemene beeld wat gunstiger dan voor de andere prioriteitswijken; dit was in de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid aanleiding om de wijk te bestempelen als “de betere prioriteitswijk”. Ontwikkelingsrichting

- Woningdifferentiatie naar type en prijs behouden en versterken. - Meer woningen die geschikt zijn voor ouderen. Door herstructurering uitdrukkelijk doelgroep

gezinnen met jonge kinderen aanspreken: grondgebonden woningen, groen, voorzieningen (winkelcentrum Euterpeplein).

- Woonmilieuontwikkeling: buitenstedelijk met groene signatuur, in uitwerking inspiratie zoeken bij Amersfoort-Zuid.

- Nieuwe aantrekkelijke woonconcepten in een groene setting creëren, met name in Randenbroek-Zuid inclusief Zwarteweg e.o. (modern tuindorp).

- Omgeving Hogeweg: stedelijke herstructurering (verdichting), doelgroep jonge 1- en 2-persoonshuishoudens; ook ouderenhuisvesting.

• Beleidsvisie Groen-Blauwe Structuur (31 maart 2004) Algemeen doel van de gemeente is het behoud van de en de variatie aan landschappen binnen en buiten de stad. De uitgangssituatie voor de Groen Blauwe Structuur van Amersfoort is gunstig. De verschillende landschappen rondom de stad, die voor een deel terug komen in de stad, bieden volop mogelijkheden voor natuurontwikkeling en recreatie. Versterking en het benutten van de differentiatie is dan ook het belangrijkste uitgangspunt voor de Groen Blauwe Structuur.

Page 12: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

12

Het bestemmingsplangebied Randenbroek Zuid is in de Groen Blauwe Structuur gedeeltelijk aangewezen als ‘park’ met ‘indicatieve recreatieve verbinding’. In de beleidsvisie Groen Blauwe Structuur worden de volgende gebieden beschreven die een relatie hebben met het gebied Randenbroek Zuid:

- De groengordel Randenbroek-Schuilenburg ligt tussen de Hogeweg en de Weberstraat en bestaat uit een langgerekte smalle groenstrook. De groenstrook wordt op twee plaatsen door twee beken doorsneden en mede daardoor niet als een eenheid ervaren. De kwaliteit van het groen en de gebruiksfuncties zijn niet optimaal.

- Prioriteit heeft het opheffen van de bestaande barrières tussen het stedelijk groen en het landschap rondom de stad. Dit is van belang voor ecologische relaties (EHS) maar ook voor recreatieve verbindingen tussen stad en ommeland. De keuze van de beplanting van de groengebieden zou nog beter kunnen aansluiten bij de omringende landschappen om zo de mogelijkheden voor natuurontwikkeling en de differentiatie te vergroten. De gemeente zet bij de A28 in op bredere onderdoorgangen ten behoeve van de ecologie en op recreatieve verbindingen (wandelen en fietsen). Het gaat ook om het viaduct van het Valleikanaal.

- De doelstelling voor de fietstunnel onder de A28 door van het Valleikanaal is het verbinden van het fietspad langs het Valleikanaal in Leusden met de Verdiweg als schakel in toekomstige route Leusden-Amersfoort Noord met ecologische verbinding.

In juli 2009 is de “Structuurvisie Park Randenbroek en Omgeving” vastgesteld. In deze visie is een uitzondering gemaakt op de gegeven bestemming ‘park’ van een gedeelte van Randenbroek Zuid in de Groen Blauwe Structuur. De “Driehoek”, het terrein tussen de Heiligenbergerweg, de A28 en de zuidelijke randbebouwing van de wijk Randenbroek, behoort niet meer tot het plangebied. Dit was bij de structuurvisie van 2002 nog wel het geval. De stedenbouwkundige samenhang met de wijk Randenbroek is belangrijker dan de ruimtelijke relatie met het beekdal. Om die reden vindt de herontwikkeling van de “Driehoek” inmiddels plaats in het kader van Amersfoort Vernieuwt in bestemmingsplan Randenbroek Zuid. 2.5 Conclusie Het bestemmen van het plangebied is overeenkomstig de beleidsuitgangspunten van het Rijk, de Provincie en de Gemeente.

Page 13: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

13

Hoofdstuk 3 Inventarisatie 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de geschiedenis van het gebied en zijn archeologische en cultuurhistorie waarden. Vervolgens wordt nog kort ingegaan op het beschermd stad en dorpsgezicht. 3.2 Stedenbouwkundige structuur De wijk Randenbroek is opgebouwd uit verschillende laagbouwbuurten die van elkaar gescheiden worden door groenstroken waarin de voorzieningen, zoals de scholen, liggen. Belangrijke dragers van de wijk zijn de Beethovenweg, de Mozartweg en de Weberstraat. De laatste twee dringen tot diep in Randenbroek Zuid door. De Mozartweg eindigt in een aantrekkelijk open grasveldje waar ook het kunstwerk met de visie de boom hangt. De Weberstraat vormt de overgang naar het Valleikanaal park en loopt door tot aan de zuidelijke stadsrand van de Haydnstraat en Berliozstraat. Langs het Valleikanaal park staat de bebouwing haaks op de Weberstraat waardoor er tussen de wijk en het park verschillende wandelroutes en doorzichten mogelijk zijn. De Ringweg Randenbroek legt de verbinding tussen de verschillende wijken rond het centrum van Amersfoort. In Randenbroek wordt de weg begeleid door enkele appartementencomplexen die in de vorm van een waaier de ronding van de weg volgen. De ringweg vormt echter wel een barrière tussen het zuidelijke deel van Randenbroek en het noordelijk deel, waar ook het winkelcentrum is gevestigd. Een voetgangers oversteekplaats in het verlengde van de Wagnerstraat verbetert de relatie tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van de wijk. Ook de Weberstraat zorgt voor een goede verbinding van het zuidelijk deel van de wijk met het Euterpeplein. Direct ten zuiden van de Ringweg Randenbroek ligt een groenstrook met diverse scholen en een kerk. Het aangrenzende laagbouwbuurtje tussen de Rossinistraat en de Weberstraat is opgebouwd uit enkele woonstraten in noord zuid richting. Het buurtje wordt doorsneden door de Verdistraat, die tevens de verbinding legt tussen de Mozartweg, de Weberstraat en de wijk Schuilenburg aan de oostzijde van het Valleikanaal. De woonstraten van het laagbouwbuurtje kenmerken zich door een opvallende spiegeling van de woningen in de straat. Op de kop van de straatjes staan een viertal relatief lage appartementencomplexen richting de Haydnstraat. Het complex op de hoek van de Rossinistraat en de Haydnstraat heeft op de begane grond ruimte voor voorzieningen. Langs de rand van de wijk zijn portiek- en etagecomplexen van vijf lagen hoog in een afwisselend ritme geplaatst waardoor er onverwachte en bijzondere doorzichten ontstaan. Bij het ontwerp is zorgvuldig gekeken naar bijvoorbeeld de beëindiging van de zichtlijnen om zo duidelijk te maken dat hier tevens de stad eindigt. Aan de Heiligenbergerweg wordt de rand van de stad duidelijk gemaakt door twee vooruitgeschoven appartementencomplexen aan de Haydnstraat. Deze wooncomplexen vallen buiten het plangebied en blijven behouden. 3.3 Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (als onderdeel van de Monumentenwet 1988) in werking getreden. Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) in de Nederlandse wetgeving opgenomen. Op grond van de Monumentenwet 1988 (artikel 38a) is de raad verplicht om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten. De wet zegt, dat in het bestemmingsplan regels kunnen worden gesteld voor het overleggen van archeologische onderzoeksrapporten door de aanvragers van een bouw- of aanlegvergunning. Archeologische beleidskaart In lijn met de nieuwe archeologiewetgeving is de Amersfoortse ABP-kaart omgezet in een archeologische beleidskaart waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen / bodemverstorende projecten. De kaart is vastgesteld door het college op 2 februari 2010 en geldt nu als beleid. Inmiddels is er ook een raadsbesluit in samenhang met de nieuwe erfgoedverordening.

Page 14: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

14

Onderverdeling archeologische beleidskaart De nieuwe beleidskaart kent een onderverdeling in vijf gebieden met verschillende kleuren. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Voor de twee eerstgenoemde gebieden geldt, dat ze daadwerkelijk waardevol zijn; bij de andere gebieden is de verwachting dat er sprake is van monumentale waarden. Rood (AWG 1): Wettelijk beschermde archeologische monumenten. Roze (AWG 2): Archeologisch waardevolle terreinen (ABP). Donkergeel (AWV3): Gebieden met een hoge archeologische verwachting binnen de bebouwde kom. Lichtgeel (AWV4): Gebieden met een hoge verwachting buiten de bebouwde kom en gebieden met een middelmatige verwachting. Groen (AWV5): Gebieden met een lage archeologische verwachting. Bescherming per gebied Ter voldoening aan artikel 38a van de Monumentenwet wordt in bestemmingsplannen een regeling opgenomen ten aanzien van de archeologische monumenten, voor zover die al niet (anderszins) zijn beschermd via de Monumentenwet. De rode gebieden zijn beschermd via de lijn van de Monumentenwet. Voor de overige gebieden wordt in de betreffende bestemmingsplannen een regeling opgenomen. Het bestemmingsplangebied is gelegen in AWV5 gebied met een lage archeologische verwachting.

Page 15: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

15

Door Witteveen en Bos is in mei 2008 nader onderzoek verricht naar het plangebied. Binnen het plangebied liggen geen Archeologische Belangrijke Plaatsen (ABP) en in het archeologisch informatiesysteem staan geen vondstmeldingen, onderzoeken of waarnemingen geregistreerd. Op grond van het beleid van de Gemeente Amersfoort is daarom nader professioneel archeologisch onderzoek binnen het plangebied niet noodzakelijk. 3.4 Cultuurhistorie

• Nota Belvedère In de Nota Belvedère wordt de relatie tussen het ruimtelijk beleid en de cultuurhistorie aangeduid. De doelstelling met betrekking tot het ruimtelijke beleid luidt: het erkennen en herkenbaar houden van cultuurhistorische identiteit, in zowel stedelijke als landelijk gebied, als kwaliteit en uitgangspunt voor verdere ontwikkelingen. Verspreid over heel Nederland worden de meest waardevolle cultuurhistorische gebieden aangegeven, de zogenaamde “Belvedèregebieden”. Daar geldt een speciale aandacht voor het versterken en benutten van de cultuurhistorische identiteit en de daarvoor bepalende kwaliteiten. Amersfoort wordt in deze nota een ‘in cultuurhistorisch opzicht belangrijke stad’ genoemd. In principe betreft deze aanduiding de historische binnenstad. Aangezien Randenbroek Zuid niet tot de historische binnenstad behoort en ook geen waarden bezit die gelieerd zijn aan de historische binnenstad, zijn er geen randvoorwaarden die volgen vanuit de nota Belvedère.

• Cultuurhistorische Atlas (Provincie Utrecht) Deze atlas is de basis voor het provinciaal erfgoedbeleid. Deze atlas beschrijft de cultuurhistorische waarden in woord en beeld. Daarnaast bevat de atlas een richtinggevende visie waarin de provincie uiteenzet hoe objecten en structuren uit het verleden een plaats krijgen in toekomstige ontwikkelingen. Uit de atlas blijkt dat het gebied oorspronkelijk een kampverkaveling heeft uit 1900-1940. Deze verkaveling is niet of nauwelijks zichtbaar in de huidige situatie. Een blauwe lijn langs het Valleikanaal geeft aan dat er vanwege het provinciaal beleid eisen moeten worden gesteld in een ruimtelijk proces vanwege de aanwezigheid van een waterlinie. Met betrekking tot historisch geografische waarden is gebleken dat het Valleikanaal als onderdeel van de Grebbelinie van historisch belang is. Voor zover (de oever van) het Valleikanaal meegenomen wordt bij de ontwikkeling van het studiegebied, wordt geadviseerd het volgende als randvoorwaarde mee te nemen: “Het Valleikanaal moet ingericht worden als een stadssingel, met natuurvriendelijke oevers als ecologische verbindingszone. Vanwege de historische functie als onderdeel van de Grebbelinie betekent dit een strak profiel aan de westelijke (verdedigde) kant en een natuurlijk profiel met korte vegetatie aan de oostelijke (inundatie) oever.” 3.5 Monumenten en Beschermd stads- en dorpsgezicht

• De Monumentenwet De Monumentenwet 1988 bepaalt dat gemeenten verplicht zijn om een door het rijk vastgesteld beschermd dorpsgezicht in een bestemmingsplan op te nemen omdat een bestemmingsplan de mogelijkheid biedt voorschriften te formuleren die de bescherming van een dorpsgezicht concretiseert. De Gemeente Amersfoort hecht aan haar monumentale panden. Deze, veelal historische gebouwen, dragen bij aan een positieve belevingswaarde van de gemeente. Op de gemeentelijke monumentenlijst staan geen (gebouwde) (rijks)monumenten aangegeven die in of direct nabij het plangebied liggen.

• Architectuur en Stedenbouw 1940-1965 Dit rapport van STAO beschrijft de naoorlogse woningbouw van de stad Amersfoort. Ook de wijk Randenbroek wordt daarin beschreven. Wijken uit de tijd van de wederopbouw hebben met name een waarde vanwege de stedenbouwkundige opzet. Voor de wijk Randenbroek en in het bijzonder het plangebied zijn van belang de hoofdstructuur van de wegen, de structuur van de beken en de groenstroken tussen de middelhoogbouw.

Page 16: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

16

Gebleken is dat het studiegebied deel uit maakt van een wijk uit de tijd van de wederopbouw. Met name de stedenbouwkundige opzet is daarvoor kenmerkend. Deze waarde heeft echter geen beleidsmatige of juridische status.

Page 17: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

17

Hoofdstuk 4 Ontwikkelingsvisie 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de gebiedsvisie op het plangebied beschreven. De visie bestaat uit verschillende elementen die vertegenwoordigd dienen te worden in het plangebied, zoals wonen, verkeer en groen. 4.2 Visie Het bestemmingsplan voor de vernieuwing van Randenbroek Zuid zet in op de verbetering van woonkwaliteit van de gehele wijk. Door een nieuwe woonbuurt toe te voegen aan de rand van de wijk wordt het woningaanbod gevarieerd en wordt een nieuw groen hart van de wijk gecreëerd. Het nieuwe buurtje wordt gecreëerd in de geest van de bestaande wijk die is opgebouwd uit verschillende woonbuurtjes die van elkaar gescheiden zijn door groenstroken. De woonbuurtjes hebben ieder een eigen karakter, maar maken onmiskenbaar deel uit van dezelfde wijk. Ook het nieuwe woonbuurtje tussen de bestaande Berliozstraat en de Zwarteweg krijgt zijn eigen identiteit maar maakt integraal onderdeel uit van de gehele wijk. De bestaande groenstroken tussen de woonbuurten zijn in Randenbroek echte ontmoetingsplekken. Ze bieden plek aan bijvoorbeeld scholen en speelvoorzieningen. Tussen de bestaande buurten en de nieuwe woonbuurt wordt ook een aantrekkelijk groengebied gemaakt die de buurten samensmelt tot een samenhangende wijk. Hier komt bestaand en nieuw samen. Ook de historische boerderij Randijk aan de Heiligenbergerweg is verbonden met dit groengebied en zal in de toekomst een belangrijke verbindende schakel zijn. Naast het nieuwe woonbuurtje aan de zuidzijde van Randenbroek wordt de relatie met het Valleikanaalpark sterk verbeterd. De Weberstraat wordt een sterke drager die de wijk voor het langzaam verkeer verbindt met het Euterpeplein en de binnenstad. Het profiel van de straat wordt verbreed waardoor er meer ruimte komt voor bomen. De Weberstraat wordt afwisselend begeleid door laagbouwwoningen aan de straat en middelhoge appartementencomplexen in het park. Op deze wijze ontstaat er een afwisselende en transparante straatwand waarbij het Valleikanaal al voelbaar is vanaf de straat. Met de vernieuwing van Randenbroek Zuid krijgt de gehele wijk een nieuwe impuls. De diversiteit aan woningen neemt sterk toe waardoor het makkelijk wordt binnen de wijk te verhuizen. Door tevens in te zetten op een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte en de verbetering van de relatie met de omliggende groengebieden verbetert de woonkwaliteit voor alle inwoners. 4.3 Stedenbouwkundige uitgangspunten Randenbroek Zuid is na vijftig jaar toe aan een grondige opknapbeurt zodat de wijk ook weer vijftig jaar vooruit kan. Een belangrijke opgave bij de vernieuwing van Randenbroek Zuid is de verbetering van de woonkwaliteit in de wijk en het vergroten van een gevarieerd woningaanbod. Dit laatste maakt het mogelijk dat (bestaande) bewoners meer te kiezen hebben en bijvoorbeeld kunnen doorstromen naar een andere woning in hun eigen wijk. Om deze vernieuwing mogelijk te maken worden de portiekwoningen aan de Weberstraat (78) en aan de Haydn- en Berliozstraat (169) gesloopt. Deze woningen zijn relatief klein en voldoen niet meer aan de bouwtechnische- en woonkwaliteiten van vandaag. Daarnaast is een hoogwaardige renovatie van deze woningen moeilijk te realiseren. De ruimte die beschikbaar komt door de sloop van de woningen kan worden gebruikt om de kwaliteit van de wijk te verbeteren en nieuwe woningen terug te bouwen. De vernieuwing van Randenbroek Zuid maakt het mogelijk om in de toekomst aantrekkelijke, gevarieerde en een samenhangende wijk te creëren waar alle inwoners van Randenbroek graag wonen en trots op zullen zijn. De volgende uitgangspunten zijn aan het stedenbouwkundig bureau meegegeven ten behoeve van de integrale programmatische visie:

• Algemeen ruimtelijk concept: het respecteren, waar nodig repareren en waar mogelijk versterken en uitbreiden van de oorspronkelijke, heldere stedenbouwkundige structuur van de wijk;

• De bestaande groene zones met objectmatige bebouwing worden versterkt en uitgebreid;

• Aandacht wordt gevraagd voor het verbeteren van de kwaliteit van de groene zones (het verkleinen van de parkeerdruk op maaiveld, het vergroten van verblijfs- en recreatieve kwaliteit

Page 18: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

18

van het groen en het vergroten van het verbindende karakter van de zones). Het ontwerp van de openbare ruimte verdient daarom bijzondere aandacht;

• Het is de bedoeling om de gebruikswaarde en de belevingswaarde van de waterlopen te versterken (doelstellingen beleidsvisie groen-blauwe structuur). In Randenbroek Zuid is het doel en de relatie tussen de wijk en het Valleikanaal versterken: functioneel, fysiek en of ruimtelijk;

• De opbouw van de zuidelijke stadsrand onderscheidt zich ten opzichte van de overige stadsranden en dient als uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkelingen in Randenbroek Zuid;

• In de zuidelijke punt wordt de mogelijkheid onderzocht voor de realisatie van ruime kavels met vrijstaande woningen en/of twee onder een kappers. De Boerderijenkavel heeft slechts beperkte bebouwingsmogelijkheden;

• De bestaande verkeersstructuur wordt op een vanzelfsprekende wijze doorgezet. Via een traject van participatie met bewoners en geïnteresseerden, overleg met (belangen)organisaties en advies van professionals is het Stedenbouwkundig Plan Randenbroek Zuid opgesteld. Dit plan is in september 2009 door de raad vastgesteld waarbij conform de notitie "Rol van de raad in RO-Procedures" voor het bestemmingsplan Randenbroek Zuid is gekozen voor model 2. Het stedenbouwkundig plan is vervolgens uitgewerkt in een inrichtingsplan openbare ruimte en een beeldkwaliteitplan. Ten opzichte van het stedenbouwkundig plan kennen deze plannen een beperkt aantal aanpassingen. Zo is één extra vrije kavel toegevoegd, is in nauw overleg met het Waterschap Vallei en Eem de sloot ten zuiden van de Berliozstraat vervallen en is het aantal appartementen verminderd omdat ondanks de geluidwerende voorzieningen de geluidsemissie op deze woningen te hoog zou worden. Hierna is aan de hand van een aantal thema’s een beschrijving gegeven. 4.4 Woningbouw Het bestemmingsplan voor Randenbroek Zuid zet in op een gevarieerd aanbod aan woningen binnen de wijk. Binnen Amersfoort Vernieuwt is er vooral veel behoefte aan grondgebonden laagbouwwoningen. Het accent van de woningbouw in Randenbroek Zuid ligt dan ook op deze categorie. Ongeveer driekwart van de woningen valt hieronder. Door de sloop van het éénzijdige woningaanbod van kleine sociale huurwoningen is het mogelijk het nieuwe aanbod gevarieerder te maken. Zo zal er in iedere categorie nieuwe woningen worden gerealiseerd. Toch is het van belang om ook voldoende nieuwe sociale huurwoningen te realiseren om bijvoorbeeld bestaande bewoners de kans te geven om te kunnen blijven wonen in hun wijk. In het stedenbouwkundig plan wordt circa dertig procent van de nieuwbouw gerealiseerd als sociale huurwoningen, deels grondgebonden en deel als appartement. Langs de Weberstraat staan grondgebonden woningen. Aan de noordzijde staan zogenaamde beneden/bovenwoningen van in totaal vier lagen. Aan de zuidzijde van de woningen staat een kleinschalig appartementencomplex. Dit ritme van woningen en een vrijstaande appartementencomplex in het park wordt in totaal drie keer herhaald langs de Weberstraat. Bij het Klokhuis sluit de nieuwbouw aan bij het bestaande Klokhuis en de achterliggende speelplaats. Bij de Verdistraat staat de nieuwbouw tussen de bestaande wijk en de nieuwe Sport, Spel en Ontmoetingsplek. Ten zuiden van de Anne Annemaschool wordt het complex voor de derde keer herhaald. Hier is ruimte voor extra woningen aan de parkzijde. De nieuwe zuidelijke woonbuurt zal bestaan uit zeven bouwblokken en voornamelijk opgebouwd zijn uit grondgebonden woningen. Alleen achter boerderij Randijk is er ruimte voor appartementen die qua hoogte zich vrijwel niet onderscheiden van de rest van het bouwblok. De bouwblokken zijn zo opgebouwd dat er een zachte overgang naar de Zwarteweg wordt gerealiseerd. Hier staan de meeste vrijstaande woningen terwijl aan de noordzijde van de buurt aan het nieuwe parkje de meeste rijtjeswoningen staan. De nieuwe vrijstaande bebouwing aan de Heiligenbergerweg past in het historisch karakter van de weg. De open ruimte voor boerderij Randijk wordt gehandhaafd. Het woonbuurtje wordt doorsneden door een speelstraat. De exacte verkaveling van de bouwblokken en de precieze categorie waarbinnen de verschillende woningen vallen zijn nader uitgewerkt in onder andere een beeldkwaliteitsplan. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de vormgeving van de overgangen tussen privégebied en openbare ruimte.

Page 19: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

19

4.5 Infrastructuur Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (2005) is gericht op het realiseren van een doelmatig verkeer- en vervoerssysteem voor alle vervoerswijzen om de bereikbaarheid in en van Amersfoort te waarborgen. Daarbij worden sluipverkeer en doorgaand verkeer geweerd en de verkeersveiligheid en leefbaarheid verbetert. Stilstaand verkeer is slecht voor de luchtkwaliteit. Met de toenemende ontwikkelingen in de stad ligt hier een opgave om efficiënt verkeer- en vervoerssystemen in te richten in alle modaliteiten. De gemeente wil de beschikbare verkeersruimte op het wegennet optimaal benutten. Dit houdt in dat gekeken wordt naar een slimme indeling van bestaande rijstroken en ook, waar dit winst voor de totale afwikkeling oplevert, extra opstelstroken op kruispunten met verkeerslichten worden toegevoegd. De nieuwe verkeersstructuur van Randenbroek Zuid zit voor auto’s en langzaam verkeer verschillend in elkaar. Terwijl de bestaande straten (Mozartweg, Wagnerstraat en Weberstraat) voor voetgangers en fietsers worden doorgetrokken naar het nieuwe woonbuurtje is er voor gekozen om het autoverkeer via een nieuwe aansluiting op de Heiligenbergerweg af te wikkelen. Een autoverbinding tussen de twee wijken wordt juridisch planologisch mogelijk gemaakt maar zal in eerste instantie niet worden gerealiseerd. Auto-ontsluiting De bestaande wegenstructuur van Randenbroek Zuid blijft vrijwel ongewijzigd. Wel krijgt de Weberstraat een breder profiel, waardoor er meer ruimte is om te parkeren en om bomen te planten. Door het profiel van de Weberstraat zoveel mogelijk in zuidelijke richting te continueren wordt hiermee de samenhang in de wijk versterkt. Het speelplein van de Anne Annemaschool zal worden gekoppeld aan dit profiel door hier een goede haal- en brenglus voor auto’s en bussen te realiseren. De zuidelijke woonbuurt krijgt ten zuiden van boerderij Randijk een nieuwe aansluiting op de Heiligenbergerweg. In het profiel van de Heiligenbergerweg zal hiervoor een extra voorsorteervak moeten worden opgenomen. Het buurtje wordt ontsloten met twee oost-west woonstraatjes die met elkaar worden gekoppeld via een weg in het verlengde van de Mozartweg en langs de Vosheuvelbeek. Ook de bestaande Zwarteweg wordt op deze wijze gekoppeld aan het woonbuurtje. Langs het noordelijk gelegen buurtparkje komt geen weg te liggen die geschikt is voor auto’s. Het nieuwe woonbuurtje wordt voor auto’s niet verbonden met de bestaande buurten van Randenbroek. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen. Ten eerste wordt hierdoor extra verkeersdruk op de wegen in de bestaande buurten voorkomen. Met name het relatief drukke kruispunt tussen de Mozartweg en de Ringweg Randenbroek wordt zo ontlast. Ten tweede wordt zo sluipverkeer geen kans geboden om door de wijk een alternatieve route te zoeken. Nader verkeersonderzoek heeft aangetoond dat een koppeling van beiden delen van de wijk een onacceptabele hoeveelheid autosluipverkeer door de wijk zou betekenen. Een bijkomend effect van het ontbreken van een koppeling van beide delen voor auto’s is dat hierdoor het dagelijks fietsgebruik wordt gestimuleerd. Daarnaast zal ook de aansluiting van de Zwarteweg op de Heiligenbergerweg voorzien worden van een beweegbare afzetting. Deze ontsluiting maakt het tevens mogelijk de bevoorrading van de antiekhandelaar aan de Zwarteweg via deze aansluiting te laten lopen. Fiets- en voetgangers De doorgaande verbindingen voor fietsers en voetgangers zijn een belangrijke schakel om de verschillende delen van Randenbroek Zuid samen te laten smelten tot een wijk. Zo wordt de Mozartlaan voor voet- en fietsgangers doorgetrokken langs boerderij Randijk. Op deze manier wordt een belangrijke drager van het zuidelijke woonbuurtje verbonden met de bestaande wegenstructuur in Randenbroek Zuid. Ook de Weberstraat krijgt een koppeling voor voetgangers en fietsers met de weg langs de Vosheuvelbeek in het zuidelijke woonbuurtje. De Weberstraat is hiermee een belangrijke koppeling voor het langzaam verkeer tussen de nieuwe woonbuurten en de winkelvoorzieningen op het Euterpeplein. In het verlengde van de Wagnerstraat wordt een voetgangersroute gerealiseerd die als het ware dwars door het nieuwe woonbuurtje heen snijdt en een verbinding legt met de Zwarteweg. Parkeren Het parkeren gebeurt zoveel mogelijk dicht bij de woning. Om de parkeercapaciteit te bepalen zijn de gemeentelijke parkeernormen gebruikt. Langs de Weberstraat is gekozen om een deel van de parkeerplaatsen te realiseren achter de laagbouwwoningen. De bewoners van de appartementencomplexen parkeren onder dit complex. Hierdoor is het mogelijk het park zoveel mogelijk te

Page 20: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

20

ontzien van parkeerplaatsen. Langs de Weberstraat is er ruimte voor onder andere bezoekersparkeren. Hier wordt haaks geparkeerd afgewisseld door bomen. In de woonbuurt wordt geparkeerd binnen de bouwblokken en langs de straten. In de twee oost-west woonstraten wordt enkelzijdig langsgeparkeerd, waardoor hier aantrekkelijke en rustige woonstraten ontstaan. In de twee noord-zuid straten wordt haaks geparkeerd. In het plangebied wordt voor de woningen een parkeernorm toegepast van 1,7 parkeerplaatsen per woning (inclusief 0,3 parkeerplaatsen voor bezoek) voor woningen met een verkoopwaarde van 260.000 euro vrij op naam of lager (prijspeil 2008) en 2,0 parkeerplaatsen per woning (inclusief 0,3 parkeerplaatsen voor bezoek) voor woningen met een verkoopwaarde van meer dan 260.000 euro vrij op naam (prijspeil 2008). Voor de boerderij Randijk is de ambitie een sociaal-maatschappelijke functie, maar ook bepaalde bedrijfsmatige functies zijn toegestaan. Op het eigen terrein van boerderij Randijk is ruimte gepland voor circa 12 parkeerplaatsen. Voor functies met een hogere parkeerdruk moet in eerste instantie worden gekeken naar de mogelijkheid van extra parkeerruimte op het eigen terrein. Is dat niet mogelijk, dan kan, afhankelijk van tijdstip en beschikbare parkeerruimte, een beroep worden gedaan op parkeerruimte in het openbaar gebied. In welke mate dat mogelijk is, wordt bij de bouwvergunningaanvraag getoetst door middel van een parkeerbalans, aan de hand van de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen 2009. 4.6 Groen Standaardprogramma van Eisen voor inrichtingswerken in de openbare ruimte Na de realisatie van Randenbroek Zuid wordt de openbare ruimte in het plangebied overgedragen aan de gemeente. De afdeling Stedelijk Beheer is dan verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud. Belangrijk bij nieuwe ontwikkelingen is om de openbare ruimte zo in te richten dat een langdurig goed functionerende openbare ruimte wordt gecreëerd die door gebruikers wordt gewaardeerd en op een goede manier is te onderhouden en in stand te houden. Hiervoor is het standaardprogramma opgesteld; een normenboek met eisen voor het realiseren en inrichten van de openbare ruimte in Amersfoort ten behoeve van ontwerpers en ontwikkelaars en een toetsingskader voor de gemeente. Het is ook de basis voor het formuleren van hogere ambities aan de inrichting van de openbare ruimte. Groen rondom de wijk Het groene karakter van Randenbroek Zuid is een belangrijke kwaliteit van de bestaande wijk. Het vernieuwingsplan zet enerzijds in op een betere relatie tussen de omliggende groengebieden en de wijk. Anderzijds biedt het ruimte voor een nieuwe groenstructuur binnen de wijk die de bestaande en nieuwe delen van de wijk met elkaar verbindt. Groen in de wijk Centraal in de wijk vormt het nieuwe buurtparkje de schakel tussen de bestaande buurten en de nieuwe zuidelijke woonbuurt. Het buurtparkje sluit aan bij de parkstrook tussen de Mozartweg en de Rossinistraat en het groengebiedje rondom de te handhaven appartementen aan de Haydnstraat. Samen vormen ze een centrale groene knoop in de wijk waar ruimte is voor ontmoeting en speelvoorzieningen. Ook de boerderij Randijk is door middel van een nieuwe verbinding voor fietsers en voetgangers gekoppeld aan deze groene ruimte. De wegen in de wijk worden op verschillende wijze beplant met bomen. De Weberstraat wordt breder ten opzichte van de huidige maat waardoor er ruimte is voor eenzijdige laanbeplanting. Deze eenzijdige laanbeplanting wordt ook voorgesteld bij de verlengde Mozartweg en de weg langs de Vosheuvelbeek in het nieuwe woonbuurtje. In de oost-west woonstraatjes in de nieuwe woonbuurt is ruimte voor kleine bomen tussen de parkeervakken. De Zwarteweg blijft groen van karakter, de bestaande houtwal wordt zoveel mogelijk intact gelaten.

• De Groene Saldo regeling In het collegeprogramma wordt aandacht gevraagd voor het belang van groen als kwaliteitskenmerk van de woon- en leefomgeving in het kader van de binnenstedelijke vernieuwing. “Het wijk- en buurtgroen mag namelijk niet het kind van de rekening worden bij de binnenstedelijke vernieuwing”. Voorgesteld wordt om een ‘groene saldoregeling’ te ontwikkelen die als

Page 21: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

21

richtinggevend principe gehanteerd kan worden bij het maken van vernieuwingsplannen. Amersfoort heeft met haar beleidsvisie de Groen Blauwe Structuur een goede basis voor de integrale ontwikkeling van groene en blauwe functies in handen. De binnenstedelijke vernieuwing en uiteenlopende andere ruimtelijke ontwikkelingen bieden de mogelijkheid de integrale inpassing van het groen in de stad extra te versterken. Amersfoort Vernieuwt biedt de kans om de kwaliteit van het openbare groen in de stad integraal op te pakken en te verbeteren. Het versterken van de groene kwaliteit wordt het uitgangspunt voor elke wijk. De groene saldo regeling is de methode om dit te realiseren. Het beoogde effect van groencompensatie is het leefbaar en gezond houden van de stad, en de natuurwaarden en soortenrijkdom in stand houden of verbeteren. Het gaat hier om de verschillende kwaliteiten en functies van het openbare groen. Hieronder vallen ook blauwe functies en speelvoorzieningen. Onder openbaar groen verstaan wij het groene deel van het publieke domein, wat voor iedereen vrij toegankelijk is en waar iedereen gebruik van kan maken. Het compenseren van groen dient bekeken te worden op verschillende ruimtelijke schaalniveaus. Op deze manier is sturing op het bewaken van het totaal aan groen in de stad mogelijk. De compensatieregeling is een instrument wat behulpzaam is in projecten en bedoeld als ondersteuning aan het proces. Daarnaast dient de compensatieregeling ook een ander doel, namelijk het inzichtelijk maken van besluiten over groen en bewuste afwegingen die daarbij worden gemaakt. In de bestaande wet- en regelgeving en door het aanwezige maatschappelijk bewustzijn wordt wel degelijk rekening gehouden met groen. Een compensatie instrument maakt het proces van gefundeerd afwegen van verschillende belangen inzichtelijk en draagt bij in de communicatie. Compenseren kan op verschillende manieren gebeuren, namelijk kwantitatief, kwalitatief of financieel. Op basis van dit uitgangspunt is naar aanleiding van het opstellen van het stedenbouwkundig plan een rapportage gemaakt voor Randenbroek Zuid (Rapportage in het kader van de Groene saldoregeling, Gemeente Amersfoort, SOB-RO, 12 mei 2009). Deze rapportage ligt ten grondslag aan het stedenbouwkundig plan dat in september 2009 door de raad is vastgesteld en is een belangrijk hulpmiddel geweest in het proces (nb. de rapportage is niet meer aangepast aan de verfijningen die na raadsbehandeling zijn aangebracht. Het gaat om het vervallen van de sloot achter de Berliozstraat en het toevoegen van één vrije kavel). De herontwikkeling in Randenbroek Zuid is vanuit de doelstelling dat bestaande groene kwaliteiten gehandhaafd dan wel gecompenseerd moeten worden (groene saldo) een evenwichtig pakket. Er gaan zeker kwaliteiten verloren, met name door de veranderingen aan de Heiligenbergerweg. Daarbij moet wel bedacht worden dat ook zonder plan het oude boombestand langs deze weg geen lange toekomst meer heeft. Ook het verlies van de open ruimte aan de Zwarteweg is als onderdeel van de belevingskwaliteit van de wijk enigszins als een verlies aan te merken. Compensatie hiervan is binnen het gebied niet mogelijk. Wel kan als compensatie hiervan gewezen worden op het feit dat er op korte termijn nabij het Valleikanaal een voet- en fietstunnel onder de A28 naar het gebied de Schammer wordt gerealiseerd. Hiermee krijgt de wijk een hoogwaardige uitloopmogelijkheid naar een buitenstedelijk groen- en recreatiegebied. Binnen het gebied zelf leidt de nieuwe stedenbouwkundige opzet tot een belangrijke winst, met name door het introduceren van een centrale parkstrook waarin spelen en ontmoeten volop kansen kunnen krijgen. De kwantitatieve afname van het openbare groen wordt gecompenseerd door de andere verkavelingtypologie, waarbinnen woningen voor het merendeel een eigen tuin of buitenruimte hebben. Door een strategische locatie van hoogbouwelementen aan groenstructuren wordt aan de noodzakelijkheid van ruimte en zicht rondom voldaan met minder verkavelingsgroen. Voor de uitwerking van het stedenbouwkundige plan volgen uit de “groene saldo-analyse”een aantal aandachtspunten en aanbevelingen voor de uitwerking van het plan: • De zone langs de Vosheuvelbeek zal optimaal ingericht moeten worden als ecologische

verbindingszone. Er moet strikt worden vastgehouden aan de minimale maat van 20 meter. Geen achterzijden van kavels aan de zone laten grenzen om verrommeling te voorkomen. De oevers zo mogelijk verflauwen om een rijkere oevervegetatie mogelijk te maken. Plaatselijk kan dit wellicht ook betekenis krijgen als berging van regenwater.

Page 22: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

22

• De Zwarte Weg moet zoveel mogelijk haar landelijke karakter behouden door handhaving van het dwarsprofiel en beplantingselementen.

• De centrale parkzone moet een hoogwaardige inrichting krijgen als ontmoetings- en speelgebied voor de buurt. De speelinrichting moet vooral gericht worden op kinderen tot 12 jaar. Voor oudere jeugd is de SSO aan de Verdistraat goed bereikbaar.

• Het verlies van uitzicht voor de woningen aan de Weberstraat wordt in het plan gecompenseerd door hier ruimte voor een laanbeplanting te maken. Voor een evenwichtig groensaldo op deze plek is het van belang dat het profiel inderdaad een overwegend groen karakter krijgt.

• Voor het karakter van de Heiligenbergerweg is het van belang dat de voorruimte van de boerderij Groot Randijk een open karakter behoudt, waardoor ruimte en zicht op het gebouw aanwezig blijven.

• De herprofilering van de Heiligenbergerweg moet gericht zijn op het handhaven van een zo gestrekt mogelijk beloop en een nieuwe laanbeplanting.

4.7 Recreatie Met het bestemmingsplan Randenbroek Zuid verschuift het zwaartepunt van de wijk naar het zuiden. Door de toevoeging van een extra woonbuurt transformeert de voormalige stadsrand in een centraal gelegen buurtpark. Uiteindelijk zal er een samenhangende wijk ontstaan waar tal van plekken zijn waar de bestaande en de nieuwe bewoners elkaar zullen ontmoeten. Boerderij Randijk Boerderij Randijk is één van de voormalige stadskwekerijen van Amersfoort. Het is een beeldbepalend pand vanaf de Heiligenbergerweg. De boerderij zal worden gehandhaafd en er zal bij voorkeur een maatschappelijke functie in gehuisvest worden. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de Buitenkast. Deze is nu gesitueerd op de begane grond van een te slopen wooncomplex aan de Haydnstraat. Door de boerderij met wandel- en fietsroutes goed te verbinden met de omgeving komt deze centraal in de wijk te liggen. De boerderij Randijk ligt op dit moment aan de zuidkant van de wijk Randenbroek aan de Heiligenbergerweg. Achter de boerderij ligt een gebied dat op dit moment in gebruik is als gemeentewerf en weiland. Dit gebied wordt in de toekomst getransformeerd tot een woongebied. De boerderij is een beeldbepalend pand en zal worden gehandhaafd. Mede door de ligging zal de boerderij straks een schakel zijn tussen de nieuwe deel en bestaande deel van de wijk Randenbroek. Ook in het gebruik is het de bedoeling om de boerderij een verbindende functie te geven tussen de nieuwe en oude wijk. Hierbij moet gedacht worden aan het onderbrengen van maatschappelijke voorzieningen, zoals zorg, educatie en kinderopvang die een toevoeging zijn voor de wijk Randenbroek en Amersfoort Zuid. De exacte invulling wordt verder uitgewerkt.

4.8 Conclusie De hierboven beschreven uitwerking van het gebied is vastgelegd in de verbeelding en de regels van dit plan.

Page 23: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

23

Hoofdstuk 5 Milieuaspecten 5.1 Inleiding De hoofdlijnen van het milieubeleid worden bepaald door Europa en het Rijk. Binnen de Provincie Utrecht is het Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008 richtinggevend. Afhankelijk van de uitwerking van de verschillende gebieden is milieuonderzoek uitgevoerd (Herstructurering Randenbroek Zuid, randvoorwaarden ten behoeve van stedenbouwkundig ontwerp, Witteveen en Bos, 7 mei 2008) om te bepalen of er en zo ja welke milieuhygiënische belemmeringen in dit bestemmingsplan aanwezig zijn.

• Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008 De provincie Utrecht wil de milieukwaliteit in onze provincie behouden en waar nodig herstellen. Onderwerpen die in het PMP centraal staan, zijn bodem, water, lucht, voorraadbeheer, verstoring en externe veiligheid. Door projecten uit te voeren op deze gebieden, kan bijgedragen worden aan brede maatschappelijke thema’s: leefomgevingkwaliteit, gezondheid, integrale veiligheid en biodiversiteit. Het PMP gaat ook specifiek in op enkele betrokken doelgroepen: landbouw, bedrijven, consumenten, bouwen & wonen en verkeer. Veel aandacht is er voor een gebiedsgerichte benadering. Per gebiedstype, zoals ‘natuur’ of ‘agrarisch’, wordt bekeken welke milieukwaliteit in ieder geval nodig is (basiskwaliteit) en hoe die nog vergroot kan worden (ambitiekwaliteit). De provincie formuleert in het PMP concrete milieudoelen en ook haar eigen rol met betrekking tot de realisatie ervan. Die realisatie wordt verder uitgewerkt in het actieprogramma dat de provincie opstelt.

• Milieubeleidsplan Amersfoort 2008-2011 In het milieubeleidsplan formuleert de gemeente Amersfoort haar ambities op het gebied van milieu. In het plan worden drie milieuthema’s onderscheiden, ‘Gezond en Veilig’, ‘Klimaat en Energie’ en ‘Natuur en biodiversiteit’. Het project Randenbroek Zuid raakt aan alle drie de thema’s. De geluidsoverlast van de A28 is nader onderzocht en er dienen maatregelen genomen te worden om gezond en veilig te wonen in Randenbroek Zuid. Duurzaam bouwen moet worden verbreed naar duurzaam wonen. Diffuse verontreiniging van afstromend regenwater moet fors worden verminderd en de kansen voor schoon water moeten worden benut bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij ‘Klimaat en Energie’ wordt ingezet op CO2-neutrale gemeente in 2030. Bij ‘Natuur en Milieu’ wordt de nodige aandacht gevraagd voor het versterken en uitbreiden van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). 5.2 Water Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet de zogenaamde watertoets uitgevoerd worden. Hierbij moeten de initiatiefnemer en de waterbeheerder (in dit geval waterschap Vallei & Eem) overleg voeren over de wateraspecten die verband houden met de voorgenomen ontwikkeling. Naast de watertoets spelen de volgende beleidslijnen en belangrijke rol:

• De Europese Kaderrichtlijn Water (2003) De Europese Kaderrichtlijn Water gaat er vanuit dat water geen gewone handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. Het hoofddoel van de richtlijn is daarop gebaseerd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Dat moet ertoe leiden dat: aquatische ecosystemen en gebieden die rechtstreeks afhankelijk zijn van deze ecosystemen, voor verdere achteruitgang worden behoed; verbetering van emissies; duurzaam gebruik van water wordt bevorderd op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn; er wordt gezorgd voor een aanzienlijke vermindering van de verontreiniging van grondwater.

• Nationaal Waterplan 2010-2015 (dec. 2009) Het Nationale waterplan is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. Het is de opvolger voor de vierde nota waterhuishouding. Het bevat tevens de stroomgebiedbeheersplannen van de Kaderrichtlijn water. Op basis van de Wet Ruimtelijke Ordening is het waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens structuurvisie. Het Nationaal Waterplan geeft de visie van het Rijk weer voor het waterbeheer in

Page 24: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

24

Nederland. Hierin is de Watervisie “Nederland veroveren op de toekomst” (2007) richtinggevend geweest. Belangrijke aandachtspunten zijn: waterveiligheid, duurzaamheid, klimaatadaptatie, economie.

• Waterbeleid in de 21e eeuw (2000)

De hoge waterstanden in de rivieren in 1995 en 1996 en de klimaatscenario’s waarin naast de zeespiegelstijging ook meer en heviger buien worden voorspeld hebben geleid tot vernieuwde aandacht voor water. Nederland is met zijn lage ligging en hoge verstedelijkingsgraad kwetsbaar voor wateroverlast en de veiligheid is in de toekomst in het geding. Maar ook door de drogere zomers is er het risico van watertekorten en verdroging. De commissie “Waterbeheer 21

e eeuw” heeft in opdracht van de regering

duidelijk gemaakt dat we anders moeten omgaan met water en ruimte. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast moet tenminste behouden blijven. De aanwezige ruimte mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen.

• Provinciaal waterplan 2010-2015 (23 nov. 2009) De provincie Utrecht wil met een integrale benadering het bodem en watersysteem borgen en door ontwikkelen tot een robuust systeem, waarbij rekening is gehouden met klimaatontwikkeling en andere ontwikkelingen als bevolkingsgroei en economische groei. Veel verschillende belangen, zoals landbouw, natuur en bebouwing, hangen met waterbeheer samen. Dit plan gaat over zowel oppervlaktewater als grondwater.

• Watertoets Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21e eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld. Onderzoek ten behoeve van het wateradvies zal door de initiatiefnemer moeten worden uitgevoerd. Situatie in het plangebied Voor het grondwatersysteem blijkt, dat in het gebied sprake is van zandgrond. Langs de A28 is daarnaast sprake van een strook waarin oorspronkelijk veengrond ligt. Voor het plangebied kan uitgegaan worden van de grondwatertrappen II en III. Dit betekent dat er sprake is van relatief ondiepe grondwaterstanden, hetgeen overeenkomt met de opgave van het waterschap. In de onderstaande tabel zijn de grondwaterstanden die bij deze grondwatertrappen horen aangegeven. Het oppervlaktewatersysteem in de nabije omgeving is het Valleikanaal, de afvoerstuw Valleikanaal, de Vosheuvelbeek, de watergang Zwarteweg, de afvoerstuw Heiligenbergerweg, de Heiligenbergerbeek, de watergangen in Park Randenbroek en de watergang langs de Berliozstraat. Het plangebied ligt in twee peilgebieden:

• Het zuidelijke deel van het plangebied, het deel langs de A28 waar de Vosheuvelbeek ligt, ligt in een peilgebied met een streefpeil van NAP +1,10 m (zomerpeil) en NAP +0,85 m (winterpeil). Het waterpeil wordt gereguleerd door stuwen ter plaatse van:

⋅ kruising Heiligenbergerbeek/Vosheuvelbeek (Dorrestein). De stuw ligt benedenstrooms van het plangebied Randenbroek-Zuid. Het wateroverschot wordt afgevoerd op de Heiligenbergerbeek. Het Heiligenbergerbeek heeft een streefpeil van NAP +0,60 m (vast peil voor zomer en winter);

⋅ kruising Vosheuvelbeek/Valleikanaal. De stuw ligt op de rand van het plangebied Randenbroek-Zuid. Het wateroverschot wordt afgevoerd op het Valleikanaal. Het Valleikanaal heeft een streefpeil van NAP +0,50 m (vast peil voor zomer- en winter);

Page 25: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

25

• Het overige deel van het plangebied ligt in het peilgebied van de stadsgracht. In dit peilgebied ligt ook de Heiligenbergerbeek. Het streefpeil is NAP +0,60 m (vast peil voor zomer en winter). Het waterschap heeft aangegeven dat de peilen in het plangebied hoger kunnen zijn dan de streefpeilen. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de sloot aan de Zwarteweg. De primaire watergangen (hoofdwatergangen) zijn in onderhoud bij het waterschap. De tertiaire watergangen zijn in onderhoud bij de gemeente.

Ontwikkelingen Het waterschap heeft aangegeven dat er drie ontwikkelingen relevant zijn voor de planontwikkeling van Randenbroek-Zuid. Het betreft:

⋅ de inrichting van de ecologische verbindingszone over de route Heiligenbergerbeek Vosheuvelbeek-Valleikanaal;

⋅ de herinrichting van het Park Randenbroek; ⋅ het verbeteren van de waterhuishoudkundige situatie bij de Berliozstraat.

Het Waterschap geeft uitvoering aan het Reconstructieplan Gelderse Vallei, waarin staat afgesproken om de Ecologische Hoofdstructuur en Ecologische verbindingszones te ontwikkelen. In het plangebied Randenbroek-Zuid is de ecologische verbindingszone gepland over de route Heiligenbergerbeek Vosheuvelbeek-Valleikanaal. De toename van verharding (significant >1.000 m2) heeft effect heeft op onder andere peilstijging en afvoer in de reeds bestaande watergangen. Daarom is het noodzakelijk om buffering aan te leggen ter grootte van circa 10 % van dit verharde oppervlak. Dit gebeurt door een wadi/infiltratiegreppel aan te leggen in de ecologische verbindingszone langs het Valleikanaal. Omdat de huidige watergang wordt gedempt, wordt ook een voorziening getroffen om het regenwater uit de bestaande wijk op te vangen, als vervanging van de watergang. Het waterkwaliteitsbeheer en rioleringsbeheer wordt gericht op het schoon houden van water, het gescheiden houden van schoon en vuilwater en pas in laatste instantie op het zuiveren van water. Om schoon en vuil water te scheiden en water langer vast te houden in het systeem is in het waterbeheersplan Vallei & Eem voor nieuw stedelijk gebied aangegeven dat neerslag op verhard oppervlak (wegen en daken) zoveel mogelijk afgekoppeld dient te worden. Voor nieuw in te richten gebieden adviseert het waterschap daarom riolen van het gescheiden type (dit betekent afzonderlijke afvoer van hemelwater en afvalwater). Dicht achter het plangebied Randenbroek Zuid liggen de Heiligenbergerbeek en Vosheuvelbeek. Voor watersysteem van de Heiligenbergerbeek en de Vosheuvelbeek zijn door het waterschap hoge ecologische waterkwaliteitsdoelen gesteld. Door middel van het afkoppelen van relatief schoon hemelwater kan bijgedragen worden aan het bereiken van de waterkwaliteitsdoelen. In Randenbroek Zuid is thans sprake van ondiepe grondwaterstanden. Daarom dient rekening gehouden te worden met het treffen van voorzieningen om te voldoen aan de ontwateringseisen. Het waterschap is geen voorstander van het creëren van onderbemalingen bij nieuwbouwprojecten om aan de ontwateringseisen te kunnen voldoen. Om voldoende ontwateringsdiepte te bereiken, en toch aan te sluiten bij bestaande grond- en oppervlaktewaterpeilen kan overwogen worden het terrein geheel of gedeeltelijk op te hogen. Het toepassen van drainagevoorzieningen is ongewenst. Het water wordt zo veel mogelijk in de wijk opgevangen. Dit gebeurt door een infiltratieriool onder de hoofdwegen te leggen, die vervolgens uitmondt in een wadi. 5.3 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de ‘Wet luchtkwaliteit’ in werking getreden, ter vervanging van het Besluit luchtkwaliteit 2005 en de bijbehorende Regelingen. De wet bevat basisverplichtingen op grond van de EU richtlijnen16, namelijk: plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage. De ‘Wet luchtkwaliteit’ is geen separate wet, maar een onderdeel (titel 5.2) van de Wet milieubeheer en vormt het kader voor de nieuwe regels op het gebied van luchtkwaliteit.

Page 26: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

26

De kern van het nieuwe toetsingskader blijft bestaan uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen, welke betrekking hebben op de stoffen zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, fijn stof (PM10), koolmonoxide, benzeen, benzo(a)pyreen, lood en ozon. In Nederland worden in het algemeen alleen overschrijdingen verwacht voor NO2 en PM1017. In het onderhavig onderzoek zijn dan ook alleen de stoffen NO2 en PM10 onderzocht. De grenswaarden voor NO2 en PM10 zijn: Overzicht toetsingskader luchtkwaliteit stof criterium grenswaarde (µg/m3) NO2 jaargemiddelde concentratie 40a) NO2 uurgemiddelde concentratie 200b) PM10 jaargemiddelde concentratie 40 PM10 etmaalgemiddelde concentratie 50 a. De jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 wordt in 2010 van kracht. In de jaren vóór 2010 zijn voor NO2 jaargemiddelde plandrempels van toepassing van 46, 44 en 42 µg NO2/m3 in respectievelijk 2007, 2008 en 2009. b. Tot 1 januari 2010 geldt voor wegen met tenminste 40.000 mvt/etmaal de uitzonderingsgrenswaarde van 290 µg NO2/m³ uurgemiddelde. In diezelfde periode zijn voor wegen met tenminste 40.000 mvt/etmaal voor NO2 tevens uurgemiddelde plandrempels van toepassing van 230, 220 en 210 µg NO2/m3 in respectievelijk 2007, 2008 en 2009.

De wet voorziet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Daarbinnen werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Het NSL kan pas in werking treden als de EU derogatie (verlenging van de termijn om luchtkwaliteitseisen te realiseren) heeft verleend. In het Besluit ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Voor de periode tot het verlenen van derogatie door de EU is het begrip ‘niet in betekenende mate’ gedefinieerd als 1 % van de jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 en PM10. Na verlening van derogatie treedt het NSL in werking en wordt de definitie van NIBM verschoven naar 3 % van de grenswaarde. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. In de overige gevallen kan een project doorgang vinden indien - bijvoorbeeld met een luchtkwaliteitonderzoek - aannemelijk kan worden gemaakt dat:

• het project, al dan niet in combinatie met de met het project verbonden maatregelen, niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit18 (tot inwerkingtreding van het NSL maximaal 1 %) (Wm artikel 5.16.1.c), ofwel dat;

• de luchtkwaliteit door het project, al dan niet in combinatie met de met het project verbonden maatregelen, per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft (Wm artikel 5.16.1.b.1°)19, ofwel dat;

• bij een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit vanwege het project, de luchtkwaliteit in een gebied rondom het project per saldo verbetert (Wm artikel 5.16.1.b.1°)20. De verbetering en verslechtering zullen beide moeten gelden voor overschrijdingssituaties en dienen te worden betrokken op de concentraties van NO2 en/of PM10, ofwel dat;

• er geen grenswaarden worden overschreden. De wijze van salderen in relatie tot het begrip NIBM is uitgewerkt in de Regeling ‘projectsaldering luchtkwaliteit 2007’. De Regeling ‘beoordeling luchtkwaliteit 2007’ vervangt de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 en het Meet en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 zijn regels beschreven met betrekking tot onder andere: - de manier van afronden (artikel 68); - de bepaling van de toetsingsafstand21 (artikel 70); - de voorgeschreven rekenmethoden (artikel 71); - de te gebruiken achtergrondconcentraties en emissiefactoren (artikel 66); - de dubbeltellingcorrectie (bijlage I, sub 5); - de zeezout aftrek (bijlage IV): × van de berekende jaargemiddelde concentratie mag een per gemeente verschillende concentratie

Page 27: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

27

worden afgetrokken; voor de gemeente Amersfoort bedraagt dit 4 µg PM10/m3; × van het berekende aantal overschrijdingen van de etmaalgemiddelde grenswaarde van

50 µg/m3 mag binnen heel Nederland 6 overschrijdingsdagen worden afgetrokken. In het onderzoek zijn de gevolgen van de herstructurering Randenbroek-Zuid in Amersfoort onderzocht met behulp van het CARII-model. De veranderingen ten gevolge van de herstructurering bedragen maximaal 0,3 µg/m³ (2018 Mozartweg ten zuiden van Ringweg Randenbroek) en vallen daarmee onder de Regeling NIBM (niet in betekenende mate). Op basis van onderhavig onderzoek wordt tevens geconcludeerd dat alle onderzochte situaties voldoen aan de luchtkwaliteitseisen Wet milieubeheer. Er is geen sprake van overschrijdingsgebieden voor de luchtverontreiniging. De herstructurering Randenbroek Zuid levert voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit geen bezwaren op. 5.4 Bedrijven- en milieuzonering Aanwezige bedrijven in en om het plangebied kunnen vanwege hun activiteiten en de milieubelasting die dit met zich meebrengt van invloed zijn op de herstructurering van Randenbroek Zuid. In onderhavig hoofdstuk wordt ingegaan op de aanwezige bedrijven in en om het plangebied en de betekenis hiervan voor de herstructurering in verband met de milieubelasting. Aangegeven wordt wat de eisen zijn waar bij de realisatie van de nieuwe woningbouw rekening moet worden gehouden en welke mogelijkheden er zijn om met inachtneming van die eisen nieuwe woningbouw te realiseren. Inrichting Wet milieubeheer Sinds 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer van kracht, kortweg het Activiteitenbesluit genoemd. Met de invoering van dit besluit wordt de systematiek gehanteerd dat alle inrichtingen (die voldoen aan de minimale omvangeisen) onder dit besluit vallen met uitzondering van die inrichtingen die zijn opgenomen in bijlage 1 van het Activiteitenbesluit. Wanneer een inrichting in bijlage 1 is opgenomen is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (milieuvergunning) vereist. In het plangebied bevinden zich geen bedrijven die zijn opgenomen in bijlage 1 van het Activiteitenbesluit. Normen Activiteitenbesluit De voornaamste milieuhinder van de bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen, is de geluidshinder. Het Besluit kent algemene geluidsvoorschriften die stellen dat een inrichting een langtijdgemiddelde geluidsniveau van 50, 45 en 40 dB(A) op de gevel van gevoelige gebouwen voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode toestaat. Daarnaast is een maximaal geluidsniveau van maximaal 70, 65 en 60 dB(A) op de gevel van gevoelige gebouwen toegestaan voor respectievelijk de dag-, avonden nachtperiode. Dit recht van bedrijven wordt bij veel kleinschalige bedrijven niet of maar gedurende enkele uren van de dag volledig gebruikt. Bij iedere nieuwbouw van woningen dient dan ook constant de milieuhinder van bedrijven bekeken te worden. Belangrijke aandachtspunten in deze zijn de ligging van de geluidsproducerende activiteiten, zoals bijvoorbeeld een schoolplein, ten opzichte van de nieuwe woningen. Ook de ligging van andere bebouwing tussen het bedrijf en de nieuwbouw speelt in deze mee. De bedrijven zijn geen knelpunt in de herstructurering van de woonwijk, omdat reeds bestaande woningbouw tussen de planlocatie is gelegen. Eén ervan wordt na het beëindigen van de activiteiten woonhuis, waardoor de Wet milieubeheer hierop niet meer van toepassing is. Het trafostation overschrijdt gezien de activiteiten en bouwwijze de gestelde normen niet op woningen. 5.5 Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen in de directe omgeving lopen als gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt en transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De aan deze activiteiten verboden risico’s moeten aanvaardbaar blijven.

Page 28: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

28

• Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: - bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid; - vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen. Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor bedrijvigheid is dit geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen(BEVI). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is dit geregeld in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Zowel in het besluit als in de circulaire zijn de centrale begrippen het plaatsgebonden en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken

1) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou

bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het groepsrisico (GR) drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De normen voor het GR hebben een oriënterende waarde (inspanningsverplichting). Indien de oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt overschreden, legt dit in het algemeen ook ruimtelijke beperkingen op aan een gebied buiten de 10-6-contour (PR).

• Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Ministerie van Verkeer en Waterstaat) Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in augustus 2004 de bovenstaande circulaire vastgesteld. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen. In nieuwe situaties geldt voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Uit de circulaire blijkt dat op meer dan 200 meter afstand van een aangewezen route gevaarlijke stoffen het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de het ruimtegebruik. Uit de circulaire blijkt voorts dat bij het vervoer van gevaarlijke stoffen beargumenteerd van de grenswaarde, richtwaarde en oriënterende waarde mag worden afgeweken.

• Beleidsnota Externe Veiligheid (Provincie Utrecht 2003) In de Beleidsnota Externe Veiligheid van de provincie Utrecht van 2003 zijn de provinciale ambities voor de jaren na 2003 uitgewerkt. Deze zijn hoger dan de wettelijke ondergrens. Voor het PR streeft de provincie naar een kans op overlijden die niet groter is dan één op de honderd miljoen jaar (10-8 per jaar), terwijl ten aanzien van het GR de provincie streeft naar 0,1 maal de oriënterende waarde. Voor het plangebied is beoordeeld of sprake is van activiteiten met gevaarlijke stoffen in en in de omgeving van het plangebied, die mogelijk risico’s zouden kunnen opleveren. Meer specifiek is gekeken naar de aanwezigheid van bedrijven die zijn aangewezen in het BEVI, waaronder LPG-tankstations, transportroutes over weg, spoor en water. Het plangebied ligt gedeeltelijk op minder dan 200 meter van de A28. Over deze weg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Bij de besluitvorming moet daarom rekening worden gehouden met het aspect externe veiligheid. AVIV heeft in het kader van dit project risicoberekeningen uitgevoerd ten aanzien van de geplande ontwikkelingen en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A28 (zie bijlage VIII). Hierin is ingegaan op zowel de hoogte van het PR als het GR. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de herstructurering van het plangebied. Het plangebied waarbinnen de herstructurering plaatsvindt ligt niet binnen een 10-6-PR-contour van een risicobron voor de externe veiligheid. Bij de berekening van het groepsrisico met de aangegeven maximale

1Dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar.

Page 29: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

29

invulling is sprake van een (niet berekenbare) toename van de hoogte van het groepsrisico. Bij overschrijding van de oriëntatiewaarde of bij een toename van het groepsrisico moet verantwoording worden afgelegd door het betrokken bestuursorgaan. In onderhavig geval is de verwachting dat geen sprake zal zijn van een significante toename van het groepsrisico. Voor de externe veiligheidsberekeningen is in onderhavige situatie uitgegaan van een fictieve invulling van het plangebied. 5.6 Bodem

• Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Volgens het Bro zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op daarvoor geschikte gronden te worden gerealiseerd.

• Wet Bodembescherming De Wet Bodembescherming bevat de voorwaarden die kunnen en worden verbonden aan het verrichten van handelingen in of op de bodem. Primair komt bescherming en sanering in de wet aan bod. De wet heeft betrekking op zowel landbodems als waterbodems. De Wet bodembescherming geeft aan wanneer er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en of er dan ook gesaneerd moet worden. De hoeveelheid grond dan wel grondwater (beide in m³) en de mate van vervuiling, gemiddeld boven de interventiewaarde, zijn de criteria voor een geval van ernstige bodemverontreiniging. De interventiewaarde is de waarde, waarboven er risico’s zijn voor mens, flora en fauna. De urgentie, de noodzaak om te saneren, hangt hiervan af maar ook van de mate van verspreiding van de bodemverontreiniging. Voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging is er bij niet gewijzigd grondgebruik soms geen noodzaak tot saneren. Voorbeelden zijn voormalige stortplaatsen en kleine verontreinigingen in het diepere grondwater. De gevallen van ernstige bodemverontreinigingen zijn door de Gemeente Amersfoort in beeld gebracht. In een aantal gevallen is in een beschikking Wet bodembescherming aangegeven wat er met een geval van ernstige bodemverontreiniging moet gebeuren. Nadat er is gesaneerd, kunnen er restverontreinigingen aanwezig zijn. Soms zijn er gebruiksbeperkingen.

• Besluit bodemkwaliteit en Bodemkwaliteitskaart Gemeente Amersfoort (7 augustus 2002) In 2002 is een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheerplan voor de gehele gemeente opgesteld. Op deze kaart ligt het bestemmingsplangebied “Randenbroek Schuilenburg” in de zone “licht verontreinigd” voor het deel Randenbroek. Het deel Schuilenburg bevindt zich in een zone die is aangewezen als “schoon”. Grondverzet kan plaatsvinden conform het Besluit Bodemkwaliteit.

Op basis van deze kwalificatie heeft bodemonderzoek plaatsgevonden (Rapportage milieuhygienisch bodemonderzoek Randenbroek Zuid te Amersfoort, 25 juni 2010, AMF157-6/strg/011). Op basis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek zijn in de rapportage de volgende conclusies getrokken: Grond: Verspreid over de onderzoekslocatie zijn in de bovengrond/tussenlaag bijmengingen aangetroffen; de bovengrond is diffuus belast met overwegend (licht) verhoogde gehalten aan enkele zware metalen,

PAK, Σ PCB en/of minerale olie. Plaatselijk zijn sterk verhoogde gehalten aan lood en zink en/of matig tot sterk verhoogde gehalten aan PAK gemeten. In de ondergrond zijn overwegend geen verhoogde gehalten gemeten. (Zeer) plaatselijk zijn in de

ondergrond licht verhoogde gehalten aan lood, zink, PAK en/of Σ PCB gemeten. De gemeten verhoogde gehalten zijn veelal te relateren aan de bijmengingen. Grondwater: Over de gehele locatie zijn licht verhoogde gehalten aan barium gemeten. Ter plaatse van het voormalige kassencomplex is tevens een sterk verhoogd gehalte aan nikkel en zijn licht verhoogde gehalten aan molybdeen, benzeen, xylenen en naftaleen gemeten. Ter plaatse van overig locatiedeel zijn plaatselijk

Page 30: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

30

tevens licht verhoogde gehalten aan enkele zware metalen en naftaleen gemeten. Op het gemeentelijk opslagdepot is tevens een licht verhoogd gehalte aan molybdeen gemeten. De gemeten gehalten aan barium betreft waarschijnlijk een natuurlijk verhoogde achtergrondwaarde. De oorzaak van de licht verhoogde gehalten aan molybdeen en enkele vluchtige aromaten hangt waarschijnlijk samen met de handelingen ter plaatse (brandplaats). De oorzaak van het sterk verhoogde gehalte aan nikkel hangt mogelijk samen met het zogenaamde plaatsingseffect van de peilbuis en/of hangt samen met de handelingen ter plaatse (brandplaats). In het onderzoek wordt het volgende gesteld: “Aangezien dergelijk verhoogde gehalten aan nikkel vaker in de regio worden gemeten (bron: gemeente Amersfoort) en er geen aanwijzingen zijn die kunnen duiden op een oorzaak van dit verhoogde gehalte wordt het in het kader van het onderhavige onderzoek niet noodzakelijk geacht om nader onderzoek in te stellen.” Waterbodem: Eventueel vrijkomend materiaal van de waterbodem van de zuidelijke watergang kan, bij toepassing van de waterbodem als ontvangende bodem of als toepassing onder water, worden toegepast onder de restricties van klasse A. Bij toepassing als landbodem geldt de klasse ‘industrie’. Eventueel vrijkomend materiaal van de waterbodem van de noordelijke watergang is, voor zowel toepassing op land- als waterbodem, in beide gevallen vrij toepasbaar (klasse AW2000). Asfalt: Het asfalt wordt als niet teerhoudend beoordeeld en kan worden hergebruikt. Asbest: Het aangetroffen plaatmateriaal aan maaiveld op het overig locatiedeel is asbesthoudend en betreft hechtgebonden asbest, bestaande uit chrysotiel. De gemeten dan wel berekende concentraties liggen onder de interventiewaarde; De verdenking van verontreiniging van de bodem met asbest is, op basis van de onderzoeksresultaten, onterecht. Gronddepots

• de partij grond uit depot 2 heeft een omvang van circa 330 m³ (circa 528 ton, dichtheid 1,6 ton per m³) en bestaat uit zand. Uit de toetsing van de analyseresultaten aan het Besluit bodemkwaliteit (generiek beleid) blijkt dat de grond voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse ‘AW2000’. De grond is vrij toepasbaar.

• de partij grond uit depot 3 heeft een omvang van circa 207 m³ (circa 310 ton, dichtheid 1,5 ton per m³) en bestaat uit matig humeus zand. Uit de resultaten van het kwantitatief asbestonderzoek blijkt dat geen asbest is aangetoond. Uit de toetsing van de analyseresultaten aan het Besluit bodemkwaliteit (generiek beleid) blijkt dat de grond voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse ‘industrie’. De grond is toepasbaar op een ontvangende bodem met klasse industrie en met de functie industrie.

• de partij grond uit depot 4 heeft een omvang van circa 223 m³ (circa 201 ton, dichtheid 0,9 ton per m³) en bestaat uit veen (potgrond). Er zijn bijmengingen polystyreenbolletjes en glaswol in het depot waargenomen. Uit de resultaten van het kwantitatief asbestonderzoek blijkt dat geen asbest is aangetoond. Uit de toetsing van de analyseresultaten aan het Besluit bodemkwaliteit (generiek beleid) blijkt dat de grond voldoet aan de bodemkwaliteitsklasse ‘industrie’. De grond is toepasbaar op een ontvangende bodem met klasse industrie en met de functie industrie.

Op basis van de conclusies worden de volgende aanbevelingen gedaan: Op de deellocaties I, VIII (vak 6), V, VII en XIII zijn gehalten lood, zink en PAK gemeten die de toetsingswaarde voor nader bodemonderzoek overschrijden. In het kader van de bestemmingsplanwijziging wordt het, gegeven het feit dat de gemeten verhoogde gehalten veelal zijn te relateren aan de bijmengingen en diffuus voorkomen en het niet aannemelijk wordt geacht dat sprake is van een ‘ernstig geval van bodemverontreiniging’ in de zin van de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk geacht om nader onderzoek in te stellen. N.B. In een gesprek met de gemeente Amersfoort (bevoegd gezag) d.d. 10 juni 2010 heeft zij aangeven hiermee te kunnen instemmen. Het wordt

Page 31: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

31

aanbevolen om vrijkomende grond van de deellocaties I, VIII (vak 6), V, VII en XIII, waar gehalten zijn gemeten die de toetsingswaarde voor nader bodemonderzoek worden overschreden, gescheiden in depot te zetten en een depotkeuring uit te voeren conform BRL SIKB 1000 VKB protocol 1001. Indien sprake is van tijdelijke uitname, kan - met uitzondering van de grond die als niet toepasbaar is beoordeeld - de grond zonder melding of keuring op of nabij dezelfde plaats worden teruggebracht. Overblijvende grond moet in depot worden gezet en gekeurd om de definitieve eindbestemming te bepalen. Wanneer de grond elders wordt hergebruikt, moet een depotkeuring worden uitgevoerd conform BRL SIKB 1000 VKB protocol 1001. Deze keuring is een geldig bewijsmiddel onder het Besluit bodemkwaliteit en is noodzakelijk voor de toepassing elders. Het wordt aanbevolen om bij de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden rekening te houden met het vanaf maaiveld aantreffen van diverse materialen (o.a. puin, bakstenen, kooltjes, glas, asfalt). Bij grondverzet wordt het aanbevolen om bijmengingen bevattende grond gescheiden van zintuiglijk geen bijmengingen bevattende grond te houden. Voorgesteld wordt om de praktische uitvoering daarvan in nader overleg af te stemmen. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het onderzoek een steekproef betreft. Bij ontgravings- of bouwwerkzaamheden wordt aanbevolen alert te zijn op zintuiglijke afwijkingen. Nb. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de omvang van de plaatsen waar verhoogde gehalten aan PAK zijn gevonden vindt in oktober en november 2010 een nader onderzoek plaats. Daarnaast vindt nog onderzoek plaats naar eventuele verontreiniging door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de voormalige kassen. 5.7 Geluid

• Wegverkeerslawaai Volgens de Wet geluidhinder ligt rond elke weg een geluidszone, met uitzondering van 30 km/uur wegen en woonerven. Bij ontwikkeling van geluidsgevoelige bestemmingen -waaronder woningen- binnen deze geluidszones is akoestisch onderzoek noodzakelijk. De breedte van de zone langs een weg is afhankelijk van de aard van de weg (stedelijk of buitenstedelijk), en het aantal rijstroken. Randenbroek zuid ligt binnen de geluidszone van de rijksweg A28, Heiligenbergerweg, Ringweg Randenbroek en Randweg. Voor elk van deze wegen vindt een aparte toetsing plaats aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. De overige wegen nabij het plangebied kennen een maximumsnelheid van 30 km/uur en datzelfde geldt voor de ontsluitingswegen die binnen het plangebied zelf worden aangelegd. Ingenieursbureau Witteveen en Bos (verder W+B) heeft akoestisch onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn opgenomen in het rapport AMF-157-4 d.d. 13 april 2010 en de aanvullende brief AMF-157-4/nija4/10 van 27 april 2010. Ter plaatse van de nieuw te bouwen woningen is het uitgangspunt dat per weg moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder. De voorkeursgrenswaarde voor nieuwe woningen binnen de zone van een weg bedraagt 48 dB. Indien niet (zondermeer) kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde moeten maatregelen worden onderzocht waarmee de geluidsbelasting zo veel mogelijk kan worden gereduceerd. Indien maatregelen onvoldoende effectief zijn, dan wel stuiten op overwegende bezwaren van financiële, stedenbouwkundige, landschappelijke of verkeerskundige aard, kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot het vaststellen van hogere grenswaarden. De maximaal vast te stellen hogere grenswaarde is opgenomen in de Wet geluidhinder en hangt af van de situatie. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de maximaal vast te stellen hogere grenswaarde, met het van toepassing zijnde artikel van de Wet geluidhinder.

Page 32: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

32

Tabel maximale grenswaarden Wet geluidhinder voor woningen

situatie weg nieuwbouw Vervangende nieuwbouw

Wet geluidhinder artikel

Maximale grenswaarde

Wet geluidhinder artikel

Maximale grenswaarde [dB]

stedelijk Heiligenbergerweg Artikel 83, lid 2 63 dB Artikel 83, lid 4 68 dB

Ringweg Randenbroek

Randweg

buitenstedelijk Rijksweg A28 Artikel 83, lid 1 53 dB Artikel 83, lid 6 63 dB

Bij toetsing aan de Wet geluidhinder is conform Artikel 110g een aftrek van toepassing. De aftrek bedraagt 5 dB voor wegen waarvan de representatief te achten rijsnelheid lager is dan 70 km/uur. Voor overige wegen bedraagt de aftrek 2 dB. Voor de planlocatie is verder van belang dat bestaande woningen in aanmerking komen voor sanering. De gemeente Amersfoort heeft reeds subsidie ontvangen van het ministerie van VROM voor de bouw van een geluidsscherm. Omdat Rijkswaterstaat bezig is met de voorbereiding van plannen voor een wegaanpassing van de A28, is het reeds lange tijd onzeker waar de geluidsschermen gebouwd mogen worden en wanneer de bouw van start kan gaan. De voorkeur gaat immers uit naar een goed afstemming met Rijkswaterstaat waardoor een duurzame, toekomstbestendige oplossing kan worden gerealiseerd. Nu de planontwikkeling van Randenbroek zuid in een vergevorderd stadium verkeert, zijn in eerste instantie geluidsberekeningen gemaakt met als vertrekpunt het laatst vastgestelde voorlopig ontwerp van het saneringsscherm. In dit schermvoorstel varieert de hoogte tussen 3,0 en 7,0 meter (zie ook afbeelding 3.2 in het rapport van W+B). Dit is op dit moment het meest plausibel uitgangspunt, en tegelijkertijd komt dit dichtbij een worstcase-benadering. Het is immers aannemelijk op dat ten noordwesten en mogelijk ook ten zuidoosten aansluitend op het T11-geluidsscherm ook saneringsschermen worden gebouwd. Met deze aansluitende schermen is veiligheidshalve nog geen rekening gehouden. Uitgaande van het saneringsscherm zouden de volgende minimale aantallen hogere grenswaarden noodzakelijk blijven:

• Vanwege de A28: 235 woningen;

• Vanwege de Heiligenbergerweg: 11 woningen;

• Vanwege de Ringweg Randenbroek: 4 woningen;

• Vanwege de Randweg: 0 woningen. Naast de Wet geluidhinder is, bij het vaststellen van hogere grenswaarden, ook de gemeentelijke geluidsnota van toepassing. Hogere waarden kunnen slechts worden vastgesteld onder voorwaarde dat elke woning tenminste één geluidsluwe gevel heeft. Dit is een gevel waarop de voorkeursgrenswaarde vanwege geen van de aanwezige geluidsbronnen wordt overschreden. Voor vervangende nieuwbouw kan de eis aan de geluidsluwe gevel ten hoogste 5 dB soepeler worden gehanteerd. Voor bouwplannen van meer dan 250 woningen geldt in principe dat er voor hooguit 15% van de woningen een ontheffing wordt vastgesteld. Indien wordt uitgegaan van het saneringsscherm, blijven de geluidsbelastingen bij de nieuw te bouwen woningen hoger dan de randvoorwaarden volgens het geluidsbeleid. Daarom is onderzocht met welke schermvariant zoveel als mogelijk kan worden voldaan aan het geluidsbeleid. Deze schermvariant is langer dan het saneringsscherm en deels ook hoger (de maximale hoogte blijft overigens 7,0 meter). Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat met deze schermvariant geheel wordt voldaan aan de eisen uit de Wet geluidhinder en vrijwel geheel kan worden voldaan aan het geluidsbeleid.

Page 33: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

33

Uitgaande van het uitgebreide scherm zouden de volgende minimale aantallen hogere grenswaarden noodzakelijk blijven:

• Vanwege de A28: 160 woningen;

• Vanwege de Heiligenbergerweg: 11 woningen;

• Vanwege de Ringweg Randenbroek: 4 woningen;

• Vanwege de Randweg: 0 woningen. Aan de 15% bepaling uit het geluidsbeleid kan niet worden voldaan. Voor Randenbroek Zuid wordt deze norm niet toegepast om de volgende redenen:

• De netto toevoeging is relatief beperkt;

• Gezien de locatie nabij rijksweg A28 is een quotum van 15 % ontheffingen niet haalbaar. Zelfs als er draconische maatregelen (schermen 10 meter of hoger) worden genomen zal het streefpercentage van 15 niet worden gehaald;

• Er is een geschiktere methode om de geluidskwaliteit te borgen, die hier meer op zijn plaats is. Het beleid is er voor deze locatie op gericht tenminste op begane grond niveau en zo mogelijk ook op het niveau van de eerste verdiepingen een redelijk tot goed geluidsklimaat te garanderen. Dit wil zeggen dat op die hoogte(n) wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Hoewel er zo toch voor een fors aantal woningen hogere grenswaarden moet worden vastgesteld, blijven de overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde veelal beperkt tot enkele dB en vinden ze slechts plaats op de 1

e en 2

e verdiepingen. Hierdoor is er sprake van een acceptabel

woonklimaat.

Gelet op het voorgaande is de akoestische situatie vanwege het wegverkeer acceptabel en kunnen hogere grenswaarden worden vastgesteld.

• Effecten vanwege Kingmaschool De nieuwe woningen worden nabij de Kingmaschool gerealiseerd. Daarom dient ook de akoestische situatie vanwege de school te worden beoordeeld. De beoordeling vindt tweeledig plaats:

1. Toetsing aan de richtwaarde volgens de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering; 2. Toetsing in analogie met de grenswaarden volgens het Activiteitenbesluit.

De richtwaarde voor een rustige woonomgeving betreft een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 45 dB(A) etmaalwaarde. De grenswaarde volgens het Activiteitenbesluit betreft een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 50 dB(A). De grenswaarde voor maximale geluidsniveaus (kortstondige pieken) bedraagt 70 dB(A). Van deze richt- en grenswaarden mag gemotiveerd worden afgeweken. Uit het akoestisch onderzoek van W+B blijkt dat, op basis van een worst case benadering, de grenswaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau met 1 dB wordt overschreden (ook de richtwaarde wordt dus overschreden). De grenswaarde voor het maximale geluidsniveau wordt (als gevolg van een schreeuwend kind) overschreden, met ten hoogste 5 dB. Geconstateerd wordt dat de overschrijdingen enkel gedurende de dagperiode optreden en zijn gebaseerd op een worst case situatie. Voor wat betreft de maximale geluidsniveaus houdt dit in dat geen sprake zal zijn van slaapverstoring door de kortstondige verhogingen. De overschrijding van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus is gering. Gelet op het voorgaande is het wenselijk dat de geluidswering van de woningen op een zodanig peil wordt gebracht dat voor wat betreft het resulterende binnenniveau (inclusief de bijdrage van het wegverkeer) wordt voldaan aan de eisen volgens het Bouwbesluit en het Activiteitenbesluit. In combinatie met de aanwezigheid van een geluidsluwe gevel van de woningen is daarmee een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd. Het besluit heeft op grond van het bepaalde volgens artikel 110a van de Wet geluidhinder betrekking op de volgende hogere grenswaarden quota die zijn gebaseerd op de rapportage van W+B met een kleine reserve om enige ontwerpspeling te houden.

Page 34: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

34

Weg Hogere grenswaarde Aantal woningen

A28 50 dB 53 dB 56 dB

110 55 6

Heiligenbergerweg 50 dB 53 dB 56 dB 60 dB 63 dB

5 4 3 2 1

Ringweg Randenbroek 50 dB 5

5.8 Flora en Fauna

• EU-vogelrichtlijn/1979 en EU-Habitatrichtlijn/1992 De bescherming van de natuur is in Europees verband vastgelegd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Beide richtlijnen dragen zorg voor zowel gebiedsbescherming als soortenbescherming. Nederland heeft de richtlijnen geïmplementeerd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet van 1968 en 1998 (gebiedsbescherming) en de Flora- en faunawet (soortenbescherming). De gebiedsbescherming heeft betrekking op de Vogelrichtlijngebieden die het rijk heeft vastgesteld, de Habitatrichtlijn gebieden die het rijk bij de Europese Commissie heeft aangemeld, de beschermde natuurmonumenten en de staatsnatuurmonumenten. Ruimtelijke ingrepen die in deze gebieden plaatsvinden dan wel in de nabijheid van beschermde natuurgebieden, moeten worden getoetst op hun effecten op deze gebieden.

• Nota Ruimte In de Nota Ruimte (2006) is een aantal uitwerkingen van ruimtelijke afwegingskaders voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aangekondigd. De EHS beoogt de realisatie van een samenhangend netwerk van natuurgebieden en verbindingszones. Het streven is om in Nederland in 2020 meer dan 750.000 hectare aan EHS gebieden te hebben. De provinciale uitwerking van de EHS is de PEHS. Aantasting van de EHS mag niet leiden tot nettoverlies aan natuurwaarden. Er geldt een ‘nee, tenzij’-regime, wat inhoudt dat aantasting van de EHS in principe niet mag plaatsvinden tenzij er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

• Flora- en Faunawet De soortenbescherming heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, (trek)vogels, reptielen en amfibieën, op een aantal vissen, libellen en vlinders, op enkele bijzondere en min of meer zeldzame ongewervelde diersoorten (uit de groepen kevers, mieren, schelp- en schaaldieren) en op een honderdtal vaatplanten. Welke soorten planten en dieren wettelijke bescherming genieten, is vastgelegd in een aantal bij de Flora en faunawet behorende besluiten. Dat houdt in dat bij planvorming uitdrukkelijk rekening gehouden moet worden met de gevolgen die ruimtelijke ingrepen hebben voor de instandhouding van de beschermde soort. Sinds 22 februari 2008 is een nieuwe AMvB in werking getreden die voorziet in een wijziging van het “Besluit beschermde dier- en plantensoorten”. Deze AMvB, betekent dat het ontheffingsregime is aangepast. Met de inwerkingtreding van dit besluit zal sprake zijn van een drietal categorieën beschermingsniveaus:

• Niveau 1: een algemene vrijstelling van in Nederland algemeen voorkomende soorten;

• Niveau 2: een algemene vrijstelling met gedragscode voor een aantal beschermde soorten;

• Niveau 3: streng beschermde soorten. Tegen deze wettelijke achtergrond worden de nieuwe ontwikkelingen beoordeeld in relatie tot wettelijk beschermde planten en dieren en hun natuurlijke omgeving.

• Boswet Op bosgebieden buiten de bebouwde kom (volgens de definitie van de Boswet) en groter dan 10 are of - bij rijbeplanting – meer dan 20 bomen, is de Boswet van toepassing. De Boswet beoogt het areaal bos in

Page 35: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

35

Nederland in stand te houden. Als bos waarop de Boswet van toepassing is, gekapt wordt is men altijd verplicht tot heraanplant, tenzij er sprake is van een goedgekeurd bestemmingplan. Als dat het geval is, moet compensatie van het betreffende bosareaal elders plaatsvinden. De provincie Utrecht is bevoegd gezag voor naleving van de Boswet. Gebiedsbescherming Wat betreft de gebiedsbescherming valt een deel van het plangebied onder de bescherming van de ecologische hoofdstructuur (EHS). De Vosheuvelbeek en het Valleikanaal zijn aangewezen als ecologische verbindingszone.

De zone langs het Valleikanaal en de Vosheuvelbeek is hiermee planologisch veiliggesteld. Of het gebied ook gaat functioneren als ecologische verbindingszone is sterk afhankelijk van de inrichting, het gebruik en het beheer. Formeel gezien geldt er voor de herontwikkeling van de woonwijk een ‘Nee, tenzij toets’. Deze ontwikkeling naast de EHS mag het functioneren van deze zone als ecologische verbindingszone niet in de weg staan. De ecologische verbindingszone langs de Vosheuvelbeek is een belangrijke schakel tussen de Heiligenbergerbeek en het Valleikanaal. De Vosheuvelbeek is aangewezen als ecologische verbindingszone binnen de ecologische hoofdstructuur. In het Natuurgebiedplan Gelderse Vallei is voor dit onderdeel van de EHS in totaal 8 ha zoekgebied voor nieuwe natuur opgenomen. Naast 3 ha als bestaande natuur. (zie pag. xix natuurgebiedsplan Gelderse vallei). Voor het inrichten en beheren van EHS zijn subsidies beschikbaar. Het inrichten van de Vosheuvelbeek als ecologische verbindingszone heeft als doel een groot aantal soorten van Heiligenbergerbeek naar het Valleikanaal te helpen. Voor de Vosheuvelbeek zijn als doelsoorten gedefinieerd: Vlinders: Oranjetipje, Kleine vuurvlinder, Argusvlinder, Hooibeestje, Weidebeekjuffer Vissen: Riviergrondel, Bermpje, Kleine modderkruiper, Grote modderkruiper, Bittervoorn, Winde,

Alver, Snoek Amfibieën: Bruine kikker, Kamsalamander, Gewone pad, Poelkikker Reptielen: Ringslang Vogels: Fuut, Waterhoen, Meerkoet, Kleine karekiet, Bosrietzanger, Rietgors, IJsvogel Zoogdieren: Bosspitsmuis, Vleermuizen(Watervleermuis en Meervleermuis),Waterspitsmuis, Hermelijn,

Dwergmuis en Wezel Om soorten te verleiden langs de beek te gaan moet het aan een aantal randvoorwaarden voldoen. De verbindingen bestaan uit een netwerk van oevers die natuurvriendelijk zijn ingericht eventueel met oeverlandjes. Deze corridors bestaan uit een mozaïek van plas-drasbermen, ruigtes, riet, struweel, (schraal)grasland en kleine bosschages. Op enkele plaatsen kunnen paaiplaatsen (ondiepe inham) en overwinteringplaatsen (water van 1,5 -2 meter diep) voor vissen en amfibieën worden ontwikkeld. Op regelmatige afstand langs de watergangen komen geïsoleerde poelen voor. Deze kleine stapstenen in de vorm van poelen die voor amfibieën zijn ingericht liggen maximaal 300 tot 500 meter uit elkaar. De oppervlakte van een kleine stapsteen is tenminste 0,5 tot 1 hectare. Op een onderlinge afstand van 1,5 tot 2 kilometer worden grotere stapstenen ontwikkeld van 1 tot 4 ha. Kleinere en minder mobiele soorten kunnen hier een leefgebied vinden. In plaats van poelen kan ook gekozen worden voor ondiepe plaatsen met stilstaand water aansluitend aan de beek.

Ook al wordt de verbinding voldoende ingericht, dat kan allemaal teniet worden gedaan door een intensivering van het recreatieve gebruik met honden en ook mensen in de schemering en de nachtelijke uren. Van belang om mitigerende maatregelen te treffen zoals geen verlichting in het gebied, een honden uitlaatveld aan de rand (honden a/d lijn in het gebied of geen honden), afschermende maatregelen daar waar bebouwing relatief ver het gebied insteekt, een goede inrichting ook van de Rijkswaterstaat zijde van de beek, een handig tracé voor het wandelpad, geen fietspad, etc. Waar mogelijk de kwaliteit van de verbindingszone borgen in een stelsel van aanlegvergunningen.

Page 36: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

36

Soortbescherming Bij de soortbescherming is het van belang om op het moment van vaststellen van een bestemmingsplan te weten of er (streng) beschermde soorten in het plangebied voorkomen die een bepaalde bestemming in de weg staan.

In de quick scan Flora-en Faunawet (Witteveen+Bos, 2008) zijn géén (streng) beschermde soorten aangetroffen. Wel werd de aanbeveling gedaan voor vervolgonderzoek naar vleermuizen en vogels met een vaste verblijfplaats. Dit vervolgonderzoek is in augustus 2010 afgerond en in oktober 2010 geactualiseerd (Veerman, I. Ecologisch onderzoek Randenbroek omgeving Berliozstraat, Amersfoort. 2010. Rapport 09152. EcoGroen Advies BV, Zwolle). Het onderzoek van Ecogroen concludeert ten aanzien van voorkomende en te verwachten soorten het volgende:

• er zijn geen zwaarder beschermde plantensoorten of plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen in het plangebied. Deze worden gezien de terreingesteldheid ook niet verwacht. Binnen de plangrens is de licht beschermde Brede wespenorchis aangetroffen, een licht beschermde plantensoort;

• vaste verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aanwezig in de te slopen panden in het plangebied. Bij de onderzoek zijn met zekerheid vijf paarverblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis vastgesteld;

• verspreid in het plangebied zijn verder vaste verblijfplaatsen van enkele algemene, licht beschermde zoogdiersoorten aangetoond of te verwachten. Verblijfplaatsen van zwaarder beschermde zoogdieren zoals Steenmarter zijn niet aangetroffen;

• in het plangebied is een nest van Buizerd aangetroffen. Dit is een broedvogel waarvan de nestplaats en zijn functionele leefomgeving jaarrond beschermd is;

• bij het bemonsteren van aanwezige wateren is de middelhoog beschermde vissoort Kleine modderkruiper vastgesteld. Beïnvloeding van het leefgebied wordt niet verwacht;

• binnen het plangebied is voorplanting en overwintering van enkele licht beschermde amfibieënsoorten als Bruine kikker, Gewone pad en Kleine water salamander te verwachten;

• er zijn geen reptielen of beschermde ongewervelden aangetroffen. Nee, tenzij - toets Op 5 mei 2010 heeft Witteveen en Bos de ‘Nee, tenzij-toets’ uitgevoerd voor het plangebied Randenbroek Zuid. Deze toets is in oktober 2010 geactualiseerd onder andere op basis van de resultaten van het ecologisch onderzoek. De volgende conclusies worden getrokken:

• in het plangebied zijn geen functionerende Ecologische Verbindings Zone’s (EVZ) aanwezig en aan twee zijden van het plangebied zijn twee EVZ’s geprojecteerd als zoekgebied nieuwe natuur;

• in het huidige plan wordt een deel van de zone rond de EVZ’s groen ingericht, waardoor de nog te realiseren EVZ’s breder worden. Hierdoor neemt de potentiële waarde van het plangebied voor de EVZ’s toe, aangezien het gebied meer geschikt wordt als leefgebied van verschillende droge soorten. Indien de recreatiedruk op de groenvoorzieningen in de wijk toeneemt, zal mogelijk ook de recreatiedruk op het bos in de EVZ’s toenemen, waardoor de verstoring overdag wordt vergroot. Een bepaalde mate van zonering of afrastering kan dit voorkomen;

• de nog te realiseren EVZ’s worden robuuster naarmate zij breder worden. Het voornemen zal de EVZ niet doorkruisen (versnipperen) of kleiner maken (minder robuust), zodat het functioneren als leef- en rustgebied in de nog te realiseren EVZ’s in de toekomst gewaarborgd is. De aaneengeslotenheid of robuustheid worden niet aangetast;

• zowel in de huidige, als de toekomstige situatie vormt het plangebied geschikt foerageergebied voor vleermuizen. Indien de aanwezige vliegroute van de gewone dwergvleermuis door het voornemen wordt aangetast, blijven er voldoende alternatieve routes binnen het plangebied aanwezig. Voor het voorkomen van verstoring van watervleermuis boven het Valleikanaal is het van belang dat geen verlichting in de directe omgeving van het kanaal wordt aangebracht. Mits hiermee rekening wordt gehouden, vindt geen aantasting van migratie- of foerageerroutes van doelsoorten plaats en de essentiële verbindingen die met de toekomstige EVZ’s worden beoogd, blijven binnen het plangebied gewaarborgd.

Page 37: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

37

Ontheffing, vrijstelling en mitigerende maatregelen Ten aanzien van ontheffing, vrijstelling en mitigerende maatregelen wordt in het ecologisch onderzoek van Ecogroen het volgende geconcludeerd:

• de verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis zullen verdwijnen als gevolg van de sloop. Om te voorkomen dat hiermee de functionaliteit van de leefomgeving is het geding komt dienen mitigerende maatregelen te worden uitgevoerd. De essentie hiervan moet zijn dat er permanent voldoende geschikte verblijfplaatsen in het plangebied aanwezig zijn. Dit is mogelijk door in de hand te haven bebouwing en de nieuwbouw geschikte ruimten te creëren. Middels dergelijke maatregelen kunnen overtredingen van de Flora- en faunawet worden voorkomen;

• de huidige nestlocatie van Buizerd zal als gevolg van de voorgenomen plannen ongeschikt worden. Buizerd is echter een flexibele roofvogel met een erg groot territorium. Naar verwachting zijn er voor deze soort alternatieve nestlocaties binnen het huidige territorium, waardoor de functionaliteit van de leefomgeving niet in het geding is. We raden aan om de situatie ter beoordeling voor te leggen aan DLG, waar mogelijk in de vorm van een vooroverleg. Vervolgens kan worden besloten om een ontheffing aan te vragen met mogelijk (hopelijk) een positieve afwijzing tot gevolg;

• voor alle vogels geldt dat werkzaamheden die in gebruik zijnde broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen altijd voorkomen dienen te worden. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd, maar is het van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Het ontzien van broedvogels is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten in de periode voor half maart en na half juli. Echter bepaalde soorten, zoals Houtduif en Turkse tortel, kunnen broeden tot in december;

• bij de beoogde plannen kunnen exemplaren en verblijfplaatsen van enkele algemene en licht beschermde kleine zoogdieren, planten en amfibieën verloren gaan. Voor de in voorliggende situatie aanwezige of te verwachten tabel 1-soorten geldt in deze situatie echter automatisch vrijstelling van de verbodsartikelen van de Flora- en faunawet.

Conclusie De natuurwetgeving levert geen belemmeringen op voor de ontwikkelingen in het plangebied. Voor het goed blijven functioneren van de Vosheuvelbeek is aandacht voor mitigerende maatregelen van belang. In het inrichtingsplan dient daar expliciete aandacht aan te worden besteed. Middels een aanlegvergunningenstelsel is de controle op bebouwing in de zone gewaarborgd. 5.9 Duurzaamheid Bij de uitwerking van de plannen op bouwplanniveau moeten als randvoorwaarden worden meegenomen: � het “Milieubeleidsplan Amersfoort 2008-2011” en het “Energiebeleidsplan 1996”; � het “Werkboek Duurzaam Bouwen en Wonen”, 1996. De in deze nota’s opgenomen beleidsdoelstellingen zijn vastgelegd c.q. vertaald naar een prestatieafspraak , uitgedrukt in een puntenscore. Voor bepaalde materialen ( hout uit niet duurzaam beheerde bossen, uitlogende bouwmetalen (koper, lood en zink) voor zover deze worden toegepast op plaatsen die zijn blootgesteld aan weersinvloeden, geldt een toepassingsverbod. Bij bouwprojecten dient vroegtijdig te worden overlegd met de afdeling Milieu van de gemeente Amersfoort over de sturing van ontwerp- en materiaalkeuzen. Doel van dit overleg is: � het vroegtijdig bepalen van de milieuambities en het in beeld brengen van kansen; � een programma van ‘dubo’-eisen op te stellen; � de aanpak van duurzaam bouwen in te vullen; � vast te stellen hoe het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp worden getoetst op de

uitgangspunten van ”duurzaam bouwen”, alsmede het toetsen van het bestek en de uitvoering door de afdeling Bouw- en Gebruikskwaliteit.

Basis voor energiebewust bouwen is het energiebeleidsplan. Als resultaatsverplichting op gebouwniveau geldt het realiseren van een energieprestatie die 10% onder de wettelijk vigerende Energie Prestatienorm ligt. Uitgangspunt is het zoeken naar kansen om te komen tot energiereductie (vraagvermindering), het

Page 38: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

38

benutten van duurzame bronnen van energie en het zo efficiënt mogelijk gebruiken van traditionele energiebronnen.

Page 39: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

39

Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving 6.1 Wat is een bestemmingsplan Het gemeentelijk bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden ook wel toelatingsplanologie genoemd. Het wordt de grondgebruiker toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft uit te oefenen. Dit houdt in:

1. de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren;

2. de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming. Een afgeleide van de gebruiksregels van het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (bouwvergunning) en regels voor het verrichten van werken (aanlegvergunning). Een bestemmingsplan regelt derhalve:

1. het toegestane gebruik van gronden (en de bouwwerken en gebouwen); 2. regels voor: het bebouwen van de gronden en het aanleggen van werken.

6.2 Over bestemmen, dubbelbestemmen en aanduiden Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak gelden de gebruiksmogelijkheden zoals die in de bijbehorende regels worden gegeven. 6.3 Hoofdstukopbouw van de regels De regels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:

1. Inleidende regels. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de regels worden gebruikt. Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de regels te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels.

2. Bestemmingsregels. In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. In onderhavig plan betreft het XX bestemmingen. Elk artikel kent de volgende opzet: eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen ontheffingsbevoegdheden met betrekking tot bouw-en/of gebruiksregels.

3. Algemene regels. In dit hoofdstuk zijn bepalingen opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het gehele plan. Het zijn achtereenvolgens een antidubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels en een bepaling uitsluiting aanvullende werking bouwverordening.

4. Overgangs- en slotregels. In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.

6.4 Dit bestemmingsplan Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Page 40: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

40

6.5 Bijzonderheden in dit bestemmingsplan Voorliggend bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen: Cultuur en Ontspanning, Detailhandel, Gemengd, Groen, Maatschappelijk, Recreatie, Tuin, Verkeer, Verkeer-Verblijf, Water en Wonen. Bestemmingen: Bedrijf De bestemming is bestemd voor de Verdistraat 79. Het terrein met daarop een loods is gelegen naast het Valleikanaal aan de rand van het plangebied in het groen. Het terrein is bestemd voor de gemeentewerf. Op dit terrein worden hoofdzakelijk bestratingsmaterialen en straatmeubilair opgeslagen voor hergebruik. Detailhandel De bestemming is bestemd voor de kunst- en antiekhandelaar “De Spindelaar” aan de Zwarteweg. Gemengd De bestemming is gelegd op de boerderij Randijk. Het is binnen deze bestemming toegestaan een educatief centrum te hebben waar ondergeschikte horeca is toegestaan. Verder bestaat de mogelijkheid om een kinderdagverblijf te vestigen of een buitenschoolse opvang. Binnen het bouwvlak mogen de nieuwe gebouwen niet meer bedragen dan 20% van de bij vaststelling van dit bestemmingsplan aanwezige bebouwing. Groen De bestemming is gelegd op de belangrijkste groenvoorzieningen in het plangebied. Binnen de bestemming zijn ook watergangen, speelvoorzieningen, voet- en fietspaden, in- en uitritten, geluidwerende voorzieningen en nutsvoorzieningen mogelijk. Tevens is het opvangen van een teveel aan regenwater in een wadi toegestaan. Maatschappelijk Alle bestaande maatschappelijke voorzieningen in het plangebied hebben de bestemming “Maatschappelijk” gekregen. Bebouwing ten behoeve van de bestemming dienen plaats te vinden binnen het bouwblok. De toegestane hoogte van de gebouwen zijn op de verbeelding in het bouwblok aangegeven. In het bouwblok zijn geen percentages gegeven ze mogen geheel worden bebouwd. Voor bijgebouwen buiten het bouwblok is een ontheffing opgenomen. De maximale gezamenlijke oppervlakte van die gebouwen is afhankelijk van de omvang van het bouwblok. Recreatie Alle bestaande recreatieve functies in het plangebied hebben de bestemming “Recreatie” gekregen. De functie volkstuin (vt) is door middel van een aanduiding op de kaart aangegeven. Binnen de gehele bestemming is het toegestaan om gebouwen te plaatsen ten dienste van de bestemming. Verkeer en Verkeer - Verblijf De wegen in het stedelijk gebied van Amersfoort zijn ingedeeld in twee categorieën: gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De gebiedsontslutingswegen hebben primair een verkeersfunctie, terwijl de erftoegangswegen vooral een verblijfsfunctie vervullen. De Heiligenbergerweg is een gebiedsontsluitingsweg en is bestemd voor “Verkeer”. De overige wegen in het plangebied zijn bestemd voor “Verkeer - Verblijf” Water De bestemming is hoofdzakelijk bestemd voor de Vosheuvelbeek. Deze watergang gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur verdient extra bescherming. Binnen de bestemming geldt een aanlegvergunningenstelsel, waarbij werkzaamheden in het gebied zo danig moeten worden verricht dat er geen onevenredige afbreuk van het groene karakter plaatsvindt.

Page 41: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

41

Wonen Alle woningen in het plangebied zijn bestemd voor “Wonen”. De verbeelding geeft enkel bouwvlakken waarbinnen de woningen mogen worden opgericht. Het type woning (aaneengesloten, vrijstaand enz.) en de goot- en nokhoogte worden aangegeven binnen het bouwvlak. De aan- en bijgebouwen mogen in principe alleen worden gebouwd binnen het bouwvlak. De goothoogte van de vrijstaande erfbebouwing is beperkt tot 3 meter. De bij de realisatie ontstane voor-, zij- en achtergevels worden aangemerkt als hoofdgebouw. Dubbelbestemmingen: Leiding – riool In het plangebied ligt aan de westkant van het Valleikanaal de rioolwaterpersleiding Leusden-Amersfoort. Aan weerszijden van de leiding is een beschermingsgebied van 3,5 meter aangewezen. Waarde - ecologie Op de bestemming “Groen” en “Water” ligt de dubbelbestemming “Waarde – ecologie”. Binnen deze bestemming staat voorop het behoud en herstel van de ecologische verbindingszone langs de Vosheuvelbeek. Binnen deze bestemming is het niet toegestaan te bouwen, dit om de ontwikkeling van de natuur alle ruimte te geven. Activiteiten binnen de bestemming zijn enkel toegestaan na het verlenen van een aanlegvergunning.

Page 42: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

42

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Inleiding Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van het plan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan gevoerd is, als om de economische uitvoerbaarheid. Bij de uitvoerbaarheid speelt ook de handhaving een belangrijke rol. 7.2 Economische uitvoerbaarheid Op grond van het bepaalde in artikel 3.1.6 onder f. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in de toelichting inzicht te worden gegeven in de uitvoerbaarheid van het onderhavige bestemmingsplan Randenbroek-Zuid. Het onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt momenteel uitgevoerd. De resultaten en de overwegingen daarbij zullen aanvullend in deze paragraaf worden opgenomen. Het onderzoek zal zeer waarschijnlijk uitwijzen dat alle kosten en opbrengsten voor Randenbroek Zuid overziend er sprake is van een sluitende/positieve grond- en opstalexploitatie waarmee het bestemmingsplan in zoverre voor de gemeente en stichting De Alliantie te Huizen financieel-economisch uitvoerbaar is. 7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7.3.1 Inleiding De procedure voor de vaststelling van een bestemmingsplan is door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen de gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven. Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan. 7.3.2 Inspraak De Wet ruimtelijke ordening zelf bevat geen bepalingen omtrent inspraak. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen b.v. op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken. Inspraak zal plaatsvinden volgens de in de “Rol van de Raad” opgenomen gevallen. Het bestemmingsplan Randenbroek Zuid is een model 2 bestemmingsplan. Deze procedure kent geen inspraak. Wel is op andere wijze vooroverleg geweest met de omwonenden. Tijdens drie goed bezochte avonden in buurthuis Het Klokhuis hebben de omwonenden met degenen die verantwoordelijk zijn voor het stedenbouwkundige plan van gedachten gewisseld. Per avond waren er ongeveer tachtig deelnemers. Tijdens de eerste avond (3 november 2008) lag de aandacht vooral op het specificeren van de exacte opgave. Wat vinden de bewoners van Randenbroek Zuid dat er moet gebeuren in hun wijk. De tweede avond (8 december 2008) stond in het teken van het verkennen van mogelijke oplossingsrichtingen ten aanzien van de vernieuwingsopgave. Op basis van de meegegeven randvoorwaarden en de adviezen en aanbevelingen die het resultaat waren van de eerste avond zijn door de stedenbouwkundige mogelijke oplossingsrichtingen nader verkend. De derde avond (23 maart 2009) is het concept stedenbouwkundig plan toegelicht. Dit plan is tot stand gekomen op basis van de ingrediënten voor het ontwerp die in de tweede avond zijn aangedragen. Als vervolg op de bewonersavonden is het stedenbouwkundig plan via de nieuwsbrief teruggekoppeld aan de bewoners. 7.3.3 Wettelijk (voor)overleg Het Besluit ruimtelijke ordening geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn

Page 43: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

43

met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De volgende instanties worden in kennis gesteld van dit bestemmingsplan. De SGLA, Provincie Utrecht, VROM-inspectie, Rijkswaterstaat Utrecht, Brandweer, Waterschap Vallei en Eem, Stedin, Vitens, Nederlandse Gasunie, WAC voor de Woningbouw, Servicebureau Gemeenten, Volkstuinvereniging “De Heiligenberg”, Stichting Heiligenbergerbeekdal, MUST en de Alliantie de Eemvallei krijgen vier weken de gelegenheid om te adviseren. In de periode 12 mei tot en met 7 juni waren partijen in de gelegenheid om hun advies uit te brengen. Onderstaand volgt, indien van toepassing, een verkorte weergave van de overlegreacties met daarbij opgenomen een reactie van het gemeentebestuur.

1. De SGLA Van de SGLA is geen reactie ontvangen.

2. Provincie Utrecht Van de Provincie Utrecht is geen reactie ontvangen.

3. VROM-inspectie Van de VROM-inspectie is geen reactie ontvangen.

4. Rijkswaterstaat Utrecht Van Rijkswaterstaat Utrecht is geen reactie ontvangen.

5. Brandweer

De reactie van de Brandweer van 2 juni 2010 heeft betrekking op de bereikbaarheid van de woningen vanaf de openbare weg, de maatvoering van de weg en de beschikbaarheid van de primaire en secundaire bluswatervoorzieningen. De brandweer adviseert positief op dit plan als voldaan wordt aan de, in haar advies, genoemde voorwaarden. Gemeentelijke reactie De door de brandweer gemaakte opmerkingen zijn besproken in het kader van de inrichting van de buitenruimte. De opmerkingen zijn opgenomen in het plan. In het Inrichtingsplan Openbare Ruimte wordt aandacht besteed aan de bereikbaarheid van de wijk voor de brandweer, deze is voldoende.

6. Waterschap Vallei en Eem Bij brief van 8 juli 2010 heeft het Waterschap Vallei en Eem de gemeente gewezen op het feit dat er een rioolwaterpersleiding is gelegen in het plangebied langs het Valleikanaal. Aan weerszijden van deze leiding moet een strook grond van 3,5 meter worden bestemd als ‘rioolwaterpersleiding’. Gemeentelijke reactie De rioolwaterpersleiding is als dubbelbestemming Leiding-riool opgenomen op de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan. In de toelichting is in paragraaf 5.2 van hoofdstuk 5 aandacht besteed aan de waterhuishouding in het gebied. De leiding wordt hier genoemd.

7. Stedin

Van Stedin is geen reactie ontvangen.

8. Vitens Vitens geeft in haar brief van 17 mei 2010 aan geen op- en aanmerkingen te hebben.

9. Nederlandse Gasunie

Van de Nederlandse Gasunie is geen reactie ontvangen.

Page 44: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

44

10. WAC voor de Woningbouw Van de WAC voor de Woningbouw is geen reactie ontvangen.

11. Servicebureau Gemeenten

Van het Servicesbureau Gemeenten is geen reactie ontvangen.

12. Volkstuinvereniging “De Heiligenberg” Van de Volkstuinvereniging “De Heiligenberg” is geen reactie ontvangen.

13. Stichting Heiligenbergerbeekdal In haar brief van 4 juni 2010 heeft de Stichting Heiligenbergerbeekdal gereageerd op het bestemmingsplan. Hier is een samenvatting van haar opmerkingen gemaakt met daaronder de gemeentelijke reactie. Achterliggende stukken Kan het zijn dat in uw Groene Saldoregeling, de Randvoorwaarden Stedelijk Ontwerp en de ‘Nee, tenzij’-regeling een ander concept ontwerp bestemmingsplan wordt aangehaald, dan wat nu voorligt? De uitkomsten van deze stukken stemmen namelijk niet overeen met het nu voorliggend concept ontwerp bestemmingsplan. Graag ontvangen wij van u de betreffende juiste, volledige en meest actuele stukken, die de aanpassingen op het ontwerp bestemmingsplan onderbouwen en rechtvaardigen. Wilt u ons tevens te zijner tijd ook de resultaten van de andere onderzoeken sturen? Het gaat o.a. om het onderzoek naar Oranje Lijst-biotopen en soorten, Bodem onderzoek en Nee,Tenzij toets. Gemeentelijke reactie De noodzakelijk verrichtte onderzoeken zijn gedaan op basis van de gegevens die met betrekking tot het bestemmingsplan en het stedenbouwkundig plan voor het gebied voorhanden waren. Het opstellen van een bestemmingsplan is een dynamisch proces. Dit betekend dat gaandeweg het proces de kaart op details is aangepast, dit gebeurt tot het moment van vaststelling, om te komen tot een kwalitatief goed werkbaar plan. De onderzoeken zijn uitgevoerd op basis van de stedenbouwkundige uitgangspunten. Volume, aantal en ligging van de woningen was bekend en die waren van belang voor de uit te voeren onderzoeken, uiteindelijke vastlegging in het plan is louter juridisch. De door u gevraagde ontbrekende onderzoeken zullen terinzage worden gelegd bij het bestemmingsplan. Bij de terinzagelegging van het plan zullen alle relevante stukken ter inzage liggen, ook documenten die tijdens het proces zijn opgesteld zoals het aanvullend bodemonderzoek. Het plan en de bijbehorende documenten zullen ook via de site van de gemeente te raadplegen zijn. Het onderzoek naar de flora en fauna dat medio juli nog moet plaatsvinden naar de vleermuizen vormde geen belemmering voor het starten van de bestemmingsplanprocedure. Mocht uit de onderzoeksresultaten blijken dat een ontheffing noodzakelijk is dan wordt deze aangevraagd. Eerder mag niet worden gesloopt. Woningdichtheid Door het grote volume woningbouw (40 woningen per hectare, Vinex is 30 woningen per hectare) zal het gebied op den duur achteruit gaan wegens het ontbreken van voldoende groen en recreatieve ruimte in de directe woonomgeving. Juist in deze prioriteitswijk met de bekende sociale problemen, lijkt ons dat een ongewenste situatie. Groen en recreatie geven een goede impuls. Gemeentelijke reactie Het plan kent een woningdichtheid van 30 woningen per hectare. Een grotere verdichting is niet wenselijk zodat voldoende openbare ruimte beschikbaar blijft voor de leefbaarheid van de wijk. De Groene Saldoregeling

1. De Groene Saldoregeling heeft een zeer beperkte definitie van “wijk- en buurtgroen” en bovendien is de uitwerking in dit bestemmingsplan in strijd met de ambities voor stedelijke natuur en groen/blauw uit de Beleidsvisie GroenBlauwe Structuur.

Page 45: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

45

2. Het openbare tuintjesgebied aan de Zwarteweg/Heiligenbergerweg (nu ‘weiland’) wordt nog niet eens meegerekend in de beperkte definitie in de Saldoregeling, terwijl dit openbaar groen voor de buurt was! Het door u als compensatie genoemde gebied De Schammer ligt bovendien te ver van de Driehoek e.o. om als serieuze optie voor compensatie van verloren buurtgroen te worden aangemerkt.

3. Uit het project wordt € 1,5 miljoen aangewend voor herinrichting Park Randenbroek. Wij stellen

voor deze middelen hier onder de groene saldoregeling te brengen zodat ter compensatie meer groene ruimte mogelijk wordt dichtbij de Driehoek e.o. bijvoorbeeld op het St. Elisabeth-terrein.

Gemeentelijke reactie

1. De Groene Saldoregeling is speciaal voor de Amersfoort Vernieuwt-gebieden vastgesteld door de

Raad . Daarin staat letterlijk, “Onder openbaar groen verstaan wij het groene deel van het

publieke domein, wat voor iedereen vrij toegankelijk is en waar iedereen gebruik van kan maken” Het gebied van de gemeentelijke opslag en het aangrenzende weiland voldoen niet aan deze definitie en worden dus niet als openbaar groen in de groene saldo-vergelijking betrokken. Het is ook geen onderdeel van het bestaande woongebied. In feite is hier sprake van stadsuitbreiding in landelijk gebied (laatste restjes voormalig agrarisch gebied) Voor stadsuitbreiding geldt de groene saldoregeling niet. De Beleidsvisie GroenBlauwe Structuur spreekt niet specifiek over Randenbroek Zuid. Wel over de Groengordel Randenbroek-Schuilenburg. Daarvoor wordt de doelstelling gegeven: “Kwaliteitsverbetering van het groen, het groen een herkenbare wijkfunctie geven, de natuur nadrukkelijker de wijk inhalen, de gebruiksfunctie vergroten.” De zone langs het Valleikanaal die grenst aan het plangebied Randenbroek Zuid, en de zone van de Vosheuvelbeek vormen onderdeel van de groenzone Randenbroek-Schuilenburg. Hiervoor worden in het plan voorstellen gedaan die passen binnen of zelfs realisatie vormen van die doelstelling: ontwikkeling van de ecologische zone langs de Vosheuvelbeek, wonen met zicht op het groen van de beek en het kanaal, ontwikkeling van de SSO Verdistraat, versterking van de groene relaties tussen de Weberstraat en de zone langs het Valleikanaal.

2. De bestaande volkstuinen maken geen deel uit van het nieuwe woongebied, en blijven dus

gehandhaafd. Het huidige weiland is ooit volkstuingebied geweest, maar was niet openbaar toegankelijk. Bovendien wonen in de bestaande situatie bijna geen mensen zodanig aan dit groen, dat ze er zicht op hebben. Het gebied maakt wel deel uit van een mogelijk “ommetje”. Dat ommetje zal van karakter veranderen, maar niet verdwijnen. De Schammer is geen compensatie voor buurtgroen, maar wel een nieuwe mogelijkheid voor een groen ommetje ( een wijk- of stadsdeel-functie , groter en mooier dan het ommetje langs de Zwarteweg. Weliswaar is dit een ontwikkeling die qua financiering en bestemmingsplan los staat van de ontwikkeling van Randenbroek Zuid, maar beide plannen maken elk deel uit van de totaalvisie op de ontwikkeling van de stadsrand.

3. Indien de herontwikkeling van het Elizabethterrein beschouwd wordt als onderdeel van de groene

saldo-benadering voor Randenbroek Zuid kan er zondermeer gesproken worden van een enorme plus wat de groenwaarden betreft. Immers, in het beekdal zullen ingrijpende ontwikkelingen plaats vinden ten behoeve van natuur en recreatie. Dat zou tot de conclusie kunnen leiden dat Randenbroek Zuid wel in een dichtere verkaveling met minder buurt- en wijkgroen kan worden ontwikkeld. Dat is natuurlijk niet realistisch, omdat het toch om twee afzonderlijke gebieden gaat. Op grond van de participatie van bewoners, de doelstellingen voor de Vosheuvelbeek en de Groenzone Randenbroek-Schuilenburg, de bestaande karakteristiek van de wijk waarop voortgebouwd wordt, en het beoogde karakter van het te ontwikkelen nieuwe woonmilieu (niet hoogstedelijk) wordt die conclusie niet getrokken en is een plan gemaakt waarbij de groene kwaliteiten op een evenredige manier blijven geïntegreerd binnen buurt en wijk.

Page 46: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

46

Ecologie 1. Voldoet het bestemmingsplan aan de normen van de Ecologische Hoofdstructuur? Graag

ontvangen wij stukken, die dat aantonen. In het onderzoek moeten de gevolgen van de ingreep voor de kenmerken en waarden aan de orde komen uit de Handleiding bestemmingsplannen van de provincie utrecht.

2. De eiken aan de oostzijde van de Heiligenbergerweg zouden gespaard moeten blijven. Onderzoek

omschrijft deze zomereiken als zeer waardevol: “ Deze bomen zijn belangrijk bij integratie van het landelijk gebied binnen het stedelijk gebied en/of zijn ecologisch waardevol. Het verkrijgen van bomen met dezelfde vorm en grootte kost vele generaties. Dat maakt deze bomen zo uniek maakt. Daarbij bieden deze bomen fauna de kans zich te vestigen in de wijk doordat zowel nest- als foerageergelegenheid aanwezig blijven.” Voor zover wij weten, is er geen onderzoek dat aantoont dat deze bomen hun langste tijd zouden hebben gehad. Wij ontvangen graag het onderzoek waarop u deze conclusie baseert.

3. Het weiland voor Boerderij Groot Randijk zou zo breed moeten blijven als het nu is. Er is groene

belevingsruimte nodig voor zoveel woningen. Er zou gebruik gemaakt moeten worden van de groene landschapskwaliteiten van het gebied. Daarom zou de houtwal achter Groot Randijk, die van west naar oost loopt, ingepast moeten worden in het stedenbouwkundig plan.

4. De potentiële verbindingszones van de houtwallen en de watergang Berliozstraat hebben ook

betekenis voor dit gebied. Op de bewonersavonden is door de bewoners aangegeven dat ze deze willen behouden. Door de vele woningen zal het omliggend groen nog meer belast worden. Daarom is meer groene ruimte bij houtwallen en watergang geen overbodige luxe. De houtwallen en watergang kunnen bovendien als foerageer- of migratieroutes dienen van beschermde en andere soorten die van belang zijn voor de (Utrechtse) biodiversiteit (o.a. steenmarters, vleermuizen, vogels, ringslang, hazelworm en vissen).

Gemeentelijke reactie

1. Het gebied van de Vosheuvelbeek en het Valleikanaal zijn geen ecologische hoofdstructuur (EHS) maar een zoekgebied nieuwe natuur op grond van de ecologische verbindingszones (EVZ). De bescherming van de zones wordt gegarandeerd door het aanlegvergunningstelsel dat in de regels van het bestemmingsplan is opgenomen. Zonder een ontheffing is het niet mogelijk om enige bouw- of grondactiviteit uit te voeren binnen het op de kaart aangegeven gebied. De mogelijke gevolgen van de invulling van het plan zijn afdoende onderzocht in onder andere de ‘Nee, tenzij-toets EHS Randenbroek Zuid’, Witteveen+Bos, 2010 en het ‘Ecologisch onderzoek randenbroek, omgeving Berliozstraat, Ecogroen, 2010. Uit de onderzoeken blijkt onder andere dat door het vaststellen van het bestemmingsplan en daarmee de vergroting van de groene zone, de potentiële waarde van het plangebied van de EVZ’s toeneemt. De onderzoeken zullen terinzage worden gelegd tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan.

2. Volgens de Bomen effect rapportage, Randenbroek deelplannen 1 & 2 Amersfoort, Cobra (19

augustus 2008) hebben de bomen langs de Heiligenbergerweg verschillende levensverwachtingen. Sommige bomen hebben een levensverwachting van >15 jaar, sommige van tussen 10 en 15 jaar en van tussen 5 en 10 jaar en een enkele slechts een levensverwachting van < 5 jaar. Voor grote delen van de Heiligenbergerweg is de oude eikenbeplanting al vervangen door een nieuwe laanbeplanting met beuken, deels vanwege wegreconstructies, deels omdat de eiken aan het eind van hun bestaan zijn gekomen. Het kappen van de eiken ten behoeve van de wegverbreding maakt het mogelijk verder te werken aan een nieuwe en voor een lange toekomst duurzame laanbeplanting. De bomeneffect rapportage zal als bijlage bij het bestemmingsplan worden gevoegd.

Page 47: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

47

3. De essentie van het weiland voor de boerderij is dat het zicht vanaf de weg op de karakteristieke gevel open is. Met de voorgestelde maatvoering blijft dit aanwezig.

4. Inpassing van de houtwal zou een te grote belemmering vormen voor een samenhangend en efficiënt verkaveld woongebied. Aangezien bovendien de kwaliteit van het groen niet bijzonder groot is is er voor gekozen om hiervan af te zien, Voor de begroeiingen langs de Zwarte weg is wel gekozen voor behoud en versterking. Hiermee, en door de weg niet te verbreden en niet van trottoirs te voorzien wordt het landelijke karakter van de weg bewaard.

Verkeer Aanbevolen wordt om de toegang tot de wijk niet te plannen tussen de boerderijen Groot Randijk en Klein Randijk maar te verplaatsen naar de Zwarte Weg. Het verleggen van de toegang naar de Zwarte Weg voorkomt kap van de oude eiken aan de Heiligenbergerweg. Tussen de Berliozstraat en de Driehoek e.o. zou het fietspad ook geschikt moeten zijn voor toegang door de hulpverlening (brandweer/ambulance). Gemeentelijke reactie De variant Zwarte Weg als ontsluitingsweg is bestudeerd en besproken in de participatiebijeenkomsten met bewoners uit het hele gebied (nb. niet slechts bewoners van de Zwarte Weg). Mede op basis van de uitkomsten van de participatie is gekozen voor het landelijk houden van de Zwarte Weg en deze dus niet te verbreden tot ontsluitingsweg van de wijk. Een rotonde ter hoogte van de Zwarte Weg is onderzocht en bleek net niet in te passen zonder aan de particuliere eigendommen te komen. Bovendien zal in dat geval de Zwarte Weg volledig van karakter moeten veranderen, met verlies aan rust voor de bestaande bewoners, en verlies van het bermgroen, dat in het plan juist wordt behouden. Door de ontsluiting van de wijk te situeren langs het weiland, wordt de beleving en identiteit van de boerderij versterkt. De boerderij komt op een hoek te liggen en fungeert als karakteristiek element dat de entree van de wijk markeert. Bovendien heeft de voorgestelde ligging van de weg het bijkomende voordeel dat er vanuit het “hart” van de buurt een extra oversteekmogelijkheid met een tusseneiland komt naar het gebied van het beekdal, wat bijdraagt aan de betekenis van dit waardevolle te ontwikkelen natuur- en recreatiegebied. Tussen de Berliozstraat en de Driehoek zal achter de boerderij een fietspad komen dat de nieuwe en oude wijk met elkaar verbindt. Dit fietspad is, in geval van nood, door het verwijderen van een paaltje in de weg toegankelijk voor de brandweer. Watergangen De watergang achter de Berliozstraat en de duiker onder de Heiligenbergerweg zouden hersteld moeten worden. Er zou een verbinding gemaakt moeten worden tussen de Vosheuvelbeek en deze watergang. Hemelwater en eventueel water vanuit de Vosheuvelbeek kan dan lozen op sloten richting Park Randenbroek, waar water hard nodig is. In de Randvoorwaarden worden door het Waterschap randvoorwaarden geschetst voor bodemkwaliteit en afwatering. Vooral het verbeteren van de waterhuishoudkundige situatie bij de watergang achter de Berliozstraat zijn van belang. Uit deze randvoorwaarden blijkt dat het Waterschap adviseert om deze historische watergang te herstellen en aan te laten sluiten op de Vosheuvelbeek en de onderdoorgang onder de Heiligenbergerweg. Het Waterschap geeft de voorkeur aan afwatering via greppels en sloten. Dit vinden wij niet terug in dit ontwerp bestemmingsplan. Gemeentelijke reactie: In het stedenbouwkundig plan dat in september 2009 door de raad is vastgesteld is een watergang opgenomen tussen de Vosheuvelbeek en het Park Randenbroek; de nieuwe Modderbeek. Naast een kwaliteit voor de woonomgeving Randenbroek Zuid en het Park Randenbroek heeft deze watergang een functie voor de berging en de afvoer van hemelwater.

Page 48: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

48

Aandachtspunt bij deze ‘nieuwe’ Modderbeek is de hoogteligging en de relatief goede doorlatendheid van de bodem in combinatie met een relatief geringe aanvoer van water in droge perioden. De Modderbeek wordt via de Heiligenbergerbeek gevoed door de Rijn bij Veenendaal. In droge perioden is water noodzakelijk voor de doorstroming van de stadsgrachten. Er wordt dan minder water de Vosheuvelbeek ingelaten waardoor er weinig of geen water in de Modderbeek stroomt. Dit leidt tot een slechtere waterkwaliteit (nb. In de huidige situatie bevat de watergang ook regelmatig weinig en stilstaand water).

In nauw overleg met het Waterschap Vallei en Eem is besloten om de watergang niet meer op te nemen in het plannen onder andere omdat de waterkwaliteit niet gegarandeerd kan worden en omdat het geen robuuste aanvoer is voor Park Randenbroek. Dit neemt niet weg dat het bestemmingsplan water toestaat binnen de bestemming groen. Mocht het zo zijn dat er water terug moet komen binnen het gebied, als wadi, greppel, sloot of als beek, dan is dat op grond van het bestemmingsplan toegestaan. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de Provincie en de gemeente over de inrichting van het gebied, vooral met betrekking tot de Vosheuvelbeek. De provincie is akkoord met de inrichting van het gebied en de gekozen juridische invulling.

14. MUST Op 7 juni 2010 heeft MUST de volgende opmerkingen op het plan gemaakt: De opmerking over de regels heeft betrekking op de relatie tussen de woningen en het geluidscherm. Gemeentelijke reactie: Oplevering van de woningen is geen juridisch toetsmoment voor de gemeente, het verlenen van de bouwvergunning wel, om die reden kan niet in de regels worden opgenomen dat het geluidsscherm aanwezig dient te zijn bij oplevering van de woningen in het plangebied. De opmerkingen over de verbeelding hebben betrekking op de diepte van de gestapelde woningen en de boven/beneden woningen en over de diepte van de voortuinen van de woningen aan het centrale park. Verder wordt aangegeven dat in de legenda de term ‘sz’ ontbreekt. Gemeentelijke reactie: De gestapelde bouw zal minimaal een diepte van 11 meter krijgen, de beneden/bovenwoningen een diepte van 12 meter. De tuinen worden 1,2 meter diep en de legenda zal worden aangepast.

15. Alliantie Eemvallei

Op 1 juni 2010 heeft De Alliantie Eemvallei opmerkingen gemaakt over de verbeelding, de toelichting en de regels. Deze opmerkingen over de verbeelding hebben betrekking op het al dan niet intekenen van de toeritten naar de flats aan de Weerstraat, de inrit naar de wijk, handenuitlaatzones en de parkeerlus bij de school. Gemeentelijke reactie: De toe- en inritten zullen op de kaart worden ingetekend. Er zullen geen hondenuitlaatzones worden aangwezen, dit kan in een later stadium, indien wenselijk, in het veld gebeuren. De parkeerlus bij de school maakt onderdeel uit van het schoolplein, een dubbelbestemming is niet noodzakelijk omdat parkeren op het plein is toegestaan. De opmerkingen over de regels hebben betrekking op de diepte van de voortuinen van de vrijstaande woningen en het percentage sociale woningbouw. Gemeentelijke reactie: De voortuinen van de vrijstaande woningen tegenover de boerderij hebben een diepte van 3 meter. Het percentage sociale woningbouw zal uit de regels worden gehaald, in de samenwerkingsovereenkomst wordt hierop ingegaan.

Page 49: BESTEMMINGSPLAN RANDENBROEK ZUID - Amersfoort · 2016. 2. 22. · herstructurering en nieuwbouw zodat de wijk de komende jaren een goed leefklimaat biedt. ... Randenbroek Schuilenburg

49

De opmerkingen over de toelichting hebben betrekking op de groensaldo regeling, de waterparagraaf en het aantal te slopen woningen. Gemeentelijke reactie: De rapportage in het kader van de groensaldo regeling ligt ten grondslag aan het stedenbouwkundig plan dat in september 2009 door de raad is vastgesteld. De rapportage is een belangrijk hulpmiddel geweest in het proces. De rapportage is niet aangepast aan de verfijningen die na raadsbehandeling van september 2009 zijn aangebracht. Het gaat om het vervallen van de sloot achter de Berliozstraat en het toevoegen van één vrije kavel. De waterparagraaf zal worden aangevuld met het commentaar van de het Waterschap. Het aantal te slopen woningen is aangepast in de tekst. 7.3.4 De vaststellingsprocedure Het ontwerpbestemmingsplan heeft van .. t/m .. 2010 voor een ieder ter inzage gelegen. Er zijn in die periode XX zienswijzen binnengekomen. : PM