Bestekken - werken - gebouwen Sporthal Putte kooik… · De opdracht bestaat uit de volgende...

Gemeente Kapellen Antwerpesteenweg 130 - 2950 Kapellen Tel 03 660 66 00 Fax : 03 664 41 98

ons kenmerk datum bladnummer VT-sport/sporthal-2012.02 03.02.2012 1

BESTEK WERKEN AAN GEBOUWEN

ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN AAN GEBOUWEN

AANBESTEDENDE OVERHEID GEMEENTE KAPELLEN

BENAMING VAN DE WERKEN ONTWERPEN EN REALISEREN SPORTHAL TE PUTTE-KAPELLEN

NAAM EN ADRES VAN DE CONTACTPERSOON DIENST VRIJE TIJD, KAAT WOUTERS, BELEIDSCOÖRDINATOR CLUSTER VRIJE

TIJD, ANTWERPSESTEENWEG 130, B-2950 KAPELLEN, [email protected]

KOSTPRIJS AANBESTEDINGSBUNDEL

Bestek en timing opdracht: gratis te downloaden via gemeentelijke website Bijlagen: RUP, kadastergegevens, ontwerpplan aansluitende parking, opmetingsplan site

en bodemonderzoek zijn op te vragen in de loop van de procedure)

INZAGE EN AANKOOP BESTEK

Het bestek ligt ter inzage op het hierna vermelde adres van 9.00 uur tot 16.00 uur van maandag tot en met donderdag, van 9.00 tot 12.00 uur op vrijdag en van 18.00 tot 19.45 uur op maandagavond, uitgezonderd feestdagen. Adres :

naam: Gemeente Kapellen adres: Antwerpsesteenweg 130 - 2950 Kapellen telefoon: 03 660 66 00 e-mail: [email protected]

mailto:[email protected]



INLICHTINGEN

Inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij:

naam: Gemeente Kapellen adres: Antwerpsesteenweg 130 - 2950 Kapellen telefoon: 03 660 66 00 e-mail: [email protected]

TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING

1. Wet van 24 december 1993 (BS 22-01-1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

2. Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS 26-01-1996) betreffende de

overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken.

3. Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS 18-10-1996) tot bepaling van de

algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden.

4. Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming. 5. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering

van hun werk (BS 18-09-1996) en latere wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten. 6. Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen

(BS 07-02-2001) en zijn latere wijzigingen. 7. Inzake erkenning van aannemers zijn van toepassing:

- de wet van 20 maart 1991 (BS 06-04-1991) gewijzigd 19 september 1994 (BS 08-03-1996) en 10 februari 1999 (BS 23-03-1999)

- het KB van 26 september 1991 (BS 18-10-1991) - het MB van 27 september 1991 (BS 18-10-1991)

8. Wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op openbaar domein en diens uitvoeringsbesluiten.

Afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen - Artikel 116, 1ste lid van het koninklijk besluit van 8 januari 1996

De gestanddoeningstermijn wordt van 60 op 120 kalenderdagen gebracht.

- Artikel 43 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 De termijn van voorlopige oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht.

- Artikel 43 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996



De termijn van definitieve oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. - Artikel 33, bijlage bij KB van 26 september 1996

Aan de aannemer wordt een bijzondere terugnemingsplicht inzake verpakkingen opgelegd.



EERSTE DEEL

Reglementaire en verordenende bepalingen

1. Algemeen

Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht totdat de kandidaat is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 24 december 1993 en het KB van 8 januari 1996.

2. Aanbestedende overheid

Naam aanbestedende overheid: Gemeente Kapellen Adres: Antwerpsesteenweg 130 - 2950 Kapellen

3. Voorwerp van de opdracht

Voorwerp van deze werken: Ontwerpen en realiseren Sporthal te Putte-Kapellen. Toelichting: De overeenkomst voor deze opdracht wordt gesloten ingevolge een algemene wedstrijdofferteaanvraag. De opdracht omvat het ontwerpen en volledig realiseren van een eenvoudige sporthal die ten minste voldoet aan volgend basisbouwprogramma (waarbij de gemeente optreedt als bouwheer die de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag indient): 1° een overdekte sportruimte die kan opgedeeld worden in meerdere kleinere

sportruimten, met een oppervlakte die effectief bruikbaar aangewend kan worden voor sportactiviteiten, hierna netto-sportoppervlakte te noemen, van minimaal 24m X 44m en een vrije hoogte van minimaal 7,5m, en een overdekt polyvalent sportlokaal met een netto-sportoppervlakte van minimaal 14m X 14m met een vrije hoogte van 4m;

2° de overdekte sportruimte samen met het overdekte polyvalente sportlokaal, vermeld in punt 1°, moeten aangevuld zijn met:

a) de volgende basisvoorzieningen:

1) een inkomhal; 2) een toezichtlokaal met EHBO-voorzieningen; 3) een spelersgang; 4) een bergruimte voor poetsgerei; 5) een technische ruimte; 6) toiletten voor sporters en eventueel publiek, afzonderlijk voor dames, heren en personen met een beperking; 8) minimal 4 gemeenschappelijke kleedkamers met bijbehorende gemeenschappelijke douches en lavabo(‘s); de toegang van de kleedkamers moet visueel verbonden zijn met de sporthal; 9) 2 scheidsrechterskleedkamers met bijbehorende gemeenschappelijke douches en lavabo (1 voor dames en 1 voor heren); 10) bergruimte voor sportmateriaal bij de sportzaal en bij het sportlokaal

van respectievelijk +/- 90m2 met vrije hoogte van +/-3,5m hoogte en respectievelijk 30m2 met vrije hoogte van +/- 3,5m. De bergruimte is gemakkelijk bereikbaar vanuit het zaalgedeelte.



11) een ruimte waar een tribune van minimaal 7m X 1,5m diep (ingeklapt) met 72 zitplaatsen, kan opgeborgen worden; 12) technische inrichting en uitrusting, eigen aan een sporthal; 13) een lokaal van minimaal 50m² met kitchenette bestemd voor kleine catering, wedstrijdsecretariaat etc.

b) de volgende sporttechnische uitrusting: een sportvloer in de overdekte sportruimte en het polyvalente sportlokaal die voldoet aan de Europese norm EN 14904 en die voorzien kan worden van de uitrusting en voldoet aan de normen voor de sporten waartoe de vloer moet dienen.

De opdracht bestaat uit de volgende onderdelen: 1° het ontwerp van de bouwopdracht rekening houdend met de bestaande toestand; 2° de bouw van een nieuwe sporthal. De inschrijver, wiens offerte wordt goedgekeurd, zorgt voor de uitvoering en volledige opvolging der werken. Hij zorgt ook voor volgende documenten: 1° het inplantingsplan en alle plannen en detailtekeningen nodig voor de uitvoering der werken; 2° de volledige en goedgekeurde as-builtplannen (op papier en digitaal); 3° een volledige lijst van alle gebruikte materialen; 4° een lijst met de gegevens van alle uitvoeringsontwerpers, alle aannemers en

onderaannemers; 5° onderhoudsvoorschriften voor de diverse materialen en technieken, opgave van

preventief en periodiek uit te voeren controle- en onderhoudsbeurten. De voorlopige oplevering is slechts mogelijk nadat alle vereiste documenten in 3 exemplaren afgedrukt en 2x digitaal werden bezorgd. Plaats van uitvoering: Zone 3 binnen het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “omgeving ’t Kooike” (Ertbrandstraat/Klinkaardstraat Putte-Kapellen).

4. Wijze van gunnen van de opdracht (wet van 24 december 1993 - artikel 13 en KB van 26 september 1996 - artikel 2, 2°)

De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een algemene offerteaanvraag (KB van 8 januari 1996 Hoofdstuk IV – De wedstrijd- art. 23).

5. Wijze van prijsbepaling (Wet van 24 december 1993 - artikel 7, KB van 26 september 1996 - artikel 2, 2° en KB van 8 januari 1996 - artikel 86)

Ten aanzien van de vaststelling van de prijzen, wordt onderhavige overeenkomst beschouwd als een opdracht voor globale prijs.

6. Vereiste erkenning

Vereiste erkenningscategorie en klasse volgens de raming: D (Bouwwerken) , Klasse 5. Al de personen die in enig stadium als onderaannemer optreden moeten verplicht ingeschreven zijn op de lijst van de erkende aannemers en houder zijn van een erkenning in de categorie die overeenkomt met de aard van de hun opgedragen werken, alsmede in de met hun aandeel in de opdracht overeenstemmende klasse.



7. Toepasselijke documenten en uitgangspunten opdracht

Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van het basisbestek dat deze opdracht regelt, zijn op deze opdracht van toepassing (zie ook verder in deel 3): 1° De volgende publicaties voor zover de opdracht werken bevat die er het voorwerp

van uitmaken: typebestek VL 100 – algemene contractuele bepalingen bij Aannemingen van

Bouwwerken laatste versie; standaardbestek 240 – laatste versie; bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de mechanische en elektrische

installatie en constructies; algemene administratieve en contractuele bepalingen; typebestek 104 – aanneming van bouwkundige werken – technische

voorschriften- laatste versie; typebestek 105 – centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling- laatste

versie standaardbestek 250- laatste versie; typebestek 400 – aanneming van mechanische en elektrische installaties en

constructies- laatste versie; bestek 800 en toelichtingsnota’s – voorlopige voorschriften voor het werk bij

vriesweer-laatste versie; het algemeen reglement betreffende de elektrische installatie (A.R.E.I.); het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (A.R.A.B.); de wet van 04 augustus1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de

uitvoering van hun werk en latere wijzigingen; de ééngemaakte technische specificaties (S.T.S.); de NBN-normen van het Belgische Instituut voor Normalisatie; de gehomologeerde of geregistreerde Belgische Normen; VLAREM II bis regelgeving; EPB regelgeving.

De aanneming is onderworpen aan de bepalingen en voorwaarden van: de voorschriften van onderhavig bijzonder bestek, opmetingsplan, uittreksel

kadastrale gegevens, terreinsonderingen, typebestek 110 delen III, V en akoestische prestaties;

de hiervoor opgesomde wetten, besluiten en verwijzingen; de plannen en bestekken overeenkomstig de plannenlijst opgemaakt door de

inschrijver; plannenlijst opgeven rekeninghoudend, bij de nummering, met volgende kenmerken:

o ruwbouw en afwerking; o stabiliteitsstudie; o verwarming, ventilatie; o sanitair; o elektriciteit;

de verordeningen op het bouwen die in de gemeente van toepassing zijn; de voorschriften van de plaatselijke nutsmaatschappijen.

2° Documenten i.v.m. beton, staalconstructies en houtstructuur.

De inschrijvers dienen zich te richten naar de voorschriften terzake vervat in typebestek VL 100.



3° Alle latere aanvullingen en/of wijzigingen op de bovenvermelde toepasselijke documenten zijn eveneens op deze opdracht van toepassing voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze opdracht.

4° Brandveiligheid:

De algemene en specifieke voorwaarden inzake brandveiligheid moeten bepaald worden in overleg met de lokale brandweer.

5° Hygiëne:

Voldoende ventilatie voorzien in douches en kleedruimten. Zoveel mogelijk natuurlijke ventilatie te gebruiken.

Voor de vloer van de sporthal wordt de aandacht gevestigd op gemakkelijk onderhoud.

6° Ergo:

Verlichting: volgende vereisten worden gesteld in verband met de zaal zelf: verlichtingsniveau moet bepaald worden, de armaturen moeten afgeschermd zijn en de lampen moeten op eenvoudige wijze kunnen worden vervangen.

Voor de bergruimten: rekening houden met gemakkelijke en stabiele stapeling en met de mogelijkheid om gebruik te maken van rugbesparende behandelingstoestellen.

7° Varia:

Alle toegangen in het gebouw en naar het gebouw moeten aangepast zijn wat betreft afmetingen voor andersvaliden.

Voor het glaswerk dient rekening te worden gehouden met volgende factoren: goede genaakbaarheid voor onderhoud, zichtbaarheid om alzo aanstoten te vermijden, verblinding, opwarming. Alle beglazing in veiligheidsglas.

Toestellen en installaties moeten het voorkomingbeleid inzake energieverbruik volgen.

In verband met de elektriciteit moeten aangepaste beschermingsniveaus worden vastgelegd.

Alle maatregelen dienen te worden getroffen om geluidsdemping te bekomen. In de sporthal mogen geen storende sportinstallaties of bouwelementen

voorkomen. Het speelveld en de uitloopzones dienen obstakelvrij te zijn. Het ontwerp zal veel aandacht besteden aan duurzaamheid en onderhoudsarme

materialen. Erg belangrijk is dat bij het ontwerp voldoende rekening gehouden wordt met een gemakkelijk en onderhoudsvriendelijk onderhoud, en dat hiervoor de nodige voorzieningen in basis worden opgenomen.

8° Vergunningen

Bouw- en (eventueel) milieuvergunning: alle formaliteiten voor aanvragen van deze vergunningen dienen te worden volbracht door de weerhouden inschrijver. De inschrijver verplicht er zich toe deze aanvragen in voldoende exemplaren af te leveren bij het gemeentebestuur dat de aanvragen indient bij de vergunningverlenende overheid.

9° Energiebesparende maatregelen voor het gebouw – door de inschrijver voor te stellen.



De mogelijkheid moet onderzocht worden om het regenwater op te vangen om gebruikt te worden in het spoelen van de wc’s; systeem van spoeling dient hierop voorzien te worden. Het overtollige regenwater dient ter plaatse te worden geïnfiltreerd in de bodem.

8. Berichten en terechtwijzingen

De berichten en terechtwijzingen, bekend gemaakt in het Bulletin van de Aanbestedingen en die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op onderhavige opdracht, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. De inschrijver is derhalve geacht hiervan kennis te hebben genomen en er mee rekening te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte.

9. Opmaak van de offerte (KB van 8 januari 1996 - artikel 89)

De offerte en de samenvattende opmetingsstaat worden in één exemplaar en 10 kopieën (KB van 8 januari 1996 - artikel 103) opgemaakt op de daartoe bestemde documenten van het bestek volgens het model bedoeld in artikel 90 van het KB van 8 januari 1996. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, op ieder document dient te verklaren dat het document conform het bij het bestek behorend model is. Een dergelijk document dient volgende formule te vermelden: “Ik, ondergetekende …………… verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door de opdrachtgever verstrekte offerteformulier en samenvattende opmetingsstaat, en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden, met uitzondering van de posten waarvan de hoeveelheden werden gewijzigd overeenkomstig artikel 96 van het Koninklijk besluit van 08-01-1996, die, samen met de eventuele aangevulde leemten, op de laatste bladzijde van mijn documenten zijn vermeld.” Naast de vereiste administratieve documenten (zie ‘indiening offerte’) moet het ingediende dossier tenminste volgende elementen bevatten (alle documenten zullen op papier worden bezorgd aan de opdrachtgever): 1° Het inschrijvingsbiljet waarin naast de gegevens van de inschrijver, ook de gegevens

van de verantwoordelijke(n) voor de opmaak van het (de) uitvoeringsdossier(s) worden vermeld (volledig ingevuld en ondertekend!)

2° Plannen: een inplantingsplan en alle plannen zodanig dat een duidelijk beeld

gegeven wordt van het te realiseren gebouw, de materiaalkeuze en de installaties die zullen worden voorzien (grondplannen – gevelzichten – doorsneden – technische details - …). Deze plannen moeten zijn opgemaakt en ondertekend door een architect ingeschreven op de tabellen van de Orde van Architecten.

3° Bestek met technische beschrijving en documentatie (opsomming en beschrijving

van de gebruikte materialen en wijze van verwerken en toepassingswijze).



4° Gedetailleerde, samenvattende opmetingsstaat en de prijsofferte alles in (ook erelonen voor uitvoeringsontwerper en veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking).

5° Korte toelichtingsnota over het ontwerp, zijn aandachtspunten en kwaliteiten en de

diverse elementen die d.m.v. de gunningscriteria worden beoordeeld. Samenvattende meetstaat en offerte: De samenvattende meetstaat en bijhorende offerte, worden opgemaakt op basis van de opeenvolging van de artikels in het uitvoeringsdossier (bestek/de technische beschrijving) en op basis van het uitvoeringsontwerp. Al de plannen worden, op last van de inschrijver, door de uitvoeringsontwerper opgemaakt. Een vergelijkbare indeling per artikel, met daarin een vergelijkbare graad van detaillering moet voorzien worden in de samenvattende opmeting en in de offerte. Het is NIET toegelaten forfaitaire prijzen te geven voor enkele grote gehelen, en daarmee, met nauwelijks enige detaillering, te komen tot een totaalbedrag. Voldoende detaillering moet worden voorzien! De meetwijze moet worden opgenomen. Toelichtingsnota: Door de inschrijver/de uitvoeringsontwerper wordt met een korte nota toelichting gegeven bij het uitvoeringsontwerp, de materiaalkeuze en gekozen opties om zo goed mogelijk te beantwoorden aan de opgegeven beschrijvingen. De nota betreft het globale gebouw/concept en alle voorzieningen en toebehoren. De nota is mede bedoeld om een beoordeling volgens de gunningcriteria mogelijk te maken. Het is dan ook aan te bevelen de elementen die daarbij van belang zijn (zie gunningcriteria) in de nota op te nemen.

10. Verbetering vermoedelijke hoeveelheden (KB van 8 januari 1996 - artikel 96)

De verbetering van de vermoedelijke hoeveelheden is NIET toegestaan.

11. Vergissingen + leemten (KB van 8 januari 1996 - artikel 98)

Indien de inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten van de opdracht zodanige vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans tenminste TIEN dagen vóór de dag van de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan het bestuur, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toelaat deze voorwaarden na te leven.



12. Indiening van de offerte (KB van 8 januari 1996 - artikel 104)

De offerte opgesteld op papier wordt per brief of per bode aan de aanbestedende overheid overgemaakt. Ze wordt in een definitief gesloten omslag geschoven, met vermelding van de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend en de referentie van het bestek (VT-sport/sporthal-2012.02). Bij verzending per post, wordt die gesloten omslag in een tweede gesloten omslag geschoven met opgave van het adres dat in het bestek is aangegeven en met de vermelding "OFFERTE". Deze tweede omslag moet geadresseerd zijn aan: GEMEENTE KAPELLEN DIENST VRIJE TIJD KAAT WOUTERS, BELEIDSCOÖRDINATOR CLUSTER VRIJE TIJD ANTWERPSESTEENWEG 130 B-2950 KAPELLEN. Iedere offerte moet bij de voorzitter van de zitting voor de opening van de offertes toekomen alvorens hij de zitting opent. Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt, in aanmerking genomen voor zover: 1° de verzendingsdatum van de post vermeld op de omslag overeenkomt met de dag

vastgesteld voor de ontvangst van de offertes; 2° en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de

ontvangst van de offertes bij de post als aangetekende zending is afgegeven. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: Juridische situatie van de inschrijver - vereiste bewijsstukken (uitsluitingscriteria) Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. De gemeente behoudt zich het recht voor om de sociale en fiscale documenten van de inschrijvers zelf op te vragen en te controleren. Documenten ter staving van de selectiecriteria

Passende bankverklaring waaruit een gezonde financiële toestand blijkt. Een verklaring die de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting vermeldt

waarover de aannemer zal beschikken voor de uitvoering van het werk. Een VCA-certificaat (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers) ten

bewijze dat de firma voldoet aan de minimumeisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu of een gelijkwaardig document voor buitenlandse inschrijvers.

Een lijst met de studie en beroepskwalificaties (cv) van alle leden van het projectteam met vermelding van:

o hun hoedanigheid en taak binnen het team o hun functie/titel binnen het bedrijf o hun studie en opleiding (+ diploma) o de door hem/haar uitgevoerde relevante referenties

De CV’s mogen maximaal 2 A4 blz. per persoon in beslag nemen.



Een lijst met 5 gemotiveerde referenties. De referenties bevatten volgende gegevens:

o concrete beschrijving van het project o termijn van opmaak en/of uitvoering o budget van het referentieproject o naam en adres van de opdrachtgever en haar contactpersoon voor het

referentieproject o betrokken studiebureaus o mate van betrokkenheid bij het referentieproject o beschrijving van de aanpak van het project en de door de betrokkene

uitgevoerde taken o argumentatie waarom referentie relevant is voor de opdracht

De referenties mogen maximum 4 blz A4 per referentie in beslag nemen

Een motivatie waarin de inschrijvers hun kandidatuur beargumenteren en de aanleidingen weergeven waarom ze zich kandidaat stellen en hoe ze tegenover het project en het projectgebied staan. De motivatie mag maximaal 2 A4 blz. in beslag nemen

13. Plaats, dag en uur van de opening van de offertes (KB van 8 januari 1996 - artikel 106)

De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting.

Plaats: Collegezaal van het Administratief Centrum, Antwerpsesteenweg 130

(eerste verdieping)

Datum: 6 april 2012 om 10.00 uur.

14. Varianten (KB van 8 januari 1996 - artikel 113)

Er zijn geen “verplichte” en/of “facultatieve” varianten.

15. Criteria voor gunning van de opdracht (KB van 8 januari 1996 - artikel 115)

Het bestuur kiest bij toepassing van artikel 16 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten de regelmatige offerte die haar het voordeligst lijkt met inachtneming van de volgende gunningscriteria, dewelke gelden als jureringsleidraad:

Prijs: 600 punten Weging: Regel van drie; Score offerte = (prijs laagste offerte / prijs offerte) * gewicht van het criterium prijs.

Functionaliteit en onderhoudsvriendelijkheid m.i.v. bouwkundige en (sport)technische waarde: 200 punten Weging:

beantwoorden aan de gestelde basisinfrastructuur, inclusief de gevraagde sporttechnische uitrusting;

functionaliteit en flexibiliteit accommodatie (indeelbaarheid en polyvalentie van het gebouw) en mogelijkheid tot aanpassen infrastructuur aan wijzigende sportbehoeften;

ontwikkelings- en/of uitbreidingsmogelijkheden sportaccommodatie op lange termijn;

optimale condities inzake luchtkwaliteit en optimale akoestische, thermische, hygrische en visuele condities;



kwaliteit van het materiaalgebruik noodzaak en gemak van onderhoud en beheer duurzaamheid en milieuaspecten, waarbij inzonderheid gelet wordt op water +

riolering, herbruik hemelwater voor de toiletten, laagenergetische verlichting binnen en buiten

veiligheid en brandbescherming

Beoordeling volgens de ARGUS-methode (ordinaire rangschikking) “Zeer slecht (--) Slecht (-) Voldoende (o) Goed (+) Zeer goed (++)”.

De toegekende quotering wordt voor elk beoordelingselement toegelicht in woorden.

Architectuur: 100 punten Weging:

eigentijdse architectuur met kleuren en materialen die een positieve visuele (ondersteunende of positief contrasterende) relatie hebben met de omgeving

leesbaarheid van de inrichting

Beoordeling volgens de ARGUS-methode (ordinaire rangschikking) “Zeer slecht (--) Slecht (-) Voldoende (o) Goed (+) Zeer goed (++)”.

De toegekende quotering wordt voor elk beoordelingselement toegelicht in woorden.

Uitvoeringstermijn: 100 punten Weging: Regel van drie; Score offerte = (kortste uitvoeringstermijn / uitvoeringstermijn offerte) * gewicht van het criterium uitvoeringstermijn. Bij de opgave van de uitvoeringstermijn, moet rekening gehouden worden met de maximale uitvoeringstermijn die beschreven is in het bestek.

16. Vrije variant (KB van 8 januari 1996 - artikel 115)

Het is verboden om vrije varianten in te dienen.

17. Gestanddoeningstermijn (KB van 8 januari 1996 - artikel 116)

De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, wordt voor onderhavige werken op 120 kalenderdagen gebracht.

18. Jury (KB van 8 Januari 1996- artikel 23)

De opdracht wordt gegund bij wijze van een wedstrijdofferteaanvraag. Conform art. 43 KB van 8 januari 1996, beoordeelt een jury de inschrijvingen. De bouwheer stelt de jury en de voorzitter ervan aan. De jury is samengesteld uit 6 personen.



Daarvan zullen deel uitmaken: - de gemeentesecretaris - de gemeentelijke beleidscoördinator Vrije Tijd - het gemeentelijke diensthoofd Ruimtelijke Ordening - een onafhankelijk architect - een sportfunctionaris van een ander bestuur - een financieel deskundige.

De rol van de jury bestaat in het onderzoeken en beoordelen van de inzendingen vanuit sporttechnisch, stedenbouwkundig, architecturaal en financieel oogpunt en conform de gunningcriteria. Aangevuld met een deskundig verslag van Igean, brandweer en een stedenbouwkundige toets. Op basis van het advies van de jury zal de bouwheer een verantwoord gunningbesluit nemen. De gerangschikte offerten na deze die gekozen werd, geven geen aanleiding tot het toekennen van premies.



TWEEDE DEEL

Administratieve contractuele bepalingen

1. Algemeen

Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voorzover er niet van afgeweken wordt, is het Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS 18-10-1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing alsmede de bepalingen van de bijlage bij dit Koninklijk besluit.

2. Leidend ambtenaar

De algemene leiding en het toezicht op de uitvoering zal geschieden door Kaat Wouters, Beleidscoördinator Vrije Tijd bij de gemeente Kapellen. Alle wijzigingen daaromtrent zullen desgevallend onmiddellijk meegedeeld worden aan de opdrachtnemer. Beperkingen en draagwijdte mandaat: tot de bevoegdheid van de leidend ambtenaar behoren de beslissingen van dagelijks beheer maar niet de beslissingen die financiële implicaties meebrengen voor de aanbestedende overheid of de contractuele voorwaarden fundamenteel wijzigen.

3. Borgtocht

Volgende borgtocht wordt gevraagd: Borgtocht 5 % van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekend schrijven. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Ingeval van verzuim van borgstelling kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 6 § 1-2 van de algemene aannemingsvoorwaarden.

4. Vrijgave borgtocht

De borgtocht gestort voor onderhavige werken wordt bij helften vrijgegeven, de ene helft na de voorlopige oplevering van de gehele opdracht, de andere helft na de definitieve oplevering, na aftrek van de sommen die de aannemer eventueel aan de aanbestedende overheid verschuldigd is. In alle gevallen stuurt de aannemer het verzoek om totale of gedeeltelijke vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid.



5. Onderaannemers

De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. De rechten van de onderaannemer worden geregeld door de artikels 7 en 23 van de wet van 24 december 1993 en in artikel 6 van het Koninklijk besluit van 26 september 1996. Eventuele onderaannemers dienen te voldoen aan de wetgeving houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren.

6. Prijsherziening

De prijsherziening wordt berekend met volgende formule:

Prijsherziening = herzieningscoëfficiënt (k) * herzienbaar gedeelte ; k = 0,4 * s/S + 0,4 * i/I + 0,2

S = het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende

werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comité van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen voor de opening van de offertes.

s = hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van het voorschot.

I = het referentieindexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten in het bouwbedrijf op de inlandse markt, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat.

i = hetzelfde referentieindexcijfer, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van het voorschot voorafgaat.

7. Betalingen

De betalingen in mindering gebeuren naargelang de uitvoering vordert. De door de aannemer in te dienen gedetailleerde staat van de werken zal minimaal opgesteld worden volgens de NBN B06-006. De aannemer is verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering in 4 exemplaren voor te leggen samen met een gedetailleerde cumulatieve staat van de werken op de laatste kalenderdag van iedere maand. Valt de aanvangsdatum na de 15de dag van de maand, dan wordt de eerste schuldvordering opgemaakt op het einde van de volgende maand.



Voor al de bijwerken zullen afzonderlijke schuldvorderingen en cumulatieve staten opgesteld worden voor de periode van uitvoering gelijklopend met de vorderingsstaten van de oorspronkelijke aanneming. Het nazicht van de ingediende schuldvordering, de facturatie en betaling gebeuren overeenkomstig artikel 15§1 AAV. Elke schuldvordering moet voorzien zijn van het visum van de ontwerper (architect/studiebureau) alvorens tot betaling kan worden overgegaan.

8. Kosten opleveringen

De opleveringskosten vallen ten laste van de aannemer.

9. Middelen van optreden

De aannemer wordt in verband met de uitvoering van de opdracht geacht in gebreke te zijn:

wanneer de prestaties niet geheel voltooid zijn binnen de contractuele bedongen uitvoeringstermijn of op de verschillende voor de gedeeltelijke voltooiingen vastgestelde data;

ongeacht het ogenblik, wanneer de prestaties niet zodanig vorderen dat zij op de vastgestelde data volledig kunnen worden voltooid;

wanneer de geldig gegeven schriftelijke bevelen van de aanbestedende overheid niet worden nageleefd;

wanneer de prestaties niet uitgevoerd worden volgens de voorschriften bepaald in de opdracht.

Bijgevolg stelt de aannemer zich bloot aan de sancties zoals opgesomd in artikel 20§3 en 48 AAV. De vertragingsboetes worden opgelegd en berekend zoals bepaald in artikel 48 AAV. Onverminderd de sancties zoals opgesomd in artikel 20§3 en 48 AAV worden, indien blijkt dat de aannemer zijn verbintenissen niet naleeft, correctieve acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop de concessiehouder hierover moet rapporteren.

10. Tegenstrijdigheid documenten

In geval van tegenstrijdigheid tussen de verschillende documenten geldt voor interpretatie de volgende orde:

de plannen het bestek de opmetingsstaat

11. Participatiefonds

Conform de bepalingen van de wet van 3 december 2005 (BS 2 februari 2006) en de uitvoeringsbesluiten kunnen de werken ten vroegste aanvatten tussen de 14 en 30 kalenderdagen nadat aan de specifieke informatieverplichting zoals omschreven in de wet, werd voldaan. De aannemer informeert zich bij de opdrachtgever of aan die informatieverplichting (hinder van werken van openbaar nut op openbaar domein binnen afgebakend gebied) moest voldaan worden, en zo ja, of deze nagekomen werd.



12. Uitvoeringstermijn

De aanbestedende overheid specifieert geen uitvoeringstermijn. Bijgevolg moet de aannemer zelf een uitvoeringstermijn voorstellen in zijn offerte (in kalenderdagen) (zie gunningscriteria). Hij moet hierbij rekening houden met de voorziene timing dossier:

14 mei 2012: gunning + sluiting (standstill wordt gerespecteerd); 16 mei 2012 – 31 mei 2012: voorbereiden bouwaanvraag; 1 juni 2012 – 30 augustus 2012: procedure stedenbouwkundige aanvraag

(bijzondere procedure); 1 september 2012: uiterste startdatum van de werken 1 april 2013: gebruiksklaar gebouw (deadline; verplicht rekening mee te houden bij

het indienen van de offerte; de offerte wordt uitgesloten wanneer deze deadline niet gerespecteerd wordt).

13. Veiligheidscoördinatie en veiligheidsvoorschriften

De aannemer wordt erop gewezen dat het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van toepassing is. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens:

het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen; de Wet op het welzijn van 04 augustus 1996; de Codex over het welzijn op het werk; het ARAB (waarin het AREI is opgenomen)

Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast. De veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de offerte. De bekrachtiging van de aanstelling van de veiligheidscoördinator gebeurt door het gemeentebestuur.

14. Afbraakmateriaal

Indien de opdracht de verwerking of installatie van verpakte goederen bevat, is de aannemer verplicht de verpakking terug te nemen. Onder "verpakking" wordt verstaan : alle producten, vervaardigd van gelijk welk materiaal, die gebruikt worden voor het insluiten of beschermen van de te verwerken of te installeren goederen.

15. Voorlopige en definitieve oplevering

In afwijking op het artikel 43 van de bijlage bij het Koninklijk besluit van 26 september 1996 worden de termijnen van oplevering van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. Binnen de 30 kalenderdagen na de dag waarop het gehele werk wordt voltooid, en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven zijn gekend, wordt naargelang het geval een proces verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt.



Alle documenten beschreven in deel 1 ‘voorwerp van de opdracht’ moeten in het bezit zijn van de opdrachtgever, vooraleer over te gaan tot de voorlopige oplevering. Tot zolang wordt de uitwerking van de aanvraag opgeschort. Binnen de 30 kalenderdagen vóór de dag, waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. Opm: de waarborgtermijn is door de inschrijver zelf te bepalen (zie gunningscriteria).

16. Eigendom documenten

De ontwerper behoudt de intellectuele eigendom van alle studies en documenten die hij in het kader van deze opdracht aan de bouwheer aflevert. De bouwheer verwerft de materiële eigendom en de gebruiksrechten ervan. Hij mag de studies en documenten aanwenden voor het doel waarvoor ze bestemd zijn ingevolge deze opdracht. De bouwheer mag ze tentoonstellen inclusief maquettes. Er mogen artikelen en foto’s gepubliceerd worden, mits vermelding van de identiteit van de auteur.

17. Verzekeringen

De aannemer staat in voor het aangaan van een ABR-polis, waarbij wordt voorzien in een uitbereiding van de dekking gedurende de periode tussen de voorlopige en de definitieve oplevering. De ABR-polis dient tevens te voorzien in een aanvullende aansprakelijkheidsdekking, nl. voor buitencontractuele aansprakelijkheid jegens derden van de bij het bouwproces betrokken partijen en voor burenhinder (art. 544 BW) in hoofde van de bouwheer. Tevens dient de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemers en architecten te worden verzekerd. Tevens dient de aannemer de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van de bouwheer en de aannemers na de werken te verzekeren. De aannemer is er tevens toe gehouden, zodra de werken voltooid zijn en voor de ingebruikneming van het werk, een verzekering met dekking in nieuwwaarde aan te gaan die risico’s brand, bliksem, ontploffing, waterschade, stormschade en aanverwante risico’s van de buiteninfrastructuur en gebouwen dekt, en bij uitbereiding de burgerlijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden ingevolge de voormelde risico’s. Omtrent de bovenstaande verzekeringen zijn volgende algemene modaliteiten van toepassing:

1° De verzekering dient gesloten te worden bij een in België gevestigde of vertegenwoordigde verzekeringsmaatschappij.

2° De polissen zullen stipuleren dat:

de verzekeringsmaatschappij zich ertoe verbindt het college van burgemeester en schepenen te verwittigen in geval de premie niet zou betaald worden door de aannemer;

de verzekeringsmaatschappij zich ertoe verbindt het college van burgemeester en schepenen te verwittigen in geval de polis wordt stopgezet, om welke reden en op initiatief van gelijk welke partij ook, en dit minstens één maand op voorhand;



de polis slechts zal vernietigd kunnen worden één maand na kennisgeving hiervan bij aangetekend schrijven door de verzekeringsmaatschappij aan het college van burgemeester en schepenen;

in geval van schade, aangericht door brand, bliksem en ontploffing, de verzekeringsmaatschappij de op grond van de verzekeringswaarde vastgestelde schadevergoeding algeheel uitbetaalt aan degene die het toekomt, en deze algeheel besteed worden aan voor de heropbouwing of herstel van de beschadigde zaken.

Vermelde verzekeringen moeten uiterlijk worden aangegaan bij de inwerkingtreding van de overeenkomst. De aannemer verbindt er zich toe aan het bestuur binnen de 10 dagen na de inwerkingtreding van de overeenkomst het bewijs voor te leggen dat hij deze verzekeringen heeft aangegaan. Op ieder verzoek van de gemeente moet hij de polis en de kwijtschriften kunnen voorleggen. De gemeente is zelf gerechtigd, indien de aannemer in gebreke blijft, de nodige verzekeringspolissen af te sluiten of de nodige premies te betalen, in naam en op kosten van de aannemer een polis af te sluiten of de betrokken premies te betalen.

18. Toezicht

De aannemer aanvaardt bij de verwezenlijking van de werken dat de bouwheer of zijn aangestelde ter plaatse of op stukken controles kan uitvoeren met betrekking tot de naleving der verbintenissen en van het zorgvuldigheidsbeginsel in de bouwsector.

19. Arbitrage

Alle geschillen die uit of met betrekking tot de overeenkomst mochten ontstaan en die niet binnen een redelijke termijn in der minne tussen partijen kunnen worden opgelost, zullen definitief worden beslecht door arbitrage volgens het “Arbitragereglement Sportinfrastructuur”. De behandeling en de uitspraak gebeuren overeenkomstig het Arbitragereglement en de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake arbitrage. De uitspraak is bindend voor de partijen, zonder de mogelijkheid van hoger beroep.

ARBITRAGEREGLEMENT SPORTINFRASTRUCTUUR

AFDELING 1. OMSCHRIJVING RECHTSMACHT

Artikel 1. Het scheidsgerecht in de zin van dit reglement neemt kennis van de geschillen die zich voordoen tussen de gemeente Kapellen en de aannemer in het kader van de uitvoering en interpretatie van de overeenkomst van aangaande de uitvoering van een overheidsopdracht voor het ontwerp en de realisatie van sportinfrastructuur te Putte-Kapellen, binnen de omschrijving van het gemeentelijk RUP “omgeving ’t Kooike”.

AFDELING 2. AANHANGIGMAKING Art. 2. De partij die een beroep wenst te doen op arbitrage ("eiser") zendt een ondertekende klacht aan de gedaagde partij ("verweerder") bij aangetekend schrijven. Art. 3. De arbitrage is aanhangig vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de aangetekende klachtenbrief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.



AFDELING 3. SAMENSTELLING VAN HET SCHEIDSGERECHT Art. 4. Het scheidsgerecht bestaat uit telkens één arbiter aangeduid door elke partij. Art. 5. De eiser duidt een arbiter aan in de klacht. De verweerder duidt een arbiter aan binnen de maand na het aanhangig maken van de arbitrage. De partijen zijn vrij zelf een arbiter voor te dragen. Indien de partijen nalaten om de door hen aan te wijzen arbiters aan te duiden binnen de maand na het aanhangig maken van de arbitrage, dan geschiedt de benoeming van die arbiter of arbiters op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Art. 6. De arbiters, aangewezen door de eiser respectievelijk de verweerder, beschikken over een termijn van 15 dagen om een voorzitter-arbiter aan te duiden. De voorzitter is belast met de coördinatie van de redactie van de arbitrale uitspraak en staat in voor de communicatie met de partijen. Hij bepaalt de gang van zaken en leidt de debatten. Indien de arbiters, aangewezen door de eiser respectievelijk de verweerder, niet overgaan tot een benoeming van een voorzitter-arbiter, dan zal deze worden benoemd door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Art. 7. De arbiters zijn onafhankelijk en onpartijdig ten aanzien van het geschil en de partijen in het geding. De partijen beschikken, in limine litis, over een wrakingsrecht. De wraking gebeurt op de wijze voorzien in artikel 1691 van het Gerechtelijk Wetboek.

AFDELING 4. DRAAGWIJDTE VAN DE ARBITRAGEOVEREENKOMST Art. 8. Het feit dat de partijen zijn overeengekomen om hun geschil door arbitrage te laten beslechten, houdt in dat zij zich volledig aan dit reglement onderwerpen. Art. 9. Wanneer een partij één of meer verweermiddelen opwerpt over het bestaan en de geldigheid van de arbitrageovereenkomst, beslist het scheidsgerecht over diens eigen rechtsmacht. Art. 10. Het scheidsgerecht is bevoegd, ondanks de nietigheid of de niet-geldige totstandkoming van het contract waarin het arbitragebeding is opgenomen, indien vaststaat dat de arbitrageovereenkomst op zich geldig is.

AFDELING 5. BEVOEGDHEID EN PLICHTEN VAN HET SCHEIDSGERECHT Art. 11. Het scheidsgerecht is ontslagen van alle niet bindende rechterlijke formaliteiten. Het scheidsgerecht kan alle maatregelen nemen die het nodig acht voor het beslechten van het geschil, zoals: het oproepen van getuigen, het aanstellen van deskundigen of het gelasten van de persoonlijke verschijning van partijen. Art. 12. Het scheidsgerecht kan op verzoek van één van de partijen alle nuttige, voorlopige en bewarende maatregelen bevelen. Art. 13. De arbiters beslissen steeds collegiaal. Art. 14. Het scheidsgerecht is onderworpen aan een plicht tot confidentialiteit.

AFDELING 6. VOORBEREIDENDE MAATREGELEN Art. 15. Het scheidsgerecht brengt de partijen per aangetekend schrijven op de hoogte van zijn samenstelling. Het doet dit binnen 7 dagen na de aanstelling van de voorzitter-arbiter. Binnen dezelfde termijn nodigt het scheidsgerecht de partijen uit tot het storten van een provisie op een bankrekening bepaald door de voorzitter. Zowel de provisie als de aanvullende provisie is in



gelijke delen verschuldigd door de eisende en verwerende partij(en). Iedere partij kan evenwel de totaliteit van de provisie ten laste nemen, indien de andere partij nalaat haar deel van de provisie te betalen. Art. 16. Het scheidsgerecht maakt concrete afspraken met de partijen, zoals ondermeer met betrekking tot de vorm van de communicatie en de procedure-agenda. De procedure-agenda legt het chronologische verloop van de arbitrage en afspraken met betrekking tot termijnen vast.

AFDELING 7. IN STAAT STELLEN VAN DE ZAAK Art. 17. Het scheidsgerecht stelt de procedurekalender op. Art. 18. De partijen beschikken over een termijn van 1 maand te rekenen vanaf de kennisgeving van de procedurekalender om hun volledige dossier over te maken. Een partij heeft aan deze voorwaarde voldaan wanneer zij aan haar tegenstrever alsook aan elke arbiter afzonderlijk een exemplaar van het dossier samen met een inventaris van de stukken heeft toegezonden. Art. 19. Elke verweerder beschikt over 15 dagen om conclusies te nemen vanaf het verstrijken van de termijn van 1 maand voorzien in artikel 18. Elke verweerder moet aan elke andere partij alsook aan elke arbiter afzonderlijk een exemplaar van de conclusies overmaken. Art. 20. De eiser beschikt over 15 dagen om conclusies te nemen vanaf het verstrijken van de termijn voorzien in artikel 19. De eiser moet aan zijn tegenstrever(s) alsook aan elke arbiter afzonderlijk een exemplaar van de conclusies overmaken.

AFDELING 8. ZITTING Art. 21. Het scheidsgerecht vat met alle mogelijke middelen zo spoedig mogelijk het onderzoek van de zaak aan. Art. 22. Het scheidsgerecht mag uitspraak doen op de stukken, tenzij een van de partijen wenst gehoord te worden. Het scheidsgerecht kan ook zelf beslissen dat een of meerdere hoorzittingen noodzakelijk zijn. Bovendien kan het scheidsgerecht beslissen dat een plaatsbezoek noodzakelijk is. Art. 23. Op vraag van de partijen of één van hen, of ambtshalve, nodigt het scheidsgerecht de partijen tijdig uit voor zich te verschijnen of aanwezig te zijn op het plaatsbezoek op de dag en de plaats die het vaststelt. Art. 24. Indien de partijen of één van hen niet opdagen, hoewel zij regelmatig zijn opgeroepen, is het scheidsgerecht gemachtigd om zijn opdracht niettemin te volbrengen, nadat het zich ervan heeft vergewist dat de oproep de partijen heeft bereikt en dat zij geen geldig excuus hebben aangevoerd om hun afwezigheid te rechtvaardigen. De arbitrale uitspraak wordt in ieder geval geacht op tegenspraak te zijn gedaan. Art. 25. Partijen kunnen aan het scheidsgerecht vragen om bepaalde getuigen in aanwezigheid van partijen te horen. Het scheidsgerecht oordeelt over de wenselijkheid hiervan. Art. 26. De zittingen zijn niet openbaar. Art. 27. De partijen verschijnen ofwel persoonlijk, ofwel via een behoorlijk daartoe gevolmachtigde of advocaat. In geval van persoonlijke verschijning kan een partij worden bijgestaan door een raadsman (jurist) en desgevallend een persoonlijke deskundige. Art. 28. Indien de partijen nieuwe vorderingen aanvoeren, hetzij in uitbreiding van de oorspronkelijke vordering, hetzij in uitbreiding van de tegenvordering, moeten zij dat schriftelijk doen. Het scheidsgerecht kan weigeren van deze nieuwe vorderingen kennis te nemen, indien het oordeelt dat dit het onderzoek of de afhandeling van de oorspronkelijke vordering kan vertragen of



de door de akte van opdracht vastgestelde grenzen overschrijdt. Het kan ook rekening houden met alle andere relevante omstandigheden.

AFDELING 9. SLUITING VAN DE DEBATTEN Art. 29. Na behandeling van de zaak worden de debatten gesloten en wordt de zaak voor uitspraak in beraad genomen.

AFDELING 10. BEËINDIGING VAN HET GESCHIL DOOR ONDERLING AKKOORD Art. 30. Indien de partijen, na de benoeming van het scheidsgerecht, maar vóór de sluiting van de debatten een akkoord bereiken dat aan hun geschil een einde maakt, dan wordt dit akkoord op verzoek van de partijen en met de toestemming van het scheidsgerecht, vastgelegd in een arbitrale schikkinguitspraak.

AFDELING 11. ARBITRALE UITSPRAAK Art. 31. Het scheidsgerecht doet op gemotiveerde wijze uitspraak over de zaak. De uitspraak wordt geacht te zijn gedaan op de plaats en op de datum vermeld in de arbitrale uitspraak. De uitspraak gebeurt bij meerderheid van stemmen. Art. 32. Het scheidsgerecht doet uitspraak binnen een termijn van één maand na het sluiten van de debatten. Art. 33. De uitspraak wordt per gewone brief meegedeeld aan de partijen en aan hun respectieve raadslieden. Art. 34. De arbitrale uitspraak wordt slechts neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de zetel van de arbitrage, wanneer één van de partijen erom verzoekt binnen een termijn van één maand na de kennisgeving ervan. Art. 35. Partijen kunnen gezamenlijk verzoeken dat de arbitrale uitspraak wordt neergelegd bij een openbare ambtenaar, met name een notaris of een gerechtsdeurwaarder, die zijn kantoor heeft binnen het ambtsgebied van de zetel van de arbitrage. Partijen kunnen een bepaalde openbare ambtenaar voorstellen aan het scheidsgerecht. Het scheidsgerecht bepaalt de duur van de bewaring door de openbare ambtenaar, rekening houdende met de duur van de verbintenissen die voortvloeien uit de arbitrale uitspraak. Art. 36. De neerlegging bij de rechtbank of bij een openbare ambtenaar gebeurt door het scheidsgerecht, binnen één maand na het verzoek tot neerlegging. Aan alle partijen wordt door het scheidsgerecht een kopie van het bewijs van neerlegging overgemaakt. De kosten van neerlegging worden door het scheidsgerecht proportioneel ten laste gelegd van alle partijen, met inbegrip van de eventuele tussenkomende partijen. Art. 37. De arbitrale uitspraak is definitief en in laatste aanleg gewezen. De partijen verbinden zich ertoe de uitspraak onmiddellijk, volledig en loyaal uit te voeren.

AFDELING 12. PLAATS VAN ARBITRAGE Art. 38. De arbitrage vindt plaats in België. Het scheidsgerecht bepaalt de concrete locatie waar de arbitrage praktisch zal plaatsvinden.

AFDELING 13. TAAL VAN ARBITRAGE Art. 39. De taal van de arbitrage is het Nederlands.



AFDELING 14. DE ARBITRAGEKOSTEN Art. 40. Bij het begin van de arbitrage bepaalt het scheidsgerecht de provisie voor arbitragekosten. Het gaat om een bedrag van 20% van de door het scheidsgerecht geraamde administratieve kosten, deskundigenkosten en de kosten en erelonen van de arbiters. De provisie voor arbitragekosten moet eerst betaald worden door de eisende en de verwerende partijen, of door één van hen, vooraleer het scheidsgerecht kan belast worden met het onderzoek van het geschil. Art. 41. Indien de arbitrageprocedure vroegtijdig wordt beëindigd hetzij door partijen in der minne hetzij door afstand van geding door de eiser, dan hebben de arbiters recht op een passende vergoeding voor het door hen tot dan toe verrichte werk. De vaststelling van deze passende vergoeding kan leiden tot een gedeeltelijke terugbetaling van de reeds betaalde provisie. Art. 42. De arbiters beslissen ambtshalve over de verdeling van de kosten in de arbitrale uitspraak, in zoverre zij de reeds betaalde provisie overstijgen. Art. 43. De verdeling van de vergoeding onder de arbiters wordt door de arbiters onderling overeengekomen. Deze interne verdeling wordt niet meegedeeld aan de partijen.

AFDELING 15. TOEPASSING DEEL VI GERECHTELIJK WETBOEK Art. 44. De artikelen 1676 tot en met 1723 van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing op alles wat niet uitdrukkelijk in dit reglement is omschreven. Art. 45. In alle gevallen waarin dit arbitragereglement verwijst naar de rechtbank van eerste aanleg of haar voorzitter, wordt hiermee de rechtbank van de plaats van arbitrage bedoeld.

AFDELING 16. MOGELIJKHEID TOT VERLENGING TERMIJNEN Art. 46. De arbiters kunnen, gelet op de complexiteit van de zaak en rekening houdend met de gangbare vakantieperiodes, één of meerdere termijnen voorzien in dit reglement verlengen. Zij kunnen maximaal de duur van een termijn verdubbelen. Art. 47. Indien er één of meerdere tussenkomende partijen zijn dan zal het scheidsgerecht de vastgestelde procedurekalender aanpassen en aan deze tussenkomende partijen de nodige termijnen toekennen teneinde hen in de gelegenheid te stellen hun argumenten en stavingstukken naar voor te brengen.



DERDE DEEL TECHNISCHE BEPALINGEN

1. Algemeen

De technische eisen zijn de minimale verwachtingen van de opdrachtgever. Het is de inschrijver toegelaten andere, gelijkwaardige, betere of bijkomende elementen te voorzien.

1.1. Omschrijving van de opdracht

Het gemeentebestuur wenst een “eenvoudige” sporthal te bouwen in Putte-Kapellen. Deze sporthal moet de toenemende vraag aan indoor sportaccommodatie in onze gemeente opvangen. Met een “eenvoudige” sporthal wordt de nadruk gelegd op een zeer functionele, flexibele en duurzame accommodatie, gericht op sporttrainingen en sportwedstrijden op kleinschalig en lager niveau. Het gemeentebestuur gaat uit van een levensduur van 30 jaar van deze hal en wenst dit uitgangspunt ook terug te vinden in de voorstellen van materiaalgebruik, onderhoud en technieken. De sporthal zal voornamelijk gebruikt worden door Kapelse en naburige clubs, alsook door de sportdienst zelf met het oog op het organiseren van sportkampen en eenmalige sportactiviteiten. Naast de gegeven netto sportoppervlaktes en kleedkamers afgestemd op de vermelde sporttakken en het aantal gebruikers, vraagt het bestuur een lokaal voorzien van een kitchenette dat kan dienst doen als kleine cateringruimte, vergaderruimte of n en wedstrijdlokaal. De sporthal zal niet bemand worden en dus (semi-)automatisch moeten kunnen functioneren. Dit wil zeggen dat sporters bij voorbeeld toegang moet krijgen via een badgesysteem. Sturing van verwarming, verlichting enzovoort kan gebeuren door de sportdienst zelf en hoeft niet volledig automatisch te gebeuren. Opzet is dat regelmatige controle door zaaltoezichters wordt voorzien. Binnen het plangebeid is een zone voor sport en recreatie voorzien waar deze sporthal moet gebouwd worden. Een bijhorende parking zal door het gemeentebestuur worden aangelegd (nog voor de realisatie van de sporthal) die kan aansluiten op de sportinfrastructuur. De nieuwe sporthal en de parking moeten zo dicht mogelijk bij de bebouwing van Putte worden ingeplant zodanig dat een maximale concentratie van bebouwing en infrastructuur wordt nagestreefd. Optioneel Aan de inschrijver wordt volgende optie gevraagd: In de onmiddellijke omgeving van de toekomstige sporthal zijn er een aantal outdoor tennisvelden. Aan de inschrijver wordt gevraagd om binnen de bebouwbare zone van 3000m² naast de gevraagde sporthal een overdekte tennishal in te tekenen met minimaal 2 terreinen, exclusief sanitaire



voorzieningen. Bij de offerte wordt een intekeningsplan van deze tennishal gevraagd, geen kostprijsberekening. Basisbouwprogramma eenvoudige sporthal De opdracht omvat een volledige architectuuropdracht en alle benodigde studies (bouw, stabiliteit, speciale technieken, …), incl. dossieropmaak en opvolging voor de realisatie van een eenvoudige sporthal die ten minste voldoet aan volgend basisbouwprogramma: 1° een overdekte sportruimte die kan opgedeeld worden in meerdere kleinere

sportruimten, met een oppervlakte die effectief bruikbaar aangewend kan worden voor sportactiviteiten, hierna netto-sportoppervlakte te noemen, van minimaal 24m X 44m (1.056m²) en een vrije hoogte van minimaal 7,5m, en een overdekt polyvalent sportlokaal met een minimale netto-sportoppervlakte van 14m X 14m (196m²) en een vrije hoogte van 4m;






b) de volgende sporttechnische uitrusting: Een sportvloer in de overdekte sportruimte en het polyvalente sportlokaal die voldoet aan de Europese norm EN 14904 en die voorzien kan worden van de uitrusting en voldoet aan de normen voor de sporten waartoe de vloer moet dienen.

Het dossier/de dossiers moet(en) door de zorgen van de aangestelde aannemer worden opgesteld en afgeleverd door een daartoe bevoegd en bekwaam ontwerper (architect/studiebureau). De kosten van de opmaak en de erelonen zijn ten laste van de aannemer. Het voorafgaandelijk opmaken van alle uitvoeringsdossiers voor dit gebouw.



Het realiseren (leveren van het ontwerp, de materialen bouw en technieken, plaatsen en afwerken) van de eenvoudige sporthal. Het voorafgaandelijk opmaken van het dossier voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning (aanvraag in te dienen door de gemeente). Het dossier moet door de zorgen van de aangestelde aannemer worden opgesteld en afgeleverd (plannen opgesteld in tienvoud en ondertekend door een ingeschreven architect, de vereiste attesten en formulieren). De kosten van de opmaak en de erelonen zijn ten laste van de aannemer. De architect houdt rekening met de bestaande toestand, de stedenbouwkundige voorschriften en de voorziene uitvoeringsdossiers.

1.2. Prijs

Er wordt één prijsofferte gevraagd. De opdracht wordt uitgevoerd voor een globale prijs. De uitvoering gebeurt overeenkomstig de goedgekeurde plannen, meetstaat en beschrijving. De veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking zijn ten laste van de aannemer. De verslaggever EPB is ten laste van de aannemer. Het bodemonderzoek in opdracht van de gemeente is lopende en zal op het eerste nuttige ogenblik worden bezorgd op vraag. Een opmetingsplan van het bouwterrein met de bestaande nutsleidingen en rioleringen is lopende en zal op het eerste nuttige ogenblikj worden bezorgd op vraag. Alle materialen en werken zijn inbegrepen om te komen tot een volledig afgewerkt geheel. De inschrijvers zullen zich op de hoogte stellen van de bestaande situatie en van de toegankelijkheid. Er wordt voor het starten van de werken een plaatsbeschrijving van de omgeving opgemaakt in samenspraak opdrachtgever/-nemer.

1.3. Wijzigingen

Wijzigingen zijn enkel mogelijk mits voorafgaandelijke schriftelijke opdracht vanwege het opdrachtgevend bestuur. Wanneer door de aannemer offertes worden ingediend voor eventuele wijzigingen, min- of meerwerken, dan moeten deze aan de volgende criteria beantwoorden:

alle vermelde prijzen zijn prijzen van toepassing op de dag van de aanbesteding (te vermelden in de offerte);

er moet voorgesteld worden om – ten gevolge van vermelde wijziging – de werktermijn al dan niet aan te passen (te vermelden);

elke offerte moet gedateerd en origineel ondertekend zijn (door de gevolmachtigde – naam en functie vermelden).

1.4. Uitvoeringsontwerper (architect en/of studiebureau)

Het uitvoeringsontwerp bundelt de ontwerpen van alle ontwerpdisciplines: architectuur, interieurarchitectuur, technische installaties, veiligheid, toegankelijkheid, stabiliteit, … De uitvoeringsontwerper heeft als taak om deze ontwerp-, opvolgings- en coördinatieopdracht in zijn geheel tot een goed einde te brengen rekening houdend met



het feit dat hij/zij eventueel een beroep zal moeten doen op bijkomende adviseurs, waarbij hij zelf zal instaan voor de coördinatie terwijl de inschrijver zelf zal instaan voor de betaling van alle erelonen en vergoedingen. Naast de opmaak van het uitvoeringsontwerp/het uitvoeringsdossier voert de uitvoeringsontwerper alle taken uit die deel uitmaken van het normale takenpakket van de architect bij deze dossiers. Op basis van het voorziene uitvoeringsdossier, maakt de uitvoeringsontwerper het dossier klaar voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning (aanvraag in te dienen door de gemeente). De uitvoeringsontwerper zal verder zorgen voor: de opvolging van de werken, alle nodige metingen, onderzoek, keuring en beproeving van materialen, de opmaak van de planning en de coördinatie van alle aspecten van de opdracht en de gespecialiseerde studies (zowel in de ontwerpfase als in de uitvoeringsfase) van de opdracht. In onderling overleg met de veiligheidscoördinatoren ontwerp en verwezenlijking, wordt ook het aspect veiligheid in overeenstemming gebracht met de andere dossiers. De uitvoeringsontwerper zal aanwezig zijn op de werkvergaderingen. Deze zijn wekelijks te voorzien. Na beëindiging van de werken zullen alle plannen in overeenstemming gebracht worden met de werkelijke uitvoering (as-built plannen).

1.5. Aannemer

Tenminste 10 werkdagen voor de aanvang van de werken legt de aannemer zijn gedetailleerde werkplanning en fasering ter goedkeuring voor, zodat ter plaatse de nodige schikkingen kunnen worden getroffen. De werkplanning houdt ook rekening met de tijdstippen waarop door andere aannemers werken moeten uitgevoerd worden (speciale technieken, e.d.). Alle werken, metingen, en kosten, de levering van alle materialen en het gebruik van materieel, die betrekking hebben op de aanneming vallen ten laste van de aannemer. Hij zal alle stappen ondernemen tot het bekomen van alle vereiste vergunningen, aansluitingen (water, elektriciteit, telefoon, …) en bescheiden die noodzakelijk zijn en die behoren bij de aanneming. De bouwvergunning zal worden aangevraagd door de bouwheer. De documenten daartoe zullen geleverd worden door de architect van de aannemer.

1.6. Werfleider

De aannemer dient gedurende de ganse bouwperiode een Nederlandstalig, geschoolde werkleider, die de nodige kunde, kennis ervaring en bevoegdheden heeft om deze taak naar behoren te vervullen, aanwezig te hebben, vanaf aanvang tot en met de voorlopige oplevering. De werfleider zal onder meer instaan voor de algemene coördinatie, toezicht op de veiligheid, toezicht op de netheid van de werf, bijhouden van het dagboek. De werfleider heeft een eigen bureel met telefoon en fax, waar hij beschikt over het bouwdossier en alle plannen. Voldoet zijn werk of zijn kwalificatie niet aan de verwachtingen van het bestuur, dient hij onverwijld vervangen te worden.

1.7. Opzichter

De leidend ambtenaar kan worden bijgestaan door een opzichter, (extern of intern) gelastigde namens de gemeente. Deze zal regelmatig op de werken aanwezig zijn, hij controleert de uitvoering van de werken en de wijze waarop de bestekvoorschriften, de



plannen en de bevelen van de leidende ambtenaar worden nageleefd. Hij noteert vaststellingen en/of afwijkingen en controleert de planning alsook de vorderingsstaten.

1.8. Arbeiders

De tewerkgestelde arbeiders moeten bekwaam zijn om de hun toevertrouwde arbeid behoorlijk uit te voeren. De aannemer mag een tekort aan personeel niet inroepen om eventuele vertraging in de uitvoering te rechtvaardigen. De aannemer is verplicht de sociale wetgeving en de ARAB-reglementering voor het op de bouwplaats aanwezige personeel na te komen. Ieder tewerkgesteld personeelslid (ook van de onderaannemers) zal tegen werkongevallen verzekerd zijn. Een reglementaire E.H.B.O.-set moet aanwezig zijn.

1.9. Inrichting van de bouwplaats

De ruimte voor de inrichting van de bouwplaats zal, ter plaatse, in overleg met de aannemer, door de veiligheidscoördinator samen met de leidende ambtenaar aangeduid worden. In afspraak met de bouwheer zal het tracé bepaald worden voor de toekomstige toegangsweg. Indien de aannemer dit tracé wenst te gebruiken voor zijn werftoegang, dient hij de tijdelijke verharding niet te verwijderen in zoverre dat het bestuur akkoord gaat deze gratis over te nemen bij het einde van de werken. Een minimale aanleg van 30 cm gerecycleerde gebroken steenslag op een worteldoek is hiertoe vereist. Het bestuur zal de bedding niet overnemen indien deze sterk vervuild of beschadigd is. Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan de circulatie op het terrein en de beveiliging van derden. De weg rond het bouwterrein dient immer open gehouden te worden voor het verkeer. Bij uitzonderlijke werken of transporten zullen voorafgaandelijk het bestuur en de politie verwittigd worden, en slechts met hun akkoord mag de weg tijdelijk afgesloten worden. De aannemer zorgt voor een degelijk hekwerk met verlichting, aangepaste signalisatie enz., in samenspraak met en akkoord van politie, brandweer en met de veiligheidscoördinator. De toegang tot de werken is verboden voor eenieder die er niet bij betrokken is (vermelden op een paneel bij de ingang). De reglementaire signalisatie "verboden de werken te betreden", moet worden aangebracht. Tijdens de werken en na de dagtaak moeten de werken degelijk afgesloten worden De aannemer zorgt voor een kantoor- vergaderlokaal, voorzien van geschikte bemeubeling, van verlichting, verwarming, telefoon. Dit kantoor wordt op kosten en door de zorgen van de aannemer onderhouden, verlicht en verwarmd. Dit lokaal en de uitrustingen moeten ter beschikking blijven tot de ingebruikneming van het gebouw. Het lokaal wordt bewaakt uitsluitend op kosten van de aannemer. De toegang tot het lokaal zal verhard zijn en zuiver gehouden worden. Opmerking: De lokalen nodig voor de aannemer zelf zijn niet opgenomen in deze beschrijving. Ze moeten echter volledig beantwoorden aan alle voorschriften ter zake.



De aannemer zal zich op de hoogte stellen van de openbare nutsleidingen in de directe omgeving en neemt alle maatregelen om deze niet te beschadigen. De aannemer zorgt ervoor dat alle vereiste stukken op de werkplaats aanwezig zijn samen met alle benodigdheden vereist voor het nazicht van de uitvoering. (o.a. een volledig dossier, de werkplanning, dagboek(en), meetstaten, borderellen van materialen, meet- en waterpasinstrumenten,...) Het gebruik, aanvoeren en plaatsen van alle vereiste materieel (o.a. kranen, ladders, stellingen) en voorzieningen is voorzien in de prijs. Alle materieel voldoet aan de gangbare vereisten (geldende veiligheidsvoorschriften, de reglementering van de arbeidsinspectie,...) en bezit alle nodige keuringsattesten. Alle werken en materialen nodig voor de goede uitvoering zijn inbegrepen. Dit zijn o.a. afsluitingen, vergunningen, aansluiting elektriciteit, steigers, afdekkingen, plaatsen van afvalcontainers, vervoer van materialen en machines, voorzorgen tegen regeninval in de lokalen tijdens de werken en alle nodige werken en/of diensten die niet afzonderlijk vermeld zijn in de andere artikels. Alle voorbereidende werken zoals maatneming en planning zijn eveneens inbegrepen. Al de veiligheidsmaatregelen voor personeel en al degenen die op de bouwplaats aanwezig zijn moeten getroffen worden. Nutsvoorzieningen: de aannemer zal instaan voor de aansluiting en de verbruikskosten van de nutsvoorzieningen gedurende de werfperiode.

1.10. Bouwketen – toiletten – opslagruimten en loodsen

De aannemer moet zijn arbeiders lokalen ter beschikking stellen waar zij kunnen schuilen, hun klederen bergen, zich verzorgen en schaften. Deze lokalen moeten overeenstemmen met de voorschriften van het algemeen reglement op de arbeidsbescherming; hetzelfde geldt voor de toiletten. De bouwketen voor de arbeiders mogen niet gebruikt worden voor het opslaan van materiaal en materieel; de aannemer moet zorgen voor toereikende opslagruimten zowel in aantal als in omvang. Magazijnen en loodsen voor het stapelen van cement en andere materialen moeten voldoende afgeschermd zijn tegen de weersomstandigheden.

1.11. Documenten op de werf

Alle aanbestedingsdocumenten en alle stukken die betrekking hebben op het verloop van de werken moeten in dit lokaal ter inzage zijn, en dit tijdens de volledige duur der werken. Dagboek en planningstabel: 1. Dagboek der werken: De werkleider zal een dagboek bijhouden over alle werkzaamheden op de werf. Hij vermeldt dagelijks:

de weersomstandigheden; de werkonderbrekingen wegens ongunstige weersomstandigheden; het aantal en de hoedanigheid van de op de bouwplaats tewerkgestelde arbeiders; de aangevoerde materialen; de speciale werkomstandigheden;



de uitgevoerde werken. Het dagboek dient bijgehouden in drievoud en ondertekend door de aannemer en de leidende ambtenaar. 2. Planningstabel: Door de diensten van de aannemer zal na de toewijzing, en voor de aanvang der werken een overzichtelijke planningstabel opgesteld worden. Deze tabel zal opgehangen worden in het toezichtlokaal. Een dubbel ervan zal aan de leidende ambtenaar en aan de uitvoeringsontwerper overgemaakt worden. Deze tabel moet tijdens de vordering van de werken aangepast worden aan de werkelijke toestand.

1.12. Werfvergadering

Vooraf, op regelmatige ogenblikken (wekelijks) en telkens wanneer nodig wordt een werfvergadering belegd, dit zodanig dat de voorbereidende fasen, de regelmatige voortgang en de uitgevoerde werken tijdig gecontroleerd kunnen worden. Dag en uur van de wekelijkse werfvergaderingen wordt in onderling overleg bepaald. De aannemer, een afgevaardigde van de bouwheer, de leidende ambtenaar en de uitvoeringsontwerper zullen in principe steeds aanwezig zijn.

1.13. Grondwerken – leidingen

Het aan- en afvoeren van grond moet door de aannemer gebeuren, rekening houdende met de vigerende reglementering. Op de bijgevoegde terreinopmeting zijn de bestaande leidingen en riolen indicatief aangegeven. De aannemer dient de exacte inplanting ervan ter plaatse na te gaan.

1.14. Materialen

Alle materialen zijn nieuw, van eerste hoedanigheid en beantwoorden aan de bestekomschrijving. De aannemer zal dit staven met een technische fiche waarvan de gegevens overeenkomen met de technische beschrijving in het bestek. De aannemer bezorgt vooraf alle gegevens, merk-, typebenaming en kleur voor elk materiaal. Alle nodige documentatie, stalen, attesten e.d. moeten vóóraf (min. 4 weken voor de verwerking), ter goedkeuring voorgelegd worden. De bouwheer heeft 6 dagen voor nazicht en om zijn eventuele bemerkingen te formuleren. De kleuren van de verschillende materialen en afwerkingen moeten in combinatie met elkaar gekozen kunnen worden. (alle stalen en kleurstalen die samen horen moeten tegelijk worden aangeboden). Materialenlijst Het gekozen (goedgekeurde) merk, type en kleur – van de goedgekeurde materialen – wordt door de aannemer in een materialenlijst bijgehouden. De volledige lijst wordt bij de voorlopige oplevering overhandigd aan de bouwheer.



1.15. Opruimen

De aannemer zorgt ervoor dat de werkplek, de toegangen enz. als nodig en minimaal wekelijks voldoende onderhouden en opgeruimd worden en dat alle stof en afval buiten de terreinen verwijderd worden. Bij de voorlopige oplevering moet alles gebruiksklaar gereinigd zijn. Afgezien van de voorziene werken moet de omgeving weer in zijn oorspronkelijke staat worden gebracht. Vooraleer de voorlopige oplevering aan te vragen is de aannemer er toe gehouden de werken te zuiveren, de werf te ontruimen en alle afval, materiaal en dergelijke van het terrein te verwijderen. De aanvullingen van de funderingssleuven en de eventuele aanvullingen op het terrein zullen ontdaan zijn van alle steenpuin en mortel.

1.16. Keuring

De controle zal uitgevoerd worden door de leidend ambtenaar en/of architect en indien de wet het voorschrijft door een erkend controleorganisme aangesteld door de aannemer (bv. elektrische keuringen).

1.17. Controle en toezicht op de uitvoering

De gemeente kan beslissen op haar kosten een onafhankelijk controlebureau in te schakelen. Deze controle moet bijdragen tot het garanderen van de kwaliteit van de gecontroleerde studies en het uitgevoerde werk en tot het bekomen van een tienjarige verzekering voor het project. De geldende wetten, voorschriften en normen vormen hierbij de leidraad. Het inschakelen van een controlebureau wijzigt niets aan de verplichtingen of aan de prijs van de aannemer.

1.18. Plaatsbeschrijving

Voorafgaandelijk aan de werken, wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt van de omgeving en de wegenis.



2. Technische bepalingen

2.1. Algemene normen

Het bestuur hecht veel belang aan de toepassing van de geldende normen en onderrichtingen inzake het ontwerp, de berekeningen van constructies en de technische uitrustingen zoals: de materialen - het materieel - het gebruik ervan - de veiligheid op de bouwplaats - … Volgende publicaties zijn onder meer van toepassing voor zover de opdracht werken bevat die er het voorwerp van uitmaken:

typebestek 104 – aanneming van bouwkundige werken – technische voorschriften met bijhorende addenda;

typebestek 105 – centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling; typebestek 250 – wegenwerken; typebestek 400 – aanneming van mechanische en elektrische installaties en

constructies; bestek 800 van 1967 en toelichtingsnota’s – voorlopige voorschriften voor het werk

bij vriesweer; verwijzingsbestek 902 met addenda – centrale verwarming, verluchting en

klimaatregeling; het algemeen reglement betreffende de elektrische installaties (AREI); het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB); de codex over het welzijn op het werk; de ééngemaakte technische specificaties (STS); de NBN-normen van het Belgische Instituut voor Normalisatie – zijnde de

gehomologeerde of geregistreerde Belgische Normen; de goedgekeurde Europese technische specificaties voor bouwproducten

(overeenkomstig de Europese Bouwproductenrichtlijn); het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene sectoriele bepalingen

inzake milieuhygiëne (Vlarem); het sanitair reglement; technische informatienota n° 114 van het WTCB; technische informatienota n° 120 van het WTCB; typebestekken, verwijzingsbestekken en afleveringen van het algemeen bestek van

het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, voor zover zij werken bevatten die het voorwerp van de aanneming uitmaken;

het KB van 07.07.1994 betreffende basisnormen voor nieuwe gebouwen; het KB van 19.12.1997 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van

brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen; het KB van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering

van hun werk; het KB van 12.08.1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen; het KB van.12.04.1974 betreffende richtlijnen inzake brandbeveiliging

overeenkomstig met aanvullingen (BS van 24.05.1974); het KB van 05.05.1995 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese

Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassingen van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende machines;

documentatiebladen betreffende de normalisatie der gebouwen uitgegeven door het Bestuur der Gebouwen;

documentatiebladen van het Ministerie van Openbare Werken, reeks n° 32, betreffende de modulaire normalisatie der gebouwen toegankelijk voor het publiek;



normalisatie van luchtkanalen, uitgegeven door de Regie der Gebouwen; weerstand tegen brand van bouwelementen; het besluit van de Vlaamse regering betreffende de primaire preventie van de

veteranenziekte in voor het publiek toegankelijke plaatsen van 22.11.2002; EPB voorschriften het besluit van de Vlaamse regering houdende reglementering inzake de kwaliteit

en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie van 13.12.2002; het decreet van 28.06.1985 betreffende de milieuvergunning, evenals de

uitvoeringsbesluiten hiervan; het decreet van 22.02.1995 betreffende de bodemsanering, evenals de

uitvoeringsbesluiten hiervan; de van toepassing zijnde ‘Technische Voorlichtingsnota’s’ van het WTCB.

Het project dient maximaal te voldoen aan de voorschriften zoals opgenomen in Vlarem II. Alle voorschriften inzake brandveiligheid zijn van toepassing zoals de bereikbaarheid van het gebouw - compartimentering – evacuatiemogelijkheden voor gebruikers – veiligheidsverlichting – veiligheidssignalisatie – blusmiddelen. Een branddetectie-brandmeldings- en waarschuwingssysteem worden voorzien volgens betreffende normen. De ontwerper en aannemer voorzien de plaatsing van de nodige evacuatieplannen voor de ingebruikname van het complex. De brandweerstand van de materialen dient te voldoen aan NBN 713-020. De nodige attesten moeten worden voorgelegd. Ook de voorschriften van de nutsbedrijven (water, gas, elektriciteit, kabeldistributie, telefonie, …) zijn van toepassing. Alle thermische en akoestische eisen van het ganse gebouw worden met de grootste nauwkeurigheid bekeken, berekend en uitgevoerd of gerealiseerd volgens de meest duurzame normen. De warmtedoorgangscoëfficiënten van de constructieonderdelen mogen de waarden niet overschrijden die zijn opgenomen in de bijlage III van dit ‘ontwerp’ decreet. Ook de akoestische criteria volgens NBN S 01-401 zijn van toepassing. Er zal rekening gehouden worden met de richtlijnen uit de brochure ‘Toegankelijkheid van sporthallen en zwembaden’ (te verkrijgen bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Gelijke Kansen in Vlaanderen) in verband met de toegankelijkheid voor gehandicapten. In alle omstandigheden worden nieuwe materialen gebruikt die een milieuvriendelijk, rationeel en energiezuinig gebruik toelaten. Deze opgesomde lijst is niet limitatief. Alle latere aanvullingen en/of wijzigingen op de bovenvermelde toepasselijke documenten zijn eveneens op deze opdracht van toepassing voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze opdracht.



2.2. Architectuur - ontwerp

De bedoeling is, op een zo economisch mogelijke wijze, een sober maar degelijk en esthetisch evenwichtig gebouw te construeren waarbij naast een begrensde investeringskost, eveneens én vooral een lage exploitatiekost, wordt nagestreefd via onder meer een efficiënt gebruik van duurzame en onderhoudsarme en –vriendelijke materialen en technieken. Het gebouw dient te worden opgericht naar volgende eisen:

grote duurzaamheid in tijd/energieverbruik; minimum aan onderhoud; sober, degelijk en onderhoudsvriendelijk qua materiaalkeuze en afwerking; maximaal sporttechnisch comfort; thermisch comfort; gebruiksgemak technische installatie; energiebesparende

maatregelen; akoestisch comfort; grote mechanische weerstand; veiligheid en brandbescherming.

Zonder bepalend te werken voor de aard van de architectuur zullen de gebruikte materialen onderhoudsvriendelijk en vandaalbestendig moeten zijn. De minimale kwaliteitseisen van de materialen en ook de minimale eisen van de technische installaties worden verder opgegeven.

Tenzij anders bepaald in de beschrijving wordt het gebouw verondersteld kant en klaar, zogenaamd ‘sleutel op de deur’ te worden afgeleverd, ook als bepaalde gedeelten niet expliciet in dit bestek zijn beschreven.

2.3. Bijkomende opdracht ontwerper – aannemer van werken

Na goedkeuring van het voorontwerp, bezorgt de ontwerper aan het bestuur een volledig dossier

voor de stedenbouwkundige vergunning en voor eventueel de milieuvergunning in 10 exemplaren. Dit dossier dient overgemaakt te worden binnen de 20 kalenderdagen, na schriftelijk

verzoek van het bestuur, op straffe van uitsluiting zonder dat hiertegen beroep mogelijk is. Al in de conceptfase bij het opstarten van het project moet het KB op tijdelijke of mobiele werfplaatsen worden gevolgd betreffende veiligheidscoördinatie (ontwerp met de opmaak van de nodige coördinatie-instrumenten). Opmerkingen van de veiligheidscoördinator kunnen geen aanleiding zijn tot verrekeningen ten laste van de bouwheer. De ontwerper en de aannemer van de werken leggen bij de realisatie van het project alle nodige gegevens (uitvoeringsplannen - berekeningsnota’s – technische fiches - … ) ter goedkeuring voor aan het bestuur. Zoals voorzien in zijn wettelijke verplichtingen voert de ontwerper-architect de nodige controle uit op de werkzaamheden. De aannemer zorgt voor de nodige coördinatie tussen de onderaannemers en belegt op regelmatige tijdstippen de noodzakelijke coördinatievergaderingen. De werken worden strikt uitgevoerd volgens een vooraf opgemaakte en goedgekeurde planning. De aannemer-opdrachthouder dient bij het beëindigen van de werken een as-built-dossier (drie exemplaren plannen en documenten – en twee exemplaren op CD-rom) aan de opdrachtgever over te maken, omvattende:

een volledig stel plannen (geactualiseerde plannen architectuur en technieken, detailtekeningen, stabiliteitsplannen en uitvoeringstekeningen) in drievoud;

een lijst van alle aannemers en onderaannemers met adres en uitvoeringstaak;



een lijst van de gebruikte materialen met herkomst, technische fiche, getuigschrift en keuringen;

onderhoudsdossier met gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen; andere specifieke documenten zoals waarborg- en garantieattesten; attesten van controles door de nutsmaatschappijen en de erkende

controleorganismes; “as-built“ bekistings- en wapeningsplannen; “as-built” plannen van het rioleringsstelsels; “as-built” plannen sanitair; “as-built” plannen van verwarming; “as-built” plannen mechanische en elektrische installaties en constructies; “as-built” plannen verluchting en klimaatregeling; opleiding onderhoudspersoneel gemeente van alle technische installaties

(elektrische verwarming, sanitair). Ook zal een brandweerdossier in drie exemplaren worden opgesteld met:

alle proefverslagen van brandweercontrole en/of brandstabiliteit van de gebruikte materialen;

alle proefverslagen van de relevante materiaaleigenschappen; ondertekende conformiteitverklaring van de (onder)aannemer(s) dat voormelde

materialen geplaatst zijn volgens de richtlijnen van de desbetreffende proefverslagen;

een volledige set gecoördineerde grondplannen met aanduiding van de compartimenten en specifieke brandwerende toebehoren zoals Rf-deuren, brandkleppen e.a.

Bij de voorlopige oplevering levert de aannemer een goedkeuringsattest af van de brandweer.

2.4. Algemeen bouwkundig eisenprogramma

De hierna opgesomde gedetailleerde bouwkundige eisen zijn de minimale verwachtingen van de opdrachtgever; het is de inschrijver toegelaten andere, gelijkwaardige, betere of bijkomende elementen te voorzien:

het ter plaatse gestorte beton is afkomstig van een BENOR-gekeurde betoncentrale en moet voldoen aan de gestelde eisen (waterdichtheid – funderingen – balken/kolommen/trappen/wanden – voorgespannen beton - …);

de verwerking van het beton gebeurt volgens de normen en voorschriften terzake; de bekisting is aangepast aan de noodwendigheden (gewone bekisting – gladde

bekisting - …); het betonstaal voldoet aan de gestelde normen (technische fiche); staalconstructie-elementen krijgen een corrosiebescherming door verzinken en

elektrostatisch coaten (attest); gelammeleerd hout dient een TCHB certificaat te hebben; al het steunen keldermetselwerk (funderingsmetselwerk) en het opgaand

metselwerk, inclusief gevelmetselwerk worden uitgevoerd met daartoe kwalitatief geschikte bouwelementen. (technische fiche);

het metselwerk bezit de nodige toebehoren zoals spouwhaken, wapeningen, waterdichte lagen (aangepast aan de omstandigheden), verankeringen, enz. (technisch fiches);

alle deurcilinders werken met een sluitingshiërarchie;



veiligheidsbeglazing te voorzien waar een gevaar voor kwetsuren mogelijk is – brandwerende beglazing te voorzien waar noodzakelijk (technische fiche en attest brandweerstand);

daar waar nodig worden de nodige brandwerende afdichtingen voorzien (technische fiche en attest brandweerstand);

daar waar de bewegingen tussen materialen te verwachten zijn, wordt een elastische voegmassa aangebracht – de keuze van deze kit is onder meer afhankelijk van de omgeving (technische fiche);

de nodige veiligheidssignalisatie is te voorzien; nodige signalisatie, pictogrammen en tekstborden worden voorzien in volkernplaten

of gepolijst inox; bij plaatsing en berekening dakconstructie moet men rekening houden dat er

ophangsystemen kunnen geplaatst worden voor uitoefening van de turnsport en basketbalsport;

op de vloer van de sporthal, over een strook van 4 meter zijde ingang, dienen tribunes geplaatst te kunnen worden.

3. Algemeen bouwprogramma

Het is de bedoeling een ontwerp te maken voor één binnensportaccommodatie met de hierna volgende beschrijving als zijnde het minimum programma. In deze optiek staat het de inschrijvers ook vrij voorstellen en varianten in te dienen welke tot een betere realisatie kunnen leiden. Minimum programma: 1° een overdekte sportruimte die kan opgedeeld worden in meerdere kleinere

sportruimten, met een oppervlakte die effectief bruikbaar aangewend kan worden voor sportactiviteiten, hierna netto-sportoppervlakte te noemen, van minimaal 24m bij 44m (1.056m²) en een vrije hoogte van minimaal 7,5m, en een overdekt polyvalent sportlokaal met een minimale netto-sportoppervlakte van 14m X 14m (196m²) en een vrije hoogte van 4 m;








b) de volgende sporttechnische uitrusting: een sportvloer in de overdekte sportruimte en het polyvalente sportlokaal die voldoet aan de Europese norm EN 14904 en die voorzien kan worden van de uitrusting en voldoet aan de normen voor de sporten waartoe de vloer moet dienen.

3.1. Overdekte sportruimte (grote sportzaal)

Een uitgang met sectionale poort naar buiten De overgang naar de bevloering van de berging dient naadloos te gebeuren of via

een volledig egale drempel die stevig genoeg is om de belasting van het zware, rollende sportmateriaal, e.d. te weerstaan.

Een sportvloer die voldoet aan de Europese norm EN 14904 en en die voorzien kan worden van de uitrusting en voldoet aan de normen voor de sporten waartoe de vloer moet dienen en tevens voldoet aan de eisen inzake brandweerstand.

Belijningen, vloerpotten, ankers en sportuitrusting in aluminium – volledig en conform de geldende voorschriften en reglementen voor:

o Badminton: 7 velden o Volleybal: 3 velden o Basketbal: 1 veld o Tennis: 1 veld o Korfbal: 1 veld o Combiveld handbal en zaal- of minivoetbal: 1 veld o Turnen: vloerverankeringen voor grondtoestellen

De vloer, belijning en uitrusting bestemd voor de voornoemde sporten dient te voldoen aan de normen en accreditaties van de erkende sportfederaties (FIVB – FIBA – IHF).

De inschrijver zorgt voor een belijningsplan waarop ook de grondpotten en –verankeringen aangeduid zijn. De aannemer moet uiteraard ook deze belijning aanbrengen. Deze werken dienen te worden uitgevoerd in de conventionele kleuren en breedte van de lijnen. Deze lijnen moeten dezelfde stroefheid en lichtreflectie hebben als de rest van de sportvloer. De vloerpotten dienen te worden aangebracht in functie van de hoger vermelde sportvelden. De vloerpotten dienen zoveel mogelijk van een universeel type te zijn. De basisuitrusting voor basketbal, volleybal, badminton, zaalvoetbal en minivoetbal, d.w.z. netten, palen, doelen en toebehoren. De nodige opbergkarren en opbergbeugels in de berging. De gronduitsparingen ten behoeve van de grondbussen worden voorzien volgens het grondpottenplan van de toestellenleverancier. Het materiaal van de grondbus zal roestbestendig zijn en aan de onderzijde waterdicht afgesloten zijn door een steunplaat. Door zijn samenstelling zal de grondbus zeer geschikt zijn voor het opnemen van krachten en dit zonder vervormingen van paal of grondbus. Bijhorend deksel dient te kunnen worden bekleed door de vloerleverancier. De grondbus dient voorzien te zijn van ring en deksel. Het deksel dient dan verwijderd te kunnen worden met een deksellichter.



De grondbus zal aan de buitenzijde een opgeruwd oppervlak hebben met een betere hechting in het beton. De grondbussen worden geplaatst in een degelijke en bewapende betonverzwaring en dusdanig dat het vochtscherm en de thermische vloerisolatie niet onderbroken worden Alle toestellen of toebehoren die voorzien zijn van wielen dienen zo uitgevoerd te worden dat de loopvlakken van deze wielen geen spoor nalaten op de sportvloer. Berging Voldoende berging voor sportmateriaal

Zaalscheidingen De grootte van de scheidingswand zal worden bepaald door de vrije hoogte van de zaal en de vorm van de dakconstructie (vlak, gebogen, spits, enz…). Het scheidingsgordijn zal worden opgehangen aan de dakconstructie. De scheidingsgordijnen worden uitgevoerd in witte schuurvrije gaasdoek. De onderste 2,5 m wordt in ondoorzichtbaar pvc uitgevoerd. Beide materialen brandklasse M2. De scheidingsgordijnen delen de zaal in zoveel mogelijk sporttechnisch bruikbare delen.

specifieke sportuitrusting Algemeen: Al het sportmateriaal moet stevig zijn, licht, gemakkelijk hanteerbaar en bruikbaar zijn. Het is eenvoudig weg te bergen en op te stellen. Het moet voldoen aan de eisen van de sportfederaties, en moet opbergbaar zijn in de ruimte hiertoe bestemd. Het mag geen bevuiling of beschadiging van de sportvloer teweeg brengen. Volleybalinstallatie:

Zes grondbussen. Drie volledige volleybalsets conform met de richtlijnen van de NBN EN 1271. Netten in wedstrijduitvoering. De installatie dient te voldoen aan de eisen van de Vlaamse volleybalbond.

Badmintoninstallatie:

De nodige voorzieningen moeten getroffen worden zodat er in totaal 7 badmintonterreinen kunnen gebruikt worden.

De badmintonnetten en de netsteunpalen (voorzien van een kunststof opzetstuk) dienen conform te zijn aan de richtlijnen van NBN EN 1509.

Basketbalinstallatie (Muurbasket):

De muurbaskets zullen volledig conform zijn met de richtlijnen van de NBN EN 1270.

Het geheel moet opbergbaar zijn tegen de wand. Met wedstrijddunkring. Een hardglas bord met afmetingen 180 x 105 cm, min dikte 12mm. Dient in overeenstemming te zijn met eisen van de basketbalbond om

jeugdwedstrijden te kunnen laten organiseren. Mogelijkheid om ring in hoogte te verstellen van 2,60 meter tot 3,05 meter.



Handbal-zaalvoetbalinstallatie: Het zaalvoetbaldoel zal volledig conform zijn met de richtlijnen van de NBN EN 749.

Dit doel zal een zeer stabiele uitvoering hebben en uitgevoerd zijn in aluminium koker met afgeronde hoeken. Het doel zal een afmeting hebben van 300 x 200 cm en 100 cm diepte. De doelpalen en de lat moeten volgens de geldende normen afwisselend contrasterend gemarkeerd zijn. Het doel zal voorzien zijn van vloerbeschermers zodat er geen schade kan veroorzaakt worden aan de sportvloer.

Aantal: twee (2) De netten voor handbal-zaalvoetbaldoel zijn volledig conform met de richtlijnen van

de NBN EN 749. Het net zal tevens geschikt zijn voor zaalvoetbal en hockey. Aantal: twee (2) De bodemverankering van het zaalvoetbaldoel zal volledig conform zijn met de

richtlijnen van de NBN EN 749. Per doel dienen er twee verankeringen geplaatst te worden

Aantal: vier (4) Stabiel aangepast transportwagentje (universeel) dat vier zwenkwielen zal bevatten

en zal dienen voor het verplaatsen van de handbaldoelen. Alle metalen delen zullen verzinkt en gecoat worden. Geschikt voor alle vrijstaande handbaldoelen.

Aantal: één (1) of twee (2) in functie van 1 of 2 doelen per wagentje. Sportramen in de grote zaal en in het polyvalent sportlokaal

In de grote zaal in het polyvalent sportlokaal moeten minimaal 6 sportramen geplaatst worden tegen de wand. Afmetingen sportraam: +/- 100m X 215m.

Turnen:

In de grote zaal dienen grondverankeringen voor turntoestellen voorzien te worden (bok, paard etc).

Scheidsrechterstoel verrolbaar:

Dit zal een vrijstaande en verrolbare scheidsrechterstoel zijn die een stevige stalen buisconstructie, epoxy gelakt, verkiesbaar zal hebben. Deze stoel zal uitgevoerd zijn met wegklapbare zitting en schrijftablet in multiplex plaat. De stoel moet zowel staand als zittend te gebruiken zijn. De stoel heeft een verrolinrichting wat bestaat uit twee wieltjes, waardoor de stoel dus gekanteld moet worden om het geheel te kunnen verrollen. Voorzien van padding. Aantal: één (1)

Palen- en nettenberging:

De universele wagen, stevige constructie, dient voorzien te zijn van voldoende zware bok- en zwenkwielen met rubber loopvlak, die rollen op kogellagers. De beklede beugels moeten de volley- en badmintonpalen en meerdere netten kunnen opbergen. De metalen delen en frame dienen gestraald te worden en vervolgens gepoederlakt. Aantal: één (1)

Randapparatuur:

Voorzien van een muziekinstallatie en omroepinstallatie Voorzien van een digitaal scorebord



3.2. Overdekt polyvalent sportlokaal (kleine sportzaal)

Obstakelvrije en stootvaste wanden Polyvalente sportvloer PU 7/2 idem sporthal met plint. Grote aandacht voor een degelijke verluchting. Eventueel enkele kleine kipramen voorzien. 4 x 2st inbouw wandcontactdozen 16A geplaatst op de lange wanden, 1m uit de

hoeken, op 1m hoogte. Voorzien van een muziekinstallatie

4. Technisch eisenprogramma

4.1. Aanneming / werf

Veiligheids- en gezondheidsplan

De inschrijver dient rekening te houden met de bepalingen van het KB van 25/01/2001 (verschenen in het Belgisch staatsblad van 07/02/2001) betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. De aannemer voegt de documenten, zoals bepaald in art 30 van het KB 25/01/2001, betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, toe aan de inschrijving, zodat de coördinator-ontwerp de overeenstemming kan beoordelen met zijn veiligheids- en gezondheidsplan. Tijdens de verwezenlijking worden alle besproken wijzigingen in overleg met de coördinator verwezenlijking, in volgorde van voorkomen toegevoegd, zodat het veiligheids- en gezondheidsplan op elk moment de stand van de werken weerspiegelt.

EPB

De inschrijver dient rekening te houden met de voorschriften ter zake, hij duidt de verslaggever aan. Bij zijn inschrijving geeft hij de naam van de verslaggever op. Bij de inschrijving voegt de verslaggever een nota waaruit blijkt dat hij betrokken geweest is bij de voorstudie en waarin hij onderschrijft dat de offerte van de inschrijver volledig conform is met de EPB voorschriften.

4.2. Onderbouw

Grondwerken

Voorafgaande afgraving van het terrein

Ontzoden Verwijderen van teelaarde Nivellering.

Sleuven

Funderingssleuven Sleuven voor leidingen.



Wederaanvullingen Betreft alle randopvullingen en/of ophogingen van de zone rondom of tussen de gerealiseerde funderingen; kortom, het terug onder profiel brengen overeenkomstig de uitvoeringsplannen, steeds omvattend het verwijderen van alle puin en afval en het leveren en/of geschikt maken van de uitgegraven grond als funderingsmateriaal en het verdichten in lagen. Het spreiden van de lagen gebeurt in correct opeenvolgende lagen. (bv. laatste laag de teelaarde).

Funderingen

Funderingswijze De post betreft de funderingswijze en aanzet. De studie is ten laste van de aannemer. (betonstudie) Kolomvoeten De wapening wordt aangebracht zoals aangeduid op de wapeningsplannen. De studie is ten laste van de aannemer. (betonstudie)

Aardingslus

Voor elk nieuw gebouw, waar bij graafwerken een diepte van minstens 60 cm bereikt wordt, moet de aardelektrode tenminste bestaan uit een aardingslus die aangebracht wordt op de bodem van de funderingssleuven van de buitenmuren.

Metselwerken

Omvat alle elementen, werken en leveringen, die betrekking hebben op het funderingsmetselwerk en de eventuele kruipruimten. Alle gebruikte materialen zijn van eerste keus. Alle metselwerken voldoen aan de eisen van de NBN B 21-001 en dragen het merk BENOR. (attest voor te leggen); De eventuele uitzettingsvoegen en mufor-bewapeningen worden bepaald door de leverende fabrikant. De muurvlakken welke in aanraking blijven met de grond krijgen een waterdichte cementbepleistering. Opgaand metselwerk: rekening houden met esthetiek, duurzaamheid en het onderhoudsarm zijn. Duidelijk te omschrijven en referenties op te geven.

Vloerlagen

Zuiveringslagen Het betreft het leveren, uitstorten en spreiden op de gewenste dikte van een mager (schraal) beton, als zuiveringslaag of egalisatielaag voor kruipkelders en/of werkvloer onder het funderingsbeton. Draagvloeren op volle grond De draagvloeren zijn voorzien van de juiste wapening en de nodige vochtisolaties. De plaatsen van de uitsparingen en doorvoeren worden voorafgaandelijk op de plannen aangegeven. De architect controleert de plaatsing en ziet de aansluitingsdetails en overlappingen na op hun goede uitvoering. Vochtwerende lagen Onverminderd de concrete richtlijnen in het bijzonder bestek of bijgevoegde uitvoeringsdetails, dient de aannemer ervoor zorg te dragen dat absoluut geen water van buiten uit of vanuit de onderbouw kan infiltreren in de bovenbouw. Hiertoe wordt steeds de



nodige vochtwering voorzien. De architect controleert de plaatsing van de waterdichtingsmembranen en ziet de aansluitingsdetails en overlappingen na op hun goede uitvoering.

Rioleringselementen

Omvat alle ingegraven elementen binnen en buiten voor het verzamelen, afvoeren naar de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater, fecaal water en regenwater, afkomstig van diverse standleidingen, afvoerleidingen; drainageleidingen van het gebouw. Een as-built dient te worden afgeleverd voor de voorlopige oplevering. Referentienormen:

STS 35, deel I - Sanering - Riolering - Zuivering van huisafvalwater STS 35, deel II - Sanering - Regenputten - Putten - Drainering TV 114 - Sanitair Reglement betreffende de bescherming van het drinkwater en de

waterafvoer van gebouwen (WTCB, 1976) TV 120 - Praktische toepassing van het Sanitair Reglement TV 114 (WTCB) TV 200 - Sanitair Reglement - deel 1 : Installaties voor de afvoer van afvalwater in

gebouwen (WTCB) NBN EN 752-1 - Buitenriolering - Deel 1-7 NBN EN 476 - Algemene eisen voor onderdelen gebruikt in binnen- &

buitenrioleringen onder vrij verval NBN EN 1610 - Aanleg en testen van rioleringen en afvalwaterleidingen Typebestek 104, Index 02.6,08.3,35.2 en 62

Nota aan de ontwerper: TV 200 (nu nog voorstel) zal TV 114 / TV 120 vervangen: TV 200 - Sanitair Reglement - deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen; deel 2: Installaties voor de afvoer van regenwater van gebouwen; deel 3: Installaties voor de individuele zuivering van huisafvalwater; deel 4: Installaties voor de verdeling van sanitair koud en warm water in gebouwen (WTCB). Rioleringsbuizen

PVC-buizen voor riolering zijn volgens NBN T 42-108 + errata. PVC-hulpstukken voor riolering zijn volgens T 42-601 en addendum 1. Eventuele afdichtingsringen zijn volgens 25.1. Alle buizen dragen het merk BENOR (attest voor te leggen). Alle buizen en hulpstukken welke onderling dienen gekoppeld te worden zijn

afkomstig van dezelfde fabrikant. Regenwaterrioleringen worden aangelegd in grijze kleur, afvalwaterrioleringen in

roodbruine kleur. Het rioleringsschema met vermelding van de types water, leidingdiameters, leidingkleur, behandelingstoestellen e.a. wordt opgemaakt door de architect en opgenomen in de uitvoeringsplannen en bestek. Het rioleringsnet wordt over zijn ganse lengte door verticale stijgbuizen verlucht. Inspectieputten Het betreft inspectieputten die zijn ontworpen om de leidingen die er uitmonden te kunnen nazien en reinigen, en verder in hun afvoer via één enkele leiding naar de riolering te voorzien. Voldoende toezichtluiken dienen te worden aangebracht bij richtingsveranderingen.



Deksels en roosters Het deksel en de putrand beantwoorden aan de NBN B 54-101 en zijn vervaardigd uit gietijzer

volgens NBN B 53-101/A1. De deksels bevatten de inscriptie RWA en DWA. De putrand wordt op het juiste peil gebracht ten opzichte van de te voorziene afwerking.

4.3. Bovenbouw

De ontwerper en de inschrijver dienen de nodige aandacht te besteden aan de harmonie van de nieuwbouw met de groene omgeving.

Opgaand metselwerk

Bevat alle elementen, werken en leveringen, die betrekking hebben op de bovengrondse metselwerken, die nog met de grond in aanraking komen, noch aan de weersinvloeden zijn blootgesteld. Het delen van gehele stenen gebeurt door mechanisch verzagen.

Binnenmuren in baksteen / geperforeerd

Het betreft "gewone" snelbouwstenen (SB) in gebakken klei, beantwoordend aan NBN B 23-003 - Baksteen voor niet-decoratief metselwerk (1991). De aannemer legt een staal en prestatiefiche ter goedkeuring voor aan de ontwerper.

Binnenmuren in baksteen / isolerend

Het betreft "isolerende" snelbouwstenen (ISO-SB) in gebakken klei volgens NBN B 23-003 - Baksteen voor niet-decoratief metselwerk. Indien de muren worden uitgevoerd in zichtbaar blijvend metselwerk worden bakstenen gebruikt vrij van gebreken. Het delen van gehele stenen gebeurt door mechanisch verzagen. De bakstenen mogen geen ijzer-, ijzerhoudende- of kalkpitten bevatten die oppervlaktebeschadiging kunnen veroorzaken. Het gebruik van elementen met een onregelmatige vorm of uitzicht is niet toegestaan. Eventuele muurklossen zijn niet zichtbaar in het dagvlak van het metselwerk De hoeken worden in verband gemetseld. De spouwhaken zijn van verzinkt staal met een minimum diameter van 3,5 mm. Lateien zijn in geprefabriceerd beton.

Binnenmuren in betonsteen

De betonblokken zijn vervaardigd uit agglomeraten van inerte natuurlijke of kunstmatige granulaten, hydraulische bindmiddelen en eventuele hulpstoffen of additieven. Zij beantwoorden aan de voorschriften van NBN B 21-001 - Metselstenen - Specificaties voor betonmetselstenen (1988 + add.1-1996). Voor het uitvoeren van dragende binnenmuren met blokken. De blokken zijn hol, de oppervlaktetextuur is vlak, de betonstructuur is effen en de kleurschakering egaal. De blokken mogen gebruikt worden als zichtbaar blijvend metselwerk. Voegwerk achteraf uit te voeren.

Muurisolatie

Dit omvat de elementen, werken en leveringen, voor het realiseren van de thermische en akoestische isolatie. De isolatiematerialen mogen geen voedingsbron vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels, ze zijn tevens rotvrij, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend. Op het thermisch isoleren van gevels zijn de bepalingen van de TV 178 (WTCB, 1989) van toepassing.



Gevelmetselwerk

De stenen / blokken zijn BENOR gekeurd volgens NBN B 23-002. Men spreekt over “steen” als de uitwendige fabricagematen L x H x H kleiner zijn dan respectievelijk 300 x 150 x 100 mm. Indien groter spreekt men over “blok”. Voor de uitvoering zullen minimum drie stalen ter goedkeuring aan de architect en de opdrachtgever worden voorgelegd, teneinde de kleur en formaat te bepalen. De te verwerken stenen zijn vrij van barsten, afgesprongen stukken of gebroken hoeken (categorie K). De samenstelling en de bereiding van de metselmortels dient in overeenstemming te zijn met NBN B 14-001 t/m B 14-221. De aannemer zal onder zijn verantwoordelijkheid vooraf de metsel- en voegmortel onderzoeken om de verenigbaarheid van beide mortels na te gaan. De voegmortel moet aangepast worden aan de aard van de steen en de kwaliteit van de metselmortel. Drie verschillende monsters naar kleur, textuur en vorm van de voeg dienen te worden aangebracht als proefvlakken ter goedkeuring aan de architect en de opdrachtgever. Hieruit wordt een definitieve voegsamenstelling gekozen. Op het opvoegen van gevels zijn de bepalingen van de TV 208 (WTCB, 1998) van toepassing.

Vochtisolatie

Betreft alle vochtisolatie in de spouw en het buitenmetselwerk m.b.t. de afvoer van infiltrerend regen- en/of condensatiewater. De vochtisoleerlaag is te plaatsen op de volledige dikte van de spouwmuur.

Raam- en deurdorpels

Uit te voeren in blauwe steen van de klasse B (bouwkeus) volgens de tabel TV 156. Aan de rugzijde dient een opstand gelijmd van 10 cm hoogte.

Gevelplinten in prefabbeton

De onderzijde van de plint wordt 60 cm onder het maaiveld geplaatst. De plinten worden afgeschuind langs de bovenzijde onder een hoek van 45°. Het buitenoppervlak is glad. De plinten worden opgehangen in de kolommen en steunen op de kolomvoeten.

Rook- en verluchtingskanalen

De post "rook- & verluchtingskanalen" omvat alle werken en leveringen voor het gebruiksklaar installeren van de schouw- en/of verluchtingskanalen, opgebouwd uit één of meerdere (geprefabriceerde kanalen), bestemd voor de afvoer van rook- en verbrandingsproducten, alsook deze bestaande uit één of meerdere geïntegreerde kanalen voor andere toepassing (leidingenkokers, luchtafvoer of luchtaanvoer voor luchtbehandelingsinstallaties en/of ventilatie). Alle onderdelen en hulpstukken, vereist voor de stabiliteit en de goede werking van het geheel zijn inbegrepen. Een studie dient te worden meegeleverd bij de inschrijving.

Geprefabriceerd beton - deuren raamlateien

De lateien bestaan overeenkomstig de aangewende metselstenen uit geprefabriceerde lintelen in voorgespannen gewapend beton. De afmetingen zijn aangepast aan de overspanning, de muurbreedte, het baksteenformaat en de laagdiktes. Een berekeningsnota van de wapening en van de totale werkzame hoogte wordt door de aannemer ter goedkeuring voorgelegd, rekening houdend dat de werkzame hoogte gevormd wordt door het voorgespannen element en het bovenliggend metselwerk (drukzone). De in aanmerking te nemen belastingen beantwoorden aan de normen van de reeks NBN B 03. De berekeningen gebeuren volgens NBN B 51.



Structuurelementen in gewapend beton

De aannemer is gehouden aan alle elementaire regels tot het voorkomen van vocht- en koudebruggen. ( zie ook EPB). Een concept omtrent de studie dient te worden meegeleverd bij de inschrijving. De toe te passen berekeningswijze voor de studie van de betonstructuur is in overeenstemming met NBN B 15-002: "Eurocode 2: Berekening van betonconstructies Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen". In geval de aannemer geïnformatiseerde berekeningen en uitvoeringstekeningen voorlegt, moet hij daarbij het bewijs leveren van de toepassing van deze, volgens NBN B 15-002. Voor de gebruiksbelastingen: zie NBN B 03-103, in afwachting van het verschijnen van Eurocode 1 als Belgische norm. De uitvoeringstekeningen bevatten alle gekende en beschikbare voorzieningen voor de uitvoering van de technieken. In geval de aannemer geïnformatiseerde berekeningen en uitvoeringstekeningen voorlegt, moet hij daarbij het bewijs leveren van de toepassing van deze, volgens NBN B 15-002 / Eurocode 2. De kosten van de studie van de betonconstructie zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de respectievelijke posten van de meetstaat. Elk tewerkgesteld beton moet in overeenstemming zijn met NBN B 15-0O1. Beton voorzien van het merk van overeenkomstigheid BENOR, is vrijgesteld van voorafgaande technische keuringen. Het Bestuur behoudt zich evenwel het recht voor, in geval van twijfel, controles uit te voeren bij de levering. Indien het resultaat negatief is, vallen de kosten van deze controles ten laste van de aannemer. Beton dat geen BENOR-merk of technische goedkeuring (ATG) bezit, moet beschikken over een technisch dossier, bevattende de bewijsvoering dat het beton beantwoordt aan de eisen van NBN B 15-001. Alle kosten van nazicht van de gelijkwaardigheid en controle van de proeven vallen ten laste van de aannemer. Alle uitvoeringsvoorwaarden welke voorkomen in de betrokken normen, de typevoorschriften PTV en de technische goedkeuring, zijn van toepassing op het betrokken product.

Structuurelementen staal

De 'structuurelementen staal' omvat alle werken en leveringen van de ruwbouw staalconstructies, met inbegrip van alle verbindingssystemen, incl. het prefabriceren van de knopen, de eigenlijke uitvoering in het werk, alle bouten, de aansluiting met de ruwbouw, de verankeringen, hulpstukken, ... De berekeningen van de verbindingen moet geschieden overeenkomstig de voorschriften van de laatste uitgave van de normen NBN B 51-001, NBN B 51-102, NBN 460 (01 t/m 03), NBN 147, NBN 117, NBN 212 en het typebestek nr. 104 van 1963, met addendum van 1973, hoofdstuk 27.

Draagvloeren gewapend beton

De "draagvloeren gewapend beton" omvat alle elementen, werken en leveringen, voor het realiseren van de in het bijzonder bestek omschreven draagvloeren, volgens, type, aard en/of samenstelling. De stabiliteitsstudie, met inbegrip van alle berekeningsnota's, het opstellen van de nodige legplans, ...; zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de respectievelijke posten van de meetstaat.

Structuurelementen hout

De "structuurelementen hout" omvat alle werken en leveringen, voor de realisatie van houtbouwstructuren en spantskeletsystemen, met inbegrip van alle elementen en hun



onderlinge verbindingen, de aansluiting met de ruwbouw, de nodige verankeringen, hulpstukken, ... Bij toepassing dient de uitvoerder van desbetreffende systemen steeds te beschikken over een geldige ATG-technische goedkeuring uitgegeven door de BUtgb.

4.4. Dakwerken

Plat of licht hellend dak / dakvloer

Onder dakvloer wordt verstaan het draagvlak voor de isolatie en de dichtingslaag. Onder dakbeschot worden de plaatelementen verstaan, die steunen op een houten roostering, die deel uitmaakt van de ruwbouwconstructie, en die zelf als steun dienen voor de eventuele isolatie en de waterdichtingslaag

Zelfdragende elementen

De zelfdragende metalen dakvloerplaten zijn vervaardigd uit staal beantwoordend aan NBN EN 10147, kwaliteit Fe E 350 G. De trapeziumvormige geplooide platen zijn continu dompel verzinkt. De hoogte van het profiel en de dikte van de geprofileerde staalplaten worden berekend in functie van de overspanning, overeenkomstig de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant.

Plat of licht hellend dak / thermische isolatie

De "platte daken / thermische isolatie" omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van een doeltreffende isolatie zonder koudebruggen, binnen het voorziene dakdichtingsssysteem. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek,dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, hetzij in hun globaliteit, steeds te omvatten de controle en de eventuele voorbereiding van de dakvloer; de levering en verwerking van de isolatiematerialen en bijhorende dampschermen; de levering en de plaatsing van kleefmiddelen (lijmen, bitumen, ...) en/of mechanische bevestigingstoebehoren; de nodige verticale isolatiestroken tegen dakopstanden en/of dakranden; de eventuele voorlopige beschermingsmaatregelen. De isolatiematerialen beschikken over een BUtgb of EUtgb technische goedkeuring voor dakafdichting. De definities van de grootheden met betrekking tot de thermische isolatie beantwoorden aan NBN B 62-001. De uitvoering van de dakisolatie wordt uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften vermeld in:

de BUtgb of EUtgb technische goedkeuring; TV 134' Bepalen van de dakopbouw...' (WTCB) TV 183 'Het Platte Dak' (WTCB) TV 191 'Het platte dak - aansluitingen en afwerking' (WTCB).

De isolatieplaten zijn dimensioneel maatvast in de tijd. De anorganische en amorfe structuur mag geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels. Zij zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar, niet capillair, blijvend hygroscopisch en blijvend waterafstotend. Zij tasten de andere bouwelementen niet aan. Zij hebben een drukvastheid die voldoende is om voorziene dakopbouw te realiseren zonder nadelige gevolgen. Zij hebben een thermische geleidbaarheid die lager is dan de waarden die worden opgelegd en gemeten volgens NBN B 62-201.



Plat of licht hellend dak / dampscherm

De dampschermen voor warme daken bestaan uit één of meerdere dampremmende scheidingslagen, aangebracht in de dakopbouw. De keuze van de dampschermen is verenigbaar met de voorgeschreven isolatiematerialen en met de dakafdichting. De dampschermen zijn van de dampschermklasse E1 tot E4 zoals vermeld in WTCB TV 183 'Het Platte Dak' (1992). De plaatsing van het dampscherm gebeurt in overeenstemming met de plaatsing van de isolatieplaten en de aard van de ondergrond, volgens de bepalingen van TV 183 § 6. Het insluiten van vochtige bouwelementen tussen een dampscherm en de afdichtingslaag is verboden.

Plat of licht hellend dak / dakdichting

De 'dakdichting' omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene soepele dakdichtingsbanen op platte en/of licht hellende daken tot een waterdicht geheel. Minimaal aan te houden dakhelling 1,5cm/m.

Dakrandprofielen

Het betreft geprefabriceerde elementen dienend voor het waterdicht afwerken van aansluitende dakrandconstructies. Deze zijn zodanig opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen. Ze worden rechtlijnig aangebracht en in zo groot mogelijke lengten verwerkt.

Dakwaterafvoer

Het betreft het geheel van elementen die moeten instaan voor het opvangen van het dakwater en de afvoer ervan tot op rioleringsniveau. Bij de waterafvoer, dient rekening te worden gehouden met het mogelijk ontstaan van galvanische koppels bij onderling contact tussen verschillende materialen. Het metaal met de grootste positieve elektrochemische spanning, moet altijd het meest stroomafwaarts worden geplaatst. De aannemer bezorgt voor de uitvoering de nodige monsters van de gebruikte materialen of bekledingstype aan de architect voor te leggen, die het uitzicht van de levering moeten vertonen. Tevens worden de afwerkingdetails en plaatsingsplannen aan de architect voorgesteld. Alle gebruikte materialen en bijhorende hulpstukken zijn vrij van materiaal- en/of fabricagegebreken die hun sterkte, de zuiverheid van hun vorm en hun goed gedrag in de tijd in het gedrang zouden kunnen brengen. Alle elementen die voor of tijdens de uitvoering werden beschadigd, worden geweigerd. De materialen beantwoorden aan de voorschriften van STS 33.21 en NBN 306.

RWA-afvoerbuizen

Kleur: grijs De buizen en bijhorende hulpstukken zijn vervaardigd uit niet geplastificeerd PVC volgens NBN EN 1329 of NBN EN 1401 en NBN T 42-601. De buizen zijn voorzien van het merk BENOR

Dakkolken, tapbuizen, draad- en bolroosters

De kolk wordt geleverd met een zeefrooster. De kolk heeft een rechte of gebogen uitloop en sluit rechtstreeks of door middel van reductiestukken aan op de afvoerpijp. De tapbuizen zijn voorzien van een overloop. De uitvoering is overeenkomstig -TV 191 - Het platte dak, aansluiting en afwerking (WTCB, 1994). De draad- en bolroosters zijn



vervaardigd uit een onroestbaar materiaal, grootte aan te passen aan de diameter van de afvoerbuizen, roestvrij staal 18/8, ballonvormig en zijn te plaatsen op iedere tapbuis.

Spuwers

Het betreft aangepaste spuwertjes te voorzien als primaire regenwaterafvoer voor beperkte horizontale oppervlakten (luifels / ...). De buisjes zijn voorzien van de nodige plakplaatjes voor een stabiele en waterdichte aansluiting op de voorziene dakbedekking. De juiste doorgangslengte dient ter plaatse te worden opgemeten. Bij horizontale plaatsing worden de buisjes lichtjes afwaterend naar buiten toe geplaatst. Doorvoeren doorheen wanden worden tijdens de ruwbouwwerken voorzien van een aangepaste doorvoermof. De aansluiting garandeert een waterdichte en verzorgde aansluiting met het zichtvlak, de doorvoeropening wordt afgewerkt met een aangepaste kit.

4.5. Gevelsluiting

Buitenramen en -deuren

"buitenramen en -deuren" omvat de levering en plaatsing van de elementen nodig voor het samenstellen van buitenramen en -deuren, met inbegrip van alle onderdelen die er wezenlijk deel van uitmaken. Controle van de juiste afmetingen ter plaatse; de montage van de raam- en deurprofielen, met inbegrip van het nodige hang- & sluitwerk; de levering en plaatsing van de beglazing en/of opvulelementen, inclusief spieën, glaslatten en dichtingen; de levering en montage van de, overeenkomstig het bijzonder bestek, te integreren verluchtingsroosters; de levering en plaatsing, met inbegrip van alle bevestigings- en/of ophangingstukken, alsook de aansluiting en voegafwerkingen tussen schrijnwerk en ruwbouw, ... ; Het buitenschrijnwerk zal voldoen aan de meest recente referentienormen STS 52 "Buitenschrijnwerk, Algemene Voorschriften, STS 52 "Houten Buitenschrijnwerk" , STS 52 "addendum, PVC Buitenschrijnwerk", STS 53 "Deuren" , TV 188 "Plaatsen van Buitenschrijnwerk' (1993) en NBN B 25-201 tot NBN B 25-211. Alle raam- en deurgehelen moeten beantwoorden aan de algemene prestatiecriteria inzake luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, mechanische sterkte en bestendigheid tegen winddruk, zoals vermeld in tabel 5 van STS 52.0 index 04.21.4 en beproefd volgens de methoden van NBN B 25-200. Alle profielen zijn afkomstig van dezelfde fabrikant. Een berekeningsnota opgesteld door de constructeur houdt rekening met alle bestaande belastinggegevens of krachten en bovenvermelde criteria. De buitendeuren beantwoorden aan de voorschriften van STS 53.04.11: gewone buitendeur. Ze hebben minstens een dubbele aanslag en vier scharnieren waarvan twee bovenaan geplaatst.. De onderdorpel wordt voorzien van een ingewerkte tochtstrip met uitschuifbare nylonborstelstrip. De deurvleugel is voorzien met vijf sluitpunten. De deur is maximaal beglaasd voor de voordeuren.



Sloten

Alle sloten zitten vervat in een universele slotkast, zodat de daartoe in de deur benodigde uitsparing desgevallend ook bruikbaar is voor andere toe te passen slotfuncties. De sloten zijn in principe geschikt voor zowel linksdraaiende als rechtsdraaiende buitendeuren. Alle bevestigingen en koppelingen zijn tegen afboren beveiligd. Ze zijn voorzien van antimanipulatiestiften. De tuimelaars zijn gelagerd. Dag- en nachtschoten zijn van messing. De sleutels van de cilinder bedienen zowel dag- als nachtslot. Per cilinder worden steeds drie sleutels meegeleverd.

Deurdrangers

De deursluiter is van het hydraulisch gedempte type met glijarm en is multifunctioneel. De eindslag is instelbaar via de stelarm; De sluitkracht is regelbaar in functie van de deurbreedte, zodat de sluitkracht met 20 % vermeerdert of verminderd kan worden. De sluitsnelheid is onafhankelijk van temperatuurschommelingen. De deursluiter heeft een regelbare sluitvertrager. De deursluiter op een buitendeur is voorzien van een hydraulische buffer ter voorkoming van het bruusk opengooien of open waaien. Verplicht te voorzien op ALLE buitendeuren.

Ventilatieroosters

Het betreft in het buitenschrijnwerk geïntegreerde en regelbare verluchtingselementen, bestemd voor montage tussen de raamkaders en op het glas. De respectievelijke nominale luchtdebieten van de roosters dienen in overeenstemming te zijn met de desbetreffende ventilatienorm NBN D 50-001 en met de EPB voorschriften:

kleprooster met thermische onderbreking; het zelfregelende windkrachtonafhankelijk ventilatierooster regelt de juiste doorlaat

zelf naargelang de winddruk; het ventilatierooster bevindt zich aan de bovenzijde van het raam rechtstreeks

tussen kader en glas; waterkerend; insectenwerend.

Buitenbeglazing en vulelementen

Buitenbeglazing en vulelementen omvat alle noodzakelijke werken en leveringen voor het plaatsen van de in het bijzonder bestek voorgeschreven buitenbeglazingen en/of vulpanelen, alsook hun toebehoren, d.w.z. het glas, de steunblokjes, de nodige afdichtingskitten, e.a., .... De materialen beantwoorden aan STS 38 - Glaswerk (meest recente uitgave ) en Glaswerk - addendum 1: Veiligheidsbeglazing TV 113 WTCB - glaswerken TV 176 WTCB - glas in daken. Voor veiligheidsbeglazing dienen tevens de overeenstemmende testrapporten worden voorgelegd. De vereiste glasdikten worden bepaald door de aannemer van de glaswerken, overeenkomstig STS 38.02 (tabel 1-5) en de tabellen opgenomen onder bijlage 1 van STS 38.7De glasdikte van de isolerende dubbele beglazing wordt er bepaald volgens tabellen 3 en 5 van STS 38.02 (geprefabriceerde dubbele beglazing / 4 ondersteunende zijden).



Thermisch verbeterde beglazing

De verbeterde thermisch isolerende beglazing voldoet aan STS 38.12, STS 38.08.57 en NBN EN 572. Ze is samengesteld uit twee bladen klaar spiegelglas behorend tot onderverdelingsgroep A1, keuze V volgens STS 38.08.51, gescheiden door een spouw gevuld met een thermisch isolerend gas. K-waarde: maximaal 1,1 W/m2K. emissiviteit: maximum 0,09 De dubbele beglazing beschikt over een geldige ATG, voor de betreffende samenstelling en prestaties. Dichting beglazing met een elastische kit van de klasse VI volgens STS 38.03.61 op een vulprofiel.

Kunststofbeglazing - polycarbonaat

De meerwandig kanaalvormige panelen zijn vooraf of worden bij de plaatsing hermetisch afgedicht.

Buitenpoorten – sectionaal (min.afmeting 3 x3m))

Het betreft geïsoleerde sectionale poort waarvan de poortbladen zijn opgebouwd uit een aantal horizontaal scharnierende secties, die verticaal opgetrokken worden en in evenwicht worden gehouden door trekveren. De secties worden geleid in een verstelbaar railsysteem bij middel van kogelgelagerde kunststof loopwielen op verstelbare rolhouders. De gewichtscompensatie gebeurt met torsieveren rond een metalen as op kogellagers, kabeltrommels en zijdelingse lastkabels. Op het uiteinde van de horizontale geleidingsrails zijn verende stootbuffers gemonteerd. Het poortmechanisme is voorzien van een valbeveiliging, werkend op het onderste paneel en van een veerbreukbeveiliging gemonteerd aan het uiteinde van elke torsieveer, die de poort blokkeert.

Gevelbekledingen

Gordijngevels en gevelbekledingssystemen omvat alle elementen, werken en leveringen, voor het realiseren van lichte gevelbekledingen, inclusief het regelwerk, de bekledingselementen, afdichtingen en aansluitingen. Thermische bruggen dienen vermeden te worden. Indien onvermijdbaar zal het ontstane isolatieverlies elders gecompenseerd worden om binnen de vereisten van de EPB voorschriften te blijven.

Bekledingspanelen

De panelen dienen specifiek geschikt te zijn voor buitengebruik. Op de gelijkvloerse verdieping, tot een hoogte van 2 meter dient de bekleding vandaal en graffitibestendig te zijn. Gevelopeningen worden afgewerkt volgens de details van de fabrikant.

4.6. Binnenafwerking

Plafondafwerking

Het betreft het maken van (zwevende) verlaagde plafonds of het uitbekleden van (schuine) plafonds met plaatafwerkingsmaterialen.

Brandwerende plafonds

Het verlaagd plafond zal in zijn samenstelling voldoen aan de eisen gesteld in het kader van de brandveiligheid en meer bepaald beantwoorden aan de meest recente normen: Brandweerstand: NBN 713-020 .Brandreactie: NBN S 21- 202 tot 205.



Verlaagde plafonds moeten aangebracht worden in dezelfde atmosferische omstandigheden als zullen gelden bij het later in functie zijnde gebouw. De platen worden afgewerkt zonder zichtbare voegen. Op alle buitenhoeken wordt een stalen hoekbeschermingsprofiel geplaatst met volle afgeronde hoek en vleugels in fijn strekmetaal. De voegen en binnenhoeken worden afgewerkt met voegdekbanden en samen met de schroefkoppen vlak geplamuurd met een aangepast voegmateriaal.

Dek- en bedrijfsvloeren

De vloeropbouw bestaat gewoonlijk uit een draagvloer of vloerlaag op basis van beton en één of meerdere tussenlagen gelegen tussen de draagvloer en de eindafwerking van het loopvlak. "dek- en bedrijfsvloeren" omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorgeschreven tussenlagen tussen de draagvloer en de vloerafwerking (d.w.z. de uitvullagen, de vochtwerende lagen, de thermische of akoestische isolatielagen, de dek- en/of bedrijfsvloeren). De materialen voldoen aan de voorschriften van TV 189 - Dekvloeren - Deel 1: Materialenprestaties - keuring (+ erratum). De uitvoering voldoet aan de voorschriften van TV 189 en TV 193 en TV 193 Dekvloeren - Deel: Uitvoering. Leidingen in de dekvloer ingewerkt moeten goed en stevig aan de draagvloer worden vastgemaakt. In voorkomend geval moet de vrije uitzetting van leidingen worden mogelijk gemaakt. Boven de leidingen tussen de onderlaag en de afwerklaag moet als wapening een strook draadnet worden aangebracht. Ingewerkte leidingen moeten overal een minimumdekking van 3 cm hebben.

Thermische vloerisolatie

De werken omvatten: de voorbereiding en nazicht van de ondergrond; de levering en de verwerking van de isolatiematerialen, met inbegrip van de

eventuele scheidingslagen en omtrekisolatie; de levering en de plaatsing van de plaatsings- en bevestigingstoebehoren; de eventuele voorlopige beschermingsmaatregelen; de plaatsing van een PE-folie aan de onderzijde.

De thermische vloerisolaties bestaan uit dicht aaneensluitende isolatieplaten die dimensioneel maatvast zijn en bestendig in de tijd. De platen mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan; ze zijn tevens onrotbaar, niet ontvlambaar en blijvend waterafstotend. De isolatiematerialen voldoen dienaangaande aan de bepalingen van § 8.2 van TV 189 - Dekvloeren (WTCB, 1993). Om scheurvorming in de dekvloer of in de betegeling te vermijden zal gebruik gemaakt worden van voldoende drukvaste en stijve isolatiematerialen volgens NBN EN 12430 - Materialen voor de warmte-isolatie van gebouwen - Bepaling van het gedrag bij puntbelasting (1998). Beschadigde plaatdelen mogen niet verwerkt worden. Gietvloeren zijn ook toegelaten.

Dekvloeren

De dekvloeren worden 'gewone' of 'cementgebonden dekvloeren' genoemd wanneer ze cementgebonden zijn en het cement geen speciale toevoegsels bevat de droogtijd van de mortelspecie kunnen wijzigen. In de overige gevallen spreekt men van 'bijzondere dekvloeren'. In geval de dekvloeren (met slijtlaag) de eindafwerking verwezenlijken spreekt men van 'bedrijfsvloeren'. (rubriek 31.2.).



Bedrijfsvloeren

Bedrijfsvloeren worden in één of meerdere bewerkingen aangebracht op een hard legvlak om op zichzelf een afgewerkte vloer te vormen. Een latere bedekking is derhalve overbodig. Ze worden daartoe gepolijst en/of voorzien van een speciale top- of slijtlaag, die voldoet aan de specifieke gebruikseisen qua uitzicht en resistentie. De zogenaamd 'monolitische' bedrijfsvloeren, geplaatst op een legvlak van grond, zand, gestabiliseerd zand of mager beton, kunnen daarenboven meteen fungeren als draagvloer (voor toepassing in dienstlokalen, e.a.).

Binnenvloerafwerking

De "binnenvloerafwerking" omvat alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene vloer-, plint-,dorpel-, trap- en bordesbekledingen tot een afgewerkt geheel. De leveringsvoorwaarden en kwaliteit van de vloerafwerkingsmaterialen beantwoorden aan de onderstaande algemene bepalingen: De kwaliteit van de aangewende materialen dient overeen te stemmen met de respectievelijke bestemming van de lokalen en de te verwachten gebruiksbelastingen. Vooraleer de vloerbekledingsmaterialen en alle bijbehorende hulpstukken te bestellen, is de aannemer verplicht na te gaan of deze kunnen geleverd worden in de afmetingen, type, kleur en oppervlakte behandeling. Zo onder meer ook dat hun maatafstemming past met de modulatie van het plaatsingspatroon en de keuze van uitvoeringstechniek. De aannemer legt voorafgaandelijk een kleurenkaart, de nodige (contractuele) monsters en eventuele attesten, per voorgeschreven vloerafwerkingsmateriaal, voor aan de architect. De voorgelegde stalen moeten het gemiddelde uitzicht, kleur(en) en oppervlaktestaat van de uiteindelijke levering vertonen. Tevens wordt een technische documentatie van alle voorbehandelingsproducten, hechtingsmaterialen, zoals lijmmortels, synthetische lijmen, elastische kitten, e.a. ter goedkeuring voorgelegd aan de architect. Systemen en/of producten, die een technische goedkeuring bezitten, mogen in aanmerking genomen worden, voorzover de toepassingen waarvoor de goedkeuring geldt, overeenstemmen met die van de respectievelijke STS-afleveringen, en voorzover in de goedkeuringspublicatie de gelijkwaardigheid inzake prestaties is vastgesteld. Het BENOR-merk en een technische goedkeuring BUtgb kunnen, volgens STS 45 § 00.00.31 aanleiding geven tot bepaalde vrijstellingen van laboratoriumproeven, die de plaatsing voorafgaan.

Sportvloer

Polyvalente sportvloer met plint. Type PU 7/2 Pulastic classic 90 eco of gelijkwaardig. De vloer moet een brandweerstand hebben volgens EN 13501-1:Bfl-s1 Geaccrediteerd door FIVB: International volleball federation. Geaccrediteerd door FIBA: International basketball federation. Geaccrediteerd door IHF: International handball federation. NSF ( Nederlandse sportfederatie) gekeurd. De inschrijver dient eveneens het onderhoudssysteem (inclusief de te gebruiken producten) voor de sportvloer te beschrijven.



De aannemer brengt de belijningen aan voor de voorziene sportvelden. Uitvoering in PU-verf, belijningen in kleur en afmetingen conform aan de voorschriften van de verschillende sportfederaties.

Overige vloeren

De overige vloeren zijn volledig vrij door de aannemer voor te stellen (staal, in detail met technische specificaties te beschrijven bij offerte), rekening houdend met de specifieke eigenschappen (stevigheid, onderhoudsvriendelijkheid, vlakheid, helling voor afwatering, antislip eigenschappen, …) die voor de bevloering van de verschillende ruimtes gevraagd wordt.

Plinten

De samenstelling en het uitzicht van de plinten stemmen overeen met de vloeren. Hoogte: circa 70 mm, dikte: minimum 5 mm, lengte: overeenkomstig de modulaire afmetingen van de tegels, vorm: de zichtbare hoeken zijn licht afgerond. De plinten mogen uit tegels worden verzaagd mits ervoor gezorgd wordt dat het bovenvlak steeds een gave tegelzijde is. Als leidraad voor een goede uitvoering worden in aanmerking genomen STS 45 - Vloerafwerking, boekdeel 4 § 45.60.42 TV 137 -Tegelwerken voor vloerbedekkingen (WTCB).

Scheidingsprofielen

De scheidingsprofielen bestaan uit een getrokken inox of messing L-profiel bestemd om ingewerkt te worden in de bevloering. De hoogte is aangepast aan de bevloering. Het beeldvlak is 3 à 4 mm breed. Overal te plaatsen bij de overgang tussen twee verschillende vloertypes. Waar mogelijk situeert het profiel zich precies onder het deurblad.

Vloermatkaders

Het vloermatkader is samengesteld uit inox of messing L-profielen bestemd om ingewerkt te worden in de bevloering. De hoogte is aangepast aan de vloermat. Het beeldvlak is 3 à 4 mm breed.

Vloermat

De vloermatten worden op maat vervaardigd uit hoogwaardig polyamidegaren bevestigd op een ondergrond van zware vinyl, met aangepaste texturering en twijn, hetgeen zorgt voor een sterk borsteleffect. Vooraf wordt een technische documentatie ter goedkeuring voorgelegd. De mat is vuilwerend en vochtopslorpend, en gemaakt in delen welke gemakkelijk uitneembaar en herplaatsbaar zijn.

Vloerroosters

Het betreft putranden met uitneembaar rooster, andere dan boven rioleringsputten, in te werken in de binnenvloerafwerking. Het rooster en de putrand zijn vervaardigd uit: (ofwel) gietijzer NBN 830-01 of uit vormgietstaal volgens NBN A 22-101 en beantwoorden

aan NBN B 54-101. Het gietijzer of vormgietstaal wordt ontroest en geschilderd met 1 laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars. Het schilderwerk is in de eenheidsprijs begrepen.

(ofwel) PVC



(ofwel) aluminium (ofwel) roestvrij staal.

Binnendeuren en –ramen

De "binnendeuren & -ramen" omvat alle noodzakelijke elementen, werken en leveringen voor het samenstellen van de binnendeuren en -ramen tot een afgewerkt geheel, t.t.z. het geheel van de samengevoegde stukken, zowel in zijn vaste als zijn beweegbare onderdelen.

Deurkozijnen

De profilering van de dagstukken wordt onvervormbaar verwezenlijkt met uitgefreesde sponning. De deuromlijstingen worden voorzien met deklijsten. Het geheel wordt geschilderd.

Deurbladen volle kern

Alle binnenbladen dienen stevig en vandalismebestendig te zijn. De deurbladen zijn massief of een monoblok met tubulaire kern. Het hangen sluitwerk is extra stevig. De deurdrangers beantwoorden aan NBN EN 1154 - Hang- en sluitwerk - Deurdrangers - Eisen en beproevingsmethoden. Het betreft een deursluiter met glijarm. Zij zijn regelbaar en aangepast aan de verschillende belastingen gesteld aan de deuren in functie van de categorie en type van de deuren, de massa van de deurvleugels die de deurgehelen samenstellen. Daar waar nodig worden de deuren bij voorkeur voldoende van de vloer gehangen om alzo te komen tot een voldoende ventilatiedebiet (doorstroomopeningen) of voorzien van vandalismebestendige doorvoerroosters. Waar nodig dienen de deuren uiteraard een brandweerstand of een akoestische kwaliteit te hebben, of van een zelfsluitend pompmechanisme voorzien te zijn. Er zal een sleutelplan uitgewerkt worden. In alle binnendeuren dient een eurocylinderslot voorzien te worden. Elke deurvleugel op te hangen met minimaal 4 scharnieren, waarvan 2 bovenaan geplaatst. Aan elke opengaande vleugel is een deurstop te voorzien.

Binnenramen

Deze worden uitgevoerd in hardhout of in aluminium. Het hangen sluitwerk is extra stevig.

Binnenbeglazing en vulelementen

De "binnenbeglazing & vulelementen" omvat alle noodzakelijke werken en leveringen voor het plaatsen van de binnenbeglazingen en/of vulpanelen, met inbegrip van alle toebehoren, d.w.z. het glas, de steunblokjes, de nodige afdichtingkitten, e.a., ….

Enkelvoudige gewone beglazing

Niet toegelaten

Veiligheidsbeglazing

De enkelvoudige veiligheidsbeglazing voldoet aan STS 38.08.55. Voor de bepaling van de dikte en/of samenstelling van het glas wordt rekening gehouden met:

de glasoppervlakte volgens STS 38.02.31 en een dynamische basisdruk van 441 N/m2;

de mechanische eisen bepaald door de klasse uit de tabellen van STS 38.15; het gebruik en de plaats volgens STS 38.72.



Bij schuine beglazing is de maximale doorbuiging beperkt tot 1 / 500 onder eigen gewicht en dynamische basisdruk van 441 N/m2. De steun-, stel- en spatieblokjes zijn uit kunststof. De kitten zijn overschilderbaar.

4.7. Binnenschilderwerken

Binnenschilderwerken op blank en verzinkt staal

Het verfsysteem is samengesteld uit een roestwerende verf voor ijzer binnen- en buiten, vocht- en waterbestendig, en verenigbaar met de reeds aangebrachte roestwerende verflagen. Een loodwitvrije plamuur van het lakemulsietype voor binnen op ijzer. Een bindmiddel op basis van speciale oliën, overschilderbaar. Een krasvaste en harde satijnlak op basis van tixotrope luchtdrogende alkydeharsen. Schilderwerken op leidingen: alle metalen leidingen en onderdelen worden behandeld met een grondlaag in roestwerende verf. Behalve de geïsoleerde leidingen krijgen alle leidingen en onderdelen bovendien een afwerklaag, de kleur en glansgraad satijn zal bepaald worden door architect. Leidingen, kranen en alle andere delen van de installatie in technische ruimten, schachten en kelders zijn in principe te schilderen in de ken-kleuren overeenkomstig NBN 69.

Binnenschilderwerken op hout en houtachtige platen

Het vernissysteem en de uitvoering beantwoorden aan de bepalingen van steekkaart 15 van TV 159 en omvatten het uitvoeren van de voorbereidende werken, het aanbrengen van een grondlaag op basis van alkydharsen of urethaanalkydharsen gevolgd door kitten in de kleur van het hout. Hierna worden de constructies voorzien van één poriënvuller, één tussen- en één deklaag tot het bekomen van de afwerkinggraad III (volgens TV 159). Vóór iedere laag wordt er geschuurd en afgestoft, vóór de deklaag wordt er ontglansd.

Signalisatie

Naast de verplichte veiligheidssignalisatie (uitgangen, nooduitgangen, vluchtwegen, brandhaspels, poederblussers, enz …) dient een signalisatie met de bestemming van elk lokaal aangebracht te worden (pictogrammen of benamingen). In de centrale hal dient een algemene bewegwijzering voorzien te worden naar de hoofdentiteiten van het complex en dit via wegwijzers en overzichtsplan. Ook dient er een evacuatieplan voorzien te worden. Deze panelen dienen slagvast te zijn en stevig bevestigd op de muren naast de deuren. De hoogte van de letters en symbolen dient een leesbaarheid te garanderen van op 10,00 m. De kleuren en lettertypes zijn te bepalen in overleg met het bestuur.

4.8. Technieken

Leidingen

De leidingen worden geschilderd in de gepaste kleur en er worden getuigenringen en kenplaatjes aangebracht. De aannemer schenkt de nodige aandacht aan (waterdichte) muurdoorvoeren en de afwerking van doorboringen in brandwanden. Bij het doorboren van de brandwerende muren dienen speciale doorgangsvoeringen gebruikt te worden, van een type goedgekeurd door de plaatselijke brandweer. De leidingen en toebehoren voldoen aan de geldende normen en zijn BUtgb-gekeurd. (Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw) Attesten voor te leggen. De aannemer schenkt de nodige aandacht aan muurdoorvoeren en de afwerking van doorboringen in brandwanden.



Verwarming en ventilatie

De installatie omvat de volledige uitrusting om het verwarmen en verluchten van de ruimtes, met aardgas. De verwarming en ventilatie moet moduleerbaar zijn per zaaldeel in functie van een rationeel energiegebruik. De bediening ervan gebeurt door middel van een gebruiksvriendelijke interface geplaatst aan de balie van het sportcentrum.

Brandveiligheid

Muurhaspels en draagbare brandblusapparaten te voorzien aantal volgens de voorschriften van de brandweer. Een brandmelding- en detectie-installatie dient te worden voorzien.

Elektriciteit

De keuringen van de installaties zijn ten laste van de aannemer en gebeuren door een erkend controleorganisme. Ter goedkeuring voorleggen van de berekeningen, de elektrische schema’s, de uitvoeringsplannen, technische fiches, … . De geldende normen en het AREI zijn van toepassing. De leidingen, de voeding, de kabelgoten, installatiekanalen en het schakelmateriaal zijn volgens de NBN-normen en worden geplaatst volgend het type-bestek. De aannemer voorziet de nodige verdeelborden met de vereiste onderdelen voor het goed functioneren van de elektrische installatie. Ook de nodige bedieningsborden voor onder meer de bediening en signalisatie op afstand van de verlichtingskringen zijn te voorzien aan de balie van het sportcentrum. Het voorzien van de nodige wandcontactdozen voor:

Sporthal acht x 2 stuks (16) wandcontactdozen Berging : twee (2) wandcontactdozen. Polyvalente sportzaal: vier x 2 stuks (8) wandcontactdozen.

Verlichting

De verlichtingssterkten, luminanties, verblindingsindexen, de aard van de verlichtingstoestellen en de plaatsing worden bepaald door de NBN EN-norm 12193, het type-bestek en volgens het REG-principe. (Binnen- en buitenverlichting – het geïnstalleerde vermogen mag niet hoger zijn dan 2,5 W/m² per 100 lux in sporthallen). Resultaatsverbintenis:

Gemiddeld verlichtingsniveau Min. 500 lux bij wedstrijden Min. 300 lux bij training

Uniformiteit (Emin/Egem) Min. 0.7

Behoudfactor = 0.85

Randzone = 1m

Werkvlak hoogte = 0m

Reflectiefactoren (vloer, plafond,wand) = 30/70/50

Correctiefactor = 1

Aantal meetpunten = 128 x 64



Verblinding (UGR-index) < 19

Specifiek geïnstalleerd vermogen < 2,5 W/m²/100lux

Armaturen: De armaturen moeten voorzien zijn van een aluminium matglanzende spiegelreflector met een reflectiegraad van minimum 98%, inclusief alle nodige ophangbeugels en toebehoren. Het armatuur is balvast volgens DIN VDE 0710-13. Het armatuur wordt perfect horizontaal opgehangen.

Type lampen: TL-5 LOR (Light Output Ratio): min. 80% Beschermingsgraad: min. IP20 Elektronisch voorschakelapparaat

Lampen: De fluorescentielampen moeten een hoog lichtrendement garanderen.

Type lamp: TL5 Rendement: min. 85 lumen/W Kleurweergave: min. Ra 80 Gemiddelde levensduur: min. 19.000 u

De aard, de plaats en de werking van de veiligheidsverlichtingstoestellen zijn genormaliseerd. De armaturen in de sportzaal moeten door hun opvatting en plaatsing zorgen voor een minimale verblinding. De keuze van het type en aantal van de toestellen houdt rekening met de reflectiecoëfficiënten van plafond, muren en wanden. De armaturen in de sportzalen

moeten balvast zijn volgens DIN VDE 0710-13 (attesten af te leveren). De verlichting van de sportzalen is aan te steken per af te scheiden zaaldeel voor één speeloppervlakte en telkens op 2 lichtniveaus: 300 lux bij training en min. 500 lux bij wedstrijden. De bediening ervan gebeurt door middel van een gebruiksvriendelijke interface geplaatst aan de balie van het sportcentrum.



GEMEENTE : Kapellen OPDRACHTGEVEND BESTUUR : Gemeente Kapellen BENAMING VAN DE OPDRACHT : Ontwerpen en realiseren sporthal te Putte-Kapellen

OFFERTEFORMULIER

1 VOOR ÉÉN INSCHRIJVER - NATUURLIJKE PERSOON

De ondergetekende (naam en voornamen):……………………………………………………………...

……………………………………………………………………………………………………………………

Hoedanigheid of beroep: ……………………………………………………………………………………

Nationaliteit:……………………………………………………………………………………………………

Wettelijke woonplaats (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer):

……………………………………………………………………………………………………………………

1 VOOR ÉÉN VENNOOTSCHAP

De vennootschap (handelsnaam of naam):……………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………….

Rechtsvorm: …………………………………………………………………………………………………

Nationaliteit:…………………………………………………………………………………………………

Maatschappelijke zetel (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer):

……………………………………………………………………………………………………………………

(2,3) Vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (naam en voornamen):

……………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

in hoedanigheid van: ……………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Nationaliteit:………………………………………………………………………………………………


……………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

(1) slechts één vorm kan geldig ingevuld worden - de overige doorhalen (2) de volgende gegevens dienen voor elke gemachtigde te worden ingevuld (3) elke gemachtigde voegt bij zijn/haar offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn/haar bevoegdheid blijkt of een gewaarmerkt afschrift van zijn/haar volmacht; hij/zijn kan zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de bijlage aan het Belgisch Staatsblad waarin zijn/haar bevoegdheden zijn bekend gemaakt.



1 VOOR ÉÉN VERENIGING ZONDER RECHTSPERSOONLIJKHEID OPGERICHT DOOR MEERDERE NATUURLIJKE EN/OF RECHTSPERSONEN

De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen): ………………………………………………………………………………………………………………….

Rechtsvorm: …………………………………………………………………………………………………

Nationaliteit:…………………………………………………………………………………………………

Maatschappelijke zetel (land, gemeente met postnummer, straat en huisnummer):

……………………………………………………………………………………………………………………

(2,3) Vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) (naam en voornamen):

……………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

(4) die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming onder de naam: ……………………………………………………………………………………………………………………

in hoedanigheid van: ……………………………………………………………………………………

Nationaliteit:………………………………………………………………………………………………


……………………………………………………………………………………………………………………

tegen de som van (in cijfers - excl. BTW):…………………………………………………… EUR (5)

geschreven (in letters - excl. BTW) ......................................................................... EUR (5)

[Wanneer het een opdracht betreft welke opgesplitst is in verschillende percelen zal voor

elk perceel het bedrag in cijfers en letters opgegeven moeten worden.]

ALS VOLGT GEDETAILLEERD

(1) slechts één vorm kan geldig ingevuld worden - de overige doorhalen (2) de volgende gegevens dienen voor elke gemachtigde te worden ingevuld (3) elke gemachtigde voegt bij zijn/haar offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn/haar bevoegdheid blijkt of een gewaarmerkt afschrift van zijn/haar volmacht; hij/zijn kan zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de bijlage aan het Belgisch Staatsblad waarin zijn/haar bevoegdheden zijn bekend gemaakt. (4) door de inschrijver(s) in te vullen (5) doorhalen wat niet van toepassing is



Provincie Antwerpen GEMEENTE : Gemeente Kapellen OPDRACHT : Ontwerpen en realiseren sporthal te Putte-Kapellen

SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT (BESTEK NR. VT-SPORT/SPORTHAL-2012.02)

De inschrijver wordt verzocht de vergissingen te verbeteren en de leemten aan te vullen, die hij bij middel van de plannen en het bijzonder bestek in de samenvattende opmetingsstaat van de ontwerper mocht vastgesteld hebben (onder voorbehoud van het gestelde onder “verbetering vermoedelijke hoeveelheden” in het bestek)

Nr. Beschrijving Type Eenh. Hoev. EHP. in cijfers Eenheidsprijs in letters Totaal excl. btw Btw%

1. ONTWERP

3. CONSTRUCTIE (vb. grondwerken, fundering, ruwbouw,…)

4. TECHNIEKEN (vb. sanitair, verwarming, elektriciteit, verluchting,…)

5. SPORTTECHNISCHE UITRUSTING

6. INRICHTING (vb. verlichting, kitchenette, sanitair, schilderwerken, …)

7. VEILIGHEID (brand- en inbraakalarm, pictogrammen,…)

Totaal incl. btw :

Gezien, onderzocht en aangevuld met eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en de totale som die gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag van mijn inschrijving van heden, om gevoegd te worden bij mijn offerteformulier. Te .......................................... op ...................................................... Functie: ................................................................................................................... Naam en voornaam: ............................................................................ Handtekening:……………………………………………………………………………………..

Opmerking: Er kan geen prijsafroeping gedaan worden bij een offerteaanvraag. TOTAAL INCL. B.T.W.: (bedrag invullen)



A. Inlichtingen betreffende de inschrijver (1)

Inschrijving bij de RSZ: nr(s): .............................................................................................

BTW (alleen in België): nr(s):……………………………………………………………………………....

............................................................................................................................................

inschrijving op de lijst van de erkende aannemers: nr(s): ………………………………………….

............................................................................................................................................

(onder)categorie(ën):………………………………………………………………………………………..

............................................................................................................................................

klasse(n): ...........................................................................................................................

inschrijving op de lijst van de geregistreerde aannemers: nr(s) ..........................................

............................................................................................................................................

B. Inlichtingen betreffende de erkenning (2) (valse verklaringen betreffende de erkenning kunnen de toepassing van de sancties

bepaald in artikel 19 van de wet van 20 maart 1991 tot gevolg hebben)

De erkenning stemt overeen met de (onder)categorie en klasse bepaald door het bestek en het bedrag van de offerte. Rekening houdend met de stand van de aan gang zijnde aannemingen zal het maximumbedrag van gelijktijdig uit te voeren werken, vastgesteld voor de verkregen erkenningsklasse, door de gunning van de opdracht niet worden overschreden.

OF De erkenning stemt overeen met de (onder)categorie en klasse bepaald door het

bestek en het bedrag van de offerte. Door de gunning van de opdracht zal het maximumbedrag van gelijktijdig uit te voeren werken, vastgesteld voor de verkregen erkenningsklasse, worden overschreden. De voorgeschreven afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd.

OF De erkenning stemt NIET overeen met de (onder)categorie en klasse bepaald door

het bestek en het bedrag van de offerte. De voorgeschreven afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd.

OF De bewijzen van erkenning in een andere E.E.G.-lidstaat en van gelijkwaardigheid

van die erkenning, zijn bij deze offerte gevoegd. OF

De bewijzen dat aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan, zijn bij deze offerte gevoegd.

(1) Voor een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid opgericht door meerdere natuurlijke

en/of rechtspersonen dienen de gevraagde inlichtingen voor elke persoon en in dezelfde volgorde als in de opgave van hun personalia opgegeven te worden.

(2) Doorhalen wat niet van toepassing is



C. Identificatie onderaannemers

Mijn onderaannemers zijn de volgende (naam, nationaliteit en woonplaats opgeven):

naam: (invullen)

nationaliteit: (invullen)

woonplaats: (invullen)

Het bedrag van de werken die zullen worden opgedragen aan mijn onderaannemers,

1. onderdanen van een E.E.G.-lidstaat, beloopt (per land)

(bedrag invullen) EUR


2. onderdanen van een ander land, beloopt (per land)



D. Mijn personeel heeft de volgende nationaliteit

(invullen) ………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………

E. Herkomst van de producten

1. 1Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die NIET afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

OF

2. 2 Overeenkomstig de bepalingen van artikel 90 § 1,4° van het Koninklijk besluit van 8 januari 1996, gaat hierbij een afzonderlijke nota, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of van de te gebruiken materialen die NIET afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap. Zij vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die producten en/of materialen in de inschrijving vertegenwoordigen. Wanneer het gaat om op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap af te werken of te verwerken producten en/of materialen, vermeldt zij de prijs van de grondstoffen.

(1) doorhalen wat niet van toepassing is - geen rekening houden met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong. 2) de inschrijver die deze aangifte niet heeft gedaan, wordt geacht voor de uitvoering van de

ganse aanneming geen producten of materialen te gebruiken die NIET afkomstig zijn uit lidstaten van de Europese Gemeenschap.



F. De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op:

Rekeningnummer (invullen) bij 1 (naam maatschappij invullen) ……………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………

geopend op naam van 2 (invullen) ………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………… Bovendien mag de administratie alle nodige inlichtingen van financiële en morele aard omtrent de ondergetekende(n) of omtrent de offrerende vennootschap inwinnen bij andere instellingen.

H. Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd:

de bescheiden, gedateerd en ondertekend, die luidens het bijzonder bestek moeten worden overgelegd

de door het bijzonder bestek vereiste modellen en monsters plannen: o omgevingsplan; o inplantingsplan; o plan gelijkvloers; o doorsnedes; o technische plannen:

- technische fiches bouwkundig; - plannen verwarming en ventilatie, inbegrepen technische fiche toestellen; - ontwerpschema’s electrotechniek, inbegrepen technische fiche toestellen; - belijningsplan sporthal; - technische fiche sportvloer en sportuitrusting.

Opgemaakt te .........................................................................op ................................... de inschrijver(s)

(1) aanduiding van de financiële instelling waar de betalingen moeten uitgevoerd worden. (2) juiste benaming van de rekening.

Bestekken - werken - gebouwen Sporthal Putte kooik… · De opdracht bestaat uit de volgende...

Documents

Transcript of Bestekken - werken - gebouwen Sporthal Putte kooik… · De opdracht bestaat uit de volgende...