bespreking - Meester Patrick · 2018. 9. 7. · je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van...

2
1 Een boekbespreking? Zo doe je dat! Kies een boek Kies voor je boekbespreking een b en boe spreking r je boek Kies v ek oek dat je graag wilt lezen of een boe boek n of ee g wilt g wilt le dat je gr ek dat je met heel veel plezier gelezen n zier ge zier gele el veel p je met n ebt. Lees het boek (nog) een keer en n keer e ek (nog) Lees het heb maak voor jezelf een samenvatting. atting. en same or jezel jezelf ma aak Zo’n samenvatting helpt je om all alle alle lpt je o vatting o’ ’n sam bijzonderheden goed te onthouden. nthoude thoude n goed te onderhe ed b De boekbespreking Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om goed om en. Het i voo orbere g te g gaa kb kbespre van je b presenta a ijd om d Nu is s he daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten. erge eten. n je nie ets en n. Dan k n te b bren gorde in ar r een v © Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014 . Tilbu urg, 20 everij Zwijs © Foto: Peter Beemsterboer Boek bespreking Checklist Laat het boek zien en vertel de titel van het boe oek. el v van he ertel d de k zien e e aat t het b Is het een goede titel? Past deze titel bij het verha haal l? bij het t v st d deze t e tite el? P t een g go Is rtel wie de schrijver is van het boek en wie de tekening ng ngen ie de e tek t boek en er r is van e de e sch Verte heeft gemaakt. Zoek er informatie bij. bij. inform ma ak akt. Zoek heeft ge ek bijvoorbeeld uit uit vo voorbee Zo oek waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of ven. En n ft g gesch bo oek h chrijv ver aarom de hij/zij nog meer boeken heeft geschreve ven. ef eft gesch boe eken nog me hij/ obeer te achterhalen wanneer het boek is gemaak akt. ek is s ge eer he et alen wa a te acht Probe (Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.) .) er erste dru k. K Kijk bi rin he et b meestal v Dat staa Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Wat maa ak gekozen bo oek he je juist d tel waar dit boek voor jou bijzonder? ? bijzond ek voor dit Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaa a aat oe ek ove waa ar he n woord n in je ei Vertel gaat at. Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond uk vond a al jij erg n het ver persoo Vertel we d. d d. Wat deed hij of zi f zij? deed hi W oem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel i el l ie aal l en v n het ve ersonen de hoof Noe iets over ze. over ze Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom? ? Wa aarom meemak f zou will t verhaal ertel of je m? Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je de e die je een blad boek. K voor uit een stuk Le e eel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je de deze Zorg dat el grapp t, of juist g mooi vi heel bladzijde makkelijk kunt vinden, nt vinde makkelijk bladzijd door er een boekenlegger er boekenle door er e of een blaadje e een blaa tussen te do doen. tussen Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over en over laten st ten vrag e klasge ot kun j To t boek. Jij bent de expert! de exper k. Jij ben het b

Transcript of bespreking - Meester Patrick · 2018. 9. 7. · je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van...

Page 1: bespreking - Meester Patrick · 2018. 9. 7. · je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze voor de klas

1

Een boekbespreking? Zo doe je dat!

Kies een boekKies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek Kies voor je boekbespreking een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je graag wilt lezen of een boek dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen dat je met heel veel plezier gelezen hebt. Lees het boek (nog) een keer en hebt. Lees het boek (nog) een keer en hebt. Lees het boek (nog) een keer en hebt. Lees het boek (nog) een keer en hebt. Lees het boek (nog) een keer en hebt. Lees het boek (nog) een keer en maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. maak voor jezelf een samenvatting. Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle Zo’n samenvatting helpt je om alle bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.bijzonderheden goed te onthouden.

De boekbesprekingNu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om Nu is het tijd om de presentatie van je boekbespreking te gaan voorbereiden. Het is goed om daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.daar een volgorde in aan te brengen. Dan kun je niets vergeten.

© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014

© F

oto:

Pet

er B

eem

ster

boer

Boekbespreking

Checklist Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek. Laat het boek zien en vertel de titel van het boek.

Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Is het een goede titel? Past deze titel bij het verhaal? Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen Vertel wie de schrijver is van het boek en wie de tekeningen

heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij.heeft gemaakt. Zoek er informatie bij. Zoek bijvoorbeeld uit Zoek bijvoorbeeld uit Zoek bijvoorbeeld uit Zoek bijvoorbeeld uit Zoek bijvoorbeeld uit Zoek bijvoorbeeld uit waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of waarom de schrijver dit boek heeft geschreven. En of hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.hij/zij nog meer boeken heeft geschreven.

Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. Probeer te achterhalen wanneer het boek is gemaakt. (Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)(Dat staat meestal voorin het boek. Kijk bij ‘eerste druk’.)

Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt Vertel waarom je juist dit boek hebt gekozen. Wat maakt dit boek voor jou bijzonder?dit boek voor jou bijzonder?dit boek voor jou bijzonder?dit boek voor jou bijzonder?dit boek voor jou bijzonder?

Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel dan in je eigen woorden waar het boek over gaat. Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond. Vertel welke persoon in het verhaal jij erg leuk vond.

Wat deed hij of zij? Wat deed hij of zij? Wat deed hij of zij? Wat deed hij of zij? Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets Noem de hoofdpersonen van het verhaal en vertel iets

over ze. over ze. Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom?Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom? Vertel of je het verhaal zelf zou willen meemaken? Waarom? Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je Lees een stukje voor uit het boek. Kies een bladzijde die je

heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze heel erg mooi vindt, of juist heel grappig. Zorg dat je deze bladzijde makkelijk kunt vinden, bladzijde makkelijk kunt vinden, bladzijde makkelijk kunt vinden, bladzijde makkelijk kunt vinden, door er een boekenlegger door er een boekenlegger door er een boekenlegger door er een boekenlegger of een blaadjeof een blaadjeof een blaadje tussen te doen. tussen te doen. tussen te doen.

Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over Tot slot kun je je klasgenoten vragen laten stellen over het boek. Jij bent de expert!het boek. Jij bent de expert!het boek. Jij bent de expert!het boek. Jij bent de expert!

Page 2: bespreking - Meester Patrick · 2018. 9. 7. · je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze voor de klas

2 © Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014© Uitgeverij Zwijsen B.V. Tilburg, 2014

illus

trat

ies

van

Stu

dio

De

Leije

r

Tips!

In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk In een samenvatting schrijf je de dingen op die jij belangrijk vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. vindt in het boek. Je hoeft niet het hele verhaal na te vertellen. Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant Kijk maar eens hoe schrijvers dat doen. Op de achterkant van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting. van een boek staat meestal ook een samenvatting.

Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Maar … schrijf wel altijd je eigen samenvatting! Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld Je boekbespreking wordt extra leuk als je er bijvoorbeeld

een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen een quiz bij maakt. Bedenk vragen die de kinderen kunnen beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-beantwoorden als ze goed hebben geluisterd naar jouw boek-bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?bespreking. Wie heeft alle vragen goed?

Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking.Maak een powerpoint-presentatie bij je boekbespreking. Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator), Zo kun je een foto laten zien van de schrijver (en illustrator),

plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar plaatjes van de hoofdpersonen en bijvoorbeeld ook een paar zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.zinnen die je grappig vindt, of mooi.

Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat Maak een spiekbriefje waarop je kort en bondig opschrijft wat je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of je per onderwerp wilt vertellen. (Dat mag best van de juf of meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze meester. Zelf gebruiken ze ook weleens spiekbriefjes als ze voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren voor de klas staan!) Zo hoef je niet alles uit je hoofd te leren en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen. en ook niet alles voor te lezen.

Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te Doe alsof je reclame maakt voor het boek. Probeer ervoor te zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!zorgen dat alle kinderen in je klas dit boek willen lezen!

Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of Oefen je spreekbeurt een paar keer. Vraag aan je ouders of ze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorze willen luisteren, of aan een vriendje of vriendinnetje. En voorde spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!de spiegel oefenen kan natuurlijk ook!

Veel leesplezier en veel succes met je

boekbespreking!

© F

oto:

Man

isha

van

Loo

n