Bert Fermin, Michel Groothedde en Jeroen Krijnen Elf ...

89
Gemeente Zutphen Afdeling Stadsbedrijven, Team Openbare Ruimte / Archeologie Harenbergweg 1, 7204 KZ Zutphen. Zutphense Archeologische Publicaties 58 Bert Fermin, Michel Groothedde en Jeroen Krijnen Elf eeuwen historie in en onder Rodetorenstraat 51 Archeologische begeleiding en bouwhistorisch onderzoek in Rodetorenstraat 51 te Zutphen.

Transcript of Bert Fermin, Michel Groothedde en Jeroen Krijnen Elf ...

Gemeente Zutphen

Afdeling Stadsbedrijven, Team Openbare Ruimte / Archeologie

Harenbergweg 1, 7204 KZ Zutphen.

Zutphense Archeologische Publicaties 58

Bert Fermin, Michel Groothedde en Jeroen Krijnen

Elf eeuwen historie in en onder Rodetorenstraat 51

Archeologische begeleiding en bouwhistorisch onderzoek in Rodetorenstraat 51 te Zutphen.

2

3

Inhoudsopgave

Woord vooraf 5

Deel 1: Archeologisch onderzoek 1. Algemene projectgegevens 7

2. Inleiding en aanleiding tot het onderzoek 9

3. Historische achtergrond perceel 2784 11

4. Archeologische waarnemingen: Fase 1 15 4.1 Stratigrafie en ondergrond 15 4.2 Een Karolingische gracht 17 4.3 De opgraving: Fase 1 19 5. Archeologische waarnemingen: Fase 2 27 5.1 Structuren 27 5.2 Materiële cultuur uit beerput S 54 33 5.2.1 Aardewerk 33 5.2.2 Glas 37 5.2.3 Metaal 37 5.2.4 Bot 37 5.3 Beerput S 54: conclusie 38 6. Samenvatting en conclusie 41 7. Literatuur 43

Deel 2: Bouwhistorisch onderzoek 31 1. Beschrijving 45 2. Voorlopige bouwgeschiedenis 51

3. Synthese en conclusie in samenhang met de archeologische resultaten 53 Veldwerk 53 Afbeeldingverantwoording 53 Colofon 53 Zutphense Archeologische Publicaties 55 Vondstdeterminatielijst 59 Sporenlijst 87

4

5

Woord vooraf Deze rapportage is eigenlijk een bundeling van twee afzonderlijke rapporten over hetzelfde perceel. Het eerste deel is een opgravingsverslag over het archeologische onderzoek op het achterterrein door Bert Fermin, het tweede deel is een bouwhistorische inventarisatie door Jeroen Krijnen (beiden zijn verbonden aan de gemeente Zutphen). Reden voor het samenbundelen van beide rapportages is dat bouwhistorie en archeologie in een historische binnenstad een onlosmakelijke eenheid vormen. De bouwhistorische en historische achtergrond kennen van een perceel is van absolute meerwaarde voor het archeologische onderzoek omdat het de waarneming context geeft, en anderzijds geeft het archeologische onderzoek een grotere tijdsdiepte aan het (bouw)historische onderzoek van een perceel. In dit geval blijken de beide disciplines aanvullende gegevens op de afzonderlijke onderzoeken te hebben opgeleverd om de vragen, die anders waren blijven hangen, te beantwoorden. Een andere reden dat het eigenlijk om twee afzonderlijke rapporten gaat, is het feit dat de opgraving in twee fasen is uitgevoerd. Na de eerste fase is er een rapportage gepubliceerd in boekvorm. De tweede fase is later toegevoegd aan de eerste, maar is niet in boekvorm uitgebracht. De tekst over de eerste fase is integraal overgenomen. Hierbij zijn de conclusies uit de eerste fase eveneens overgenomen, al is bij de tweede fase gebleken dat sommige daarvan aanpassing behoefden. Hiermee worden tevens enkele valkuilen aan het licht gebracht die kunnen ontstaan wanneer een dergelijk onderzoek alleen als een begeleiding wordt uitgevoerd.

6

7

Deel 1. Archeologisch onderzoek

1. Algemene projectgegevens

Gemeente: Zutphen Plaats: Zutphen Toponiem: Rodetorenstraat 51 Projectcode: RTS51 Coördinaten: 210.403 – 461.693 210.408 – 461.684 210.398 – 461.689 210.404 – 461.681 Archis-meldingsnummer: 44794, onderzoeksnummer: 34426, vondstmeldingsnummer 416241 Periode van opgraving: 27-10-2010, 31-5 t/m 8-6-2011 Opdrachtgever: Bouwbedrijf Bouw bv. Brummen, namens dhr. Van Bosheide Uitvoerder: gemeente Zutphen, afd. Stadsbedrijven, team Openbare Ruimte, cluster Archeologie. Harenbergweg 1, 7204 KZ Zutphen Opgravingleiding: drs. H.A.C. Fermin / drs. K.C.J. van Straten Aantal uitgegeven putnummers: 1 Aantal uitgegeven spoornummers: 83 Aantal uitgegeven vondstnummers: 85 Documentatie bevindt zich per 01-09-2012in het Regionaal Archief Zutphen, Spiegelstraat 13-17, 7201 KA Zutphen Vondstmateriaal bevindt zich per 01-09-2012 in het gemeentelijk depot voor bodemvondsten, Dieserstraat 11, 7201 NA Zutphen

1. Locatie archeologisch onderzoek Rodetorenstraat 51 in rood.

8

2. Allesporenkaart, geprojecteerd op de GBKN.

9

2.Inleiding en aanleiding tot het onderzoek

Op 27 oktober 2010 werd een bescheiden archeologisch onderzoek verricht op het achterterrein van Rodetorenstraat 51. Een tweede campagne vond plaats tussen 31 mei en 8 juni 2011. De locatie bevindt zich op een binnenterrein achter Rodetorenstraat 51 en Ravenstraatje 3 (Het Gruithuis). Reden voor het onderzoek was het plan om dit binnenterrein te bebouwen en er een historische bibliotheek te huisvesten. Daarvoor zou een lager begane grondniveau voor het plaatsen van hoge boekenkasten wenselijk zijn. De tweede campagne was het resultaat van een foutieve inschatting van de benodigde diepte om deze kasten te kunnen plaatsen. De locatie is op de archeologische waardenkaart van Zutphen aangemerkt met de status

“zeer hoge archeologische waarde”. Het terrein is als AMK-terrein1 geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (AMK-nummer 12790). Het bouwplan bracht

echter een beperkte archeologische verstoring teweeg.2 In principe werd alleen de bovenlaag verwijderd, maar omdat deze verdieping meer dan 30 cm zou zijn, was het project archeologieplichtig. De totale oppervlakte beslaat 8 x 5,4 meter = 43,2 vierkante meter.De tweede fase beheldse een verdieping van nog eens ca. 50 cm. Het terrein werd niet opgegraven, maar de werkzaamheden zijn archeologisch begeleid. Er is dan ook geen PvE geschreven. Deze begeleiding bestond eruit dat de aannemer het terrein zou opleveren op de voor de bouw vereiste hoogte. Bij de ontgraving was regelmatig iemand van de gemeentelijke archeologische dienst aanwezig. Het vlak is vervolgens door de medewerkers van de archeologische dienst opgeschaafd en het vrijgelegde muurwerk schoongeborsteld. Grondsporen zijn op schaal 1:20 getekend en gefotografeerd. Er zijn geen sporen gecoupeerd. Ten slotte zijn er boringen gezet over het terrein om de ondergrond, en dan met name de 9e-eeuwse verdedigingswerken die hier zouden moeten liggen, in beeld te brengen.

3. Rodetorenstraat 51 tijdens de werkzaamheden. Het gaat om het ontpleisterde huis waar de container voor staat. Rechts het Ravenstraatje.

1 Archeologische monumentenkaart van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 2 Dit kwam naar voren uit de bespreking van het bouwplan tussen dhr. G.J. Van Enck, bouwbedrijf Bouw b.v. en M. Groothedde, gemeentelijk archeoloog.

10

4-6. Ravenstraatje 3: Linksboven: overzicht Ravenstraatje richting Markt. Let op de knik in het pand die de scheiding weergeeft van twee oorspronkelijk laatmiddeleeuwse huizen. Rechtsboven detail van de gevel bij de knik. De naam van het huis berust overigens op een misverstand (zie pagina 12). Links: Aan de zijkant is de 16e of vroeg-17e-eeuwse topgevel van het in oorsprong 14e-eeuwse pand zichtbaar.

11

3. Historische achtergrond Perceel 2784 De Rodetorenstraat behoort tot de oudste straten van Zutphen. De straat vormt een kwart cirkel parallel aan de Markten. Dit concentrisch lopende stratenplan maakte deel uit van een verdedigingswerk uit het laatste kwart van de 9e eeuw. Als reactie op het platbranden van vroeg-middeleeuws Zutphen in 882 door Deense vikingen werden de

defensieve structuren van de nederzetting verbouwd tot een ronde ringwalburg.3 Dit was een bouwwerk bestaande uit een aarden wal (met daarop ongetwijfeld een vlechtwerkpalissade) en een gracht. Daarbuiten lagen nog één of twee lagere wallen waarvan de oorsprong op grond van C14-dateringen mogelijk al teruggaat op de laat-

Romeinse tijd.4 De Rodetorenstraat was de straat die feitelijk direct achter de burgwal langs liep. Centrale as binnen de burg was de Lange Hofstraat die uitwam bij de houten zaal van de graven van Hamaland (later herbouwd tot tufstenen paltsaula), de Walburgiskerk en de toen nog op het ’s-Gravenhof gevestigde markt. Behalve de Lange Hofstraat was er waarschijnlijk nog een straat die de concentrische structuur doorsneed: de Raadhuissteeg en in het verlengde daarvan het Ravenstraatje. Deze doorgaande weg werd echter in de 12e eeuw al weer doorsneden toen een binnenversterking werd aangelegd rond de kerk en de palts. De Raadhuissteeg kreeg toen het knikje naar de Lange Hofstraat.

7. Ligging van het onderzoeksgebied (rood) binnen de concentrische ringwalburgstructuren uit de late 9e eeuw: in lichtgeel grofweg de gracht onder de markten en in donkergeel de Rodetorenstraat. De kromming is verder te zien in de Kolenstraat, Bakkerstraat en Kuiperstraat. Binnen de opgegraven locatie lag het noordoostelijke deel onder de wal terwijl onder het zuidwestelijke deel een binnengracht schuilgaat.

Het onderzochte achterterrein achter Rodetorenstraat 51 behoort kadastraal gezien al sinds de middeleeuwen bij Ravenstraatje 3, waarbij Ravenstraatje 1 (op de hoek) er tussen geklemd ligt. Het perceel staat in 1832 kadastraal bekend als F 2784. Het vóór-kadastrale ‘verpondingsnummer’ is V920. De oudste vermelding stamt (pas) uit 1552. Opvallend is dat er dan alleen wordt gesproken van een “schuur”. Hierbij moeten we echter bedenken dat met een schuur vroeger iets anders werd bedoeld dan tegenwoordig. “Schuur” was in wezen synoniem met bedrijfspand, het kon bijvoorbeeld

3 O.a. Groothedde 2004, Fermin & Groothedde 2006. 4 Fermin & Groothedde 2008.

12

ook best een pakhuis zijn van vier verdiepingen, zolang er maar niet in werd gewoond.5 Ravenstraatje 3 is hier een goed voorbeeld van: het casco is een vereniging van twee hoge 14e-eeuwse huizen. De beide oorspronkelijke topgevels (een trapgevel en tuitgevel) staan tegen elkaar aan ‘geplakt’ als brandmuur in het huidige pand. Op dit punt vertoont de voorgevel ook een opvallende knik. De eerste eigenaar die we tegenkomen in 1552, is Bernt ten Broick (Ten Broeck). Deze man woonde inderdaad niet hier maar op de Groenmarkt (F 823), samen met zijn vrouw Bertha. Na zijn overlijden verkocht zijn zoon Thonis het pand aan Berndt Ubbekinck en zijn vrouw Jutta. Zij woonden op de Houtmarkt. Pas in 1643 wordt er gesproken van een schuur en “huisje”. De eigenaar is dan Lambert Louwerman, die eerst getrouwd was met Machtelt Roemer en daarna met Henrica Koebocums. Louwerman was ingenieur voor de Provincie Groningen en de zoon van een raadslid. Berndt Ubbekinck was waarschijnlijk zijn oom. Lambert Louwerman verkocht de panden in 1643 aan Arnolt van Eck en zijn vrouw Anna Catharina ten Bhem. Zij bewoonden het pand echter niet: Van Eck was burgemeester van Arnhem en lid van de Raad van Gelderland en Zutphen. Ze bezaten in Zutphen vastgoed aan de Lange Hofstraat, Houtmarkt, Melatensteeg en Hogestraatje. Zij verkochten het pand op 28 mei 1684 aan Gerrit Loitinck (Loykinck) en Geertruyt Rit (De Rijt). Huis en schuur werden door de nieuwe kopers tot een gruythuijs geapteert. In 1685 wordt er gesproken over een schuur waar een gruytmolen in staat. Loitinck woonde, voor zover na te gaan, in de Lebbenbrugge in Borculo. Een gruithuis was een plek waar gruit werd vervaardigd met behulp van een rosmolen. Gruit is een kruidenmengsel met onder meer gagel, rozemarijn en salie, dat gebruikt werd voor de bierproductie. Zutphen was een uitgesproken bierproductiestad, maar gruit was al op zijn retour sinds in 1364 in het Heilige Roomse Rijk de novus modus fermentandi cervisiam werd afgekondigd. Deze nieuwe modus was het gebruik van hop, hetgeen de kans op besmetting door slechte gisten verkleinde en het bier langer houdbaar maakte. In de middeleeuwen was er in Zutphen slechts één gruithuis, cq. gruitmolen, met hertogelijke rechten (hop was vrij van rechten). Dit gruithuis bevond zich aan de Rijkenhage. Dit grote pand had de gotische allure van de huidige Burgerzaal (het middeleeuwse vleeshuis). Medio 15e eeuw was het gebruik van gruit wel zo’n beetje uitgestorven. Waarom dan toch een gruithuis in de 17e eeuw? Het antwoord is dat de molen nooit een gruitmolen is geweest. In 1688 nam Johan Haack de “desolate boedel” over van Loitinck. In de akte wordt gesproken van een grutmolen. Grutmolens waren in tegenstelling tot gruitmolens zeer algemeen in de 17e eeuw, en het lijkt er dus op dat gruyt een andere spellingswijze was voor grut. In een woordenboek uit 1681 (WNT) wordt grut omschreven als al hetgeen klein gebroken is. Dit kunnen dus gebroken kruiden in een biermengsel zijn, zoals in de middeleeuwen, of, zoals vanaf de 17e eeuw gort: gepelde boekweit, gerst of haver. Hoewel de vermelding uit 1688 de laatste is van een molen, is het best mogelijk dat de molen nog langer in gebruik bleef: de in 1654 gebouwde grut- en snuifmolen bij de Nieuwstadspoort wordt ook wel “de molen van Haack” genoemd6. De eerste met naam genoemde molenaar in een hele serie is Jan Hendrik Maalderink (1758). Het is dus best mogelijk dat de molen genoemd is naar een 17e-eeuwse bouwer/ eigenaar met de naam Haack, een overigens vermogende familie in 17e-eeuws Zutphen.

5 Etymologisch heeft het woord schuur te maken met afdekken, beschutten. 6 Database verdwenen molens.

13

In 1832 werd er alleen nog gesproken van huis en erf, waarvan Antonie Lindeman de nieuwe eigenaar werd. Als adres werd hier overigens het Posthuissteegje genoemd, de 19e-eeuwse benaming van het Ravenstraatje. Waarschijnlijk bevonden zich hier een koetshuis en stal. Of Antonie Lindemans hier ook daadwerkelijk woonde is onduidelijk. De naam komen we in 1832 ook tegen op de Houtmarkt en de Oude Wand. In 1845 werd op Ravenstraatje 3 in 1845 assurantiemaatschap “De Nederlanden 1845” opgericht. Deze maatschap staat tegenwoordig bekend als “Nationale Nederlanden”, deel van de ING-groep. Het pand is groot genoeg om behalve als kantoorpand ook dienst te doen als woonhuis. De naam Ravenstraatje is afkomstig van een herberg die in de 16e eeuw bekend stond als Raefen, Raven en Zwarte Raven. Dit is kadasternummer 2788 (Houtmarkt 82). De straat stond in die tijd al bekend als Ravenstraat of –steeg. In 1707 heet de herberg “De Karne”. Andere belendende herbergen waren “De Eenhoorn” (kad.nr. 2789 - met vermeldingen tussen 1735 en 1800. Thans is dit café de Korenbeurs op Houtmarkt 84) en “De (Gulden) Helm”. Deze laatste herberg wordt vanaf 1502 genoemd op kadasternummer 2783 (Houtmarkt 76). Ook de Rodetorentraat is al sinds de middeleeuwen genoemd naar een herberg, namelijk “De Rode Toren”. Deze bevond zich op de hoek met de Lange Hofstraat (Lange Hofstraat 26-28). In de 18e eeuw stond de straat tijdelijk te boek als Papenstraat.

8. Oude percelering van Rodetorenstraat 51 / Ravenstraatje 3 op de kadastrale minuut van 1832. In rood bebouwing, in geel de tuin.

14

15

4. Archeologische waarnemingen Fase 1. 4.1 Stratigrafie en ondergrond Om inzicht te verkrijgen in de ondergrond van het onderzochte gebied zijn drie boringen gezet. Boring 1 werd in de puinkuil gezet op 10.58 +NAP. Hieruit bleek dat de gehele ondergrond tot op het schone zand geroerd was (tot 7.80 +NAP). Tot net boven het gele zand werd witte faience gevonden, daarboven ook stukjes 17e-eeuws Westerwalds steengoed en roodbakkend aardewerk. Dit is exact het aardewerkspectrum dat in de puinkuil (S5) voorkomt. Na aanleg van vlak 2 bleek de boring in een beerput gezet te zijn (S53-54). Boring 2 is gezet in de zuidoostelijke hoek van het perceel. Hierin vinden we tot onderin lichtgekleurde zanden met kleine leembrokjes en hier en daar een puntje houtskool. Op 6.10 +NAP leek er sprake te zijn van volledig schoon rivierduinzand, maar overtuigend was dit niet. Na vier en halve meter diep boren werd besloten de boring te staken. Na aanleg van vlak 2 bleek dat we hier te maken hebben met de vulling van een waterput. Wat hiervoor al pleitte was de gemetselde spaarboog boven de locatie waar geboord is. Met een spaarboog kon men een instabielere plek in de bodem (bv. bij een beer- of een waterput) ontzien bij het funderen. Het aardewerk dat ter plekke aan het oppervlak is gevonden, dateert uit de late middeleeuwen (13e-15eeeuw). Mogelijk dateert dit materiaal ook de waterput (S82-83). Boring 3 is de meest interessante van de boringen. Hij is gezet in de noordwestelijke hoek van het terrein. Dit is net naast puinkuil S5. De oorspronkelijke stratigrafie is hier nog aanwezig. De top van de boring ligt op 10.53 +NAP. Bovenin bevinden zich middeleeuwse holle en bolle pannen, stukken van een roodbakkende grape en een geglazuurd stukje 14e-eeuws Langerwehesteengoed. Al op 10.04 +NAP werd een stukje protosteengoed met lichte kleur opgeboord uit de tweede helft van de de 13e eeuw. De grond waar de scherf uitkomt, is lemig. Tussen de 8.70 en 9.10 +NAP bestaat de grond uit gevlekt grijs zand met houtskool en opvallend veel fosfaat. Direct daaronder wordt de grond donkerder en met zeer grote stukken houtskool. Het is goed mogelijk dat we hier te maken hebben met een brandlaag, wellicht een stadsbrand. De enige stadsbrand die we historisch kennen is de stadsbrand van 13 mei 1284, vermeld in de Tielse Kroniek. Tot nu toe is deze brand vooral ten noorden van de Markten aangetoond. Binnen de Marktengordel dateren de stadsbranden vooral uit het begin van de 14e eeuw. Het kan natuurlijk om een kleinschaliger brand gaan. Daaronder, tussen 8.00 en 8.50 +NAP, bevindt zich een zeer humeus pakket donkere grond, met bovenin zeer veel houtresten. Dergelijke ophogingspakketten zijn in Zutphen typerend voor de gehele 13e eeuw. Hiermee zijn we er echter nog niet: Tussen de 7.25 en 8.00 +NAP bevindt zich een donkere grijsbruine laag lemig zand met huttenleem en houtskool. Uit deze laag is een kogelpotscherf afkomstig. Tussen de 6.33 + en de 7.53 +NAP bevindt zich een laag grijsbruin lemig zand met lichtbruine leembrokjes, veel houtskool, wat bot en vooral onderin veel huttenleem. Beneden 6.33 +NAP is er alleen nog rivierduinzand. Op de grens tussen de onderste twee pakketten werd een Pingsdorfscherf uit de boor gehaald.

16

9. Vereenvoudigde weergave van boring 3 met dateringen en interpretaties.

17

4.2 Een Karolingische gracht Boring 3 is alleen te begrijpen in het licht van eerdere waarnemingen in Zutphen. In het historische kader is al aangegeven dat de onderzoekslocatie binnen het laat-Karolingische ringwalburgsysteem ligt. Met de huidige stand van kennis bestaat dit systeem uit drie fasen. In de eerste fase is de kop van het rivierduin afgesneden door twee greppels met wallen waarop ongetwijfeld een vlechtwerkpalissade stond. De greppels zijn ca. 5 meter brede spitsgrachten die op de bodem waarschijnlijk voorzien waren van aangepunte staken. Twee C14-dateringen uit de onderste vulling van de buitenste greppel kwamen uit in de laat-Romeinse tijd. De gracht lijkt in de late 9e eeuw te zijn dichtgegooid. Waarschijnlijk functioneerde het systeem tot de nederzetting in 882 werd platgebrand door de vikingen. In de jaren daarna werd besloten tot het bouwen van een nieuwe verdedigingslinie. Dit werd een ringwalburg volgens de nieuwste inzichten: rond en voorzien van bredere greppels dan voorheen en ook een hogere wal. De buitenste laat-Romeinse greppel werd dichtgeworpen, de binnenste bleef nog open. In de 11e eeuw werd het systeem nog een keer op de schop genomen. Er bleef één gracht over, die dieper was dan de laat 9e-eeuwse gracht, en een bijbehorende wal die ook hoger was. Door de vergroting van de werken kwam het systeem iets naar buiten te liggen ten opzichte van de originele ringwalburg. De lay-out van deze 11e-eeuwse fase vormt de blauwdruk van de huidige markten. Begin 14e eeuw werden deze grachten definitief

gedempt.7

10. Grachtfaseringen naar Fermin & Groothedde 2006. Links de binnenzijde van de burg, rechts de buitenzijde. Deze faseringen lijken nog steeds te kloppen. Nieuw gegeven is alleen dat de linker greppel van fase 2 even diep is als de greppels buiten de hoofdwal (rechts).

In 2003 werd in het hoekpand Ravenstraatje 1 c.q. Rodetorenstraat 53 een waarneming gedaan die nog extra vragen oproept. In dit pand, dat grenst aan het onderzoeksterrein werd een greppel aangetroffen waarvan de bodem niet bereikt werd. In deze greppel werden drie niveaus waargenomen, waarbij de bovenste laag het donkerst was en de onderste het lichtst. De onderste vulling bevatte materiaal uit het begin van de 10e eeuw,

7 Fermin & Groothedde 2006

18

de bovenste vulling materiaal uit de 11e eeuw.8 Als we uitgaan van een burgaanleg vlak voor het begin van de 10e eeuw, dan moet deze greppel bij fase 2 horen, terwijl hij bij de vergroting van de wal in de 11e eeuw onder de walbasis terecht moet zijn gekomen. De waarneming in boring 3 sluit mooi aan bij de waarneming in Ravenstraatje 1. Ook hier zien we een donkerdere bovenlaag en het aardewerk is weliswaar niet scherp te dateren, maar valt wel binnen dezelfde range. Daarnaast levert de boring nog wat nieuwe gegevens op. Ten eerste is het diepste punt hier bereikt, namelijk op 6.33 +NAP. Dit is dieper dan op grond van de waarneming uit 2003 werd vermoed – en dan gaan we er nog vanuit dat dit het diepste punt is. De “schoon zandhoogte” werd in 2003 vastgesteld op ca. 8.65 +NAP. Dat betekent dat de greppel tenminste 2,30 meter diep is. De greppels onder de Houtmarkt zijn gegraven onder een hoek van ca. 45 graden. Als we deze hoek aanhouden komen we uit op een breedte van tenminste 4,60 meter. In boring 1 is de greppel niet meer waargenomen (schoon zand op 7.80 +NAP). Deze boring ligt op zo’n 6,5 meter van de waarneming van 2003. Wanneer we nog een akkerlaag bij de diepte van 2,30 meter rekenen komt de diepte uit op ruim 2,5 meter en een breedte van 5 meter, hetgeen exact dezelfde maatvoering is als die van de greppels aan de buitenzijde van de burg.

11. Ligging van de

ringwalburggrachten /-greppels in de late 9e eeuw ten opzichte van het paleoreliëf, met de GBKN als achtergrond. Linksonder is de burg weggeërodeerd door de IJssel. Binnen de dikke blauwe cirkel blijkt nog een greppel van 5 meter breed te liggen.

8 Fermin & Groothedde 2006, p. 110-114

19

Een greppel aan de binnenzijde van een verdedigingswal lijkt wat onlogisch, maar toch lijkt de verklaring die in 2006 werd bedacht, stand te houden. Het lijkt bedoeld te zijn als afwateringssysteem. Hierbij moeten we niet alleen denken aan afwatering van de wal zelf, maar van afwatering van de hele nederzetting. Waarschijnlijk bestond er een systeem van afwateringsgoten die uitkwamen in deze ringvormige greppel, waarna het water in de grond kon infiltreren. Dit lijkt nogal geavanceerd voor deze periode, maar ten eerste is de ringwalburg van hogerhand opgedragen en opgezet als één samenhangend plan, en bovendien zijn er goede aanwijzingen voor dergelijke systemen in andere contemporaine ringwalburgen. In Middelburg en Oost-Souburg bestonden vroeg 10e-eeuws systemen van houten rioolbuizen onder de straatdekken die door de wal heen afwaterden op de buitengracht. Ook in Domburg werden essenhouten buizen haaks op

de gracht aangetroffen.9 Het is denkbaar dat ook de Zutphense ringwalburgstraten een afwateringssysteem kenden, al dan niet in de vorm van houten rioolbuizen. Omdat de waterstaatkundige toestand in Zutphen (hoog rivierduin) natuurlijk totaal afwijkt van die in Zeeland (klei, ondiep grondwater), kon waarschijnlijk worden volstaan met bermgreppels die uitwaterden in een greppel binnen de burg, waarna het water gewoon de grond in kon zakken. Bij een systeem zonder buizen bestond er natuurlijk geen mogelijkheid om het water úit de burg te krijgen zonder de wal te doorbreken. 4.3 De opgraving: fase 1 Deze paragraaf bevat de ongewijzigde interpretatie van vlak 1, zoals deze in eerste instantie is gepubliceerd. Met opgraving fase 1 wordt hier bedoeld: het schoonmaken van het vlak zoals dat door de aannemer is achtergelaten, en het documenteren ervan. Er zijn geen sporen gecoupeerd en er zijn geen profielen aangelegd. We beperken ons bij deze beschrijving dan ook tot het duiden van de gevonden muurresten en de matrix waarin ze liggen. Deze matrix dateert, voor zover na te gaan uit donkere grond met wat

puin, uit de 13e-15e eeuw. Het is de top van de in de boringen beschreven stratigrafie. Hieruit komen bijvoorbeeld een groot fragment van een grijs aardwerken schaal, een geglazuurde Langerweher steengoedscherf en een scherf handgevormd grijs aardewerk. De dateringen hiervan liggen respectievelijk in de 14e/15e, late 14e en 13e eeuw. Boven dit pakket ligt tegen de achtergevel van Ravenstraatje 3 een vloer van middeleeuwse stenen. De stenen zijn zeer verweerd en liggen niet in een sierverband (bv. keperverband). 12. Stukje bestrating langs de achtergevel van Ravenstraatje 3.

9 Van Heeringen 1995.

20

Het grootste gedeelte van het achterterrein is echter op de kop gegaan met het graven van kuilen en maken van putten. De grootste verstoring wordt gevormd door een puinlaag (o.a. S5). Deze heeft een lengte van 5 meter, een breedte van zeker 2,5 meter en (plaatselijk?) een diepte van meer dan drie meter (zie boring 1 in paragraaf 4.1). Een deel van deze kuil was al afgegraven voor het aanleggen van vlak 1. Hierbij zijn echter wel de grotere scherven verzameld. Deze laag (S5) bevat behalve veel baksteenpuin en mortelbrokken, ook vrij veel aardewerk en stukken van wijnflessen. Hieronder vinden we de volgende aardewerkvormen en –soorten: Westerwaldse steengoedkannen, blauwbeschilderde majolicaborden, majolicategels, een majolicapot, witte en blauwbeschilderde faïenceborden, een faïence plooischotel en Nederlandse roodaardewerken grapen, pispotten, kommen, voorraadpotten en bloempotten. Eveneens van rood aardewerk zijn een slibversierd bord uit Ochtrup en een slibversierde Weserkom.

13. Het opgegraven terrein in relatie tot de oude kadastrale situatie (1832). 14. (onder). Een greep uit het verzamelde aardewerk en glas uit de puinlaag S 5, met onder andere een rand met oor van een Weserkom (linksonder), een roodbakkende grape (links), een Ochtruper bord (boven links), een faience plooischotel (midden), een majolicapot (midden), blauw beschilderde majolicaborden (beneden), Westerwalds steengoed (o.a. beneden) en een stukje van een blauw beschilderde faiencekom (beneden, midden).

21

15. Overzicht van de belangrijkste sporen en de drie boringen (B1-3). Bakseteenwerk in bruin. Voor de coördinaten van de werkput: zie algemene projectgegevens.

Een andere mooie vondst uit deze laag is een deel van een boeksluiting van brons. De sluiting is versierd met zigzaglintjes, parallelle groeven, een punt-cirkelversiering en gaatjes. Het moet behoord hebben bij een behoorlijk fors boek met een dikte van 7 cm. De datering van de sluiting ligt in de late 16e of het begin van de 17e eeuw. De Weserkom dateert uit het laatste kwart van de 16e of eerste kwart van de 17e eeuw, maar bijvoorbeeld de plooischotel kan worden gedateerd in de late 17e eeuw. De puinlaag lijkt verband te houden met een verbouwing in de tijd van de “gruitmolen” (1684-1688). Uit bouwhistorisch onderzoek komt eveneens duidelijk een grote verbouwing in de 17e eeuw naar voren. De grote puinlaag is op haar beurt weer doorsneden door de ingraving van een waterkelder (S20). Deze kelder meet 2 x 3,20 meter. De diepte is niet vastgesteld omdat de put was dichtgeworpen met puin. Aan de zijkant van de kelder is een opening gemetseld die binnenmaats 50 x 50 cm meet. De waterkelder is gebouwd met gele ijsselsteentjes van 17 x 8 x 3 cm. In Zutphen worden deze stenen bijna alleen gebruikt van begin 18e tot begin 19e eeuw. Dit laatste strookt met het feit dat de insteek van de kelder door de laat 17e-eeuwse laag is heen gegraven. Uit de insteek van de waterkelder is in fase 1 overigens alleen een geel geglazuurde witbakkende scherf verzameld.

22

16-17. Links: boeksluiting met o.a. een punt-cirkelversiering uit de puinlaag van de Rodetorenstraat. Boven: een dergelijke sluiting met punt-cirkelversiering op een afbeelding van een vroeg 17e-eeuwse bijbel (ets van W.J. Delff).

18-20. Waterkelder S20,

gefotografeerd richting zuiden (linksboven) en richting noorden met loden aftapleiding en muur S23 die over de kelder heenloopt(linksonder). Boven een detail van het mangat.

23

Over deze waterkelder heen loopt een scheidingsmuur (S23), die dus op zijn vroegst uit het begin van de 18e eeuw dateert. Hierbij is het aannemelijk dat muur en kelder één bouwfase vertegenwoordigen, vooral omdat het primaire mangat in de kelder keurig aansluit op deze muur. Voor de muur zijn wel andere (oudere) stenen gebruikt (24 x 12 x 4,5 cm, anderhalfsteens dik). Op deze muur is rond 1900 een keukenmuur gebouwd, die in 2010 is gesloopt (zie bijdrage van Krijnen). Waterkelders gelden in Zutphen als een typisch 18e-eeuws fenomeen met een uitloper richting eerste twee decennia 19e eeuw. In de kelder zijn secundair gaten gehakt waar ongetwijfeld buizen in uitkwamen die vanaf de dakgoot hemelwater in de kelder leidden. Daarnaast is er een loden waterleiding, die vanuit de waterkelder richting het huis Ravenstraatje 3 loopt. Water kon waarschijnlijk van binnenuit uit de waterkelder worden gepompt, wat in de 18e eeuw niet ongebruikelijk was. Muur S23 verlengde het pand Ravenstraatje 3 over een lengte van 5,40 meter met een diepte van 1,60 meter. Deze uitbouw had rond 1900 de functie van keuken. Ten zuidwesten van de muur is een rechthoekig stuk muurwerk (S34) dat grenst aan de muur. Het is opgebouwd uit dikke en dunne bakstenen, met andere woorden: sloopstenen. Waar het ene deel van de muur steunde op de waterkelder, moest het andere deel blijkbaar gesteund worden met een steunbeer. Het ondergrondse deel hiervan kon van ouder sloopmateriaal worden opgetrokken (NB: zie paragraaf 5.1!)

21. Metselwerk S34 tegen muur S23.

Parallel aan muur S23 loopt nog een stuk muur (S41), met een tussenruimte van 2,80 meter. Mogelijk is dit stuk muurwerk in een zelfde verbouwingsactie gebouwd. Het eindigt in wat waarschijnlijk een steunbeertje (S42) van 50 x 80 cm is. Precies in het midden tussen de twee muren ligt een gemetselde waterput met koepel. De insteek van die waterput doorsnijdt die van de waterkelder, zij het met bijna identieke grond. Dat de insteek van de waterput de insteek van de waterkelder doorsnijdt, hoeft er overigens niet op te wijzen dat de waterput jonger is. Waterputten werden in hun vaak zeer lange gebruiksgeschiedenis wel verbouwd, bijvoorbeeld door er een koepel aan toe te voegen. Voor zo’n verbouwing moest er rond om heen natuurlijk een nieuw gat worden gegraven. Het uitbouwtje kan dus geïnterpreteerd worden als een pomphuisje. Het zou kunnen dat dit een open ruimte was, maar het zou ook kunnen dat op de eerder genoemde steunbeer S42 een spaarboog rustte die uitkwam op muur S23.

24

22-23. Links muurtje S41 met kleine steunbeer S42. Rechts een ensemble van diverse structuren: v.l.n.r. putje S37, waterput S36 en steunbeertje S39.

Waarschijnlijk vormde muur S41 samen met zijn tegenhanger een overkapping boven deze waterput. De insteek van de waterput verklaart de noodzaak van een steunbeer tegen S23. De steunbeer tegen S41 heeft waarschijnlijk dezelfde functie, al rust deze niet op de insteek van de waterput. Ook een derde steunbeer (S39), die tegen de achtergevel van Rodetorenstraat 51 ligt, links van de achterdeur, heeft deze functie. Deze steunbeer ligt eveneens in de ingraving van de waterput, en moest verzakking van de achtergevel voorkomen (N.B. zie paragraaf 5.1!). Dergelijke steunbeertjes waren niet ongebruikelijk: een mooi voorbeeld ervan werd onlangs nog gedocumenteerd bij herberg

het Houten Wambuis aan de Emmerikseweg.10 24. Onder het muurwerk van Houtmarkt 78 ligt een geknikt fundament uit de 14e eeuw.

10 Fermin & Groothedde 2010

25

Tot slot is er nog een aantal regenwaterputjes waargenomen: S7, 16, 17, 32 en 37. Hiervan was alleen S32 nog in gebruik. Waarschijnlijk dateren de putjes uit de tijd dat de waterkelder buiten gebruik raakte. S22 is een gootje tegen de zuidoostelijke gevel en is gemetseld met ijsselsteentjes. Het kan waarschijnlijk worden gezien als een goot die afwaterde op de kelder. S37 doorsnijdt de koepel van de waterput. Samenvattend: waarschijnlijk is al het muurwerk op het binnenterrein gebouwd in de 18e en 19e eeuw. Het opgaande muurwerk van de achtergevels, waarbinnen de opgraving valt, vertelt ook nog een verhaal. Het meeste daarvan komt aan de orde bij de bouwkundige beschrijving van de gebouwen door Jeroen Krijnen. De enige waarneming die tot de archeologische waarnemingen gerekend kan worden en niet voorkomt in deel 2 is een gebogen fundament van de achtergevel van De Gulden Helm, Houtmarkt 78. Deze bestaat uit kloostermoppen van 28 x 14 x 7 cm, en duidt erop dat de muur in oorsprong 14e-eeuws is.

26

27

5 Archeologische waarnemingen Fase 2. 5.1 Structuren Fase 2 van de opgraving vond ruim een half jaar later plaats, toen de eerste fase dus al gepubliceerd was. Op zich is dit een aardige exercitie omdat zo getoetst kan worden of de eerder interpretaties vanuit vlak 1 na het opgraven van vlak 2 overeind blijven. Hierbij moet nogmaals benadrukt worden dat er in vlak 1 niets gecoupeerd is. In feite is daarmee dus niet te zien of een spoor een laagje van een centimeter dik is of een waterput van drie meter diep. Daarbij geldt overigens hetzelfde voor vlak 2: ook hier is niets gecoupeerd.

25. Allesporenkaart van vlak 2. In bruin de baksteenstructuren.

Laten we beginnen met de globale interpretatieverschillen van zuidoost naar noordwest te benoemen. Het meest basale interpretatieverschil zit waarschijnlijk in spoor 34. In fase 1 werd dit blok geïnterpreteerd als een steunbeer voor muur S23. Naar nu gebleken is, gaat het hier echter om een middeleeuwse (14e-eeuwse) achtergevel van het huis aan het Ravenstraatje. Deze muur is dusdanig toegetakeld dat in vlak 1 alleen een vierkant blok was te zien. Een volgende structuur is de waterput die op grond van boring 2 al werd vermoed. Inderdaad ligt hier een bakstenen waterput (S82) die deels overkluisd is door middel van een grondboog in de gevel erboven. Helaas is er geen dateerbaar materiaal meer bij deze put gevonden, maar een middeleeuwse datering blijft overeind vanwege het feit dat er louter middeleeuws materiaal rond de put is gevonden en het feit dat de huidige, 17e-eeuwse gevel over de waterput heen is gebouwd. De put behoorde dus tot het pand aan

28

26-27. Middeleeuwse waterput S82 onder de grondboog in de 17e-eeuwse muur S43. Deze grondboog is in de 20e eeuw vernield en opgevuld met nieuw metselwerk.

het Ravenstraatje, dat in de middeleeuwen kadastraal nog niet bij Rodetorenstraat 51 behoorde. De put lag blijkbaar inpandig. Nieuw is ook een lemen vloer S73 die onder de kloostermoppenvloer S30 in vlak 1 tevoorschijn kwam. Deze vloer was zo’n 8 cm dik. De vloer is goed te dateren aan de hand van de grote scherven die er direct onder vandaan kwamen: gevlamde Siegburger trechterhalskannen en jacobakannen, delen van roodbakkende grapen met de typisch 15e-eeuwse slibsikkels, enig 15e-eeuws Langerwehesteengoed, wat scherven van grijsbakkende kommen en twee delen van een grote kom van Siegburger steengoed. Dit laatste type steengoed heeft een beige baksel en een gele deklaag en wordt beduidend minder vaak gevonden dan het lichtgrijze baksel waarin kannen en bekertjes worden vervaardigd. Bij fase 2 is ook materiaal verzameld van onder de kloostermoppenvloer erboven. Onder dit materiaal vinden we onder meer stukken van roodbakkende grapen, een stuk hafneraardewerk en midden 17e-eeuwse dubbelconische kleipijpen. De leemvloer lag dus inpandig tot muur S34, terwijl de kloostermoppenvloer in de 17e eeuw werd aangelegd buiten het net verbouwde huis (achtergevel S43), vermoedelijk met sloopmateriaal van de verbouwing. De waterkelder S20, waarschijnlijk daterend uit de vroege 18e eeuw, is gedeeltelijk uitgegraven omdat hij toch geleegd zou worden. Dit was mogelijk omdat inmiddels het gewelf was verwijderd. Dit leverde echter vooral informatie op over de gebruiksduur van de kelder. In de vondstarme puinvulling werd bijvoorbeeld een vrijwel ongesleten leeuwencent uit 1883 gevonden. De kans is groot dat deze munt in 1891 verloren is bij het dempen van de kelder. In dat jaar immers werd het waterleidingnet in Zutphen, met de Drogenapstoren als watertoren, in gebruik genomen. Eveneens laat-19e-eeuws is de hals van een ladies leg-fles. Aan aardewerk zijn er o.a. een Westerwaldse steengoed mineraalwaterkruik (maat 1 ¼), een stukje van een Chinees porseleinen schoteltje en een stukje witte faience. Onder het puin bevindt zich bovendien een grote hoeveelheid Delftse tegels. Hierop staan afbeeldingen van Johannes de Doper en landschapjes met huizen, molens en bootjes. Deze tegels dateren van ca. 1640-1680.

29

28-29. Een blik in waterkelder S20, hier met gesloopt gewelf. Rechts een leeuwencent uit 1883 uit de puinvulling van de kelder. In fase 2 is ook meer materiaal uit de insteek van de waterkelder gevonden. Naast ouder materiaal werd er ook een pijpenkop gevonden in de insteek, die het vermoeden van een vroeg 18e-eeuwse datering bevestigd. Op de hiel staat het merk HPK gekroond. Dit merk staat voor zowel Hendrik Pietsz. Kool (1719-1740) als Pieter Hendriksz. Kool (1740-1759), maar gezien de trechtervormige ketel zal de pijp niet later dateren dan 1730.11 Van de waterput S36, die tijdens de eerste fase nog een halve koepel bezat, werd in vlak 2 vastgesteld dat hij doorsneden werd door een gresbuis die van de gevel aan de westzijde (Rodetorenstraat) via een regenputje S37 afwaterde op de waterkelder. Ook vanaf het pand aan het Ravenstraatje watert een dergelijke buis af op de kelder.

30-32. Drie wandtegels uit de waterkelder, de linker op een andere schaal. Boven: Johannes de Doper doopt Christus in de Jordaan, waarbij de Heilige Geest (in de vorm van een duif) in hem neerdaalt. Rechts een huis op een eiland, omringd door bootjes en daaronder nog meer zeilbootjes.

11 Duco 2003, p. 176.

30

De waterkelder bleef waarschijnlijk tot 1891 in gebruik. De gresbuizen, en dus ook de doorsnijding van de waterputkoepel, zijn waarschijnlijk echter te dateren van na die tijd. Vermoedelijk is de waterkelder gebruikt als waterinfiltratiebekken. Dit is echter alleen mogelijk als er een gat in de vloer van de kelder is gemaakt. Of dit zo is weten we echter niet. De koepel van de put dateert mogelijk pas uit de 19e eeuw. Een sluitdatum rond 1891 zou ook niet vreemd zijn. Boven in de vulling werd een laat-19e-eeuws contactvormflesje met de inhoudsmaat 100 gevonden. De put zelf is waarschijnlijk ouder. Uit de grond die direct tegen de waterput aanligt, en dus vermoedelijk de insteek vormt, is alleen maar materiaal uit de 13e tot en met de 15e eeuw aangetroffen, waaronder kogelpotaardewerk, protosteengoed (waaronder Paffrath-protosteengoed), Langerwehe-steengoed en 14e- en 15e-eeuws Siegburgersteengoed (kannen en een beker). Een andere mogelijkheid is echter dat de put zonder insteek is gegraven, wat mogelijk is door de compacte stadsgrond. Deze waterput kan gelijktijdig met waterput S82 gefunctioneerd hebben omdat beide waterputten oorspronkelijk op verschillende percelen lagen. Het is echter ook mogelijk dat het huis in de Rodetorenstraat in de middeleeuwen gebruik maakte van een openbare put. Na de middeleeuwen zijn de panden samengevoegd. Opmerkelijk is het voorkomen van een waterput naast een waterkelder. Dit duidt erop dat er een schoonwatersyteem en een “grijs water”systeem naast elkaar functioneerden.

33-35. Linksboven het stortgat naar de beerput onder, Rodetorenstraat 51 met daaronder de aanzet tot de stortkoker, S39. Boven waterput S36, doorneden door de toevoerbuis van de waterkelder.

In de achtergevel van de Rodetorenstraat, die gebouwd is in de 17e of vroege 18e eeuw, bevindt zich een ronde boog met daarvoor een vierkant plateau (S 39). In de eerste fase werd dit plateau geïnterpreteerd als een steunbeertje dat de instabiliteit van de muur door toedoen van waterput S36 moest ondervangen. Deze interpretatie is onjuist gebleken. Het gaat hier duidelijk om een stortkoker die uitkomt in een beerput. Het feit dat zich hier een inlaat van een beerput bevindt, impliceert dat er ook een vierkant gebouwtje boven moet hebben gestaan, hetgeen weer overeenkomt met de waarneming

31

in fase 1 waarbij een huisje boven de pomp werd gesuggereerd, met muur S41 en poer S42 als fundament. De relatieve datering van beide structuren blijft wel een probleem omdat er noch in de beerput, noch in de waterput is gekeken. Waarschijnlijk echter is hij jonger dan de waterput omdat de waterput zeer waarschijnlijk een insteek heeft gehad, die dan onder het stortgat en het privaat moet liggen. Dit laatste impliceert overigens ook weer dat het huisje niet als pomphuisje gebouwd is maar voor als privaat. De hoek van de stortkoker is bijgekapt in verband met de waterput. Dit zou echter zowel tijdens de aanleg van de waterput (of alleen van de koepel) als tijdens de aanleg van de stortkoker gebeurd kunnen zijn. Een tweede beerput biedt veel meer houvast. In fase 1 werd nog gedacht dat het hele noordwestelijke deel van het terrein uit een puinkuil (S5) bestond die dateerde uit het einde van de 17e eeuw. In Boring 1 werd materiaal uit deze periode gevonden tot op het schone zand. In fase 2 kwam echter een totaal ander beeld naar voren. In de noordelijke hoek van dit terreindeel werden respectievelijk een halfsteens muurtje (S41) en een beerputbeschoeiing van afgedankte holle en bolle pannen (S54) aangetroffen. Deze beerput was rijk aan materiaal. Scherven die bij de aanleg van vlak 2 aan het licht kwamen (afbeelding 14) bleken te passen aan scherven die bij het opschonen van vlak 1 aan het licht waren gekomen. Ook de fraaie boeksluiting (afbeelding 16) blijkt achteraf in deze beerput thuis te horen. De datering van het complex ligt in het laatste kwart van de 17e eeuw, mogelijk in 1684, toen het pand ingrijpend werd verbouwd tot rosmolen. De beerput is verder intact gelaten omdat hij niet bedreigd werd. Het materiaal dat wel verzameld is, wordt in hoofdstuk 5 besproken.

36-38. Dakpanbeerput S54. Linksboven het vrijprepareren, boven de bovenrand van de beerput. Boven de meetlat bevindt zich een losse montantsteen en een poertje van later datum. Links de halfsteensfundering van het huisje (privaat) boven de put.

De dakpanbeerput heeft een buitendiameter van 2,40 meter en een binnendiameter van 1,70 meter. Uit Boring 1 was al gebleken dat de (resterende) diepte 2,80 bedraagt,

32

waarmee hij “afwatert” op het schone rivierduinzand. Muur S47 is een halfsteens fundering van één steenlaag. Erboven zal een houten gebouwtje hebben gestaan. De afmetingen van het huisje dat boven de beerput stond, zijn wat lastiger te bepalen. Het feit dat bestrating en de latere waterkelder de put precies respecteren, doet echter vermoeden dat deze grenzen ook al bestonden in de tijd van de beerput. In dat geval komen we uit om een maat van 2,2 x ca. 3 meter, een maat die overeenkomt met de geschatte omvang van het eerder genoemde privaat boven de waterput. Onduidelijk is de functie van een rechthoekig stukje baksteenvloer van 70 x 75 cm (S52) dat iets dieper ligt dan het baksteenfundament van het privaat en door de contour van het huisje wordt doorsneden. Misschien is het een iets verdiepte ingang van het huisje geweest, maar het kan er ook helemaal niets mee te maken hebben. Ten westen van het laat 17e-eeuwse privaat vinden we een stuk bestrating (S46). Gezien de kleine steenformaten die voorkomen naast hergebruikte kloostermoppen, kan dit stuk bestrating op zijn vroegst uit de 17e eeuw dateren. De aardewerkvondsten direct onder de bestrating, een stukje van een Weserbord (ca. 1570-1610) en een witbakkende, groen en geel geglazuurde komfoor op pootjes met een geribbelde rand (datering onduidelijk, mogelijk 17e eeuw), geven aan dat de bestrating dus waarschijnlijk van rond het begin van de 17e eeuw dateert. Het straatwerk loopt af in de richting van het privaat. Deze strook was oorspronkelijk 1,50 meter breed. De bestrating verdwijnt onder de 19e-eeuwse tuinmuur en liep waarschijnlijk door. Oorspronkelijk was het perceel ca. éénderde dieper dan thans het geval is. Boven de bestrating werd bij het aanleggen van vlak 1 veel laat-17e-eeuws materiaal gevonden. Het lijkt erop dat de bestrating dus inderdaad samen met de dakpanbeerput heeft gefunctioneerd en aan het einde van de 17e eeuw is opgedoekt.

De begrenzing van de bestrating wordt aan de westkant gevormd door een hafsteensmuur. Deze loopt op een afstand van 1,30 tot 1,50 meter min of meer parallel aan de achtergevel van Rodetorenstraat 51 en grenst aan de zuidzijde aan het secreet bij de waterput. Hier heeft dus waarschijnlijk een licht gebouwde aanbouw gestaan, mogelijk van hout. Ook boven dit muurwerk werd laat 17e-eeuws materiaal aangetroffen.

39. Muur en bestrating in de noordwesthoek van het perceel, op de achtergrond de 19e-eeuwse tuinmuur aan de noordzijde.

33

Alle grondsporen bevinden zich in een laatmiddeleeuwse matrix. Omdat er geen derde vlak is aangelegd, is het lastig om middeleeuwse grondsporen te definiëren. Na de tweede fase lijkt het te gaan om drie delen: een algemeen middeleeuws oppervlak, de 15e-eeuwse laag onder het woonhuis van Ravenstraatje 3 en mogelijk de insteek van waterput S36. De algemene matrix valt uiteen in diverse spoornummers, die echter bepaald zijn door later muurwerk. In deze laag komt protosteengoed het meest voor, en wel in de vorm van kannen. Hieronder vinden we zowel dakranden (midden 13e eeuw) als steile profielen (ca. 1300). Ook komt Paffrath-protosteengoed (vroege 13e eeuw) voor. De tweede categorie wordt gevormd door steengoed. Het meeeste daarvan is 14e-eeuws Siegburger steengoed en bijna-steengoed, maar ook 15e-eeuws Siegburg komt wel voor, alsmede enig Langerweher en Brühls materiaal. Qua vormen vinden we naast de standaard kannen ook bekers. Enig 13e-eeuws kogelpotmateriaal, waaronder kogelpotten met bezemveeg”versiering”, een spinklosje en grijsbakkend aardewerk sluiten de rij. De nadruk in het materiaal ligt op de 13e en vroege 14e eeuw. Daarnaast zijn er ook nog twee oudere Pingsdorfscherven aan het licht gekomen.

5.2 Materiële cultuur uit beerput S54 Bij het bestuderen van een beerput is het van meerwaarde om iets te weten over de eigenaar en zijn bezigheden. Het materiaal boven uit deze beerput dateert uit het einde van de 17e eeuw. De boring laat zien dat dit onder in de vulling, ook (laat?)17e-eeuws materiaal is gevonden. Het jaar 1684 lijkt een mooie sluitdatum omdat het pand dan nieuwe eigenaren krijgt en verbouwd wordt tot gruitmolen. Als dit klopt, dan zijn Dr. Arnold Van Eck en zijn vrouw Anna Catharina ten Bhem de eigenaren. Zij kochten het pand in 1643. Van Eck was net als zijn vader baron Hendrik van Eck van Panthaleon burgemeester van Arnhem, en tevens lid van de Hof van Gelre en Zutphen. Zijn grootvader Arend van Eck was overigens burgemeester van Rhenen en schepen van Utrecht. Arnold van Eck bezat veel vastgoed in Zutphen (Lange Hofstraat 29, Houtmarkt 68, Rodetorenstraat 51, Melatensteeg F1590 en Hogestraatje F1741, 1745-47). De kans dat hij Rodetorenstraat 51 bewoonde lijkt dus uitgesloten. Of het op dat moment een bedrijfspand is of een woonhuis of een combinatie weten we feitelijk niet uit het archiefmateriaal. De vraag die hier gesteld wordt is dan ook of dat uit de beerputinventaris is te achterhalen. 5.2. 1 Aardewerk Steengoed De hoeveelheid steengoed binnen het complex is opvallend bescheiden. Het gaat slechts om enkele scherven van Westerwaldse steengoedkannen met blauwe decoratie naast rozetten en strepen. Een deel van een grote Westerwaldse kruik is onversierd. Daarnaast is er ook 13e-eeuws protosteengoed gevonden, maar dit is uiteraard opspit.

Roodbakkend aardewerk Een steel en mogelijk een beroet plat bodemfragment berhoren tot bakpannen. In het complex zijn twee min of meer complete, en resten van nog een aantal grapen gevonden.

34

Eén grape is een vrij hoog model met korte pootjes en een dekselgeul. Twee worstoren steken uit boven de rand. Op de halsknik bevindt zich een richel. Aan de buitenzijde is de grape slechts beperkt geglazuurd. Aan de onderzijde is hij beroet (diameter 19,5 cm, hoogte ca. 17 cm). De andere grape is eveneens aan de buitenzijde beperkt geglazuurd. Dit exemplaar heeft een diameter van ca. 38 cm en een geschatte hoogte van ca. 23 cm.Dit exemplaar heeft twee boven de rand uitstekende worstoren en heeft een richel op de halsknik. Deze grote grape is niet beroet en zal eerder als kom gebruikt zijn dan als kookgerei.

40. Ochtrupbord.

Daarnaast zijn er resten van borden van

Ochtruper roodbakkend aardewerk. Het enige complete exemplaar is een groot Ochtrupbord met een diameter van 34 cm en een hoogte van 6 cm. De standring is vrijwel vertikaal. Het bord heeft een geel oppervlak dat versierd is met een nogal gestileerde bloemenvaas met vijf bloemen in bruin en groen. Een mogelijke kom is groen geglazuurd aan de binnenzijde. Verder zijn er delen van deksels, een voorraadpot en vierkante vuurtesten. Een rand van een lekschaal, gevonden in fase 1, is ook mogelijk tot het complex te rekenen. Witbakkend aardewerk Onder de categorie witbakkend aardewerk vallen fragmenten van een komfoor, een deksel, een kom met horizontale oren en de voet van een kandelaar.

41. Onderkant van een witbakkende kandelaar.

Majolica Deze categorie is vrij prominent aanwezig in het complex. Vrij compleet is een papkom met twee platte, geperforeerde, gelobde oren. De diameter is 16 cm de hoogte 6 cm. Inclusief oren meet de kom 23 cm. Een bord met een diameter van 21 cm is versierd met grof geschilderde florale decoraties op de vlag en een landschapje op de spiegel. Opvallend is de pokdaligheid van het loodglazuur op de achterzijde van het bord. Het is bepaald geen topstuk.

35

Daarnaast zijn er kleinere fragmenten van nog zeker vier andere borden. Tot slot kunnen nog een rand- en een bodemscherf van een albarello (zalfpot) vermeld worden met blauwe en donkerblauwe lijnen.

42-43. Links: majolicabord, rechts: papkom van majolica. Faïence Er is een aantal faïenceborden gevonden in het complex. Tenminste twee daarvan zijn geheel wit. In tegenstelling tot de majolicaborden is hierbij de bodem vlak. Van het complete bord is de diameter 21,5 cm. Er zijn ook kleine fragmenten gevonden van blauw gedecoreerde faïenceborden. Eén scherf valt daar tussen op omdat hij lichtblauw is met een zeer fijn beschildering in drie tinten blauw. Helaas is het fragment te klein om iets over de voorstelling te kunnen zeggen. Misschien gaat het hier om een Italiaans importstuk. Behalve borden zijn er ook minstens twee geheel witte kommen. Deze

stukken hebben in tegenstelling tot de borden wel een standring. Een aantal kleine fragmenten faïence met een blauwe decoratie maakten waarschijnlijk deel uit van een kwispedoor. In de eerste fase werd al een deel van een plooischotel gevonden. Plooischotels golden altijd als prestigieuze objecten. Ze komen echter niet alleen voor in adellijke complexen, maar ook in gewone huishoudens en herbergen.12 44. Wit faiencebord.

12 Van der Storm 2012, Fermin & Groothedde 2010.

36

Kacheltegels In en rond de put werden 13 fragmenten van kacheltegels gevonden (V 49, 51, 56-58). Deze zijn uitgevoerd in een hafnerbaksel en zijn voorzien van een groen glazuur. Er zijn vijf fragmenten die decoratie dragen. In drie gevallen gaat het om zuilen. Eén exemplaar draagt een liggende rechthoek met een leeuwenkopje. Het grootste fragment is een hoek van een plaatnaptegel met een bladdecoratie. Dit stuk is identiek aan een exemplaar dat gevonden werd in Zwolle-Kranenburg en dat door De Oude-De Wolf en Vrielink gedateerd is tussen 1565 en 1568.13 Een dergelijke datering zal dus ook gelden voor de exemplaren uit de Rodetorenstraat.

45. Hoek van een oorspronkelijk vierkante plaatnap-hoektegel: links: voorkant, midden: profiel rechts: achterzijde.

46-50. Nog enkele kacheltegelfrag-menten. Linksboven een liggend kader met een leeuwenkopje, daaronder een stukje van de zijkant waar het hafnerbaksel onder de groene glazuurlaag zichtbaar is. De overige stukken zijn randen met zuilmotieven.

Kleipijpen In de beerput werden tientallen fragmenten van kleipijpen gevonden. In alle gevallen gaat het om trechtervormige modellen (1660-1730) met dikke geraderde stelen en korte platte hieltjes. Eén exemplaar is een wat oudere dubbelconische pijpenkop. Geen van deze pijpen draagt een merk. Hoewel gestempelde merken (intagliomerken) als sinds 1625 voorkomen, komen reliëfmerken pas aan het einde van de 17e eeuw algemeen voor.14

13 De Oude-De Wolf & Vrielink 2012 p. 707. 14 Duco 2003, p. 13.

37

5.2.2 Glas Tot de glasvondsten behoren vensterglas, een kelkglas en twee flessen. Het kelkglas is slechts zeer fragmentarisch bewaard gebleven. Het gaat om delen van de cuppa en de voetplaat; de stam ontbreekt. De voetplaat is dun en heeft een omgeslagen rand, hetgeen kenmerkend is voor façon de Venise-glazen tussen ca. 1650 en 1700.15 Aan flessen zijn er een bolle wijnfles (kalkoentje) en een dunwandiger flesje van donkergroen glas met een bolle ziel. De hoeveelheid glas is opvallend beperkt, en alle resten –op die van het kalkoentje na- werden gevonden in de zeefresidu’s. 5.2.3 Metaal De belangrijkste metaalvondst uit de beerput is de vroeg 17e-eeuwse boeksluiting die al werd gevonden voordat duidelijk was dat het hier ging om een beerput (afbeelding 16). Een andere mooie vondst is die van een kleine dubbel-trapezoïdale gesp waarvan de angel en de bevestigingsplaat nog aanwezig zijn. Aan deze bevestigingsplaat bevindt zich bovendien nog een klinknagel waarmee de gesp aan het riempje (9 mm breed) bevestigd zat. Het zeefmonster heeft daarnaast nog een verzameling kopspelden opgeleverd, alsmede twee siernagels en enig ondefinieerbaar ijzerschroot. Als stortvondst werd met de metaaldetector ook nog een grof uitgevoerd vierkant bronzen plaatje gevonden. Het bestaat uit twee plaatjes van 32 x 32 mm die op een leren riem geklonken hebben gezeten. Het leer is ter plekke nog aanwezig. In het midden is een gaatje van deze riem nog aanwezig, en het stuk is duidelijk bedoeld om uitscheuren van dit gaatje te voorkomen.Desondanks is het gaatje aardig uitgelubberd. Een dergelijke versteviging komt niet voor bij broekriemen, en dus zal de riem gebruikt zijn voor een riem waar bijzonder veel kracht op gestaan hebben. Het zou kunnen dat de riem gebruikt is bij de rosmolen, maar omdat de vondst zonder context is gevonden, blijft dit onzeker.

51-53. Links: gespje, midden: kopspelden, rechts: riemgatversteviger.

5.2. 4 Bot De botconservering van de beerput is uitstekend. Het botmateriaal uit de put is (nog) niet systematisch onderzocht door een specialist. In deze paragraaf wordt dan ook alleen globaal beschreven wat voor soorten voorkomen in het onderzochte deel van de put.

15 Henkes 1994, p. 263.

38

Botten zijn niet gekwantificeerd en vogel- en visbotten zijn niet nader gedetermineerd bij gebrek aan een goede vergelijkingscollectie. Wellicht dat het materiaal ooit nog zal worden uitgewerkt bij wijze van scriptieonderwerp door een aankomend archeo-zoöloog. In de eerste plaats zijn zoogdieren gevonden in het materiaal. Rund en varken lijken op het eerste gezicht in vergelijkbare aantallen voor te komen in het botspectrum. Opvallend is dat alle delen van het lichaam voorkomen (dus o.a. schedel, ribben, wervels, staarten poten en tenen). De botten vertonen duidelijk slachtsporen. Daarnaast komt incidenteel een enkel schapenbot voor. Gevogelte vormt een zeer goed vertegenwoordigde groep. Een deel daarvan is kip, een ander deel waarschijnlijk watervogels. Zangvogeltjes zijn niet als dusdanig herkend. Een belangrijk deel van het dieet bestond ook uit eieren. Een zeer belangrijke groep tenslotte is vis (o.a. snoek, paling, karperachtigen, baars, kabeljauw). Qua aantallen botten overtreft deze groep de andere diersoorten, maar het is lastig te becijferen of daarmee vis ook een belangrijkere plaats in het menu innam. De inschatting is van niet. Behalve visbot zijn er ook grote aantallen visschubben gevonden. In de grondmonsters werden bovendien schelpen van schaaldieren aangetroffen. Het gros daarvan zijn mosselen, maar ook kokkels en oesters komen voor. In het geval van de mosselen en oesters lijkt het evident dat ze gegeten zijn, maar een kleine schelp van een nonnetje is waarschijnlijk eerder als ruis van mortelproductie te beschouwen. 5.3 Beerput S54: conclusie De vraag die aan het begin van dit hoofdstuk werd gesteld is of er iets over de functie van de “schuur” van Arnold van Eck gezegd kan worden. Hierbij nemen we ook de vondst van de kacheltegels mee. Vanwege een scherpe datering van de tegels (1565-1568) weten we wie de eigenaren waren van de kachel: Berndt en Jutte Ubbekinck /Obbekinck. Zij kochten het pand in 1553. Berndt Ubbekinck was onder- en overrentmeester van Zutphen. Hij bezat huizen en land in Zutphen (Lange Hofstraat 29, Houtmarkt 68, Schupstoel 5, Rodetorenstraat 51, Onze Lieve Vrouwestraat 6, Hogestraatje F1741,F1745-47), Harfsen, Stockhaar, “den olden hof uut Harmeldinck” in Warken en de Ossenweerd van de Overmars. Bepaald geen armoedzaaier dus. Opvallend is ook dat vier van de panden van Arnold Van Eck eerder in bezit waren van Ubbekinck. Een familierelatie via huwelijken ligt hiermee voor de hand, al is nog niet uitgezocht welke. Op zich is er dus wel een relatie met een extreem vermogend iemand, zoals je zou verwachten met de vondst van kacheltegels. Over het algemeen kan gesteld worden dat tegelkachels op welstand duiden.Het probleem is alleen dat we weinig weten over de functie van het pand op dat moment. Het wordt omschreven als schuur, maar zoals in de historische paragraaf al gezegd wordt, betekent dit in deze tijd bedrijfspand. De vondst van de kacheltegels suggereert dat dit waarschijnlijk een handelspand geweest kan zijn met wat men tegenwoordig een goed uitgerust “kantoor” zoud noemen. In de tijd van Arnold van Eck zal hetzelfde hebben gegolden. Het lijkt geen standaard woonhuis te zijn geweest. Toch is dit niet af te leiden uit het vondstspectrum. Er zijn etensborden gevonden, een papkom, een wijnglas en een wijnfles, een test, een kandelaar, kookpotten, spelden etcetera. Dit alles lijkt volkomen normaal vondstmateriaal voor een

39

vrij standaard huishouden. Opvallend is het ontbreken van porselein. Over status van de eigenaar blijkt overigens erg weinig te zeggen op grond van aardewerk.16 Het is dus duidelijk dat het pand van alle gemakken was voorzien en er gewoon in werd geleefd. Mogelijk had het pand dus een dubbelfunctie als woon- en bedrijfspand, waarbij niet de eigenaar maar bijvoorbeeld een werknemer met zijn gezin het pand bewoonde.

16 Vgl. bv. van der Storm 2012 over het aardewerk uit een beerput van baron van Heeckeren.

40

41

6. Samenvatting en conclusie In 2010 werd een ééndaagse archeologische begeleiding verricht op het achterterrein van Rodetorenstraat 51/ Ravenstraatje 3. Deze begeleiding bestond uit het documenteren van het niveau waarop gebouwd zou worden, zo’n 50 cm diep. Daarnaast werd de gelegenheid te baat genomen om de opbouw van het terrein middels boringen in kaart te brengen. Dit project kreeg maanden later, in 2011 een vervolg. Het terrein werd nog ca. 50 cm verder uitgediept. Dit vlak leverde nieuwe informatie op over het terrein. Zo werd duidelijk dat er een 17e-eeuwse beerput op het terrein lag en dat er onder het gebouw aan de Rodetorenstraat waarschijnlijk een tweede beerput ligt. Het vlak bestond uit een laat-middeleeuws niveau (13e -15e eeuw) dat echter grotendeels vergraven was. Op één plek was daarop nog een stukje bestrating aanwezig dat waarschijnlijk uit de 15e eeuw dateert. Deze datering geldt in ieder geval voor de ca. 8 cm dikke lemen vloer die dáár weer onder schuilgaat. Deze vloer hoort bij het pand aan het Ravenstraatje. De middeleeuwse achtergevel lag twee meter de tuin in ten opzichte van de achtergevel ten tijde van de opgraving. Een stuk bestrating en een beerput hebben een einddatum in het einde van de 17 eeuw. De beerput bevat materiaal uit de tijd dat het pand in eigendom was van Arnold van Eck, die behalve burgemeester van Arnhem ook een belangrijke post had in de Hof van Gelre en Zutphen. Hij bezat echter vele panden in Zutphen, en de kans is dan ook afwezig dat hij hier zelf gewoond heeft. Het pand staat in deze periode bekend als schuur (bedrijfspand). Vreemd is echter wel dat in de beerput alle spullen voorkomen die in een normaal huishouden werden aangetroffen. Wellicht dat het pand dus een nevenfunctie had als woonhuis, wellicht door één van de werknemers. Het gevonden aardewerk is overigens ook niet van topkwaliteit. Dat laatste zegt overigens weinig, want in keukens van adellijke woonhuizen werd ook gewoon aardewerk gebruikt. Behalve twee beerputten waren er ook twee waterputten aanwezig op het terrein. Eén daarvan bevond zich pal onder de huidige achtergevel van het pand aan het Ravenstraatje. Waarschijnlijk gaat het daarbij om een middeleeuwse put. De andere put bevindt zich tegen te gevel van Rodetorenstraat 51 aan. Gezien de grond waarin de put ligt gaat het om een 15e-eeuwse put, die echter lang in gebruik is geweest. De koepel die er boven op is gebouwd, is bijvoorbeeld post-middeleeuws. Wellicht bleef de put in gebruik tot begin 18e eeuw een waterkelder werd gebouwd. Deze waterkelder bleef, gezien een leeuwencent die in de vulling werd gevonden, in gebruik tot na 1883. In concreto zal dit het jaar 1891 zijn, toen werd immers de Zutphense waterleiding in gebruik genomen. Het verlaten van de beerput hangt waarschijnlijk samen met de nieuwe eigenaar, Gerrit Loitink (Loykinck), die in 1684 het pand betrok. Hij verbouwde het pand tot grutmolen. De aanwezigheid van deze rosmolen is fysiek vooral zichtbaar in de ruime, robuuste constructie van het huis. Na vier jaar verkocht Loitink de molen aan Haack. Mogelijk exploiteerde hij het pand eveneens als grutmolen. De boringen in de achtertuin hebben ook interessante informatie opgeleverd. De eerste boring gaf alleen inzicht in de diepte van de puinkuil. Tot op het schone zand bleef er laat 17e-eeuws materiaal aanwezig in de boor. De tweede boring bracht de insteek van een waterput aan het licht in de zuidoostelijke hoek van de tuin. Dit is met zekerheid een middeleeuwse put. Ten eerste is er een 15e-eeuwse spaarboog over heen gebouwd, ten tweede bevindt zich in dit spoor alleen laat-

42

middeleeuws aardewerk (13e tot 14e of 15e) eeuw). Waar de kern van de put ligt is vooralsnog niet te zeggen. De derde boring gaat nog verder terug in de geschiedenis. Bovenin bevond zich 14e en laat 13e-eeuws materiaal. Op ca. 8.60 +NAP werd er een dikke 13e-eeuwse brandlaag waargenomen met grove stukken houtskool. Onder de laag bevonden zich een ca. 45 cm dikke organisch lagenpakket uit de eerste drie kwarten van de 13e eeuw. Nog dieper, vanaf ca. 8.00 +NAP ligt een zandig pakket met wat houtskool, leembrokjes en huttenleem. Dit pakket loopt door tot 6.33 +NAP. In het zand zijn een kogelpot- en een Pingsdorfscherf gevonden. Door de vele waarnemingen die de laatste jaren in de Zutphense binnenstad zijn gedaan is het mogelijk deze laag te duiden. In dit kader is een kelderopgraving van het belendende Ravenstraatje 1 in 2003 van belang. Het gaat hier om een greppel die langs de binnenzijde van de laat 9e-eeuwse ringwalburgwal liep. De nieuwe boring geeft aan dat deze greppel ca. 5 meter breed was en 2,5 meter diep, hetgeen meer is dan tot nu toe werd aangenomen. Doel van de greppel was waarschijnlijk het verwerken van regenwater in de burg. Uit diverse Zeeuwse ringwalburgen weten we dat deze burgen uitgekiende afwateringssystemen kenden die onder de straten liepen en die naar buiten afwaterden. Anders dan bij de Zeeuwse burgen kon in de Zutphense burg het regenwater binnen de wal in de hoge zandgrond infiltreren. De aangetroffen bouwsporen zullen in de nieuwbouw zoveel mogelijk gespaard blijven. De waterkelder zal behouden blijven, zij het met een grotere ingang. Mogelijk zal hij dienst gaan doen als wijnkeldertje. Het gewelf zal iets boven de vloer blijven uitsteken. Dit was voor de eigenaar geen probleem omdat hij van de nieuwe ruimte een bibliotheek cq. studiezaaltje wil maken. Boven de rug van het gewelf zou dan een lange tafel komen. In de ruimte zal een groot deel van de kloosterbibliotheek van het Brigittijnen-klooster in Uden geherbergd worden.

43

7. Literatuur Duco, D.H., 2003: Merken en merkenrecht van de pijpenmakers in Gouda, Den Haag. Fermin, H.A.C & M. Groothedde 2006: De Zutphense ringwalburg van de 9e tot de 14e eeuw. Nieuwe gegevens uit archeologisch onderzoek en boringen op de Zutphense markten. Zutphense Archeologische Publicaties 22. Fermin, H.A.C & M. Groothedde 2008: “Oppidum Sutphaniense”. Archeologisch onderzoek naar de oudste defensieve werken van Zutphen, de 13e-eeuwse bebouwing en een 18e-eeuwse afvalput in de kelders van Houtmarkt 63c te Zutphen. Zutphense Archeologische Publicaties 41. Fermin, H.A.C & M. Groothedde 2010: Het Houten Wambuis. Archeologisch en historisch onderzoek naar de herberg en boerderij Het Houten Wambuis te Zutphen. Zutphense Archeologische Publicaties 56. Groothedde, M. 2004: The Vikings in Zutphen (Netherlands). Military organisation and early town development after the Viking raid in 882. In: R. Simek & U. Engel (red.): Vikings on the Rhine. Studia Medievalia Septentrionalia 11,Wenen. Groustra, A.H. 2010: Middeleeuwse belastingheffingen: gruit-, hop- en bieraccijns (I). Tijdschrift Zutphen-4. 110-115. Heeringen, R. M. van 1995: Vroeg-Middeleeuwse ringwalburgen in Zeeland. Goes. Henkes, H.E., 1994: Glas zonder glans, Rotterdam Papers 9. Oude-de Wolf, R. de & H. Vrielink, 2012: Status & Comfort. Kacheltegels in Deventer en Zwolle, Zwolle. Storm, M. van der, 2012: Het afval van de familie Van Heeckeren. De uitwerking van de keramike uit de 17e/18e-eeuwse beerput van de familie Van Heeckeren in Zutphen. (afstudeerscriptie).

44

45

Deel 2: Bouwhistorisch onderzoek Rode Torenstraat 51

Status: indifferent (38 ptn) Bezoek: 14-15 juni 2010 Documentatie achtergevel 1-11-2010 Foto’s: auteur J.S. Krijnen

1. Beschrijving Opzet Eenlaags pand met de voorgevel in de rooilijn. Het heeft een zolder onder een dubbel zadeldak evenwijdig aan de straat en een annex rechts achter aan een binnenplaats. Gevels De voorgevel is een vier vensterassen brede bakstenen gevel aan de bovenzijde afgesloten door een goot op klossen. De vensters zijn alle in de periode 1984-2005 vervangen.

54. Rodetorenstraat 51.Gevelbeeld

Kelder De kelder bevindt zich rechtsvoor aan de straatzijde van het pand. Het is een kleine ruimte17 met een bakstenen tongewelf met de kruin evenwijdig aan de straat. De toegang is linksachter gesitueerd. De muur aan de zijde van Ravenstraatje 1 lijkt tussen de voor- en achtermuur en onder het gewelf te zijn gemetseld, maar dateert waarschijnlijk uit de 14e eeuw gelet op het archeologisch onderzoek in de kelder van Ravenstraatje 1. Zeker is dat de kelder in een later stadium van een gewelf is voorzien. In de kelder is in de vloer een vierkant aanwezig van natuurstenen bouwfragmenten. Het gaat om hardstenen lijsten, mogelijk afkomstig van een kelderlicht. De datering daarvan ligt in de 17e of 18e eeuw. Het is mogelijk dat de stenen de contouren van een beerput o.i.d. markeren.

55-56. Kelder met tongewelf en bakstenen vloer met daarin verwerkte hardstenen lijsten. Rechts een detail daarvan.

17 De kelder meet 2,93 x 4,49 meter.

46

Begane grond Het gaat om een vrijwel ongedeelde ruimte met entree, hal, toilet rechts en een vlizotrap naar een tussenverdieping rechts boven de keuken. Hier is een deel van de balklaag zichtbaar van de eerste verdieping. Hier kon een deel van de bouwhistorie van het pand bekeken worden. Een forse, eiken onderslagbalk van 29 x 31 centimeter vangt een enkelvoudige balklaag op die haaks op de voorgevel ligt. De onderslag markeert zeer waarschijnlijk de locatie van een verdwenen oudere achtergevel van het pand, dat vier meter naar achteren moet zijn uitgebreid. Dit kan zeer wel mogelijk in de 18e eeuw zijn gebeurd, maar zeker voor 1832. Op de balk heeft een muur gestaan, gemarkeerd door de afwezigheid van verfresten op het balkhout. De verfresten markeren ook een verdwenen centrale tussenmuur die evenwijdig aan de onderslag heeft gestaan, een meter daarvan verwijderd.

57. Begane grond richting straatzijde.

Deze tussenmuur stond nog toen het vertrek rechtsachter in een later stadium werd opgewaardeerd met een stucplafond onder de onderslagbalk langs. Langs de wanden werd een kooflijst aangebracht, vervaardigd met dakpanresten en tegels om de overgang naar het plafond vorm te geven. Vermoedelijk dateren uit deze periode ook de empirevensters die het pand had op foto’s van voor 1990. Onder het stucplafond is vervolgens een tussenmuur gemetseld om een gang van voor naar achteren (de keuken) te maken.

58-59. Links: bij de pijl de onderslagbalk. Vermoedelijk de locatie van een oudere achtergevel. Rechts: de betreffende balk in de tussenruimte boven de keuken, gezien richting de achtergevel.

47

Oude keuken achterzijde (gesloopt zomer 2010) Deze smalle gang werd bereikt door middel van een kleine opgeklampte deur rechtsachter. In de deur is een kleine glasopening gezaagd in 18e-eeuwse vormen.

60-62. V.l.n.r. De oude keuken achter Rodetorenstraat 51, gezien richting de 18e-eeuwse toegangsdeur. Rechts de schouw in de hoek met het aanrecht. Het dak was tussen 1984 en 2010 al vervangen. Dichtzettingen zijn rond 1984 gerealiseerd. De keuken, gezien in de richting van Ravenstraatje 3. Links is juist nog de hoek van het aanrecht te zien. Recht voor en rechts twee dichtgezette doorgangen. De keuken is in de zomer van 2010 gesloopt.

Linksvoor was een eenvoudige hoekschouw aanwezig met aan dezelfde wand de restanten van een aanrecht met erboven een betegeld gedeelte, afgewerkt met randtegels met Jugendstilmotief.

63. Tegelwerk boven het aanrechtblad in de keuken met bovenrand van siertegels met Jugendstilmotief. Datering rond 1900. Gesloopt zomer 2010.

Eerste verdieping Het grootste deel van de historische constructie gaat schuil achter afwerking en betimmeringen uit de periode 1984-2010. Twee eiken dekbalkgebinten van de kapconstructie zijn in het zicht. De gebinten zijn hergebruikt, dit blijkt uit verweerde gesneden telmerken en naderhand aangebrachte gehakte (guts-)merken t.p.v. huidige

48

nummering. Ook passen de diverse pen- en gatverbindingen niet helemaal correct en zijn in het verleden nieuwe gaten voor toognagels bijgeboord.

64 (boven). Dekbalkgebinten op de eerste verdieping. 65 (rechts). De gemetselde corridor tussen Rodetorenstraat 51 en Ravenstraatje 3. De knik is noodzaak in verband met het hoekpand Ravenstraatje 1. Situatie in 2003. Ten tijde van het bezoek stond links een gemetseld rookkanaal, dit is mogelijk na 1945 gemetseld. Toen was nr. 49 reeds gesplitst van nr. 51. Net als op de begane grond, was ook op de zolder van nummer 51 een doorgang naar het hoofdhuis. Een gemetselde corridor rechts achterin met klein zadeldak verbond hier beide bouwdelen. Deze corridor is met kleine handvormstenen gemetsteld en heeft een klein zadeldakje van oude holle dakpannen. Het hoogteverschil tussen beide gebouwen werd met een tweetal traptreden opgelost. De doorgang is in of na 1984 met machinale baksteen en portlandcement dichtgemetseld. Vliering De vliering bestaat uit twee parallelle zadeldaken met de zakgoot boven de dekbalkgebinten. De ruimten zijn niet beloopbaar. Aan de straatzijde, net boven de goten zijn restanten aanwezig van afgezaagde vuren sporen, deze zijn deels geschild. Deze sporen zijn aangeheeld met ongeschaafd rechthoekig vuren sporen. Dit is mogelijk in de periode 1984-2010 gebeurd. Het achterste dak is getimmerd van rechthoekig gezaagde eikenhouten sporen met gezaagde telmerken. Deze staan niet op volgorde. 66. De hergebruikte eiken daksporen op de vliering van het achterste zadeldak. De halfhoutse verbindingen zijn met gesmede spijkers vastgetimmerd, toognagels zijn niet toegepast.

49

Achtergevel Na sloop van de bebouwing op de binnenplaats werd het mogelijk om de de achtergevel van Rodetorenstraat 51 in zijn geheel te documenteren. Een veelvoud aan gecreëerde en weer dichtgezette doorgangen en vensters werd zichtbaar. Het overheersende beeld is dat er sprake is van een gevel die mogelijk in de 17e eeuw dan wel vroege 18e eeuw is opgetrokken. Doordat het grootste deel van de gevel nog met pleisterwerk was bedekt, kan geen uitspraak worden gedaan over de toegepaste baksteenformaten dan wel over de tienlagenmaat. Zeker is dat links in de gevel een doorgang heeft gezeten. Deze is vermoedelijk in de 18e eeuw verplaatst naar rechts, waarbij de oude doorgang werd dichtgemetseld en bovendien een nieuw venster werd geplaatst. Vervolgens is in de eerste helft van de 19e eeuw, afgaande op het metselformaat een extra deur met flankerend venster gemaakt tussen de bestaande deur en het venster. De betrekkelijke laagte van deze doorgang is opvallend. Rond 1900 is een keukentje gemaakt in het verlengde van een nieuwe doorgang links in de hoek. Voor de deur werd een hergebruikt klein exemplaar uit de 18e eeuw gebruikt. Schouw en tegelwerk van de keuken dateerden uit de bouwtijd. De keuken had voorts twee verbindingen met het aanpalende pand Ravenstraatje 3. Deze zijn als gevolge van de kadastrale splitsing tussen Rodetorenstraat 51 en Ravenstraatje 3 rond 1984 dichtgemetseld. De keuken is in de zomer van 2010 gesloopt.

67-69. Achtergevel van Rodetorenstraat 51 na ontpleistering. Geheel links de hergebruikte 18e-eeuwse toegangsdeur naar de gesloopte keuken; de aftekening van de keukenmuur en rookkanaal (roetsporen) is links van het hoge deurkozijn zichtbaar. Dit deurkozijn dateert uit de 19e eeuw, het venster rechts is in dezelfde periode ingebracht, kozijn en raam zijn tussen 1984 en 2010 vernieuwd.

50

70. Documentatietekening van de achtergevel met fasering.

51

2. Voorlopige bouwgeschiedenis Het oudste deel van het huis Rodetorenstraat 51 is, voor zover nu bekend, de rechter bouwmuur (zijde nr. 53). Op basis van bouwhistorisch onderzoek in de kelder en zolder van het buurpand op de hoek (Rodetorenstraat 53 / Ravenstraatje 1) dateert het muurwerk uit de 14de eeuw. Hiervan zijn in de kelder van het hoekpand nog substantiële hoeveelheden aanwezig. Mogelijk dateert het werk bovengronds eveneens uit de 14de eeuw. Het hoekhuis is vervolgens in 1426 vernieuwd door Hendrick Poppynck na verkoop door Evert Poppynck. Uit deze periode is de dendrochronologisch gedateerde kapconstructie van dit huis bewaard gebleven. Het is nogmaals verbouwd in de 17de eeuw. Uit het voorgaande blijkt dat zeker de rechter bouwmuur van het pand een respectabele ouderdom heeft en een belangrijke aanwijzing is voor de aanwezigheid van een historisch casco op deze plek. Dit is in lijn met de gedocumenteerde achtergevel, die net als de corridor tussen de zolder en de eerste verdieping van Ravenstraatje 3, zeer goed uit de 17e eeuw kan dateren. Of de achtergevel toen naar achteren is gezet en de oorspronkelijke achtergevel is gesloopt waarbij de balklaag is opgevangen met een onderslag is uit bouwhistorische waarnemingen niet duidelijk geworden. De archeologie en de historische gegevens bieden hier echter wel perspectief. Een dikke puinlaag dateert een grote verbouwing van het pand aan het einde van de 17e eeuw. Uit historische gegevens weten we dat hier sinds 1684 een rosmolen gevestigd was die gort produceerde. Dergelijke activiteiten vragen om veel bedrijfsruimte. Waarschijnlijk is de schaalvergroting van Rodetorenstraat 51 in de 17e eeuw hiermee te verbinden. Bij de start van het kadaster in 1832 maakt Rodetorenstraat 51 nog altijd deel uit van een groter complex met Ravenstraatje 3. Het is dan vermoedelijk in gebruik als koetshuis/stal. De panden zijn met elkaar verbonden door middel van een gang of keuken die rond 1900 integraal is vervangen. In de 18e of vroege 19e eeuw is het pand ingrijpend verbouwd waarbij de kap haar huidige vorm met Keulse goot kreeg en gebinten werden hergebruikt, mogelijk van elders. De empire-vensters in de voorgevel werden toen ook geplaatst. Rond 1900 is, zoals gezegd, de keuken rechts achterin (op de binnenplaats) tot stand gekomen, afgaande op de stijl van het toegepaste tegelwerk. Naar de fundering te oordelen was hiervoor ook al een ruimte. De funderingsmuur lijkt in de 18e eeuw samen met de waterkelder te zijn aangelegd (zie deel 1). De ruimte fungeerde toen, gelet op het kleine deurtje en de aanwezige vierkante marmeren vloerplaten, als gang van en naar Ravenstraatje 3. In het begin van de 20e eeuw is nr. 49 links van het grotere 51 afgesplitst. Volgens besluit B&W van 13 juni 1914 is in de voorgevel ter plaatse van de oude toegang (2e vensteras van rechts) een doorbraak t.b.v. een schuifdeur gerealiseerd. Conform besluit door B&W van 25 januari 1984 is in de jaren erna in eigen beheer het pand verbouwd (melding bouwregistratie op 15-10-1996 niet gereed, in 1999 gereed): links in het voorste dakvlak is een dakkapel bijgeplaatst, de schuifdeur is verwijderd en de hoofdentree naar rechts verplaatst, zoldervloer vernieuwd met vuren kinderbinten (melding bouwregistratie 6-2-1989: “vloer verdieping half gereed”), de voorgevel ontpleisterd en de raamverdelingen van empire gewijzigd in een slecht begrepen quasi-18e –eeuwse roedenverdeling

52

71. Aanvraag bouwvergunning uit 1914 voor het maken van een schuifdeur in de voorgevel. Het adres is dan al gesplitst van nummer 49. RAZ - Collectie bouwtekeningen 145. Conform besluit door B&W van 23 september 1986 is een deel van de historische keuken op de begane grond afgescheiden van het pand Ravenstraatje 3. Ook zijn enkele toegangen naar de binnenplaats dichtgemetseld met kalkzandsteen. Het overgebleven deel van de oude keuken is naderhand eveneens kadastraal bij Rodetorenstraat 51 gevoegd en de twee resterende doorgangen naar Ravenstraatje 3 dichtgemetseld. In 1988-89 is de binnenplaats aan de achterzijde overkapt (melding bouwregistratie).

53

3. Synthese en conclusie in samenhang met de archeologische resultaten. Op de plaats van Rodetorenstraat 51 heeft vermoedelijk in de 14e eeuw reeds een gebouw gestaan. Het huidige pand is door diverse verbouwingen tot stand gekomen, maar lijkt, mogelijk in de 17e maar zeker in de 18e eeuw haar huidige vorm wel bereikt te hebben. Een mogelijke aanleiding en datering van de schaalvergroting van het pand, waarbij de achtergevel tot stand kwam, is de vestiging van het gruithuis en gruitmolen in het complex in de periode 1684-1688. De puinkuil met goed dateerbare vondsten uit de opgraving geeft hiervoor een goede aanwijzing (zie deel 1). De opvallende verbreding van het pand met de onderslagcontructie is zelfs mogelijk te verklaren door de wens om er een rosmolen te huisvesten. Een dergelijke activiteit vraagt om een groot vloeroppervlak. Het pand vormde rond 1830 samen met nummer 49 een kadastrale eenheid met Ravenstraatje 3, waarvoor het in gebruik was als stal, koetshuis en keuken. Ravenstraatje 3 was in de loop van de 18e eeuw een voornaam woonhuis geworden, waar in 1845 de verzekeringsmaatschappij ‘Nationale Nederlanden’ (‘De Nederlanden 1845’) werd geboren. Er was sedert de 18e eeuw een verbindingsgang tussen beide gebouwcomplexen. Op een goed moment is het pand Rodetorenstraat 49-51 gescheiden van het hoofdhuis. Rodetorenstraat 49 is vervolgens van nr. 51 afgescheiden. Van de eenheid met het hoofdhuis Ravenstraatje 3 herinneren op de begane grond nog de dichtgezette doorgangen en de marmeren vloer in de oude keuken en de gemetselde corridor op zolder. In de loop van de 20e eeuw is de stal als werkplaats in gebruik genomen. Vermoedelijk is toen de open plaats achter het huis overdekt. In 1982 of 1983 is het pand door de voorlaatste eigenaar aangekocht die het in eigen beheer tot 1999 verbouwde tot woning en de voorgevel aanpaste. Bij de verbouwing van 2010-2011, de aanleiding tot deze onderzoeken, is de historische eenheid van Ravenstraatje 3 en Rodetorenstraat 51 deels hersteld, waarbij ook de historische verbindingen weer gebruikt zullen worden. Alleen de 18e-eeuwse waterkelder krijgt en geheel nieuwe functie.

54

Veldwerk Bert Fermin, Kim van Straten, Marjon Ristjouw, Joyce Onderstal, Michel Groothedde, Coosje Koster, Dion Stoop, Erik Lammers, Robby de Voor, Chris Verhoeff, Hedwig Oldenkamp Objectrestauratie: Maaike Galema, Ronald Dingshoff Afbeeldingverantwoording Foto’s: Bert Fermin & Jeroen Krijnen Kaartbewerkingen: Bert Fermin, Kim van Straten, Coosje Koster, Melsissa Vos, Roel Kramer. Afb. 14: Willem Jacobsz Delff: “Jacobus Trigland”. Collectie Museum Booijmans van Beuningen Rotterdam. Afb. 70: Jeroen Krijnen, bew. Bert Fermin Afb. 71: RAZ - Collectie bouwtekeningen 145 Colofon Dit is een uitgave van de gemeente Zutphen, Afdeling Stadsbedrijven, team Openbare Ruimte, cluster Archeologie Harenbergweg 1, 7204 KZ Zutphen. Auteur: H.A.C. Fermin, M. Groothedde en J.S. Krijnen Redactie: M. Groothedde Vormgeving / lay-out: H.A.C. Fermin en M. Groothedde Titel: Elf eeuwen historie in en onder Rodetorenstraat 51. Archeologische begeleiding en bouwhistorisch onderzoek in Rodetorenstraat 51 te Zutphen.

Archis-meldingsnummer: 44794, onderzoeksnummer: 34426, vondstmeldingsnummer: 416241

63 pagina’s 71 afbeeldingen Trefwoorden: archeologie, bouwhistorie, Zutphen, grutmolen Copyright: gemeente Zutphen 2010 Alles uit deze uitgave mag vermenigvuldigd / openbaar gemaakt worden, maar alleen met voorafgaande toestemming van de uitgever. NUR: 682 ISBN: 978 90 77587 68 3

55

Zutphense Archeologische Publicaties

ZAP 1 Thomas Spitzers 1998: ‘Heerlijke’ maaltijdresten. Faunaresten uit de 17de-eeuwse beerput van de Hof van Heeckeren te Zutphen. ZAP 2 Thomas Spitzers 1998: Van ‘s Heren Dis. Archeologisch botmateriaal uit een 10e-eeuwse afvalkuil in Huize van de Kasteele in Zutphen. ZAP 3 Gerre van der Kleij 2003: Prehistorische grafvelden en tumuli rondom Zutphen. ZAP 4 Anja Reimer 2003: Middeleeuwse houtwal , kenmerk voor Leesten Oost. ZAP 5 Jan Bosch 2004: Het verleden in de toekomst. De consequenties voor het Zutphens archeologisch beleid na de invoering van het Verdrag van Valletta (Malta). ZAP 6 Jan van Oostveen 2003: Kleipijpen uit Zutphen. (CD-rom, met regelmatige updates) ZAP 7 Michel Groothedde en Michel Hulst 2003: Afval op Stand. Keramiek en glas uit twee adellijke beerkuilen uit de Late Middeleeuwen. ZAP 8 Marieke de Jongh, Michel Groothedde en Achim Schreurs 2003: De gebrandschilderd-glasvondst van Zutphen. ZAP 9 Michel Groothedde en Harold E. Henkes 2003: Zutphens glas zonder glans. Glascomplexen uit archeologisch onderzoek in de binnenstad van Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom) ZAP 10 Arjan den Braven, Janneke Zuyderwyk , Bert Fermin en Michel Groothedde 2004: De diepte in. Een kelderopgraving in de IJlandpanden, Houtmarkt 67-71 te Zutphen. ZAP 11 Bert Fermin en Michel Groothedde 2005: Laan naar Eme 2004 (LnE 101). Bewoningssporen uit de Late Bronstijd op de middeleeuwse enk Ovesthamme. ZAP 12 Michel Groothedde 2005: Grachten, wallen en Berkelwater in de fietsenkelder. Verslag van de archeologische waarnemingen en documentatie in de bouwput van de ondergrondse fietsenkelder onder het Stationsplein. ZAP 13 Erica Rompelman 2005: Zutphen – Houtmarkt 67-69-71. Dierlijk en menselijk botmateriaal uit de Karolingische gracht. ZAP 14 Michel Groothedde 2005: Verhalen uit de drek. Drie bijzondere vondsten uit de binnengracht aan de Martinetsingel. ZAP 15 Bert Fermin en Michel Groothedde 2005: Onder de wortels van de Kaardebol. Prehistorische meanders van de Schouwlaak in Zutphen. ZAP 16 Bert Fermin 2005: Spiekers biej laag water zeuk’n. Archeologisch onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis rond het huis “De Revelhorst”. ZAP 17 Bert Fermin, Michel Groothedde & Jeroen Krijnen 2005: “Haickfortz huesinge war de armen in wonen”. Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek naar Hackforts Armenhuisjes. ZAP 18 Bert Fermin en Michel Groothedde 2005: Het verleden van Warnsveld verkend. Archeologische waarnemingen bij de cunetbegeleiding rond de Bonendaal en het proefsleuvenonderzoek bij Den Bouw (Abersonplein 9) in 2004-2005 te Warnsveld. ZAP 19 Bert Fermin en Michel Groothedde 2005: De naakte violist die naast zijn schoenen liep. Beukerstraat 64 -archeologisch onderzoek in een huis op de gracht.

56

ZAP 20 Michel Groothedde en Dineke van Krimpen 2005: De middeleeuwen op straat 1. Rioolvervangingsbegeleiding van de Spittaalstraat in Zutphen, 2003. ZAP 21 Allard van Helbergen 2006: Uit de keuken van Herman Otto (1650-1657) Archeologisch onderzoek naar en analyse van de keramische inhoud van een beerput, behorende tot het huishouden van Herman Otto van Bronckhorst, graaf Van Limburg Stirum. ZAP 22 Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: De Zutphense ringwalburg van de 9e tot de vroege 14e eeuw. Nieuwe gegevens en inzichten uit archeologisch onderzoek en boringen op de Zutphense markten. ZAP 23 Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Het diftarproject in Zutphen. 25 verhalen uit de middeleeuwse stad. ZAP 24 Bert Fermin, Michel Groothedde en Dineke van Krimpen 2006: De middeleeuwen op straat (2). Laat-middeleeuwse straatdekken in de Oude Wand in Zutphen. ZAP 25 Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Chamaven op de Nieuwstad. Een Frankisch erf en de overgang van hout- naar baksteenbouw in de late middeleeuwen aan de Isendoornstraat in Zutphen. ZAP 26 Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Tussen de Schullentoren en de Kruittoren. Archeologisch onderzoek bij de westelijke stadsmuur van de Nieuwstad tijdens de herinrichting van het Stationsplein te Zutphen in 2006. ZAP 27 Michel Groothedde en Bert Fermin 2007: Verdwenen huizen, tufstenen torens en houten straten rond de Apenstert. Riooltracébegeleiding Rozengracht – Broederenkerkhof – Kreynckstraat. ZAP 28 Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Een zeshonderd jaar oud geheim in de Vaaltstraat. Archeologisch onderzoek in het huis en de beerput van Vaaltstraat 4 in Zutphen. ZAP 29 Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Een laat-middeleeuwse kampontginning aan de Bieshorstlaan. Rapportage van het proefsleuvenonderzoek op het terrein van een nieuw landgoed. ZAP 30 Bert Fermin 2007: Een rondje om de Warnsveldse kerk. Archeologisch proefsleuvenonderzoek op het Kerkplein te Warnsveld. ZAP 31 Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: De Buiten Laarpoort. Archeologisch onderzoek aan de Buiten Laarpoort en de 16e-eeuwse vestingwal aan de Berkelsingel in Zutphen. ZAP 32 Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Grachten en panden aan de Zaadmarkt. Archeologisch onderzoek in het Grand Hotel du Soleil, Zaadmarkt 91 te Zutphen. ZAP 33 Birgit Berk 2007: Hongerende hoge heren. Onderzoek naar 18e- en begin 19e-eeuwse begravingen uit de Nieuwstadskerk te Zutphen. (doctoraalscriptie) ZAP 34 Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: De Lunetten van Coehoorn. Een proefsleuf door een geslecht lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 te Zutphen. ZAP 35 Arjan den Braven, Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Van achtertuin tot achterbuurt. Archeologisch en historisch onderzoek aan de Wanne-Lievenheersteeg te Zutphen. ZAP 36 Erica Rompelman 2007: Dierlijk en menselijk botmateriaal uit de opgravingen ’s-Gravenhof ’99 en Zutphen-Stadhuis. Vondsten uit het roerige laatste kwart van de 9e eeuw: Stadsafval of vikingaanval? (doctoraalscriptie) ZAP 37 Michel Groothedde 2007: De Franken in Leesten. Rapportage van de opgraving in de bouwput van Leestenseweg 18 te Zutphen 2007. ZAP 38 Michel Groothedde en Harold Henkes 2008: Vijf eeuwen afval Zutphen-Stadhuis. Keramiek en glas uit beerput 7.

57

ZAP 39 Wim Ettema & Jan Peter Pals 2008: Onderzoek van botanische makroresten uit de beerput van het huis Vaaltstraat 4 in Zutphen. ZAP 40 Bert Fermin 2008: Historische erfstructuren rond boerderij ’t Brake. Archeologisch onderzoek Veldesebosweg 4 in Warnsveld (gem. Zutphen). ZAP 41 Bert Fermin & Michel Groothedde 2008: ‘Oppidum Sutphaniense’ - Archeologisch onderzoek naar de oudste defensieve werken van Zutphen, de 13e-eeuwse bebouwing en een 18e-eeuwse afvalput in de kelders van Houtmarkt 63c te Zutphen. ZAP 42 Bert Fermin, Michel Groothedde & Jeroen Krijnen 2008: Het Hoornwerk (1). Archeologisch onderzoek aan het contrescarp van Het Hoornwerk aan de Henri Dunantweg te Zutphen. ZAP 43 Bert Fermin & Michel Groothedde 2008: Verdwenen bebouwing langs de Moddergracht. Archeologische begeleiding van de plaatsing van twee ondergrondse vuilcontainers aan de Spittaalstraat en de Martinetsingel in Zutphen. ZAP 44 Bert Fermin & Michel Groothedde 2008: Het Hoornwerk (2). Proefsleuvenonderzoek op het Hoornwerk te Zutphen. ZAP 45 Kim van Straten 2008: Begraven en verbrand verleden aan de Voorsterallee te Zutphen. Nederzettingssporen en een crematiegraf uit de Midden IJzertijd gevonden tijdens een proefsleuvenonderzoek. ZAP 46 Bert Fermin & Michel Groothedde 2008: IJzertijd tussen Bajes en Wambuis. Archeologisch onderzoek op het Jeugdgevangenisterrein in Zutphen. ZAP 47 Bert Fermin 2009: Het verleden van Warnsveld verkend (2). Archeologische begeleiding van de rioolvervanging in de Molenstraat, het Bongerspad, de Tuinstraat en de Schoolstraat te Warnsveld (gem. Zutphen). ZAP 48 Kim van Straten 2009: Van greppel tot beek. Een proefsleufonderzoek aan de Spittaalderkamp in Zutphen. ZAP 49 Bert Fermin 2009: De middeleeuwse Laarstraat van brug tot buitenpoort. Archeologische begeleiding van de rioolvervanging in de Laarstraat in Zutphen in 2009. ZAP 50 Bert Fermin & Michel Groothedde 2009: Het Kruittorenplein. Archeologisch onderzoek naar prehistorische, middeleeuwse en historische resten onder het Cobercogebouw, Nieuwstad 69 te Zutphen. ZAP 51 Kim van Straten 2009: Een afdaling in het verleden van de Beukerstraat. Een archeologische waarneming aan de Beukerstraat 45 in Zutphen. ZAP 52 Michel Groothedde 2009: Over de brug. Archeologisch noodonderzoek naar de resten van de voormalige paalbrug over de IJssel (gem. Zutphen) ZAP 53 Kim van Straten 2009: Archeologie van het Noorderhavenkwartier. Een archeologisch bureauonderzoek en grondradaronderzoek in het Noorderhavenkwartier van de Mars in Zutphen. ZAP 54 Bert Fermin 2009: Het Paardenwalbastion. Archeologische begeleiding van de rioolvervanging in de David Evekinstraat / Berkelsingel in Zutphen. ZAP 55 Bert Fermin & Michel Groothedde 2010: Binnen bij de Meestersmid. Archeologisch en historisch onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van Nieuwstad 57-61, Basseroord 18 en Norenburgerstraat 18-20 te Zutphen.

ZAP 56 Bert Fermin en Michel Groothedde 2010: Het Houten Wambuis. Archeologisch en historisch onderzoek naar de

herberg en boerderij Het Houten Wambuis te Zutphen ZAP 57 Bert Fermin 2010: Een 12e-eeuwse stadsgracht en héél veel brillenglazen. De archeologische begeleiding op het perceel van Beukerstraat 15 te Zutphen.

58

ZAP 58 Bert Fermin, Michel Groothedde en Jeroen Krijnen 2011: Elf eeuwen historie in en onder Rodetorenstraat 51 (Zutphen). Archeologische begeleiding en bouwhistorisch onderzoek. ZAP 59 Bert Fermin en Kim van Straten 2011: Archeologie van de Mars. Archeologisch onderzoek in het Noorderhavenkwatrier van de Mars in Zutphen. ZAP 60 Bert Fermin 2011: Wulflare. Archeologisch onderzoek naar prehistorische en middeleeuwse bewoningsresten op het crematoriumterrein aan de Voorsterallee te Zutphen

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

59

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

1 1 1 5 puinkuil KER MAJOLICA BORD - Blauwe bloemmotieven, 1 x ook groen pigment.

2 5 0 0 7

1 1 1 5 puinkuil KER DAKPAN XXX holle en bolle pannen

deels in vgl. collectie 0 0 0 2 2

1 1 1 5 puinkuil KER ROODBLM XXX standring, excentrisch gaatje

ongeglazuurd 0 0 1 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER ROODBORD OCHTRUP - slibversierd aardewerk: geel vlak met groene en groene decoratie

0 0 1 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER PSTG XXX - - 1 0 0 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER STGL WESTERW - 2 x kobaltbeschildering, 1 x kobalt met stempels, 3 x kobalt met appliques waarvan 1 x ook met paars pigment.

6 0 0 0 6

1 1 1 5 puinkuil KER STGL WESTERW - ongedecoreerd 1 0 0 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER STGL WESTERW kruik met geknepen standvoet: 16e eeuw?

geen decoratie. Westerwald of Siegburg

1 0 1 0 2

1 1 1 5 puinkuil KER FAYBORD XXX geen standring krasserige blauwe decoratie

0 0 1 1

1 1 1 5 puinkuil KER FAYKOM XXX - blauwe decoratie 0 0 1 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER FAYPLOOI XXX witte plooischotel, diam. 19 cm

- 0 1 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

60

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

1 1 1 5 puinkuil KER TEGEL WANDTGL dikte 17 mm majolica, polychrome decoratie met bloemen en Franse lelies

0 0 0 0 1

1 1 1 5 puinkuil GLS GLAS FLES wijnfles (kalkoentje)

- 0 0 1 1 1

1 1 1 5 puinkuil KER MAJOLICA XXX - hoge pot met blauwe lijndecoratie parallel aan draairingen.

0 0 1 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER ROODKOM XXX - buitenzijde deels geglazuurd, mangaanspikkels. Rillen op wand, dekselgeul

0 2 0 0 2

1 1 1 5 puinkuil KER ROODGRAP XXX - dubbelzijdig geglazuurd

0 0 1 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER ROODPOT XXX standring, pot met smalle opening

- 0 1 1 0 2

1 1 1 5 puinkuil KER ROODPIS XXX - - 0 1 0 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER ROODKOM WESER horizontale worstoren

concentrische slibcirkels

0 1 0 0 1

1 1 1 5 puinkuil KER ROODPOT XXX worstoor samengeknepen boven rand, dekselgeul

- 0 1 0 0 1

2 1 1 2 laag KER STGL LANGERW - - 1 0 0 0 1

2 1 1 2 laag KER MAJOLICA BORD - blauwe decoratie 1 0 0 0 1

2 1 1 2 laag KER ROODGRAP XXX - - 3 0 0 0 3

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

61

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

3 1 1 10 laag GLS GLAS FLES wijnfles - 1 0 0 0 1

4 1 1 3 puinkuil KER ROODBORD OCHTRUP - geel slibversierd bord met rode en groene decoratie. Past aan V1

1 1 1 0 3

4 1 1 3 puinkuil KER FAYBORD XXX - wit 0 1 0 0 1

5 1 1 13 laag KER WITBORD XXX - geel glazuur 0 1 0 0 1

6 1 1 35 laag KER PIJP STEEL dun, radering - 0 0 0 0 1

7 1 1 35 laag KER ROODGRAP XXX - - 0 1 0 1 1

8 1 1 25 laag KER GRSH XXX - - 1 0 0 0 1

8 1 1 25 laag KER GRSKOM XXX - - 0 0 1 0 1

9 1 - - boring 1: -95 cm KER STGL WESTERW - paarse decoratie, applique

1 0 0 0 1

10 1 - - boring 1: -1,10 m

KER STGL WESTERW - paars, applique 1 0 0 0 1

11 1 - - boring 1, -1,60 m

KER ROODGRAP XXX - - 1 0 0 0 1

12 1 - - boring 1, -2,05 m

KER ROODGRAP XXX - - 0 1 0 0 1

13 1 - - boring 1: -2,70 m

KER FAYBORD XXX - wit 1 0 0 0 1

14 1 - - boring 3: -49 cm KER PSTG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

15 1 - - boring 3: -3,00 m

KER KGP XXX - - 2 0 0 0 2

16 1 - - boring 3: -3,30 m

KER PINGSDRF XXX - - 1 0 0 0 1

17 1 - 5 puntvondst M MCU BOEK boeksluiting boekscharnier met puntcirkelversiering

0 0 0 0 1

17 1 - 5 laag KER PSTG XXX - - 1 0 0 1 1

18 1 - 40 detectorvondst M MPB SLAB - - 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

62

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

19 1 - 9 laag KER ROOD XXX - - 2 0 0 1 2

45 1 2 - laag onder s31, beige

M MXX XXX - Ring en nagel 0 0 0 0 2

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER STG LANGERW - - 3 0 0 0 3

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER STG RAEREN - - 1 0 0 0 1

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER STGL WESTERW - - 0 1 0 0 1

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER GRS XXX - - 1 2 0 0 3

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER FAYENCE TEGEL - - 0 0 0 0 3

45 1 2 - laag onder s31, beige

KER ROODGRAP XXX - - 17 5 3 3 27

45 1 2 - laag onder s31, beige

O ODB XXX - Rund? 0 0 0 2 9

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

M MXX XXX - - 0 0 0 0 2

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

S SLE DAKLEI - 2 stukjes met bevestigingsgaten

0 0 0 0 9

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45.

KER STG LANGERW - - 5 1 0 0 6

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

63

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

Dgr z+ HK

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER STG SIEGBURG - 2 scherven van Jacoba kannetje en 1 van trechterhalskannetje

11 2 1 0 0

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER GRS XXX - - 2 0 0 14 2

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER ROOD SLIBVERS - - 1 0 0 0 1

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER ROOD XXX - - 12 2 0 0 14

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER ROOD XXX - Grape? Loodglazuurspatten

15 2 0 0 17

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

KER PSTG XXX - - 1 0 0 0 1

46 1 2 - Naast en onder laag van vondstnr. 45. Dgr z+ HK

O ODB XXX - Varken? 0 0 0 0 1

47 1 2 29/30 Puindeel van s30

S SLE DAKLEI - - 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

64

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

47 1 2 29/30 Puindeel van s30

KER ROODGRAP XXX - - 2 1 1 1 4

47 1 2 29/30 Puindeel van s30

O ODB XXX - - 0 0 0 0 6

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

M MFE MUNITIE - Musketkogel 0 0 0 0 1

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

O ODB XXX - - 0 0 0 0 2

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

KER HAFNER XXX - - 0 0 0 2 1

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

KER STG SIEGBURG - Donkerbruin/rode glazuur

1 0 0 1 1

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

KER BSTG XXX - - 1 0 0 0 1

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

KER ROOD XXX - Loodglazuur 1 0 0 0 2

48 1 2 - Niet puinige laag onder s30. Grbrz

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 1 9

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

M MXX XXX - - 0 0 0 9 4

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER HAFNER KACHEL - - 0 1 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

65

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 3

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER STGL WESTERW - - 1 0 0 3 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER STG BRÜHL - - 2 0 0 0 2

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER STG BRÜHL - Geel pingsdorfachtig lintoor

0 0 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER STG XXX - - 1 0 1 1 2

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER PSTG XXX - - 2 0 1 0 3

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER BSTG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

O ODB XXX - Rund? 0 0 0 0 9

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER PINGSDRF XXX - - 0 0 1 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER KGP BEZEMVG - - 2 0 0 0 2

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER KGP XXX - - 3 1 0 0 4

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER GRS XXX - Hoge standring 0 1 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER GRS XXX - - 3 0 0 0 3

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER FAYBORD XXX - Afbeelding waarop benen zichtbaar zijn

0 0 2 0 2

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER FAYBORD XXX - Blauwe versiering 0 0 2 0 2

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

66

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER MAJOLICA BORD - Blauwe versiering 0 1 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER WIT XXX - - 1 0 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER ROOD SLIBVERS - - 4 0 0 0 4

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER ROOD PLAVUIS - - 0 1 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER ROOD XXX - Test 0 1 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER ROOD XXX - Pispot? 0 1 0 0 1

49 1 2 3 Uitgraven tot bouwniveau

KER ROODGRAP XXX - - 19 9 2 0 30

50 1 2 5 In de buurt van S6

M MFE NAGEL - - 0 0 0 0 3

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER ROOD LEKSCHAA - - 0 1 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER ROOD XXX - Aan de binnenzijde donkergroene glazuur

3 0 0 0 3

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER HAFNER KACHEL - - 0 0 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER WIT XXX - - 1 0 0 1 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER ROOD DAKPAN - Holle bolle pan 0 0 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER PSTG XXX - - 6 1 1 1 8

50 1 2 5 In de buurt van KER PINGSDRF XXX - - 1 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

67

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

S6

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER STG PAFFRATH - - 1 0 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER STG SIEGBURG - Gevlamd 0 1 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER STG SIEGBURG - 1 met donker glazuur en 1 met klein plekje glazuur

2 0 0 0 2

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER STG BRÜHL - - 2 0 0 0 2

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER BSTG SIEGBURG - - 1 1 0 0 2

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER KGP XXX - - 2 0 0 0 2

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER KGP XXX - Rood 1 0 0 0 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER ROOD XXX - - 5 1 0 0 6

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER ROOD XXX - Donkergroene glazuur aan beide zijden

2 0 0 0 3

50 1 2 5 In de buurt van S6

KER SPINKLOS XXX - Kogelpot? 0 0 0 1 1

50 1 2 5 In de buurt van S6

O ODB XXX - - 0 0 0 0 8

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER STG SIEGBURG - Gevlamd 0 0 1 0 1

51 1 2 - laag onder S5 KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 0

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

68

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

noord van S6

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER BSTG XXX - - 2 0 1 0 3

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER BSTG XXX - Dakrand 0 1 0 0 0

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER PSTG XXX - - 2 0 1 0 3

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER KACHEL XXX - Florale versiering 0 1 0 0 1

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER KACHEL XXX - - 1 2 0 0 0

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER ROOD XXX - Binnenkant geglazuurd

1 2 0 0 3

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER GRS XXX - - 3 0 0 0 3

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

KER KGP XXX - - 1 0 0 0 1

51 1 2 - laag onder S5 noord van S6

O ODB RUND - - 0 0 0 0 5

52 1 2 - Zandige laag onder laag van vondstnr.51

GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 5 1

52 1 2 - Zandige laag onder laag van vondstnr.51

KER WIT XXX - - 0 1 0 1 1

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

KER BSTG SIEGBURG - - 0 0 1 0 1

53 1 2 - Puin uitbraak KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

69

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

laag naast muurtje/straatje onder S5

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

KER STG BRÜHL - - 1 0 0 0 1

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

KER ROOD XXX - - 1 0 0 0 1

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

KER GRS XXX - - 0 2 0 0 2

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

KER WIT XXX - - 5 0 0 0 5

53 1 2 - Puin uitbraak laag naast muurtje/straatje onder S5

O ODB XXX - - 0 0 0 0 1

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 5

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 5 1

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

KER WIT XXX - - 0 1 0 0 1

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

KER FAYENCE XXX - - 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

70

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

O ODB XXX - - 0 0 0 1 1

54 1 2 - Insteek S20 waterkelder

GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 0 52

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

M MFE NAGEL - - 0 0 0 52 1

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER HAFNER KACHEL - - 0 1 0 0 1

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER WIT XXX - Groen glazuur aan buitenzijde

1 0 0 0 1

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER ROODGRAP XXX - - 0 0 2 0 2

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER ROOD XXX - - 6 0 0 0 6

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER STGL WESTERW - - 2 1 0 0 3

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 6

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

O ODB XXX - Verbrand 0 0 0 6 1

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

O ODB VIS - Visgraten 0 0 0 1 6

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

O ODB XXX - - 0 0 0 6 36

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER FAYENCE XXX - Met lobben 1 1 0 36 2

55 1 2 5 Laag boven S53 dakpanput

KER MAJOLICA XXX - - 0 1 0 0 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER MAJOLICA BORD - Bijna compleet, diameter 21,5

0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

71

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER MAJOLICA KOM - Gelobte oren met een doorboring, diameter 15,5. Bijna compleet

0 0 0 1 0

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER MAJOLICA BORD - Florale versiering met een landschap in het midden, diameter 28

1 1 0 1 4

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROODGRAP XXX - Binnenkant geglazuurd, compleet profiel

1 0 0 2 2

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROODGRAP XXX - - 0 0 3 1 4

56 1 2 53 vulling van dakpanput

GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 1 2

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER FAYBORD XXX - - 0 0 1 2 10

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER GRS XXX - - 0 0 0 9 2

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER MAJOLICA ZALFPOT - - 0 1 0 2 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER KGP XXX - - 1 0 0 0 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER WIT XXX - - 0 1 0 0 2

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER WIT XXX - Kaarsenstandaard 0 0 1 1 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROOD PLAVUISG - - 0 1 0 0 1

56 1 2 53 vulling van KER ROOD XXX - - 15 10 1 0 27

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

72

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

dakpanput

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROOD XXX - Groen glazuur aan de binnenkant

1 0 0 1 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROOD OCHTRUP - - 1 1 1 0 3

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER STGL WESTERW - - 2 1 0 0 3

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER GRS XXX - - 0 0 0 0 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER MAJOLICA BORD - Florale versiering 0 1 0 1 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

S SXX PLAVUIS - 3 cm dik 0 1 0 0 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER HAFNER KACHEL - - 0 5 0 0 5

56 1 2 53 vulling van dakpanput

M MXX XXX - 6 nagels 0 0 0 0 15

56 1 2 53 vulling van dakpanput

M MBR XXX - Riembeslag, vierkant met nog een stukje leer erin. Gaatje in het midden.3 CM breed

0 0 0 0 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

O ODB XXX - - 0 0 0 0 265

56 1 2 53 vulling van dakpanput

O ODB XXX - Verbrand 0 0 0 0 19

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 19 24

56 1 2 53 vulling van dakpanput

S SLE DAKLEI - - 0 0 0 24 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

73

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

56 1 2 53 vulling van dakpanput

O ODB VIS - - 0 0 0 1 23

56 1 2 53 vulling van dakpanput

GLS GLAS XXX - Gebogen blank glas 0 0 0 23 1

56 1 2 53 vulling van dakpanput

KER ROOD OCHTRUP - Bord met slib-versiering. Het bord is bijna compleet. Er zijn 5 bloemen op afgebeeld. Diameter is 33,8. Hoogte is 5,5 cm

0 0 0 1 1

57 1 2 - overgang KER ROOD XXX - - 1 0 0 0 1

57 1 2 - overgang KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 2

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 35

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

GLS GLAS FLES - Wijnfles bodem type kalkoen

0 1 1 35 2

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER FAYENCE XXX - - 9 0 1 0 10

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER ROODGRAP XXX - Loodglazuurspatten 1 0 1 0 2

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met

KER ROOD XXX - - 16 3 1 0 20

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

74

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

gr iets vettig z + puin

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER ROODBORD NEDRIJN - - 1 1 0 0 2

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER BSTG XXX - 1 dakrand 0 2 1 0 3

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER STGL WESTERW - - 2 0 0 0 2

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER KGP XXX - - 1 0 0 0 1

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER WIT XXX - - 0 1 0 0 1

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER HAFNER KACHEL - - 2 1 0 0 3

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

75

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER DAKPAN XXX - - 0 0 0 0 1

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER MAJOLICA BORD - - 2 1 1 1 4

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

O ODX XXX - Rund/schaap/vogel ?

0 0 0 0 20

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 20 15

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

S SLE DAKLEI - - 0 0 0 15 1

58 1 2 - Lagen boven dakpanput met gr iets vettig z + puin

M MFE NAGEL - - 0 0 0 1 3

59 1 2 8,10,11 Mengsel KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 1

59 1 2 8,10,11 Mengsel KER MAJOLICA XXX - - 0 0 0 1 1

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

KER ROOD SLIBVERS - - 0 0 0 1 1

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

KER MAJOLICA XXX - - 0 0 0 0 1

60 1 2 - Insteek S53 KER BSTG XXX - - 1 0 0 1 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

76

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

dakpanput

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

KER ROOD XXX - - 1 0 0 0 1

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

O ODB XXX - Verbrand 0 0 0 0 2

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

O ODB XXX - - 0 0 0 2 5

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

S SLE DAKLEI - - 0 0 0 5 2

60 1 2 - Insteek S53 dakpanput

GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 2 1

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 KER ROODGRAP XXX - - 0 1 2 1 3

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 KER MAJOLICA BORD - Florale versiering 0 0 1 0 1

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 KER STGL WESTERW - - 1 0 0 0 1

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 KER ROOD SLIBVERS - Gele glazuur aan binnenzijde

0 1 0 0 1

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 KER PIJP KOP - - 0 0 0 0 1

61 1 2 - Lagen t.h.v. S16 O ODB XXX - - 0 0 0 1 4

62 1 2 20 Uitgraven S20 M MXX MUNT - 1 cent uit 1883 0 0 0 4 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 M MXX XXX - Hanger? 0 0 0 0 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 KER STGL SIEGBURG - 1 scherf met een stukje inkrassing

4 0 0 0 4

62 1 2 20 Uitgraven S20 KER FAYENCE TEGEL - - 0 0 0 0 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 KER ROOD XXX - Binnenzijde gele glazuur

1 0 0 1 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 KER ROOD XXX - - 0 1 0 0 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 XXX XXX XXX - Geel plastic pinnetje 0 0 0 0 1

62 1 2 20 Uitgraven S20 GLS GLAS XXX - groen gebogen glas 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

77

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

63 1 2 13 Uitgraven S20 KER PIJP STEEL - - 0 0 0 1 2

63 1 2 13 Uitgraven S20 O ODB XXX - - 0 0 0 2 36

64 1 2 40 Verdiepen S40 KER HAFNER KACHEL - - 0 1 0 0 1

64 1 2 40 Verdiepen S40 O ODB XXX - - 0 0 0 0 6

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

M MFE NAGEL - - 0 0 0 0 1

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

S SVU BROK - - 0 0 0 0 1

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

O ODB XXX - - 0 0 0 1 2

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

KER KGP BEZEMVG - - 3 0 0 2 3

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

KER STG SIEGBURG - - 5 2 0 0 7

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

KER BSTG XXX - - 3 0 0 0 3

65 1 2 35 Verdiepen S35 west van S39

KER PSTG XXX - - 4 0 0 0 4

66 1 2 24 Verdiepen S24 uiterst noordwest

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 1

67 1 2 36 Vulling put S36 KER FAYENCE TEGEL - Lege tegel stukjes 0 0 0 1 4

67 1 2 36 Vulling put S36 KER PIJP STEEL - - 0 0 0 4 1

67 1 2 36 Vulling put S36 GLS GLAS FLES - Medicijnflesje. 12 cm hoog, diameter 4 cm. Het getal 100 staat op de onderkant

0 0 0 1 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

78

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

M MFE NAGEL - - 0 0 0 1 2

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

M MXX XXX - - 0 0 0 0 1

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

KER STGL WESTERW - - 1 0 0 0 1

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

KER PSTG XXX - - 3 0 0 0 3

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

KER BSTG XXX - - 4 0 0 0 4

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

KER KGP XXX - - 2 1 0 0 3

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

KER GRS XXX - - 1 0 0 0 1

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

S SLE DAKLEI - - 0 0 0 0 2

68 1 2 - Grijze ophogings laag noord v. S20 waterkelder

O ODB XXX - - 0 0 0 2 21

69 1 2 20 Bovenlaag oost van S20 waterkelder

KER PIJP KOP - - 0 0 0 21 1

70 1 2 - losse vondsten KER STG SIEGBURG - - 2 0 0 1 2

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

79

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

70 1 2 - losse vondsten KER STG LANGERW - - 1 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten KER PSTG XXX - - 2 1 3 0 6

70 1 2 - losse vondsten KER BSTG XXX - - 0 1 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten KER FAYENCE XXX - - 1 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten KER KGP XXX - - 1 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten KER KGP BEZEMVG - - 1 0 0 0 0

70 1 2 - losse vondsten KER ROOD XXX - - 5 1 0 0 6

70 1 2 - losse vondsten KER GRS XXX - - 3 0 0 0 3

70 1 2 - losse vondsten KER WIT XXX - - 0 1 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten S SXX BOUWMAT - Recht afgesneden 0 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten GLS GLAS VENSTER - - 0 0 0 1 1

70 1 2 - losse vondsten KER STGL WESTERW - Blauwe versiering 1 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten KER STGL WESTERW - - 1 0 1 0 2

70 1 2 - losse vondsten M MXX XXX - Zakmes, ivoor? 0 0 0 0 1

70 1 2 - losse vondsten M MXX XXX - - 0 0 0 0 2

71 1 2 62 Bij opschaven vlak

KER ROOD XXX - Loodglazuur 0 1 0 0 1

71 1 2 62 Bij opschaven vlak

KER ROOD SLIBVERS - - 1 0 0 0 1

71 1 2 62 Bij opschaven vlak

KER KGP BEZEMVG - - 1 0 0 0 1

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

O ODB XXX - - 0 0 0 0 6

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

KER ROOD SLIBVERS - - 0 0 0 0 1

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

KER WIT XXX - Inkepingen 1 0 0 0 1

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

O ODS XXX - Kleine fragmentjes 0 0 0 0 13

72 1 2 56 Bij opschaven KER WIT XXX - Binnenzijde geel 1 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

80

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

vlak geglazuurd en de buitenzijde groen

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

KER GRS KNIKKER - - 0 0 0 0 1

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

KER GRS XXX - - 1 0 0 0 1

72 1 2 56 Bij opschaven vlak

KER ROOD PLAVUIS - - 0 0 0 0 1

73 1 2 60 Bij opschaven vlak

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 1 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

M MFE NAGEL - - 0 0 0 0 2

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

KER PSTG XXX - - 1 0 0 0 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

KER BSTG XXX - - 1 0 0 0 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

KER GRS XXX - - 1 0 0 0 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

KER ROOD XXX - - 1 0 0 0 1

74 1 2 67 Bij opschaven vlak

O ODB XXX - - 0 0 0 0 2

76 1 2 58 Verdiepen vlak S58

KER STG SIEGBURG - - 2 0 0 2 2

77 1 2 59 Opschonen vlak/eind muurtje S59 aan de westkant

KER ROOD XXX - Binnenzijde geel geglazuurd

0 1 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

81

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Landschap met huisje

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Afbeelding van een doping

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Afbeelding van bootjes

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Afbeelding van een huisje

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Afbeelding van een molen

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Afbeelding van een boom?

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Huisje in waterlandschap?

0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - schoorsteen 0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Met afbeelding maar is te klein om precies te zien

0 0 0 0 13

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER FAYENCE TEGEL - Lege tegel 0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten GLS GLAS FLES - Hals 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

82

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

uit S20 waterkelder

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20

KER STGL SIEGBURG - Oliekruik, er staat 1 1/4 op

0 1 0 1 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

KER STGL WESTERW - - 0 0 1 0 1

78 1 2 20 Losse vondsten uit S20 waterkelder

O ODB RUND - kaak 0 0 0 0 1

79 1 2 53 Monsterinhoud dakpanput

M MXX XXX - - 0 0 0 1 19

79 1 2 53 uit monster M MBR GESP rechthoekig, met bevestiging

- 0 0 0 19 1

80 1 2 45 Puinlaag onder S45 gevonden bij afbreken straatje

KER WITGRAPE XXX - - 3 0 1 1 4

80 1 2 45 Puinlaag onder S45 gevonden bij afbreken straatje

KER BSTG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

81 1 2 16 Weghalen grond onder S16

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

81 1 2 16 Weghalen grond onder S16

KER STG BRÜHL - - 0 0 2 0 2

81 1 2 16 Weghalen grond onder S16

KER BSTG XXX - - 0 1 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

83

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

81 1 2 16 Weghalen grond onder S16

O ODB XXX - - 0 0 0 0 2

82 1 2 67 Afschaven KER ROOD PLAVUIS - - 0 0 0 2 1

82 1 2 67 Afschaven KER PSTG XXX - - 1 0 0 1 1

82 1 2 67 Afschaven KER PAFFRATH XXX - - 1 0 0 0 1

82 1 2 67 Afschaven KER BSTG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

82 1 2 67 Afschaven KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

82 1 2 67 Afschaven O ODB XXX - - 0 0 0 0 6

83 1 2 49 Verdiepen langs S47

KER STG SIEGBURG - - 1 0 0 0 1

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

M MXX XXX - - 0 0 0 0 1

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER WIT XXX - Handvat van deksel? 0 0 0 0 1

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER ROOD XXX - Groen glazuur aan binnenzijde

1 0 0 1 1

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER STGL WESTERW - - 1 0 1 0 2

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER ROOD XXX - Slibversiering? 1 0 0 0 1

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER PIJP STEEL - - 0 0 0 0 14

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER ROOD XXX - - 1 1 0 14 2

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER FAYBORD XXX - - 1 1 0 0 2

84 1 2 53 Weghalen grond onder S55

KER MAJOLICA BORD - - 0 1 0 0 1

85 1 2 81 Leemvloer overgang met

M MFE NAGEL - - 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Vondstendeterminatielijst

84

Vondst Put Vlak Spoor Spoor-omschrijving

Materiaal-soort

Hoofdgroep Subgroep Vorm/ Functie Bakselbijzonderheden Wand Rand Bodem Overig Totaal

puinlaag eronder

85 1 2 81 Leemvloer overgang met puinlaag eronder

KER STG BRÜHL - - 1 0 0 0 1

85 1 2 81 Leemvloer overgang met puinlaag eronder

KER STG SIEGBURG - Gevlamd 2 0 1 0 3

85 1 2 81 Leemvloer overgang met puinlaag eronder

O ODB XXX - - 0 0 0 0 1

86 1 2 81 Coupe van leemvloer overgang met puinlaag eronder

KER STG BRÜHL - - 0 0 1 0 1

87 1 2 81 Puinlaag onders vleilaag S81

M MXX XXX - - 0 0 0 0 1

Rodetorenstraat 51 Sporenlijst

85

Spoor-nummer

Vondstnummer Werkput Vlak Datum Spooromschrijving Samenhang Tekening-nummer

1 - 1 1 27-10-2010 noordwestgevel staand muurwerk - 1

2 2 1 1 27-10-2010 kuiltje: geel scherp zand + donkergrijs / grijs gevlekt zand met houtskool, baksteen, mortel

snijdt S 3 1

3 4, 49 1 1 27-10-2010 donkergrijs / donkerbruin gevlekt zand met houtskool, mortel, iets baksteen, iets huttenleem

gesneden door S 5 1

4 - 1 1 27-10-2010 bruingrijs zand met baksteen en houtskool, grote stukken holle en bolle pannen

snijdt S 3 en 5 1

5 1, 4, 50, 55 1 1 27-10-2010 bruingrijs zand met bruin zand, houtskool, veel mortel en baksteen

laat 17e-eeuwse puinkuil

1

6 - 1 1 27-10-2010 putje baksteen 26 x 13 x 5,5 - 1

7 - 1 1 27-10-2010 ruimte binnen S 6 - 1

8 59 1 1 27-10-2010 donkerbruingrijs gevlekt met houtskool, baksteen en mortel

- 1

9 19 1 1 27-10-2010 lichtgeel scherp zand, bruingrijs gevlekt met gele en rode baksteen

- 1

10 3, 59 1 1 27-10-2010 bruingrijs zand + baksteen en mortel - 1

11 59 1 1 27-10-2010 Geel, scherp zand - 1

12 - 1 1 27-10-2010 donkerbruingrijs / bruin gevlekt zand met houtskool, baksteen en mortel

- 1

13 5, 63 1 1 27-10-2010 Bruingrijs- geel gevlekt zand met baksteen en mortel

insteek waterkelder 1

14 - 1 1 27-10-2010 gootje uit S 16, baksteen - 1

15 - 1 1 27-10-2010 regenputje baksteen:22 x 11 x 5 cm - 1

16 81 1 1 27-10-2010 ruimte binnen S 15 - 1

17 - 1 1 27-10-2010 regenputje baksteen 22x 10,5 x 5 - 1

18 - 1 1 27-10-2010 rand mangat waterkelder: 17 x 8 x 3 cm - 1

Rodetorenstraat 51 Sporenlijst

86

Spoor-nummer

Vondstnummer Werkput Vlak Datum Spooromschrijving Samenhang Tekening-nummer

19 - 1 1 27-10-2010 primaire en secundaire openingen in waterkelder S 20

- 1

20 62, 69, 78 1 1 27-10-2010 waterkelder 17x 8 x 3 cm - -

21 - 1 1 27-10-2010 ruimte binnen S 17 - 1

22 - 1 1 27-10-2010 gootje voor hemelwaterafvoer 17 x 8 x 3 cm - 1

23 - 1 1 27-10-2010 keukenmuur 24 x 12 x 4,5 cm loopt over waterkelder S 20

1

24 66 1 1 27-10-2010 muurinsteek (licht)bruingrijs zand met baksteen, mortel en leembrokken

- 1

25 8 1 1 27-10-2010 bruingrijs zand en houtskool, baksteen en mortel - 1

26 - 1 1 27-10-2010 fundering 28 x 14 x 7 cm - 1

27 - 1 1 27-10-2010 muur 28 x 14 x 6,5 cm boven S 26 1

28 - 1 1 27-10-2010 betonrand tussen gevel en waterkelder - 1

29 47 1 1 27-10-2010 bruingrijs zand met houtskool en grote brokken baksteen, mortel

onder s 30 1

30 47 1 1 27-10-2010 baksteen bestrating 28 x 14 (?) x 6,5 cm, stenen op hun kant

op S 29 1

31 - 1 1 27-10-2010 = S 29 - 1

32 - 1 1 27-10-2010 regenputje 22 x 11 x 5 cm - 1

33 - 1 1 27-10-2010 ruimte binnen S 32 - 1

34 - 1 1 27-10-2010 steunbeer tegen muur S 23, diverse steenformaten

- 1

35 7, 65 1 1 27-10-2010 waterputinsteek: bruingrijs en geel gevlekt zand met baksteen en mortel

- 1

36 67 1 1 27-10-2010 waterputkoepel 22 x 11 x 4,5 cm - 1

37 - 1 1 27-10-2010 regenputje 25 x 13 x 5 cm - 1

Rodetorenstraat 51 Sporenlijst

87

Spoor-nummer

Vondstnummer Werkput Vlak Datum Spooromschrijving Samenhang Tekening-nummer

38 - 1 1 27-10-2010 ruimte binnen S 37 - 1

39 - 1 1 27-10-2010 poer of steunbeer 26 x13 x 5,5 cm (sloopstenen?)

- 1

40 18 1 1 27-10-2010 grijsbruin zand met mortel en baksteen - 1

41 - 1 1 27-10-2010 muurtje 24 x 12 x 4,5 - 1

42 - 1 1 27-10-2010 steunbeertje tegen S 41: 24 x 12 x 4,5 - 1

43 - 1 1 27-10-2010 middeleeuwse fundering onder zuidoostgevel (10L= 80 cm)

- 1

44 - 1 1 27-10-2010 losse stenen voor poer S 34: 28 x 14 x 6,5 - 1

45 80 1 2 7-6-2011 straatje rode baksteen, allegaartje, 22x12x6, 27,5x12,5x7, 23x7x6, ?x14x6,5

- 2

46 - 1 2 7-6-2011 straatje rode baksteen - 2

47 - 1 2 7-6-2011 vierkant stukje put? 28x14x6/6,5, 2 stenen diep daaronder lichtbruine leem

- 2

48 - 1 2 7-6-2011 grijs zand met houtkool en veel mortel - 2

49 83 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand, holle/bolle pannen, hk en mortel - 2

50 - 1 2 7-6-2011 insteek buitenmuur, strandzand - 2

51 - 1 2 7-6-2011 bruin zand, grijs gevlekt met houtskool en baksteen

- 2

52 - 1 2 7-6-2011 lichgrijs zand, scherp zand, grijs gevlekt en bruin zand en baksteen--vlijlaag S46

- 2

53 56, 79, 84 1 2 7-6-2011 vulling dakpanput - 2

54 - 1 2 7-6-2011 Dakpanput, holle/bolle pannen - 2

55 - 1 2 7-6-2011 stukje muur, rode baksteen 22x10x4,5 - 2

56 72 1 2 7-6-2011 grijs zand met mortel, baksteen en houtskool - 2

57 - 1 2 7-6-2011 lichtgeel-grijs zand + iets fe vlek 2

Rodetorenstraat 51 Sporenlijst

88

Spoor-nummer

Vondstnummer Werkput Vlak Datum Spooromschrijving Samenhang Tekening-nummer

58 76 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met houtskool, mortel en holle/bolle pannen en fe

- 2

59 77 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met veel mortel, baksteen en houtskool

- 2

60 73 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met veel mortel, baksteen en houtskool, voortzetting S59

- 2

61 - 1 2 7-6-2011 donker grijsbruin zand met baksteen, holle/bolle pannen en houtskool

- 2

62 71 1 2 7-6-2011 donkergrijs, vettig zand met veel houtskool en lichtgele leembrokjes en veel verbrand leem

- 2

63 - 1 2 7-6-2011 donkergrijs, vettig zand met leem, houtskool en kleine brokjes verbrand leem

- 2

64 - 1 2 7-6-2011 donker bruingrijs zand met lichtgele zand-vlekken, houtskool en mortel

- 2

65 - 1 2 7-6-2011 (donker) bruingrijs zand met houtskool, mortel en baksteen

- 2

66 - 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met houtskool, mortel en baksteen

- 2

67 74, 36, 82 1 2 7-6-2011 (donker)grijs zand met mortel, baksteen en veel houtskool

- 2

68 - 1 2 7-6-2011 grijsbruin zand met leembrokjes, houtskool, baksteen en mortel

- 2

69 - 1 2 7-6-2011 insteek waterput S20, bruingrijs zand met mortel en baksteen

- 2

70 - 1 2 7-6-2011 rode baksteen-omranding waterput S20, 23,5x11,5x4

- 2

71 - 1 2 7-6-2011 - - 2

Rodetorenstraat 51 Sporenlijst

89

Spoor-nummer

Vondstnummer Werkput Vlak Datum Spooromschrijving Samenhang Tekening-nummer

72 - 1 2 7-6-2011 - - 2

73 - 1 2 7-6-2011 leemvloer, lichtbruine leem met houtskool en enkele verbrande leembrokjes

- 2

74 - 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met houtskool, baksteen en mortel

door S75 gegraven 2

75 - 1 2 7-6-2011 grijsbruin zand met leembrokjes, baksteen en mortel

- 2

76 - 1 2 7-6-2011 grijs, iets grof zand met houtskool en iets baksteen

door S75 gegraven 2

77 - 1 2 7-6-2011 licht bruingrijze leem met fe - 2

78 - 1 2 7-6-2011 bruingrijs, vettig grijs zand met houtskool, baksteen en mortel

insteek RTS51 opgaande muur

2

79 - 1 2 7-6-2011 grijs zand, puinlaag, veel baksteenbrokjes met mortel en houtskool

- 2

80 - 1 2 7-6-2011 licht bruingeel, grof zand, vlijlaag S81 - 2

81 85 1 2 7-6-2011 rode baksteen - 2

82 - 1 2 7-6-2011 hoefijzervormige put, rode baksteen - 2

83 - 1 2 7-6-2011 vulling S82, lichtgeel, grof zand met mortel en baksteen

- 2

84 - 1 2 7-6-2011 rechthoekige basis S83, rode baksteen 24x14x... - 2

85 - 1 2 7-6-2011 lichtbruin-geel zand - 2

86 - 1 2 7-6-2011 bruingrijs zand met houtskool - 2