België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

5
Peter Van Kemseke België in de Veiligheidsraad 1946-2006

description

België in de Veiligheidsraad 1946-2006. een boek van Peter Van Kemseke uit de Wereldvisie-reeks.

Transcript of België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

Page 1: België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

Peter Van Kemseke

België in de Veiligheidsraad

1946-2006

In 2007-2008 zetelt België voor de vijfde keer in de VN-Veiligheidsraad. Dat enga-gement past in een lange traditie. België was er namelijk al bij toen in juni 1945 de Verenigde Naties werden opgericht. Twee jaar later, in 1947-1948, zetelde België voor het eerst in de Veiligheidsraad. Daarna zou het land er nog drie keer deel van uit-maken: in 1955-1956, 1971-1972 en 1991-1992. Telkens streefde België ernaar – soms met wisselend succes – een bruggenbouwer te zijn tussen andere landen, een trouwe promotor van Europa, een hoeder van de internationale rechtsorde en van de belan-gen van de kleinere landen in het internationaal systeem.

Vanuit een Belgisch perspectief geeft dit boek een overzicht van de ruim zestigjarige geschiedenis van de VN. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt de werking van de Veiligheidsraad verduidelijkt: het gebruik van het vetorecht, het opleggen van sancties, de zorg voor vrede en veiligheid. De belangrijkste politieke thema’s en gebeurtenissen van de voorbije decennia passeren de revue: de Koude Oorlog, het Midden-Oostenconflict en de Palestijnse kwestie, de Suez-crisis, dekolonisatie, Apartheid, de genocide in Rwanda, de oorlogen in de Balkan, Afghanistan en Irak, mensenrechten, terrorisme, vredesmissies...

Dit boek bevat ook een aantal interviews met prominente Belgen, afgenomen door VRT-journalist Tim Pauwels. Deze interviews verhelderen en illustreren de werking van de Veiligheidsraad vanuit de persoonlijke visies van rechter van het Joegoslavië- tribunaal Chris Van Den Wyngaert, zangeres en UNICEF goodwill-ambassadrice Axelle Red, UNAIDS-directeur Peter Piot en topdiplomaat Etienne Davignon.

PETER VAN KEMSEKE is doctor in de geschiedenis van de internationale betrek-kingen (K.U.Leuven) en diplomaat. Hij publiceerde onder meer Diplomatieke Cultuur (2001) en Towards an Era of Development. The Globalization of Socialism and Christian Democracy, 1945-1965 (2006).

Wereldvisie nr. 3

De redactie

JAN WOUTERS (hoofdredacteur), voorzitter Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN), gewoon hoogleraar Internationaal Recht en Recht der Internationale Organisaties, hoofd Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

CEDRIC RYNGAERT (redactiesecretaris), wetenschappelijk medewerker, Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

FRANK MAES, ondervoorzitter VVN, hoofddocent Internationaal Recht (Universiteit Gent)

NERI SYBESMA-KNOL, erevoorzitter VVN, emeritus hoogleraar Internationaal Recht (Vrije Universiteit Brussel)

RIA HEREMANS, voormalig hoofd van het VN-Informatie-centrum voor België, Nederland, Luxemburg en de EU-instellingen

SVEN BISCOP, senior research fellow Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen, professor Europese Veiligheid (Universiteit Gent)

VERONIQUE JOOSTEN, assistente Internationaal Recht (Universiteit Antwerpen)

Wereldvisie

Over de reeks

België in de Veiligheidsraad is de derde publicatie in een reeks toe-gankelijk geschreven boeken waarin de activiteiten van de Ver-enigde Naties in ruime zin kritisch in kaart worden gebracht. De thema’s die in deze reeks aan bod komen, zijn wereldomvattend en spreken iedereen aan die met de hedendaagse maatschappij begaan is: veiligheid, terrorismebestrijding, wapenbeheersing, vredesoperaties, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, ont-wikkelingssamenwerking, wereldhandel, vluchtelingen, milieu, zee, ruimte, internationaal recht, aids, drugsbestrijding, bevol-kingsproblematiek, genderproblematiek, kinderen…

Bij al deze thema’s zal de rode draad duidelijk zijn, met name het belang van een geïnstitutionaliseerde samenwerking in een geglobaliseerde wereld.

Om een zo breed en objectief mogelijk beeld te geven bij ieder van deze thema’s, worden bijdragen gebundeld van VN-specialis-ten en betrokkenen uit de academische wereld, de overheid en de niet-gouvernementele sector.

In 2005 verscheen de eerste publicatie in deze reeks: J. Wouters en C. Ryngaert (red.), De Verenigde Naties: een wereld van verschil?

In 2006 verscheen de tweede publicatie in deze reeks: J. Wouters en B. Pattyn (red.), Misdaden tegen de mensheid.

Peter Van Kemseke

België in

de Veiligheidsraad

Wereldvisie

Page 2: België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

1.BELGIË EN DE OPRICHTING VAN DE VERENIGDE NATIES

Roosevelts droom: de oprichting van de Verenigde Naties

Op 28 juni 1945 steeg in San Francisco een militair vliegtuig op met bestemmingWashington DC. Aan boord bevond zich een kluis met daarop de woorden ‘Finder!Do not open. Send to the Department of State, Washington’. Niets werd aan het toe-val overgelaten. Voor de zekerheid was er zelfs een parachute bevestigd aan de kluis,en tijdens de vlucht hield Alger Hiss, een hooggeplaatste ambtenaar van het Depart-ment of State (het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken) de kluis nauwlet-tend in het oog. Daarin zat niet het nieuwste ‘geheime wapen’ van de VS: de atoom-bom die de VS drie weken later in de woestijn van Nieuw-Mexico voor het eerst zoutesten. Integendeel. De kluis bevatte een document dat voor altijd een einde moestmaken aan oorlog: het Handvest van de Verenigde Naties, dat op 26 juni door 50landen in San Francisco ondertekend was, waaronder België.

De ondertekening van het VN-Handvest sloot een lang onderhandelingsproces af,waar België pas in de eindfase actief bij betrokken raakte. De grote inspirator van datproces was de Amerikaanse president Franklin Roosevelt, die wilde slagen waar presi-dent Woodrow Wilson gefaald had: een nieuwe, stabiele wereldorde creëren rond eensterke internationale organisatie waarin de Verenigde Staten een sleutelrol speelden.Dat was precies Wilsons ambitie geweest na de Eerste Wereldoorlog. Zes maandenlang had hij deelgenomen aan de Vredesconferentie van Versailles, nabij Parijs, vastbe-raden om er zijn ideeën over een naoorlogse wereldorde te realiseren. Centraal daarinstond de oprichting van een ‘Volkenbond’, de voorloper van de latere VerenigdeNaties. De Volkenbond kwam er en Wilson werd ervoor beloond met de Nobelprijsvoor de Vrede, maar de nieuwe organisatie kon de hoge verwachtingen – het voor-komen van een nieuwe oorlog – niet inlossen. Dat was ironisch genoeg gedeeltelijk tewijten aan het feit dat een van de machtigste landen van dat moment, de VerenigdeStaten, aan de zijlijn bleven staan. Het Amerikaanse Congres vreesde dat de Volken-

13

Page 3: België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

In april 1961 bijvoorbeeld werd België nog hard aangepakt in de Algemene Vergade-ring. Tien dagen later kreeg België een nieuwe regering, met (opnieuw) Paul-HenriSpaak op Buitenlandse Zaken. Spaak begreep als geen ander het belang van goedemultilaterale en bilaterale contacten voor een land als België. Hij intensifieerde hetoverleg met de Verenigde Staten en spaarde geen moeite om het Belgische beleid keerop keer uit te leggen en te bespreken met NAVO- en EEG-partners. In 1961 en 1962bracht hij verschillende weken door in New York om daar de breuken in de VN te lij-men. ‘Ik moet vrede sluiten met de VN, ik heb de VN nodig’, zo herinnerde de Belgi-sche diplomaat Van Ussel zich Spaaks voornaamste bekommernis in die jaren.

Wat Spaak zich herinnerde als ‘zijn moeilijkste dagen’ moest echter nog komen.Halfweg 1964, toen de laatste VN-troepen Congo nog maar net hadden verlaten,braken op verschillende plaatsen onlusten uit. Bij een ervan, in Stanleystad (het hui-dige Kisangani), werd een duizendtal blanken, hoofdzakelijk Amerikanen en Belgen,gegijzeld. In november wezen de Verenigde Staten en België de Veiligheidsraad op degevaarlijke situatie waarin hun onderdanen zich bevonden. Enkele dagen later starttenBelgische paracommando’s een reddingsactie, waarbij 1.700 buitenlanders werdengeëvacueerd. Een tachtigtal gegijzelden kwam om. Ondanks het feit dat die korte ac-tie plaatsvond met de goedkeuring van de Congolese regering, vroegen 22 overwe-gend Afrikaanse landen dat de Veiligheidsraad deze ‘schending van het Handvest’ en‘bedreiging voor de vrede’ zou veroordelen. Zeventien zittingen lang, waarin Spaakenkele malen een ‘bloeddorstige avonturier’ en een ‘racist’ genoemd werd, besprak deRaad deze kwestie. Toen Spaak het woord kreeg, slaagde hij erin met een magistraleredevoering de sfeer te doen omslaan. Bij zijn terugkeer in Brussel werd hij op deluchthaven door een grote menigte opgewacht en nadien in audiëntie ontvangen doorde Koning. Vanaf dat moment zouden de Belgisch-Congolese relaties zich stabilise-ren. Zodra België de zware koloniale last had afgeschud, konden de relaties met de in-ternationale gemeenschap, en in het bijzonder met de VN, zich herstellen. Zoals deAmerikaanse hoogleraar Helmreich het nadien samenvatte: ‘Na de Congo-crisis wasBelgië kleiner in omvang dan het decennialang geweest was. Maar zijn diplomatiekblikveld was groter.’ Daarmee leek de tijd aangebroken voor een nieuw Belgisch VN-beleid.

‘Dat was allemaal volslagen zinloos’

Etienne Davignon over de woede die de kritiek van de VN op het Belgische Con-

gobeleid opriep in ons land. Davignon was kabinetchef van de ministers Spaak en

Harmel. Hij was van nabij betrokken bij het herstel van de relaties met de VN.

Maar onze eerste vraag was hoe het conflict zo diep kon worden.

56

BELGIË ALS ERVAREN LID IN DE VEILIGHEIDSRAAD, 1955-1956

Page 4: België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

me, niet de talrijke schendingen van de mensenrechten, niet de bezetting van Nami-bië als dusdanig lagen aan de basis van die beslissing, wel het feit dat Zuid-Afrika opgrote schaal wapens en militair materieel verwierf. Meer in het bijzonder sprak de Vei-ligheidsraad zijn bezorgdheid uit over het feit dat Zuid-Afrika op het punt stond nu-cleaire wapens te ontwikkelen. Het tot dan toe vrijwillige wapenembargo werd in1977 dan ook snel verplicht gemaakt, door een resolutie die een expliciete verwijzingnaar Hoofdstuk VII bevatte.

Het onvermijdelijke Midden-Oosten

Interbellum in het Midden-Oosten

Elk land dat lid is van de Veiligheidsraad wordt vroeg of laat geconfronteerd met hetMidden-Oostenconflict. Voor België was dat voor het eerst het geval in 1948, daarnaopnieuw in 1956. In beide gevallen maakte België deel uit van de Veiligheidsraad opeen ogenblik dat de situatie in het Midden-Oosten escaleerde tot een oorlog.

Het derde Belgische lidmaatschap van de Veiligheidsraad viel tussen twee oorlogenin het Midden-Oosten in: de Zesdaagse Oorlog van 1967 en de zogenaamde YomKippur-oorlog van 1973. De Zesdaagse Oorlog tussen Israël aan de ene kant en eencoalitie van Egyptische, Jordaanse, Iraakse en Syrische troepen aan de andere kant ein-digde in juni 1967 in het voordeel van Israël; Israël bezette de Gazastrook, het Sinaï-schiereiland, de Westbank met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en de Golan. Na de Zes-daagse Oorlog keurde de Veiligheidsraad unaniem de vaak geciteerde resolutie 242goed. Die resolutie had de ambitie een blauwdruk te leveren om het Arabisch-Israëli-sche conflict voor eens en voor altijd op te lossen. Ze introduceerde het principe ‘landin ruil voor vrede’: Israël werd opgeroepen zich terug te trekken uit de gebieden diehet had bezet; het verwerven van grondgebied door oorlog was immers onaanvaard-baar. Tegelijk riep de Raad op alle vijandelijkheden in de regio onmiddellijk stop tezetten en de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landenin de regio – ook van Israël – te respecteren. Tot slot riep 242 alle partijen op eenrechtvaardige oplossing te vinden voor het vluchtelingenprobleem, dat door de op-eenvolgende oorlogen alleen maar erger was geworden. Zoals verschillende andereMidden-Oostenresoluties werd ook 242 niet nageleefd. Het conflict smeulde verdertot Egypte en Syrië in oktober 1973 de Golan en Sinaï binnenvielen. Dit gaf hetstartschot tot de ‘Yom Kippur’-oorlog.

68

EEN VERNIEUWD BELGISCH VN-BELEID, 1971-1972

Page 5: België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

de Veiligheidsraad kon toespreken, toch blijven mensenrechten nog steeds een erg ge-voelig thema in de Veiligheidsraad.

De ‘humanitaire agenda’, nog een product van de vroege jaren negentig, werd daar-entegen wel verder uitgewerkt. Dat blijkt uit een aantal thema’s die pas aan het eindvan de jaren negentig, of zelfs recenter, op de agenda verschenen en er tegenwoordigintegraal deel van uitmaken, zoals ‘kinderen in gewapende conflicten’ en ‘vrouwen,vrede en veiligheid’.

Vooral kinderen hebben te lijden onder conflicten. De voorbije tien jaar stierventwee miljoen kinderen als gevolg van oorlog, een aanzienlijk aantal van hen door hetgebruik van landmijnen. Meer dan 250.000 kindsoldaten staan wereldwijd in devuurlinie. In juni 1998 aanvaardden voldoende leden van de Veiligheidsraad dat deRaad wel degelijk bevoegd was voor dit thema, maar het vergde toch nog zeven jaarvan moeizame onderhandelingen alvorens de Raad ook echt concreet werd. Dat ge-beurde in de zomer van 2005 met de goedkeuring van resolutie 1612. Die resolutiecreëerde een werkgroep die de middelen heeft om objectieve informatie in te zamelenover schendingen van kinderrechten in concrete conflictsituaties en die de Veilig-heidsraad kan vragen om op te treden tegen degenen die er verantwoordelijk voorzijn.

‘Ik ben niet graag negatief’

De kranten stonden er destijds vol van. Axelle Red had, als UNICEF goodwill-am-

bassadrice, in Congo kindsoldaten bezocht en haar terugvlucht werd door onlus-

ten geschrapt. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel nam

haar met haar gezin dan mee in het regeringsvliegtuig. De ontmoeting met de

kindsoldaten zelf kreeg veel minder media-aandacht. Het bezochte project blijkt

ook niet echt een succesverhaal.

Ik was in Congo om vrienden te bezoeken, en ik heb dan contact opgenomen met

UNICEF: ‘Kijk, ik ben hier, kan ik een project rond kindsoldaten bezoeken?’ Ik heb

dus zelf het initiatief genomen omdat die problematiek me heel erg interesseert. Dat

was uitzonderlijk want normaal is het UNICEF dat het initiatief neemt en alles regelt.

Lokale mensen van UNICEF hebben me dan meegenomen naar een dorp. Daar

woonden drie kindsoldaten die niet herenigd konden worden met hun familie. Ze

hadden dus in dat dorp een huis gekregen. Die kinderen waren niet ontvoerd ge-

weest, die waren gewoon overtuigd. ‘Wat wil je later worden? Piloot? Ah, je krijgt van

ons een vliegtuig’. Zo overhalen ze die kinderen. En eenmaal gerekruteerd volgt dan

de brainwashing. Als kleine jongetjes kregen ze bijvoorbeeld te horen dat ze alle

121

DE VEILIGHEIDSRAAD IN HET JAAR 2007