Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn,...

49
Rabobank groep Beleidskader duurzaamheid

Transcript of Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn,...

Page 1: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

Rabobank groep

Beleidskader duurzaamheid

Page 2: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

2 3Over dit document

In ‘Samen Duurzaam Sterker - Onze bijdrage aan duurzame

ontwikkeling tot 2020’, heeft de Rabobank de ambitie uiteen­

gezet om klanten te ondersteunen bij het bereiken van hun

ambities in en voor een duurzame samenleving. Daarnaast

wil de Rabobank prioriteit geven aan het financieren van

zogenaamde ‘koplopers’, bedrijven die voorlopen op het terrein

van duurzame ontwikkeling. Om die ambitie te rea liseren is

diepgaande kennis nodig van de duurzaamheidsprestaties

van onze zakelijke klanten. Dit document vormt de hoeksteen

van de implementatie van Samen Duurzaam Sterker en

beschrijft het duurzaamheidsbeleid van de Rabobank Groep.

Het is opgesteld voor alle stakeholders van de Rabobank,

waaronder medewerkers, (zakelijke) klanten, zakenrelaties,

overheden, niet­gouvernementele organisaties en anderen

die een belang hebben bij de Rabobank.

Dit document dient als één referentiepunt voor ons gehele

duurzaamheidsbeleid. Het zet uiteen wat onze eigen inzet is

en wat wij van klanten en zakenpartners verwachten. Boven­

dien vormt het de basis voor onze duurzaamheids normen

voor zakelijke relaties en voor het aanbieden van financiële

producten en diensten.

Klanten

Zake

lijke

klan

ten

Zaken

partners

Regeringen

NGO’s

REFERENTIE-PUNT

Figuur 1.0

Referentiepunten voor Beleidskader Duurzaamheid

Wer

knem

ers

Verwachtingen

Commitment

Materialen

Relaties

Financiële

producten

Diensten

Page 3: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

4 5Beleidskader Duurzaamheid

Inhoud

22

26

89 92 95

6 39 58

u Dierenwelzijn

u Biodiversiteit

u Gentechnologie

u Beleggen in agrarische grondstofderivaten

u Land governance

u Milieu

u Mensenrechten

u Arbeidsnormen

u Anti-corruptie

u Viskwekerij, visserij en

visverwerkende industrie

u Wapenindustrie

u Biobrandstoffen

u Cacao, koffie en katoen

u Winningsindustrie

u Bosbouw

u Veehouderij

u Palmolie

u Scheepsrecycling

u Soja

u Suikerriet

Sector­beleid

Kernbeleid

u Duurzaamheidsstrategie en kernwaarden

u Duurzaamheidsbeleid

u Implementatie van het beleid

u Rabobanks duurzaam heids-beleid in een notendop

Thema ­beleid

Beleid voor duurzame ontwikkeling

Page 4: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

6 7Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

IntroductieDuurzaamheidsstrategie en kernwaarden

De Rabobank Groep neemt haar plaats in de samenleving in en houdt zich aan de kernwaarden die verankerd zijn in haar missie – respect, integriteit, professionaliteit en duurzaamheid. Deze kernwaarden bepalen enerzijds de manier waarop we tegemoet komen aan de behoeften van onze klanten en anderzijds onze zienswijze ten aanzien van het milieu en onze interne bedrijfsvoering.

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker voor onze klanten en voor de samen-leving. Wij beschouwen duurzaamheid als het vermogen om geen schade aan te richten aan mensen, gemeenschappen en het milieu en geen natuurlijke hulpbronnen uit te putten, om zo bij te dragen aan maatschappelijk, econo-misch en ecologisch evenwicht op de lange termijn. Er is een groeiend bewustzijn dat een gezond evenwicht tussen welvaart en welzijn essentieel is voor het opbouwen van een duurzame, vitale samenleving en dat de beste oplossingen tot stand komen door samenwerking.

Rabobank streeft naar het realiseren van een aandeel in duurzame ontwikke-ling voor de klant en de samenleving op een manier die zowel op economisch als op sociaal en milieugebied verantwoorde keuzes maakt. Duurzame ont-wikkeling is ontwikkeling die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generaties zonder een gevaar te vormen voor de mogelijkheden van toekom-stige gene raties om in hun behoeften te voorzien (Verenigde Naties, verslag Commissie-Brundtland, 1987). Als coöperatieve bank richten wij ons op het versneld verduurzamen van de wereldwijde landbouw en voedselvoorziening en het versterken van vitale gemeenschappen.

RespectDe Rabobank Groep werkt samen op

basis van respect, waardering en betrokkenheid.

IntegriteitDe Rabobank Groep wil in haar handelen eerlijk,

oprecht, zorgvuldig en betrouwbaar zijn.

DuurzaamheidDe Rabobank wil bijdragen aan een

duurzame ontwikkeling van de samenleving in economische, sociale en ecologische zin.

Figuur 2.0

Kernwaarden

De Rabobank is haar klanten van

dienst met hoogwaardige kennis en faciliteiten. Het is haar

streven de kwaliteit op een hoog peil te houden – waar mogelijk te anticiperen op

toekomstige behoeften van klanten –en haar dien­sten op efficiënte wijze ter beschikking te stellen.

Professionaliteit

Door onze financiële diensten, kennis en relevante netwerken te verbinden aan de duurzaamheidsambities van al onze klanten, worden we samen duurzaam sterker.

Page 5: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

8 9Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

Duurzaamheidsbeleid

Ons duurzaamheidsbeleid beschrijft waar wij ons zelf voor inzetten en wat wij van klanten en zakenrelaties verwachten op het gebied van duurzame ontwikkeling. Dit is in lijn met de visie op duurzaamheid van de Rabobank Groep zoals beschreven in onze Gedragscode, Food

& Agribusiness principes1 en ons Ambitiestatement.

Doel en reikwijdte Het duurzaamheidsbeleid van de Rabobank Groep ondersteunt zakelijke besluitvorming op elk niveau en biedt een referentiekader voor de manier waarop we omgaan met zakelijke kansen en risico’s in de context van onze directe en indirecte duurzaamheidsimpact. Het duurzaamheidsbeleid heeft betrekking op alle producten, diensten en organisatieonderdelen van de Rabobank, alle ondernemingen waarvan we (gedeeltelijk) eigenaar zijn en onze activiteiten in alle landen waar we zaken doen, inclusief bedrijfs kredieten, trade & commodity financiering, projectfinanciering, invest eringen voor eigen rekening, asset management en private banking2.

Omgaan met onze impactOns duurzaamheidsbeleid is in lijn met de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ambitie om geen negatieve maatschappelijke en ecologische impact te ver-oorzaken of daaraan bij te dragen. Doordat ons beleid beschrijft waar wij ons zelf voor inzetten en wat we van anderen verwachten, bestrijkt het zowel onze (potentiële) directe impact als gevolg van onze eigen activiteiten als onze (potentiële) indirecte impact als gevolg van de activiteiten van onze klanten.

1 De Rabobank heeft vijf food & agribusiness principes geformuleerd: 1) streven naar voedselveiligheid en –zekerheid;2) verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen; 3) bijdragen aan welbewuste keuzes van burgers en consumenten; 4) verantwoord omgaan met dieren; 5) bevorderen van sociaal welzijn.

2 Vanwege de leesbaarheid van het beleidskader wordt daar waar gesproken wordt over klanten gere­fereerd aan klanten die producten en diensten afnemen van de Rabobank en deelnemingen, inclusief de hier genoemde producten. Bij Private Banking hebben we als doelstelling om onze diensten waar mogelijk in lijn te brengen met ons duurzaamheidsbeleid.

Het beleid zet uiteen hoe wij denken duurzaamheidsrisico’s van onze eigen bedrijfsvoering en die van onze klanten te identificeren, te voorkomen en terug te dringen en verantwoording af te leggen over de prestaties.

Soorten beleidWe onderscheiden vier soorten duurzaamheidsbeleid, namelijk:

• het beleid voor duurzame ontwikkeling is een overkoepelend beleidskader, dat al het andere duurzaamheidsbeleid van Rabobank bestrijkt en voor al onze producten en diensten geldt;

• het kernbeleid gaat over de voornaamste milieu, maatschappelijke en bestuurlijke kwesties en geldt voor al onze producten en diensten;

• het themabeleid gaat in op thematische kwesties die wij als materieel beschouwen voor onze activiteiten;

• het sectorbeleid gaat in op specifieke gevoelige sectoren en productieketens.

De verwachtingen, zoals beschreven in het beleid voor duurzame ontwikke-ling en in het kernbeleid, gelden altijd voor alle klanten. De verwachtingen die uiteen zijn gezet in het thema- en sectorbeleid zijn alleen relevant voor klanten die in deze specifieke sectoren, industrieën of waardeketens actief zijn.

Er zijn ook activiteiten waarbij de Rabobank niet betrokken wil zijn, zoals bepaalde processen en de productie van en handel in specifieke producten. Deze zijn te vinden in de Lijst van uitgesloten activiteiten van de Rabobank.

Page 6: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

10 11Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

Onze inzet Onze verwachting

Figuur 3.0

Soorten beleid

Milieu Mensenrechten Arbeidsnormen Anti-corruptie

➋ ➋

➊  Geldt voor alle klanten

➋  Geldt voor specifieke klanten afhankelijk van de sector

Implementatie van het beleidDe krediethandleiding van de Rabobank bevat specifieke richtlijnen voor de implementatie van ons duurzaamheidsbeleid. Alle medewerkers die betrokken zijn bij de goedkeuring en/of beoordeling van klanten en transacties van de Rabobank, moeten deze richtlijnen volgen om hun klantanalyse te struc-tureren. De implementatie van lokaal kredietbeleid, klantacceptatie-instru-menten en financieringsvoorwaarden is de verantwoordelijkheid van het bestuur van de Rabobank op het niveau van de dochteronderneming of op lokaal niveau.

MaterialiteitDe Rabobank focust in klantbeoordelingen op de potentiële negatieve impact die wij en onze stakeholders als materieel beschouwen. Een negatieve impact is een nadelig effect dat niet strookt met de gewenste omstandig-heden zoals beschreven in ons beleid. De materialiteit wordt bepaald door de impact van de kwestie, de relevantie op de lange termijn en de vraag of een klant positieve dan wel negatieve (in)directe impact op de maatschappij en/of het milieu kan veroorzaken. Bij het bepalen van de materialiteit houden we ook rekening met de sector van de klant en met de landen waarin hij actief is.

RechtsgeldigheidHet duurzaamheidsbeleid van de Rabobank bevat bindende voorwaarden tussen de bank en haar klanten op basis van de potentiële negatieve impact die wij als materieel beschouwen. We kunnen contractvoorwaarden over naleving van ons duurzaamheidsbeleid opnemen in relevante contracten of in brieven aan toekomstige klanten. Mochten serieuze kwesties die een over-treding zijn van ons beleid en/of onze internationale regels en normen niet door middel van klantengagement kunnen worden opgelost, dan kan de Rabobank besluiten de relatie te beëindigen.

Monitoring De naleving van ons duurzaamheidsbeleid wordt jaarlijks getoetst door middel van interne verslaggeving, monitoring en klantengagement. Onze kennis van duurzaamheidsbeleid en -acties van onze klanten wordt gemonitord in een klantfoto. Omdat de diverse bedrijfsonderdelen van de Groep verschillend

- Dierenwelzijn

- Biodiversiteit

- Gentechnologie

- Beleggen in agrarische grondstofderivaten

- Land governance

- Viskwekerij, visserij en visverwerkende industrie

- Wapenindustrie

- Biobrandstof

- Cacao, koffie en katoen

- Winningsindustrie

- Bosbouw

- Veehouderij

- Palmolie

- Scheepsrecycling

- Soja

- Suikerriet

Page 7: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

12 13Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in klantacceptatieprocedures en in andere reguliere bedrijfs-processen, per bedrijfsonderdeel verschillen.

Stakeholderengagement gericht op voortdurende verbeteringEr bestaat niet zoiets als één wereldwijd toepasbare oplossing voor duurzaam-heid. Omdat vraagstukken per regio enorm kunnen variëren, verschilt de gekozen duurzaamheidsrichting vaak ook. Dat neemt niet weg dat er in de verschillende regio’s en bedrijfsonderdelen wel algemeen geldende duurzaamheidsprincipes toegepast kunnen worden. De Rabobank is ervan overtuigd dat duurzame ontwikkeling bereikt kan worden door het to epassen van nieuwe technologieën, verbeterde managementpraktijken en internatio-naal erkende best practices. Het is daarom belangrijk dat we een voortdurende dialoog voeren met onze medewerkers, onze zakenrelaties, onze klanten en andere belangrijke stakeholders. Zo onderkennen we de uitdagingen waar zij voor staan, de innovaties in de markt en de ontwikke lingen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering. Het aangaan van een dialoog draagt bij aan onze leercurve en ons streven naar een aandeel in duurzame ontwikkeling. Dit helpt ons om commerciële kansen maar ook risico’s te onderkennen en het geeft ons de kans om klachten van stake holders van de Groep op te lossen.

Klantengagement ter verbetering van de duurzaamheidsprestaties Wij geloven dat een betekenisvolle en proactieve dialoog met klanten hen helpt bij het verbeteren van hun duurzaamheidsprestaties. Daarom streven wij ernaar om via een constructieve dialoog bij te dragen aan duurzame ontwik-keling. Ook delen we onze kennis en netwerken met onze klanten om hen te stimuleren verantwoordelijk om te gaan met duurzaamheidskwesties.

We moedigen onze klanten aan om goede praktijken (zoals monitoring) te implementeren, zodat ze goed in kunnen spelen op veranderende omstandig-heden en een eventuele negatieve impact kunnen vermijden of minimaliseren. We beoordelen en evalueren de duurzaamheidsprestaties van onze klanten regelmatig om hun materiële kwesties te begrijpen en om hen te helpen om problemen te herkennen en op te lossen. Zo kunnen wij hun duurzaamheids-prestatie positief beïnvloeden en hun risico’s beperken. Met deze aanpak sluiten we geleidelijk aan niet-duurzame bedrijfsvoering uit en ondersteunen we onze klanten bij het verbeteren van hun duurzaamheidsprestaties,

bij hun zakelijk succes en hun bijdrage aan de samenleving in het algemeen. We zijn ons ervan bewust dat het een uitdaging is en dat het tijd kost om managementnormen en -praktijken rondom duurzaamheid te implementeren. Daarbij begrijpen we dat sommige klanten al meer vooruitgang hebben geboekt dan anderen bij de implementatie van milieubewuste maatschap-pelijk verantwoorde management- en inkooppraktijken.

Als wij van mening zijn dat klanten de voorwaarden van ons duurzaamheids-beleid niet naleven of onvoldoende vooruitgang boeken bij het integreren van duurzaamheidsmaatregelen in de dagelijkse bedrijfsvoering, dan gaan wij met hen in gesprek. Wij vragen hen dan om een plan te presenteren dat beschrijft hoe en wanneer ze hun werkwijzen willen verbeteren. Deze plannen bevatten specifieke doelen en geloofwaardige tijdschema’s.

HerstelZelfs met de toepassing van het beste beleid en de beste praktijken kan het zijn dat de Rabobank Groep of één van haar entiteiten of bedrijfsonderdelen oorzaak is van of bijdraagt aan een negatieve impact, die zij niet in alle redelijkheid had kunnen voorzien of voorkomen. In een dergelijk geval zal de Rabobank zich inspannen om de situatie zelf of in samenwerking met anderen recht te zetten.

KlokkenluidersregelingDe Rabobank hanteert een groepsbreed klokkenluidersbeleid voor mede wer-kers, onder wie opdrachtnemers en bestuurders. Onze klokkenluiders regeling is geïmplementeerd op regionaal en/of lokaal niveau. Alle entiteiten binnen de Groep beschikken over een externe hotline of een alternatief voor het doen van meldingen. Klokkenluiders kunnen per telefoon en e-mail hun melding 24/7 vertrouwelijk aan een onafhankelijke en betrouwbare partij doen. Voor zover toegestaan of voorgeschreven door lokale wetgeving kunnen zij anoniem rapporteren. Alle klokkenluiders die in goed vertrouwen handelen, worden beschermd tegen vergelding. Het klokkenluidersbeleid geldt ook voor voor malige medewerkers van de Rabobank en er is een aparte klachtenrege-ling beschikbaar voor klanten. Stakeholders kunnen zich ook wenden tot het Nationaal Contact Punt (NCP) van de OESO. De Rabobank houdt zich aan de beslissingen van het NCP.

Page 8: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

14 15Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

AansprakelijkheidDe Rabobank neemt haar verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het juiste duurzaamheidsbeleid en de juiste toepassing van dit beleidskader. Dit betekent dat de Rabobank: • beleid, normen en procedures opstelt voor beheer, monitoring, ontwikkeling

en implementatie van het Beleidskader Duurzaamheid;• van mening is dat haar Beleidskader Duurzaamheid relevante materiële

kwesties behandelt;• reageert op stakeholdervraagstukken die haar duurzaamheidsprestatie

beïnvloeden en die reactie vormgeeft in beslissingen, acties, prestaties en communicatie met interne en externe stakeholders;

• aansprakelijkheid accepteert voor diegenen op wie ze een impact heeft en die een impact op haar hebben, terwijl stakeholders bijdragen aan een verantwoordelijk en strategisch antwoord op duurzaamheidsvraagstukken.

Verantwoordelijkheid en herzieningAlle medewerkers van de Rabobank zijn verantwoordelijk voor het volgen van het duurzaamheidsbeleid van de Rabobank, met een eindverantwoordelijk-heid die ligt bij de groepsdirectie. Het management van de bedrijfsonderdelen van de Rabobank Groep is echter verantwoordelijk voor het onderkennen van de beleidsvraagstukken in hun eigen markten en voor het nemen van de juiste stappen om ervoor te zorgen dat klanten voldoen aan onze beleidsvoorwaar-den. Dit omvat ook de dialoog met klanten en andere betrokken partijen.

Het Beleidskader Duurzaamheid van de Rabobank wordt tweejaarlijks herzien en vastgesteld door de groepsdirectie.

Rabobanks duurzaamheids beleid in een notendopBeleid voor duurzame ontwikkeling

Dit beleid omschrijft hoe de Rabobank beoogt een aandeel te nemen in duurzame ontwikkeling.

MilieuVan onze klanten wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van en rekening houden met de potentiële impact van hun activiteiten

op het milieu en dat zij proberen deze impact te vermijden of, wanneer dit niet mogelijk is, deze te beperken. Ze worden geacht te beschikken over passend beleid en passende programma’s om dit te bereiken.

MensenrechtenRabobank respecteert de mensenrechten van haar medewerkers, doet due-diligence naar mensenrechten in haar commerciële

relaties en streeft ernaar een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving in alle landen waar ze actief is. Van alle klanten wordt verwacht dat zij bij hun activiteiten mensenrechten respecteren en bevorderen, zoals die zijn beschre-ven in de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties (VN), en hun invloed aanwenden om onder hun leveranciers soortgelijk gedrag te bevorderen. In het geval van onvermijdelijke negatieve impact wordt van hen verwacht dat zij zelf of in samenwerking met anderen zorgen voor herstel van de oorspronkelijke situatie door middel van legitieme middelen.

ArbeidsnormenVan alle klanten wordt verwacht dat zij arbeidsnormen respecteren en bevorderen zoals beschreven in de Verklaring over de fundamen-

tele principes en rechten op het Werk van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de VN en aanverwante verdragen.

Page 9: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

16 17Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

Van hen wordt verwacht dit toe te passen in hun eigen bedrijfsvoering en hun invloed aan te wenden om onder hun leveranciers soortgelijk gedrag te bevorderen. In het geval van onvermijdelijke negatieve impact wordt van hen verwacht dat zij zelf of in samenwerking met anderen zorgen voor herstel van de oorspron kelijke situatie met legitieme middelen.

Anti-corruptieDe Rabobank is gecommitteerd aan het toepassen van hoge normen voor eerlijkheid en integriteit bij al haar wereldwijde

activiteiten en in al haar zakelijke contacten. We werken in overeenstemming met onze kernwaarden en zetten ons ervoor in om corruptie en omkoping in welke vorm dan ook te voorkomen. We tolereren dit niet binnen ons bedrijf of van de partijen met wie we zakendoen.

DierenwelzijnRabobank gebruikt een uitgebreid raamwerk voor het beoor-delen van dierenwelzijn dat is gebaseerd op wetenschappelijke

kennis en leidende wereldwijd geaccepteerde goede praktijken en standaar-den. Van klanten wordt verwacht dat zij de 'Five Animal Freedoms' en de 3R principes naleven. We hebben strikte richtlijnen voor dierproeven en voor het sponsoren van evenementen waarbij wilde dieren worden gebruikt. Van klanten wordt verwacht dat zij onder andere de goede praktijken naleven, zoals uiteengezet in de ‘Good Practice Note: Improving Animal Welfare in Livestock Operations’ van de International Finance Corporation (IFC) en de gezondheidscode voor land- en waterdieren van de Werelddiergezondheids-organisatie (OIE).

BiodiversiteitVan klanten wordt verwacht dat zij geen schade berokkenen aan gebieden met belangrijke culturele of natuurbeschermings-waarde (high conservation value areas) en gebieden met een

hoge koolstofvoorraad, of verantwoordelijk zijn voor of bijdragen aan de herbestemming van deze gebieden. Ook worden zij geacht niet te opereren in beschermde gebieden, gebieden op de UNESCO-werelderfgoedlijst en

Themabeleid

Ramsar-gebieden tenzij ontwikkeling wettelijk is toegestaan en strookt met de erkende managementplannen voor het gebied. Ze worden geacht niet bij te dragen aan een netto afname van het aantal bedreigde dieren en niet opzet-telijk milieuvreemde soorten te introduceren. Ook wordt van hen verwacht dat zij efficiënt omgaan met natuurlijke hulpbronnen en hun ecologische impact (onafhan kelijk) laten onderzoeken en toetsen.

GentechnologieDe Rabobank is er stellig van overtuigd dat de toepassing van gen-technologie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van toekomstige maatschappelijke problemen rondom voedsel-

zekerheid en volksgezondheid en aan de ontwikkeling van ecologisch duur-zame productieprocessen. Van de klanten van de Rabobank wordt verwacht dat zij gentechnologie verantwoord toepassen, de belangen van de samenleving zeer zorgvuldig in overweging nemen en open communiceren. Ook wordt van hen verwacht dat zij sector gerelateerde 'good practices' toepassen bij het gebruik van dieren voor expirimentele en wetenschappelijke doeleinden.

Beleggen in agrarische grondstoffenderivatenDe Rabobank is van mening dat de derivatenmarkt een cruciale rol speelt bij prijsvorming, het compenseren van prijsrisico’s en

het bieden van toegang tot instrumenten die groeiende prijsrisico’s kunnen compenseren. De Rabobank handelt niet voor eigen rekening in grondstoffen-derivaten voor puur speculatieve doeleinden.

Land governanceVan klanten wordt verwacht dat zij adequate land governance bevorderen en daartoe passende bestuursstructuren, beleid en

managementsystemen implementeren. Van hen wordt verwacht dat zij legitieme grondeigendoms- en gebruiksrechten respecteren en gebruikmaken van inclusieve bedrijfsmodellen en alternatieve investeringsvormen die mogelijk gunstiger zijn voor de bestaande landgebruikers en gemeenschap-pen en geen overdracht van grondbezit vereisen. Daarnaast wordt van hen verwacht dat zij de dialoog aangaan met stakeholders, waarbij er speciale aandacht moet zijn voor inheemse volken, en dat zij open, transparante, effectieve en toegankelijke procedures hanteren om klachten en geschillen te documenteren en op te lossen.

Page 10: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

18 19Beleidskader Duurzaamheid

Viskwekerij, visserij en visverwerkende industrieIn ons beleid onderscheiden wij drie soorten visserij, te weten viskwekerij, visserij (wilde visvangst) en visverwerkende industrie

Van klanten actief in de viskwekerij wordt verwacht dat zij de waterkwaliteit waarborgen, certificering behalen van een geloofwaardig keurmerk zoals dat van de Aquaculture Stewardship Council (ASC) en voeding inkopen bij duur-zame leveranciers. Van klanten actief in de visserij wordt verwacht dat zij certificering behalen van een geloofwaardig keurmerk zoals dat van de Marine Stewardship Council (MSC) en zich onthouden van ongeautoriseerde vangst van en handel in bedreigde soorten. Van klanten actief in de visverwerkende industrie wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat hun waardeketen beter traceerbaar is. Van alle klanten wordt verwacht dat zij voedselveiligheids-standaarden hanteren.

WapenindustrieDe Rabobank onderscheidt zeven soorten controversiële wapens: clusterwapens, anti-persoonsmijnen, witte fosfor die wordt

gebruikt voor explosieve wapens of munitie, munitie met verarmd uranium, biologische wapens, chemische wapens en kernwapens. De Rabobank biedt geen financiële diensten aan aan ondernemingen die betrokken zijn bij con-troversiële wapens of wapens die kunnen worden gebruikt voor controversiële doeleinden. We zullen daarnaast geen eigen gelden investeren in enige activiteit die betrekking heeft op controversiële wapens of investeren in staats-obligaties of effecten uitgegeven door bedrijven in landen die onderworpen zijn aan sancties in de vorm van een wapenembargo, economische sancties of een internationaal reisverbod.

BiobrandstofVan klanten wordt verwacht dat zij geen biobrandstof produceren met grondstoffen die afkomstig zijn van land met een hoge kool-

stofvoorraad, waar natuurlijke hulpbronnen zo efficiënt en optimaal mogelijk worden gebruikt.

Introductie

Van hen wordt verwacht dat zij biobrandstof produceren waarvan, na de gehele cyclus van de grondstof te hebben onderzocht, blijkt dat die duidelijke voordelen biedt wat betreft de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van fossiele brandstof. Ze moeten ervoor zorgen dat de biomassa/grondstof die is gebruikt voor biobrandstof, (het land voor) voedselgewassen niet vervangt als er aanwijzingen zijn dat er lokaal onvoldoende voedse-lzekerheid is.

Cacao, koffie en katoenWij verwachten van klanten dat zij maatregelen nemen om de biodiversiteit te beschermen, waterkwaliteit en -kwantiteit borgen,

methoden voor bodemmanagement hanteren die de vruchtbaarheid verbete-ren en erosie en degradatie voorkomen, landbouwchemicaliën verantwoord toepassen en opslaan, en afval verminderen, hergebruiken en recyclen.

WinningsindustrieRabobank ondersteunt klanten bij het verbeteren van hun milieu-prestaties en CO

2-efficientie en wil bijdragen aan het realiseren

van de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs. Rabobank financiert niet direct de winning en productie van steenkool voor het opwekken van energie en van schaliegas of andere niet-conventionele fossiele delfstoffen, in het bijzonder teerzand, schalieolie, schaliegas en steenkoolgas. Daarnaast biedt zij geen financiering aan voor het leveren van essentiële, specifiek ontworpen en gespecialiseerde diensten en middelen die worden gebruikt voor de winning en productie van niet-conventionele fossiele delfstoffen. Ook gelden er diverse beperkingen voor het financiering van energieproductie uit steenkool en de handel in steenkool.

BosbouwKlanten worden geacht een certificering te behalen van de Forest Stewardship Council (FSC) of het Programme for the Endorsement of

Forest Certification (PEFC) en een inkoopbeleid te voeren dat rekening houdt met duurzaamheidsvraagstukken in de bosbouw. Voor klanten die nog geen certi-ficering hebben maar daar wel mee bezig zijn, gelden aanvullende verwachtin-gen. Zij dienen onder meer te beschikken over een tijdspecifiek plan.

Page 11: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

20 21Beleidskader DuurzaamheidIntroductie

VeehouderijVan klanten word verwacht dat zij dieren behandelen in overeen-stemming met het beleid dierenwelzijn van Rabobank, en dat zij

rekening houden met de lokale beschikbaarheid van middelen (land, water, kapitaal, kennis, klimaat en infrastructuur) en de effecten van transport (kosten, vervuiling en dieren welzijn). Ook worden zij geacht uitstoot te minimaliseren, verantwoord antibiotica, groeihormonen, medicijnen en andere chemicaliën te gebruiken, duurzaam geproduceerde voeding te gebruiken en duurzame begrazings praktijken te hanteren.

PalmolieVan klanten wordt verwacht dat zij certificering van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) behalen of via audits laten beoor-

delen of aan de principes en criteria van de RSPO wordt voldaan op basis van een tijdspecifiek plan. Degenen die actief zijn in de palmolieketen dienen hun volume RSPO-gecertificeerde palmolie steeds verder te vergroten als onderdeel van het totale palmolievolume dat hun waardeketen binnenkomt.

ScheepsrecyclingOns beleid geldt voor klanten die werken met schepen met een brutotonnage van meer dan 500 ton. Van hen wordt verwacht dat

ze ‘best practices’ invoeren en de verschillende sectorspecifieke regels, zoals die zijn beschreven in ons beleid, naleven. De Rabobank levert geen producten en diensten aan en ontvangt deze niet van bedrijven waarvan het verdien-model voor een substantieel deel onverantwoordelijke en onacceptabele recyclingpraktijken bevat.

Soja Wij verwachten van klanten dat zij functioneren volgens de ‘best practices’ van de sector, zoals die van de Round Table on

Responsible Soy (RTRS). Ook worden zij geacht bodem en water te beschermen en beheren, geen plantages te vestigen op land dat is ontgonnen door verbranding, het gebruik van landbouwchemicaliën en het verwijderen van chemisch afval te documenteren, de hoeveelheid duurzame soja in hun waardeketen steeds verder te vergroten en landrechten te respecteren.

SuikerrietVan klanten wordt verwacht dat zij opereren in lijn met de best practices van de sector, zoals bijvoorbeeld verwoord in de Bonsucro

standaard. Dat wil zeggen dat zij zich onthouden van ontbossing, verantwoord gebruikmaken van landbouwchemicaliën en maatregelen treffen om de bodem, de grond en het oppervlaktewater te beschermen en landrechten respecteren.

Van klanten wordt verwacht dat zij niet betrokken zijn bij de productie van en handel in specifieke producten en processen die de Rabobank beschouwt als schadelijk voor duurzame ontwikkeling.

Page 12: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

22 23Beleidskader DuurzaamheidHet beleid van de Rabobank voor duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Relevante impact omvat, maar is niet beperkt tot, ecologische verandering, armoede en gelijkheid, en economische, culturele, technologische en politieke globalisering. De Rabobank erkent dat ze de kans heeft om positieve ecologische en maat-schappelijke impact te creëren, maar ook dat er risico’s schuilen in de pote ntiële negatieve impact van haar eigen activiteiten en die van haar klanten. Dit Beleid voor duurzame ontwikkeling is algemeen beleid dat al het andere duurzaam-heidsbeleid van Rabobank overkoepelt. De ambities en verwachtingen die hierin staan beschreven hebben altijd betrekking op alle klanten, ondernemingen waarvan we (gedeeltelijk) eigenaar zijn en zakelijke partners. Bovendien zijn ze integraal onderdeel van ons kern-, thema- en sectorbeleid.

Waar wij ons voor inzetten Conform onze inzet voor duurzame ontwikkeling zetten wij ons er in onze dagelijkse activiteiten in de gehele Rabobank Groep voor in om:

• het milieu, mensenrechten en arbeidsnormen te beschermen en te respecteren;

• te voorkomen dat we negatieve maatschappelijke of ecologische impact veroorzaken of hieraan bijdragen;

• materiële duurzaamheidscriteria in onze zakelijke beslissingen en commerciële activiteiten te integreren;

• producten en diensten te bieden die: - bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van mensen, het milieu en

de economie; - niet-duurzame praktijken verminderen of vermijden; - verantwoord omgaan met materiële impact; • klanten aan te moedigen en te ondersteunen om hun prestaties te

verbeteren op een manier die bijdraagt aan hun zakelijk succes en aan het milieu en de samenleving;

• onze relatie te beëindigen met klanten die niet voldoen aan de eisen die staan beschreven in ons duurzaamheidsbeleid en/of (inter)nationale wet- en regelgeving en die niet bereid zijn om binnen een afgesproken tijdsbestek ongewenste praktijken te veranderen;

• inclusieve bedrijfsmodellen te bevorderen;

Beleid voor duurzame ontwikkeling

Onze inzet Onze verwachting

Page 13: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

24 25Beleidskader DuurzaamheidHet beleid van de Rabobank voor duurzame ontwikkeling

Wat wij verwachten van onze klanten staat beschreven in dit beleids document en geldt altijd, ongeacht de sector of industrie waarin zij werkzaam zijn. We verwachten concreet van hen dat zij: • geen negatieve maatschappelijke en ecologische impact veroorzaken of

daaraan bijdragen; • zich bewust zijn van hun duurzaamheidsrisico’s, ook van die in hun

waardeketen; • sectorgerelateerde ‘good practices’ hanteren; • zich houden aan concrete doelen en overtuigende tijdslijnen om hun

duurzaamheidsambities verder te realiseren; • een strategie hanteren die zich allereerst richt op voorkoming, vervolgens

op vermindering en, als laatste redmiddel, op compensatie; • adaptieve mitigerende en managementmaatregelen implementeren; • hun keten beïnvloeden om duurzame ontwikkeling te bevorderen3; • transparant zijn over hun risico’s, ambities en prestaties, en ook over

negatieve impact; • de van toepassing zijnde lokale, nationale en internationale vastgestelde

wet- en regelgeving en andere wettelijke vereisten naleven en in staat zijn de rechtmatigheid van hun bedrijfsvoering aan te tonen.

Wat wij van onze zakenpartners verwachten De Rabobank verwacht van haar zakelijke partners en leveranciers dat zij de Duurzaamheidsverklaring voor zakenpartners van de Rabobank Groep onderschrijven en voldoen aan de voorwaarden van onze inkoopcriteria. We monitoren de duurzaamheidsambities van onze leveranciers door hen te toetsen en met hen in dialoog te gaan. Als onze leveranciers niet voldoen aan de verplichtingen en voortdurende dialoog na verloop van tijd niet leidt tot verbeteringen, kunnen we de relatie op grond van vooraf bepaalde criteria beëindigen.

• de maatschappelijke dialoog aan te gaan om duurzame ontwikkeling en samenwerking tussen ondernemingen, overheden en andere stakeholders te bevorderen;

• onze kennis en netwerken te delen; • interne educatie en ontwikkeling van management en leiderschap op het

gebied van duurzaamheidskwesties aan te moedigen; • nationale wet- en regelgeving in de landen waarin we actief zijn na te leven; • transparant over onze visie en activiteiten te communiceren; • geen specifieke activiteiten en sectoren die op de Lijst van uitgesloten

activiteiten van de Rabobank staan te financieren of hierin te investeren.

Wat wij van onze klanten verwachten De De Rabobank gelooft dat duurzaamheid geen keuze is, maar een voorwaarde voor toekomstige welvaart. Ons doel is om positieve invloed uit te oefenen op de duurzaamheidsprestaties van onze klanten. Dit houdt in dat het onderkennen van materiële duurzaamheidsimpact moet worden geïn-tegreerd in de dagelijkse gang van zaken en dat de impact van de activiteiten van onze klanten op de maatschappij en het milieu en in hun gehele waardeketens binnen ons besluitvormingsproces onze volle aandacht krijgt.

De verwachtingen die de Rabobank heeft van haar klanten komen overeen met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de prin cipes van de VN Global Compact. Dat betekent dat wij van klanten verwachten dat zij een bijdrage leveren aan economische, ecologische en maatschappelijke vooruitgang en daarmee een aandeel nemen in duurzame ontwikkeling. Onze klanten vermijden het veroorzaken van of bijdragen aan negatieve maatschappelijke of ecologische impact. Ze dienen een negatieve impact te voorkomen of te beperken wanneer de impact direct gerelateerd is aan hun bedrijfsvoering of producten en diensten. Daarnaast dienen klanten verant-woording af te leggen voor hun aanpak van potentiële en daadwerkelijke negatieve impact. Dit proces van identificeren, voorkomen, terugdringen en verantwoording afleggen moet integraal onderdeel uit maken van hun besluit-vormingsproces en hun risicobeheersystemen. Het vormt de basis van onze klantbeoordeling en klantrelatiebeheer en is consistent toegepast binnen ons gehele duurzaamheidsbeleid.

3 We zijn ons ervan bewust dat de mate waarin een klant dit kan bewerkstelligen bij leveranciers afhangt van de invloed die de klant heeft op de keten en van de relatieve grootte van de onderne­ming van de klant ten opzichte van andere partijen in de keten.

Page 14: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

26 27Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

Milieubeleid Met het natuurlijke milieu bedoelen we alle levende en niet levende materie die van nature voorkomt op aarde. Klimaatverandering, schaarste van natuurlijke hulpbronnen,

beschikbaarheid van water, milieuvervuiling en verlies van biodiversiteit en eco systemen zijn relevante risico's voor het natuurlijke milieu.

Waar wij ons voor inzettenDe Rabobank erkent dat de economische activiteiten van haar bedrijfs voering consequenties kunnen hebben voor het milieu. Daarom streven wij ernaar om verantwoordelijk met het milieu om te gaan en houden we rekening met de consequenties van onze activiteiten. In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling, zetten wij ons er op het gebied van het milieu speci-fiek voor in om:

• het milieu te beschermen en te versterken; • natuurlijke hulpbronnen efficiënt en optimaal te gebruiken; • klimaatneutraal en energiezuinig te opereren; • waar mogelijk hernieuwbare energiebronnen te gebruiken. We streven

ernaar de CO2-uitstoot per fte per jaar in 2020 te verlagen met 10% ten

opzichte van 2013; • onze blootstelling aan klanten die een materiële negatieve maatschap pelijke

en ecologische impact hebben te minimaliseren; • de ontwikkeling van een circulaire economie te bevorderen.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank hanteert een voorzorgsbenadering bij de toetsing van de uitdagin-gen van haar klanten op milieugebied. Ondernemingen die hun potentiële milieuimpact niet serieus aanpakken, kunnen ernstige en wellicht onomkeerbare milieuschade aanrichten. Daarnaast lopen zij een aanzienlijk bedrijfsrisico.

Naast de verwachtingen zoals geformuleerd in ons Beleid voor duurzame ontwik­keling verwachten wij van al onze klanten op het gebied van het milieu dat zij:

• zich bewust zijn van hun potentiële impact op het milieu, hier rekening mee houden bij het nemen van zakelijke beslissingen en ernaar streven deze impact te vermijden of, wanneer dit niet mogelijk is, deze te minimaliseren;

Kernbeleid

Milieu Mensenrechten

Arbeidsnormen Anti-corruptie

Page 15: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

28 29Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

• sectorspecifieke goede bedrijfsprincipes en managementpraktijken hante-ren en de beste beschikbare technologieën gebruiken die de omgeving niet schaden;

• wanneer relevante productiepraktijken zijn vastgelegd in mondiaal, natio-naal of regionaal erkende standaarden, dient de klant managementpraktij-ken te implementeren die een of meer van deze relevante en geloofwaar-dige standaarden naleven, aangetoond met onafhankelijke verificatie of certificering;

• zich bewust zijn van de milieurisico’s in hun waardeketen en alleen zaken doen met partijen die kunnen aantonen dat zij ook sectorspecifieke erkende standaarden en praktijken hanteren. We zijn ons ervan bewust dat de mate waarin een klant dit kan bewerkstelligen bij leveranciers afhangt van de invloed die de klant heeft op de keten en van de relatieve grootte van de onderneming van de klant ten opzichte van andere partijen in de keten;

• natuurlijke hulpbronnen efficiënt en optimaal te gebruiken.

Van klanten van wie activiteiten potentieel aanzienlijke impact kunnen hebben, verwachten wij daarnaast dat zij:

• een milieubeleid hebben dat bewustzijn van hun risico’s om milieuschade aan te richten uitdrukt, en dat zij die risico's transparant communiceren;

• het vrijkomen van milieuverontreinigende stoffen zoveel mogelijk vermij-den, minimaliseren en beheersen in routinematige en niet-routinematige en ongevalsgerelateerde omstandigheden, waarbij sprake is van een potentiële lokale, regionale of grensoverschrijdende impact;

• de te verwachten ecologische impact die samenhangt met hun processen, goederen en diensten gedurende de volledige levenscyclus daarvan toetsen en meenemen in hun besluitvorming;

• ernaar streven om hun eigen voetafdruk te verminderen.

Van klanten van wie de activiteiten potentieel het milieu aanzienlijk kunnen vervuilen, verwachten wij daarnaast dat zij:

• preventieve principes en technieken hanteren ter voorkoming van vervuiling en de voor de specifieke omstandigheden best beschikbare technologieën gebruiken in overeenstemming met goede internationale praktijken;

• vrijkomen van milieuverontreinigende stoffen zoveel mogelijk te vermijden, minimaliseren en beheersen in routinematige en niet-routinematige en ongevalsgerelateerde omstandigheden waarbij sprake is van een potentiële lokale, regionale of grensoverschrijdende impact;

• over procedures beschikken waarmee ernstige ongevallen en noodgevallen onmiddellijk aan de bevoegde autoriteiten kunnen worden gemeld.

Van klanten van wie de activiteiten potentieel aanzienlijke4 hoeveelheden broeikasgassen uitstoten, verlangen wij dat zij alternatieven overwegen en opties implementeren om directe en indirecte uitstoot terug te dringen. Enkele voorbeelden van deze alternatieven zijn vermindering van materiaalverbruik door productaanpassingen, duurzame landbouwpraktijken, recycling van materialen, uitsluiting van lekkages, isolatie, warmtekracht koppeling, procesver-anderingen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.

4 Een verwachte of huidige productie van meer dan 25.000 ton CO2­equivalent per jaar.

Page 16: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

30 31Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

Mensenrechtenbeleid Mensenrechten zijn universeel – ze gelden voor alle mensen, ongeacht wie ze zijn of waar ze wonen. De Rabobank neemt haar verantwoordelijkheid en respecteert mensenrechten bij al haar

activiteiten, en vraagt haar klanten om hetzelfde te doen. Zaken die inbreuk maken op menselijke waardigheid zijn onacceptabel voor de Rabobank.

Onze inzetWij respecteren en onderschrijven te allen tijde de internationale mensen-rechten die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN en in internationaal recht5 . We hebben de plicht om de Guiding Principles inzake bedrijven en mensenrechten van de VN te respecteren. Deze principes gelden wereldwijd als de belangrijkste standaard als het gaat om het respecteren van mensenrechten door bedrijven. De Rabobank wil voorkomen dat haar eigen activiteiten en die van relaties negatieve impact hebben op mensenrechten. Daarnaast draagt de Rabobank waar mogelijk positief bij aan mensenrechten en bespreekt dit ook actief met al haar stakeholders, inclusief medewerkers, klanten, zakenrelaties en partijen in de samenleving.

Ad 1. Interne relatiesDe Rabobank is een werkgever die alle mensenrechten van haar medewerkers respecteert:

• de Rabobank respecteert de rechten van medewerkers volledig, waaronder de vrijheid van vereniging en erkenning van het recht op collectieve arbeidsonderhandelingen, het uitbannen van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeid, het feitelijk afschaffen van kinderarbeid en het uit-bannen van discriminatie ten aanzien van werk en beroep;

• de Rabobank neemt maatregelen om deze rechten te handhaven door middel van het verspreiden en aanbieden van informatie en training;

• de Rabobank bevordert een bedrijfscultuur die berust op bewustzijn en het respecteren van mensenrechten;

• De Rabobank biedt medewerkers toegang tot klachtenprocedures die in overeenstemming zijn met mensenrechtenprincipes, waarmee klachten en geschillen doeltreffend kunnen worden opgelost.

Ad. 2. Klanten en zakenrelaties (inclusief leveranciers)De Rabobank voert alle redelijke en toepasselijke due diligence uit met betrekking tot materiële risico's ten aanzien van mensenrechten binnen haar commerciële relaties:

• ten aanzien van mogelijke aspecten van de activiteiten van de Rabobank die onder de due-diligencevereisten voor mensenrechten vallen, waar onder het accepteren van klanten, het verstrekken van kredieten en leasepro-ducten, projectfinanciering en investeringen;

• om materiële kwesties ten aanzien van mensenrechten te kunnen identi ficeren, heeft de Rabobank sectorspecifiek beleid ontwikkeld dat is vast gelegd in het Beleidskader Duurzaamheid. De Rabobank richt zich met name op het respecteren van mensenrechten voor inheemse volken, arbeidsrechten en land governance, waarvoor themaspecifiek beleid is opgesteld;

• mensenrechtenprincipes zijn eveneens opgenomen in het proces voor het oprichten van joint ventures en overnames van bedrijven;

• de Rabobank staat erop dat haar leveranciers mensenrechten respecteren en redelijke maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat aan deze rand-voorwaarde wordt voldaan. De Rabobank houdt hier zicht op door leveran-ciers te toetsen en met hen in gesprek te gaan om erop toe te zien dat zij dezelfde uitgangspunten hanteren als de Rabobank;

• de Rabobank verwacht van haar klanten, leveranciers en andere zaken-partners dat zij de inzet voor mensenrechten in dit beleid onderschrijven.

Ad. 3 Samenleving en overige stakeholdersDe Rabobank streeft ernaar om in de landen waar zij actief is, een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving. We:

• respecteren sancties die worden opgelegd door de VN, de Europese Unie of alle andere wettige sancties die van toepassing zijn op de landen waarin de bank actief is. De Rabobank zal geen transacties doen die mogelijk in strijd zijn met deze sancties;

5 De Rabobank erkent de mensenrechten zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake burger­rechten en politieke rechten, het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Verdrag inzake de rechten van het kind en de Verklaring van de VN inzake de rechten van inheemse volken.

Page 17: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

32 33Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

De Rabobank ziet het belang in van een betekenisvolle dialoog over mensen-rechten met zowel interne als externe stakeholders. Mensenrechtenprincipes vormen een basis voor dialoog en besluitvormingsprocedures in onderne-mingsraden, binnen de groepsbrede Commissie Ethiek en in de dialoog met ngo's, vakbonden en andere samenwerking verbanden. De dialoog met stake-holders is met name van belang voor het identificeren, beoordelen en het oplossen van klachten bij de stakeholders van de Rabobank;

Zelfs met het juiste beleid en best practices kan het zijn dat de Rabobank of een van haar bedrijfsonderdelen onbedoeld oorzaak is van of bijdraagt aan een negatieve impact, die zij niet in alle redelijkheid had kunnen voorzien of voorkomen. Indien dit het geval is, zullen we er alles aan doen om met legi-tieme middelen de situatie recht te zetten, zelfstandig of in samenwerking met de juiste externe partner. De Rabobank:

• streeft er daarom naar om klachtenprocedures in te stellen voor alle medewerkers in alle landen, bij alle bedrijfsonderdelen en voor andere relevante stakeholders;

• werkt daarom volledig mee aan legitieme externe processen die zijn gericht op het direct en vroegtijdig aanpakken en oplossen van klachten;

• garandeert daarom dat de samenwerkings- en multistakeholderinitiatieven waaraan de Rabobank deelneemt, klachtenprocedures en/of andere middelen voor een adequate verantwoordingsplicht aanbieden;

• verzekert daarom dat zij pas investeert in projecten met een potentieel ernstige impact op mensenrechten als er een effectieve dialoog met de stakeholders in gang is gezet, inclusief een klachtenprocedure op operatio neel niveau.

Wat wij van onze klanten verwachten Naast de verwachtingen zoals geformuleerd in ons Beleid voor duurzame ontwikkeling verwachten wij van al onze klanten op het gebied van mensen-rechten specifiek dat zij:

• de mensenrechten die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN en in gerelateerde inter nationale wet- en regelgeving, respecteren en onderschrijven;

• voorkomen dat zij schendingen van mensenrechten veroorzaken of daaraan bijdragen;

• ontplooien geen activiteiten in landen waarin Rabobank haar verplichtingen ten aanzien van mensenrechten jegens haar medewerkers niet kan naleven en/of waar er door omstandigheden geen vrije keuze is in zakenpartners.

We onderkennen dat organisaties een impact kunnen hebben op alle mensenrechten. Daarom beoordeelt de Rabobank periodiek de risico's op het gebied van mensenrechten door haar bancaire en financiële activiteiten, relaties en portefeuilles te analyseren. Dit gebeurt door middel van grondig onderzoek en een dialoog met stakeholders om specifieke richtlijnen te kunnen meegeven aan medewerkers, managers, bestuurders en leden van de raad van toezicht. De belangrijkste aspecten van dit due-diligenceproces voor mensenrechten zijn als volgt:

• het proces is gericht op het demonstreren dat er geen inbreuk wordt gemaakt op mensenrechten;

• het proces bestaat uit: - het identificeren en beoordelen van actuele en potentiële impact op

mensenrechten; - de bevindingen integreren en op basis daarvan handelen; - de effectiviteit van de reactie volgen; - communiceren hoe impact op mensenrechten wordt aangepakt; • het proces varieert in complexiteit afhankelijk van de omvang van de

onderneming, het risico van een ernstige impact op mensenrechten en de aard en context van de activiteiten;

• het verschilt van andere due-diligenceactiviteiten omdat het zich richt op negatieve effecten op mensen en gemeenschappen, en op hun rechten in plaats van alleen op risico's voor het bedrijf;

• het feit dat risico's ten aanzien van mensenrechten in de toekomst kunnen veranderen, betekent dat dit een doorlopend proces is;

• het proces gaat in op de negatieve impact op mensenrechten die de Rabobank kan veroorzaken of waaraan de Rabobank kan bijdragen via haar eigen activiteiten of die direct gerelateerd kunnen zijn aan haar activiteiten, producten of diensten via haar zakenrelaties;

• het heeft betrekking op de eigen activiteiten van de Rabobank en op haar relaties met zakenpartners, leveranciers en andere non-gouvernementele en gouvernementele organisaties en is daardoor ook gericht op het vermijden van medeplichtigheid in juridische en niet-juridische zin;

Page 18: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

34 35Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

Beleid Arbeidsnormen Arbeidsnormen zijn mensenrechten met betrekking tot de relatie tussen werknemers en werkgevers. Deze zijn vastgelegd in verschillende wetten en verdragen en maken integraal deel uit van de Sustainable Development Goals (SDGs) van de VN.

Hieronder valt eveneens de agenda voor decent work in het kader van volledige werkgelegenheid en het aanbieden van een living wage. De belangrijkste arbeidsnormen zijn, onder andere, vrijheid van vereniging en het recht om collectief te onderhandelen, het uitbannen van dwangarbeid of verplichte arbeid, de effectieve afschaffing van kinderarbeid en het uitbannen van discriminatie op de werkvloer. Andere breed geaccepteerde normen hebben betrekking op arbeidsomstandigheden zoals arbonormen.

Waar wij ons voor inzetten De Rabobank erkent het belang van haar rol in het internationale bedrijfsleven en erkent dat de economische activiteiten van haar eigen bedrijfsvoering mogelijk kunnen leiden tot schending van arbeidsnormen.

In aanvulling op onze Gedragscode, ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons Mensenrechtenbeleid zetten wij ons er ten aanzien van arbeidsnormen specifiek voor in om:

• de fundamentele rechten hoog te houden zoals die zijn beschreven in de acht kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en uiteengezet in diens Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het Werk6;

• diversiteit op de werkplek te respecteren en te bevorderen, met gelijke kansen voor iedereen;

• te voorkomen dat we schendingen van de arbeidsnormen veroorzaken of daaraan bijdragen;

• alle arbeidsnormen van onze medewerkers te respecteren, waaronder, onder meer, de vrijheid van vereniging en erkenning van het recht op collectieve arbeidsonderhandelingen, het uitbannen van alle vormen van dwangarbeid

• actuele of potentiële negatieve effecten op mensenrechten die direct zijn gerelateerd aan hun activiteiten, producten en diensten of die via zakelijke relaties met onder andere klanten, partners en partijen in de samenleving direct aan hen zijn verbonden, identificeren, voorkomen, terugdringen en er rekenschap over afleggen;

• transparant zijn over hun risico's op het veroorzaken van of bijdragen aan een negatieve impact op mensenrechten en over de manier waarop zij deze risico's beheren;

• transparant zijn over eventuele schendingen van mensenrechten; • werken met een effectieve stakeholderdialoog, inclusief een klachtenproce-

dure op operationeel niveau voor alle negatieve effecten op mensenrechten die zij hebben veroorzaakt of waaraan zij hebben bijgedragen en, voordat zij nieuwe activiteiten ontwikkelen, getroffen stakeholders erbij betrekken in een vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaand en weloverwogen overleg en het proces correct vastleggen;

• wanneer zij schendingen van mensenrechten hebben veroorzaakt of daaraan hebben bijgedragen, deze via legitieme procedures rechtzetten of meewerken aan het rechtzetten ervan.

6 De Rabobank erkent het VN­Verdrag inzake de rechten van het kind, de Verklaring inzake fundamentele arbeidsnormen van de ILO, de Tripartiete Principeverklaring van de ILO inzake multinationale onder­nemingen en sociaal beleid en de OESO­richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

Page 19: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

36 37Beleidskader DuurzaamheidKernbeleid

of verplichte arbeid, het feitelijk afschaffen van kinderarbeid en het uitban-nen van discriminatie ten aanzien van werk en beroep7;

• een veilige en gezonde werkomgeving te bieden; • maatregelen te nemen om arbeidsnormen te handhaven door middel van

het verspreiden van informatie en training over de arbeidsnormen; • een bedrijfscultuur te bevorderen die berust op bewustzijn en naleving van

arbeidsnormen; • toegang te bieden tot klachtenprocedures die in overeenstemming zijn met

mensenrechtenprincipes, waarmee klachten en geschillen doel treffend kunnen worden opgelost.

Wat wij van onze klant verwachtenWij hanteren een voorzorgsbenadering bij de toetsing van de uitdagingen van onze klanten op het terrein van arbeid en verwachten van hen dat zij de internati-onaal erkende arbeidsnormen handhaven, zoals beschreven in IFC Performance Standard 2 inzake arbeids- en werkomstandigheden. Naast onze Gedragscode, ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons Mensenrechtenbeleid verwachten wij van onze klanten op het gebied van arbeidsnormen dat zij:

• alle arbeidsnormen respecteren zoals beschreven in de Verklaring inzake de fundamentele principes en rechten op het Werk van de ILO;

• voorkomen dat zij schendingen van de arbeidsnormen veroorzaken of daaraan bijdragen;

• diversiteit op het werk respecteren en bevorderen, met gelijke kansen voor iedereen;

• actuele of potentiële schendingen van arbeidsnormen die direct gerelateerd zijn aan hun activiteiten, producten en diensten of die via zakelijke relaties met onder andere klanten, zakenrelaties en de maatschappij direct aan hen verbonden zijn identificeren, voorkomen, terugdringen en er rekenschap over afleggen;

• een veilige en gezonde werkomgeving bieden; • rekening houden met arbeidsnormen in hun zakelijke besluiten; • wanneer zij schendingen van arbeidsnormen hebben veroorzaakt of

daaraan hebben bijgedragen, deze via legitieme procedures rechtzetten of meewerken aan het rechtzetten ervan;

• transparant zijn over hun risico’s op het veroorzaken van of bijdragen aan schendingen van arbeidsnormen en hoe zij deze risico’s beheersen;

• transparant zijn over eventuele schendingen van de arbeidsnormen; • werken met een effectieve stakeholderdialoog, inclusief een klachten-

procedure op operationeel niveau, voor alle negatieve effecten op de arbeidsnormen die zij hebben veroorzaakt of waaraan zij hebben bijgedragen.

7 De Rabobank stimuleert bedrijven om de Children's Rights and Business Principles in praktijk te brengen.

Page 20: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

39Beleidskader Duurzaamheid38 Kernbeleid

ThemabeleidAnti-corruptie De Rabobank is gecommitteerd aan het toepassen van hoge normen voor eerlijkheid en integriteit bij al haar wereldwijde activiteiten en in al haar zakelijke contacten. Onze waarden

zoals vastgelegd in onze Gedragscode geven aan op welke wijze wij ons gedragen als (medewerkers van de) Rabobank en de manier waarop wij zaken doen. We zetten ons ervoor in om corruptie en omkoping in welke vorm dan ook te voorkomen en tolereren dit niet binnen ons bedrijf of van de partijen met wie we zakendoen.

De Rabobank streeft ernaar alle wetten na te leven gericht op het tegengaan van corruptie en omkoping, met inbegrip van de UK Bribery Act 2010 en de US Foreign Corrupt Practices Act, in alle landen waarin we actief zijn. Ons beleid moedigt medewerkers aan om elk vermoeden van omkoping, of een andere vorm van corruptie binnen of verband houdend met de Rabobank, te melden.

https://www.rabobank.com/nl/about-rabobank/profile/organisation/key-documents/index.html

Land governance

Gentechnologie Beleggen in agrarische grondstofderivaten

Dierenwelzijn Biodiversiteit

Page 21: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

40 41Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

Deze vrij heden verwijzen naar het minimaliseren van negatieve ervaringen voor dieren door ervoor te zorgen dat zij geen honger, dorst, pijn, verwon-dingen, ongemak of angst hebben en de vrijheid hebben om zich normaal te gedragen. Het tweede principe is de bevordering van positieve ervaringen. Dit betekent verbetering van het welzijn van dieren tot boven het over-levingsminimum door hen de kans te geven zich te gedragen op een manier die hen comfort, zelfverzekerdheid en keuzemogelijkheden biedt. Deze principes ondersteunen het huidige inzicht dat acceptabel management van dierenwelzijn zowel minimalisatie van negatieve ervaringen als het bieden van kansen op positieve ervaringen inhoudt;

• een toetsingskader toe te passen voor besluitvorming ten aanzien van dierenwelzijn. Hierdoor vinden verschillen in lokale wetgeving op het gebied van dierenwelzijn en verschillende marktpraktijken binnen de veehouderij hun weerslag in de lokale procedures die worden toegepast in de verschillende geografische regio’s;

• niet op verzoeken in te gaan voor de sponsoring van evenementen met dieren tenzij er duidelijk zal worden voldaan aan de 'Five Animal Freedoms'. Bovendien moeten positieve ervaringen voor de dieren worden gestimu-leerd en moet de activiteit binnen de gemeenschap waarin deze plaatsvindt algemeen geaccepteerd zijn;

• klanten ondersteuning en advies te bieden ten aanzien van alternatieve oplossingen en hen wanneer nodig de tijd te geven om nieuwe normen te implementeren wanneer deze door de tijd heen veranderen.

Wat wij van onze klanten verwachtenWe zijn ons ervan bewust dat ondernemingen die werken met dieren een aanzienlijk bedrijfsrisico lopen ten aanzien van dierenwelzijnskwesties. We hanteren zowel algemene geldende eisen voor al onze klanten die met dieren werken, als specifieke eisen afhankelijk van of een klant werkt met landbouwhuisdieren of dieren gebruikt voor experimentele doeleinden, of voor sponsoring van culturele evenementen.

Beleid Dierenwelzijn Dierenwelzijn is het welbevinden van dieren, ofwel de toestand waarin dieren verkeren en hoe zij omgaan met de omstandigheden waarin zij leven. De Rabobank gelooft dat

goed dierenwelzijn inhoudt dat een dier gezond, doorvoed en veilig is, leeft in comfortabele omstandigheden, zijn natuurlijke gedrag kan tonen en niet lijdt aan pijn, angst of ongemak. Goed dierenwelzijn vereist ook de preventie van ziekten en diergeneeskundige behandeling, passend onderdak, management, een menselijke behandeling en een humane manier van slachten of doden. Dierenwelzijn is een belangrijk vraagstuk, dat wordt erkend in zowel de wetgeving als relevante sectorspecifieke normen en ‘good practices’.

Waar wij ons voor inzetten Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van dierenwelzijn specifiek voor in om:

• het respect voor en de bescherming van dierenwelzijn te bevorderen op basis van het algemeen geaccepteerde, actuele wetenschappelijke begrip van dierenwelzijn dat is ontstaan uit het inzicht dat dieren wezens met gevoel zijn, met referentie aan de volgende bronnen:

- de Gezondheidscode voor landdieren van de Werelddiergezondheids­organisatie (OIE);

- de Gezondheidscode voor waterdieren van de OIE; - het Europese Verdrag inzake de bescherming van dieren; - de Richtlijnen inzake dierenwelzijn van de Europese Unie; - de Good Practice Note: Improving Animal Welfare in Livestock Operations van

de IFC. • klanten te stimuleren te handelen in overeenstemming met de Food &

Agribusiness principes van de Rabobank en de veranderende maatschap-pelijke verwachtingen ten aanzien van dierenwelzijn op de lange termijn. Op deze manier kunnen ze de duurzaamheid van de sector en hun onder-nemingen waarborgen;

• twee essentiële principes van het dierenwelzijnsmanagement te waar-borgen. Het eerste principe, voorzien in de cruciale overlevingsbehoeften van dieren, wordt gewaarborgd door de ‘Five Animal Freedoms’.

Page 22: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

42 43Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

Ad 1. Bescherming van landbouwhuisdierenDe Rabobank zal klanten stimuleren de ‘accepted good practice’-richtlijnen zoals gepubliceerd door de IFC (Good Practice Note: Improving Animal Welfare in Livestock Operations) na te leven. De ‘accepted good practices’ zijn ge groepeerd rond 8 onderwerpen.

Hieronder worden de principes van de Rabobank per onderwerp kort toegelicht.

• Voer en water: Alle dieren moeten toegang hebben tot voldoende voer en water om te voorzien in hun functionele en gedragsmatige behoeften. Medicinaal of verrijkt voer en water dient enkel gebruikt te worden op basis van professioneel advies of wanneer dit niet nadelig is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren.

• Gepaste huisvesting: Als gebruik wordt gemaakt van huisvesting, dient dit tegemoet te komen aan de gedragsbehoeften van de dieren met betrekking tot beweging, functionele ruimte, verrijking van de omgeving, rustgewoon-tes en ongevaarlijke sociale gewoontes. De huisvesting dient de dieren te beschermen tegen verwonding en ongemak. Verdere specificaties over huisvesting zijn te vinden in het Beleid Veehouderij.

• Gezondheid en ziekte: Er dient een preventief gezondheidsprogramma operationeel te zijn, waarbij dieren periodiek getest worden en passende maatregelen getroffen worden wanneer dit nodig is.

• Houderijpraktijken: Alle gehanteerde houderijpraktijken dienen ongemak, verwonding en pijn die dieren kunnen ervaren te minimaliseren. Met name voor praktijken die bij de uitvoering ervan verwonding en pijn veroorzaken (bijvoorbeeld onthoornen of castreren), dienen indien mogelijk alternatieven gebruikt te worden of pijnverlichtende maatregelen te worden genomen.

• Vervoer: Het vervoer van dieren in kleine ruimtes in wegtransportvoer-tuigen mag bij voorkeur niet langer dan acht uur duren. De dieren dienen tijdens de reis te worden uitgeladen gedurende de rusttijden van de chauffeur. Ze moeten kunnen rusten en worden voorzien van voer en water. De gehanteerde praktijken moeten het ongemak en het risico op verwonding minimaliseren.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten wij van alle klanten die met dieren werken, waar ter wereld zij ook actief zijn, dat zijn:

• het welzijn van dieren respecteren en beschermen; • zich bewust zijn van de mogelijkheid dat zij dierenwelzijnskwesties kunnen

veroorzaken of daaraan kunnen bijdragen en dus voorzorgsmaatregelen treffen om dit te vermijden;

• twee belangrijke principes van dierenwelzijnsmanagement waarborgen, namelijk:

- Voorzien in de cruciale overlevingsbehoeften van dieren, verwijst naar het voldoen aan de 'Five Animal Freedoms’. Deze vrijheden verwijzen naar het minimaliseren van negatieve ervaringen voor dieren door ervoor te zorgen dat zij geen honger, dorst, pijn, verwondingen, ongemak of angst hebben en de vrijheid hebben om zich normaal te gedragen;

- Positieve ervaringen bevorderen. Dit betekent verbetering van het welzijn van dieren tot boven het overlevingsminimum door hen de kans te geven zich te gedragen op een manier die hen comfort, zelfverzekerdheid en keuzemogelijkheden biedt;

deze principes ondersteunen het huidige inzicht dat acceptabel manage-ment van dierenwelzijn zowel minimalisatie van negatieve ervaringen als het bieden van kansen op positieve ervaringen dient te omvatten;

• transparant zijn en verantwoording afleggen over eventuele dieren-welzijnsincidenten;

• de richtlijnen die hieronder zijn beschreven toepassen als zij werken met dieren in de volgende situaties: 1 landbouwhuisdieren;2 gezelschapsdieren;3 gebruik van dieren voor experimentele doeleinden;4 gebruik van dieren voor shows en evenementen;5 bescherming en behoud van dieren in het wild.

8 De religieuze autoriteit in wier naam de slacht plaatsvindt, geldt als de bevoegde partij voor het hanteren en bewaken van de speciale voorzieningen die van toepassing zijn op het slachtproces volgens bepaalde religieuze gebruiken. Deze autoriteit handelt onder verantwoordelijkheid van de officieel bevoegde dierenarts.

Page 23: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

44 45Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

voordelen en het minimaliseren van de schade. Wanneer er experimenten worden uitgevoerd, moeten de Drie V-principes in acht worden genomen. Deze houden het volgende in:

• vervang het gebruik van dieren door alternatieve technieken of maak helemaal geen gebruik van dieren;

• verminder het aantal dieren en beperk dit tot een minimum, zodat er (meer) informatie wordt verkregen van hetzelfde of een kleiner aantal dieren;

• verfijn de manier waarop experimenten worden uitgevoerd zodat dieren zo min mogelijk lijden.

Deze bepalingen gelden voor het gebruik van dieren voor de ontwikkeling, de productie, en het testen van de kwaliteit, de effectiviteit en de veiligheid van medicijnen, voedingsmiddelen en andere substanties of producten die worden gebruikt:

• voor de behandeling van ziektes of gezondheidsproblemen bij mensen, dieren of planten;

• voor de behandeling van fysiologische aandoeningen bij mensen, dieren of planten;

• voor de bescherming van de natuurlijke omgeving ten behoeve van mensen of dieren.

De Rabobank financiert geen andere vormen van onderzoek op dieren die gevoel kunnen ervaren, inclusief het klonen van dieren voor commerciële doeleinden. Bovendien financiert de Rabobank niet het gebruik van bedreigde diersoorten of primaten voor experimentele doeleinden, behalve in beperkte, zeer specifieke gevallen:

• als het doel van het betreffende experiment/onderzoek het voortbestaan van de betrokken diersoort betreft;

• als de diersoort aantoonbaar de enige geschikte kandidaat is voor het betreffende biomedische doel.

In het geval dat het welzijn van het dier na afloop van de experimenten niet gegarandeerd kan worden, dient het zo spoedig en pijnloos mogelijk op een officieel goedgekeurde manier te worden gedood.

• Slacht: De omgang met en slacht van de dieren dient te verlopen op een manier die zo min mogelijk ongemak en pijn met zich meebrengt. De Rabobank beseft dat het noodzakelijk is om rekening te houden met de specifieke voorschriften van bepaalde religieuze gebruiken, zoals halal slachten8. In dit geval moet men indien mogelijk omkeerbare bedwelming gebruiken.

• Genetica en raskeuze: De keuze van rassen en fokdoelstellingen dient niet alleen gebaseerd te zijn op maximale productie en/of winst, maar houdt ook rekening met dierenwelzijnseisen. Daarnaast dienen de gebruikte rassen zich aantoonbaar te kunnen aanpassen aan de omgeving waarin zij geacht worden te presteren.

• Veehouderschap: Eigenaren of houders van dieren waken over het welzijn van hun dieren en moeten op zijn minst zorgen dat zij geen onnodige pijn, ongemak of ander leed veroorzaken. Ook moeten welzijnsverrijkende mogelijkheden worden geboden. Omdat de houding en het gedrag van veehouders dieren negatief of positief kunnen beïnvloeden, moeten zij te allen tijde de dieren met zorg behandelen. De Rabobank onderstreept het belang van en de behoefte aan passende training voor alle (medewerkers van) veehouders en de invoering van prikkels om het gebruik van goede managementpraktijken te stimuleren.

Ad 2. GezelschapsdierenDe meeste aspecten die zijn genoemd voor landbouwhuisdieren gelden ook voor gezelschapsdieren, namelijk voer en water, passende huisvesting (stal), gezondheid en ziektebeheer, genetica en raskeuze en dierenverzorging (veehouderschap). Wat betreft de drie overige aspecten: pijnlijke houderij -prak tijken die pijn of verwonding kunnen veroorzaken, dienen, indien to egepast, uitgevoerd te worden door een dierenarts. Er dienen speciale voorzorgsmaatregelen voor vervoer van gezelschapsdieren over een lange afstand te worden genomen en slacht is uiteraard uitgesloten.

Ad 3. Bescherming van dieren gebruikt voor experimentele doeleindenIn de visie van de Rabobank Groep dienen experimenten op dieren die gevoel kunnen ervaren alleen plaats te vinden als, na specifieke beoordeling, de doel-einden van het experiment/onderzoek (dat wil zeggen de verwachte voorde-len) als gerechtvaardigd beschouwd worden. Bovendien moet een schade-batenanalyse aangetoond hebben dat de voordelen zwaarder wegen dan de schade en dat specifieke aandacht is besteed aan het maximaliseren van de

Page 24: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

46 47Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

Beleid Biodiversiteit Biodiversiteit is de term die wordt gebruikt om de verscheidenheid van het leven op aarde en alle natuurlijke processen te omschrijven. Langdurige of onomkeerbare schade aan de biodiversiteit wordt beschouwd als nadelig. Onder relevante potentiële negatieve

effecten vallen bijvoorbeeld verlies, degradatie of fragmentatie van habitats (aangepast, natuurlijk en kritiek), invasieve uitheemse soorten, uitputting, hydrologische veranderingen, afname van de voedselrijkdom en vervuiling.

Waar wij ons voor inzettenDe Rabobank gelooft dat duurzaam beheer van levende natuurlijke hulp-bronnen van fundamenteel belang is voor duurzame ontwikkeling. We zijn ons ervan bewust dat de economische activiteiten van onze bedrijfsvoering een bedreiging kunnen vormen voor het milieu en mogelijk schadelijk zijn voor de biodiversiteit en ecosysteemdiensten.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van biodiversiteit specifiek voor in om:

• veroorzaken of bijdragen aan negatieve gevolgen voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten te voorkomen en streven we bovendien naar een netto positieve impact op biodiversiteit en ecosysteemdiensten;

• klanten verantwoorde financiële producten en diensten te bieden die de integriteit van biodiversiteit en ecosysteemdiensten beschermen en behouden;

• te streven naar het bereiken van zero net deforestation door bij voorkeur niet betrokken te zijn bij transacties die direct zijn gerelateerd aan ontbossings-activiteiten.

Wat wij van onze klanten verwachtenKlanten van de Rabobank kunnen een negatief effect hebben op biodiver-siteit en ecosystemen en dit effect kan vervolgens weer van invloed zijn op ecosysteemdiensten. Degradatie en verlies van ecosysteemdiensten kan een operationeel, financieel en reputatierisico vormen voor de klant en voor de Rabobank.

Personen die experimenten uitvoeren of daaraan deelnemen, dienen weten-schappelijk bevoegd te zijn en te beschikken over de juiste opleiding en training. Alle betrokken fokkerijen, leveranciers en gebruikers moeten goedgekeurd zijn door de bevoegde autoriteiten. Ten slotte dienen alle experimenten en onder-zoeken op dieren die gevoel kunnen ervaren in overeenstemming te zijn met de relevante nationale en regionale wet- en regelgeving.

Ad 4. Gebruik van dieren voor shows en evenementenDe Rabobank gaat niet in op verzoeken voor de sponsoring van evenementen met dieren tenzij er duidelijk zal worden voldaan aan de ‘Five Animal Freedoms’, positieve ervaringen voor de dieren worden gestimuleerd en de activiteit op lokaal niveau wordt geaccepteerd. Hiertoe moet de organisator van het evenement de Rabobank bewijs overleggen in de vorm van een verklaring van een onafhankelijke deskundige. De Rabobank ondersteunt geen enkele vorm van dierengevechten voor vermaak. De Rabobank neemt geen nieuwe klanten aan die betrokken zijn bij dolfinaria/walviscentra. Waar mogelijk helpt de Rabobank bestaande klanten met de overgang van hun bedrijfsactiviteiten naar andere sectoren.

Ad 5. Bescherming en behoud van dieren in het wildDe Rabobank Groep gaat geen commerciële relatie aan met klanten van wie is bewezen dat zij betrokken zijn bij de illegale handel in diersoorten die zijn opgenomen in bijlage I en II van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier­ en plantensoorten (CITES).

Page 25: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

48 49Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

• sectorspecifieke goede praktijken en adaptief management implementeren zodat de implementatie van mitigatie- en managementmaatregelen inspeelt op veranderende omstandigheden;

• fokprogramma’s uitvoeren die rekening houden met de levenskwaliteit van het dier;

• een beleid hebben waaruit blijkt dat zij zich bewust zijn van hun risico’s op een negatieve impact op biodiversiteit en ecosysteemdiensten;

• vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen toestemming (FPIC) verkrijgen van lokale inheemse volken wanneer er plannen worden ontwikkeld die een negatieve impact kunnen hebben op biodiversiteit of ecosysteemdiensten;

• managementpraktijken hanteren om biodiversiteit te beschermen, waar onder kwantitatieve doelstellingen en tijdlijnen voor deze doelstellingen.

De Rabobank stimuleert klanten om zich te houden aan IFC Performance Standard 6 inzake biodiversiteit, die onderkent dat het beschermen en behouden van biodiversiteit, het onderhouden van ecosysteemdiensten en het duurzaam beheren van levende natuurlijke hulpbronnen van fundamen-teel belang zijn voor duurzame ontwikkeling.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid verwachten wij op het gebied van biodiver siteit specifiek van onze klanten dat zij:

• inzicht hebben in hun potentiele effecten op biodiversiteit en ecosysteem-diensten;

• geen schade toebrengen aan gebieden met een ‘high conservation value’/ hoge beschermingswaarde of gebieden met ‘high carbon stock’ (grote koolstofvoorraden), herbestemming van deze gebieden veroorzaken of daaraan bijdragen;

• niet werkzaam zijn in (inter)nationaal wettelijk beschermde gebieden en gebieden die wereldwijd, regionaal of nationaal van grote biodiversiteits-waarde zijn;

• niet werkzaam zijn in wettelijk beschermde gebieden, gebieden op de UNESCO-werelderfgoedlijst en Ramsar-gebieden tenzij ontwikkeling wettelijk is toegestaan en strookt met de erkende managementplannen voor het gebied;

• niet bijdragen aan een netto afname van de populatie van bedreigde dieren; • niet opzettelijk uitheemse soorten introduceren en maatregelen nemen om

mogelijke abusievelijke of onbedoelde introductie, bijvoorbeeld via vervoer van uitheemse soorten, te vermijden;

• ernaar streven om geen negatieve impact op de biodiversiteit en ecosysteem-diensten te veroorzaken of daaraan bij te dragen of, wanneer dit onmogelijk is, deze impact te minimaliseren. Daarnaast ernaar streven om een netto positieve impact te hebben op biodiversiteit en ecosysteemdiensten;

• een mitigatiestrategie implementeren met een volgorde die zich allereerst richt op het vermijden van impact, vervolgens op herstel van onvermijdelijke impact en als laatste redmiddel op compensatie voor onvermijdelijke resterende impact indien vermijdings- en herstelmaatregelen tekortschieten;

Page 26: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

50 51Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

• ons te laten leiden door de mate van transparantie binnen de betrokken ondernemingen wanneer we besluiten activiteiten op het gebied van gentechnologie te financieren;

• een dialoog te onderhouden met wetenschappers, ethici, politici en maatschappelijke organisaties.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is zich bewust van en respecteert de zorgen die binnen sommige delen van de samenleving leven ten aanzien van de mogelijk negatieve effecten van gentechnologie.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid verwachten wij op het gebied van gentechnologie specifiek van onze klanten dat zij:

• een duidelijk kader ontwikkelen voor het gebruik van gentechnologie om ervoor zorg te dragen dat morele standpunten en alle actuele maatschap-pelijke zorgen met betrekking tot deze technologie en het gebruik ervan zorgvuldig worden meegewogen;

• transparant zijn over hun activiteiten en doelstellingen met betrekking tot gentechnologie en de dialoog met stakeholders aangaan wanneer dat verzoek er ligt;

• goede praktijken invoeren wanneer er dieren worden gebruikt voor experimentele en wetenschappelijke doeleinden, die in overeenstemming zijn met ons Beleid Dierenwelzijn.

Beleid Gentechnologie Gentechnologie of genetische modificatie manipuleert het genoom van een organisme direct met gebruik van DNA van bacteriën, virussen of andere planten en dieren. Het kan worden gebruikt in landbouw om gewassen te ontwikkelen met een

verbeterde voedingswaarde en een grotere weerstand tegen en tolerantie voor insecten, droogte, bodemomstandigheden of de directe toepassing van onkruidverdelgers en pesticiden. Onder relevante potentiële negatieve impact wordt onder andere voedselveiligheid, voedselzekerheid, milieuschade, keuzevrijheid van de consument en etikettering verstaan.

Waar wij ons voor inzetten De Rabobank gelooft stellig dat gentechnologie een oplossing kan bieden voor het blijven voeden van de snel groeiende wereldbevolking tot in de verre toekomst. We verwachten dat gentechnologie in de komende decennia een belangrijke bijdrage kan leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken op het terrein van voedselzekerheid en volksgezondheid en aan de ontwikkeling van ecologisch duurzame productieprocessen. We zijn ons bewust van de twijfels die nog bij velen leven ten aanzien van deze technologie. Daarom vinden wij dat de toepassing van gentechnologie door alle betrokken partijen met zeer grote zorgvuldigheid omgeven dient te worden. Met name met de belangen van de samenleving moet zorgvuldig worden omgegaan en de communicatie met stakeholders moet open verlopen. Alleen onder deze voorwaarden wil de Rabobank als financiële dienst verlener bij deze technologie betrokken zijn.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van gentechnologie speci-fiek voor in om:

• ons standpunt ten aanzien van gentechnologie helder te formuleren; • alleen betrokken te zijn bij activiteiten die meerwaarde kunnen leveren aan

de gebruikers van de producten waarin gentechnologie is verwerkt en die tegelijkertijd de veiligheid van mensen, natuur, milieu en dierenwelzijn in acht nemen;

• kredietaanvragen voor gentechnologie te beoordelen binnen hun eigen specifieke context;

Page 27: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

52 53Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

Beleid Beleggen in agrarische grondstofderivaten Agrarische grondstofderivaten zijn futures, termijncontracten, opties en swaps van landbouwgrondstoffen. Ze worden over het algemeen gebruikt als instrument om risico’s af te dekken, maar kunnen ook worden gebruikt voor speculatieve

doeleinden. Een mogelijk gerelateerd negatieve impact hiervan is een destabiliserend effect op de landbouwgrondstoffenmarkt

Waar wij ons voor inzetten De Rabobank is zich bewust van het aanhoudende debat rondom beleggen in agrarische grondstofderivaten. In onze optiek spelen derivatenmarkten een cruciale rol bij prijsvorming en het compenseren van prijsrisico’s. Nu de markten krapper en volatieler worden, groeit de behoefte van alle stakeholders in de food & agriwaardeketen aan toegang tot instrumenten om deze toenemende prijsrisico’s te compenseren.

Wij zijn een leidende food- en agribank en een strategische partner voor ondernemingen binnen de hele wereldwijde voedselketen. Vanuit die rol facili-teren we spelers in deze waardeketen (onze food- en agribusinessklanten) bij het benutten van derivateninstrumenten en -markten.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van agrarische grondstofderivaten specifiek voor in om:

• niet voor eigen rekening te handelen in grondstofderivaten voor puur speculatieve doeleinden;

• te waarborgen dat we duurzame praktijken hanteren in onze klant- en bedrijfsrelaties, zoals beschreven in onze Food & Agribusiness principes9 en sectorbeleid;

• de toetsing van (materiële) ecologische en maatschappelijke effecten te integreren in ons investeringsbesluitvormingsproces en in onze kredietver-strekking aan klanten;

• actief deel te nemen aan multistakeholder initiatieven om de duurzaamheid van grondstofketens te bevorderen, zoals de ronde tafels voor palmolie, soja, suiker;

• het gesprek aan te gaan met belangrijke stakeholders (zoals klanten, NGO’s, toezichthouders) om bij te dragen aan het onderkennen van materiële kwesties en om positieve verandering te bewerkstelligen;

• onze klanten bewust te maken van de risico’s en dilemma’s die gepaard gaan met investeringen in agrarische grondstofderivaten;

• klanten te faciliteren die willen investeren in landbouw- en voedselbedrijven die bijdragen aan voedselzekerheid;

• onderzoek en verdere analyse van de effecten van commercialisering van de landbouwgrondstoffenmarkten te ondersteunen, met nadruk op de armste bevolkingsgroepen;

• in gesprek te gaan met beleidsmakers en toezichthouders over de stabiliteit van de landbouwgrondstoffenmarkten op de lange termijn en met beurzen voor grondstoffutures, beleggingsmanagers, etc., met als doel om de governance en transparantie van grondstoffutures en over­the­counter (OTC) markten te verbeteren voor toezichthouders;

• verschillende maatregelen te nemen om een potentieel destabiliserend effect van onze activiteiten op de landbouwgrondstoffenmarkt te voor-komen, conform de aanbevelingen van de UN Principles for Responsible Investing (UNPRI) en de UN Global Compact.

9 De Rabobank heeft vijf Food & Agribusiness principes geformuleerd: 1) streven naar voedselveiligheid en –zekerheid; 2) verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen; 3) bijdrage aan welbewuste keuzes van burgers en consumenten; 4) verantwoord omgaan met dieren; 5) bevorderen van sociaal welzijn.

Page 28: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

54 55Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

Beleid Land governance Veranderingen in het bestuur en het gebruik van land en natuurlijke hulpbronnen kunnen economische, maatschap-pelijke, ecologische en politieke impact hebben op gemeen-

schappen, families en andere stakeholders. Inherente schaarste van land kan leiden tot ingrijpende geschillen en conflicten, die soms niet eenvoudig op te lossen zijn vanwege zwak bestuur ten aanzien van rechten op bezit, toegang tot en gebruik van land of beperkte praktische bescherming van rechten van staatswege. Deze conflicten kunnen een aanzienlijke invloed hebben op gemeenschappen die vaak onvoldoende in staat zijn om hun legitieme belangen te verdedigen.

Waar wij ons voor inzettenNaast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er met het oog op land governance specifiek voor in om:

• legitieme rechten op bezit, toegang tot en gebruik van land van lokale gemeenschappen en individuen te erkennen;

• solide en eerlijke land governance praktijken te bevorderen, met inbegrip van de Voluntary Guidelines on the Responsible Governance of Tenure of Land, Fisheries and Forests in the context of national food security (VGGT);

• klanten te stimuleren om verantwoordelijk om te gaan met land gover nance. Hiermee bedoelen we onder andere respect voor legitieme rechten op bezit, toegang tot en gebruik van land, het recht op vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen toestemming van alle stakeholders bij veranderingen in grondbezit of grondgebruik, met inbegrip van het aanpakken van genderkwesties en de implementatie van passende mecha-nismen voor klachten en het oplossen van geschillen. Deze mechanismen worden op een begrijpelijke en toepasselijke wijze gecommuniceerd;

• klanten te stimuleren de rechten van inheemse volken, kwetsbare groepen en lokale gemeenschappen te respecteren en te garanderen dat er vol-doende aandacht aan hun zorgen wordt besteed.

Wat wij van onze klanten verwachtenWe zijn ons ervan bewust dat ondernemingen die actief zijn in voedsel- en landbouwsectoren aanzienlijke bedrijfsrisico's kunnen lopen in kwesties rondom land governance en dat de risico's kunnen verschillen afhankelijk van de soort grondstof en het land waarin ze actief zijn. Rabobank heeft daarom specifieke verwachtingen van klanten die actief zijn in relevante sectoren.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid en met het oog op land governance verwach-ten wij specifiek van onze klanten dat zij:

• inzicht hebben in hun potentiële impact in land governance kwesties en dat zij de lokale kaders voor eigendomsrechten begrijpen, inclusief de gangbare regels, regelingen en bureaucratische processen;

• geen ernstige conflicten ten aanzien van grondbezit, het gebruik van land of de toegang daartoe veroorzaken of daaraan bijdragen10;

• projectland identificeren door middel van een due diligence-proces dat kijkt naar hoe het toekomstige gebruik van projectgrond samenhangt met huidig gebruik en bewoning van de grond. Bovendien worden zij geacht de aan land- en eigendomsrechten gerelateerde risico's te analyseren in het beoogde projectgebied en op nationaal niveau;

• zich publiekelijk verbinden aan principes voor duurzame en/of verantwoor-de bedrijfsvoering ter bevordering van goede land governance en dat zij geschikte bestuursstructuren, -beleid en -managementsystemen implemen-teren;

• zoveel mogelijk hun manier van zakendoen in overeenstemming brengen met de VGGT en relevante ronde tafels;

• inclusieve bedrijfsmodellen toepassen; • overwegen om grootschalige overdracht van grondeigendomsrechten te

vermijden en te zoeken naar alternatieven die de schade voor de lokale gemeenschappen beperken;

• sectorspecifieke best practices hanteren voor goede naleving van land governance en het omgaan met geschillen over landrechten, over plannen met concrete doelen en overtuigende tijdslijnen beschikken en een goede staat van dienst hebben in het oplossen van geschillen;

10 Landroofpraktijken worden op geen enkele wijze ondersteund.

Page 29: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

56 57Beleidskader DuurzaamheidThemabeleid

• overleggen met stakeholders om risico’s terug te dringen en potentiële en feitelijke negatieve effecten van veranderingen in land governance en landgebruik herstellen;

• onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar maatschappelijke en ecologische consequenties, de impact op mensenrechten en/of de effecten op het levensonderhoud van huishoudens;

• klachtenmechanismen aanbieden aan alle stakeholders die proportioneel, cultureel gepast, toegankelijk en transparant zijn, verantwoording omvatten, en bescherming bieden ter voorkoming van vergelding;

• zich bewust zijn van de risico’s voor landconflicten in hun waardeketen en alleen zakendoen met partijen die kunnen aantonen dat ze ook sectorspeci-fieke goede standaarden en praktijken hanteren11;

• due diligence-onderzoeken uitvoeren om zich te vergewissen in hoeverre zij in verband gebracht worden met ondernemingen die niet werken volgens de geldende wet- en regelgeving;

• geldende regelgeving en vrijwillige schema’s voor duurzame waardeketens naleven en hun invloed, kennis en netwerken gebruiken om hun waardeke-ten te verduurzamen;

• overeenkomsten met gemeenschappen en anderen monitoren en naleving handhaven;

• transparant zijn over land governance gerelateerde geschillen en oplossing van conflicten.

Ad. 1 Inheemse Volken We erkennen dat inheemse volken een bijzonder kwetsbare groep zijn. Wanneer een klant een project voorstelt op land dat eigendom is van inheemse volken en wanneer er negatieve effecten worden verwacht zal de Rabobank klanten stimuleren om zich te houden aan 'accepted best practices' zoals vastgelegd in de Verklaring van de VN inzake de rechten van inheemse volken en de IFC Performance Standard 7 inzake inheemse volken. Van klanten wordt ook verwacht dat zij zich houden aan lokale wetgeving.

Hieronder worden de principes van de Rabobank per onderwerp kort, maar niet uitput-tend, toegelicht.

• Compensatie: van de klant wordt verwacht dat hij getroffen gemeenschappen van inheemse volken een passende compensatie biedt en cultureel passende duurzame ontwikkelingsmogelijkheden.

• Overleg: de klant moet de dialoog met de getroffen gemeenschappen van inheemse volken aangaan, omdat zij een belangrijke stakeholder zijn met vaak belangrijke informatie over hun traditionele land.

• FPIC: wanneer gemeenschappen van inheemse volken worden getroffen door het potentiële project van de klant, moet de vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen toestemming van deze getroffen gemeenschappen worden verkregen voordat het project verder doorgang kan vinden.

• Informatiestromen: alle aspecten met een potentieel negatief effect moeten worden beoordeeld en vastgelegd, evenals de inspanningen om deze effecten te voorkomen of te minimaliseren. De klant dient ervoor zorg te dragen dat getroffen gemeenschappen van inheemse volken op een cultureel passende en begrijpelijke manier worden geïnformeerd.

11 We zijn ons ervan bewust dat de mate waarin een klant dit kan bewerkstelligen bij leveranciers afhangt van de invloed die de klant heeft op de keten en van de relatieve grootte van de onderneming van de klant ten opzichte van andere partijen in de keten.

Page 30: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

58 59Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Sectorbeleid

Veehouderij

Wapenindustrie Bosbouw

Palmolie

Scheepsrecycling

Soja

SuikerrietBiobrandstof

Cacao, koffie & katoen

Viskwekerij, visserij en visverwerkende

industrie

Winningsindustrie

Beleid Viskwekerij, visserij en visverwerkende industrie Dit beleid heeft betrekking op alle activiteiten in de viskwekerij,

visserij en visverwerkende industrie. Deze activiteiten leiden tot het kweken en/of oogsten van waterorganismen zoals vissen, schaal- en weekdieren en planten. Viskwekerij heeft betrekking op visteelt die onder gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt. Bij visserij gaat het om zee-, kust- en binnenvisserij, dus dieren gevangen in het wild in plaats van gekweekt in gevangenschap. De visverwerkende industrie heeft betrekking op verwerking en handel.

Belangrijke potentiële negatieve impact:

• vervuiling van oppervlaktewater; • verlies van biodiversiteit; • overbevissing; • het vangen van en handelen in bedreigde soorten; • niet-duurzame visserijmethoden; • uitputting/verlies van visgronden waar het levensonderhoud van lokale

gemeenschappen (voedselzekerheid) van afhangt; • slechte arbeidsomstandigheden; • voedselveiligheid.

Waar wij ons voor inzettenIn aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van viskwekerij, visserij en visverwerking industrie specifiek voor in om:

• onze klanten te stimuleren om transparant te zijn over hun huidige visvangst of -inkoop en hun plannen om het aandeel verantwoord gevangen of gekweekte vis te vergroten;

• onze klanten te stimuleren om sectorspecifieke goede praktijken te hand-haven, energiezuinige vaartuigen te gebruiken, voldoende gezonde en veilige arbeidsomstandigheden zeker te stellen en voldoende beloning te bieden aan hun medewerkers;

• klanten aan te bevelen om in hun inkoopbeleid aandacht te besteden aan duurzaamheidskwesties in de visserijsector;

Page 31: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

60 61Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

• een beoordeling doen van de sociale en milieueffecten voordat zij nieuwe kweekactiviteiten opstarten en de resultaten van dit onderzoek mee nemen in planning, management en bedrijfsvoering van deze activiteiten;

• normen hanteren voor voedselveiligheid. Bovendien worden zij geacht de herkomst van de producten en de gebruikte kweekpraktijken te achterhalen;

• goede praktijken hanteren voor het beheer van rechten met betrekking tot eigendom, toegang tot of gebruik van land en visgronden, conform ons Beleid Land governance.

Ad. 2 Visverwerkende industrie In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid verwachten we specifiek van al onze klanten in de visverwerkende industrie dat zij:

• voorkomen dat er IUU-vis in hun systemen terechtkomt; • zorgen voor goede werkomstandigheden in hun bedrijf; • erop toezien dat er geen kinderarbeid of slavenarbeid is in hun

waardeketen; • naar beste kunnen zorgen voor een betere traceerbaarheid in hun

waardeketen; • normen op het gebied voor voedselveiligheid hanteren.

Ad. 3 VisserijIn aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de visserij dat zij:

• actie ondernemen om certificering te behalen van een geloofwaardig keurmerk voor duurzame visserij, zoals dat van de Marine Stewardship Council (MSC);

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties voor de visserij;

• vissen op een manier die niet leidt tot overbevissing of uitputting van de visstand en die aantoonbaar bijdraagt aan het herstel van uitgeputte soorten;

• zich onthouden van het illegaal vangen van en handelen in bedreigde soorten;

• onze viskweekklanten te stimuleren om alternatieven te vinden voor het gebruik van visolie en vismeel als voer, en om transparant te zijn over hun huidige teelt of inkoop en over hun plannen om de productie van duurzaam geweekte vis afkomstig uit duurzaam beheerde bronnen te vergroten;

• klanten te adviseren de herkomst van de reguliere visserijproducten die zij inkopen te herleiden naar specifieke schepen en visgronden om te voor-komen dat zij bedreigde soorten gebruiken en dat zij betrokken raken bij mensenrechten- of arbeidskwesties.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is ervan overtuigd dat duurzame visserij mogelijk is. Omdat de bedrijfsprocessen in aquacultuur, visverwerkende industrie en visserij verschil-len, maken we onderscheid in de verwachtingen die we hebben van klanten die actief zijn in deze verschillende bedrijfstakken. We verwachten van al onze klanten dat zij illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij (IUU) en gerelateerde activiteiten altijd vermijden. De Rabobank zal klanten stimuleren de ‘accepted good practice’-richtlijnen zoals gepubliceerd door de IFC (Good Practice Note: Improving Animal Welfare in Livestock Operations) na te leven.

Ad. 1 ViskweekNaast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de viskweek, afhankelijk van hun rol in deze sector, dat zij:

• actie ondernemen om certificering te behalen van een geloofwaardig keurmerk voor duurzame viskweek, zoals dat van de Aquaculture Stewardship Council (ASC) of de Best Aquaculture Practices (BAP);

• toereikende maatregelen nemen die de onverminderde kwaliteit en beschikbaarheid van het oppervlaktewater en de waterhoudende bodem-laag garanderen;

• adequate maatregelen nemen om de schadelijke gevolgen van de intro-ductie van uitheemse of genetisch gemanipuleerde soorten te minimali-seren;

• voer inkopen bij betrouwbare leveranciers die grondstoffen op een verantwoorde manier vergaren, bij voorkeur bij leveranciers met een IFFO Responsible Supply certificering;

Page 32: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

62 63Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Beleid Wapenindustrie Onder wapens worden verstaan: al hetgeen in algemene zin wordt aangeduid als wapens en wapensystemen, inclusief product-

specifieke onderdelen, deelsystemen, reservedelen, onderhoud, bediening, bemiddeling en advisering, die bedoeld zijn voor en bruikbaar zijn in gewapende conflicten en daaraan een substantiële bijdrage kunnen leveren.We onderscheiden twee soorten wapens: controversiële en niet-controversiële wapens. De algemeen geaccepteerde, praktisch toepasbare definitie van de wapenindustrie luidt als volgt: de wapenindustrie is een industrie waarin wapens en hiervan afgeleide producten worden gemaakt voor en aangekocht door de krijgsmacht, private beveiligingsorganisaties of de politiemacht van een land.

Waar wij ons voor inzettenDe primaire internationale focus van de Rabobank is de food- en agribusiness-sector. Toch is het essentieel om een positie in te nemen ten aanzien van de wapenindustrie, omdat hieraan gerelateerde bedrijfsactiviteiten vaak deel uitmaken van grote conglomeraten. Mensenrechten en de wapenindustrie staan op gespannen voet met elkaar. Wapens, de handel in wapens en de wapenindustrie kunnen immers leiden tot schending van de mensenrechten, vooral in conflictsituaties en in landen met een controversieel regime. De Rabobank erkent het recht van democratische landen om zich te verdedigen. Tegelijkertijd is het beleid omtrent de wapen-industrie gebaseerd op het principe van ‘Nee, tenzij’.

Dit principe is als volgt geïmplementeerd: vanuit haar kernwaarden onthoudt de Rabobank zich van het faciliteren van de wapenindustrie, tenzij het bedrijf in kwestie alleen niet-controversiële wapens of wapengerelateerde producten levert aan niet-controversiële regimes. De Rabobank onderscheidt zeven soorten controversiële wapens: clusterwapens, antipersoonsmijnen, witte fosfor die wordt gebruikt voor explosieve wapens of munitie, munitie met verarmd uranium, biologische wapens, chemische wapens en kernwapens12.

• vangstmethoden hanteren die zo min mogelijk gevolgen hebben voor andere zeedieren en/of natuurlijke habitats en de vangst van niet-doelsoor-ten vermijdt;

• normen voor voedselveiligheid toepassen; • goede praktijken hanteren voor het beheer van rechten met betrekking tot

eigendom, toegang tot of gebruik van visgronden, conform ons Beleid Land governance.

12 De definities van controversiële wapens zijn gebaseerd op de volgende conventies en verdragen: Convention on the Prohibition of the Use, Stockpiling, Production and Transfer of Anti­Personnel Mines and on their Destruction (Ottawa Conventie, 1997); Convention on the Development, Production and Stockpiling of Bacteriological (Biological) and Toxin Weapons and on their destruction (1972); Conven­tion on the Prohibition of the Development, Production, Stockpiling and Use of Chemical Weapons and on their Destruction (1993); Convention on Cluster Munitions (Oslo Conventie, 2008); en het Non­proli­feratie Verdrag (1968).

Page 33: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

64 65Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Wat wij van onze klanten verwachtenAls financiële diensten worden geleverd aan ondernemingen die betrokken zijn bij niet-controversiële wapens, dient de klant – naast naleving van alle relevante wet- en regelgeving, de algemene verwachtingen die we van klanten hebben wat betreft duurzame ontwikkeling en de verwachtingen die staan beschreven in de rest van ons duurzaamheidsbeleid – te voldoen aan de volgende criteria:

• als er sprake is van export van goederen voor militaire doeleinden en goederen voor tweeërlei gebruik, dient de exporteur over de juiste export-vergunning te beschikken;

• er dienen geen zakenrelaties te zijn met tussenpersonen, omdat snel het zicht op het werkelijke doel van de financiering en het uiteindelijke gebruik van het wapengerelateerde product wordt verloren;

• het spannings- en stabiliteitscriterium dient te worden gerespecteerd: de bank dient er zeker van te zijn dat het mogelijke gebruik van de te leveren wapens niet bijdraagt aan het uitlokken van conflicten of het verhogen van spanningen en daarmee een negatieve effect kan hebben op de vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio.

Deze worden als controversieel beschouwd vanwege hun humanitaire impact en/of het grote aantal burgerslachtoffers dat zij veroorzaken, vaak nog vele jaren na het einde van de conflicten waarin ze gebruikt worden. Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van de wapenindustrie specifiek voor in om:

• geen financiële diensten te bieden aan ondernemingen die betrokken zijn bij controversiële wapens, of betrokken zijn bij wapens die kunnen worden gebruikt voor controversiële doeleinden;

• niet met eigen middelen te beleggen in enige activiteit die betrekking heeft op controversiële wapens. Dit geldt ook voor directe beleggingen binnen het kader van onze beleggingsdienstverlening (inclusief vermogensbeheer en daaraan gerelateerd advies);

• niet betrokken te zijn bij controversiële regimes. Hiervan is sprake als er zowel een wapenembargo als financiële sancties en reisbeperkingen gelden van de VN, de Verenigde Staten en/of de Europese Unie. Dit houdt in dat:

- de Rabobank niet belegt in staatsobligaties die zijn uitgegeven door staten die zijn onderworpen aan sancties van de VN-Veiligheidsraad en/of de Europese Unie of de Verenigde Staten in de vorm van een wapenembargo, financiële beperkingen of reisbeperkingen. Ook verleent de Rabobank geen financiële diensten aan deze staten en/of hun centrale banken;

- de Rabobank niet belegt in effecten die zijn uitgegeven door onder-nemingen die betrokken zijn bij de productie van of handel in wapens die geleverd worden aan landen die onderworpen zijn aan sancties van de VN-Veiligheidsraad en/of de Europese Unie of de Verenigde Staten in de vorm van een wapenembargo, financiële beperkingen en reis-beperkingen;

• dezelfde beperkingen toe te passen (wanneer hier aanleiding voor is) voor staten – en gerelateerde ondernemingen – die niet onderworpen zijn aan de bovengenoemde sancties van de VN-Veiligheidsraad en/of de Europese Unie of de Verenigde Staten, maar wel een verhoogd risico lopen op gewapende conflicten en/of schending van de mensenrechten.

Page 34: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

66 67Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is ervan overtuigd dat een duurzame biobrandstofsector kan worden gerealiseerd door het gebruik van nieuwe technologieën en verbe-terde managementtechnieken in combinatie met aandacht voor arbeidsom-standigheden. In ons klantenbestand bevinden zich klanten die biobrandstof-fen produceren met hun eigen grondstoffen en klanten die grondstoffen produceren voor de productie van biobrandstoffen.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de biobrandstofsector dat zij:

• relevante nationale en internationale wetgeving naleven; • rekening houden met de materiële negatieve impact van de grondstoffen

die zij gebruiken; • een beleid hanteren dat waarborgt dat de grondstoffen afkomstig zijn van

een onderneming die zich houdt aan de voorwaarden beschreven in ons Beleid Palmolie, Beleid Suikerriet, Beleid Soja en Beleid Bosbouw;

• geen biobrandstof en andere biovloeistof produceren die grondstoffen bevatten die zijn onttrokken aan grond met een hoge koolstofvoorraad;

• gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde en veengebieden respecte-ren;

• biobrandstof produceren (hernieuwbare bio-energie) waarvan, na de gehele cyclus van de grondstof (teelt, productie en gebruik) te hebben onderzocht, blijkt dat deze duidelijke voordelen biedt ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met fossiele brandstof, waarbij natuurlijke hulpbronnen zo efficiënt en optimaal mogelijk worden gebruikt;

• er zo goed mogelijk voor zorgen dat de biomassa/grondstof die is gebruikt voor biobrandstof (het land voor) voedselgewassen niet vervangt als er aanwijzingen zijn dat er lokaal onvoldoende voedselzekerheid is

• internationale samenwerking en de dialoog tussen stakeholders bevorderen, met speciale aandacht voor lokale gemeenschappen.

Beleid Biobrandstoffen Biobrandstoffen zijn brandstoffen gemaakt van levende materie (grondstoffen), zoals suikerriet, soja, palmolie of houtproducten. Hoewel de grondstoffen voor biobrandstoffen verschillen, heeft

het merendeel van de biobrandstoffen een aantal potentieel negatieve effecten gemeen, namelijk:

• de maatschappelijke en ecologische schade van het produceren en verwerken van biomassa/grondstoffen zoals bodemerosie, vervuiling, verdroging, landbouw-chemisch afval;

• de toegang tot voedsel en voer neemt af door hogere marktprijzen en er zijn minder voedselgewassen beschikbaar voor mensen en vee;

• de impact van noodzakelijke verplaatsing op de plek waar de biomassa wordt gewonnen, met negatieve ecologische, economische en maatschap-pelijke gevolgen.

Waar wij ons voor inzettenNaast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van biobrandstoffen speci-fiek voor in om:

• klanten aan te sporen sectorspecifieke goede praktijken te hanteren, bijvoorbeeld door een traceringssysteem op te zetten om de (duurzame) herkomst van de biobrandstoffen te achterhalen;

• klanten die biobrandstoffen produceren te stimuleren om gebruik te maken van niet-eetbare gewassen, afval, restanten, niet voor voeding bestemd cellulosemateriaal, lignocellulosehoudend materiaal, algen en niet-bevloeide planten die worden verbouwd in droge gebieden ter bestrijding van woestijnvorming;

• grondstofproductie te ondersteunen die duidelijke aanvullende voordelen biedt aan lokale gemeenschappen, zoals mogelijkheden voor levensonder-houd, energie- en brandstofzekerheid en economische en maatschappelijke stabiliteit;

• ondernemingen te stimuleren om transparant te zijn over hun huidige productie, de herkomst van hun biobrandstoffen en hun plannen om de productie van duurzame biobrandstoffen te vergroten.

Page 35: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

68 69Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Wat wij van onze klanten verwachtenRabobank is ervan overtuigd dat duurzame productie van cacao, koffie en katoen mogelijk is. Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kern-beleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de cacao-, koffie- en katoensector dat zij:

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties voor productie;

• zich onthouden van ontbossing van oerbossen; • praktijken handhaven die de structuur en de vruchtbaarheid van de bodem

verbeteren en bodemerosie en bodemdegradatie voorkomen; • landbouwchemicaliën op een verantwoorde manier gebruiken, toepassen

en bewaren; • toereikende maatregelen nemen om de kwaliteit en kwantiteit van het

grond- en oppervlaktewater te beschermen; • maatregelen nemen om de ecologische impact van bijproducten te

mini maliseren door reductie, hergebruik en recycling van afval; • goede praktijken hanteren voor land governance, conform ons

Beleid Land governance.

Beleid Cacao, Koffie en Katoen Cacao, koffie en katoen zijn zaden die worden verwerkt en gebruikt in consumentenproducten zoals drank, consumptie-goederen en kleding. Potentiële negatieve impact die vaak wordt geassocieerd met de productie van deze drie producten:

• slechte arbeidsomstandigheden, waaronder dwang-, slaven- en kinderarbeid; • verlies van biodiversiteit door ontbossing en herbestemming van habitats • bodemerosie en -degradatie; • onkundig of onjuist gebruik van landbouwchemicaliën; • vervuiling van grond- en oppervlaktewater; • onverantwoord gebruik en beheer van water; • verontreiniging als gevolg van de verwerking van afval; • zorgen over de economische situatie en het levensonderhoud van kleine

boeren.

Waar wij ons voor inzettenIn aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van cacao, koffie en katoen specifiek voor in om:

• het gebruik van sectorspecifieke best practices en principes te stimuleren, inclusief een traceringssysteem om de (duurzame) herkomst van een product te achterhalen. Voorbeelden van best practices zijn, maar zijn niet beperkt tot:

- het Cocoa Action Plan van de World Cocoa Foundation, een strategie voor de cacaosector

- 4C-lidmaatschap voor de koffiesector - het Better Cotton Initiative lidmaatschap voor de katoensector • verantwoord gebruik van water te stimuleren; • respect voor milieu, biodiversiteit, mensenrechten en arbeidsnormen te

stimuleren; • klanten te stimuleren om transparant te zijn over zowel hun huidige

productie en de herkomst van hun producten als hun plannen om de productie of inkoop van duurzame producten te vergroten;

• klanten aan te bevelen om in hun inkoopbeleid aandacht te besteden aan duurzaamheidsvraagstukken rondom productie.

Page 36: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

70 71Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

In het verlengde hiervan en middels de ontwikkeling van ons klantportfolio willen we bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs.

Wij onthouden ons van: • het direct financieren van de exploratie, het winnen of het produceren van

steenkool die wordt gebruikt voor het opwekken van energie, van schalie-gas, teerzand en andere niet-conventionele fossiele delfstoffen, evenals van het transport naar de productie-eenheid, productie, verwerking of raffinage van producten uit deze winningsindustrie;

• het direct financieren van het opwekken van energie uit steenkolen; • het direct financieren van de handel in steenkolen voor het opwekken van

energie. Eventueel financieren we wel direct de handel van metallurgische kolen van een hogere kwaliteit die alleen worden gebruikt voor de productie van staal en basismetaal;

• het financieren van ondernemingen die meer dan 20% van hun omzet behalen uit de handel in steenkolen die worden gebruikt voor het opwekken van energie.

De Rabobank is ervan overtuigd dat de winningsindustrie tot op zekere hoogte onmisbaar is en kan verduurzamen door het gebruik van nieuwe tech-nologieën en verbeterde managementtechnieken in combinatie met aandacht voor arbeidsomstandigheden.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het beleid van duurzaamheid zetten wij ons er op het gebied van de winningsindustrie specifiek voor in om: • klanten te stimuleren om transparant te zijn over hun duurzaamheidsbeleid

en –prestaties in overeenstemming met internationale richtlijnen voor verslaglegging en over de effecten van hun bedrijfsvoering op klimaatveran-dering (en omgekeerd);

• de financiering te beperken voor ondernemingen die ondermaats presteren ten aanzien van CO

2-efficiëntie en milieuprestaties, transparantie over

koolstofefficiëntie en milieuprestaties of het stellen van doelen op het gebied van koolstofefficiëntie en milieuprestaties;

• de financiering uit te breiden voor ondernemingen die het voortouw nemen; • klanten te stimuleren om good practices te adopteren, zoals beschreven

in richtlijnen en rapporten (zoals de Voluntary Principles on Security and

Beleid Winningsindustrie De term winningsindustrie verwijst naar het onttrekken van metalen, mineralen, aggregaten, olie en gas aan de aarde. Onder winningsprocessen vallen mijnbouw, baggeren, delven

en boren. Gewonnen bronnen worden op verschillende manieren verwerkt en geproduceerd en worden gebruikt in diverse industriële en consumenten-producten. Andere activiteiten in de winningsindustrie kunnen bestaan uit: handel, transport, opslag en toelevering.

De winningsindustrie staat voor vele uitdagingen op milieu- en maatschap-pelijk gebied en dient zich verantwoordelijk op te stellen vanwege haar grote voetafdruk en de impact op maatschappij en milieu in de regio’s waar zij actief is. De uitdagingen zijn onder meer:

• goede arbeidsomstandigheden voor werknemers onderhouden; • een eerlijke behandeling van inheemse volken en lokale gemeenschappen,

inclusief het voorkomen van culturele ontwrichting; • de effecten terugdringen van herbestemming van natuurlijke habitats die

leidt tot verlies van biodiversiteit, land en levensonderhoud in direct betrokken gemeenschappen en gemeenschappen die stroomafwaarts van de activiteiten wonen;

• vervuiling van grond- en oppervlaktewater, lucht, bodem en vast afval voorkomen;

• manieren vinden om broeikasgasuitstoot en de daarmee samenhangende klimaatveranderingseffecten ten gevolge van haar activiteiten tot een minimum te beperken;

• bijdragen aan economische en maatschappelijke vooruitgang van het land en de lokale gemeenschappen door verantwoording af te leggen en transparant te zijn;

• voorkomen van het ten onrechte genereren van opbrengsten uit grond-stoffen die zijn gewonnen in gebieden waar gewapende conflicten spelen en die gebruikt worden om milities te financieren (conflictmineralen).

Waar wij ons voor inzettenWe ondersteunen onze klanten bij de continue verbetering van de milieu-prestaties en CO

2-efficiëntie van hun bedrijfsactiviteiten, zowel als het gaat om

hun producten als om hun bedrijfsprocessen.

Page 37: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

72 73Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid verwachten we specifiek van onze klanten die actief zijn in de winningsindustrie dat zij:

• hun activiteiten dusdanig plannen, uitvoeren en afsluiten dat duurzame ontwikkeling wordt bevorderd (sanering van mijnen, herstel van verstoorde gebieden en het ontmantelen van offshore-faciliteiten);

• het gebruik van duurzame energiebronnen bevorderen en waar mogelijk doorvoeren en de overgang van energie uit fossiele energiebronnen naar energie uit duurzame bronnen bevorderen en doorvoeren;

• zich richten op de continue verbetering van de milieuprestatie van hun bedrijfsvoering op basis van gestelde doelen om negatieve ecologische impact te voorkomen of terug te dringen. Hieronder verstaan we, onder andere, vervuiling van water en lucht, afvalopslag en -lozing, broeikasgasuit-stoot, risico op lichamelijk letsel, het gebruik van gevaarlijke materialen en gevaarlijk afval;

• activiteiten vermijden in (inter)nationaal wettelijk beschermde gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde zoals HCV-, HCS- en veengebieden;

• zich verre houden van corruptie en rapporteren over betalingen en omzet. Ook worden zij geacht te rapporteren over de geboekte vooruitgang ten aanzien van de verwezenlijking van concrete duurzaamheidsdoelen;

• zich onthouden van activiteiten die het levensonderhoud van kleine boeren en lokale gemeenschappen aanzienlijk en negatief beïnvloeden;

• adequate maatregelen nemen ter bescherming van de kwaliteit en kwanti-teit van het grond- en oppervlaktewater;

• een inkoopbeleid handhaven dat aandacht besteedt aan duurzaamheids-kwesties rondom mijnbouw;

• gebruikmaken van getrainde veiligheidsdiensten ter bescherming van de openbare veiligheid conform de Voluntary Principles on Security and Human Rights;

• een beleidsstatement hebben over het vermijden van conflictmineralen als er sprake is van mijnbouwactiviteiten voor de winning van tantalium of coltan (colombo-tantaliet), tin (cassiteriet), wolfraam en goud;

• goede praktijken hanteren voor land governance conform ons Beleid Land Governance.

Human Rights). Dit betekent onder andere het zekerstellen van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden en het bieden van voldoende beloning aan medewerkers;

• klanten te stimuleren om (interne) processen in te richten die garanderen dat alle grondstoffen afkomstig zijn van legale ondernemingen;

• klanten aan te moedigen om energiezuiniger te winnen en te produceren, bijvoorbeeld met behulp van fabrieken die gedeeltelijk draaien op zonne-energie;

• zorgen die leven omtrent de winningsindustrie te bespreken met een bredere groep (niet-commerciële) stakeholders;

• klanten aan te moedigen om zorgen die leven omtrent hun activiteiten te bespreken met een bredere groep (niet-commerciële) stakeholders.

Wij streven er eveneens naar om: • de productie of levering van essentiële, specifiek ontworpen en gespeciali-

seerde diensten en middelen die worden gebruikt voor onderzoek naar en productie van niet-conventionele fossiele delfstoffen niet te financieren. Dit geldt zolang het niet overtuigend is bewezen dat de impact en het risico voor de samenleving in het algemeen, en specifiek voor onze klanten en de bank zelf, voldoende zijn beheerst door praktijktests, wettelijk toezicht en validatie van de verwachte gevolgen door wetenschappelijk bewijs, gevolgd door een transparante, democratische dialoog met een positieve uitkomst;

• onze klanten zo verantwoord mogelijk van dienst te zijn binnen de wet-telijke mogelijkheden. Daarbij zijn we ons ervan bewust dat, afhankelijk van hun jurisdictie, zij misschien geen zeggenschap hebben over de winning en de productie van niet-conventionele fossiele delfstoffen op, onder of dichtbij hun onroerend goed;

• ons bewust te blijven van nieuwe inzichten en ons standpunt bij te stellen wanneer wij dit passend achten.

Wat wij van onze klanten verwachten De meerderheid van onze klanten is niet actief in de winningsindustrie zelf, maar bestaat uit handelaren en leveranciers in grondstoffen (groothandelaren en ver-kopers) of is actief in de offshore. We hebben echter ook klanten die actief zijn in verwerking of winning of die bedrijven hebben op het gebied van scheepvaart, pijptransport, het leveren van apparatuur en diensten aan de winningsindustrie, tankopslag, mengen, raffineren, elektriciteitsopwekking en productie.

Page 38: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

74 75Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Wat wij van onze klanten verwachtenOnder onze klanten bevinden zich ondernemingen die betrokken zijn bij het verbouwen en kappen van hout op industriële plantages en in gematigde, arc-tische en tropische bosgebieden. Onder hen bevinden zich ook handelaren, grootzakelijke houtleveranciers en ondernemingen die actief zijn in de houts-kool, pulp- en papierindustrie en de verkoop van consumentenproducten.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de bosbouwsector dat zij: • een FSC-certificering of een van de nationale PEFC-certificeringen behalen

voor hun onderneming en haar houtproducten; • in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties in de

bosbouw; • ongecontroleerde of illegale branden voor het rooien van bossen vermijden; • een gedocumenteerd traceersysteem invoeren; • hun volume FSC- of PEFC-gecertificeerd hout steeds verder vergroten als

onderdeel van het totale houtvolume dat hun waardeketen binnenkomt.

Van klanten die nog geen volledige FSC- of PEFC-certificering hebben behaald, verwachten wij specifiek dat zij:

• zich committeren om certificering te behalen of verificatie aan de hand van het FSC-keurmerk of het nationale PEFC-keurmerk;

• zich onthouden van ontbossing van oerbossen of drassige gebieden in gematigde, arctische en tropische zones;

• duurzame bosbeheerpraktijken toepassen die negatieve gevolgen voor het milieu vermijden;

• ongecontroleerde of illegale branden voor het rooien van bossen vermijden; • een gedocumenteerd traceersysteem invoeren; • zich onthouden van het kappen van en handelen in hout van bedreigde

boomsoorten die onder bescherming staan van CITES, zonder de daarvoor benodigde vergunningen;

• goede praktijken hanteren voor het beheer van rechten met betrekking tot eigendom, toegang tot of gebruik van land, conform ons Beleid Land governance.

Beleid Bosbouw Onder bosbouw verstaan we het creëren, beheren, gebruiken, behouden, herstellen en verzorgen van bossen. Hieronder vallen ook alle overige onderdelen van de waardeketen, zoals

eindproducten uit bosbouw. Bosbouw vindt plaats in zowel natuurlijke als aangeplante bossen (plantages). Potentiële negatieve effecten van bosbouw kunnen zijn:

• onomkeerbare nadelige gevolgen voor het milieu ten gevolge van ontbossing van oerbossen in gematigde, arctische en tropische zones;

• menselijke verstoring van beschermde gebieden; • verlies van biodiversiteit door herbestemming van natuurlijke habitats • handel in hout van illegale of onbekende oorsprong; • hout van bedreigde boomsoorten en houthandel die gewelddadige

gewapende conflicten aanwakkert; • diepgaande geschillen over grondbezit en landgebruik; • slechte behandeling van inheemse volken en lokale gemeenschappen en

schending van hun rechten; • grote hoeveelheden broeikasgasuitstoot en daaraan gerelateerde klimaatver-

andering door bosbranden, verstoring van bos- en veengebieden of houtkap; • bodem- en watererosie; • vervuiling.

Waar wij ons voor inzettenDe Rabobank is ervan overtuigd dat duurzame bosbouw mogelijk is. Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duur-zaamheid, zetten wij ons er op het gebied van bosbouw specifiek voor in om:

• de keurmerken van de Forest Stewardship Council (FSC) en de Programme for the Endorsement of Forest Certification (PEFC) te ondersteunen en te stimuleren;

• onze klanten te stimuleren om ervoor te zorgen dat een groter deel van de totale hoeveelheid hout die hun keten binnenkomt afkomstig is uit bossen met een FSC- of PEFC-certificering;

• onze klanten te stimuleren een gedocumenteerd herkomsttracerings-systeem in te voeren;

• klanten aan te bevelen om in hun inkoopbeleid aandacht te besteden aan duurzaamheidskwesties in de bosbouw.

Page 39: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

76 77Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

• al onze klanten te stimuleren om voor 2025 de overstap te maken naar kooivrije huisvesting voor legkippen en groepshuisvesting voor zeugen;

• het gesprek aan te gaan met overheden en niet-gouvernementele organisa-ties om een constructieve bijdrage te leveren aan een verduurzaming van de veehouderijsector op basis van haalbare vooruitgang;

• de cultuur en gewoontes van de landen waarin we actief zijn te respecteren en doelen aan te passen aan wat lokaal haalbaar is, maar altijd met het streven naar verdere verduurzaming als doel.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe activiteiten van onze klanten in de veehouderij zijn zeer uiteenlopend, van kleine boeren tot toonaangevende wereldwijde vleesverwerkingsbedrijven.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid verwachten we, naast het naleven van lokale wetgeving, specifiek van al onze klanten die actief zijn in de veehouderij dat zij:

• op een efficiënte manier betaalbare vlees- en zuivelproducten produceren om tegemoet te komen aan de groeiende wereldwijde vraag;

• voldoende winstgevendheid realiseren en in staat zijn om met toegenomen volatiliteit van grondstoffen- en afzetmarkten om te gaan;

• rekening houden met de lokale beschikbaarheid van natuurlijke hulpbron-nen, met name grond, water, kapitaal, arbeid, kennis, klimaat en infrastruc-tuur. Ook dienen ze rekening te houden met vervoersaspecten (zoals kosten, vervuiling, dierenwelzijn). We stimuleren onze klanten om op de meest duurzame wijze te produceren;

• leefomstandigheden van vee waarborgen door te zorgen voor voldoende ruimte voor elk dier. Klanten worden gestimuleerd om best practices13 in overweging te nemen;

• vervoer van vee zou bij voorkeur niet meer dan acht uur in beslag mogen nemen en moet in lijn zijn met ons Beleid Dierenwelzijn;

Beleid Veehouderij Onder veehouderij verstaan we het houden van landbouw-huisdieren zoals koeien, varkens, schapen en kippen. De veehouderijsector produceert vlees, zuivelproducten en eieren,

maar ook wol en leer. Er zijn verschillende soorten veehouderij: intensief (automatische voedersystemen), vrije uitloop (buiten grazen) en biologisch (buiten grazen, geen systematisch gebruik van antibiotica en geen kunstmatige meststoffen of pesticiden op de weidegrond). De neveneffecten van veeteelt zijn een potentiële negatieve impact die relevant is voor deze sector. Voorbeelden hiervan zijn de uitputting van natuurlijke hulpbronnen, dierenwelzijn, broeikasgasuitstoot, risico’s voor humane gezondheid en de maatschappelijke en ecologische gevolgen van verandering in landgebruik door de toenemende vraag naar diervoer.

Waar wij ons voor inzettenDe Rabobank streeft ernaar bij te dragen aan een ecologisch en economisch duurzame veehouderijsector met een breed maatschappelijk draagvlak. We hebben aanzienlijke wereldwijde belangen in een duurzame veehouderij-sector en de bijbehorende waardeketens. We streven ernaar de financiering van de veehouderijsector uit te breiden om ons doel van leidende food- en agribusinessbank in de wereld te bereiken.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van veehouderij specifiek voor in om:

• bewustzijn te vergroten, onze klanten te ondersteunen bij het maken van de juiste keuzes en hen te helpen bij hun ontwikkeling richting een duurza-mere bedrijfsvoering;

• innovatie te stimuleren door initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan een duurzame veehouderijsector met behulp van kennis, producten en financiering;

• de dialoog aan te gaan met overheden en niet-gouvernementele organisa-ties om zo een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de sector en aan het creëren van een breder draagvlak;

13 Best practices zijn bijvoorbeeld: 1) Voor vleeskuikens maximaal 30 kg/m2; 2) Voor melkkoeien minimaal 13,5 m2/per dier; 3) Voor zeugen 2,25 m2/per dier.

Page 40: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

78 79Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

• veilige producten produceren op basis van duurzaam geproduceerde grondstoffen. Dit betekent:

- minimale uitstoot van mineralen, metalen en broeikasgassen afkomstig van dieren, mest, kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen;

- verantwoord gebruik van antibiotica, groeihormonen, medicijnen en andere chemicaliën. Hieronder valt ook het zoveel mogelijk terugdringen van antibiotica voor profylactisch gebruik;

- verantwoorde begrazingspraktijken die geen negatieve effecten hebben op de biodiversiteit en de natuurlijke leefomgeving;

- gebruik van duurzaam geproduceerd voer; • een goede relatie onderhouden met buren en de samenleving als geheel

en overlast voor hun omgeving minimaliseren. Hierdoor ontstaat een sterke license to produce in de gemeenschap waar zij zich bevinden;

• dieren op een verantwoordelijke manier behandelen en in lijn met ons Beleid Dierenwelzijn;

• transparant zijn naar consumenten en burgers en zich gemakkelijk aan-passen aan veranderende verwachtingen.

Beleid Palmolie Palmolie is de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld en de vraag ernaar blijft toenemen. Palmolieondernemingen die hun potentiële negatieve impact echter niet effectief aanpakken, kunnen serieuze ecologische en maatschappelijke

schade aanrichten. Zo ontstaan aanzienlijke bedrijfsrisico’s. Potentiële negatieve effecten die vaak worden geassocieerd met de productie van palmolie zijn:

• verlies van biodiversiteit door ontbossing en door het omzetten van natuurlijke habitats in landbouwgrond;

• verstoring van beschermde gebieden; • grote hoeveelheden broeikasgasuitstoot en daaraan gerelateerde klimaat-

verandering door bosbranden, verstoring van bos- en veengebieden of door houtkap;

• diepgaande geschillen over grondbezit en landgebruik; • slechte behandeling van inheemse volken en lokale gemeenschappen en

schending van hun rechten; • slechte arbeidsomstandigheden; • bodemerosie en -degradatie; • vervuiling van grond- en oppervlaktewater.

Waar wij ons voor inzettenIn aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er ten aanzien van palmolie specifiek voor in om:

• de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) en haar keurmerk actief te ondersteunen en te promoten;

• klanten te stimuleren in hun inkoopbeleid aandacht te besteden aan duurzaamheidskwesties bij de productie van palmolie;

• klanten te stimuleren om het aandeel RSPO-gecertificeerde palmolie en chain of custody-controles van de totale hoeveelheid palmolie die hun keten binnenkomt steeds verder te verhogen.

Page 41: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

80 81Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is ervan overtuigd dat een duurzame palmoliesector mogelijk is. Onze klanten zijn primaire producenten, oliepersers, handelaren, vervoerders, verwerkers, fabrikanten, groothandelaren en verkopers van consumentenpro-ducten.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de palmoliesector dat zij:

• zich committeren aan het toepassen van de principes en criteria van de RSPO;

• zich committeren RSPO-certificering te behalen of zich verifiëren aan de hand van RSPO-principes en -criteria op basis van een plan met concrete doelen en overtuigende tijdlijnen;

• niet betrokken zijn bij palmolieactiviteiten waarvoor oerbossen, (inter-) nationaal wettelijk beschermde gebieden of gebieden die worden aange-merkt als 'high conservation values' zijn aangetast (sinds 7 oktober 2001);

• niet betrokken zijn bij palmolieactiviteiten in gebieden waar onopgeloste landconflicten spelen;

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties die spelen rondom de productie van palmolie;

• goede praktijken hanteren voor land governance, conform ons Beleid Land Governance, inclusief het respecteren van het recht op vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen toestemming (FPIC) van inheemse volken.

Van klanten die nog geen RSPO-certificering hebben behaald, verwachten wij specifiek dat zij:

• lid zijn van de RSPO; • de rechtmatigheid van hun bedrijfsvoering kunnen aantonen. Bovendien

verwachten wij naleving van alle toepasselijke lokaal, nationaal en inter-nationaal aangenomen wet- en regelgeving, minimum sector/ industrie-standaarden en andere wettelijke regelingen;

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties die spelen rondom de productie van palmolie;

• overleggen met betrokken stakeholders voordat zij nieuwe activiteiten opzetten (proces van vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en wel-overwogen toestemming);

• duidelijke aanspraak hebben op de grond. Er dienen geen gerechtvaardigde zorgen te zijn bij of acties door de lokale bevolking te zijn gerelateerd aan omstreden landgebruik en aanspraken op rechten;

• geen land gebruiken voor het aanleggen van plantages als het gebied is vrijgemaakt met behulp van branden;

• beplanting van steil terrein en/of op marginale en fragiele bodem vermijden; • niet betrokken zijn bij palmolieactiviteiten waarvoor oerbossen,

(inter) nationaal wettelijk beschermde gebieden of gebieden die worden aan gemerkt als 'high conservation values' zijn aangetast (sinds 7 oktober 2001);

• zich commiteren aan het bereiken van 'No Deforestation, No Peat, No Exploitation' (NDPE);

• goede praktijken hanteren voor land governance, conform ons Beleid Land Governance, inclusief het respecteren van het recht op vrijelijk tot stand gekomen, voorafgaande en weloverwogen toestemming (FPIC) van inheemse volken.

Page 42: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

82 83Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Beleid Scheepsrecycling Onder scheepsrecycling verstaan we de sloop en recycling van schepen, vaartuigen, installaties voor offshore activiteiten en scheepsmaterialen. Potentiële negatieve impact die wordt

geassocieerd met scheepsrecycling:

• extra risico op negatieve impact als het werk wordt uitgevoerd onder slecht gecontroleerde omstandigheden op stranden, via de zogenaamde ‘beaching’- of ‘slipway’-methoden of wanneer gezondheids- en veiligheids-maatregelen worden verontachtzaamd;

• kwetsbaarheid van plant- en diersoorten, ecosystemen, natuurlijke hulp-bronnen en de bestaansmiddelen van lokale gemeenschappen (onder andere water, atmosfeer, bodem en visgronden). Dit ontstaat doordat gevaarlijke en giftige stoffen en materialen uit schepen (onder andere asbest en PCB’s) vrijkomen in het milieu en ernstige schade aanrichten;

• ongevallen, ziekten en andere medische aandoeningen ten gevolge van ongezonde en gevaarlijke arbeidsomstandigheden.

Waar wij ons voor inzettenDe Rabobank is zich ervan bewust dat scheepsrecycling negatieve invloed kan hebben op mens en milieu.

In aanvulling op ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er op het gebied van scheepsre-cycling specifiek voor in om: • verantwoorde scheepvaart, offshore-activiteiten en scheepsrecycling te

bevorderen; • financiële diensten te verlenen die bijdragen aan duurzame ontwikkeling en

die niet-duurzame praktijken verminderen of vermijden; • samenwerking te stimuleren tussen ondernemingen, overheden en andere

stakeholders; • goede praktijken voor verantwoorde scheepsrecycling te stimuleren; • bewustzijn van de economische, maatschappelijke en ecologische risico’s

die inherent zijn aan scheepsrecycling te vergroten bij ondernemingen, medewerkers en gemeenschappen;

• bij te dragen aan de introductie van milieuvriendelijkere vaartuigen, die efficiënter gebruikmaken van materialen, grondstoffen en brandstoffen en die ontworpen zijn met het oog op recycling.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank gelooft dat overheden en de private sector verantwoordelijk zijn voor een bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van de scheepvaart-sector en voor het vermijden, verminderen en beheren van risico’s die worden geassocieerd met onverantwoordelijke praktijken ten aanzien van scheeps-recycling. Verantwoorde scheepsrecycling draagt daarentegen bij aan duur-zame ontwikkeling, aan het creëren van een circulaire economie en aan een toename van de welvaart en het welzijn van gemeenschappen. Dit kan ver-volgens afzetmogelijkheden verbeteren.

Onder onze klanten bevinden zich ondernemingen die zijn betrokken bij de bouw, het gebruik, de verkoop en de recycling van schepen of offshorevaar-tuigen en -installaties. Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de scheepvaart of in offshorevaartuigen en -installaties met een brutotonnage van meer dan 500 ton dat zij:

• zich houden aan de Responsible Ship Recycling Standards; • een proactieve houding aannemen en investeren in verduurzaming van

hun waardeketen; • aantoonbaar risico’s ten aanzien van scheepsrecycling vermijden of

verminderen; • ‘best practices’ toepassen met betrekking tot de verbetering van

scheeps-recycling en betrokkenheid vermijden bij scheepsrecycling-praktijken die schadelijk zijn voor het milieu, werknemers en lokale gemeenschappen;

• voorzorgsmaatregelen nemen zodat negatieve maatschappelijke en ecologische effecten van scheepsrecycling ten aanzien van locatie, processen en werkwijzen voorkomen worden (met name de hierboven genoemde ‘beaching’- en ‘slipway’-methodes). Ook effecten die ontstaan naar aanleiding van samenwerking met onvoldoende gecertificeerde of geautoriseerde bedrijven dienen voorkomen te worden;

Page 43: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

84 85Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

• voldoen aan alle van toepassing zijnde regelgeving, onder andere: - The Basel Convention on the Control of Transboundary Movements of

Hazardous Wastes and their Disposal (Basel Conventie) van de VN. Alle constructies om de Basel Conventie te omzeilen, zoals de (door)verkoop van schepen aan partijen die schepen op onverantwoorde wijze laten slopen, zijn onacceptabel. De ondernemingen dient aannemelijk te maken hoe hij hieraan invulling geeft;

- de International Convention for the Safe and Environmentally Sound Recycling of Ships (Hong Kong Conventie) van de International Maritime Organization van de VN;

- Safety and Health in Ship Breaking: Guidelines for Asian Countries and Turkey van de ILO van de VN;

- regelgeving van de OESO; - regelgeving van de Europese Unie, zoals de EU Ship Recycling Regulation.

Beleid Soja Soja wordt gemaakt van sojabonen en het wordt gebruikt als vervanger voor dierlijke eiwitten. Potentiële negatieve effecten die worden geassocieerd met de productie van soja zijn:

• ontbossing, die leidt tot bodemerosie en -bodemdegradatie; • verlies van biodiversiteit doordat natuurlijke leefomgevingen worden

omgezet in landbouwgrond; • verstoring van beschermde gebieden; • veel broeikasgasuitstoot door bosbranden of houtkap; • geschillen over grondbezit en landgebruik; • slechte behandeling van inheemse volken en lokale gemeenschappen en

schending van hun rechten; • slechte arbeidsomstandigheden; • slechte bewerking van landbouwgrond; • onverantwoord gebruik van vers water, vooral in gebieden waar sprake is

van waterschaarste; • vervuiling van grond- en oppervlaktewater.

Waar wij ons voor inzettenNaast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er ten aanzien van soja specifiek voor in om:

• het gebruik van sectorspecifieke goede praktijken en principes te stimuleren; • verantwoord gebruik van water aan te moedigen; • respect voor milieu, biodiversiteit, mensenrechten en arbeidsnormen te

stimuleren; • klanten aan te bevelen om in hun inkoopbeleid aandacht te besteden aan

duurzaamheidskwesties in de sojaproductie; • klanten aan te bevelen om het aandeel duurzame soja in de totale hoeveel-

heid soja die hun keten binnenkomt te vergroten, bijvoorbeeld op basis van de principes en criteria van de Round Table on Responsible Soy (RTRS).

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is ervan overtuigd dat een duurzame sojasector mogelijk is. Onze klanten zijn onder andere sojaproducenten en -molens, handelaren, verwerkers, fabrikanten, groothandelaren en verkopers van consumentenproducten.

Page 44: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

86 87Beleidskader DuurzaamheidSectorbeleid

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de sojasector dat zij:

• de rechtmatigheid van hun bedrijfsvoering kunnen aantonen. Bovendien verwachten wij naleving van alle toepasselijke lokaal, nationaal en interna-tionaal aangenomen wet- en regelgeving;

• werken volgens best beschikbare praktijken en principes binnen de sector voor maatschappelijk en ecologisch verantwoorde productie van soja, zoals de principes en criteria van de RTRS of de Basel Criteria for Responsible Soy Production;

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties die spelen rondom de productie van soja;

• naar beste kunnen voor een betere traceerbaarheid in de waardeketen zorgen; • niet betrokken zijn bij soja-activiteiten in gebieden die zijn aangewezen als

oerbossen, (inter)nationaal wettelijk beschermde gebieden of in gebieden die sinds 28 mei 2009, de uiterste ingangsdatum van de RTRS-normen, verplicht zijn om ’high conservation values’ te handhaven;

• geen land gebruiken voor de aanleg van plantages als het betreffende gebied is vrijgemaakt met behulp van branden;

• bodembeheersingstechnieken gebruiken die de structuur en de vruchtbaar-heid van de bodem verbeteren en bodemerosie voorkomen;

• de maatschappelijke en ecologische effecten beoordelen voordat zij nieuwe plantages aanleggen en de resultaten van dit onderzoek meenemen in planning, management en bedrijfsvoering;

• de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater waarborgen; • duurzame bedrijfspraktijken hanteren die beplanting vermijden op margi-

nale en fragiele gronden, aan rivieroevers en in stroomgebieden; • negatieve impact van fytosanitaire producten op milieu en gezondheid

verminderen; • alle gebruik van landbouwchemicaliën documenteren en alle omgang met,

opslag, verzameling en lozing van chemisch afval en lege verpakkingen monitoren;

• naar het bijdragen aan de ontwikkeling en het welzijn van lokale gemeen-schappen streven;

• goede praktijken voor land governance hanteren, conform ons Beleid Land Governance.

Beleid Suikerriet Suikerriet maakt deel uit van de grassenfamilie. Het voornaamste product van suikerriet is sacharose, een vloeistof die zich in de steel van de plant bevindt. De sacharose wordt aan de plant onttrokken en verwerkt in voedsel, kunststof en biobrandstof.

Potentiële negatieve effecten die worden geassocieerd met de productie van suikerriet zijn:

• slechte arbeidsomstandigheden; • vervuiling van grond- en oppervlaktewater; • onverantwoord gebruik van zoet water, vooral in gebieden waar water-

schaarste heerst; • bodemerosie en -degradatie; • verlies van biodiversiteit door herbestemming van natuurlijke habitats; • luchtvervuiling door het oogsten en verwerken.

Waar wij ons voor inzettenNaast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, zetten wij ons er ten aanzien van suikerriet specifiek voor in om:

• onze klanten te stimuleren om transparant te zijn over hun huidige produc-tie en over hun plannen om de productie van duurzaam suikerriet te vergroten in overeenstemming met best practices van de sector, zoals Bonsucro;

• onze klanten te stimuleren om transparant te zijn over de huidige herkomst van hun suikerriet en over hun plannen om meer duurzaam geproduceerd suikerriet in te kopen;

• onze klanten te stimuleren om goede praktijken te hanteren, bijvoorbeeld door een traceringssysteem op te zetten om de (duurzame) herkomst van suikerriet te achterhalen;

• onze klanten aan te zetten tot het gebruik van goede managementprak-tijken op het gebied van landbouw, maatschappij en milieu;

• onze klanten te stimuleren om veilige en gezonde arbeidsomstandigheden te bevorderen die opbrengstverhogend werken;

• onze klanten te stimuleren om bij te dragen aan het verbeteren van het levensonderhoud en de duurzaamheid van lokale gemeenschappen;

Page 45: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

89Beleidskader Duurzaamheid88 Sectorbeleid Uitgesloten activiteiten

• in hun inkoopbeleid aandacht besteden aan duurzaamheidskwesties die spelen rondom de productie van suikerriet;

• onze klanten te stimuleren tot verantwoord watergebruik en om de waterkwaliteit op peil te houden.

Wat wij van onze klanten verwachtenDe Rabobank is ervan overtuigd dat een duurzame suikerrietsector mogelijk is. Onze klanten zijn onder andere telers, oogstbedrijven, fabrieken, handelaren, verwerkers, de voedings- en drankenindustrie en detailhandelaren.

Naast ons Beleid voor duurzame ontwikkeling en ons kernbeleid op het gebied van duurzaamheid, verwachten we specifiek van al onze klanten die actief zijn in de suikerrietsector dat zij:

• landbouwpraktijken hanteren die de structuur en de vruchtbaarheid van de bodem verbeteren en erosie en degradatie voorkomen;

• afdoende maatregelen nemen om de kwaliteit en kwantiteit van het grond- en oppervlaktewater te beschermen;

• de maatschappelijke en ecologische impact beoordelen voordat zij nieuwe plantages of activiteiten opzetten;

• ernaar streven productcertificering te behalen aan de hand van geloofwaar-dige duurzamheidskeurmerken zoals Bonsucro;

• geen gebieden vrijmaken door middel van branden; • alle gebruik van landbouwchemicaliën documenteren en alle omgang met,

opslag, verzameling en lozing van chemisch afval en lege verpakkingen monitoren;

• goede praktijken voor land governance hanteren, conform ons Beleid Land Governance.

Lijst van uitgesloten activiteitenDe lijst van uitgesloten activiteiten bevat sectoren, soorten klanten of activiteiten die niet passen binnen het profiel van de Rabobank. Deze lijst is gebaseerd op het beleid van de Rabobank en de uitsluitingslijst van de IFC. De Rabobank zal geen partijen faciliteren die betrokken zijn bij de hieronder genoemde activiteiten:

• activiteiten van de energiesector in het Noordpoolgebied14; • direct financieren van exploratie en winning van aardgas onder de

Waddenzee; • opblazen van bergtoppen (mountain top removal); • mijnbouw van en handel in ruwe diamanten, tenzij voorzien van Kimberly

Process-certificering; • exploratie en productie van schaliegas en andere niet-conventionele

delf stoffen (teerzandolie, olieschalie en steenkoolgas) en het leveren van diensten en middelen die specifiek ontworpen zijn voor en gespecialiseerd in exploratie en productie van schaliegas en andere niet-conventionele delfstoffen15;

• exploratie, winning of productie van kolen voor het opwekken van energie, en handel in kolen die worden gebruikt voor het opwekken van energie.16

• productie van tabakswaren17; • handel in en productie van angorawol.

14 Refereert naar het direct financieren van offshore olie en gas winning en productie in het Noordpoolgebied.

15 Zoals vermeld in het Rabobank Beleid winningsindustrie. 16 Zoals vermeld in het Rabobank Beleid winningsindustrie.17 Zoals vermeld in industry code 312230: “Deze industrie bestaat uit vestigingen die zich voornamelijk

bezighouden met stokken en het verdrogen van tabak en/of het vervaardigen van sigaretten of andere tabaksproducten.” Een van de kernwaarden van de Rabobank is zorg voor samenleving en gemeenschappen. In dit kader zien we en onderkennen we het belang van het monitoren van menselijk welzijn in de waardeketen van alle sectoren waarin we actief zijn. Deze verklaring heeft ook betrekking op e­sigaretten conform de Tabakswet.

Page 46: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

90 91Beleidskader DuurzaamheidUitgesloten activiteiten

Daarnaast faciliteert de Rabobank geen klanten of andere zakelijke relaties die betrokken zijn bij onderstaande activiteiten: • ontwikkeling, productie, handel, marketing, verkoop, distributie, vervoer en

onderhoud van controversiële wapens en munitie: clusterwapens, anti-persoonsmijnen, biologische wapens, chemische wapens, kernwapens, witte fosfor die wordt gebruikt voor explosieve wapens of munitie en munitie met verarmd uranium;

• de inkoop van materiaal voor houtkap dat bestemd is voor gebruik in tropisch regenwoud;

• handel in of ongeautoriseerde vangst van wilde dieren of producten van wilde dieren die onder toezicht staan van CITES of van soorten op de rode lijst van bedreigde soorten van IUCN18;

• productie van, handel in of gebruik van vezels van ongebonden asbest19; • productie van of handel in producten die PCB’s bevatten of andere persis-

tente organische verontreinigende stoffen (POP’s) die internationaal zijn verboden of waarvan productie wordt beëindigd20;

• productie van of handel in geneesmiddelen die internationaal zijn verboden of waarvan productie wordt afgebouwd;

• productie van of handel in pesticiden/onkruidverdelgers die internationaal zijn verboden of waarvan productie wordt afgebouwd;

• productie van of handel in ozonlaag afbrekende stoffen die internationaal zijn verboden of waarvan productie wordt beëindigd21;

• productie van of handel in bont22;

• traditionele productie van en handel in ganzen- en/of eendenlever; • klonen van mensen of gerelateerde activiteiten; • klonen van dieren voor commerciële doeleinden; • jagen op zeezoogdieren en het vinnen van haaien; • het gebruik van dynamiet en vergif in de visserij; • zeevisserij met drijfnetten waarbij gebruik wordt gemaakt van netten

van meer dan 2,5 km lang.

18 CITES: Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier­ en planten­soorten). Een lijst van de soorten op de CITES­lijst is te vinden op http://checklist.cites.org/. Een zoekmachine voor de IUCN­lijst is te vinden op http://www.iucnredlist.org/search.

19 Dit geldt niet voor de inkoop en het gebruik van platen van gebonden asbestcement met minder dan 20% asbest.

20 Conform de lijst van de Stockholm Conventie, http://chm.pops.int/TheConvention/ThePOPs/tabid/673/Default.aspx.

21 Ozonlaag afbrekende Stoffen (OAS): chemische samenstellingen die reageren met stratosferische ozon of deze uitputten, met als gevolg de breed gepubliceerde ‘gaten in de ozonlaag’. Het Montreal Protocol somt deze stoffen op en laat zien wat verminderingsdoelen voor de productie en de afbouw­data zijn. Een lijst van de chemische samenstellingen die onder toezicht staan van het Montreal Protocol is te vinden op http://ozone.unep.org/en/treaties­and­decisions/montreal­protocol­substancesdeplete­ozone­layer.

22 Refereert naar het aannemen van nieuwe klanten die betrokken zijn bij bontindustrieën, bestaande relaties met klanten die actief zijn bij bont activiteiten worden gedoogd maar niet verder uitgebreid. Bestaande klanten worden geholpen bij hun overgang naar andere activiteiten.

Page 47: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

92 93Beleidskader DuurzaamheidInitiatieven

Onze verbondenheid met duurzame initiatievenDe Rabobank neemt deel aan vele initiatieven om een hoger niveau van duurzaamheid te realiseren, zoals het het partnerschap met UN Environment, de World Business Council for Sustainable Development en diverse ronde tafels. Daarnaast neemt de Rabobank deel aan diverse initiatieven met betrekking tot duurzaamheid van externe organisaties en van de financiële sector.

Soft Commodities Compact van het Banking Environment Initiative Het Banking Environment Initiative (BEI) is opgericht in 2010. Haar missie is om leidend te zijn in de bankensector door te sturen op het bijdragen aan duurzame ontwikkeling. De 'Soft Commodities Compact', die gezamenlijk met het Consumer Goods Forum is ontwikkeld, is er op gericht om de banken-sector te mobliseren om bij te dragen aan transformatie van 'soft commodity' ketens (met name gericht op rundvlees, palmolie, soja en bosbouw) en daarmee zakelijke klanten te helpen streven naar nul ontbossing in 2020. Rabobank is supporter van de 'BEI Soft Commodities Compact’.

Natural Capital DeclarationDe Natural Capital Declaration is een wereldwijd door de financiële sector geïnitieerd en door CEO’s ondertekend initiatief, om overwegingen ten aanzien van natuurlijk kapitaal te integreren in financiële producten en diensten en deze mee te nemen in de financiële administratie, publicatie en verslaggeving. Het initiatief is in het leven geroepen door de United Nations Environment Programme Finance Initiative (UNEP FI) en de Global Canopy Programme.

Equator Principles De Equator Principles (EP) is een vrijwillig risicobeheerkader dat wordt toege-past door financiële instellingen, voor het bepalen, beoordelen en beheren van ecologische en maatschappelijke risico’s in projecten en project-gerela-teerde financieringen. De EP gelden wereldwijd voor alle sectoren en voor specifieke financiële producten boven een bepaalde financiële grens. Het betreft adviesdiensten voor projectfinanciering, projectfinanciering19, project-gerelateerde zakelijke kredieten en overbruggingsleningen. De Rabobank past de EP toe op alle producten en diensten waarvoor deze gelden.

OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen De missie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is het stimuleren van beleid dat het economische en maatschappelijke welzijn van mensen wereldwijd verbetert. De OESO biedt een forum waarin overheden kunnen samenwerken om ervaringen te delen en oplossingen te zoeken voor veelvoorkomende problemen. De organisatie streeft ernaar samen te werken met overheden om te begrijpen wat bepalend is voor economische, maatschappelijke en ecologische verandering. De OESO stelt ook internationale normen vast voor een verscheidenheid aan zaken, van landbouw en belastin-gen tot en met de veiligheid van chemicaliën. De Rabobank onderschrijft de richtlijnen van de OESO en laat zich leiden door haar principes.

UNEP Finance Initiative Het United Nations Environment Programme Finance Initiative (UNEP FI) is in 1992 opgericht als een platform dat de VN en de financiële sector samenbrengt. Het is een wereldwijde samenwerking van meer dan 200 instellingen, waar-onder banken, verzekeraars en fondsbeheerders, die samenwerken met UNEP om inzicht te verkrijgen in de effecten die ecologische en maatschappelijk overwegingen hebben op financiële prestaties. De Rabobank onderschrijft de UNEP Statement of Commitment by Financial Institutions on Sustainable Development en laat zich leiden door de hierin opgenomen toezeggingen.

UN Global Compact Global Compact vraagt ondernemingen om wereldwijd breed gedragen principes te hanteren en samen te werken met de VN. Het is uitgegroeid tot een kritisch platform voor de Verenigde Naties dat effectief samenwerkt met mondiale ondernemingen die zich inzetten voor hogere principes.

Page 48: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

94 95Beleidskader DuurzaamheidInitiatieven

United Nations Sustainable Development GoalsDe Sustainable Development Goals (SDGs) van de VN zijn opgesteld om een einde te maken aan armoede, de planeet te beschermen en welvaart en welzijn voor iedereen te waarborgen. Deze nieuwe wereldwijde duurzame ontwikkelingsagenda moet voor 2030 worden gerealiseerd. Als coöperatieve bank die maatschappelijk een impact wil hebben en als missie heeft Growing a better world together, voelt de Rabobank een verantwoordelijkheid om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan het realiseren van de 17 SDG's van de VN. Daarom hebben we onze bijdrage aan de SDG's van de VN opgenomen in onze strategische ambities.

ColofonDit document wordt onderhouden en bijgewerkt door de afdeling Duurzaamheid van de Rabobank.

Het is voor het laatst herzien in april 2018.

Voor vragen of opmerkingen over dit Beleidskader Duurzaamheid versie 1.1a kunt u contact opnemen met:

Rabobank, afdeling Duurzaamheid Postbus 17100 3500 HG Utrecht

www.rabobank.com/[email protected]

Disclaimer

Dit beleidskader (het “Document”) en de inhoud daarvan is strikt vertrouwelijk en mag niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Coöperatieve Rabobank U.A. (“Rabobank”) met derde partijen worden gedeeld. De informatie in dit Document weerspiegelt de huidige marktomstandigheden en Rabobanks visie daarop, welke beiden van tijd tot tijd kunnen veranderen.

De informatie en meningen die dit Document bevat, zijn gebaseerd op betrouwbaar geachte informatie. Rabobank doet echter geen enkele verklaring en geeft geen enkele garantie (uitdrukkelijk of impliciet) wat betreft de nauwkeurigheid, compleetheid of correctheid van de informatie en meningen die dit Document bevat. Aan mogelijke aanbiedingen, transacties, commerciële ideeën, etc. die in dit Document worden genoemd, kunnen geen rechten worden ontleend. Dit Document bevat geen aanbod of uitnodiging tot het doen van een bod, in welke vorm dan ook. De informatie mag niet worden gebruikt in verband met, zal niet de basis vormen van en op de informatie mag niet worden vertrouwd in verband met enige overeenkomst of verplichting, in welke vorm dan ook.

Page 49: Beleidskader duurzaamheid - Rabobank...12 Introductie Beleidskader Duurzaamheid 13 van aard zijn, kan de technische uitvoering van het beleid, dat wil zeggen de verankering ervan in

96