Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging...

33
Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad Datum 29 maart 2010 Ministerie van Defensie Defensiestaf Directie Operationeel Beleid, Behoeftestellingen en Plannen Ressort Operationeel Beleid Bezoekadres: Plein 4 Postadres: MPC 58B Postbus 20701 2500 ES Den Haag Nederland www.defensie.nl Steller: Lkol P. Nieuwenhuis Telefoon +31 70 3187636 Intern (501) 8 76 36 E-mail: [email protected]

Transcript of Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging...

Page 1: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad Datum 29 maart 2010

Ministerie van Defensie

Defensiestaf

Directie Operationeel Beleid,

Behoeftestellingen en Plannen

Ressort Operationeel Beleid

Bezoekadres:

Plein 4

Postadres:

MPC 58B

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Nederland

www.defensie.nl

Steller:

Lkol P. Nieuwenhuis

Telefoon +31 70 3187636

Intern (501) 8 76 36

E-mail:

[email protected]

Page 2: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 2 van 33 bladen

Voorwoord

Ondanks de schijnbare afwezigheid van een chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) dreiging tijdens operaties, vormen CBRN-agentia nog steeds een bedreiging voor zowel expeditionair als nationaal militair optreden. Hoewel de kans op grootschalige inzet duidelijk minder omvangrijk is dan een aantal jaren geleden, is de kans op het vrijkomen van kleine hoeveelheden CBRN-stoffen door subversieve acties of ongelukken juist toegenomen. Daarbij is de complexiteit van de huidige CBRN-dreiging multi-dimensionaal vanwege de diversiteit van mogelijke actoren, de omstandigheden van inzet en de inzetmiddelen. De Nederlandse krijgsmacht houdt daarom rekening met het uitvoeren van operaties onder (lichte) CBRN-omstandigheden. Daarnaast is het in staat op te schalen indien de situatie dat vereist. Een deel van de CBRN-defensiecapaciteiten is in staat om op afroep de civiele autoriteiten binnen de afgesproken termijnen te ondersteunen of af te lossen in het kader van de intensivering civiel-militaire samenwerking (ICMS). Mede hierdoor maakt Defensie zijn rol als structurele veiligheidspartner op nationaal grondgebied waar. De krijgsmacht past zich aan aan de veranderende omgeving, de eisen van de Nederlandse bevolking en de wensen van de militaire coalitiepartners. Daarbij heeft CBRN op dit moment door de nieuwe dreiging zowel nationaal als internationaal extra aandacht. Vooral nationaal zijn er op het gebied van CBRN veelbelovende interdepartementale ontwikkelingen. De intensieve samenwerking tussen departementen en instituten leidt tot een snellere en meer adequate hulpverlening en een zichtbare kwaliteitsimpuls. De spin-off naar expeditionair optreden is daarbij evident. Deze ontwikkeling wordt de komende jaren binnen de huidige randvoorwaarden minimaal voortgezet en daar waar mogelijk uitgebreid. Het voorliggende Beleidskader CBRN-verdediging geeft in het licht van de (inter)nationale setting weer op welk niveau de verschillende CBRN-taken en verantwoordelijkheden binnen de krijgsmacht belegd zijn, stelt vast wat een adequate CBRN-verdediging behelst, bepaalt welke de te volgen CBRN-aandachtsgebieden zijn, geeft het ambitieniveau weer en stelt de daarmee samenhangende prioriteiten vast voor de komende 10 jaren. Keuzes op het gebied van CBRN-aangelegenheden en specifiek onderliggend CBRN-beleid en uitvoeringsbepalingen dienen op basis van dit Beleidskader CBRN-verdediging te worden gemaakt. DE COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

P.J.M. van Uhm Generaal

Page 3: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 3 van 33 bladen

Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 1. Inleiding 4 a. Doel en blikveld 4

b. Begrippen 4

2. CBRN-beleid 6 a. Internationale en nationale beleidsmatige inbedding 6 b. Grondbeginselen van de CBRN-verdediging 8 c. CBRN-pijlerbenadering 9

3. CBRN-capaciteiten, verantwoordelijkheden, organisatie en structuren en personeel 11 a. Algemeen 11

b. Verantwoordelijkheden 11 c. Organisatie en structuren 12

d. Personeel 16 4. Dreigingsanalyse, ontwikkelingen, opereren onder CBRN-omstandigheden,

ambities en prioriteiten 18 a. Dreigingsanalyse 18 b. Ontwikkelingen 20 c. Opereren onder CBRN-omstandigheden 22 d. Ambities, prioriteiten en roadmap CBRN-prioriteiten 24

5. CBRN-varia 30 a. CBRN-overleg 30 b. CBRN-investeringen 31

c. Wetenschappelijk onderzoek 32 d. Financiële consequenties 33

Bijlagen: 1. Nationale en internationale CBRN-fora en internationale overeenkomsten. 2. Lijst van geraadpleegde bronnen.

Page 4: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 4 van 33 bladen

1. Inleiding Bij inzet in de drie hoofdtaken van Defensie1, kunnen individuele militairen en eenheden geconfronteerd worden met CBRN-agentia. Grootschalige inzet met massavernietigingswapens (MVW) is voorlopig onwaarschijnlijk. Het beeld van grote militaire eenheden, volledig CBRN-beschermd langdurend optredend in besmette gebieden, is vooralsnog dan ook niet meer reëel. De kans op inzet op kleinere schaal van CBRN-middelen is wel realistisch. Vooral niet-statelijke extremistische actoren, al dan niet gesteund door staten, blijken door de huidige industriële ontwikkelingen in staat om CBRN-capaciteiten te ontwikkelen en mogelijk in te zetten. Ook is bij zowel internationaal als nationaal optreden een CBRN-besmetting of een gevarengebied mogelijk door ongelukken met of aanslagen op CBRN-opslagplaatsen, kerncentrales, industriële installaties, ziekenhuizen en laboratoria waarbij zgn. Toxic Industrial Materials (TIMs) vrijkomen. Militairen moeten daarom niet alleen voorbereid blijven op het werken onder CBRN-omstandigheden tijdens expeditionaire inzet, zij moeten tevens in staat zijn om binnen Nederland de civiele autoriteiten en hulpdiensten te ondersteunen met advies en assistentie en bij de beheersing van de gevolgen tijdens CBRN-incidenten in het kader van de ICMS. Defensie is immers een structurele veiligheidspartner geworden voor de civiele autoriteiten. Op dit moment bestaat er nog geen richtinggevend document met betrekking tot CBRN-verdediging bij het Ministerie van Defensie. a. Doel en blikveld

Door het ontbreken van specifieke overkoepelende inhoudelijke richtlijnen op het gebied van CBRN bestaat de kans dat er beslissingen worden voorbereid of genomen die niet op vigerend beleid kunnen worden gebaseerd (zoals besluitvorming over en prioritering van wetenschappelijk onderzoek, keuze van deelname aan (inter)nationale overlegfora, materieelkeuzen, de wijze van opereren onder CBRN-omstandigheden). Daarnaast dient binnen Defensie duidelijk te worden op welke niveaus de taken en verantwoordelijkheden zijn belegd en op welke onderwerpen de CBRN-gemeenschap zich de komende tijd dient te richten. Dit beleidskader CBRN-verdediging beschrijft daarom op welk niveau de verschillende taken en verantwoordelijkheden belegd zijn, geeft de Nederlandse ambities en prioriteiten weer op het gebied van CBRN en kan als leidraad worden gebruikt voor het beantwoorden van vragen met betrekking tot CBRN-aangelegenheden. Het geeft aan wat het ambitieniveau is, stelt in het licht van de veranderende omgeving vast wat een adequate CBRN-verdediging behelst en bepaalt welke de te volgen CBRN-aandachtsgebieden zijn en geeft daarmee aan wat de prioriteiten zijn voor de komende 10 jaren. Na 5 jaren, of naar aanleiding van (inter)nationale ontwikkelingen, vindt een evaluatie plaats en zal het beleidskader eventueel een actualisatie ondergaan. Het beleidskader CBRN-verdediging dient, naast de nationale en internationale doctrines, te passen binnen de Nederlandse Defensie Doctrine en complementair te zijn aan de Joint Beleidskaders Veiligheid & Bescherming en Verdediging & Bescherming tegen MVW’s.

b. Begrippen2 Agens (mv. agentia). Een werkende oorzaak, kracht of (in dit geval) stof. Biologisch (B) agens. Een micro-organisme of een hiervan afgeleide giftige stof (toxine), dat ziekte in mens, dier of plant veroorzaakt of beschadiging van materieel. Biologisch wapen. Een (samengesteld) middel dat een biologisch agens overbrengt of

1 De drie hoofdtaken van Defensie zijn: 1. Bescherming van de integriteit van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba; 2. Bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit; 3. Ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal en internationaal. Uit: Defensienota 2000. 2 Vertaald uit: NAVO Allied Administrative Publication (AAP) 21(B).

Page 5: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 5 van 33 bladen

verspreidt op een gekozen doel. Biologische oorlogvoering. Het gebruik van biologische wapens om slachtoffers onder mensen en dieren te veroorzaken of om planten te verdelgen of materieel te beschadigen. CBRN-verdediging. CBRN-verdediging omvat het geheel van plannen, capaciteiten en activiteiten bedoeld om de schadelijke effecten op materieel en personeel tijdens operaties, als resultaat van het gebruik of de dreiging van gebruik van CBRN-agentia, te voorkomen, beperken of te neutraliseren. Daarnaast behelst CBRN-verdediging het beperken of neutraliseren van secundair CBRN-gevaar, dat optreedt als gevolg van eigen of vijandelijke offensieve operaties of het (risico op het) abusievelijk vrijkomen van CBRN-agentia en TIM’s in het milieu. Chemische (C) agens. Een chemische verbinding die is bedoeld om personen te doden, ernstig te verwonden of buiten gevecht te stellen door zijn fysiologische effecten. Uitgezonderd zijn chemische stoffen die bedoeld zijn om oproer te beteugelen, begroeiing te verdelgen, rookschermen te vormen of brand te stichten. Chemisch wapen. Een (samengesteld) middel dat een chemisch agens overbrengt of verspreidt op een gekozen doel. Chemische oorlogvoering. Het gebruik van chemische wapens om mens of dier te doden, verwonden of voor een bepaalde periode uit te schakelen of het gebruik van gebieden, faciliteiten of materieel te hinderen of ontzeggen. Nucleair (N) wapen. Een middel waarbij de explosie een nucleaire reactie opwekt (als gevolg van de energie die vrijkomt bij de splitsing dan wel fusie van atoomkernen) en het vrijkomen van een van te voren bepaalde hoeveelheid energie veroorzaakt. Nucleaire oorlogvoering. Het gebruik van nucleaire wapens om mens of dier te doden, verwonden of voor een bepaalde periode uit te schakelen of het gebruik van gebieden, faciliteiten of materieel te hinderen of ontzeggen. Radiologisch (R) wapen. Elk middel, anders dan een nucleair wapen, dat speciaal is ontworpen om radioactief materiaal en/of straling te verspreiden met als doel te vernietigen, beschadigen of te verwonden. Radiologische oorlogvoering. Het gebruik van radiologische wapens om slachtoffers te veroorzaken of het gebruik van materieel, uitrusting, infrastructuur of terrein te beperken. Het omvat tevens het bewust gebruik van radioactieve neerslag (fallout) die vrijkomt na inzet van nucleaire wapens. Straling. Blootstelling aan ioniserende straling valt binnen dit beleidskader CBRN-verdediging voor zover dit de inzet van radiologische strijdmiddelen, het plaatsen van stralingsbronnen met als doel personen aan straling bloot te stellen en het gebruik van nucleaire strijdmiddelen betreft. Toxic Industrial Material. Een generieke term voor toxische chemische, biologische of radioactieve stoffen in vaste, vloeibare, aerosol of gasvorm. Het zijn stoffen die worden gebruikt of zijn opgeslagen voor industriële, commerciële, medische, militaire of huishoudelijke doeleinden. Een TIM kan chemisch, biologisch of radioactief van aard zijn en wordt dan vervolgens Toxic Industrial Chemicals (TIC), Toxic Industrial Biologicals (TIB) of Toxic Industrial Radiologicals (TIR) genoemd.

Page 6: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 6 van 33 bladen

2. CBRN-beleid

a. Internationale en nationale beleidsmatige inbedding Nationale en internationale samenwerking op het gebied van CBRN-verdediging geeft mede richting aan de inrichting van CBRN-verdediging van de Nederlandse krijgsmacht. (i) Internationaal

Internationale samenwerking in verschillende fora leidt tot de ontwikkeling van gemeenschappelijke standaarden, versterking van de interoperabiliteit en het delen van onderzoeksuitkomsten over CBRN-concepten, doctrines, procedures en materiaal en is voornamelijk gericht op expeditionaire inzet. NAVO. Algemeen kan worden gesteld dat de NAVO zich op het gebied van CBRN lange tijd voornamelijk op de 1e en 2e hoofdtaak van de krijgsmacht heeft gericht. Tegenwoordig ligt er ook een focus op de 3e hoofdtaak. De Nederlandse CBRN-verdediging sluit in alle hoofdtaken nauw aan bij de NAVO-benadering. Binnen de NAVO is het vermogen om te kunnen overleven een principiële overweging bij strategische planning en besluitvorming, vastgelegd in de Essential Operational Capability (EOC) Survivability and Force Protection (FP). Deze EOC heeft als doel om de effecten van iedere vijandelijke actie, inclusief de effecten van CBRN-wapens, te minimaliseren, waarbij de vrijheid van handelen en de doeltreffendheid van de strijdkrachten blijft gegarandeerd. FP is essentieel voor operaties om zeker te stellen dat alle militaire eenheden, onder alle operationele omstandigheden, in staat zijn zich te verdedigen en te beschermen tegen de mogelijke dreigingen. FP is bij de NAVO als volgt gedefinieerd: “Measures and means to minimize the vulnerability of personnel, facilities,

materiel, operations and activities from threats and hazards in order to preserve

freedom of action and operational effectiveness thereby contributing to mission

success.”3

Force ProtectionEngineering

Force Protection Capabilities

Consequence Management

SecurityAir andMissile

Defence

Health Protection

CBRN Defence

• Plans and • Programs• Personnel

Security• Physical

Security• Operations

Security • Information

Security• Security

Forces

• PhysicalProtection

• FireProtection

• ExplosiveOrdnance Disposal

• Improvised Explosive DeviceProtection

• Explosive Threats andHazards

• Missile Defence

• TheatreMissile Defence

• Ground-basedAir Defence

• Public Health• Evacuation• Treatment• Recovery• Safety

• ContingencyPlanning

• EmergencyResponse

• RecoveryPlanning

• Exercises• Civil-Military

Response• Public

Information• Meteorological

Protection

• Detection, Identificationand Monitoring

• Warning andReporting

• HazardManagement

• Physical Protection

• MedicalCounter-measures andSupport

Exercises / Training

Figuur 1: Force Protection Capabilities, uit ACO Directive 80-25 Force Protection (2009)

3 Uit: AJP 3.14 (2007), AJP 3.8.1 (2008) en ACO Directive 80-25 Force Protection (2009).

Page 7: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 7 van 33 bladen

Binnen de NAVO wordt CBRN gezien als een van de zes FP-capabilities (zie figuur4). Gezamenlijke afspraken zijn vastgelegd in NATO-doctrine en beschreven in de Allied Joint Publication, AJP 3.8: “Allied Joint Doctrine for CBRN Defence” en de Allied Joint Tactical Doctrine, ATP 3.8.1: “Allied Joint Tactical Doctrine for CBRN Defence”. Nederland speelt een actieve rol in NAVO CBRN-fora. De Commandant der Strijdkrachten (CDS) is verantwoordelijk voor zowel wie (de deelnemer), als de wijze waarop (inhoudelijk) Nederland participeert in deze gremia; het Joint Kenniscentrum CBRN (JKC CBRN) coördineert deze inbreng. Europese Unie (EU). De EU heeft op dit moment grote aandacht voor het onderwerp CBRN. CBRN-verdediging is onlangs dan ook aangemerkt als een van de kernprioriteiten. Dit komt tot uiting in verschillende activiteiten en vernieuwde documentatie. De EU kijkt daarbij voornamelijk naar het grondgebied van de lidstaten en dat komt overeen met de 3e hoofdtaak van de krijgsmacht. In 2001 gaf de Europese Raad de aanzet tot het creëren van CBRN-beleid door het opstellen van de eerste maatregelen ter bestrijding van de CBRN-dreiging op EU-niveau. In de loop van de jaren is het vormgeven van dit beleid voortgezet. Eind 2007 zijn op EU-niveau het vigerende CBRN-beleid en de daaraan gekoppelde lopende activiteiten over "de aanpak van CBRN-risico's en bio-paraatheid" voor het laatst aangepast. In februari 2008 heeft de Europese Commissie een CBRN-Taskforce opgericht. Een van de belangrijkste kenmerken van het werk van de Taskforce was de multidisciplinaire aanpak en de betrokkenheid van een groot aantal nationale autoriteiten, organisaties, instituten en structuren. De Taskforce heeft in januari 2009 een eindrapport gepubliceerd dat 264 afzonderlijke aanbevelingen bevat. Het EU CBRN-beleid voor de komende jaren zal gebaseerd zijn op dit eindrapport. Om een aanzet te geven voor de nieuwe richting van het EU CBRN-beleid is, op basis van het eindrapport van de Taskforce, medio 2009 een CBRN-actieplan met een groot aantal maatregelen gelanceerd. Het algemene doel voor de komende jaren is de dreiging van CBRN-incidenten en de schade die zij aan de burgers van de EU kunnen berokkenen, te beperken door middel van een coherent CBRN-actieplan met duidelijke prioriteiten, waarbij alle belanghebbenden – ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven – betrokken worden. Nederland is, onder leiding van de Nationaal Coördinator Terreurbestrijding (NCTb), met vertegenwoordigers van de betrokken departementen (waaronder Defensie) en verschillende instituten actief betrokken bij de beoordeling, invulling en uitvoering van dit nieuwe EU CBRN-beleid. De conclusie die nu al kan worden getrokken is dat dit nieuwe beleid niet afwijkt van de Nederlandse ideeën en de stappen die op dit moment worden gezet en in dit document worden verwoord. Tenslotte wordt er door de Europese Commissie in het kaderprogramma nadrukkelijk geïnvesteerd in systeemtechnologieontwikkeling om de kwetsbaarheid van de lidstaten tegen CBRN-agentia te verminderen, om de crisisrespons slagvaardiger te maken en om het herstelvermogen te vergroten. European Defence Agency (EDA). De EDA heeft als doel de lidstaten en de Europese Raad te ondersteunen in hun inspanningen om de Europese defensiecapaciteiten op het gebied van crisismanagement te verbeteren en het beleid op het gebied van Europese veiligheid- en defensiepolitiek te ondersteunen.

4 Uit: AJP 3.14.

Page 8: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 8 van 33 bladen

De EDA doet dit door te werken aan een allesomvattende en systematische benadering van de gewenste Europese capaciteiten. Daarnaast stimuleert de EDA een meer effectief gebruik van Europese Research & Technology capaciteit. Tevens stimuleert de EDA samenwerkingsprojecten op materieelgebied om bij te dragen aan de defensieve capaciteiten van Europa en om als katalysator bij te dragen aan de verdere herstructurering van de Europese defensie-industrie. Gezien bovenstaande doelstelling kan het van belang zijn om deel te nemen aan EDA CBRN-verdedigingsprojecten. Deze projecten kunnen op termijn leiden tot een versterkte Europese CBRN-verdedigingscapaciteit, kunnen een bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek en technologie-ontwikkeling en kunnen spin-off hebben voor de Nederlandse defensie-industrie. Evenals bij de NAVO speelt Nederland ook binnen de EDA een actieve rol in diverse gremia. Daar waar mogelijk en opportuun wordt tevens aansluiting gezocht bij vele EDA CBRN-projecten. Ook hier coördineert het JKC CBRN de Nederlandse inbreng die ook door niet militaire defensiepartners5 kan worden ingevuld.

(ii) Nationaal • Interdepartementaal

Hoewel in bijna de gehele veiligheidsketen CBRN op de agenda staat6, kan op dit moment nog niet gesproken worden over overkoepelend nationaal CBRN-beleid. De interdepartementale adviesgroep CBRN tracht in 2010 de eerste aanzet te geven. Wanneer besluitvorming kan plaatsvinden, is niet te voorspellen. Indien noodzakelijk zal dit Beleidskader CBRN-verdediging aan het te verschijnen interdepartementale beleid worden aangepast.

• Defensie De EOC Survivability and FP heeft in de Nederlandse Defensie Doctrine (NDD) invulling gekregen in EOC 7 “Veiligheid en Bescherming”: “Het behoud van eigen militair vermogen door de effecten van activiteiten van

anderen, met inbegrip van letale en niet-letale wapeninzet, te beperken en de

vrijheid van handelen en wapeninzet te garanderen”.

Binnen deze EOC 7 is de CBRN-verdediging van de Nederlandse krijgsmacht belegd. Dit is echter nooit uitgewerkt in overkoepelend Defensie CBRN-beleid. Dit beleidskader CBRN-verdediging geeft invulling aan deze behoefte.

b. Grondbeginselen van de CBRN-verdediging

De volgende overkoepelende grondbeginselen dienen als leidraad voor de CBRN-verdediging van de Nederlandse krijgsmacht: Dreigingsanalyse. De dreigingsanalyse is gebaseerd op accurate en tijdige inlichtingen en op het vermogen de mogelijke consequenties ervan te analyseren. De dreigingsanalyse dient altijd te worden uitgevoerd en continu te worden bijgesteld aan de hand van de actuele situatie, zodat de passende CBRN-verdedigingscapaciteiten en maatregelen kunnen worden geselecteerd en aangepast. Operationeel risicomanagement. Risico- en kwetsbaarheidanalyses zijn noodzakelijk om de operationele risico’s voor militaire eenheden vast te stellen bij het betrekken van een operatiegebied. Slachtoffers en materieeldegradatie zijn niet te voorkomen in een

5 Hierbij kan gedacht worden aan wetenschappelijke onderzoeksinstituten zoals bv. universiteiten en TNO. 6 Zie bijlage 1 voor nationale en internationale overlegstructuren.

Page 9: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 9 van 33 bladen

militaire operatie. De gedachte om slachtoffers en materieeldegradatie volledig te voorkomen werkt in het algemeen zelfs contraproductief op het succes van de missie. Dit noodzaakt commandanten om de balans tussen risico’s en operationele doelstellingen actief te bepalen en te beheersen. Joint operaties. Het missiedoel, de vrijheid van handelen en doeltreffendheid moeten gegarandeerd blijven, ondanks een mogelijke CBRN-dreiging. Het is daarom noodzakelijk dat CBRN-verdediging alle elementen van de krijgsmacht omvat binnen de joint area of responsibility (AOR) en alle aspecten van dreiging in ogenschouw neemt. Om een allesomvattende CBRN-verdediging, in een (multi)nationale omgeving, te optimaliseren moeten alle CBRN-capaciteiten op zowel operationeel als tactisch niveau worden geharmoniseerd. Prioriteitstelling. Het is onwaarschijnlijk dat er voldoende specialistische CBRN-capaciteiten aanwezig zijn om alle elementen in dezelfde mate te ondersteunen. Prioriteit moet gegeven worden aan de operationele zwaartepunten. Flexibiliteit. CBRN-verdediging moet flexibel zijn, modulair in toepassing en snel kunnen inspelen op wijzigende dreiging en veranderende operationele omgeving. Daarnaast moet de CBRN-verdediging rekening houden met verschillende (inter)nationale richtlijnen en regelgeving.

c. CBRN-pijlerbenadering Gebaseerd op een dreigingsanalyse, gedestilleerd uit gevalideerde inlichtingen, is de CBRN-verdediging doctrinair opgebouwd uit vijf pijlers, te weten Detection Identification & Monitoring, Warning & Reporting, Physical Protection, Hazard Management en Medical Counter Measures & Support. Deze pijlers dienen altijd in samenhang te worden bezien, omdat ze invloed op elkaar uitoefenen. Het veronachtzamen van één pijler, maakt de CBRN-verdediging in het geheel ineffectief. Alle pijlers moeten dan ook aan de orde zijn gesteld voorafgaande aan operaties en bij de ontwikkeling van beleid, doctrine, tactieken, technieken, procedures en opleiding en training.

Detection, Identification

and Monitoring

Detectie, identificatie

en monitoring

Warning and

Reporting

Waarschuwingen

rapportage

Physical Protection

Fysiekebescherming

Medical Counter Measures

and Support

Geneeskundigetegenmaatregelen

enondersteuning

Hazard Management

Managen van incidenten

CBRN defenceCBRN-verdediging

CBRN IntelligenceCBRN-Inlichtingen

Figuur 2: Het CBRN-huis met de vijf pijlers. Intelligence. Het product van het verzamelen, interpreteren en verwerken van gegevens over specifieke CBRN-aangelegenheden en capaciteiten van vreemde

Page 10: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 10 van 33 bladen

mogendheden, vijandelijke of potentieel vijandelijke (elementen van) reguliere strijdkrachten of irregulier optredende strijdende partijen alsmede van gegevens over gebieden en omstandigheden waarin militair wordt opgetreden of in de toekomst mogelijk moet worden opgetreden. Detection, Identification & Monitoring (DIM). Detectie, identificatie en monitoring omvat de onderling samenhangende processen benodigd om te constateren dat een CBRN-agens is vrijgekomen (ontdekking), het soort middel vast te stellen (typering), de omvang van de besmetting vast te stellen (meting) en veranderingen op de geconstateerde situatie vast te stellen (monitoring). Warning & Reporting (W&R). CBRN-waarschuwing en rapportage is het verzamelen, rapporteren, evalueren en verspreiden van informatie over CBRN-incidenten en gevarengebieden. Het doel is het effect van een incident beheersen, het informeren van een geselecteerde populatie en het genereren van input voor besluitvorming. Het gebruik van communicatie en informatiesystemen kan de waarschuwing, interpretatie en rapportage aanzienlijk versnellen. Physical Protection (PP). Fysieke bescherming omvat maatregelen en middelen voor individuele, collectieve en materiële bescherming tegen CBRN-incidenten. Dit maakt het mogelijk CBRN-incidenten te overleven en operaties (beperkt) voort te zetten in een CBRN-omgeving. Hazard Management (HM). Management van een CBRN-incident omvat een combinatie van voorbereidings- en uitvoeringsmaatregelen gebaseerd op de principes van preventie en beheersing. Hieronder worden voorzorgsmaatregelen (beperken van de consequenties bij gebruik) en risicobeperkende maatregelen (minimaliseren van de kans op blootstelling, besmettingsbeheersing en ontsmetting) verstaan. De invloed van CBRN-incidenten op operaties wordt verkleind of beheerst door HM-maatregelen. Medical Countermeasures & Support (MCMSPT). Medische tegenmaatregelen omvatten de (preventieve) maatregelen en middelen die nodig zijn om de weerstand tegen de uitwerking van CBRN-agentia te verhogen. Medische ondersteuning omvat de planning en uitvoering van de opvang, adequate behandeling en evacuatie van (CBRN)slachtoffers onder CBRN-dreiging en -omstandigheden.

Page 11: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 11 van 33 bladen

3. CBRN-capaciteiten, verantwoordelijkheden, organisatie en structuren en personeel

a. Algemeen CBRN-verdediging is een krijgsmachtbreed onderwerp en daarom geldt voor de Nederlandse krijgsmacht dat de CBRN-verdediging joint gestructureerd moet zijn. CBRN-doctrines en voorschriften moeten joint ontwikkeld worden en de CBRN-organisatie-elementen worden krijgsmachtbreed ingezet. De plaats van onderbrenging binnen een krijgsmachtdeel mag geen invloed op de doctrine, tactieken, technieken, procedures, uitrusting en noodzakelijke vaardigheden hebben. Alleen daar waar het operationele optreden van een krijgsmachtdeel specifiek anders is, zijn voor die specifieke OPCO-eigen situatie de CBRN-doctrine, het concept of operations (conops) of de tactics, techniques &procedures (TTP’s) aangepast. Bovenstaande maakt het mogelijk om joint te functioneren. Iedere militair is, ongeacht binnen welk krijgsmachtdeel, in te zetten en kan overleven en opereren onder CBRN-omstandigheden. Iedereen spreekt “dezelfde taal” en beheerst dezelfde “skills en drills”. Iedere militair moet in staat zijn om zelfstandig maatregelen te nemen om zich optimaal te beschermen tegen de invloeden van CBRN-wapens en middelen (conform CDS-aanwijzing A-700 - Opleiding en Training voor (vredes)operaties). Op basis van de dreigingsanalyse dient tijdens operaties iedere operationele commandant te beschikken over specifieke CBRN-capaciteit. Een CBRN-functionaris assisteert en adviseert de commandant bij het integreren van CBRN-verdediging in het voorbereiden en uitvoeren van de operatie. Daarnaast heeft de operationele commandant de beschikking over de middelen om de CBRN-verdediging van zijn eenheid te organiseren. Voor het samenwerken met andere departementen en hulpverleners binnen Nederland zal door informatie-uitwisseling, oefening en training kennis moeten ontstaan over elkaars operationele optreden. Samenwerkingverbanden in het kader van Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS) zijn hier voor opgezet.

b. Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheid voor CBRN binnen het Ministerie van Defensie is als volgt belegd: (i) De CDS heeft de verantwoordelijkheid voor de overkoepelende krijgsmachtbrede

ontwikkeling en uitvoering van het CBRN-beleid. Hierbij spelen, indien noodzakelijk, alle in punt 3.c. genoemde organisatie-elementen een rol. De coördinatie is in handen van de DOBBP en het Joint Kenniscentrum CBRN (JKC CBRN) heeft de leidende rol in de uitvoering. De CDS stelt het krijgsmachtbrede CBRN-beleid (doctrines, voorschriften, e.d.) vast. Inhoudelijk kan de C-JKC CBRN gemachtigd worden om, na toestemming van de Directie Operationeel Beleid, Behoeftestellingen en Plannen (DOBBP) en afstemming met betrokken partijen, CBRN-uitvoeringsbepalingen voor Defensie vast te stellen.

(ii) De CDS heeft daarnaast de verantwoordelijkheid voor (joint) operaties inclusief de voorbereiding en organisatie van de CBRN-verdediging. Tevens is de CDS, in het kader van ICMS verantwoordelijk voor het ondersteunen van civiele autoriteiten en hulpverleningsdiensten bij de bestrijding van CBRN-incidenten in Nederland.

(iii) De unit contraproliferatie, een samenwerkingsverband tussen de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD), is verantwoordelijk voor het verzamelen van actuele

Page 12: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 12 van 33 bladen

CBRN-inlichtingen.

(iv) De Directie Militaire Gezondheidszorg (DMG) is verantwoordelijk voor het geneeskundige beleid op het gebied van tegenmaatregelen en de geneeskundige ondersteuning bij een CBRN-dreiging en nadat daadwerkelijk CBRN-middelen zijn ingezet.

(v) De Commandanten van de diverse Defensieonderdelen zijn verantwoordelijk voor de invulling van het overkoepelende krijgsmachtbrede CBRN-beleid voor hun eigen organisatieonderdeel. Dit beleid kan in specifieke gevallen aan de aard van het organisatiedeel aangepast worden.

(vi) Iedere commandant van een eenheid is verantwoordelijk voor de organisatie van de CBRN-verdediging binnen zijn Area of Responsibility (AOR). Bij een operatie zullen in de opdracht de benodigde CBRN-capaciteiten worden aangegeven. Echter, iedere commandant is en blijft verantwoordelijk voor afronding van de individuele en collectieve opleiding en training voor iedere operatie (inzet). Internationaal is afgesproken dat elke eenheid in staat moet zijn om minimaal gedurende 24 uur, ook onder de dreiging of het gebruik van CBRN-wapens, te kunnen overleven en indien mogelijk de operationele opdracht uit te kunnen uitvoeren.

(vii) Alle individuele militairen moeten in staat zijn te voldoen aan de gestelde eisen in de CDS-aanwijzing A-700, waarin ook CBRN een onderwerp is.

c. Organisatie en structuren Het Ministerie van Defensie beschikt over de volgende CBRN-capaciteiten: (i) Bestuursstaf (BS)

• De unit contraproliferatie is binnen de MIVD verantwoordelijk voor het

opstellen van de militaire dreigingsanalyse op het gebied van CBRN. Dit team richt zich tevens op de contraproliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen.

• Onderdeel van de Hoofddirectie Personeel (HDP) is de Directie Militaire Gezondheidszorg (DMG). De DMG is, met inachtneming van de aanwijzingen, richtlijnen en kaders van de HDP, verantwoordelijk voor het ontwikkelen, toetsen en overdragen van het militair gezondheidszorgbeleid, het beleid betreffende de Arbodienstverlening en het militair geneeskundig zorgsysteem. Binnen deze directie is minimaal één beleidsfunctionaris aangewezen die zich bezig houdt met dossiers met een medische CBRN-relevantie.

(ii) Defensiestaf (DS) • De CDS heeft binnen zijn staf in de Directie Operaties (DOPS) de beschikking

over een CBRN-functionaris level 37. Daarnaast zijn er meerdere CBRN-dossierhouders, op het gebied van beleidsmatige en financiële kaders en behoeftestellingen, binnen de andere twee directies (DAOG en DOBBP).

7 Deze level-indeling geeft aan welk deel van het takenpakket bestaat uit CBRN-gerelateerde zaken: level 1: CBRN-ploegcommandant (neventaak op compagniesniveau en lager, gericht op praktische verkennings- en ontsmettingshandelingen ); level 2: lid CBRN-kern (neventaak op compagniesniveau, gericht op onderdeelsmaatregelen en advies lagere commandanten); level 3: CBRN-staffunctionaris (hoofdtaak vanaf bataljonsniveau, gericht op analyse en advisering).

Page 13: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 13 van 33 bladen

• Het JKC CBRN is een joint organisatiedeel (JOD) en wordt strategisch aangestuurd door de CDS8. Het JKC CBRN is verantwoordelijk voor het genereren en in stand houden van kennis inzake alle aspecten van de militaire CBRN-verdediging. Het JKC CBRN adviseert gevraagd en ongevraagd over alle aspecten van de militaire CBRN-verdediging, zowel in een nationale als internationale omgeving9. Dit JOD is onder single service management van Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS) gebracht10.

• De Joint CBRN-School (JCBRNS) is een joint organisatiedeel (JOD) en wordt strategisch aangestuurd door de CDS. De JCBRNS is verantwoordelijk voor het verzorgen van functiegerichte CBRN-opleidingen en het verzorgen van CBRN-gerelateerde specialistische cursussen die door nationale regel- en wetgeving verplicht zijn gesteld. Hierbij wordt voldaan aan een krijgsmachtbrede behoefte. Deeltaken van de JCBRNS zijn: het verzorgen van opleidingen aan civiele (hulpverlenings-) organisaties en het op verzoek verlenen van opleiding- en trainingsadvies. Ook dit JOD is onder single service management

van C-LAS gebracht11.

(iii) Defensie Materieel Organisatie (DMO) De DMO is verantwoordelijk voor het “voorzien-in” van nieuw materieel, de instandhouding van bestaand materieel en de afstoting van overtollig materieel. Dit proces wordt gestuurd met behulp van het Defensie Materieel Proces (DMP). Voor de verwerving en instandhouding van CBRN en geneeskundig materieel t.b.v. de verzorging onder CBRN-omstandigheden, is de afdeling Logistieke systemen van het ressort Landsystemen verantwoordelijk. Deze taak is single service belegd bij de sectie CBRN & Geneeskundig materieel. De integratie van CBRN bij varende systemen is belegd bij de afdeling Zeesystemen/Maritieme Techniek. Voor zover dit niet is uitbesteed, is de directie Logistieke Bedrijven belast met de uitgifte, opslag en onderhoud van CBRN-materieel.

(iv) Commando Dienstencentra (CDC) • Bedrijfsgroep Gezondheidszorg (BGGZ)

- Het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum (MGLC) verzorgt de

verwerving, opslag, kwaliteitsbewaking en uitgifte van CBRN-gerelateerde geneesmiddelen.

- Het calamiteitenhospitaal als onderdeel van de Centraal Militair Hospitaal (CMH) kan dienen als opvang van CBRN-slachtoffers, zowel militair als civiel.

- Binnen het Coördinatiecentrum Expertise Militaire Gezondheidszorg (CEMG) wordt kennis verzameld op het gebied van de medische CBRN-aspecten. Het CEMG adviseert gevraagd en ongevraagd de BS en DMG op dit gebied, begeleidt wetenschappelijk onderzoek en heeft nauwe contacten met civiele instanties. Daarnaast is het CEMG betrokken bij ontwikkelingen op gebied van detectie en identificatie zowel voor B als C-agens in lijn met de wetenschappelijk inhoudelijke overlap met diagnose van Biologische en Chemische agens. Het CEMG heeft ook zitting in verschillende NAVO-

8 In CDS-aanwijzing A-811 wordt de aansturing van JOD’n beschreven. 9 Zie Terms of Reference JKC CBRN. 10 In de Administratieve Organisatie (AO) CLAS wordt aangegeven hoe, op basis van de CDS-aanwijzing A-811, het JKC CBRNen de JCBRNS binnen de CLAS-organisatie zijn ingebed. Het JKC CBRN en de JCBRNS zijn administratief belegd in de organisatie van het Opleiding en Trainingscentrum Genie (OTC Gn) en C-OTCGn is tevens C-JOD’n. 11 Ibid 10.

Page 14: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 14 van 33 bladen

overlegfora. Verder is het CEMG vertegenwoordigd in interdepartementale crisisteams die bijeenkomen bij een CBRN-incident (Back Office Radiologische Incidenten (BORI) en Beleid Ondersteunend Team Milieu Incidenten (BOT-mi))12.

- Het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) verzorgt de geneeskundige CBRN-opleiding voor artsen, verpleegkundigen en de officieren van de geneeskundige dienst.

(v) Commando Landstrijdkrachten (CLAS) Het CLAS heeft binnen haar staf in de Directie Operaties de beschikking over een CBRN-sectie, bestaande uit twee CBRN-functionarissen level 3. Daarnaast zijn er enkele CBRN-dossierhouders binnen de staf aanwezig. In elke, onder het CLAS ressorterende, brigadestaf zijn eveneens twee CBRN-functionarissen level 3 ingedeeld. Tijdens operaties is er in elke eenheid op het niveau van bataljon of compagnie een CBRN-kern opgenomen. Op dit moment wordt de CBRN-verdedigingscapaciteit van het CLAS gevormd door 101 CBRN-verdedigingscompagnie. In 2012 wordt een tweede CBRN-verdedigingscompagnie binnen het CLAS operationeel. Beide identieke eenheden zijn in staat om CBRN-verkenningen, CBRN-detectie en grondige ontsmettingen uit te voeren in het gehele geweldspectrum. Met ingang van 2012 zijn de capaciteiten van deze eenheden volgens de ICMS-afspraken op afroep beschikbaar voor ondersteuning van civiele autoriteiten en hulpdiensten binnen Nederland. Binnen 400 Geneeskundig Bataljon van het CLAS is personeel opgeleid om CBRN-besmette gewonden te ontsmetten in de gewonden ontsmettingstations (GOS) en de Medical Treatment Facility (MTF) in het kader van Collective Protection (ColPro). Op dit moment zijn deze specifieke voorzieningen aanwezig voor het niveau 1 (hulppost). In 2010 komen deze voorzieningen voor het niveau 2 (MOGOS) beschikbaar13. Als JOD zijn het JKC CBRN en de JCBRNS bij het CLAS ondergebracht. Op de JCBRNS wordt de toekomstige responsecapaciteit ten behoeve van de derde hoofdtaak ondergebracht14. Hierdoor is het mogelijk om deze capaciteit tevens te benutten voor opleiding, training en kennisproductie. Operationeel wordt er met de volgende structuur gewerkt: • CBRN collection centre (CC): op brigadeniveau wordt een CC ingericht.

• CBRN sub collection center (SCC): op bataljonsniveau wordt een SCC

ingericht.

• CBRN-kern: elke compagnie heeft de beschikking over een CBRN-kern.

• CBRN source level: elke groep/individu.

12 Zie bijlage 1. 13 Uit Handboek Gezondheidzorg KL (8-1/0): Niveau 1: De zorg wordt verleend aan het begin van het gezondheidszorgsysteem en die wordt gekenmerkt door niet-specialistische behandeling, primair gericht op het behoud van leven en/ of ledematen, alsmede verdere zorg t.b.v. onmiddellijke terugkeer naar de eenheid of afvoer naar een hoger zorgniveau. Niveau 2: De zorg die wordt verleend in aanvulling op het 1e niveau en die vooral is gericht op het behoud van leven en/of ledematen, alsmede verdere zorg t.b.v. herstel van de inzetbaarheid of afvoer naar een hoger zorgniveau. 14 De responsecapaciteit wordt in hoofdstuk 4, punt b (ontwikkelingen), sub iii (nationale omgeving) verder uitgewerkt.

Page 15: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 15 van 33 bladen

(vi) Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) Binnen het CLSK maakt de CBRN-verdediging deel uit van de FP-organisatie. Op de meeste vredeslocaties van het CLSK is een CBRN-advisor en een CBRN-trainer (level 315) aanwezig. Verder zijn CBRN-specialisten van het CLSK geplaatst bij het JKC CBRN en de JCBRNS. Tijdens operaties zijn de volgende CBRN-elementen opgenomen in de FP-organisatie: • CBRN-Commandopost (tevens Sub Collection Center).

• CBRN-kern (alleen de Patriot-batterijen bij de Groep Geleide Wapens)16.

• CBRN-Verkenning- en Detectieteams (tevens CBRN-waarnemer).

• CBRN source level: elk individu.

Voor wat betreft de grondige ontsmetting van materieel moet worden teruggevallen op de capaciteit van de specialistische ontsmettingscapaciteit van het CLAS, Host Nation Support (HNS) of de CBRN-capaciteit van een Joint Force Commander (JFC) ter plaatse. Voor de ontsmetting van gewond personeel moet gebruik worden gemaakt van het GOS bij de medische CLAS-installatie. Deze capaciteiten worden eventueel, afhankelijk van de dreiging en op basis van besluitvorming, tijdens de voorbereiding op de missie/operatie toegewezen.

(vii) Commando Zeestrijdkrachten (CZSK)

CZSK beschikt over een CBRN-stafofficier (level 3) bij het Maritiem Doctrine - en Tactiekencentrum (MDTC) en over een maritiem CBRN-KC bij de School voor NBC-verdediging, Damage Control & Bedrijfsveiligheid (SNBCD&BV) voor meer specifieke krijgsmachtdeelgebonden procedures en technieken. Operationeel wordt er met de volgende structuur gewerkt: • CBRN collection centre: Stafschepen met geëmbarkeerde staf op taskforce

niveau.

• CBRN sub collection center: - Stafschepen met geëmbarkeerde staf op taskgroup niveau.

- Gevechtsschepen op missie, geen deeluitmakend van een verband.

- Bij het Korps mariniers op bataljonsniveau.

• CBRN-kern: - Elk schip heeft personeel level 1 of 2 opgeleid met een CBRN-rol in neventaak.

- Bij het Korps mariniers beschikken de compagnieën over een CBRN-kern

15 Zie VS 3-755/1 Handleiding CBRN-verdediging (interimversie 1). 16 De consequenties van het besluit om het Commando Grondgebonden Luchtverdediging (inclusief de GGW) onder te brengen bij de CLAS, zijn nog niet bekend.

Page 16: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 16 van 33 bladen

• CBRN source level: elke groep/individu, zowel bij de vloot als bij het Korps mariniers.

Ontsmettingscapaciteit op schepen op zee is, gezien de hoeveelheid te ontsmetten oppervlak, alleen gericht op operationele ontsmetting. Voor verdere ontsmetting wordt tijdens operaties mede gebruik gemaakt van de deksproeiinstallatie en de invloed van de zon en het zeemilieu. Hiervoor is een langdurig verblijf van personeel (min. 72 uur) in de citadel17 noodzakelijk. Voor de grondige ontsmetting zijn zowel de schepen als de eenheden van het Korps mariniers afhankelijk van de specialistische ontsmettingscapaciteit van het CLAS of de host nation. Voor de ontsmetting van gewond personeel moet gebruik worden gemaakt van het GOS bij de medische CLAS-faciliteiten. Deze capaciteiten worden eventueel, afhankelijk van de dreiging en op basis van besluitvorming, tijdens de voorbereiding op de missie/operatie toegewezen.

(viii) Koninklijke Marechaussee (KMar) Tijdens de uitoefening van de taken, zowel nationaal als internationaal, kan KMar-personeel worden geconfronteerd met incidenten waarbij CBRN-middelen of TIM’s vrijkomen. Specifiek voor de KMar is dat het personeel ook als first responder18 met CBRN-agentia kan worden geconfronteerd. De KMar zal in dergelijke situaties optreden overeenkomstig de calamiteitenplannen waarin de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken KMar-diensten zijn vastgelegd. De KMar beschikt niet over specifieke CBRN-capaciteiten. Voor wat betreft de grondige ontsmetting van materieel moet worden teruggevallen op de capaciteit van de brandweer of de specialistische ontsmettingscapaciteit van het CLAS. Voor de ontsmetting van gewond personeel tijdens inzet in Nederland als first responder valt de KMar terug op de reguliere ziekenhuizen. Bij expeditionaire inzet, of als er CLAS-capaciteit (GOS niveau 1) ontplooid is, wordt hiervan gebruik gemaakt. Deze capaciteiten worden eventueel, afhankelijk van de dreiging en op basis van besluitvorming, tijdens de voorbereiding op de missie of operatie toegewezen.

d. Personeel Het borgen van specifieke CBRN-kennis en –ervaring en het behouden van continuïteit van deskundigheid binnen het CBRN-werkveld is van belang. CBRN-kennis wordt steeds breder en per onderwerp gedetailleerder, zodat opleidingen langer duren. Dit betekent ook dat het opdoen van de benodigde kennis en ervaring door een CBRN-specialist steeds langer duurt. Op dit moment is de groep van personeel dat werkzaam is in het CBRN-functiegebied niet aangemerkt als specialist. Er zijn wel doorstroom- en bevorderingsmogelijkheden binnen het functiegebied, maar deze worden niet systematisch toegepast. Tenslotte zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor doorstroom naar verwante functieplaatsen nog niet in kaart gebracht. Het behoud van deskundigheid binnen het vakgebied en de borging van kennis en ervaring kan worden gerealiseerd door met het personeel de afspraak te maken dat zij een bepaalde periode in het CBRN-functiegebied werkzaam zullen zijn19. Hierdoor wordt

17 Dit is een situatie waarbij men in een CBRN-gevarengebied op een groot gedeelte van het schip een overdruk creëert, waardoor de CBRN-agentia niet kunnen doordringen in de leef- en werkomgevingen van het schip. 18 First responder: hulpdienst die als eerste aanwezig is op een “plaats incident”. 19 Bv. door inhoud te geven aan het flexibel personeelssysteem (FPS) en de initiële functieduur op 5 jaren vast te leggen.

Page 17: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 17 van 33 bladen

tevens het rendement van langdurige opleidingen vergroot. Dergelijke afspraken worden vastgelegd in het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) van de militair. De organisatie wijst dan achtereenvolgens een aantal functies in het functiegebied CBRN toe. De loopbaan ontwikkelt zich afhankelijk van de keuzes van individu en organisatie. Als het belang van de organisatie dat eist, kan een functie desnoods dwingend worden toegewezen. Het is van belang om goed zicht te houden op de defensiebreed beschikbare CBRN-functies en de samenhang tussen die functies goed vast te leggen om daarmee loopbaanmogelijkheden voor het personeel te creëren20. De combinatie JKC CBRN en JCBRNS hebben als organisatieonderdelen binnen het CBRN-vakgebied de beste kijk op de beschikbare (inter)nationale CBRN-functies en het adequaat opgeleid CBRN-personeel. Tezamen krijgen zij, onder de verantwoordelijkheid van C-JOD, een coördinerende rol om defensiebreed binnen het CBRN-vakgebied adviezen21 te kunnen genereren voor vulling van CBRN-functies.

20 Vergelijkbaar met het “matchingstool individuele uitzendingen” dat op dit moment door de HDP in samenwerking met de DS wordt ontwikkeld. 21 De adviezen zijn, op basis van kennis en ervaring, gevraagd en ongevraagd, niet bindend en gaan richting de bevoegde functietoewijzingsautoriteit.

Page 18: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 18 van 33 bladen

4. Dreigingsanalyse, ontwikkelingen, opereren onder CBRN-omstandigheden en ambities, prioriteiten en roadmap CBRN-prioriteiten

a. Dreigingsanalyse (i) Trends

Nederland is een open land in een wereld waarin afstanden nauwelijks meer een rol spelen. Deze openheid heeft onder meer een hoog levenspeil gebracht, maar maakt Nederland ook kwetsbaar. Bedreigingen voor de interne veiligheid hebben onmiskenbaar een mondiaal karakter. De internationale (veiligheids-)situatie wordt gekenmerkt door een aantal algemene ontwikkelingen en trends die voor het veiligheidsbeleid van belang zijn. De groeiende verwevenheid tussen interne en externe veiligheid, maakt dat vrijwel alle bedreigingen van de samenleving een internationale dimensie hebben. Grote delen van de wereld zijn instabiel en dit leidt tot tal van problemen. Vooral zwakke staten vormen een aanwijsbare bron voor veiligheidsrisico’s. Zo hebben in een maatschappij waar de staat vrijwel afwezig is extremistische organisaties vrij spel. En ook al is in een land de staat aanwezig, dan functioneert zij lang niet altijd in dienst van de bevolking. Ook dit blijft niet zonder gevolgen; politiek en religieus extremisme vinden hier namelijk een voedingsbodem. De veiligheid van Nederland wordt onverminderd beïnvloed door de geopolitieke verhoudingen en de verschuivingen daarin. In veiligheidspolitiek opzicht vragen in het bijzonder de opkomst van China en de ontwikkeling op de lange termijn van Rusland de aandacht. Voorts blijven in het Midden-Oosten de toestand in Irak, Afghanistan en Pakistan, het Israëlisch-Palestijnse conflict en de ontwikkelingen rondom het nucleaire programma van Iran zorgwekkend22. In de drie hoofdtaken dient de krijgsmacht rekening te houden met CBRN-dreiging, waarbij een trend waarneembaar is van afnemende dreiging op interstatelijk niveau, al zijn er nog landen met een operationele dan wel slapende offensieve capaciteit23. Naast statelijke actoren baart vooral de opkomst van andere actoren zorg. Al dan niet gesteund door staten blijken organisaties en individuen gevaarlijke capaciteiten te ontwikkelen. Waar politiek gedreven actoren nog een rationele remming ten toon spreiden, zijn er religieuze en ideologische groeperingen die vrijwel nergens voor terugdeinzen, mogelijk ook niet voor CBRN-terreur24. De verbreding van het veiligheidsbegrip en de onderlinge verwevenheid van de hedendaagse veiligheidsrisico’s zijn op dit moment een trend. De kwetsbaarheid van moderne samenlevingen in een open wereld komt op steeds meer terreinen aan het licht. Bij het beschermen van onze samenleving moet in toenemende mate worden gedacht aan o.a. de proliferatie van massavernietigingswapens. Naast de bescherming van het grondgebied gaat het steeds vaker om de bescherming van het individu en de samenleving.

(ii) Technologische ontwikkelingen Ons land is een interessant doelwit voor landen en organisaties die streven naar het bezit van massavernietigingswapens. Veel van de hoogwaardige technologie die in Nederland voorhanden is, is namelijk zowel voor civiele als voor militaire toepassing bruikbaar. Het is daarom belangrijk dat bedrijven en wetenschappelijke

22 Uittreksel uit beleidsbrief “Wereldwijd Dienstbaar” 2007. 23 Jaarverslag 2009 MIVD. 24 Uit: EU Security, Threat Assessment: Present and Mid-TermThreats (unclassified) 2009.

Page 19: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 19 van 33 bladen

instellingen zich bewust zijn van de risico's (van de mate van openheid) in hun contacten met organisaties en instanties uit landen die ervan worden verdacht massavernietigingswapens te ontwikkelen. Veel landen beschikken over een beperkte capaciteit om chemische en biologische agentia te produceren ter ondersteuning van defensief onderzoek. Vervaardiging in kleine hoeveelheden met dit doel is toegestaan. Een ontwikkeling die voortzet is dat landen van zorg, door de snelle ontwikkeling van hun industrie, steeds beter in staat zijn zelfstandig grondstoffen en voorlopers voor CBRN-wapens te ontwikkelen en te produceren. Vooral de biotechnologie en moleculaire biologie ontwikkelen zich snel. De civiele kennis die hierbij vrijkomt, kan tevens aangewend worden voor een biologisch wapenprogramma. Hierbij is het moeilijk om vast te stellen of een onderzoek zuiver voor civiele doeleinden wordt ingezet en wordt het steeds eenvoudiger om eventueel clandestiene activiteiten voor de buitenwereld verborgen te houden. Moderne chemische synthese technologie kan aanleiding geven tot ontdekking en beschikbaar komen van stoffen die het dreigingsspectrum uitbreiden. Ook het risico op verdere verspreiding van kennis neemt toe nu het onderzoeksveld zich mondiaal steeds verder ontwikkelt. Uit onderzoek is gebleken dat landen van zorg samenwerken om de ontwikkeling en productie van chemische en biologische wapens te vereenvoudigen. Deze samenwerking betreft de uitwisseling van kennis, materiaal en grondstoffen25. De aandacht van de MIVD is de afgelopen jaren o.a. gericht op proliferatie van massavernietigingswapens en de ontwikkelingen rond nucleaire, chemische en biologische wapens. De intensieve samenwerking met de AIVD leverde een gezamenlijk team op dat zich richt op de contraproliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen26.

(iii) Nationaal strategische rapportage In de Strategie Nationale Veiligheid (SNV)27 wordt rekening gehouden met de verspreiding van CBRN-wapens en dit wordt omschreven als “één van de klassieke dreigingen”. Er wordt gesteld dat “op gebied van CBRN-aanvallen nog steeds beleids- of technische ontwikkelingen voor de deur staan”. Op basis van de SNV stelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) periodiek (4x per jaar) in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) het algemene dreigingsniveau in Nederland vast.

(iv) Industriële CBRN-dreiging Door de verdergaande verstedelijking en industrialisering en het daaraan inherente verschuiven van het militaire optreden naar verstedelijkt gebied, is er een verhoogde kans dat er TIM’s in het milieu terechtkomen bij rampen of door aanslagen. Het vrijkomen van TIC’s, TIB’s of TIR’s kan voortkomen uit een gerichte aanval met het bewuste middel door een actor, een aanslag op een aanwezige (industriële) faciliteit door een actor of simpelweg door een ongeval. Mogelijke faciliteiten zijn medische installaties en onderzoeks-, productie-, opslag- en recyclingfaciliteiten van de (bio)chemische-, farmaceutische-, nucleaire- en landbouwindustrie. De gevolgen kunnen zich zowel op korte als op langere termijn effectueren en leveren schade op aan het milieu, het menselijk lichaam en materieel.

25 Uittreksel uit jaarverslag AIVD 2008. 26 Jaarverslag Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) 2008, d.d. 29 april 2009. 27 Opgesteld door het Kabinet Balkenende IV d.d. 14 mei 2007.

Page 20: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 20 van 33 bladen

(v) Conclusie De huidige CBRN-dreiging is complex omdat deze multi-dimensionaal is in de diversiteit van mogelijke actoren, de omstandigheden van inzet en de inzetmiddelen. Er zijn veel verschijningsvormen van CBRN-wapens en middelen en de effecten kunnen in de meeste gevallen worden gemoduleerd van klein tot grootschalig. Zo zijn CBRN-middelen in te zetten door elkaar bestrijdende staten, niet-statelijke actoren, groeperingen of individuen. Een mogelijke inzet blijft daarbij niet beperkt tot de operatiegebieden, maar kan ook voorkomen op Nederlands grondgebied. Naast dit alles bestaat er een reële dreiging op het opzettelijk of onopzettelijk vrijkomen van TIM’s Grootschalige inzet met CBRN-middelen is tegenwoordig niet waarschijnlijk. Het beeld van grote militaire eenheden, volledig CBRN-beschermd langdurend optredend in besmette gebieden, is dan ook niet meer reëel. Kleinschalige (terroristische) inzet is wel realistisch. De psychologische impact door het gebruik van CBRN-middelen op mens en maatschappij blijft enorm; ook al is het gebruik kleinschalig. Tenslotte moet ook het effect van het eenvoudigweg in het bezit hebben (en dus de mogelijkheid tot het gebruik) van CBRN-wapens niet worden onderschat.

b. Ontwikkelingen (i) Algemeen

De krijgsmacht wordt geconfronteerd met een veelheid aan CBRN-ontwikkelingen die implicaties hebben voor het voortzettingsvermogen en de ermee samenhangende beschermingsniveaus. Het beleid op het gebied van CBRN-verdediging richt zich op een integrale benadering van alle activiteiten die deel uitmaken van het operationeel optreden. Defensie heeft behoefte aan een CBRN-verdedigingscapaciteit waarbij zowel aan interoperabiliteit als in specifieke krijgsmachtdeelgebonden behoeftes wordt voorzien. De genoemde dynamiek in operationeel optreden en in de aard van de dreiging vereist snelheid en creativiteit in de oplossingen.

(ii) Internationale omgeving De internationale verhoudingen veranderen, en daarmee ook de CBRN-dreiging. Defensie moet ook in deze nieuwe omstandigheden in staat zijn om in alle drie de hoofdtaken te opereren. In de komende decennia neemt het risico op conflicten naar verwachting toe, mogelijk als gevolg van economische machtverschuivingen, schaarste aan tal van grondstoffen (monopolies), klimaatveranderingen, migratieproblematiek en de proliferatie van geavanceerde tot geïmproviseerde wapensystemen, mede door ongecontroleerde kennisverspreiding. Nederland blijft betrokken bij het handhaven van de (internationale) rechtsorde die direct of indirect de belangen van Nederlandse burgers raken. Tegenstanders zijn in toenemende mate niet-statelijke groeperingen; ze zijn technologisch en organisatorisch inferieur, kunnen gebruik maken van geïmproviseerde wapens en proberen de inzet daarvan zo onvoorspelbaar mogelijk te laten zijn en voelen zich in hun handelen niet gebonden aan internationaal recht, internationale verdragen en Rules of Engagement (ROE). Kleinschalige dreiging met o.a. biologische, chemische en radiologische wapens blijft daarom een reëel gevaar.

(iii) Nationale omgeving Voor de toekomst zijn de politieke richtlijnen duidelijk: meer multidisciplinair optreden en dus meer samenwerking tussen de verschillende diensten, instellingen en instituten. Voor CBRN betekent dit voor de krijgsmacht

Page 21: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 21 van 33 bladen

samenwerken met o.a. de politie, de brandweer, het Nationaal Forensisch Instituut (NFI), het NCTb, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, (RIVM), de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Voor Defensie komt dit mede tot uiting in het ICMS-convenant met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden (MinBZK). De samenwerkingsverbanden tussen de krijgsmacht en de verschillende diensten en instituten worden bijvoorbeeld zichtbaar op de JCBRNS, waar nu al opleidingen worden verzorgd voor diverse civiele hulpdiensten. In het kader van ICMS worden verschillende plannen uitgewerkt: de oprichting van een extra CBRN-eenheid, de oprichting van een 24/7 responscapaciteit binnen de JCBRNS28 en de inrichting van een multidisciplinaire CBRN-trainingsfaciliteit in de organisatie van de JCBRNS. De plannen hebben vorm gekregen door nauwe samenwerking van alle bovengenoemde ministeries en diensten en worden gezien als een forse stap voorwaarts in de multidisciplinaire samenwerking. Vooral omdat het plan is opgevat in de CBRN-trainingsfaciliteit de verschillende civiele diensten permanent te vertegenwoordigen. Regelgeving, procedures en doctrine kunnen hierdoor eenvoudiger samen worden ontwikkeld, wat de slagvaardigheid bij inzet ten goede zal komen.

(iv) Krijgsmacht Om voor nu en in de toekomst wereldwijd een rol van betekenis te kunnen blijven spelen, is een moderne, snel inzetbare en kwalitatieve hoogwaardige krijgsmacht noodzakelijk. Daarnaast dient aan de rol van structurele nationale veiligheidspartner nadrukkelijker inhoud te worden gegeven. Daarbij dient Defensie in het politieke en maatschappelijke debat steeds meer de relevantie, bruikbaarheid, effectiviteit en efficiency aan te tonen en te verantwoorden. De uitzonderingspositie die het veelal had (bijvoorbeeld op het gebied van materieelaanschaf, milieu-, werk- en veiligheidsvoorschriften) staat onder druk en de krijgsmacht dient zich steeds vaker onvoorwaardelijk te schikken naar nieuwe (inter)nationale wet- en regelgeving. Binnen de drie hoofdtaken van Defensie moeten het militair vermogen en de operationele capaciteiten altijd ingezet kunnen worden, dus ook in het hoge deel van het geweldsspectrum en onder uiteenlopende condities29. Capaciteiten moeten snel kunnen wisselen in taakstelling, zodat de inzetbaarheid bij zo veel mogelijk typen operaties en onder zo divers mogelijke omstandigheden mogelijk is. Operaties moeten kunnen worden uitgevoerd ongeacht de weers-, klimatologische en geografische omstandigheden. Verder moet de missie en taakstelling voor langere tijd kunnen worden voortgezet.

(v) Operaties De krijgsmacht moet wereldwijd expeditionair kunnen optreden; dit stelt eisen aan personeel en materieel, qua veiligheid, flexibiliteit en voortzettingsvermogen. De betaalbaarheid van uitzendingen maar ook van de interne nationale bedrijfsvoering en nieuw te werven materieel wordt in het maatschappelijke debat belangrijker. Dit vereist het onderbouwd kunnen aantonen van haar relevantie, bruikbaarheid en efficiency. Het verbeteren van CBRN-verdediging als gevolg van nieuwe dreigingen vereist nieuwe middelen en andere, flexibele inzet- en operatieconcepten. Het materieel zal meer moeten voldoen aan multi-missie en

28 Als onderdeel van de 2 ICMS Defensieplannen (2e CBRN-eenheid en Trainingsfaciliteit) is een 24/7 Defensie CBRN-responscapaciteit opgenomen. Teams van deze capaciteit zijn in staat om binnen afgesproken tijden de civiele autoriteiten te steunen met advies en assistentie, verkennings- en monsternamecapaciteit. 29 Defensie: Nota Wereldwijd Dienstbaar.

Page 22: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 22 van 33 bladen

multi-role inzetbaarheid van systemen. Het verwerven van kostbare systemen die slechts voor één taak of één type missie geoptimaliseerd zijn, is niet meer wenselijk en betaalbaar. Oplossingen liggen in o.a. het gebruik van meer onbemande systemen (onbemand als het kan, bemand als het moet), reachback-mogelijkheden (“reachback cells”) via Network Enabled Capabilities (NEC) en slimme logistieke concepten.

(vi) CBRN Binnen de krijgsmacht is CBRN niet een afzonderlijk aandachtspunt, maar is een integraal deel van het operationele optreden en heeft raakvlakken met vele andere interne diensten. De laatste jaren is de CBRN-gemeenschap zich bewust geworden van de verbinding tussen CBRN en explosieven(bestrijding). Vooral in een terroristische context is immers het explosief meestal het medium waarmee het CBRN-wapen wordt ingezet. Hoewel binnen Defensie geen formele koppeling tussen CBRN en explosievenbestrijding is gemaakt, is internationaal (bv. bij de NAVO en de EU), maar ook binnen de nationale civiele sector deze koppeling wel tot stand gebracht. Hier spreekt men dan ook over CBRN/E. Meer recent is ook duidelijk geworden dat de strijd in het kader van counter insurgency operaties en terrorismebestrijding gewonnen moet worden door samenwerking tussen vele vakdisciplines (comprehensive approach); een samenwerking die bovendien gedomineerd wordt door het inlichtingenproces. Een voorbeeld daarvan is het counter improvised explosive devices (C-IED)-concept dat in hoge mate “intell-driven” is en waarin vele disciplines een rol spelen. Tot dusverre speelt CBRN nauwelijks een rol in dit concept, maar het is zeker opportuun om te onderzoeken of dit op basis van de samenhang met explosieven(bestrijding) wel het geval zou moeten zijn. Daarnaast geeft CBRN een specifieke kijk op het Optreden Verstedelijkt Gebied (OVG), de Bedrijfshulpverlening (BHV) en de geneeskundige verzorging. De samenwerking met alle (inter)nationale (CBRN)spelers kan bestaan uit het uitwisselen van kennis en expertise, gezamenlijke opleiding en training (O&T), het uitwisselen van personeel in de voorbereiding en uitvoering van (inter)nationale operaties. Deze ontwikkelingen worden in de komende jaren verder uitgebouwd.

c. Opereren onder CBRN-omstandigheden Op basis van de dreigingsanalyse en de huidige ontwikkelingen is grootschalige inzet met CBRN-wapens niet waarschijnlijk. Kleinschaligheid, waarbij operationeel plaatselijk en tijdelijk vermindering van de effectiviteit van de inzetbaarheid optreedt30, is tegenwoordig eerder opportuun. Daarbij dient echter wel duidelijk voor ogen te worden gehouden dat elke inzet met CBRN-agentia een enorme impact zal hebben op de Nederlandse maatschappij, het thuisfront en het moreel van de troepen. Tijdens de inlichtingenvoorbereiding van een operatie31 wordt een inschatting gemaakt van de mogelijke CBRN-dreiging in het operatiegebied. Dit behelst niet alleen de inschatting van een bewust gebruik van CBRN-agentia door de aanwezige betrokken partijen, maar tevens een beoordeling van een mogelijke CBRN-dreiging als gevolg van ongelukken met of aanslagen op CBRN-opslagplaatsen, industriële installaties, ziekenhuizen en laboratoria waardoor TIMs vrijkomen. Dit assessment bepaalt mede de (CBRN)training voor het personeel tijdens de voorbereiding, de aard en hoeveelheid van het mee te nemen CBRN-materieel, de locaties van eigen bases en de mate van de

30 De inzet van CBRN-agentia kan lokaal grote beperkingen op het operationeel vermogen betekenen. 31 Het systematische en permanente proces, waarin de dreigings- en omgevingsfactoren worden geanalyseerd teneinde voor het besluitvormingsproces vast te stellen wat de mogelijkheden, intenties en kwetsbaarheden van de tegenstander of de betrokken partijen zijn.

Page 23: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 23 van 33 bladen

te nemen CBRN-beschermingsmaatregelen tijdens de uitvoering van de operatie. Operaties kunnen ernstig worden belemmerd door een CBRN-incident of het toepassen van CBRN-beschermende maatregelen. De degradatie die optreedt als personeel de individueel beschermende kleding en uitrusting draagt, kan aanzienlijk zijn. Dit is afhankelijk van een variëteit aan factoren, waaronder klimaatomstandigheden. De last van het dragen van individueel beschermende kleding en uitrusting kan een direct effect hebben op de effectiviteit van de missie. Sommige type missies kunnen zelfs geheel onuitvoerbaar worden. Vertrouwen in de beschermende kleding en in het vermogen om te overleven en te opereren in een CBRN-omgeving is belangrijk. Daarnaast speelt ook training in het dragen van individueel beschermende kleding en uitrusting een belangrijke rol. Materieel, maar vooral kwetsbare systemen zoals bij vliegtuigen, kunnen ernstig beschadigd kunnen raken door zowel CBRN-agentia als het gebruik van ontsmettingsmiddelen. CBRN-besmetting van vliegtuigen zal onmiddellijk leiden tot een degradatie van de gereedstelling. Basisgedachte bij de CBRN-verdediging is en blijft ervoor te zorgen dat het personeel niet betrokken raakt bij CBRN-incidenten. Uitgangspunt is dat blootstelling aan CBRN-agentia door planning, alternatieve inzet of verplaatsen/onttrekken van eenheden, zoveel mogelijk dient te worden voorkomen. Daarbij kan nooit geheel voorkomen worden dat personeel of materieel door gerichte inzet of ongelukken besmet raakt. Daarom moet het personeel voorbereid zijn op het werken onder CBRN-omstandigheden. Om richting te geven aan de uitvoering van activiteiten onder CBRN-omstandigheden zijn “overleven”(survive), “handhaven” (maintain) en “opereren” (operate) nieuwe termen die het niveau van operationele inzetbaarheid aangeven. Overleven. Het personeel van de krijgsmacht dient als individu op dit niveau in staat te zijn om in een door CBRN-agentia besmet gebied 24 uur te overleven32. Dit betekent dat elementen van de krijgsmacht in staat moeten zijn om deze tijd in besmet gebied te verblijven, maar dat de gezamenlijke operationele inzetbaarheid, in welke vorm dan ook, niet meer volledig gegarandeerd is. Dit niveau van operationele inzetbaarheid onder CBRN-omstandigheden is tegenwoordig niet waarschijnlijk. Handhaven. De op dat moment ingenomen operationele ontplooiing blijft onder CBRN-omstandigheden in ieder geval behouden. Verdere uitbouw of voortzetting van een operatie is echter niet altijd meer mogelijk. De aanwezigheid van een CBRN-gevarengebied door inzet van CBRN-agentia of het vrijkomen van TIM’s in het operatiegebied levert een serieuze beperking op voor de operatie. Zo vermindert de effectieve inzetbaarheid van zowel personeel als materieel drastisch of wordt zelfs uitgeschakeld33. Eventueel besmet personeel en (een deel van het) materieel moet ontsmet worden, terwijl capaciteit voor grootschalig ontsmetten slechts beperkt aanwezig is. Daarbij is grootschalige ontsmetting tijdrovend en betekent het voor enkele (hoofd)wapensystemen dat deze soms langdurig niet inzetbaar zijn of zelfs definitief uitvallen34.

32 Deze 24-uurs eis wordt genoemd in de (materieel) STANAG 2352: “The quantity necessary is based on providing protection to enable operations for 24 hours in a contaminated environment. Specialised protective ensembles should be provided for those personnel, i.e. aircrew, whose function precludes wearing a standard protective ensemble. Protective clothing designed to withstand toxic industrial chemicals (TICs) should be available for a limited number of personnel. Spare ensembles in accordance with national regulations.” 33 Nederland beschikt niet over beschermende kleding en COLPRO-faciliteiten om vliegend personeel te beschermen. Technisch is dit mogelijk, maar vraagt grote investeringen. Door creatieve planning, het goed uitvoeren van risicoanalyses en het verwachte dreigingsbeeld zullen er alternatieven zijn voor dit personeel om de operaties voort te zetten. 34 Door de agressieve eigenschappen van het huidige ontsmettingsmiddelen zijn vliegende wapensystemen niet te ontsmetten, waardoor ze niet of beperkt inzetbaar zijn.

Page 24: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 24 van 33 bladen

Opereren. Een operatie onder CBRN-omstandigheden kan al dan niet met een aangepaste planning verder uitgevoerd worden. Het beperken van de effecten van besmetting kan op verschillende manieren bereikt worden. Zo kan de aanwezigheid van afgeschermde reservecapaciteit in (of in de nabijheid van) het operatiegebied (redundantie), de vervanging van besmet personeel of materieel bespoedigen. Deze oplossing is echter nu en in de toekomst minder opportuun, doordat de direct inzetbare redundantiecapaciteit van de krijgsmacht minimaal is. Eenheden die niet zijn ingezet voor een operatie bereiden zich voor op het overnemen van de missie en gebruiken hiervoor de niet ingezette middelen. Materieel wordt slechts in zo klein mogelijke hoeveelheden als operationele reserve achter de hand gehouden. De toegepaste reactie op de aanwezigheid van een CBRN-gevarengebied is het verplaatsen van elementen om de voortgang van de operatie zeker te stellen. Niet besmet materieel werkt verder vanuit onbesmet gebied, besmet materieel wordt ontsmet op aangewezen plaatsen en zo mogelijk wordt de besmettingsbron ingekapseld of bestreden. De grootste uitdaging betreft (grote) statische bases, bijvoorbeeld een vliegbasis of compounds in een operatiegebied. Als er een mogelijkheid bestaat om vanuit niet of minder besmet gebied op de basis de operatie voort te zetten, moet deze optie overwogen worden. De factoren waarmee dan rekening gehouden dient te worden zijn de risico’s voor het personeel, de teruggang in tempo als in volledig beschermende kleding wordt gewerkt en het leggen van prioriteit in de behoefte aan de (langdurige) ontsmetting van personeel en materieel versus het verplaatsen naar een onbesmet gebied. Als een basis te maken heeft met een grootschalige besmetting moet de commandant overwegen om de taken en verantwoordelijkheden van de basis over te dragen aan een basis in een onbesmet gebied. In de dreigingsanalyse van dit beleidskader is gesteld dat de kans op een grootschalige CBRN-besmetting tegenwoordig bijzonder klein is. Het daaraan gekoppelde “overleven” als niveau van operationele inzetbaarheid is daarom ook onwaarschijnlijk. De krijgsmacht bereidt zich daarom initieel ook niet meer voor op deze vorm van CBRN-besmetting. Zij dient echter wel in staat te zijn op te schalen indien dit noodzakelijk is. Dit vergt echter wel voorbereidingstijd.

d. Ambities, prioriteiten en roadmap CBRN-prioriteiten Op grond van de huidige en verwachte dreiging en de boven beschreven ontwikkelingen dienen de ambities en prioriteiten binnen de CBRN als volgt te worden ingevuld: (i) Ambitie

• Algemeen

De mogelijke inzet van CBRN-middelen tegen Defensie is een altijd blijvende dreiging, die constant in beweging is en waar steeds nieuwe ontwikkelingen zijn. Daarnaast is de aard van de inzet van de krijgsmacht onderhevig aan grote dynamiek. Dit betekent dat bestaande oplossingen om CBRN-dreiging het hoofd te bieden snel ontoereikend kunnen zijn en dat er daarom voortdurende noodzaak is tot vernieuwing van die oplossingen. De focus voor Defensie ligt op verbetering van de CBRN-verdediging waarbij generieke maatregelen, modulaire inzet en doelmatigheid kernbegrippen zijn. Het beleid op het gebied van CBRN-verdediging richt zich op een integrale benadering van alle activiteiten die deel uitmaken van het operationeel optreden. De CBRN-verdediging moet zodanig zijn ingericht dat snel kan worden ingespeeld op wijzigende dreiging en omstandigheden en waarbij personeel maximale bescherming geboden wordt bij een zo klein mogelijke fysieke belasting (minimale prestatiedegradatie). Blootstelling aan CBRN-middelen dient in eerste instantie door een effectief waarschuwingssysteem zoveel

Page 25: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 25 van 33 bladen

mogelijk te worden voorkomen. Enerzijds kan dit gerealiseerd worden door het verwerven van geavanceerde detectiemiddelen, door deze te netwerken en in te passen in een common operational picture (COP). Anderzijds door meer autonome detectieplatformen (zowel unmanned ground vehicles als (point) stand-off detectoren) te verwerven, waardoor CBRN-personeel geen of in veel mindere mate CBRN-gevarengebieden hoeft te betreden. Mocht personeel onverhoopt toch blootgesteld worden aan CBRN-agentia dan dient Defensie in staat te zijn adequate ontsmetting en medische behandeling te bieden aan haar personeel.

• Bijeenbrengen militaire CBRN-kennis Het JKC CBRN is het kennisinstituut voor CBRN-kennis en ervaring binnen de krijgsmacht. De taken en verantwoordelijkheden van het JKC CBRN zijn al eerder weergegeven. De producten van de specifieke kennisproductie van het JKC CBRN zullen zo direct als mogelijk door de JCBRNS in de CBRN-opleidingen en door de OPCO’s in de trainingen worden ingebracht (koppeling informatie, expertise en opleidingen). De samenwerking tussen het JKC CBRN en de JCBRNS is, naast de gebruikelijke interactie tussen CBRN-specialisten in het algemeen, daarom van extra groot belang. Niet alleen op het gebied van kennis- en informatieoverdracht, maar ook op het gebied van uitwisseling van personeel. Deze effectieve manier van onderlinge uitwisselbaarheid zal niet alleen de kwaliteit van de opleidingen en trainingen vergroten, maar is tevens uiterst efficiënt op het gebied van interne opleidingen. De verdere integratie van het JKC CBRN en de JCBRNS zal dan ook onder leiding van de DS/DOBBP onderzocht moeten worden. Deze verdere integratie past tevens in de interdepartementale CBRN-integratiegedachte.

• Koppeling tussen CBRN en explosievenbestrijding tot CBRN/E Internationaal is de formele koppeling tussen CBRN en explosieven(bestrijding) gemaakt. In internationale documentatie wordt dan ook gesproken over CBRN/E. Ook nationaal wordt deze koppeling in de civiele sector gemaakt. De Nederlandse krijgsmacht loopt op dit gebied niet in de pas met de nationale en internationale partners35. Er dient onder leiding van de DS/DOBBP onderzocht te worden of en hoe een eventuele koppeling tussen CBRN en de explosievenbestrijding (bv. met de EODD) tot stand kan worden gebracht.

• Koppeling tussen CBRN en andere functionaliteiten binnen Defensie. Binnen de krijgsmacht is CBRN niet een afzonderlijk aandachtspunt, maar is een integraal deel van het operationele optreden en heeft raakvlakken met vele andere functionaliteiten. Naar aanleiding van het huidige operationeel optreden krijgt bijvoorbeeld het Search-concept, dat een nauwe relatie heeft met explosievenverkenning, opruiming en techniek en in ruimere zin met CBRN, extra aandacht. Dergelijke relaties en koppelvlaken zijn ook te definiëren tussen CBRN en C-IED, de ontwikkeling van ideeën over de CBRN-ontsmetting van gewonden36 en extra trainingsmogelijkheden voor optreden onder CBRN-omstandigheden in verstedelijkt gebied (OVG) of de bedrijfshulpverlening (BHV).

• Bijeenbrengen interdepartementale CBRN-kennis Sinds het ICMS-convenant tussen MinDef en MinBZK wordt ook op CBRN-

35 Het JKC EODD en het JKC CBRN werken nauw samen, maar er bestaat geen formele relatie tussen deze twee organisatie-elementen. 36 Het GOS en de MTF onder ColPro zijn onlangs bij de krijgsmacht ingestroomd.

Page 26: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 26 van 33 bladen

gebied steeds meer samengewerkt tussen de verschillende interdepartementale disciplines. Vanaf dat moment worden door de JCBRNS op ad hoc basis opleidingen verzorgd voor de civiele hulpdiensten. Gepland is om dit in 2010 en 2011 verder uit te bouwen en te structureren tot een volledig multidisciplinaire CBRN-Opleidings- en Trainingfaciliteit. Vanaf 2012 moet deze faciliteit structureel zijn ingebed, waarbij Defensie als gastheer optreedt. Naast de verregaande samenwerking op gebied van opleiding en training, gaat de integratiegedachte op CBRN-gebied verder. Het JKC CBRN en vooral de JCBRNS zijn zodanig georganiseerd dat ze op termijn een significante bijdrage kunnen leveren aan de implementatie van het momenteel, o.l.v. het MinBZK, in ontwikkeling zijnde nationaal centrum voor CBRN/E-Opleiding, Training and Expertise (CentrEx) concept. Door het samenbrengen van de aspecten inlichtingen, opleiding, training, onderzoek en innovatie op het gebied van CBRN, kan CentrEx maximale synergie opleveren. Het kan interdepartementaal optreden als KC voor CBRN/E-expertise, aanspreekpunt zijn voor (inter)nationale CBRN/E-aangelegenheden en richtinggevend zijn op de bovengenoemde terreinen. Tevens kan het besluit worden genomen dat dit centrum gaat beschikken over een breed 24/7 bereikbaar operationeel platform voor CBRN/E-calamiteiten. Dit centrum zal na 2012 verder vorm moeten krijgen. Een verder geïntegreerd JKC CBRN en de JCBRNS en de multidisciplinaire CBRN-trainingsfaciliteit zouden hiervoor als basis kunnen dienen. Defensie speelt als structureel veiligheidspartner een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze plannen.

- Kenniscenrum- Strategie- (Inter)nationaal

netwerk

- Train de trainer- Simulatie- Lessons

Learned

- Columbus- Multi tasking- Falen mag

- Preventie- Preparatie- Proactie- Response- Nazorg

Operaties

Innovatie Expertise

Training

- Diepte kennis- Kennisnetwerk- Kennisinstituten

- Real time- Visualisatie- Gaming

- Opleiden- Oefenen- Evalueren

- Laboratoria- Ontwerpen van oefeningen

Figuur 3: Grafische weergaven van het CentrEx-model.

Page 27: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 27 van 33 bladen

• CBRN Render Safe-operaties37

Binnen de internationale setting wordt gesproken over CBRN Render Safe- operaties. Deze operaties bevatten een brede scope aan activiteiten om CBRN-wapens en agentia of de potentiële mogelijkheden van een tegenstander (zoals wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling, productie, opslag en inzetmogelijkheden) te inventariseren, te lokaliseren, veilig te stellen en eventueel te vernietigen. CBRN Render Safe operaties gaan veel verder dan het blikveld van de huidige CBRN-verdediging. De CBRN-capaciteiten, zoals monstername en ontsmetting, zouden wel een rol kunnen spelen in CBRN Render Safe operaties. Monstername richt zich dan op inventarisatie van CBRN-wapens en -agentia en bewijsvoering38. Ontsmetting zou een rol kunnen spelen in bronbestrijding. De ontwikkelingen met betrekking tot CBRN Render Safe operaties bevinden zich nog in een premature fase. Nederland volgt deze ontwikkelingen met belangstelling; niet met de insteek om CBRN Render Safe- operaties zelfstandig uit te voeren, maar meer om in bi- of multinationaal verband een bijdrage te kunnen leveren. Om in de toekomst mogelijk een rol te kunnen spelen in CBRN Render Safe operaties zullen nationale doctrines en procedures moeten worden ontwikkeld en zal bezien moeten worden of het huidige Nederlandse materieel geschikt is voor het uitvoeren van dergelijke operaties.

• CBRN Reach Back

In de toekomst moeten (NEC)procedures ontwikkeld worden om vanaf elke plaats toegang te krijgen tot CBRN-capaciteiten, -expertise en -informatie. Deze operationele reach back capaciteit staat toe dat ontplooide troepen vanaf een willekeurige locatie in staat zijn CBRN-bibliotheken te raadplegen en CBRN-faciliteiten te bezoeken van de krijgsmacht, maar ook van bv. overheidsinstanties, universiteiten en industrie. Het identificatie laboratorium van TNO is bijvoorbeeld een goed voorbeeld van een specifieke reach back capaciteit. Bovendien stelt reach back een staf in staat om een aantal stafwerkzaamheden buiten het operatiegebied te laten plaatshebben. Zoals aangegeven wordt binnen Nederland gedacht aan de mogelijkheid om de interdepartementale CBRN-diensten en de (toegang tot) bijbehorende informatie binnen één netwerk samen te brengen. Hierdoor wordt niet alleen de nu gefragmenteerde CBRN-expertise (ideeën, kennis, en ervaring) bijeengebracht, maar kunnen direct kunnen relevante koppelingen worden gemaakt en conclusies worden getrokken. Defensie is een groot voorstander van deze gedachte en speelt een actieve rol in de ontwikkeling van deze ideeën. Dit CBRN reach back idee past tevens geheel in de beschreven CentrEx-gedachte.

• Modulair optreden Om de flexibiliteit en modulaire inzet van de specialistische CBRN-organisatie-elementen te verbeteren, is het belangrijk de organisatie en werkwijze van deze elementen continue te blijven bezien. Zo kan ook ingespeeld worden op continue wijzigende omstandigheden. Hierbij moet de huidige taakstelling van

37 Zie het “DGP Policy Paper on CBRN Render Safe Operations” en “NATO’s Comprehensive, Strategic-Level Policy for Preventing the Proliferation of Weapons of Mass Destruction and Defending against CBRN Threats (1 september 2009)”. 38 In dit kader wordt ook gesproken over de aanwezigheid van militaire forensische capaciteit. Voor Nederland geldt dat alleen bevoegde opsporingsfunctionarissen gerechtigd zijn om bij nationaal en expeditionair optreden forensisch bewijsmateriaal zeker te stellen. Bij expeditionair optreden kan dit probleem in de toekomst opgelost worden door een lid van de KMAR op te nemen in de CBRN-organisatie.

Page 28: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 28 van 33 bladen

bv. de CBRN-eenheden worden afgezet tegen de CBRN-verdedigingsbehoefte binnen de drie hoofdtaken van Defensie in de toekomst. Het uitgangspunt zou een zodanige modulaire inrichting moeten zijn, dat de kleinste module in staat is alle CBRN-specialistische taken bij een kleinschalig CBRN-incident te verrichten. Door het samenvoegen van deze modules ontstaat een opschalingmodel waarbij het, indien noodzakelijk, mogelijk is om middelgrote en grote CBRN-incidenten af te handelen. Tevens zou moeten worden bezien of deze modules ook taken buiten het CBRN-veld zouden kunnen vervullen.

(ii) Prioriteiten Om bovenstaande ambities mogelijk te maken, dienen de volgende prioriteiten te worden gesteld: • Op korte termijn (2010-2012) heeft de implementatie van de studies

“Oprichten 2e CBRN-eenheid” en “Oprichten multidisciplinaire CBRN-trainingsfaciliteit” de hoogste prioriteit. Dit geeft niet alleen invulling aan de ICMS/CBRN-afspraken, maar biedt voor alle betrokken ministeries en diensten uitzicht op een efficiëntere en effectievere samenwerking op het gebied van CBRN in het bijzonder en meer algemeen een grote stap voorwaarts op het gebied van nationale samenwerking (3e hoofdtaak).

• Binnen de krijgsmacht is CBRN een integraal deel van het operationele optreden en heeft raakvlakken met vele andere organisatie-elementen. Tweede prioriteit op de korte en middellange termijn (2010-2015) is de samenwerking tussen het CBRN-vakgebied en andere vakgebieden (explosievenbestrijding (EODD) en C-IED) in het kader van terrorismebestrijding en coin-operaties (voor alle drie hoofdtaken) tot stand te brengen en te verbeteren.

• Maximale synergie zou kunnen worden bereikt door verdergaande interactie tussen het JKC CBRN en de JCBRNS, waardoor de koppeling tussen informatie, expertise en opleiding en training ontstaat. Tijdens de bovenstaande ontwikkelingen wordt op de korte en middellange termijn (2012-2015) bezien of een verdere integratie tussen het JKC CBRN en de JCBRNS opportuun is.

• Verdere interdepartementale samenwerking op gebied van opleiding en training wordt bereikt door uitbouwen van de multidisciplinaire CBRN Opleiding en Trainingfaciliteit. Een interdepartementaal operationeel Centrum voor CBRN/E-Opleiding, Training and Expertise bereikt maximale synergie op het gebied van CBRN/E-expertise, inlichtingen, opleiding en training en research en innovatie. Op de lange termijn (2015-2020) wordt deze CentrEx-gedachte doorontwikkeld en eventueel geïmplementeerd.

• Op de korte en middellange termijn (2010-2015) worden nieuwe (inter)nationale ontwikkelingen (Render Safe, Reach Back, etc.) nauwlettend gevolgd door de CBRN-beleidsmakers (DS/DOBBP, C-JOD, KC CBRN en JCBRNS). Daar waar opportuun speelt Defensie een actieve rol om de doorontwikkeling van de ideeën te continueren en inhoudelijk vorm te geven. Vooral de Reach Back-capaciteit, gekoppeld aan het CentrEx-concept, is voor de Nederlandse samenleving in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder een grote stap vooruit.

• Op materieel gebied moet de krijgsmacht kunnen beschikken over modulair inzetbaar CBRN-verdedigingsmiddelen, persoonlijke dan wel collectieve CBRN-beschermingsmiddelen met minimale prestatiedegradatie en over genetwerkte detectiecapaciteit om de SA en Early Warning te verbeteren. Op de korte en

Page 29: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 29 van 33 bladen

middellange termijn (2010-2015) wordt onderzocht in hoeverre de huidige Defensiemiddelen hiervoor bruikbaar zijn en worden eventuele aanvullende behoeften in kaart gebracht.

• Het verhogen van de effectiviteit van de CBRN-capaciteiten is een doorlopend aandachtspunt. Een modulaire inrichting van deze capaciteiten zou hiervoor een mogelijke oplossing kunnen zijn. Om de flexibiliteit van de defensieorganisatie te verhogen is het daarbij de moeite waard om te onderzoeken of deze modules ook taken buiten het CBRN-veld zouden kunnen vervullen. Op de langere termijn (2015-2020) kan dit, onder leiding van de DS/DOBBP, een onderzoeksonderwerp worden.

(iii) Roadmap CBRN-prioriteiten Om de bovenstaande prioriteiten op een overzichtelijke manier in de tijd te plaatsen, wordt een roadmap geproduceerd39. Deze roadmap maakt het tevens mogelijk de voortgang van de genoemde projecten en voorgenomen studies te bewaken en daar waar noodzakelijk bij te sturen. De verantwoordelijkheid voor zowel het opstellen als het bewaken van de roadmap ligt bij de DOBBP/OB. Over de voortgang van de projecten en studies wordt periodiek gerapporteerd in het kennisnetwerk CBRN en in het Tactisch Overleg en minimaal 1x per jaar aan de CDS.

39 Deze roadmap is uiterlijk medio 2010 gereed.

Page 30: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 30 van 33 bladen

5. CBRN-varia

a. CBRN-overleg (i) Internationaal overleg

CBRN-aangelegenheden staan internationaal hoog op de agenda. Het gaat hierbij om NAVO-, EU- en EDA-fora. Vooral de EU en EDA hebben CBRN aangemerkt als beleids- en onderzoeksprioriteit. Door of namens Defensie wordt aan diverse internationale fora deelgenomen. Door de jaren heen en mede gebaseerd op de wetenschappelijke ondersteuning heeft Nederland een bijzondere positie verworven binnen de internationale CBRN-gemeenschap. Nederland wordt gezien als één van de key-players op gebied van CBRN-verdediging. Om deze positie te behouden en invulling te kunnen geven aan deze rol binnen de internationale gemeenschap, dient er o.a. blijvend, maar wel gericht, geïnvesteerd te worden in CBRN-gerelateerde capaciteiten, zoals kennis, kunde, personeel en wetenschappelijk onderzoek. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de nationale en internationale fora, inclusief de vertegenwoordigende Nederlandse (defensie)organisatie en de doelstelling van het forum.

(ii) Nationaal overleg • Interdepartementaal

Al tijden is Defensie betrokken bij nationale fora op gebied van CBRN-aangelegenheden. Toch was er geen sprake van een centrale aansturing van de verschillende defensievertegenwoordigers. De ondertekening van de ICMS-overeenkomst tussen de minister van MinBZK en de Minister van Defensie (MinDef) betekende dat Defensie een structurele veiligheidspartner werd voor de civiele autoriteiten. Militaire CBRN-capaciteiten maken deel uit van deze overeenkomst. Hierdoor heeft Defensie een belangrijker plaats verworven in het interdepartementale (nationale) overleg. Centrale coördinatie tussen defensievertegenwoordigers wordt daarom ook steeds belangrijker. Daarom dient Defensie vanaf 2010 een adequate invulling van de diverse nationale overlegfora te bewerkstelligen. Het ressort Operationeel Beleid van de DOBBP speelt hierin een coördinerende rol.

• Defensie Met de invoering van de CDS-aanwijzing A-811 (Procesmanagement en aansturing van joint organisatiedelen) is het specifieke CBRN-overleg binnen Defensie veranderd40. De CDS is verantwoordelijk voor de strategische aansturing van het JKC CBRN en de JCBRNS. Hoewel de CDS-aanwijzing geen structureel periodiek overleg opdraagt, vult de DOBBP, als beleidsverantwoordelijke, deze rol wel in. De tactische aansturing, in de vorm van een tactisch overleg, wordt gedaan, onder verantwoordelijkheid van de SSM (CLAS) door de C-JOD. De C-JOD is plannings- en uitvoeringsverantwoordelijk. De dagelijkse aansturing, aangeduid als het dagelijks overleg, wordt gedaan door respectievelijke commandanten van het JKC CBRN en de JCBRNS in overleg met C-JOD41.

40 Zie punt 3.c.(ii), 2e en 3e bullit op bladzijde 13. 41 Voor de invulling van het strategisch, tactisch en dagelijks overleg, zie bijlage 1.

Page 31: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 31 van 33 bladen

Daarnaast zijn er binnen Defensie een groot aantal CBRN-gerelateerde overlegstructuren. Deze betreffen onder meer de functiegebieden materieel en het wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Zie bijlage 1.

(iii) Prioriteiten De prioriteit voor deelname aan (inter)nationale fora wordt namens de CDS gesteld door de DOBBP/OB. De coördinatie hiervan ligt in handen van het JKC CBRN en afstemming vindt plaats in het Kennisnetwerk CBRN met alle inhoudelijk betrokken organisatie-elementen, zoals de HDP/DMG, het CDC/CEMG, de DMO en de DOBBP/B. Omdat TNO Defensie in een aantal CBRN-fora vertegenwoordigt, wordt het ook betrokken in deze afstemming. Naast het door regelgeving opgedragen overleg, o.a. door de CDS-aanwijzing A-811, dient deelname aan een CBRN-forum een duidelijke meerwaarde op te leveren voor de organisatie. De informatie uit het forum kan bijvoorbeeld niet op een alternatieve wijze verkregen worden of er wordt op basis van historische of morele overwegingen aan het forum deelgenomen. In het Kennisnetwerk CBRN wordt de verkregen informatie door de defensievertegenwoordiger met alle spelers binnen de CBRN-gemeenschap gedeeld. Door deze systematiek kan er op de eerste plaats bepaald worden of er vervolgacties noodzakelijk zijn en wie dit gaat uitvoeren. Ten tweede wordt gegarandeerd dat alle spelers direct op de hoogte zijn van de desbetreffende informatie en dat deze eventueel direct kan worden toegepast of ingebracht in een ander forum. Ten derde wordt zo onderkend dat er een overlap ontstaat tussen de verschillende fora en kan hierop actie worden ondernomen. En tenslotte is het mogelijk om de desbetreffende defensievertegenwoordiger zijn of haar mandaat voor de volgende vergadering(en) te verschaffen, gebaseerd op de meest actuele informatie en afgestemd met de gehele CBRN-gemeenschap. Iedere aanvraag tot deelname aan een nieuw forum wordt ingediend bij de DOBBP. Voor de overweging of aan dit forum moet worden deelgenomen wordt een advies ingewonnen bij de meest betrokken organisatie-elementen. Bij een positief advies wordt een besluit genomen welk organisatiedeel Defensie gaat vertegenwoordigen. Periodiek, maar minimaal 1x per jaar wordt in het Kennisnetwerk CBRN onder leiding van de DOBBP/OB de totale deelname aan (inter)nationale fora tegen het licht gehouden. Op basis van dit overleg wordt binnen de personele en financiële mogelijkheden een keuze gemaakt in welke overlegstructuren Defensie vertegenwoordigd blijft en welk organisatiedeel de vertegenwoordiger levert.

b. CBRN-investeringen (i) Algemeen

CBRN-gerelateerde behoeftestellingen kunnen door de CDS/DOBBP, het JKC CBRN of de gebruiker (de OPCO’s) worden ingediend. Redenen hiervoor zijn (niet limitatief): • Het verstrijken van de technische levensduur, de End Life of Type (ELoT). Deze

ELoT van een CBRN-artikel wordt vastgesteld en beheerd door DMO/Landsystemen/Sectie CBRN & Geneeskundig materieel.

• Het verstrijken van de operationele ELoT. Vanwege een verandering in de gestelde operationele eisen van de middelen, voortkomend uit een veranderende dreiging, omgeving of wijze van optreden, kunnen technisch

Page 32: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 32 van 33 bladen

goede uitrustingsstukken operationeel niet meer bruikbaar zijn.

• Uitbreiding van eenheden.

(ii) Roadmap CBRN-materieel Reguliere vervangingsprojecten worden opgestart aan de hand van de roadmap CBRN-materieel. De roadmap betreft een lange termijn planning (10 jaren) en is in beheer is bij JKC CBRN. Voor het verwerven van dit materieel wordt het reguliere Defensie Materieel Proces (DMP)42 gevolgd. Dit betekent dat elke behoefte wordt gewogen tegen andere defensiebehoeftes. Voorafgaand dienen tijdig gelden in het Defensie Investeringsplan (DIP) te worden gereserveerd. Tussen de OPCO’s, DS, DMO en het JKC CBRN vindt periodiek informatie-uitwisseling plaats van alle CBRN-behoeftestellingen om voortgangsbewaking en eventuele afstemming te borgen43.

c. Wetenschappelijk onderzoek en kennisbasis Defensie heeft voor haar eigen doeleinden, zowel intern als bij TNO, een kennisbasis op het gebied van bescherming tegen CBRN-wapens opgebouwd. De primaire bestaansgronden van de externe kennisbasis is de onmogelijkheid om dit binnen de eigen organisatie te beleggen. De CBRN-dreiging is een altijd blijvende dreiging, die constant in beweging is en waarin steeds nieuwe ontwikkelingen zijn. Defensie heeft behoefte aan wetenschappelijke kennisondersteuning om snel en effectief op nieuwe trends en ontwikkelingen te kunnen inspelen. Daarom is een adequate externe kennisbasis onontbeerlijk. Het wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd in doelfinancieringsprogramma’s voor het opbouwen van kennis en in additioneel gefinancierde projecten voor technologieontwikkeling en overig kennisgebruik. Het budget voor wetenschappelijk CBRN-onderzoek bij Defensie wordt periodiek vastgesteld. Het toegewezen budget is dus niet alleen afhankelijk van de vraag naar CBRN-kennis, maar ook van de mogelijkheden in de markt en vooral van het totale budget voor wetenschappelijk onderzoek bij Defensie. De behoefte aan wetenschappelijk CBRN-onderzoek dingt in het Defensie Research and Development

(R&D) planproces mee met de behoefte aan kennis van alle andere disciplines binnen Defensie. Het toe te kennen budget voor wetenschappelijk CBRN-onderzoek is in de praktijk altijd kleiner dan de behoefte. Om met beperkte(re) financiële middelen toch onderzoek te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk om als Defensie prioriteiten in toekomstig onderzoeksrichtingen aan te brengen. Inhoudelijk is de DOBBP namens de CDS primair verantwoordelijk voor het stellen van de prioriteit. Uiteraard wordt dit gedaan in overleg met alle defensiebelanghebbenden en de belangrijkste leverancier voor dit onderzoek, TNO. Idealiter zou voor alle pijlers van het CBRN-huis44 en de basis (CBRN-inlichtingen) voldoende budget toegewezen worden om alle onderzoeksvragen te beantwoorden. In de praktijk zal nooit de volledige vraag kunnen worden afgedekt. Het stellen van prioriteiten is dan ook onontbeerlijk. Voor de verschillende pijlers worden daarom voor de korte en middellange termijn de volgende prioriteiten in het toekomstig CBRN-onderzoek aangebracht:

42 Het DMP is beschreven in “Hoofdlijnen van het Defensie Materieel Proces”, Ministerie van Defensie, 2007. 43 Dit vindt plaats in het “CBRN-projecten Overleg Krijgsmacht” (zie bijlage 1). 44 Zie figuur 2 op bladzijde 9.

Page 33: Beleidskader CBRN Versie 1.0 definitief - IFV · 2016. 4. 8. · Beleidskader CBRN-verdediging Opdrachtgever CDS Status Definitief Versienummer 1.0; goedgekeurd Departementaal Beraad

Blad 33 van 33 bladen

(i) Kennisopbouw die bijdraagt aan de dreigingsanalyse van nieuwe trends en ontwikkelingen op CBRN-gebied (bv. agentia, produktiemiddelen, verspreidingsmiddelen).

(ii) Verbeteren van SA op alle niveaus door de CBRN-verdediging network enabled capable (NEC) te maken en het ontwikkelen en netwerken van geavanceerde sensortechnologie.

(iii) Systeemaanpak CBRN waaronder kennisopbouw over de effecten van aard van de operatie, klimaat en terrein op de effectiviteit van de CBRN-verdediging in mogelijke toekomstige operatiegebieden.

(iv) Kennisopbouw over de toepasbaarheid van nieuwe technologieën, zoals bv. geavanceerde materialen, nanotechnologie, micro-systems technologie, biotechnologie, robotica en massaspectrometrie.

(v) Ontwikkeling en/of verbetering van methodes voor identificatie en diagnostiek.

(vi) Ontwikkeling en/of verbetering van breedspectrumtherapie tegen Chemische agentia en generieke therapie tegen Biologische agentia.

d. Financiële consequenties Dit Beleidskader CBRN-verdediging heeft geen directe financiële consequenties en past binnen de huidige personele en materiële kaders. In het beleidskader worden een aantal mogelijke vervolgstudies voorgesteld. De financiële consequenties van deze mogelijke vervolgstudies, door bijvoorbeeld organisatorische aanpassingen of een personele of materiële meerbehoefte, zijn nu nog niet aan te geven.