Beleidscoherentie voor Ontwikkeling · ATELIER 2 ! Het belang van beleidscoherentie voor...

2
BRUSSEL / 08.05 2012 / 5 DE EDITIE ACHTERGRONDNOTA Beleidscoherentie voor Ontwikkeling ATELIER 2 Het belang van beleidscoherentie voor ontwikkeling : voorbeeld van handel en investeringen Weet de rechterhand wel wat de linkerhand doet? Beleidscoherentie voor ontwikkeling lijkt een zeer abstracte en technische materie. Ondanks die karaktertrek speelt de coherentie (of het gebrek er aan) een zeer belangrijke rol in de ontwikkelingskansen van de derde wereldlanden. De bedoeling van dit tweede atelier bestaat er in om niet alleen het belang, maar ook de complexiteit van beleidscoherentie voor ontwikkeling duidelijk te maken voor wat betreft de sectoren handel en investeringen. Naast de landbouwsector (besproken in atelier 1) vormen handel en investeringen ongetwijfeld de domeinen waar de Europese besluitvorming en de impact op de ontwikkelingsdynamiek het sterkst doorwegen. De beleidskeuzes die Europa en met Europa ook België maken inzake ontwikkelingssamenwerking beogen in algemene termen het terugdringen van de armoede, het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het bereiken van de Millenniumdoelstellingen. De Europese landen hebben voor het ondersteunen van die doelstelling jaarlijks 70 miljard dollar veil en hechten er nog steeds veel politiek belang aan. Terzelfder tijd heeft Europa ook zeer grote internationale ambities op het vlak van handel en investeringen en wil het een zeer actieve rol blijven spelen op deze domeinen, vooral ook om de werkzekerheid en welvaart van het continent veilig te stellen in een wereld die steeds meer gekenmerkt wordt door competitiviteit en verwevenheid van belangen. Ter ondersteuning van die handels- en investeringsbeleid worden eveneens vele tientallen miljarden gemobiliseerd en uitgegeven. De sleutelvraag voor dit atelier is om uit te zoeken wanneer, waarom en onder welke omstandigheden er een contradictie kan ontstaan tussen beleidsmaatregelen die in eerste instantie dienen om de handel en de investeringen te bevorderen en de effecten daarvan op de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid. Handel kan een belangrijke motor zijn voor de ontwikkeling maar enkel indien bepaalde voorwaarden gerespecteerd worden. De ervaring toont ons dat dit niet altijd het geval is. Wat hebben wij over deze negatieve effecten geleerd gedurende de laatste jaren? Wat kunnen wij doen om te vermijden dat deze negatieve effecten verder blijven spelen. Of beter: wat kunnen wij doen om de eveneens bestaande positieve effecten te onderkennen en te bevorderen. De debatten hierover kunnen vrij snel uitmonden in ideologisch getinte discussies over de rol van de vrije markt en de regulerende rol van de overheid of over de impact van de liberalisering van de handel en de financiële markten op de armoede. Zoals in de meeste analyses over deze problematiek blijkt zal het beeld nooit volledig

Transcript of Beleidscoherentie voor Ontwikkeling · ATELIER 2 ! Het belang van beleidscoherentie voor...

Page 1: Beleidscoherentie voor Ontwikkeling · ATELIER 2 ! Het belang van beleidscoherentie voor ontwikkeling : voorbeeld van handel en investeringen ... De NGO’netwerken 11.11.11 en CNCD

BRUSSEL / 08.05 2012 / 5DE EDITIE

ACHTERGRONDNOTA

Beleidscoherentie voor Ontwikkeling

ATELIER 2  Het belang van beleidscoherentie voor ontwikkeling : voorbeeld van handel en investeringen

Weet de rechterhand wel wat de linkerhand doet?

Beleidscoherentie voor ontwikkeling lijkt een zeer abstracte en technische materie. Ondanks die karaktertrek speelt de coherentie (of het gebrek er aan) een zeer belangrijke rol in de ontwikkelingskansen van de derde wereldlanden. De bedoeling van dit tweede atelier bestaat er in om niet alleen het belang, maar ook de complexiteit van beleidscoherentie voor ontwikkeling duidelijk te maken voor wat betreft de sectoren handel en investeringen. Naast de landbouwsector (besproken in atelier 1) vormen handel en investeringen ongetwijfeld de domeinen waar de Europese besluitvorming en de impact op de ontwikkelingsdynamiek het sterkst doorwegen.

De beleidskeuzes die Europa en met Europa ook België maken inzake ontwikkelingssamenwerking beogen in algemene termen het terugdringen van de armoede, het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het bereiken van de Millenniumdoelstellingen. De Europese landen hebben voor het ondersteunen van die doelstelling jaarlijks 70 miljard dollar veil en hechten er nog steeds veel politiek belang aan.

Terzelfder tijd heeft Europa ook zeer grote internationale ambities op het vlak van handel en investeringen en wil het een zeer actieve rol blijven spelen op deze domeinen, vooral ook om de werkzekerheid en welvaart van het continent veilig te stellen in een wereld die steeds meer gekenmerkt wordt door competitiviteit en

verwevenheid van belangen. Ter ondersteuning van die handels- en investeringsbeleid worden eveneens vele tientallen miljarden gemobiliseerd en uitgegeven.

De sleutelvraag voor dit atelier is om uit te zoeken wanneer, waarom en onder welke omstandigheden er een

contradictie kan ontstaan tussen beleidsmaatregelen die in eerste instantie dienen om de handel en de investeringen te bevorderen en de effecten daarvan op de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid. Handel kan een belangrijke motor zijn voor de ontwikkeling maar enkel indien bepaalde voorwaarden gerespecteerd worden. De ervaring toont ons dat dit niet altijd het geval is.

Wat hebben wij over deze negatieve effecten geleerd gedurende de laatste jaren? Wat kunnen wij doen om te vermijden dat deze negatieve effecten verder blijven spelen. Of beter: wat kunnen wij doen om de eveneens bestaande positieve effecten te onderkennen en te bevorderen.

De debatten hierover kunnen vrij snel uitmonden in ideologisch getinte discussies over de rol van de vrije markt en de regulerende rol van de overheid of over de impact van de liberalisering van de handel en de financiële markten op de armoede. Zoals in de meeste analyses over deze problematiek blijkt zal het beeld nooit volledig

Page 2: Beleidscoherentie voor Ontwikkeling · ATELIER 2 ! Het belang van beleidscoherentie voor ontwikkeling : voorbeeld van handel en investeringen ... De NGO’netwerken 11.11.11 en CNCD

zwart of wit zijn. Steeds zullen er winnaars en verliezers te vinden zijn van welke maatregelen dan ook en het komt er dan ook niet zozeer op aan om tijdens dit atelier de finale antwoorden te vinden op deze zeer com-plexe materie.

Maar de ambitie is wel om aan de hand van voorbeelden en ervaringen duidelijk te maken waarom het noodzakelijk is dat de linkerhand niet harteloos terugneemt wat de rechterhand heeft gegeven. Het is niet alleen absurd om publieke middelen voor het ondersteunen van één beleiddomein te gebruiken op een wijze die (soms) de doelstellingen van een ander beleidsdomein dwarsboomt, het is daarenboven ook een enorme verspilling van belastinggeld dat – in de mate dat het op een meer synergetische en coherente wijze zouden besteden, een dubbel dividend zou kunnen opbrengen voor beide beleidsdomeinen samen.

De ambitie is dus ook om antwoorden te kunnen formuleren op deze vraag: “Wat kunnen wij doen opdat de linker en de rechterhand samen worden aangereikt aan de partnerlanden in het zuiden zodat de gezamenlijke doelstellingen van vrede, veiligheid, welvaart en duurzaamheid voor alle aardbewoners samen kan worden bewerkstelligd”?

Verdere lectuur-en-achtergronddocumentatie De NGO’netwerken 11.11.11 en CNCD hebben ter voorbereiding van dit atelier een bondig en didactisch

opgevat achtergronddocument uitgewerkt ten einde de discussies met voldoende kennis van zaken te kunnen voeren. Wie zich inschrijft voor atelier 3 wordt dan ook ten sterkste aangeraden om dat achtergrond document door te nemen. Het zal beschikbaar gemaakt worden op de website van de Staten-generaal.

Meer documentatie over dit onderwerp is terug te vinden op de site van de Staten-Generaal: www.assises-dgd.be

Vragen voor het debat

1. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de beleidsmaatregelen die worden voorbereid op het vlak van handelsbevordering en investeringen in ontwikkelingslanden voldoende oog hebben voor de impact van deze maatregelen op de ontwikkelingsdynamiek van de ontwikkelingslanden? Met andere woorden: Hoe kunnen rechtstreeks sectorale of particuliere belangen op een correcte wijze worden afgewogen tegenover het algemeen belang van ontwikkelingslanden?

2. Uiteindelijk is alles afhankelijk van concrete besluitvorming. Hoe kunnen aandacht voor armoedebestrijding, waardig werk en mondiale duurzame menselijke ontwikkeling eveneens een ernstige politieke stem krijgen in de vele concrete besluitvormingsprocessen?

3. Hoe kunnen de verschillende beleidsdomeinen en niveau’s van de Belgische federale structuur er samen voor zorgen dat handels- en investeringsstandpunten inhoudelijk getoetst worden op beleidscoherentie voor ontwikkeling? Hoe Kunnen er eenvoudige, maar toch efficiënte wettelijke, administratieve en procedurele maatregelen worden voorgesteld die mede een antwoord geven aan bovenstaande vragen? Vormt Finexpo een goed voorbeeld om een meer beleidscoherentie voor ontwikkeling te bewerkstelligen?

4. Hoe kan de nodige transparantie over de onderzochte maatregelen en goede communicatie over de gemaakte analyses en eventuele impactstudies worden verzekerd? Welke consultatiemechanismen hebben goede resultaten opgeleverd? Vormt de Waardig Werk agenda van de ILO een goed voorbeeld hiervan? Wat is de specifieke rol van het Parlement en andere stakeholders?