Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

4
Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide) De conscriptielijsten van het Frans leger, berustende in het stadsarchief van Mechelen, zijn reeds lang een vergeten bron, in de loop der tijden weinig gebruikt en geconsulteerd. Zij bevatten bij nader inzien toch een duizendtal namen met persoonsbeschrijvingen. Men is soms verwonderd er belangrijke namen in aan te treffen van personen die op gebied van kunst en cultuur te Mechelen een belangrijke rol hebben gespeeld. Ik kon het niet nalaten vier van deze personen even in de schijnwerper te zetten. Arnold Frans Van den Eynde Arnold Frans Van den Eynde werd op 11 maart 1793 te Mechelen geboren als zoon van Egidius Franciscus en van Maria Catharina Verlijsen, beiden sinds 17 augustus 1789 gehuwd. Moeder en vader waren, zeker sinds 1813 en mogelijk vroeger, tewerkgesteld als conciërge aan het gerechtshof te Mechelen. Sinds zijn jeugd behaalde Arnold Frans reeds prijzen aan de Academie van Mechelen, waar hij een klasgenoot was van Louis Royer. Arnold. tekende veel in opdracht van Graaf Coloma, de heer de Crane d’Heysselaer, de heer de Perceval en Z.E.H. Kan. Schoeffer. Meestal hebben zijn werken oude gebouwen, monumenten en stadsgezichten van Mechelen tot onderwerp. Hij wordt tijdens zijn leven vermeld in akten als schilder en kunstschilder. Hij overleefde zijn vrouw en zijn drie kinderen en stierf in 1885. Hij had, omstreeks 20-jarige leeftijd, kastanjebruin haar en wenkbrauwen, grijze ogen, bedekt voorhoofd, platte neus, kleine mond, ronde kin, ovaal gezicht, getaande huidskleur, was 1 meter 560 groot en schilder van beroep. Zijn vader had als beroep conciërge van het gerechtsgebouw, tevens hun woonplaats, en zijn moeder was huishoudster. Hij werd goedgekeurd voor de legerdienst. Zijn zoon Auguste-Jozef-Antoon (afbeelding) was eveneens werkzaam in het kunstenaarsmilieu. 1 De zoon van Willem Jacobus Herreyns. 1 M. KOCKEN. Mechelen volgens Van den Eynde. P. 9-11. Dit werk illustreert en beschrijft 100 afbeeldingen van werken van Van den Eynde; Stadsarchief Mechelen (SAM), Modern Archief (MA) 3490, jaar 1813; afbeelding: SAM. iconografie, portret 340

Transcript of Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

Page 1: Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

De conscriptielijsten van het Frans leger, berustende in het stadsarchief van Mechelen, zijn reeds lang een vergeten bron, in de loop der tijden weinig gebruikt en geconsulteerd. Zij bevatten bij nader inzien toch een duizendtal namen met persoonsbeschrijvingen. Men is soms verwonderd er belangrijke namen in aan te treffen van personen die op gebied van kunst en cultuur te Mechelen een belangrijke rol hebben gespeeld. Ik kon het niet nalaten vier van deze personen even in de schijnwerper te zetten.

Arnold Frans Van den Eynde

Arnold Frans Van den Eynde werd op 11 maart 1793 te Mechelen geboren als zoon van Egidius Franciscus en van Maria Catharina Verlijsen, beiden sinds 17 augustus 1789 gehuwd. Moeder en vader waren, zeker sinds 1813 en mogelijk vroeger, tewerkgesteld als conciërge aan het gerechtshof te Mechelen. Sinds zijn jeugd behaalde Arnold Frans reeds prijzen aan de Academie van Mechelen, waar hij een klasgenoot was van Louis Royer. Arnold. tekende veel in opdracht van Graaf Coloma, de heer de Crane d’Heysselaer, de heer de Perceval en Z.E.H. Kan. Schoeffer. Meestal hebben zijn werken oude gebouwen, monumenten en stadsgezichten van Mechelen tot onderwerp. Hij wordt tijdens zijn leven vermeld in akten als schilder en

kunstschilder. Hij overleefde zijn vrouw en zijn drie kinderen en stierf in 1885. Hij had, omstreeks 20-jarige leeftijd, kastanjebruin haar en wenkbrauwen, grijze ogen, bedekt voorhoofd, platte neus, kleine mond, ronde kin, ovaal gezicht, getaande huidskleur, was 1 meter 560 groot en schilder van beroep. Zijn vader had als beroep conciërge van het gerechtsgebouw, tevens hun woonplaats, en zijn moeder was huishoudster. Hij werd goedgekeurd voor de legerdienst. Zijn zoon Auguste-Jozef-Antoon (afbeelding) was eveneens werkzaam in het kunstenaarsmilieu.1

De zoon van Willem Jacobus Herreyns.

Deze man werd geboren te Antwerpen op 10 juni 1743 en overleed in dezelfde stad op 10 augustus 1827. Hij vestigde zich rond 1771 te Mechelen waar hij het jaar daarop de Stedelijke Academie oprichtte. Hij onderwees er de kunstvakken tot aan de periode van de Franse invasie, ruim 20 jaar dus. Toen de Fransen hun Ecoles centrales oprichtten, werd hij benoemd tot leraar van dezelfde school van het departement van de Twee Neten. Een tijdje later werd hij terug directeur van

de Antwerpse academie.2

Zijn zoon Emmanuel-Joseph Herreyns, geboren te Mechelen op 19 juli 1777, was 1m695 groot, drukker van beroep, geboren te Mechelen, had bruin haar en wenkbrauwen, blauwe ogen, nogal een dikke neus, kleine of middelgrote mond, kleine ronde kin, gewoon vorhoofd en een lang, scherp gezicht. Hij kreeg van de Fransen een zes maand geldige paspoort om te reizen naar Leuven, Brussel, Lier en Antwerpen. 3

1M. KOCKEN. Mechelen volgens Van den Eynde. P. 9-11. Dit werk illustreert en beschrijft 100 afbeeldingen van werken van Van den Eynde; Stadsarchief Mechelen (SAM), Modern Archief (MA) 3490, jaar 1813; afbeelding: SAM. iconografie, portret 3402L. ALVIN. “Herreyns (Guillaume Jacques)” in Bibliographie Nationale, deel 9, k. 288-291; afbeelding: SAM, iconografie, portret 72.3 SAM, MA 3483-06/118, conscriptielijst; SAM, MA 3485-01/215, paspoortenlijst.

Page 2: Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

Louis Royer

Op 2 augustus 1793 kwam Louis Royer in Mechelen ter wereld als zoon van de landmeter Johannes Royer en Barbara Le Maitre. Louis volgde tijdens zijn jeugd de lessen aan de Academie, in 1772 gesticht door G.J. Herreyns. Hij haalde in 1810, als klasgenoot van A.F. Van den Eynde, de eerste prijs voor een tekening naar levend model. Zijn meest gekende werken waren echter beeldhouwwerken. Rond 1820 week Royer uit naar Amsterdam.4 Hij had

zwart haar en wenkbrauwen, bruine ogen, puntige neus, middelgrote mond, ronde kin, ovaal gezicht, klare huidskleur, was 1 meter 640 groot en was beeldhouwer van beroep. Zijn vader was landmeter en zijn moeder huisvrouw. Hij had een broer, conscrit van het jaar 13, die gesneuveld was op het slagveld. Hij woonde in de Hazestraat in een hoekhuis.5

De familie De Noter6

Peter-Franciscus de Noter, architect, werd geboren te Walem in 1747. Hij was leerling aan de Mechelse tekenacademie waar hij de eerste prijs behaalde in de architectuur en het perspectieftekenen. Hij overleed te Mechelen in 1830 na een nuttige leraarsloopbaan in de academie aldaar.

Zijn zoon Peter-Franciscus de Noter, architect, zag het daglicht te Walem op 23 februari 1779 en overleed te Gent in 1842. Hij studeerde aan de Mechelse academie onder andere beeldhouwkunst. Op 15-jarige leeftijd construeerde hij de buste van zijn vader (zie hierboven). Deze buste zou momenteel te Gent berusten. Hij schilderde veel kerkinterieuren en stadsgezichten. Hij kreeg van de Fransen een twee maand geldige paspoort om zich naar Parijs te begeven. Hij was toen leerjongen schrijnwerker, 5 voeten en 4 duimen groot, had zwart

haar en wenkbrauwen, blauwe ogen, gewone neus, gewone mond, ronde kin, bedekt voorhoofd en rond gezicht.7

Jan-Frans de Noter, broer van Peter-Franciscus werd geboren te Walem in 1787 en overleed te Mechelen in 1855. Hij studeerde aan de Mechelse academie, maar interesseerde zich eveneens voor de archeologie. Hij schilderde met olieverf, maakte daarna aquarellen om tenslotte zich bezig te houden met het copieren van oude stadsgezichten.

Jan-Baptist de Noter, de bekendste van de familie, werd geboren te Walem op 30 november 1786. In 1814 trekt hij naar Gent waar hij in 1818 Charlotte Maya huwde. De man was volledig begeesterd door de studie van oude gebouwen. Hij is voor vele gebouwen zowaar de redder van historisch Mechels staduitzicht. Ook te Gent redde hij op deze manier vele gebouwen, weliswaar maar op papier. Nadat de gebouwen door hem werden getekend vielen ze soms onder de slopershamer en waren ze reddeloos verloren geweest als J.B. ze niet had vereeuwigd. Zijn werk is zeer omvangrijk.

4Louis Royer 1793-1868. Een Vlaamse beeldhouwer in Amsterdam. Amsterdam, 1994, p. 9-13. Mooie uitgave op 144 pagina’s.5 SAM, MA 3490, jaar 18136Ad. SIRET. “De Noter” in Bibliographie Nationale, deel 5, k. 596-599; A. DE REES. “De De Noter’s en hun werk” in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, deel 42, jaar 1937, pp. 113-1727 SAM, MA 3485-01/160, paspoorten.

Page 3: Bekende Mechelse namen uit het kunstenaarsmilieu op de conscriptielijsten der Fransen. (Marc Alcide)

Baptiste Henry De Noter was 1 m763 groot, was architect, geboren te Walem, had bruin haar en wenkbrauwen, had bruine ogen, een welgevormde neus, gemiddelde mond, kleine kin en een ovaal gezicht.8

De gehele familie de Noter verhuisde naar Mechelen in 1788.

8 SAM, MA 3483-06/131