BEHEERPLAN OPENBAAR GROEN 2013-2017€¦ · Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte (KOR) van het CROW....

BEHEERPLAN OPENBAAR GROEN 2013-2017

GEMEENTE LANGEDIJK

Opdrachtgever:

Gemeente Langedijk,

Afdeling Openbare Werken

Team beheer

27 februari 2013

Versie 1.4

Beheerplan Groen 2013-2017

Gemeente Langedijk Versie 1.4 d.d. 13-11-2012

3

Samenvatting

Dit groenbeheerplan 2012-2017 geeft richting aan de duurzame instandhouding van het openbaar groen.

Het openbaar groen bestaat uit alle parken, plantsoenen en speelplekken, die in eigendom en/of beheer zijn

van de gemeente. Het betreft hier zowel vrij toegankelijke als niet toegankelijke ruimtes. Dit beheerplan gaat

in op bomen, beplanting, gras, oeverbeplanting, sportvelden en grafbeplanting, evenals bosplantsoen en

recreatiegebieden die in beheer zijn bij de gemeente.

De gemeente beheert per 1 juli 2012 15.701 bomen en 204 hectare groen. Hiervan ligt 192 hectare in de

openbare ruimte en 12 hectare bestaat uit sportgrasvelden en groen op de begraafplaatsen.

In de Strategische Beheervisie openbare ruimte (2012) van de gemeente is de volgende doelstelling voor de

openbare ruimte geformuleerd:

Het beheer van de openbare ruimte wordt integraal benaderd. Hierbij staan drie uitgangspunten

centraal: Veiligheid, Leefbaarheid en Bereikbaarheid.

De keuzes voor het beheer vloeien voort uit de huidige situatie, de beleidskaders en het gekozen streefniveau

van de kwaliteit. In dit beheerplan is de taakstellende bezuiniging van € 260.000,- verwerkt die vanaf het jaar

2013 vigerend is. Ook doet dit beheerplan een voorstel voor de bezuinigingen vanaf 2015 van € 50.000,-.

Waarom openbaar groen?

Groen is naast woningen en infrastructuur een essentieel onderdeel van de leefomgeving. Aantrekkelijk

ingericht en goed onderhouden groen heeft positieve invloed op de gezondheid en het welzijn van mensen,

de milieukwaliteit en de economische vitaliteit van de gemeente. Door het groen voldoende te beheren wordt

een bijdrage geleverd aan de leefomgeving en het welbevinden van bewoners in Langedijk.

Doel groenbeheerplan

Het groenbeheerplan geeft inzicht in het kwaliteitssysteem voor de onderhoudskwaliteit, de streefbeelden, de

hierbij passende maatregelpakketten en de financiële onderbouwing. Het beschrijft de organisatie van het

beheer in groot en klein onderhoud, waarmee doelgericht en efficiënt onderhoud kan worden uitgevoerd. Het

groenbeheerplan stelt ook de gemaakte afspraken over het groenbeheer veilig.

De algemene doelstelling van het beheerplan groen is het bevorderen en in stand houden van de kwaliteit van

het woon- en leefmilieu door het realiseren van een voldoende onderhoudsbeeld van het groen.

In dit groenbeheerplan is een visie op het beheer gegeven, die richting geeft aan de ontwikkeling en

instandhouding van het groen. Het plan dient als basis voor de maatregelpakketten voor regulier en

planmatig onderhoud en jaarlijkse werkplannen.

Wettelijke kaders en gemeentelijk beleid

Voor het groenbeheer geldt een kader van wetten en regelingen. De belangrijkste hiervan zijn: het Burgerlijk

Wetboek waarin de zorgplicht van de beheerder is vastgelegd, de Boswet en de Flora- en faunawet. De

gemeente hanteert een op Langedijk afgestemde Gedragscode flora- en fauna. Daarmee beschermt zij de flora

en fauna door een bestendig groenbeheer.

In de Programmabegroting 2013 is de volgende doelstelling voor de openbare ruimte opgenomen:

Een gezonde, veilige en schone openbare ruimte vormt de basis voor een goede en prettige leefomgeving. Om

de openbare ruimte goed te beheren, is het wenselijk een integrale aanpak te hanteren. De burger beoordeelt

immers niet de kwaliteit van de afzonderlijke onderdelen, maar de kwaliteit en het totale beeld van de

leefomgeving als geheel.



4

Visie groenbeheer

Het gemeentelijk beleid is vertaald in een visie met uitgangpunten voor groenbeheer voor gebruik en

beleving, ecologische kwaliteit, onderhoudskwaliteit, technische kwaliteit, financiële duurzaamheid en

betrokkenheid van bewoners. De visie is vertaald in concrete uitgangspunten voor beheer en inrichting.

Streefbeelden, kwaliteitsysteem en kwaliteit

Elk type groen heeft een beschrijving van het streefbeeld. De streefbeelden voor bomen en boomstructuren

staan in het Bomenbeleidsplan van Langedijk. De streefbeelden geven richting aan het vakmatig beheer.

Voor de onderhoudskwaliteit gelden de schaalbalken met de daarbij behorende criteria uit de

Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte (KOR) van het CROW. Er is een zonering van onderhoudsniveaus

ingesteld. Het grootste deel van Langedijk heeft onderhoudsniveau B (basis). Het buitengebied en nog enkele

plekken in de bebouwde kom hebben onderhoudsniveau C (extensief). Tot 2015 worden de begraafplaatsen

op A-niveau beheerd.

In mei 2012 is op 151 locaties de technische kwaliteit van het groen gemeten. Hierbij zijn de schaalbalken van

de KOR gebruikt. De technische kwaliteit van de bomen is over het algemeen goed (98% scoort zeer goed tot

voldoende). De technische kwaliteit van beplantingen en gras behoeft aandacht. Van de beplanting scoort 16%

van het areaal op C- niveau. De belangrijkste redenen zijn beschadiging, kale plekken, slechte vitaliteit (vnl.

door oudere beplanting). Van het gras scoort 20% op C-niveau. De belangrijkste redenen zijn beschadiging,

kale plekken en ongelijke vlakteligging. Bij het bermgras en oeverbegroeiing is de soortenrijkdom beperkt.

Er zijn relatief weinig vakken op D-niveau. Bij beplantingen en gras is dit 3%, bij bomen is het vrijwel nihil.

Tijdens de inspectie zijn aanbevelingen gegeven om knelpunten inrichting en beheer op te lossen om het

groen duurzaam in stand te houden.

Beheermaatregelen

De maatregelen bestaan uit areaalmanagement en inspectie, regulier onderhoud (klein onderhoud), dagelijks

onderhoud (ook wel cyclisch onderhoud), groot onderhoud en vervanging, modificaties en functionele

aanpassingen. De werkzaamheden zijn verdeeld tussen de eigen medewerkers, het werkvoorzieningschap en

aannemers.

Financiën

Voor het groenbeheer is een meerjarenplanning opgesteld voor de jaren 2013 tot en met 2017. De kosten zijn

exclusief het bermbeheer langs de randwegen en de wegen in het buitengebied en het beheer van de

watergangen. De kosten zijn onverdeeld in de exploitatie en de kosten voor vervanging.

Tabel met beheercalculatie exploitatiekosten en reservering vervanging openbaar groen Nr Omschrijving 2013 2014 2015 2016

EXPLOITATIE GROEN TOTAAL € 1.682.504 € 1.682.504 € 1.645.004 € 1.645.004

VERVANGING GROEN TOTAAL € 492.047 € 492.047 € 479.547 € 479.547

De financiële meerjarenplanning is niet geïndexeerd en is exclusief areaaluitbreiding of vermindering. Vanaf

2015 nemen de kosten af door het verlagen van het kwaliteitsniveau op de begraafplaatsen van A naar B.

1Conclusie

De uitkomsten in dit groenbeheerplan komen overeen met de aannames in de strategische beheervisie.

Weliswaar is het verschil tussen de raming voor beheren op A-kwaliteit en B-kwaliteit minder groot, maar

daar staat tegenover dat door de aanpassingen in de maatregelpakketten het benodigde budget voor het

groenonderhoud verlaagd is. Er zijn verder geen grote afwijkingen ten opzichte van de aannames.

In dit beheerplan is geen nieuw beleid opgenomen. Voor het groen zijn geen investeringen geïnitieerd.



5

Inhoud blz.

1 ............................................................................................................ 7 Inleiding

1.1 LANGEDIJK HEEFT EEN NIEUW BEHEERPLAN NODIG ............................................... 7

1.2 HET BEHEERPLAN DRAAGT BIJ AAN DE KWALITEIT VAN HET LEEFMILIEU ..... 8

1.3 LEESWIJZER ............................................................................................................................... 8

1.4 WERKWIJZE ............................................................................................................................... 9

2. Het openbaar groen van Langedijk .............................................................. 11 2.1 WAT IS OPENBAAR GROEN? .............................................................................................. 11

2.2 BEHEERAREALEN – DE SCOPE .......................................................................................... 11

2.3 KENGETALLEN BEHEER...................................................................................................... 13

3 Kader, visie en uitgangspunten beheer ........................................................ 15 3.1 GROENBEHEERPLAN IN BELEIDSPROCES ..................................................................... 15

3.2 KADERS .................................................................................................................................... 15

3.3 VISIE OP HET BEHEER VAN HET OPENBAAR GROEN ................................................ 16

3.4 UITGANGSPUNTEN BEHEER OPENBAAR GROEN ...................................................... 17

3.5 UITGANGSPUNTEN VOOR RENOVATIE EN HERINRICHINTING VAN GROEN . 19

3.6 STREEFBEELD PER BEHEERGROEP ................................................................................... 20

4 Beheer en kwaliteit .......................................................................................... 23 4.1 GROENBEHEERSYSTEMATIEK ........................................................................................... 23

4.2 KWALITEITSCATALOGUS OPENBARE RUIMTE - BEELDKWALITEIT ..................... 23

4.3 KWALITEITSNIVEAUS IN DE PRAKTIJK .......................................................................... 25

4.4 KEUZES IN KWALITEIT ........................................................................................................ 25

4.5 DE HUIDIGE TECHNISCHE KWALITEIT VAN HET GROEN ....................................... 26

5 Beheer en begroting ......................................................................................... 29 5.1 INLEIDING ............................................................................................................................... 29

5.2 AREAALMANAGEMENT EN INSPECTIE ......................................................................... 29

5.3 REGULIER ONDERHOUD GROEN ..................................................................................... 30

5.4 CYCLISCH ONDERHOUD GROEN .................................................................................... 31

5.5 VERVANGING GROEN - BESTEMMINGSRESERVE ....................................................... 32

5.6 SAMENVATTING BEHEERCALCULATIE MEERJARENPLANNING ......................... 33

5.7 BEHEERCALCULATIE IN VERHOUDING TOT DE BEZUINIGINGSOPGAVE ......... 33

5.8 CONCLUSIE ............................................................................................................................. 33

Begrippen en afkortingen ........................................................................................ 35

Plannen en beleidsstukken Langedijk ................................................................... 37

BIJLAGEN

1 Evaluatie groenbeheerplan 2007-2012

2. Wetgeving en regelingen met relatie tot groenbeheer

3. Analyse bestaand beleid

4. Werkpakketten en arealen

5. Streefbeelden voor groen per gebied

6. Uitkomsten quick scan mei 2012

7 Kaart met zonering onderhoudsniveaus 2013

8 Schaalbalken voor technische kwaliteit groen uit Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte

9 Financiële vergelijking onderhoudsniveaus A, B en C



6



7

1 Inleiding

1.1 LANGEDIJK HEEFT EEN NIEUW BEHEERPLAN NODIG

Het Beleids- en beheerplan openbaar groen gemeente Langedijk uit 2007 kent een looptijd tot eind 2012. In de

afgelopen periode is volgens dit plan gewerkt en de meeste doelen zijn gerealiseerd. Wel zijn werkwijzen

aangepast aan de beschikbare budgetten en veranderingen in de gemeentelijke organisatie. Een evaluatie van

het plan is te vinden in bijlage 1.

Intussen hebben ontwikkelingen in beleid en organisatie van beheer plaatsgevonden. Daarom is er met ingang

van 2013 behoefte aan een nieuw beheerplan voor het groen.

Het beheerplan valt onder de strategische beheervisie zoals in onderstaande figuur is aangegeven.

Voor het integrale beheer van de openbare ruimte is nieuw beleid ontwikkeld. De Strategische Beheervisie

openbare ruimte (2012) van de gemeente geeft de volgende doelstelling:

Het beheer van de openbare ruimte wordt integraal benaderd. Hierbij staan drie uitgangspunten centraal: veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid.

Veiligheid

De gemeente heeft als beheerder een algemene zorgplicht om een veilige openbare ruimte te creëren. De gemeente maakt

hierbij onderscheid in fysieke basisveiligheid, verkeersveiligheid en sociale veiligheid.

Fysieke basisveiligheid in het openbaar groen gaat bijvoorbeeld over de effenheid van grasvelden en de

vitaliteit van bomen en beplanting. Verkeersveiligheid gaat o.a. om de straatbomen en goed overzichtelijke

verkeershoeken. Sociale veiligheid is te vinden in de inrichting en een voldoende verzorgingsgraad. Het groen

is sociaal veilig, wanneer het overzichtelijk of transparant is en voldoende verzorgd is.

Leefbaarheid

De manier waarop de openbare ruimte is ingericht en wordt beheerd heeft direct invloed op de beleving van gebruikers.

Dit wordt bepaald door de woonkwaliteit en esthetiek van de buitenruimte.

Langedijk hanteert afgesproken kwaliteitsniveaus voor de verzorging en technische staat van het groen. Voor

elk groentype is een streefbeeld beschreven dat sturing geeft aan het beheer.



8

Bereikbaarheid

Een goede coördinatie van het onderhoud van infrastructuur helpt de bereikbaarheid te waarborgen en hinder te beperken.

Het openbaar groen mag door overgroei van wegen en paden niet tot hinder leiden. Bij

renovatiewerkzaamheden is het nuttig werken te combineren om overlast te vermijden en sneller en beter

resultaat te verkrijgen.

Financiën

In dit nieuwe beheerplan is de taakstellende bezuiniging van € 260.000 verwerkt die in 2013 ingaat. Daarnaast

doet dit beheerplan een voorstel voor de volgende bezuinigingen van € 50.000 vanaf 2015.

In dit beheerplan is een raming opgesteld om te beoordelen of de ingeschatte kwaliteitsniveaus uit de

strategische beleidsvisie haalbaar zijn bij de bovenstaande bezuiniging.

1.2 HET BEHEERPLAN DRAAGT BIJ AAN DE KWALITEIT VAN HET LEEFMILIEU

Aantrekkelijk openbaar groen draagt bij aan een prettige leefomgeving. Bovendien fungeert het openbaar

groen als het visitekaartje van de gemeente.

Hiervoor geeft het plan invulling aan de volgende doelstellingen:

Vertalen van het algemene beleid van de gemeente naar het groenbeleid en –beheer,

Definiëren van het kwaliteitssysteem voor groen,

Bepalen van het huidige kwaliteitsniveau van het groen,

Geven van richtlijnen voor beheer en uitvoering ter vergroting van de efficiëntie,

Aangeven van de financiële consequenties voor het product groen,

Aangeven van prioriteiten voor de uitvoering van het beheer.

Dit plan dient verder als basis voor de meerjarenplanningen, de budgetkeuzes en de jaarlijkse uitvoering van

het beheer.

1.3 LEESWIJZER

Wat de gemeente Langedijk wil bereiken staat in de visie op het groenbeheer (§ 3.3) en de streefbeelden en

het gewenst groenbeheer (§ 3.6 en bijlage 5).

Als u inzicht wil krijgen in de huidige kwaliteit van het groen en het onderhoud kunt u dit lezen in de

evaluatie van de huidige kwaliteit (§ 4.5). Hier kunt u vinden in hoeverre het groen voldoet aan de algemene

onderhoudskwaliteit volgens de schaalbalken van de kwaliteitscatalogus van het CROW en welke

aandachtspunten er zijn voor kwaliteitsverbetering.

Uit de visie komen beheermaatregelen voort. De principes voor de beheermaatregelen staan in § 4.1

Groenbeheersystematiek. De typen maatregelen en de principe verdeling van activiteiten tussen de eigen

medewerkers en aannemers is beschreven in hoofdstuk 5. Beheer en begroting.

Het kader waarbinnen de beheerder werkt bestaat uit wetten en regels (§ 3.2.1 en bijlage 2) en het

gemeentelijke beleidskader (§ 3.1 en § 3.2.2 ). Deze vormen het raamwerk voor de uitvoering van het beheer

en de te maken keuzes.

De algemene doelstelling van het beheerplan groen is het bevorderen en in stand houden van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu door het realiseren van een goed onderhoudsbeeld van het groen.



9

Een verklaring van vaktechnische termen als snoeien, Visual Tree Assessment en inboeten kunt u lezen in de

begrippenlijst aan het eind van het rapport.

Tot slot zijn natuurlijk de benodigde financiële middelen voor de vervanging van het groen en de cyclische

beheerkosten van belang. Deze kunt u vinden in hoofdstuk 5. Beheer en begroting, in het bijzonder in § 5.6

Samenvatting beheercalculatie meerjarenplanning.

1.4 WERKWIJZE

Het beheerplan groen is tot stand gekomen in een aantal stappen, te weten:

a) Uitvoeren quick scan kwaliteit in mei 2012;

b) Actualisatie normenbestand op basis van de gewijzigde werkwijze voor het beheer;

c) Analyse actueel beleid en vertalen nieuw beleid in een visie op beheer;

d) Verzamelen van kengetallen voor het groen;

e) Berekenen benodigd budget op basis van normen en kengetallen;

f) Actualiseren technisch groenbeheer, kwaliteitssysteem en beheerdoelen;

g) Actualiseren capaciteitsplanning eigen medewerkers en opstellen werkverdeling met WNK en

aannemers.



10



11

2. Het openbaar groen van Langedijk

De gemeente Langedijk heeft 27.000 inwoners en bestaat uit zes verschillende dorpen. Broek op Langedijk,

Zuid-Scharwoude, Noord-Scharwoude, Oudkarspel, Sint Pancras en Koedijk hebben ieder hun eigen

cultuurhistorische karakter. Op Koedijk na zijn zij verbonden door een historische lintstructuur. De agrarische

omgeving is waterrijk.

Dit is terug te vinden in het openbaar groen: de vele vaarten en plassen met hun grasoevers, het

bomenbestand dat bestand is tegen de hoge grondwaterstand, de knotwilgen en het bosplantsoen op de

eilanden. Bijna alle woningen zijn gebouwd als laagbouw en hebben voor- en achtertuinen.

2.1 WAT IS OPENBAAR GROEN?

De gemeente Langedijk hanteert de onderstaande definitie voor het openbaar groen:

Onder openbaar groen wordt verstaan alle parken, plantsoenen en speelplekken, die in eigendom en/of

beheer zijn van de gemeente. Het betreft hier zowel vrij toegankelijke als niet toegankelijke ruimtes. Dit

beheerplan gaat in op bomen, beplanting, gras, oeverbeplanting, sportvelden en grafbeplanting, evenals

bosplantsoen en recreatiegebieden die in beheer zijn bij de gemeente.

Niet tot dit beheerplan behoren straatmeubilair, verwijderen van onkruid op verharding en het onderhoud

van de speelvoorzieningen.

2.2 BEHEERAREALEN – DE SCOPE

De gemeente beheert per 1 juli 2012 15.701 bomen en 204 hectare groen. Daarvan is 192 hectare openbaar

groen en 12 hectare sportgrasvelden en groen op de begraafplaatsen.

Het beheer van de groenvoorzieningen van begraafplaatsen en sportvelden is onderdeel van het groenbeheer

van de gemeente. Het gaat om de sportvelden LSVV, DTS, het Mavoveld, het Sportterrein VRONE en het

sportterrein in Broek op Langedijk. De gemeente beheert het groen op de begraafplaatsen in Broek op

Langedijk, Zuid-Scharwoude, Noord-Scharwoude, Oudkarspel en Sint Pancras.

In tabel 1 staat een verdeling van het groen dat bij de gemeente in beheer is. Een gedetailleerde verdeling over

de werkpakketten is te lezen in bijlage 4.

Tabel 1. Beheerareaal openbaar groen gemeente Langedijk

Groenonderdeel Areaal Eenheid

Bomen 15.071 st

Bosplantsoen 365.408 m2

Gazon en speelvelden 348.216 m2

Extensief gras en oevers 1.017.797 m2

Hagen (grondoppervlak) 7.679 m2

Heesters en bodembedekkers 182.158 m2

Eenjarige, vaste planten en rozen 6.119 m2

Sportgrasvelden 104.227 m2

Grafakkers 5.904 m2

Totaal oppervlak openbaar groen 2.044.451 m2 bron: groenbeheersysteem Accres juni 2012

Naast het groen beheert de gemeente ook de oevers en begroeiing in watergangen.



12

In de grafiek hieronder is de verdeling in de hoofdgroepen van het groen te zien. Meer dan de helft van het

areaal bestaat uit extensief beheerd gras en oeverbegroeiing. Het bosplantsoen neemt bijna een vijfde van het

areaal in en een groot deel daarvan is gelegen op de eilanden in het door de gemeente beheerde deel van de

Oosterdel.

18,5%

14,7%

51,4%

0,4%9,2%

0,3% 5,3% 0,3%

BOSPLANTSOEN

GAZON

EXTENSIEF GRAS en OEVERS

HAGEN

HEESTERS EN BODEMBEDEKKERS

EENJARIGE, VASTE PLANTEN EN ROZEN

SPORTGRASVELDEN

GRAFAKKERS

De gemeente beheert 15.701 bomen. Meer dan de helft van de bomen staat in beplanting. De bomen in

verharding en de leibomen, die relatief duur in onderhoud zijn, maken slechts een klein deel uit van het

areaal. In verhouding tot andere gemeenten zijn er veel knotbomen. Deze zijn karakteristiek voor het

landschap in en rond Langedijk.

Tabel 2. verdeling hoeveelheden bomen (st) in werkpakketten

BOMEN 15.071

Bomen in beplanting 7.710

Bomen in gazon 2.384

Bomen in ruw gras/bermen 3.240

Bomen in verharding 810

Knotboom in verharding 56

Knotboom in gazon 356

Knotboom in ruw gras/berm 441

Knotboom in verharding 13

Lei- / vormboom in beplanting 24

Lei-/vormboom in gazon 21

Lei- vormboom in verharding 16

51,2%

15,8%

21,5%

5,4%

5,7% 0,4% BOMEN INBEPLANTINGBOMEN IN GAZON

BOMEN IN RUWGRAS/BERMENBOMEN INVERHARDINGKNOTBOMEN

LEI- EN VORMBOMEN



13

2.3 KENGETALLEN BEHEER

In tabel 3 staan de kengetallen voor het groenbeheer. De arealen zijn ontleend aan het digitale beheersysteem

(peildatum 1 juli 2012). De financiële kengetallen voor het beheer van openbaar groen zijn opgesteld op basis

van de jaarschijf 2012 uit de meerjarenbegroting.

Tabel 3. Kengetallen openbaar groen gemeente Langedijk 2012

Onderdeel Hoeveelheid Eenheid

Totaal areaal openbaar groen 2.044.451 m2

Areaal openbaar groen per inwoner 76 m2

Areaal openbaar groen per woning (inclusief buitengebied) 193 m2

Totaal budget openbaar groen directe beheerkosten 2.338.344 €

Kosten beheer openbaar groen per inwoner 86,61 € / inwoner

Kosten openbaar groen per m2 1,15 € / m2

Budget gebaseerd op de directe kosten van groenbeheer in de begroting 2012 Gerekend met 27.000 inwoners ( programmabegroting 2012) ; aantal woningen 10.581 (CBS 2011) Bron areaal groen: Terreinbeheersysteem Accres ®, peildatum 1 juli 2012 Areaal groen exclusief watergangen

Het totale areaal openbaar groen bedraagt gemiddeld 193 m2 groen per woning, de oppervlakte groen binnen

de kernen is gemiddeld 145 m2 per woning. Dit is in vergelijking met andere gemeenten van dezelfde grootte

relatief veel. De basisnorm in de Nota Ruimte van 75 m2 per woning binnen de bebouwde kom wordt

ruimschoots behaald: Langedijk is dus een groene gemeente.



14



15

3 Kader, visie en uitgangspunten beheer

Dit hoofdstuk beschrijft hoe het groenbeheer van Langedijk past binnen de wettelijke kaders en het

gemeentelijke beleid. Het geeft de visie op het groenbeheer en de uitgangspunten die Langedijk hanteert voor

beheer en herinrichting van het openbaar groen.

3.1 GROENBEHEERPLAN IN BELEIDSPROCES

Langedijk voert een integraal beleid voor de openbare ruimte. De visie en de uitgangspunten van dit

beheerplan bouwen voort op vastgesteld beleid. De Strategische beheervisie openbare ruimte vormt het

belangrijkste kader (zie § 3.2.2). De programmabegroting geeft de financiële randvoorwaarden.

Verder zijn de Structuurvisie 2010-2030, het Groenstructuurplan, het Bomenbeleidsplan, het

Milieubeleidsplan en de Ecologische visie van invloed bij de aanpassingen van de structuur en de

herinrichting van het groen. De uitspraken die hiervoor gelden zijn te lezen in bijlage 3.

Voor de omvorming van water en oevers gelden de Ecologische visie en het Beheerplan water en oevers als

uitgangspunt.

In dit beheerplan zijn alleen die uitgangspunten verwerkt die betrekking hebben op het beheer en de

renovatie van het groen.

Dit beheerplan dient als kader voor werkplannen en bestekken. Bij renovatie en herinrichting van groen

hanteert de gemeente de combinatie van de ruimtelijk plannen en het groenbeheerplan.

3.2 KADERS

3.2.1 Wettelijke kaders

Voor het groenbeheer geldt een kader van wetten en regelingen. De belangrijkste hiervan zijn: het Burgerlijk

Wetboek waarin de zorgplicht van de beheerder is vastgelegd, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De

Strategische beheervisie openbare ruimte

Bomenbeleidsplan Beheerplan openbaar

groen Groenstructuurplan

Structuurvisie

Milieubeleidsplan

Omvorming en herinrichting

Werkplannen en bestekken

Ecologischevisie

Programma-begroting

Beheerplan water en oevers

Wijkuitvoerings-plannen

Wettelijk kader en regelingen



16

gemeente hanteert hierbij de op Langedijk afgestemde gedragscode Flora- en Fauna. Daarmee beschermt zij

flora en fauna door de uitvoering van een bestendige groenbeheer.

In bijlage 2 staan de wetten en regelingen met de belangrijkste gevolgen voor het groenbeheer.

3.2.2 Kerntaken van beheer van de openbare ruimte

De Strategische Beheervisie Openbare Ruimte onderkent drie kerntaken:

1. Beheerbaar uitbreiden van de openbare ruimte

2. In stand houden van de openbare ruimte, de kapitaalgoederen

3. Reguleren van het gebruik van de openbare ruimte

Voor het groenbeheer betekent dit:

1. Beheerbaar uitbreiden van de openbare ruimte: beheertoets

Bij elke uitbreiding van het beheerareaal voert de gemeente een beheertoets uit. Hiermee worden de

financiële gevolgen van het ontwerp vroegtijdig in beeld gebracht en kan het ontwerp eventueel

worden bijgesteld.

2. In stand houden van de openbare ruimte, de kapitaalgoederen: planmatig onderhoud

De gemeente onderhoudt het openbaar groen - bomen, beplanting, gras –om het in duurzaam stand

te houden. De onderhoudswerkzaamheden worden verdeeld in regulier onderhoud (o.a afhandelen

van meldingen), cyclisch onderhoud, groot onderhoud en vervanging en herinrichting.

3. Reguleren van het gebruik van de openbare ruimte: veranderingen in het areaal

Bijvoorbeeld:

Aanleg van wandelpaden in bermstroken om ommetjes mogelijk te maken;

Omvorming van strak beheerde oevers naar natuurlijke oevers om de ecologische functie van het

groen te versterken.

3.3 VISIE OP HET BEHEER VAN HET OPENBAAR GROEN

Het beleidskader voor het beheer van openbaar groen is hierna vertaald in een visie. Deze visie is vervolgens

puntsgewijs beschreven in een serie uitgangspunten voor het beheer.

Gebruik en beleving Het openbaar groen van de gemeente Langedijk is zo ingericht dat de veiligheid

optimaal is.

Bewoners kunnen het water en de oevers in de dorpen goed beleven, wat

bijdraagt tot de ruimtelijke kwaliteit.

Het onderhoud van de beplanting en de soortkeuze is afgestemd op het gebruik

en de eisen die de locatie stelt (verkeersgroen, woongroen, recreatiegroen).

Ecologie De kwaliteit van de woon- en leefomgeving is verhoogd door meer ecologisch

verantwoord onderhoud van het openbaar groen. De keuze van de

beplantingstypen is afgestemd op te vervullen functie.

Het openbaar groen en het stelsel van water en oevers versterken de ecologische

en ruimtelijke structuur binnen de gemeente.

Hoge ecologische kwaliteit is vooral mogelijk in de groengebieden van formaat

in de woonomgeving, in de gebieden die aansluiten op de ecologische

stapstenen (Geestmerambachtplas, Oosterdel, Oostrand Sint Pancras,

Kleimeerpolder) en aan de randen van de bebouwde kom.

Onderhoudskwaliteit Het streefniveau voor het onderhoud van het openbaar groen ligt op het

kwaliteitsniveau B voor al het groen binnen de bebouwde kom en in de

recreatiegebieden en op kwaliteitsniveau C voor het buitengebied. Incidenteel



17

worden in de bebouwde kom ook locaties op C niveau onderhouden.

Tot eind 2014 wordt het groen op de begraafplaatsen op kwaliteitsniveau A

onderhouden. Door de taakstellende bezuiniging zal met ingang van 2015 dit

kwaliteitsniveau verlaagd worden tot B.

Technische kwaliteit Het groen is duurzaam ingericht en wordt op het gekozen kwaliteitsniveau

onderhouden. Hierdoor wordt de geplande levensduur bereikt en blijft het

groen gedurende de hele omlooptijd goed functioneren.

Financieel duurzaam Het onderhoud wordt op planmatige en integrale wijze uitgevoerd, zodat

financiële middelen efficiënt ingezet worden en de overlast voor burgers door

bundeling van werkzaamheden beperkt blijft.

De groeninrichting van nieuwe (woon)wijken of groenzones wordt getoetst aan

de financiële haalbaarheid van het beheer.

Betrokkenheid De burgers zijn betrokken bij projecten van het openbaar groen en werken

interactief mee aan een veilige en leefbare woonomgeving.

3.4 UITGANGSPUNTEN BEHEER OPENBAAR GROEN

3.4.1 Gebruik en beleving

Het beheer is gericht op veiligheid, een goede beleefbaarheid van water als grote ruimtelijke kwaliteit en goed gebruik

kunnen maken van de openbare, groene ruimte.

G.01 Uitvoeren van een visuele inspectie van bomen (VTA inspectie) voor de veiligheid met een

frequentie die afgestemd is op de functie, soort en standplaats van de boom.

G.02 Behouden en versterken van de kenmerkende eilandenstructuur.

G. 03 Water bij herinrichting en door beheer zichtbaar, beleefbaar en bevaarbaar houden.

G.04 Herstructureren openbare ruimte in oude woonwijken om de belevingswaarde, gebruikswaarde,

ecologische kwaliteit en beheerbaarheid te verbeteren.

3.4.2 Ecologie

Het beheer is gericht op behoud en versterking van de ecologische kwaliteit.

G.05 Bij voorkeur toepassen van inheemse, streekeigen soorten in het openbaar groen. Met name in het

onderhoudsniveau extensief.

G.06 Elzenbroekbosjes en houtsingels langs de kanaalzone in stand houden en ontwikkelen.

G.07 Strakke slootprofielen en natuurvriendelijke oevers langs de polderrand tegen de bebouwde kom

aan.

G.08 Handhaven van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu en het bevorderen van een zo goed

mogelijk ecologisch verantwoord onderhoudsbeeld van de openbare groenvoorziening. Werken volgens

het beheerplan water en oevers met speciale aandacht voor de natuurkalender.

G.09 Extensief gebruik en beheer van het Oosterdelgebied voor hogere natuurwaarden en geschikt

biotoop voor doelsoorten conform aan ecologisch beleidsplan.

G.10 Een bijdrage leveren aan de verbetering van de waterkwaliteit door ecologisch ingerichte en

beheerde oeverzones.



18

3.4.3 Onderhoudskwaliteit

Het streefniveau voor het onderhoud van het openbaar groen ligt op het kwaliteitsniveau B voor al het groen binnen de

bebouwde kom en in de recreatiegebieden en op kwaliteitsniveau C voor het buitengebied. Incidenteel worden in de

bebouwde kom ook locaties op C niveau onderhouden. Tot eind 2014 wordt het groen op de begraafplaatsen op

kwaliteitsniveau A onderhouden. Door de taakstellende bezuiniging zal met ingang van 2015 dit

kwaliteitsniveau verlaagd worden tot B.

G. 11 Het onderhoud op dit niveau houden of brengen.

G. 12 Regelmatige afstemming tussen binnen- en buitendienst over onderhoudsniveau en vertalen in

nieuwe contracten met de aannemers.

3.4.4 Technische kwaliteit

Door planmatig te onderhouden reduceert de gemeente kosten en garandeert zij de kwaliteit op lange termijn van het

openbaar groen.

G.13 Het beheer van de openbare ruimte op een planmatige en transparante wijze uitvoeren op basis van

een vastgesteld kwaliteitssysteem, frequenties voor inspecties en monitoring.

G.14 Uitvoeren van het beheer van bomen en beplantingen volgens de werkpakketten uit het

groenbeheersysteem en inspectie volgens het technisch kwaliteitssysteem van de standaard CROW.

G.15 Jaarlijks actualiseren hoeveelheden van het te beheren areaal en op basis van kengetallen bijstellen

van onderhoudsbudget (op basis hiervan werkplan maken).

G.16 De benodigde onderhoudsmaatregelen dienen tijdig uitgevoerd te worden om de kwaliteit van de

openbare ruimte te behouden en zodoende kapitaalvernietiging en onveilige situaties uit te sluiten.

G.17 Werken conform het bomenbeleidsplan waarin uitspraken gedaan worden over de omgang met

bomen in het algemeen de omgang met schades, plak, ziektes en schaduwbomen en waarin de eisen aan

monumentale bomen gesteld worden.

3.4.5 Financieel duurzaam

Bij duurzaam onderhoud gaat het vooral om het tijdig inspelen op veranderingen in het openbaar groen of het gebruik

ervan. Door op tijd kansen en knelpunten te herkennen kan de kwaliteit van de beplantingen en bomen voor een langere

periode worden gewaarborgd.

G.18 Bij de uitvoering van het beheer de nadruk leggen op integraal cyclisch en preventief onderhoud

zodat de duurzaamheid vergroot wordt en het ad hoc werken op basis van klachten beperkt blijft.

G.19 Zorg dragen voor een duurzaam instandhouding van beplantingen; hiervoor beplantingen waar

nodig omvormen (voldoende afmetingen, vermijden snippergroen, meer natuurlijk beheer).

G.20 Duurzaam veilig stellen van de kwaliteit van de openbare ruimte door een goede afstemming van

het beheerniveau en de beschikbare budgetten.

G.21 Hanteren van een jaarlijkse reservering (bestemmingsreserve) voor vervanging groen aan laten

sluiten op jaarlijks te renoveren areaal op basis op de technische kwaliteit van groen.

G.22 Prioriteiten stellen bij het inplannen van onderhoudsactiviteiten. Afweging vindt plaats op basis van

beleidsdoelstellingen en per activiteit. De volgorde is (1) veiligheid, (2) leefbaarheid, (3) bereikbaarheid. 3.4.6 Betrokkenheid

De gebruiker van de openbare ruimte staat centraal, daarom neemt de gemeente de wensen van de burgers bij belangrijke

en invloedrijke keuzemomenten mee. In dit kader onderscheidt de gemeente klantgericht werken en interactief werken.

G.23 De gemeente voert geen actief beleid voor groenadoptie. Bestaande adoptie wordt in principe

gecontinueerd om de betrokkenheid van de bewoners bij de eigen woonomgeving te behouden.

G.24 Klantgericht werken is mede mogelijk via het klantcontactcentrum van de gemeente (KCC). Bij het

KCC word melding gedaan over klachten, individuele wensen en opmerkingen. Het betreft hier

meldingen over bijvoorbeeld overhangende of losse takken van bomen, te hoog bermgras, kuilen in

gazons. Deze aspecten die vooral de veiligheid betreffen worden binnen vijf werkdagen opgelost.

G.25 Stimuleren van duurzaam tuinieren van bewoners.



19

3.5 UITGANGSPUNTEN VOOR RENOVATIE EN HERINRICHINTING VAN GROEN

3.5.1 Gebruik en beleving

Maatregelen bij herinrichting zijn gericht op veiligheid, verbeteren leefomgeving, een goede beleefbaarheid van water als

grote ruimtelijke kwaliteit van Langedijk en goed gebruik kunnen maken van de openbare, groene ruimte.

G.26 Beplanting aan de polderrand transparant houden, zichtlijnen naar het open landschap behouden en

versterken.

G.27 Zichtlijnen naar de polderrand, kanaalzone en historische lint, bomen en singelstructuur in de

woonwijken.

G.28 Versterken historisch lint door een eenduidige visie voor inrichting en onderhoud op te stellen.

G.29 Behouden en versterken van de kenmerkende eilandenstructuur.

G.30 Water bij herinrichting en door beheer zichtbaar, beleefbaar en bevaarbaar houden.

G.31 Bij herinrichting de verblijfsfunctie van de openbare ruimte versterken.

G.32 Versterken zichtrelatie van oud lint langs Dorpsstraat naar de Achterburggracht.

3.5.2 Ecologie

Herinrichtingmaatregelen zijn gericht op behoud en versterking van de ecologische kwaliteit. De Ecologische visie dient

als leidraad.

G.33 Uitbreiden van het areaal aan natuurvriendelijke oevers.

G.34 Investeren in de kwaliteit van de natuur (water, groen, biodiversiteit).

G.35 Versterken van ecologische verbindingen op gemeentelijk niveau.

G.36 Een bijdrage leveren aan de verbetering van de waterkwaliteit door ecologisch ingerichte en

beheerde oeverzones.

3.5.3 Financieel duurzaam

Bij financiële duurzaamheid voor herinrichting gaat het vooral om het tijdig inspelen op veranderingen in het openbaar

groen. Door op tijd kansen en knelpunten te herkennen kan de kwaliteit van de beplanting en bomen voor een langere

periode worden gewaarborgd.

G.37 Bij nieuwe inrichting altijd een beheertoets uitvoeren. Hiervoor wordt de beheerbaarheid

onderzocht en erop getoetst of het budget niet overschreden wordt.

G.38 Investeren in schone en leefbare wijken.

G.39 De werkzaamheden van renovatie en omvorming van openbaar groen jaarlijks integraal afstemmen

met de andere producten van de openbare ruimte en met andere partijen, zoals nutsbedrijven, de

provincie, buurgemeenten en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Hiermee worden

overlast voor de burger beperkt en kan een financieel voordeel worden gehaald.

3.5.4 Betrokkenheid

De gebruiker van de openbare ruimte staat centraal, daarom neemt de gemeente de wensen van de burgers bij belangrijke

en invloedrijke keuzemomenten mee. In dit kader onderscheidt de gemeente klantgericht werken en interactief werken.

G. 40 Interactief werken loopt via de dorpsplatformen voor onderwerpen die het dorp betreffen, met de

thema’s leefbaarheid en veiligheid. Bewoners geven input op actuele en toekomstige ontwikkelingen.

Concreet hebben zij jaarlijks de mogelijkheid om in te spreken op het onderhoudsprogramma, waarin

circa 20% van het totaalbedrag van de renovaties en omvormingen flexibel vorm gegeven wordt.

G.41 Interactief werken op maat. Dit betreft onderwerpen die de individuele dorpen overstijgen. De

dorpsplatforms adviseren hierin vooraf over de inrichting van het proces en de rol die zij daarin spelen.

Daarnaast zijn ook nadrukkelijk andere partijen buiten de dorpsplatforms (inwoners, bedrijven, en

verenigingen) gevraagd om input te leveren.



20

3.6 STREEFBEELD PER BEHEERGROEP

Voor elke beheergroep is een beheerdoel omschreven, dat ontleend is aan het groenstructuurplan van

Langedijk en aangevuld is met een algemene beschrijving. Vanuit de ervaring van de beheerders zijn de

streefbeelden aangevuld.

De streefbeelden voor bomen zijn niet in deze paragraaf opgenomen, maar in het Bomenbeleidsplan. Hierin

staan voor de hoofdboomstructuur en gebieden specifieke streefbeelden met voorkeursoorten.

Tabel 4. Streefbeelden per beheergroep

Beheergroep Streefbeeld

Bosplantsoen en bosplantsoen op eilanden

Bosplantsoenvakken vormen gelaagde beplanting met een kruid-, struik-, en boomlaag. Afhankelijk van de situatie en functie van de beplanting is het bosplantsoen transparant (in de woonomgeving en randen van de dorpen) tot dicht (ecologische functie op eilanden, afschermende functie in de woonomgeving). De soortkeuze van het bosplantsoen is afgestemd op de potentieel natuurlijke vegetatie. Als de kruidlaag gesloten is, is de beheerintensiteit gering. Door een grotere variatie in structuur is het voorkomen van vogels en inheemse kruiden groot.

Heesters Een gesloten beplanting van heesters of botanische rozen met een belangrijke sierwaarde. Groepen van verschillende soorten zijn minimaal 10 m2 groot.

Bodembedekkers Een bodemafsluitende beplanting. Groepen van verschillende soorten zijn minimaal 10 m2 groot.

(Perk) rozen De perkrozen vormen een beplanting met een hoge sierwaarde. Niet toepassen als onderbeplanting in zware schaduw.

Ecologische oever*) Een kruidachtige moeras- en verlandingvegetatie aan de rand van open water met een breedte van 10-20 meter en talud flauwer dan 1:8.

Riet en moerasvegetatie wisselen elkaar af.

Natuurvriendelijke oever*)

Een kruidachtige oever met riet- en/of moerasplanten aan de rand van open water met een minimale breedte van 5 meter en talud met een maximale helling van 1:3.

Riet en moerasvegetatie wisselen elkaar af. Bij steile taluds of sterke zijdelingse belasting door verkeer is een onderwaterbeschoeiing nodig.

Natuurlijke kanten/ zachte oever

Een oever waarbij geen harde overgang tussen water en land is. Een beschoeiing, damwand of bekading ontbreekt. Er kan een kruidachtige rand voorkomen.

Oeverbegroeiing (riet) Een gesloten oeverbeplanting bestaand uit riet, niet verbossend en in beperkte omvang gehouden.

Hagen (losse en strakke hagen)

Hagen vormen een strakke afscherming met andere elementen. De hagen worden regelmatig gesnoeid. De losse hagen een keer per één of twee jaar. De strakke hagen een of twee keer per jaar.

Blokhagen Blokhagen vormen strakke beplantingsvak die regelmatig gesnoeid worden.

Gazon en Speelveld Kort maaibeeld, zode vlakliggend.

Extensief beheerd gras: bermgras

Middelhoge grasbegroeiing langs straten en watergangen, zode gesloten, mag geen gevaar door diepe kuilen opleveren. In Langedijk wordt het bermgras over het algemeen geklepeld. Gezien het beleid van de gemeente en de Gedragscode flora- en fauna is een wijziging in het beheer naar maaien en afvoeren gewenst. In smalle stroken en bermen waar nauwelijks kansen voor flora en fauna zijn kan klepelen gehandhaafd blijven.

Extensief beheerd gras: ruw gras

Hoog opgaande grasbegroeiing, zode meer of minder vlakliggend. Het ruw gras wordt in Langedijk afhankelijk van functie, ecologisch doel en situatie 1x of 2x per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd. Maaitijdstip is afgestemd op de ecologische doelsoorten.

* ) Dit type oever komt uit het Beheerplan water en oevers en is deels nog niet aangelegd in de gemeente. Na inrichting van dit type oever wordt het volgens het streefbeeld beheerd.

In het groenstructuurplan van 2000 zijn voor de verschillende typen wijken streefbeelden en aandachtspunten

voor het beheer beschreven. Deze zijn te lezen in bijlage 5.



21

Bomen te sterk opgekroond Bosplantsoen streefbeeld met kruidenrand

Bosplantsoen te sterk afgezet Bosplantsoen op eilanden streefbeeld

Bodemafsluitende vaste planten In te boeten plek vaste planten: kale plekken

Heesters met achterstallige snoei Heesters pas gerenoveeerd



22



23

4 Beheer en kwaliteit

4.1 GROENBEHEERSYSTEMATIEK

Het openbaar groen in Langedijk wordt planmatig beheerd door eigen medewerkers, het

werkvoorzieningschap (WNK Bedrijven) en aannemers.

Voor het groen is een zonering in onderhoudsniveaus ingesteld.

De groenvoorzieningen zijn onderverdeeld in de beheergroepen bomen, bosplantsoen, heesters en

bodembedekkers, rozen, kruidachtige, bloembakken, hagen, gras en oevers.

De onderhoudsmaatregelen per beheergroep zijn gekoppeld aan werkpakketten. Elke beheergroep is

daarvoor onderverdeeld in werkpakketten. Bijvoorbeeld bij de beheergroep ‚bomen‛ komen er onder andere

de werkpakketten‛ bomen in gras‛, ‚bomen in beplanting‛ en ‚knotbomen‛ voor. Elk werkpakket heeft een

serie onderhoudsmaatregelen, waaraan frequenties en bewerkingspercentages met normen zijn gekoppeld.

De frequenties en normen variëren per onderhoudsniveau.

De werkpakketten met tijdnormen, tarieven en kosten zijn vastgelegd in het beheersysteem Accres®. Hiermee

zijn de benodigde jaarlijkse uren voor het groenonderhoud en de directe beheerkosten te bepalen.

Een toelichting op de onderhoudsmaatregelen staat in hoofdstuk 5.

4.2 KWALITEITSCATALOGUS OPENBARE RUIMTE - BEELDKWALITEIT

Voor de beoordeling van de verzorgende en technische kwaliteit heeft het Centrum voor Regelgeving en

Onderzoek in de Grond-, wegen waterbouw (CROW) kwaliteitsniveaus en criteria opgesteld. De systematiek

staat in de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte 2010. Een beknopte samenvatting van de kwaliteitsniveaus

staat in het schema hieronder. Een intensiever beheer betekent over het algemeen dat de maatregelen met een

hogere frequentie worden uitgevoerd: bijvoorbeeld 7x schoffelen in plaats van 5 x per jaar.

Tabel 5. Kwaliteitsniveaus volgens CROW publicatie 288 - KOR

Niveau Onderhouds-niveau

Indicatie kwaliteit Beheer

A+ Zeer hoog Nagenoeg ongeschonden Zeer intensief

A Hoog Mooi en comfortabel Intensief

B Basis Functioneel Basis

C Laag Onrustig beeld, discomfort of enige vorm van hinder Extensief

D Zeer laag Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkheid-stelling of sociale onveiligheid

Zeer extensief

Voor de criteria per kwaliteitsniveau en beheergroep wordt verwezen naar publicatie 288 van het CROW. De

kwaliteitsniveaus worden gebruikt om de onderhoudsniveaus te beschrijven die in verschillende zones geldig

zijn.

Hierna staan drievoorbeelden van schaalbalken: snoeibeeld en vitaliteit bij heesters, geslotenheid van de

grasmat en onkruidgroei bij heesters.

De schaalbalken met technische kwaliteit die voor het groenonderhoud in Langedijk van toepassing zijn,

staan in bijlage 8.



24

9 Groen-beplanting-heesters-snoeibeeld en vitaliteit

A+ A B C D

De heesters ogen fris en verzorgd. De heesters hebben geen storende takken.

De meeste heesters ogen fris en verzorgd. Ze hebben weinig storende takken.

De heesters krijgen hier en daar een 'holle vorm'. Ze hebben hier en daar storende takken.

Redelijk veel heesters zijn 'hol'. De heesters hebben redelijk veel storende takken.

Veel heesters zijn 'hol'. De heesters hebben veel storende takken.

habitus herkenbaar?

ja Ja ja ja Nee

storende takken storende takken storende takken storende takken storende takken

0 % stuk ≤ 5 % stuk ≤ 10 % stuk ≤ 20 % stuk > 20 % stuk

17 Groen-gras-dichtheid

A+ A B C D

De grasmat is zeer goed gesloten.

De grasmat is goed gesloten.

De grasmat is redelijk gesloten. De ondergrond is enigszins waar te nemen.

De grasmat is nauwelijks gesloten. De ondergrond is waar te nemen.

De grasmat is niet gesloten. Ondergrond is goed te zien.

waar te nemen ondergrond

0 m2 per 100 m2 ≤ 5 m2 per 100 m2 ≤ 10 m2 per 100 m2 ≤ 25 m2 per 100 m2 > 25 m2 per 100 m2

Groen-beplanting-onkruid

A+ A B C D

Er is geen onkruid. Er is nauwelijks onkruid.

Er is pleksgewijs onkruid.

Er is redelijk veel onkruid.

Er is veel onkruid.

bedekking bedekking bedekking bedekking bedekking

0 % per 100 m2 ≤ 20 % per 100 m2 ≤ 40 % per 100 m2 > 40 % per 100 m2 > 40 % per 100 m2

bedekking door resten

0 % per 100 m2 ≤ 10 % per 100 m2 ≤ 25 % per 100 m2 >25 % per 100 m2 >25 % per 100 m2

maximale hoogte maximale hoogte maximale hoogte maximale hoogte maximale hoogte

0 cm per 100 m2 ≤ 10 cm per 100 m2 ≤ 30 cm per 100 m2 ≤ 50 cm per 100 m2 > 50 cm per 100 m2

https://www1.pkmprojects.com/crow_KOR/documents/PKM046578_002191_673615.jpg

https://www1.pkmprojects.com/crow_KOR/documents/PKM046578_002187_203637.JPG


































































































































































































































25

4.3 KWALITEITSNIVEAUS IN DE PRAKTIJK

Onderhoudszonering

Voor het onderhoudsniveau van het groen in Langedijk (het algemene netheidsbeeld, bestaand uit technische

en verzorgende kwaliteit) is een zonering per functiegebied opgesteld.

In principe zijn er twee verschillende zones: Basis en Extensief. De woonomgeving, parken en sportvelden

worden op een standaard manier beheerd (basis, kwaliteitniveau B). Bermen en beplantingen in het

buitengebied op een extensieve manier (kwaliteitsniveau C). Ook binnen de woonomgeving is incidenteel

gekozen voor een extensief beheer: bijvoorbeeld op de eilanden met bosplantsoen en de bermstroken langs de

Oostelijke en Westelijke randweg. Tot 2015 worden de begraafplaatsen nog op A-niveau beheerd. De kaart

met zonering in onderhoudsniveaus staat in bijlage 7.

4.4 KEUZES IN KWALITEIT

Overwegingen voor de keuze van een kwaliteitsniveau

De gemeente moet voldoen aan de gestelde minimumeisen in de weten regelgeving. Als beheerder van de

openbare ruimte is zij verantwoordelijk voor een veilige openbare ruimte. Onvoldoende beheerinspanning

kan leiden tot kapitaalvernietiging. De keuze voor kwaliteitsniveau D ligt daarom niet voor de hand. Hierbij

zakt de veiligheid beneden de minimumeisen en gaat de technische staat van beplanting snel achteruit.

In een integrale beleidsvisie op ecologie wordt naast het formuleren van beleidsuitgangspunten voor

ecologische verbindingen, ecologie in de wijken, natuurvriendelijke inrichting van het openbaar gebied en de

ontwikkeling van een natuurwaardenkaart aandacht besteed aan ecologisch beheer.

De ecologische kansen liggen vooral in het bosplantsoen, het extensief gras en de oevers. Door geleidelijke

aanpassing in het beheer en omvorming van oevers en een heroverweging van het maaibeheer van

wegbermen werkt de gemeente aan verhoging van de ecologische kwaliteit.

Het beschikbare budget voor groenbeheer zal in 2013 met € 260.000,- verminderen. Met ingang van 2015

wordt het jaarlijks budget nog eens met € 50.000,- verlaagd. Om de taakstelling voor de bezuiniging te

realiseren zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

Het historisch lint en de focuslocaties niet op niveau A (Intensief) maar op niveau B (Basis) onderhouden.

Met ingang van 1 januari 2015 het groen op begraafplaatsen verlagen tot B-niveau.

De werkpakketten met frequenties zijn aangepast waarbij enkele handelingen zijn komen te vervallen.

Het bosplantsoen wordt bijvoorbeeld extensiever beheerd. Ook zullen de vaste planten vakken op een

eenvoudiger manier onderhouden worden.

Door omvormingen en aanpassingen in beheer het onderhoud goedkoper maken. Groentypen die veel

onderhoud vragen, zoals bloembakken en vakken met niet bodemafsluitende vaste planten en

bodembedekkers, worden verminderd en in de toekomst ook nauwelijks toegepast. Groepen van één

soort krijgen een grotere oppervlakte dan voorheen.

De methode voor het beheer van bosplantsoen is gericht op de begeleiding van natuurlijke ontwikkeling

met minder rigoureuze snoei en dunning.

De gemeente voert bij nieuwe projecten een beheertoets uit om te waarborgen dat deze financieel en

technische duurzaam in stand te houden zijn.

Op basis van de aanpassingen in de werkpakketten is een vernieuwde beheercalculatie opgesteld. De

resultaten hiervan staan in hoofdstuk 5.

Financiële effecten per kwaliteitsniveau

Op basis van eenheidsprijzen en het complete areaal zijn de kosten voor het directe groenbeheer op drie

niveaus doorgerekend: op A-kwaliteit, B-kwaliteit en C-kwaliteit (zie bijlage 9). Hieruit blijkt dat er bij

uitvoering van het groenonderhoud op A-kwaliteit circa € 255.000,- extra nodig is ten opzichte van B-niveau

en dat de uitvoering van het onderhoud op C-niveau een mogelijke besparing geeft van circa € 190.000 ten

opzichte van B-niveau.

Het uitvoeren van het onderhoud op C-niveau geeft extra risico’s zoals snellere behoefte aan vervanging en

verlaging van beeld en gebruikswaarde.



26

4.5 DE HUIDIGE TECHNISCHE KWALITEIT VAN HET GROEN

In mei 2012 is een quick scan uitgevoerd. Met de selectieve locatiemethode zijn 151 meetpunten gekozen.

Hierbij is rekening gehouden met een evenredige verdeling van de meetpunten over de verschillende dorpen

en over de verschillende functiegebieden.

De beoordeelde criteria beslaan alleen de technische aspecten. De verzorgingsaspecten (onkruid, zwerfafval,

maaihoogte) zijn niet meegenomen. Ook doet de technische kwaliteit geen uitspraak of de juiste boom op de

juiste plaats staat en of het groen aan de wensen van de bewoners voldoet.

In tabel 6 staan de verdeling van het aantal scores en de percentageverdeling per kwaliteitsklasse. Deze zijn

vergeleken met de percentages in 2007. Voor water en oevers is in 2007 geen meting uitgevoerd.

Tabel 6. Verdeling scores technische kwaliteit groen (quick scan mei 2012)

Hoofdgroep A+ A B C D Totaal

Groen-beplanting meetpunten 12 326 355 136 25 854

Percentage 2012 1% 38% 42% 16% 3% 100%

Percentage 2007 1% 3% 86% 9% 2% 100%

Groen-boom meetpunten 63 554 178 22 3 820

Percentage 2012 8% 68% 22% 3% 0% 100%

Percentage 2007 0% 0,3% 92% 7% 1% 100%

Groen-gras meetpunten 7 246 381 159 22 815

Percentage 2012 1% 30% 47% 20% 3% 100%

Percentage 2007 0% 0,5% 91% 8% 3% 100%

Water-oevers meetpunten

7 6 2 15

Percentage 2012 0% 0% 47% 40% 13% 100%

Technische kwaliteit van openbaar groen – de verzorgingskwaliteit is niet gemeten

Technische kwaliteit beplanting Technische kwaliteit bomen

Technische kwaliteit gras Technische kwaliteit oeverbegroeiing

Opvallend is dat vooral de bomen goed scoren. Bij gras en beplanting liggen de meeste beoordelingen binnen

kwaliteitsniveau B.

De technische kwaliteit van de bomen is over het algemeen goed (98% scoort zeer goed tot voldoende). De

technische kwaliteit van beplantingen en gras behoeft aandacht. Van de beplanting scoort 16% van het areaal

op C- niveau. De belangrijkste redenen zijn beschadiging, kale plekken, slechte vitaliteit (voornamelijk door

1%

38%

42%

16%

3%

A+

A

B

C

D

8%

68%

22%

3% 0%

A+

A

B

C

D

1%

30%

47%

20%

3%

A+

A

B

C

D

47%

40%

13% B

C

D



27

oudere beplanting). Van het gras scoort 20% op C-niveau. De belangrijkste redenen zijn beschadiging, kale

plekken en ongelijke vlakteligging. Bij het bermgras en oeverbegroeiing is de soortenrijkdom beperkt.

Er zijn relatief weinig vakken op D-niveau. Bij beplantingen en gras is dit 3%, bij bomen is het vrijwel nihil.

Ten opzichte van 2007 valt op dat er meer verschil is in kwaliteit. Er zijn meer elementen met A+ of A

kwaliteit. Aan de andere kant zijn de vakken met C-kwaliteit toegenomen. In bijlage 6 staan de resultaten van

de quick scan per groenonderdeel en per schaalbalk.

De meetpunten zijn niet alleen kwalitatief beoordeeld. Tijdens de inspectie zijn ook de knelpunten in het

beheer en inrichting van het groen vastgelegd. Het schema hierna geeft een overzicht van de knelpunten en

de aanbevelingen om ze op te lossen.

Knelpunten

Beplanting - Bodembedekkers vaak versleten. Daarnaast hebben enkele soorten - vooral Lonicera - door de afgelopen

strenge winter last van vorstschade). - Rommelige opbouw oudere heestervakken. De afzonderlijke soorten zijn niet meer herkenbaar en groeien

door elkaar heen. Goed onderhoud is niet meer mogelijk omdat het beplantingsbeeld niet meer herkenbaar is.

- Uitgegroeide vakken bosplantsoen. De bomen zijn uitgegroeid en geven veel schaduw. Daardoor ontwikkelt zich de onderbeplanting slecht. De beplanting voldoet niet meer aan het streefbeeld.

- Beplanting wordt bij de verjongingssnoei vaak helemaal afgezet. Dit is ecologisch gezien niet optimaal omdat alle schuilgelegenheid voor kleine zoogdieren en insecten verdwijnt. Ook de functievervulling van de beplanting is dan enkele jaren minimaal, bovendien treedt er dan sterke groei van ruigte en storingskruiden op.

- Vaak staan er te veel soorten in een vak, waardoor het onderhoud lastiger wordt en er geen duidelijke beplantingsstructuur meer aanwezig is.

Bomen: - Bomen te hoog opgekroond en te ingrijpend gesnoeid. - Verminderde vitaliteit bij sommige bomen.

Gras - Bermen hebben vaak diepe kuilen en rijsporen. Dit komt door uitwijkende auto’s en tractoren bij

tegenkomend verkeer en omdat het gras als parkeerplaats gebruikt wordt. - Bewoners in Oosterdelgebied onderhouden het ruw gras plaatselijk zelf als gazon. Hierdoor wordt

afgeweken van het beleid van de gemeente.

Aanbevelingen

Beplanting - Versleten vakken bodembedekkers renoveren. - Oudere heestervakken renoveren. - Bij renovatie van beplanting: in grotere eenheden planten voor een duidelijk beeld en beheerbaarheid. - Hoogdunning (in de boomlaag) in bosplantsoen voor meer licht en ruimte in de struikenlaag en eventueel

stimuleren onderbegroeiing door aanplant van inheemse struiken. - Bij verjonging van beplanting gefaseerd snoeien en enkele solitaire (toekomst)struiken laten staan. - Voor bosplantsoen streefbeelden bepalen en op basis hiervan de snoei en het dunnen sturen. - Bij renovatie van beplanting niet te veel soorten in een vak planten. Vaststellen van de minimale grootte

van groepen van een soort. - Bij renovatie van beplanting rekening houden met vorst- en windbestendigheid van soorten.

Bomen - Snoei van bomen aanpassen op daadwerkelijke behoefte (momenteel wordt te intensief gesnoeid) en

vastleggen boombeeld. - Onderzoek bij slechte vitaliteit en verbeteren groeiomstandigheden van minder vitale bomen.

Gras - Gerichte renovatie van bermen. - Heroverwegen wijziging beheer van klepelen naar maaien en afvoeren. - Vastleggen (aangepast) beleid voor grasbermen in Oosterdel en afspraken maken met bewoners.



28



29

5 Beheer en begroting

5.1 INLEIDING

Het onderhoud is beschreven in het groenbeheersysteem. Daarin is het groen ingedeeld in de hoofdgroepen

bomen, bosplantsoen, heesters en bodembedekkers, rozen, kruidachtige, hagen, gras en een aantal andere

onderdelen. Voor elke hoofdgroep zijn werkpakketten geformuleerd. Het overzicht van de werkpakketten is

te vinden in bijlage 4. De maatregelen per werkpakket (met bewerkingspercentages en frequentie van

uitvoering) zijn opgenomen in het groenbeheersysteem.

De maatregelen om het gewenste kwaliteitsniveau van het openbaar groen te behalen bestaan uit:

areaalmanagement en inspectie,

regulier onderhoud (klein onderhoud),

dagelijks onderhoud (cyclisch onderhoud),

groot onderhoud en vervanging,

modificaties en functionele aanpassingen (investeringen).

5.2 AREAALMANAGEMENT EN INSPECTIE

Areaalmanagement en inspecties omvatten de kwaliteitsinspecties van het groen, de veiligheidsinspecties van

bomen, aanvullend onderzoek, het actueel houden van het terreinbeheersysteem met de verwerking van

areaalmutaties. Verder betreft dit het opstellen van beheerplannen, uitvoeringsjaarplannen en integrale

onderhoudsplannen. Ook gaat het om voorbereiden, uitzetten, voeren van directie en houden van toezicht

van opdrachten aan derden. Tot slot bestaat het uit het adviseren van het bestuur en het bewaken van de

processen voor projectgroepen en beleidsvoorbereiding.

De eigen medewerkers voeren de regie en zorgen voor het areaalbeheer en inspectie. Een deel hiervan

besteden zij uit.

Inspectie en toezicht

De inspectiemethode voor bomen en het overige groen verschillen, omdat voor bomen een verhoogd

veiligheidsrisico geldt.

Beplantingen en gras

Voor de uitvoering van het werk van derden voert de gemeente toezicht uit. De technische vereisten hiervoor

zijn vastgelegd in contracten. Daarnaast rapporteren buitenmedewerkers op te lossen incidenten.

De inspectie van de technische kwaliteit van beplantingen en gazons vindt één keer in de vier tot vijf jaar

plaats volgens de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het CROW (publicatie 288). Zo nodig vinden

aanvullende inspecties van deelgebieden plaats. De criteria voor de inspectie van beplantingen en gras zijn te

vinden in de kwaliteitscatalogus (zie bijlage 8).

Tabel 7. Procedure inspectie beplantingen en gras in gemeente Langedijk

Type inspectie Doel Frequentie

Toezicht en directievoering en dagelijkse controle

Controle uitvoering bestekken Sturing geven aan streefniveau kwaliteit

Doorlopend tijdens de uitvoering van werkzaamheden.

Inspectie technische kwaliteit/quick scan van ofwel een representatieve steekproef of alle beplantings- en grasvakken.

Duurzame instandhouding: renovatie en vervanging Beleidsmatige toetsing streefniveau

1x per 4 tot 5 jaar



30

Veiligheidsinspectie bomen

De werkwijze is beschreven in het bomenbeleidsplan van de gemeente. De gemeente voert de veiligheids-

inspectie van bomen regelmatig en systematisch uit. Nader onderzoek van enkele bomen is uitbesteed aan een

gespecialiseerd bedrijf. De prioritering van maatregelen voor bomen volgt uit de inspectie.

De bomen worden geïnspecteerd volgens de Visual Tree Assessment (VTA) methode die vooral gericht is op

veiligheidsaspecten en het bevorderen van een duurzame instandhouding. Er wordt onder andere beoordeeld

op conditie, takvrije doorgang, schade en schadelocatie en maatregelen.

Actueel houden beheersysteem

Het beheersysteem biedt de basis voor calculaties en planningen. Hieruit worden de bestekstekeningen en

themakaarten gemaakt. Door uitbreidingen en wijzigingen van de opbouw van het groen zijn er jaarlijks

wijzigingen. Een of twee keer per jaar vindt actualisatie plaats.

Beleidsvoorbereiding en plannen

Voor het beheer van het groen stelt de gemeente jaarlijks plannen op. Deze variëren van het strategisch tot het

operationeel niveau. Het groenbeheerplan wordt elke vier tot vijf jaar vernieuwd. Ook dragen de eigen

medewerkers bij aan de integrale planvorming binnen de gemeente vanuit het perspectief van het openbaar

groen. Een deel van de plannen en onderzoeken is uitbesteed.

Financiën

In tabel 8 staat een overzicht van de externe kosten. De gemiddelde kosten per jaar zijn gebaseerd op de

frequentie van de adviezen en plannen.

Tabel 8. Externe kosten areaalbeheer en inspectie (gemiddeld per jaar)

Onderdeel bedrag frequentie gemiddeld per jaar

Quick scans/ kwaliteit € 3.000 0,5 € 1.500

Beheerplannen € 30.000 0,25 € 7.500

Capaciteitsplanningen € 5.000 1 € 5.000

Uitvoeringsplannen € 4.000 1 € 4.000

Nader onderzoek bomen (vervolg VTA) € 3.000 1 € 3.000

Mutaties opnemen en verwerken € 6.000 1 € 6.000

Groenbestekken en werkomschrijving inclusief bestekstekeningen

€ 15.000 0,3 € 4.500

Nader onderzoek en overige adviezen € 21.000 1 € 21.000

Totaal € 52.500

In tabel 9 staat de beheercalculatie voor 2013 van het areaalmanagement en inspectie met de bijbehorende

planvorming. Er is een onderverdeling gemaakt in de werkzaamheden van de eigen medewerkers (intern) en

de uitbestede werkzaamheden.

Tabel 9. Beheercalculatie kosten areaalbeheer en inspectie

Onderdeel 2013

Interne kosten areaalbeheer en inspectie € 137.602

Externe kosten areaalbeheer en inspectie € 52.500

Totaal € 190.102

5.3 REGULIER ONDERHOUD GROEN

Regulier (klein) onderhoud bestaat uit het afhandelen van meldingen en de bijbehorende werkzaamheden en

incidentele maatregelen (zoals het opruimen van stormschade bij bomen) die voortkomen uit de dagelijkse

controle van de eigen medewerkers.



31

De meldingen van bewoners en bedrijven komen binnen via een centraal loket. Daarnaast geven de

toezichthouders en de buitenmedewerkers ook meldingen door.

De eigen medewerkers handelen het grootste deel van de meldingen zelf af. Bij pieken, bijvoorbeeld het

opruimen van stormschade, of specialistisch werk huurt de gemeente aannemers in.

Financiën

In tabel 10 staat de beheercalculatie voor het dagelijks onderhoud uitgesplitst in de werkzaamheden van de

eigen medewerkers (intern) en de uitbestede werkzaamheden.

Tabel 10. Beheercalculatie dagelijks onderhoud

Onderdeel 2013

Afhandeling meldingen en incidenten intern € 52.840

Inhuur aannemers meldingen, calamiteiten extern € 5.000

Inhuur extern voor herstel na vandalisme € 10.000

Kosten groenadoptie, boomplantdag enz. € 13.500

Totaal € 81.340

5.4 CYCLISCH ONDERHOUD GROEN

Het dagelijks (cyclisch) onderhoud vormt het grootste deel van het groenbeheer. Het gaat hier om de

werkzaamheden die jaarrond worden uitgevoerd. Het bestaat uit planmatig jaarlijks en meerjaarlijks

onderhoud, inboeten en klein herstel. Het planmatig jaarlijks onderhoud kent werkzaamheden als

onkruidbeheersing, snoeien van randen van heesters, zomersnoei, maaien van gras, steken van graskanten.

Het planmatig meerjaarlijks onderhoud omvat onder andere uit het dunnen van beplantingen, terugzetten

van bosplantsoen, de snoei en knotten van bomen. Inboeten is het vervangen van dode of slecht groeiende

beplanting. Bij het gras worden kuilen opgevuld en kale plekken in het gras hersteld en doorgezaaid.

De werkzaamheden zijn verdeeld tussen de eigen medewerkers, het werkvoorzieningschap en aannemers.

Het team Uitvoering heeft speciale taken voor het boombeheer, het beheer van bosplantsoen en het

onderhoud van het groen in het historisch lint, op begraafplaatsen en op sportcomplexen. Het cyclisch

onderhoud in de woonwijken en enkele werkgebieden is verdeeld tussen de eigen medewerkers, het

werkvoorzieningschap en een aannemer. Het maaien van bermen is uitbesteed.

Financiën

In tabel 11 staat de beheercalculatie voor het cyclisch groenbeheer. Er is een onderverdeling gemaakt in de

werkzaamheden van de eigen medewerkers (intern) en de uitbestede werkzaamheden.

Tabel 11. Beheercalculatie cyclisch onderhoud groen (excl maaien bermen)

Onderdeel 2013

Intern Transport, vervoer, voorbereiding € 51.433

Boombeheer € 209.603

Wijkonderhoud in historisch lint, begraafplaatsen, sportparken € 261.778

Kosten begraafplaatsen A-niveau in 2013 en 2014 € 37.500

Onderhoud bosplantsoen € 124.488

Totaal intern € 684.802 Extern

WNK wijkonderhoud € 352.082

Diepsmeerpark & Breekland (projectgebied) € 80.691

Aannemer wijkonderhoud € 261.488

Zomeronderhoud sportvelden € 32.000

Totaal extern € 726.261



32

5.5 VERVANGING GROEN - BESTEMMINGSRESERVE

Het groot onderhoud van groen bestaat uit de vervanging en renovatie van bomen, beplantingen en gras.

Modificaties en functionele aanpassingen (zoals omvorming) vinden in principe tijdens de vervanging plaats.

Voor het groen is een gemiddelde levensduur vastgesteld. Deze verschilt per groentype. Bomen en

bosplantsoen gaan gemiddeld langer mee dan een vak met bodembedekkers. Op basis van de gemiddelde

levensduur is bepaald welk deel van het areaal vervangen of gerenoveerd moet worden om het groen

duurzaam in stand te houden.

Jaarlijks wordt bepaald welke gebieden voor renovatie, herinrichting of vervanging in aanmerking komen. Dit

gebeurt in overleg met de dorpsplatforms.

Hierbij geldt het volgende afwegingskader:

1. Prioriteit hebben onveilige of zeer slecht functionerende locaties.

2. Het grootste deel van de renovatie en vervanging gebeurt in samenhang met andere herinrichtingen

in de openbare ruimte zoals wegreconstructies, herontwikkeling, rioolvervanging en dergelijke.

3. Pleksgewijze vervangingen worden uitgevoerd om het algemene kwaliteitsbeeld van een gebied te

verbeteren.

Financiën

In tabel 12 staat de beheercalculatie voor de gemiddeld jaarlijkse vervanging voor het openbaar groen.

Afhankelijk van prioriteiten en de planning van projecten zullen de uiteindelijk bedragen per jaar wisselen,

maar het gemiddeld bedrag van de beheercalculatie is nodig om het openbaar groen duurzaam in stand te

houden.

Tabel 12. Beheercalculatie vervanging openbaar groen gebaseerd op gemiddelde levensduur

Onderdeel Gemiddeld per jaar

Intern

Bomen € 24.396

Beplanting € 32.528

Gras € 8.132

Totaal interne kosten € 65.056

Extern

Bomen € 220.303

Beplanting € 146.125

Gras € 60.563

Totaal externe kosten € 426.991

De interne kosten bestaan uit de uren van de eigen medewerkers. De externe kosten omvatten kosten van

plantmateriaal, materiaal, materieel en inhuur van aannemers.



33

5.6 SAMENVATTING BEHEERCALCULATIE MEERJARENPLANNING

De beheercalculatie van de onderdelen van het groenbeheer uit § 5.1 tot en met 5.5 is in tabel 13 samengevat.

De kosten zijn op basis van het prijspeil van 2012 berekend. Er is geen indexering toegepast. Eventuele

areaaluitbreiding zal per jaar verrekend moeten worden.

Tabel 13. Beheercalculatie exploitatiekosten en reservering vervanging openbaar groen

Nr Omschrijving 2013 2014 2015 2016

EXPLOITATIE GROEN TOTAAL

€ 1.682.504 € 1.682.504 € 1.645.004 € 1.645.004

Exploitatie totaal - interne kosten

€ 807.261 € 807.261 € 807.261 € 807.261

1 Areaalbeheer en inspectie € 190.102 € 190.102 € 190.102 € 190.102 1.1 Areaalbeheer en inspectie

intern € 137.602 € 137.602 € 137.602 € 137.602

1.2 Areaalbeheer en inspectie extern

€ 52.500 € 52.500 € 52.500 € 52.500

2 Dagelijks onderhoud € 81.340 € 81.340 € 81.340 € 81.340 2.1 Dagelijks onderhoud intern € 52.840 € 52.840 € 52.840 € 52.840

2.2 Dagelijks onderhoud extern € 28.500 € 28.500 € 28.500 € 28.500

3 Cyclisch onderhoud € 1.411.063 € 1.411.063 € 1.373.563 € 1.373.563 3.1 Cyclisch onderhoud intern € 684.802 € 684.802 € 684.802 € 684.802

3.2 Cyclisch onderhoud extern € 726.261 € 726.261 € 688.761 € 688.761

VERVANGING GROEN TOTAAL

€ 492.047 € 492.047 € 492.047 € 492.047

4 Vervanging en renovatie € 492.047 € 492.047 € 479.547 € 479.547 4.1 Vervanging en renovatie

intern € 65.056 € 65.056 € 65.056 € 65.056

4.2 Vervanging en renovatie extern

€ 426.991 € 426.991 € 414.491 € 414.491

De totale exploitatiekosten voor het groenbeheer plus vervangingen en herinrichting van delen van het

openbaar groen bedragen per jaar gemiddeld € 2.174.551. Deze kosten passen binnen de huidige ramingen

voor de betreffende producten (openbaar groen en begraafplaatsen). De kosten van vervangingen en

herinrichtingen zullen per jaar schommelen en zijn afhankelijk van de prioritering en planning van projecten.

Om mee te kunnen liften met deze grootschalige en integrale projecten in de openbare ruimte wordt vanuit

het budget voor openbaar groen een jaarlijkse dotatie (van € 50.000) gedaan aan de reserve groot onderhoud

openbare ruimte.

5.7 BEHEERCALCULATIE IN VERHOUDING TOT DE BEZUINIGINGSOPGAVE

De afdeling openbare werken heeft een taakstellende bezuinigingsopgave gekregen: zij moet met ingang van

het jaar 2013 € 260.000,- bezuinigen op het groenonderhoud en met ingang van 2015 aanvullend € 50.000,- per

jaar. De beheercalculatie voor het beheer en onderhoud van het groen passen binnen de huidige ramingen

inclusief de taakstellende bezuiniging.

5.8 CONCLUSIE

De uitkomsten in dit groenbeheerplan komen overeen met de aannames in de strategische beheervisie.

Weliswaar is het verschil tussen de raming voor beheren op A-kwaliteit en B-kwaliteit minder groot, maar

daar staat tegenover dat door de aanpassingen in de maatregelpakketten het benodigde budget voor het

groenonderhoud verlaagd is. Er zijn verder geen grote afwijkingen ten opzichte van de aannames.

Op basis van de bij de strategische beheervisie gemaakte keuzes kan met dit groenbeheerplan het beheer de

komende jaren vorm krijgen.



34



35

Begrippen en afkortingen

Begrip Verklaring

Achterstallig onderhoud Onderhoud voor vakken die niet binnen de daarvoor bepaalde frequentie

zijn gerenoveerd of waarvan de kwaliteit slecht is, of waarvoor normaliter

onvoldoende capaciteit is om deze binnen een jaar regulier te onderhouden.

Alterra/IMAG-normen Onderzoeksinstituut te Wageningen, onderdeel van WUR (Wageningen

Universiteit en Research Centrum). Ontstaan o.a. uit IMAG-onderzoeks-

instituut. Heeft landelijke standaard normen opgezet o.a. voor onderhoud

van openbaar groen.

Beheer Zorg voor duurzame instandhouding van de groene ruimtelijke inrichting,

voor de vervulling van toegekende functies en realisatie van beleids- en/of

ontwerpdoelen.

Beheergroep Groep beplantingen waaraan dezelfde beheermaatregelen worden

uitgevoerd en waarvoor gelijksoortige streefbeelden gelden.

Bestek Systematische werkbeschrijving van uit te voeren werkzaamheden. Een

bestek vormt mede het contract tussen de gemeente als opdrachtgever en de

aannemer die het werk uitvoert.

Bodembedekker Laag groeiende heester of vaste plant die door de groeivorm de bodem

bedekt en daarbij weinig kruidgroei toestaat.

Boomspiegel Niet begroeide ruimte direct rond de stam van een boom (over het algemeen

alleen bij bomen in gazon of in verharding).

Bosplantsoen Beplantingen die bestaan uit inheemse loof- en naaldhoutsoorten (bomen en

struikvormers). Langedijk heeft ook een type bosplantsoen dat op de

eilanden ligt en extensief beheerd wordt.

CROW Nationaal kenniscentrum voor regelgeving en onderzoek voor verkeer,

vervoer, infrastructuur en openbare ruimte. In deze non-profit organisatie

werken rijk, provincies, gemeenten, aannemers en adviesbureaus samen.

Dunnen Het in houtige begroeiing bij de grond afzagen of kappen van een aantal

bomen of struiken ten gunste van andere exemplaren.

Ecologische oever Oever met geleidelijke overgang tussen water en land met meer ruimte voor

oeverbegroeiing zodat dieren gemakkelijk in/uit het water kunnen gaan.

Groenbeheer Zorg voor duurzame instandhouding van de groene ruimtelijke inrichting,

met het oog op vervulling van toegekende functies en realisatie van beleids-

en/of ontwerpdoelstellingen.

Hagen,(blok) Rij(en) heesters van een of enkele soorten die regelmatig gesnoeid moeten

worden in een min of meer strakke vorm.

Heesters Houtachtige struiken die van oorsprong niet in de omgeving (Hollandse

klimaat) voorkomen en dus exoot zijn.

Hoogdunning Het dunnen in de boomlaag van een beplanting met als doel om de

bedekking van de kroonlaag te verminderen, zodat struiken meer kans

krijgen om zich te ontwikkelen.

Inboeten Vervangen van een dode of slecht groeiende boom of struik door een nieuw

exemplaar.



36

Begrip Verklaring

Inspectie Beoordeling van de technische kwaliteit en/of de veiligheid.

KOR Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte. Landelijke standaard voor

onderhoudsniveaus in de openbare ruimte, opgesteld door het CROW.

Omlooptijd De gemiddelde levensduur van een bepaald groentype. De gemiddelde

leeftijd wordt negatief beïnvloed door het uitvallen van bomen en struiken in

de jeugdfase. Als van een aanplant van 100 exemplaren 10 stuks 1 jaar, 20

stuks 5 jaar, 10 stuks 10 jaar en 60 stuks 50 jaar worden, dan is de gemiddelde

omlooptijd 32,1 jaar. Hierbij kan het zijn dan op dezelfde plek meerdere

keren een exemplaar vervangen moet worden.

Omvorming Het vernieuwen van een vak of element, waarbij het bestaande groen

vervangen wordt door een geschikter type (beplanting of gras) waarvan het

beheer efficiënter en goedkoper kan plaatsvinden.

Opslag (ongewenste) Spontaan uit ingewaaid zaad of wortels opkomende houtige gewassen.

Renovatie Het vernieuwen van een vak of element, waarbij hetzelfde type groen

opnieuw aangelegd wordt en zo nodig aangepast wordt.

Streefbeeld Het gewenste uiterlijk van een beplanting in volgroeide, volledig

functionerende staat.

Technische kwaliteit De staat van gezondheid en de mate van uitvoering van het onderhoud dat

gericht is op de duurzame instandhouding en goede functievervulling.

Terugzetten Het snoeien van houtachtige beplanting (over het algemeen struiken) op

circa 30 centimeter boven de grond, met de bedoeling dat deze weer

opnieuw uitgroeien. Doel van het terugzetten is een verjonging van de

struik, meer vertakking en verminderen van de omvang van de struik.

Vaste plant Kruidachtig gewas, waarvan de bladverliezende soorten ’s winters

bovengronds afsterven en in het voorjaar weer bovengronds uitgroeien.

Vegetatie Begroeiing van planten die spontaan ontstaat op een bepaalde plaats.

Verzorgingskwaliteit De verzorging/netheid van het groen (bijv. onkruidbeheer, knippen hagen)

VTA inspectie Systematische controle van de bomen volgens de methode van Visual Tree

Assessment. Bij deze controle wordt geïnspecteerd op conditie, vitaliteit en

gebreken aan de boom.

Werkpakket Een bepaald onderdeel van de (groene) inrichting die dezelfde soort

maatregelen krijgen en die opgenomen zijn in het (groen)beheersysteem van

de gemeente. Voorbeelden van werkpakketten zijn: bosplantsoen,

knotbomen, gazon, gras extensief 2x maaien.

Zorgplicht De verplichting van de beheerder (gebaseerd op de regels uit het Burgerlijk

Wetboek) om volgens de huidige technische kennis een onderdeel van de

openbare ruimte in goede staat te houden. Onder zorgplicht wordt in de

boomverzorging verstaan dat er regelmatig boomveiligheidscontroles

moeten worden uitgevoerd. Indien er zichtbare afwijkingen worden

geconstateerd moeten deze worden vastgelegd.

Per afwijking wordt tevens een onderhoudsmaatregel gekoppeld met een

bepaalde urgentie om eventuele veiligheidsrisico’s te beperken.



37

Plannen en beleidsstukken Langedijk

Beheerplan water en oevers gemeente Langedijk, 17 mei 2010

Bomenbeleidsplan gemeente Langedijk, 23 februari 2010

Groenbeleids- en beheerplan gemeente Langedijk 2008-2012, oktober 2007

Concept Structuurvisie Langedijk 2012-2030, mei 2012

Structuurvisie Langedijk 2012-2030, deel A, programma en opgaven per beleidsthema, februari 2012

Concept Structuurvisie Langedijk 2012-2030, deel B, integraal ruimtelijke vertaling, mei 2011

Programmabegroting 2013, vastgesteld in november 2012

Vaarbeleid in Langedijk, Noord-Scharwoude, november 2008

Rapport luchtkwaliteit 2004, HAL-gemeenten, 19 juli 2005

Gedragscode Flora- en faunaweg gemeente Langedijk, 4 november 2011

Veiligheidsmonitor 2009, Noord-Holland Noord, rapportage gemeente Langedijk, mei 2010

Milieubeleidsplan Gemeente Langedijk 2009 – 2012, 24 maart 2009

Groenstructuurplan Langedijk, september 2000

Welstandsnota Langedijk, vastgesteld op 2 december 2003

Concept notitie bouwstenen voor natuur Langedijk, 23 januari 2012

Concept Kijk op Langedijk – ecologische beleidsvisie, 27 maart 2012



38

Bijlage 1. Evaluatie beheerplan 2007-2012

Het Beleids- en beheerplan van 2008-2012 is in grote lijnen gevolgd. Het reguliere onderhoud is volgens de

geplande maatregelen uitgevoerd. Wel is er tussentijds een reorganisatie geweest en een wijziging in de

verdeling van werk tussen eigen medewerkers, WNK en aannemers.

Het kwaliteitsbeeld wordt niet altijd gehaald. Vooral in de A-gebieden is dit lastig, omdat de inboet en

aanvulling niet steeds tijdig is uitgevoerd. Bovendien vraagt het A-niveau om een pleksgewijs ingrijpen om er

voor te zorgen dat afzonderlijke vakken een te laag niveau krijgen.

Om het toezicht op de aannemer te versterken is er een aparte taak voor een medewerker voor het houden

van toezicht ingesteld.

De uitgangspunten en principes voor het beheer zijn gevolgd. Inmiddels heeft het CROW een landelijk

systeem voor kwaliteitsbeoordeling uitgebracht en daarom is de gemeente overgestapt van de methodiek van

Alterra (in het oude beheerplan) naar de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het CROW.

De belangrijkste beleidsontwikkelingen zijn:

- Opstellen van integrale visie op het beheer van de buitenruimte;

- Onderzoek gebruik van chemische onkruidbestrijding in groen;

- Bezuinigingsvoorstellen voor het groen;

- Ontwikkeling ecologische oevers en opstellen van een Ecologische Visie;

- Wijzigingen door de wetgeving op het gebied van Flora- en faunabescherming; de gemeente heeft

hiervoor een gedragscode opgesteld, die toegesneden is op de situatie in Langedijk.

Aandachtspunten voor de uitvoering

Het reguliere beheer is volgens planning uitgevoerd, maar er is een achterstand in de geplande renovaties,

voornamelijk door een te beperkt budget. De aansluiting van de jaarlijkse werkplannen op het beheerplan kan

verbeterd worden.

De gemeente wil meer werken met beeldbestekken, waarbij het kwaliteitsniveau uitgangspunt is.

Het bosplantsoen is op een aantal plekken te rigoureus gesnoeid. Bomen zijn te hoog opgekroond en vakken

zijn geheel teruggezet. De gemeente werkt aan een andere manier van werken, met meer gefaseerd beheer en

ook aandacht voor hoogdunning in bosplantsoen.

Het groenonderhoud in het historisch lint is te gedetailleerd uitgevoerd, een meer efficiënte aanpak start met

ingang van 2013.

Zonering in onderhoudsniveaus

In verband met de bezuinigingen is de zonering herzien. Het onderhoudsniveau ‚Intensief‛ (kwaliteitsniveau

A) vervalt. Alleen op de begraafplaatsen wordt dit tot januari 2015 gehanteerd.

Kwaliteitsniveau C voor het buitengebied en enkele delen binnen de kernen blijft gehandhaafd. Door de

aanpassing in werkwijze is er een besparing voorzien, daarom is er nu geen reden om voor meer plekken

binnen de kernen het onderhoudsniveau van B naar C te verlagen.

Werkpakketten met onderhoudsmaatregelen en normen

Het was wenselijk om de werkpakketten van het oude beheerplan te herzien. Dit geldt bijvoorbeeld voor de

manier van onkruidbestrijding en een meer rationele werkwijze bij heesters en vaste planten. Bovendien

ontbraken er enkele werkpakketen voor knot- en leibomen.

Uitgangspunten voor groenbeheer

In het beheerplan 2008-2012 staat een serie uitgangspunten. De volgende uitgangspunten zijn niet (geheel)

opgevolgd (de nummering is conform het oude beheerplan).

G.17 Er is achterstand in de omvorming en renovatie van het groen, door een te beperkt vervangingsbudget.

G.29 Er zijn geen proefprojecten voor natuurgericht beheer uitgevoerd. Dit wordt onderdeel van de

Ecologische visie.

G.35 Het renovatiebudget is wel ingesteld, maar is te beperkt van omvang. Het is wenselijk om hiervoor een

aparte bestemmingsreserve in te stellen.



39

Bijlage 2. Wetgeving en regelingen met relatie tot groenbeheer

Burgerlijk Wetboek

Hierin is de privaatrechtelijke zorgplicht van de gemeente als beheerder van groen en bomen omschreven.

Deze wet heeft gevolgen voor de wijze waarop de gemeente haar zorgplicht vervult en omgaat met de daaruit

voortkomende wettelijke aansprakelijkheid. De gemeente is gehouden om het beheer, de afhandeling van

meldingen en de verrichte inspecties goed te registreren en de frequentie van het onderhoud af te stemmen op

de resultaten van de inspectie. Het claimrisico is uitgewerkt in de publicatie nr 185 van het CROW.

Flora- en faunawet

Deze is van toepassing indien het groen een leefgebied is van te beschermen van inheemse planten en

diersoorten. In artikel 75 van de wet staat dat men door ruimtelijke inrichting en beheer het leefgebied van

beschermde soorten niet mag verstoren. Voor ruimtelijke inrichting is bij Algemene Maatregel van Bestuur

per 10 september 2004 een uitzondering gemaakt voor algemene soorten.

Bij een voornemen voor ruimtelijke inrichting dient altijd een vooronderzoek gedaan te worden naar de

aanwezige soorten en hun verblijfplaatsen. Bij beheer gaat het er om dat de soorten zelf en hun nesten of

verblijfplaatsen niet vernietigd of verstoord worden.

Voor bomen in bijzonder is het van belang of er permanente nesten of verblijfplaatsen aanwezig zijn

(holbroeders, broedbomen vleermuizen).

In bepaalde gevallen is het mogelijk om een ontheffing te verkrijgen.

Velling en snoei dienen bij voorkeur buiten het broedseizoen plaats te vinden. In het broedseizoen dient men

van te voren te controleren op aanwezigheid van dieren, nesten en holen.

De Vereniging Stadswerk en de VHG hebben een gedragscode opgesteld voor het beheer van gemeentelijke

groenvoorzieningen (Stadswerk, 2006). De gemeente Langedijk heeft een gedragscode opgesteld die is

goedgekeurd door het Ministerie van E, L en I.

Belemmeringswet privaatrecht

De wet voorziet in het opheffen van privaatrechtelijke belemmeringen ten aanzien van de totstandkoming of

instandhouding van werken die uitgevoerd worden in het algemeen belang (bijvoorbeeld het leggen van

ondergrondse leidingen). Daarbij kan een ieder verplicht worden het werk te gedogen. De rechthebbende kan

verplicht worden te gedogen dat groen en bomen worden verwijderd of ingesnoeid. De rechthebbende

ontvangt wel een schadevergoeding.

Boswet

Doel is het handhaven en zo mogelijk uitbreiden van het oppervlak aan bosareaal, zowel uit oogpunt van

economische waarde als terwille van het natuurschoon. Artikel 1 sluit een aantal type houtopstanden uit. De

Boswet wijkt voor de uitvoering van een werk overeenkomstig een goedgekeurd bestemmingspan. De boswet

heeft geen betrekking op bomen in de bebouwde kom (hierbij geldt de door de gemeente vastgestelde

Boswet-grens).

Voor houtopstanden die onder de Boswet vallen zijn regelingen over kappen, herplantplicht, schade en

compensatie vastgelegd.

Dunningen op bospercelen hoeven niet gemeld te worden. Onder dunning wordt hier verstaan ‚een velling

die uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand

beschouwd moet worden (artikel 1. lid 1).



40

Natuurbeschermingswet

Een gebied kan aangewezen worden als natuurmonument met beschermde status. Gevolg is dat bepaalde

handelingen (bepaald door de minister of GS) verboden zijn omdat deze schadelijk kunnen zijn voor het

natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis, of het natuurmonument kunnen ontsieren.

Dit is in Langedijk voor het deel van de Oosterdel dat in beheer is bij Staatsbosbeheer en Geestmerambacht

van toepassing en een boom van een particulier die beschermd wordt door de gemeente.

Plantenziektewet – Iepziekte

Doel van de wet is het voorkomen van het optreden en van de verbreiding van schadelijke organismen. Er is

geen specifieke regeling voor groenbeheer opgenomen.

Voor het optreden van de Iepziekte is in Langedijk een beheerproces binnen de gemeente vastgesteld.

Hiervoor zijn het Flora- en faunawet, het Boswet en het Natuurbeschermingswet van belang. In principe

worden zieke Iepen binnen 4 weken naar ontdekking verwijderd, zoveel mogelijk buiten broedseizoen(15

maart- 15 juli). Ontheffing hoeft niet worden aangevraagd.

Spoorwegwet

Verbiedt het planten of aanleggen van bomen of andere houtgewas binnen een afstand van 8 meter van een

spoorweg en daar waar deze een bocht maakt, langs de binnenzijde van de boog binnen een afstand van 20

meter (art. 36). Bij openbare overwegen buiten de bebouwde kom geldt een zelfde verbod.

Telecommunicatiewet

Artikel 5.1 en 5.2 stellen dat de aanleg van kabels moet worden gedoogd behoudens ieders recht op

schadevergoeding.

De gemeente Langedijk heeft in 1999 een Telecommunicatieverordening opgesteld waarin voorschriften staan

voor bijvoorbeeld meldingen en het proces bij instemming.

Overeenkomsten met bedrijven over kabels en leidingen

Kabels, leidingen en bijbehorend straatmeubilair in of op de openbare grond is zonder vergunning verboden.

Met de nutsbedrijven heeft de gemeente aparte overeenkomsten die op basis van wetten zijn vastgelegd.

Bij de vergunning of toestemmingsverlening worden specifieke randvoorwaarden gesteld.

Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009

In afgekoppelde gebieden waar de afvoer van hemelwater niet via de riolering gaat is het gebruik van

bestrijdingsmiddelen niet toegestaan.

Wegenwet

Risico aansprakelijkheid: Beheerder moet kunnen aantonen dat hij alles aan doet en gedaan heeft om een

redelijke kwaliteit van de openbare ruimte te realiseren. Uitvoeringsvoorschriften zijn opgenomen in het

Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW).



41

Bijlage 3. Analyse bestaand beleid

Tabel overzicht beleidspunten Langedijk gericht op het groen

§ Blz. Beleidsplan en beleidsuitspraak

Programmabegroting 2013 92

Nvt 91 Onderhoud Kapitaalgoederen

91 92

Inleiding

Het Besluit Begroting en Verantwoording vereist dat in deze paragraaf aangegeven

wordt welke kwaliteitseisen en financiële middelen voor het onderhoud van

kapitaalgoederen vastgesteld zijn. Van de kapitaalgoederen zijn deze uitgangspunten

vastgelegd in de strategische beheervisie. Onderstaand een overzicht van het huidige

beleid van de diverse kapitaalgoederen:

Met het jaarlijks terugkerende uitwerkingsplan van de strategische beheervisie kan de

raad blijven sturen op de hoofdlijnen van het beheer van de openbare ruimte.

Eventueel nieuw beleid of grote vervangingsinvesteringen worden voorgesteld in dit

uitwerkingsplan. In de verdere ontwikkeling van het integraal beheer van de openbare

ruimte worden de afzonderlijke beheerplannen geactualiseerd en afgestemd op de

strategische beheervisie. Deze beheerplannen worden door het college vastgesteld en

ter kennisname aangeboden aan de Raad.

Groen en spelen

Voor het beheer van groen en speelvoorzieningen is een taakstellende bezuiniging

vastgesteld vanaf 2013 van €300.000,-. Dit houdt in dat er soberder onderhouden en

beheerd gaat worden vanaf 2013. Het groen zal in de woonwijken en op doorgaande

routes en belangrijke punten een minder fraaie indruk maken. Het onderhoud van

groen op de begraafplaatsen blijft tot 2015 wel op hetzelfde niveau. Vanaf 2015 zal ook

hier worden bezuinigd. De veiligheid komt nergens in het geding, echter zullen er

bijvoorbeeld meer klachten bij het kcc binnenkomen naar aanleiding van het soberdere

onderhoud. Met het beheerplan groen 2013 – 2017(incl. uitvoeringsprogramma) wordt

invulling gegeven aan de vastgestelde kaders uit de strategische beheervisie.

Structuurvisie 2012-2030, concept mei 2012 5 27 Werken aan de kwaliteit van Langedijk (2012-2030)

Nog meer dan in het verleden legt Langedijk de komende decennia de focus op

kwaliteitsverbetering. Bestaand stedelijk gebied wordt niet alleen mooier maar ook

beter geschikt gemaakt voor gewijzigde wensen, voorkeuren en normen. Duurzaam

inrichten wordt ‘normaal’, evenals een openbare ruimte voor mensen met en zonder

beperking. In Langedijk ‘kan ieder kind naar school lopen of fietsen’ en in Langedijk

zijn ‘water en landschap altijd dichtbij’.



42



5 Werken aan de kwaliteit van Langedijk

5c 30 c. Waterrijk Langedijk opgave

Schoon water met optimale mogelijkheden voor natuur en recreatie.

5 g 34 Groen en natuurlijk Langedijk

De Geestmerambachtplas (EHS-land en weidevogelgebied), Oosterdel (EHS-land),

Oostrand Sint Pancras, de Westfriese dijk (weidevogelgebied) en de wielen langs de

Westfriese dijk (EHS-land) maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofd Structuur

(EHS). De Kleimeerpolder, het gebied Oosterdel en de Oostrand van Sint Pancras

vormen ‘stapstenen’ in de Ecologische Hoofd Structuur.

Belangrijke natuurwaarden in regionaal verband zijn vastgelegd in de ‘Groene en

Blauwe Loper’: groene buffers opgenomen waar flora en

fauna de ruimte krijgen.

Groene Loper vormt een landschappelijke verbinding tussen enerzijds de Schermer en

recreatiegebied Heerhugowaard en anderzijds het

recreatiegebied Geestmerambacht en de kust.

Blauwe Loper: belangrijkste doelstelling – zorgen voor meer samenhang tussen water

en het omringende gebied en het behalen van enerzijds ecologische doelstellingen en

anderzijds het verbreden van de recreatieve mogelijkheden.

Eén van de sleutelprojecten in dit plan is de herinrichting van de Oostrand van Noord-

Scharwoude en Oudkarspel tot een natuurontwikkelingzone met veel water en natuur.

Bij die ontwikkeling kan het aangrenzende zuidelijker gelegen Oosterdelgebied als

referentie genomen worden.

Opgaven

- Herstructureren openbare ruimte in oude woonwijken

- Versterken van ecologische verbindingen op gemeentelijk niveau

Uitvoering

De gemeente werkt aan het opstellen van een ecologische structuurvisie. Een

ontwerpverkenning moet de mogelijkheden en perspectieven duidelijk maken van een

herinrichting van de oostrand van Noord-Scharwoude.

5 h 35 Duurzaam Langedijk

Opgaven

- Een ’zo duurzaam mogelijk’ energiegebruik binnen de gemeente.

- Duurzaam ruimtegebruik; waar mogelijk eerst ‘inbreiden’ en met behoud van

de ‘dorpse waarden’.

6.3 Ruimtelijke koers van Langedijk als gemeente

47 Duurzaamheid

Functies op het gebied van mobiliteit, natuurontwikkeling, leefbaarheid,

energietransitie en economische groei dienen ruimtelijk zo te worden gesitueerd dat ze

elkaar onderling versterken in plaats van belemmeren. Duurzame verstedelijking gaat

lang mee in de tijd. Ze is veerkrachtig en kan blijvend voldoen aan actuele en

toekomstige economische, ecologische en sociaal-culturele behoeften, zonder

belemmeringen voor toekomstige generaties

7.4. 67 Landelijk Langedijk

Groen en water altijd dichtbij

Nog meer dan nu wordt water een onderdeel van de dagelijkse woon- en

leefomgeving. Langedijk kent een waterrijk verleden en Langedijk heeft zich

ontwikkeld op en aan het water. Bij het versterken van de aanwezigheid van water

gaat het zowel om ‘klein water’(greppels, sloten) als om ‘groot water’(vaarten,

kanalen, plassen, meren). Leidraad bij de verdere ontwikkeling is de Nota

Doorvaarbaarheid (2006). Water kan je niet alleen zien, voelen en ruiken maar water is

er ook om je te verplaatsen in en tussen de dorpen en vanuit de dorpen naar het



43



landelijk gebied.

Groen en recreatie op loopafstand

Vanuit de woonomgeving een ommetje maken, wandelend of met de fiets, door het

dorp of even het buitengebied in. Langedijk heeft nu al veel mogelijkheden maar het

kan beter. Oude paden zijn afgesloten of in onbruik geraakt. Regionale en randwegen

voor de auto zijn onveilige barrières geworden voor fietsers en voetgangers.

Natuur

Natuur, landbouw en water vormen het buitengebied en decor vanuit de dorpen van

Langedijk. Zij verdienen blijvend een volwaardige plaats en sterke positie binnen de

gemeente. Dit betekent o.a. behoud en versterking van natuurgebied Het Oosterdel, de

Kleimeer, Het Waartje, het kanaal Alkmaar/ Kolhorn, de Molenkrocht in de

Geestmerambacht, de Oostrand van Sint Pancras en de Groene Loper. Voor

recreatiegebied Geestmerambacht ligt de prioriteit op natuurontwikkeling en

buitensportbeleving. Ecologisch beheer, waaronder het biologisch boeren en het

creëren van natuurvriendelijke oevers langs bestaande en nieuw aan te leggen

watergangen, is daarbij een instrument om biodiversiteit te beschermen en te

bevorderen.

8.2 Instrumentarium

88 Groenfonds

Doelen en Ambities

- Evenwichtige balans tussen rood en groen.

- Samenhang tussen groenstructuur, landschap en cultuurhistorie.

- Samenhang tussen groenstructuur, ecologisch netwerk en ecologische

hoofdstructuur, van kleine naar grote schaal.

- Duurzame ontwikkeling van stedelijk en landelijk gebied.

Als voorbeeld kan genoemd worden het openhouden van de groene ruimte tussen St.

Pancras en Broek op Langedijk, groen, wateren natuurrijk met recreatief medegebruik.

Om voor de groene ambities middelen vrij te maken kan een Groenfonds

ingesteld worden. Dit groenfonds is gebaseerd op de uitgangspunten zoals

omschreven.

Structuurvisie gemeente Langedijk 2010-2030 deel A, februari 2011

CULTUURHISTORIE EN ONTSTAAN LANGEDIJK

III 44 Doelen en ambities

Landschap en cultuurhistorie vormen de basis voor nieuwe ontwikkelingen

- behoudt en versterking van het dorpse en landelijke karakter.

- inhoud geven aan het begrip identiteit en het ‘Langedijks bouwen’.

- Een gebouwde omgeving die op hoofdlijnen een relatie en verbinding heeft met het

onderliggende landschap. Voor Langedijk als geheel het verschil blijven benadrukken

tussen enerzijds Sint Pancras op een oude strandwal en anderzijds de vier dorpen op

een dijk en ontginningsbasis met daarbij een richting van de hoofdstructuur evenwijdig

aan kust en duinen.

- Aandacht voor en onderhoud van (cultuurhistorische) monumenten.

- Blijvend de geschiedenis kunnen lezen in het centrale lint aan de hand van

gebouwen, functies, inrichting openbare ruimte etcetera.

Een vitaal lint

- Het centrale lint, Dorpsstraat, Voorburggracht, Achterburggracht vormt de

‘ruggengraat’ en ‘levensader’ van Langedijk.

- Om een evenwicht te krijgen tussen leefbaarheid en levendigheid in het centrale lint

en dorpskom Sint Pancras, is een integraal ruimtelijk beleid nodig voor wonen,

transport, winkels en voorzieningen.



44



- Bij een dorps karakter en een landelijke uitstraling hoort een levendige Dorpsstraat

waar wonen, transport, winkels en voorzieningen aan gekoppeld zijn.

Waterrijk Langedijk

- Een ruimtelijke opbouw waarin veel wateroppervlak, doorvaarbaarheid en

eilandenstructuur vanzelfsprekend zijn.

- Een centraal lint waarin en waar vanuit het water zichtbaar en voelbaar is en een rol

van betekenis heeft en geen;

Revitalisering lint en wijken

- Een inrichting van de openbare ruimte die recht doet aan cultuurhistorisch karakter

en betekenis.

- Revitalisatie van woningvoorraad en inrichting openbare ruimte in oudere

nieuwbouwwijken. Inbreiding kan een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van

het woon- en leefklimaat in bestaande buurten, onder andere door een grotere

differentiatie van woonmilieus in een buurt.

- Participatie van bewoners bij planvorming.

IV 45 Opgaven

Landschap en cultuurhistorie vormen de basis voor nieuwe ontwikkelingen

- Uitwerken Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Holland tot op lokaal niveau.

- Behoud, conservering en versterking van waardevolle architectuur en elementen in

het centrale lint; zichtbaar en beleefbaar waardoor de geschiedenis ‘leesbaar’ blijft. Het

gaat daarbij om de gehele setting en de samenhang daarbinnen van structuur (wegen,

waterlopen etc.), bebouwing, functies (kerken, kerkhoven, veiling, rechthuis, molens,

industrieel erfgoed etc.), inrichting openbare ruimte en naamgeving van straten en

pleinen.

Een vitaal lint

Vorming en uitvoering van ruimtelijk beleid dat recht doet aan het lint als drager van

waardevolle cultuurhistorische elementen.

- Een eenduidige visie op de gewenste structuur van het centrale lint; gewenst en

realistisch tegen de achtergrond van cultuurhistorie, wonen en leefbaarheid, mobiliteit,

voorzieningen en kosten van inrichting en onderhoud.

- Vorming en uitvoering van een voorzieningenbeleid dat bijdraagt aan de gewenste rol

en functie van de Dorpsstraat.

Waterrijk Langedijk

- Herstel van water en waterverbindingen conform de Nota Ontwikkelingsvisie

Doorvaarbaarheid.

- Versterken vorm en betekenis van water in de structuur van het centrale lint, met

name met betrekking tot Achterburggracht.

- Behouden en versterken van de voor Langedijk kenmerkende eilandenstructuur.

Revitalisering lint en wijken

- Planmatig revitaliseren woningvoorraad en inrichting openbare ruimte van de wijken

van voor 1980.

- Interactief communicatieplan voor het betrekken van belanghebbenden bij ruimtelijke

ontwikkelingen.

GROEN

III

63 Doelen en Ambities

- Evenwichtige balans tussen rood en groen.

- Samenhang tussen groenstructuur, landschap en cultuurhistorie.



45



IV

- Samenhang tussen groenstructuur, ecologisch netwerk en ecologische hoofdstructuur,

van kleine naar grote schaal.

- Duurzame ontwikkeling van stedelijk en landelijk gebied.

Opgaven

- In kaart brengen van de belangrijke (ecologisch, recreatief of anderszins) groene

ruimtes in de bebouwde kom.

- Ecologische visie met daarin opgenomen een natuurwaardenkaart, ecologisch

netwerkkaart en richtlijnen voor ecologisch beheer openbaar groen.

- Implementeren van leefbaarheids- en duurzaamheidaspecten binnen planprocessen.

Structuurvisie Langedijk 2010-2030, deel B, concept mei 2011

6.1.4. 57 Dorpse openbare ruimte

De openbare ruimte in een dorp dient ontmoeting te bevorderen.

Trefwoorden daarbij zijn kleinschalig en autoluw of autovrij. Het is er gemakkelijk en

veilig lopen en fietsen. De afstanden zijn kort en autogebruik niet noodzakelijk.

Ten behoeve van het grotere aantal ouderen – vitaal, mobiel en oud en minder mobiel –

wordt de openbare ruimte ingericht om te verblijven en om korte afstanden veilig en

aantrekkelijk, bij voorkeur wandelend, te overbruggen.

Tot de openbare ruimte van Langedijk behoort ook het openbare water.

6.2. 61 Landelijk Langedijk

Langedijk wil haar landelijk gebied groen en landelijk houden. Het huidige agrarisch

gebied blijft agrarisch en er komt meer water dat op meer plaatsen doorvaarbaar is.

Bestaande natuur wordt beschermd en verbeterd. Afgestemd op het aantal en op de

wensen van de inwoners van Langedijk komen er meer wandel- en fietspaden vanuit

bestaand stedelijk gebied het landelijk gebied in. ‘In Langedijk is het landelijk gebied

altijd dichtbij’, voor een rondje met de hond of voor een langere tocht in de omgeving.

Bereikbaarheid en toegankelijkheid staan daarbij voorop, of het nu gaat om agrarisch

gebied, het waterrijke groen aan de oostzijde of de ontsluiting van kades van kanalen

en vaarten. Er komt weer meer water in Langedijk. Water dat van goede kwaliteit is,

zoveel mogelijk doorvaarbaar, en water dat uitnodigt om naar te kijken, op te varen of

in te vissen.

6.2.2. 63 Landschap en groen op loopafstand

Vanuit de woonomgeving een ommetje maken, wandelend of met de fiets, door het

dorp of even het buitengebied in. Langedijk heeft nu al veel mogelijkheden maar het

kan beter. Oude paden zijn afgesloten of in onbruik geraakt. Regionale en randwegen

voor de auto zijn onveilige barrières geworden voor fietsers en voetgangers.

Concreet voor de korte en lange termijn:

- Herstel oude paden en kortsluitingen.

- Opheffen onveilige barrières voor fiets en voetganger door het realiseren van veilige

oversteken al dan niet via tunnels en bruggen.

6.2.3. 65 Landschap; natuur, landbouw en water

Natuur, landbouw en water vormen het buitengebied en decor vanuit de dorpen van

Langedijk. Zij verdienen blijvend een volwaardige plaats en sterke positie binnen de

gemeente. Naast het natuurgebied Oosterdel is er verdere inspanning nodig voor het

realiseren van de provinciale ecologische hoofdstructuur en het creëren van

natuurvriendelijke oevers langs bestaande en nieuw aan te leggen watergangen.

De landbouw in het westelijk deel van de gemeente met haar vele traditionele teelten

verdient ook in de toekomst een sterke positie binnen de landelijke gemeente die

Langedijk wil zijn.

Langedijk kent een lange en eeuwenoude relatie met het water. Veel ervan is voorgoed

verdwenen met de ruilverkaveling Geestmerambacht maar tegelijkertijd blijven er



46



mogelijkheden voor herstel en uitbreiding van het water in Langedijk. Naast de

uitvoering van de Nota Doorvaarbaarheid kan veel bestaand water een prominentere

plek krijgen in het leven van alledag in Langedijk door het zichtbaar, beleefbaar en

bevaarbaar te maken.

Concreet voor de korte en lange termijn:

- Waar mogelijk herstel van vroeger water

- Uitvoering Nota Doorvaarbaarheid

- Realiseren nieuw water en waterverbindingen, zo mogelijk in samenhang met

ruimtelijke ingrepen op het gebied van woningbouw en infrastructuur.

Strategische beheervisie openbare ruimte, gemeente Langedijk, concept 6 februari 2012

Een gezonde, veilige en schone openbare ruimte is de basis voor een goede en prettige

leefomgeving. De onderdelen groen, reiniging en afvalinzameling, wegen, riolering,

water, gemeentelijke gebouwen en kunstwerken vormen samen de openbare ruimte

van de gemeente Langedijk.

3.3 11 BEHEER EN KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING

Waardering door inwoners

De groenvoorzieningen zijn in 2008 en 2010 in een burgerpeiling met een rapportcijfer

beoordeeld. Het cijfer is verbeterd (6,2 in 2008 en 6,8 in 2010.

13 Leefbaarheid

De manier waarop de openbare ruimte is ingericht en wordt beheerd heeft direct

invloed op de beleving van gebruikers van die ruimte. Leefbaarheid is gelieerd aan

veiligheid maar ook aan de volledigheid en esthetiek van de openbare ruimte. Het visie

en missie document ‘Ondernemend samenleven’ besteedt expliciet aandacht aan het

aspect leefbaarheid. Zo wordt het belang van de openbare ruimte voor de waardering

van de woonkwaliteit onderstreept. Daarbij wordt er veel nadruk gelegd op het

woongenot in de vorm van een openbare ruimte met groen en water waarin het

prettig vertoeven is.

4.1 20 Beheer en kwaliteit – Inleiding

Deze beheervisie volgt daartoe een aantal richtlijnen, te weten de CROW publicatie 288

‘Kwaliteitscatalogus Openbare ruimte’ voor wegen, groen en water

4.5 29 Het integrale beeld van de openbare ruimte

De openbare ruimte is opgebouwd uit afzonderlijke beheerarealen. De burger

beoordeelt doorgaans echter niet de kwaliteit van de afzonderlijke beheerarealen, maar

zal in veel gevallen de algehele kwaliteit en beeld van de openbare ruimte beoordelen.

Om hier invulling aan te geven stemt de beheerafdeling Openbare werken de

kwaliteitsniveaus van de verschillende beheerarealen op elkaar af. Bijvoorbeeld,

wanneer er wordt gekozen voor een kwaliteitsniveau A voor wegen, is het wenselijk

om ook voor het groen minimaal kwaliteitsniveau B te hanteren. De keuze voor een

kwaliteitsniveau bij één areaal, beïnvloedt dus de keuze voor het niveau van het andere

beheerareaal.

Gedragscode flora- en faunawet gemeente Langedijk 2.7 11 In de gemeente Langedijk komen vooral in recreatiegebied Geestmerambacht diverse

beschermde plantensoorten voor. Deze komen voor in tabel 2. Naast meer algemene

soorten als Zwanenbloem (tabel 1) en Dotterbloem (tabel 1) blijkt uit gegevens van

Floron dat er soorten voorkomen die wel op de rode lijst voorkomen, maar geen

bescherming genieten van de Flora en faunawet. Waarschijnlijk is een deel van de

soorten verwilderd:

- Kamgras: Rode Lijst 4.

- Moerasbasterdwederik: Rode Lijst 4.

- Selderij: Rode Lijst 3.



47



- Veldgerst: Rode Lijst 4.

- Wilde gagel: Rode Lijst 4.

- Echte karwij: Rode Lijst 4.

3.1 12 Onder bestendig beheer en onderhoud vallen frequent terugkomende

werkzaamheden als:

- Dunnen en snoeien:

o Om bosvakken, bosplantsoen en overige beplantingen het gewenste eindbeeld te

laten behalen is het noodzakelijk om periodiek te dunnen;

o Bomen worden geregeld gesnoeid. In de jeugdfase vindt begeleidingssnoei plaats en

in volwassen fase wordt volstaan met onderhoudssnoei;

- Maaien:

o Gazons, grasvegetaties, kruiden en rietvegetaties blijven in stand met een meer of

minder intensief maaibeheer.

- Beheer watergangen

o Opschonen watergangen om doorstroming te waarborgen;

o Periodiek maaien van het natte en droge profiel van watergangen;

o Frequente baggerwerkzaamheden (kleinschalig);

o Verwijderen vuil en dergelijke.

- Overige beheerwerkzaamheden:

o Onkruidbestrijding in groenvakken en op verhardingen;

o Knippen (blok)hagen en randen van plantvakken;

o Regulier onderhoud aan verhardingen, kunstwerken en openbare verlichting.

Zodra de omvang en aard van de werkzaamheden sterk wijzigingen (is afhankelijk van

het effect) vervalt het bestendig beheer en onderhoud en vallen de werkzaamheden

onder ‚ruimtelijke ontwikkeling. Deze werkzaamheden staan beschreven in

hoofdstuk 5. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:

- Baggeren (grootschalig) van watergangen;

- Omvormen van vegetatietype in planten grasvakken;

- Inzet nieuw of ander materieel (grootschalig).

3.1 11 Voor het onderhoud van het openbaar groen in de gemeente Langedijk is een

beeldbestek met kwaliteitsomschrijvingen opgesteld. Het beheer en onderhoud wordt

uitgevoerd door een externe aannemer, die een contract heeft voor 3 jaar met een optie

tot verlenging met 2 jaar. Het onderhoud van zogenaamde A-locaties (zichtlocatie)

wordt door de gemeente zelf uitgevoerd.

4.1 16 Onder bestendig gebruik worden activiteiten bedoeld die jarenlang plaatsvinden en

samenhang hebben met de landschappelijke kwaliteit van een gebied en die daarin zijn

ingepast. Voorbeelden van bestendig gebruik zijn:

- Beheer en onderhoud van recreatieterreinen en gebieden (ook jachthavens, maar

deze zijn niet in onderhoud bij de gemeente)

- Evenementen op daarvoor bestemde terrein als open lucht concerten (zijn niet in

beheer bij de gemeente Langedijk)

- Gebruik en beheer van hondenuitlaatplaatsen (zijn ‚nog‛ niet aanwezig in de

gemeente)

Voor activiteiten en werkzaamheden op deze terreinen geldt dat het bestendig gebruik

al op langere termijn zo plaatsvindt en dat dit niet heeft verhinderd dat er beschermde

soorten zich op de terreinen vestigen. Als er afgeweken wordt van de gebruikelijke

gang van zaken door bijvoorbeeld wijzigingen in frequentie, omvang of intensiteit, is er

niet langer sprake van bestendig gebruik.

5.2 20 Via 4 stappen wordt vastgesteld of een ontheffing noodzakelijk is en welke maatregelen



48



noodzakelijk zijn om binnen de zorgplicht te handelen.

Stap 1 Inventarisatie flora en fauna:

In de voorbereidingsfase (opstellen beheerplannen en/of bestekken) van beheer en

onderhoudswerkzaamheden wordt er gekeken of er beschermde soorten voorkomen

binnen het werkgebied.

Stap 2 Bepalen effect van werkzaamheden op natuurwaarden:

Na stap 1 wordt bepaald welke invloed de werkzaamheden hebben op de aangetroffen

natuurwaarden in het werkgebied. Belangrijke hulpmiddelen hierbij zijn:

- Natuurkalender voor vogels (bijlage 3);

- Natuurkalender voor overige soorten.

Stap 3 Wel of geen ontheffing:

Zodra de stappen 1 en 2 zijn doorlopen is bekent welke invloed de werkzaamheden

hebben op de aanwezige natuurwaarden. Stap 3 is bepalen of er een ontheffing

aangevraagd moet worden of dat de gedragscode toereikend is voor het uitvoeren van

de werkzaamheden.

Stap 4 Maatregelen:

Wanneer de werkzaamheden uitgevoerd worden dienen deze afgestemd te zijn op de

natuurkalenders en dienen er maatregelen genomen te worden om binnen de

zorgplicht te blijven werken.

Milieubeleidsplan Gemeente Langedijk 2.1 7 De gemeente Langedijk verstaat onder duurzame ontwikkeling het zodanig

ontwikkelen van de gemeente, dat wordt voorzien in de behoeften van de huidige

bewoners zonder dat daarmee voor toekomstige bewoners de mogelijkheden om ook in

hun behoefte te voorzien in gevaar wordt gebracht. Hiertoe dient voortdurend een

afweging te worden gemaakt tussen de drie elementen ‘people’, ‘planet en ‘profit’ (de

drie P’s), waarbij deze op een harmonieuze wijze gecombineerd moeten worden

2.1.3 9 Een duurzamer Langedijk betekent:

Investeren in schone en leefbare wijken;

Bezuinigen op energiegebruik van woningen, gebouwen en bedrijven;

Investeren in duurzame energiebronnen als wind, zon en biomassa;

Investeren in kwaliteit van de natuur (water, groen, biodiversiteit);

Investeren in samenwerking met inwoners, bedrijven en maatschappelijke

organisaties.

2.2 9 Hoe wil de gemeente de komende vier jaar aan deze doelstellingen gaan werken?

Daarvoor zijn de volgende strategische uitgangspunten vastgesteld:

In alle beleidsvelden inbedden van het milieuaspect;

Vooral daar inzetten waar je als gemeente de meeste invloed kan hebben;

Zelf een voorbeeldfunctie vervullen;

Samenwerken met partners;

Gericht inzetten van het instrument communicatie.

5.2 26 Regionaal vinden diverse ontwikkelingen plaats of zijn visies opgesteld, waaronder:

Groene loper: De Groene loper vormt een landschappelijke verbinding tussen

enerzijds de Schermer en recreatiegebied Heerhugowaard-Zuid, en anderzijds

recreatiegebied Geestmerambacht en de kust.

Blauwe loper: Een van de belangrijkste doelstellingen is om te zorgen voor meer

samenhang tussen water en het omliggende gebied.

Als onderdeel van de ontwikkeling van bedrijventerrein Breekland – tweede

fase, wordt een groenbuffer aangelegd tussen Oudkarspel en het bedrijventerrein.

Dit wordt een waterrijk gebied, met bosplantsoenen, rieteilanden, weilanden,



49



speelvelden etc.

Uitbreiding Geestmerambacht: In verband met de verstedelijking wordt

recreatiegebied Geestmerambacht (momenteel 220 hectare groot) uitgebreid met

250 hectare groengebied en 40 kilometer fietsverbindingen in en naar het gebied.

5.3 27 Met betrekking tot groen en water hanteert de gemeente ecologisch beheer en

onderhoud als speerpunt.

De gemeente hanteert de volgende doelstellingen(2009-2012):

De waterkwaliteit voldoet tenminste aan de chemische normen;

De waterkwaliteit wordt periodiek gemonitord;

Het beperken van vuiluitworp naar oppervlaktewater en wateroverlast voor de

omgeving, en invulling geven aan het doelmatig beheer van de riolering door

middel van uitvoering van het gemeentelijk rioleringsplan;

De gemeente heeft een groenstructuurplan;

Bij het ontwerp van nieuwe woonwijken wordt de stedenbouwkundige opzet

ontworpen volgens ‘duurzame stedenbouw’-principes: bergen van water, water

van schoon naar vuil, inheemse planten, aandacht voor vogels en vlinders,

vleermuizen, hoog waterpeil, zongericht, rustplekken;

Waar mogelijk vindt langs openbare oevers aanleg van ecologische oevers plaats;

Ecologische diversiteit waarborgen door volgens gedragscode te werken;

Stimuleren van duurzaam tuinieren van bewoners;

Het geven van een impuls aan ecologisch groenbeheer d.m.v. uitvoering van het

beleids- en beheerplan groen;

Tegengaan van vervuiling bij met name gescheiden rioolstelsels;

Permanente samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands

Noorderkwartier op het gebied van afvalwaterbeheer.

Rapport luchtkwaliteit 2004 H5 16 Op basis van het uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek kan er geconcludeerd worden

dat ter plaatse van 17 locaties overschrijdingen van de grenswaarde voor Fijn Stof

(PM10) plaatsvond. Het is van belang dat het areaal aan groen op zijn minst behouden

blijft en waar mogelijk aangevuld wordt. Beplanting en bomen die fijnstof opvangen

zijn hiervoor geschikt.

Vaarbeleid in Langedijk Om te zorgen dat wat we met het vaarbeleid willen bereiken ook tot stand komt, zijn

afspraken nodig.

niet aanmeren aan ecologische oevers

Bij de inrichting van woonwijken en verbindingsvaarwegen tussen woonwijken treffen

we steeds vaker ecologische oevers aan. Ecologische oevers zijn herkenbaar door de

wijze van inrichting.

Ze hebben meestal geen harde beschoeiing, maar een natuurlijk, schuin aflopend talud.

De overgang van water naar oever bestaat soms uit een drassige oever, welke soms is

ingeplant. Langs de oever groeien struiken, riet en andere waterplanten. Aanmeren aan

dit soort oevers leidt tot aantasting van de gewenste natuurlijke uitstraling.

Welstandsnota Langedijk 1.1 10 Doel van het welstandsbeleid is het streven naar (behoud van de) kwaliteit van de

publieke ruimte, op termijn leidend tot een integraal kwaliteitsbeleid voor de dorpen

en het buitengebied.

Ruimtelijk beleid

structuurvisie Langedijk 2000-2020:

het creëren van bufferzones die vanuit het landelijke gebied doordringen tot in de

oorspronkelijke lintstructuur. In de bebouwde kommen is het uitgangspunt dat de



50



ruimtelijke karakteristiek van de ‚dijkdorpen‛ ( een langgerekte dijk met kleinschalige,

lage, verspringende bebouwing en een veelheid aan functies) versterkt moet worden.

Daarnaast zal het water in de dorpskommen weer zichtbaar en voelbaar gemaakt

moeten worden. In Sint Pancras staat handhaving van het losse, dorpse karakter

voorop. De huidige groenvoorzieningen zouden in alle dorpen behouden moeten

blijven.

Groenstructuurplan Vier elementen vormen de hoofdgroenstructuur van Langedijk: de Polderrand, de

Kanaalzone, het historische lint met wegen en watergangen en de wijken.

Polderrand wordt gekenmerkt door zichtlijnen, transparante beplanting, strakke

slootprofielen en natuurvriendelijke oevers;

Kanaalzone als belangrijke drager voor water natuur en recreatie wordt

gekenmerkt door elzenbroekbosjes, rietkragen, houtsingels, veel watergangen met

natuurvriendelijke oevers, extensieve recreatie langs het kanaal, waterplassen,

groot open water;

Historisch lint, wegen en watergangen: de Dorpsstraat wordt in haar stenige

uitstraling geaccentueerd door bomen en/of sierplantsoen; de Voorburggracht

wordt aan de oostzijde door architectonisch groen geaccentueerd, aan de westzijde

door wijkgroen;

Het groen van de wijken is gekenmerkt door zichtlijnen, natuurvriendelijke

oevers, bomen-/singelstructuur, waterverbindingen;

Voor het groen van de wijken is in het groenstructuurplan telkens een karakteristiek

beschreven. Bij herinrichting of omvorming van het groen in wijken, gelden de

essentiële onderdelen van de wijkkarakteristiek als uitgangspunt.

Veiligheidsmonitor 2009 Noord-Holland Noord, rapportage gemeente Langedijk, mei 2010

1.1 6 Fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen

69% vindt dat ten aanzien van de uitspraak dat 'perken, plantsoenen en parken goed

onderhouden zijn' en 63% vindt dat van de stelling dat 'wegen, paden en pleintjes goed

onderhouden zijn'. 60% vindt dat 'speelplekken voor kinderen goed zijn'.

Ten opzichte van de politieregio Noord-Holland Noord scoort Langedijk hoger, met

uitzondering van het onderhoud van 'wegen, paden en pleintjes’. 2.1 20 Fysieke verloedering

De meest genoemde vorm van fysieke verloedering in Langedijk is 'Hondenpoep'

(23%). 17% noemt 'Rommel op straat' als vaak voorkomend probleem en 7% vindt dat

van 'Vernieling van straatmeubilair'. Bekladding van muren/gebouwen' wordt met 4%

het minst als vaak voorkomend probleem rond verloedering genoemd.



51

Bijlage 4. Werkpakketten en arealen

Tabel overzicht hoeveelheden per werkpakket gemeente Langedijk

Onderdeel Eenheid Hoeveelheid

BOMEN St 15.071

Bomen in beplanting St 7.710

Bomen in gazon St 2.384

Bomen in ruw gras/ bermen St 3.240

Bomen in verharding St 810

Knotboom in beplanting St 56

Knotboom in gazon St 356

Knotboom in ruw gras/ bermen St 441

Knotboom in verharding St 13

Lei- en vormbomen in beplanting St 24

Lei- en vormbomen in gazon St 21

Lei- en vormbomen in verharding St 16

BOSPLANTSOEN M2 365.408

Bosplantsoen M2 249.444

Bosplantsoen op eilanden M2 115.964

GAZON M2 348.216

Gazon M2 286.499

Gazon met bollen M2 4.312

Speelvelden M2 57.405

EXTENSIEF GRAS en OEVERS M2 1.017.797

Bermen / taluds (klepelen) M2 668.476

Ruw gras incl. afruimen (1x per jaar) M2 53.499

Ruw gras incl afruimen (2x per jaar) M2 260.264

Ecologische oever maaiboot (1x per jaar) M2 4.753

Ecologische oeverzones M2 11.278

Oeverbegroeiing (riet) M2 19.527

HAGEN M2 7.679

Blokhaag M2 1.078

Haagvoet – overige hagen M2 6.601

HEESTERS EN BODEMBEDEKKERS M2 182.158

Bodembedekkers fijn M2 2.740

Bodembedekkers grof M2 50.362

Botanische rozen M2 3.156

Sierheesters M2 112.838

Sierheesters met onderbeplanting M2 13.062

EENJARIGE, VASTE PLANTEN EN ROZEN M2 6.119

Eenjarige M2 130

Vaste planten M2 4.872

Perkrozen M2 1.117

SPORTGRASVELDEN M2 104.227

Trapveld M2 19.061

Voetbalveld trainingsveld M2 17.448

Voetbalveld M2 67.717

GRAFAKKERS M2 5.904

Grafakkers beplanting M2 2.501

Grafakker gras M2 3.403

Totale oppervlakte openbaar groen M2 2.044.451 WATEREN

Vijvers, oppervlakte M2 30.954

Watergang (halve schouw) lengte M1 496

Watergangen (hele schouw, 1x) lengte M1 140

Watergangen (heel schouw, 2x) maaiboot M2 12.727

Watergangen (hele schouw, 2x) lengte M1 70.286

Watergangen (maaiboot) oppervlakte M2 794.804



52

Bijlage 5. Streefbeelden groen per gebied

In het groenstructuurplan van 2000 zijn voor verschillende typen wijken in Langedijk streefbeelden voor het

groen opgesteld. Deze zijn voor dit beheerplan geactualiseerd, in het bijzonder voor het onderhoudsniveau

dat nu op kwaliteit B is gesteld. De aanduiding ‚Intensief beheer‛ is vervallen.

Type wijk Streefbeeld voor groen Aandachtspunten beheer

Waterrijke/ natuurrijke wijk (Oosterdel)

Elzen/wilgen- beplanting met natuurvriendelijke oevers

Vlonders langs het water

Hoofdstructuur bomenlaan in breed grasprofiel

Vrij liggende fietspaden

Groot open water

Biotoop van krabbescheer, rietgors en groene glazenmaker

Gemaaid bermgras afvoeren (verschraling)

Bijmaaien rond bomen, opletten op stamschades

Randen bijhouden, kuilen in grasberm opvullen

Zicht op water vrijhouden

Besloten wijk met nauwe woonstraatjes (Willem de Zwijgerlaan, Bloemenbuurt, Oranjebuurt, St-Pancras noordoost en Zuideinde oost

Sierbomen in (of op rand) van voortuinen

Groenaccenten bij kruispunten

Zicht door de woonstraatjes waarborgen

Hoogteverschil

Biotoop van steenuil en wilg

Verdwenen en kwijnende bomen herplanten

Beplanting transparant en laag houden

Waterrijke wijk met besloten woonbuurtjes (St-Maarten, Mayersloot, de Oostwal, Koog noord)

Brede strakke waterpartijen

Natuurvriendelijke oevers

Een centraal groengebied

Wijkontsluiting met grasbermen met bomen aansluitend op de wateroevers

Biotoop van oeverzegge en groene kikker

Gemaaid gras afvoeren (verschraling)

Ruime wijken met singel en plantsoen (Woongebied Anna van Saksenstraat, Coulignystraat, Molenwijk)

Duidelijk open ruime profielen met zichtlijnen

Omvorming van bossingels naar transparante houtsingels

Natuurvriendelijke oevers

Biotoop van oeverzegge en groene kikker

Beplanting transparant en laag houden

Dunnen met sturing door gekozen streefbeeld

Beschoeiing verwijderen


Woonervenwijk met centrale groenzone ( St-Pancras noord-oost, Lange en Korte Weide)

Grote groenvakken afwisselend met parkeervakken (geen snippergroen) in de woonbuurtjes

Centrale parkzone met water en natuurvriendelijk oevers

Duidelijke hiërarchie in wijk en ontsluiting en woonerven

Biotoop van steenuil en wilg

Snippergroen omvormen/ verwijderen

Nieuwe wijken (na jaren 90, Mayersloot west)

Ruimte waterstructuren van kavelsloten

Zicht op agrarisch gebied

Waterpeil hoog en doorvaarbaar

Natuurgerichte inrichting bermen en oevers

Tussen woonbuurten brede verkeersontsluiting in groenstroken met zicht op buitengebied

Biotoop van gewone pad en margriet

Architectonisch beeld water en vlakken, geen ruig beeld

Zicht op buitengebied waarborgen door beplanting transparant en laag te houden


Beschoeiingen verwijderen, rietvegetatie en ecologische oevers ontwikkelen



53

Bijlage 6. Uitkomsten quick scan mei 2012

In mei 2012 is een quick scan uitgevoerd. Met de selectieve locatiemethode zijn 151 meetpunten gekozen.

Hierbij is rekening gehouden met een evenredige verdeling van de meetpunten over de verschillende dorpen

en over de verschillende functiegebieden.

De beoordeelde criteria beslaan alleen de technische aspecten aan de hand van schaalbalken uit de

Kwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW (publicatie nr. 288).

De verzorgingsaspecten (onkruid, zwerfafval, maaihoogte) zijn niet meegenomen. Ook doet de technische

kwaliteit geen uitspraak of de juiste boom op de juiste plaats staat en of het groen aan de wensen van de

bewoners voldoet.

Hieronder staat per schaalbalk de verdeling van scores van A+ tot D. In de laatste kolom staat het totaal aantal

metingen van elke schaalbalk. Een toelichting op de kwaliteitsniveaus is te vinden in § 4.2 Kwaliteitscatalogus

openbare ruimte – beeldkwaliteitsniveaus.

Groenonderdeel en schaalbalk A+ A B C D Aantal metingen

Groen-beplanting

Bospl-beschadiging 1 32 31 5 1 70

Bospl-overgr. rand verh. of gras 1 46 21 1 69

Bospl-snoeibeeld en vit. 23 36 12 71

Eenjarigen-kale plekken 2 2

Hagen-beschadiging 11 15 5 4 35

Hagen-kale plekken in haag 12 15 3 5 35

Hagen-snoeibeeld gesch. Hagen 2 25 6 2 35

Heesters- overgr. rand verh. of gras 6 57 31 3 97

Heesters-beschadiging 24 46 22 6 98

Heesters-geslot. hsters- kale plekken 21 49 24 4 98

Heesters-snoeibeeld en vitaliteit 12 44 39 2 97

Kruidachtige-beschadiging 15 10 25

Kruidachtige-kale plekken 16 7 2 25

Kruidachtige-overgr. rand verh. of gras 3 18 3 1 25

Rozen-beschadiging 8 6 4 18

Rozen-kale plekken 7 7 4 18

Rozen-overgr. rand verh. of gras 1 15 2 18

Rozen-snoeibeeld en vitaliteit 5 7 5 1 18

Totaal aantal metingen per kwaliteit 12 326 355 136 25 854

Percentageverdeling 1% 38% 42% 16% 3% 100%

A+ A B C D Totaal

Groen-boom

Boom-beschadiging 99 36 3 1 139

Boom-opkr wegt 1-4 (doorgaande w) 49 6 55

Boom-opkr wegt 5 (woonstr) 76 17 1 94

Boom-opkr wegt 6-7 (voet- en fietsp) 91 1 92

Boom-stamopschot 3 121 15 1 140

Boom-vitaliteit en ziekte 31 93 14 2 140

Boom-wortelopschot 59 76 5 140

Knotboom-snoeibeeld 1 8 5 3 17

Leiboom-snoeibeeld 3 3

63 554 178 22 3 820

8% 68% 22% 3% 0% 100%



54

A+ A B C D Totaal

Groen-gras

Gazon-beschadiging 2 40 39 12 3 96

Gazon-dichtheid muv bollenveld 2 42 44 9 97

Gazon-kale plekken 2 41 39 12 2 96

Gazon-overgr rand verh 1 64 30 2 97

Gazon-vlakheid ondergrond 5 66 22 4 97

Ruig gr-beschadiging 26 53 2 2 83

Ruig gr-dichtheid 27 54 1 1 83

Ruig gr-soortenrijkdom 12 61 10 83

Ruig gr-vlakh ondergr 1 44 38 83

7 246 381 159 22 815

1% 30% 47% 20% 3% 100%

A+ A B C D Totaal

Water-oevers

Water-oevers-soorten rijkdom 7 6 2 15

7 6 2 15

0% 0% 47% 40% 13% 100%



55

Bijlage 7. Kaart zonering in onderhoudsniveaus in 2013



56

Bijlage 8.Schaalbalken technische kwaliteit. 1 Groen-beplanting-beschadiging

A+ A B C D

Er is geen beplanting beschadigd.

Er is weinig beplanting beschadigd.

Er is hier en daar beplanting beschadigd.

Er is redelijk veel beplanting beschadigd.

Er is veel beplanting beschadigd.

beschadigd opp beschadigd opp beschadigd opp beschadigd opp beschadigd opp

0 % per 100 m2 ≤ 3 % er 100 2 ≤ 5 % per 100 m2 ≤ 10 % per 100 m2 > 10 % per 100 m2

2 Groen-beplanting-bosplantsoen-overgroei randen verharding of gras

A+ A B C D

De rand van de verharding of het gras is volledig zichtbaar.

De rand van de verharding o het gras is goed zichtbaar.

De rand van de verharding of het gras is redelijk zichtbaar.

De rand van de verharding of het gras is nauwelijks zichtbaar.

De rand van de verharding of het gras is niet zichtbaar.

Gem. lengte over-hangende takken






3 Groen-beplanting-bosplantsoen-snoeibeeld en vitaliteit

A+ A B C D

Het bosplantsoen vertoont geen dunningsachterstand. Er zijn geen kale plekken.

Het bosplantsoen vertoont nauwelijks dunningsachterstand. Er zijn nauwelijks kale plekken.

Het bosplantsoen vertoont pleksgewijs dunningsachterstand. Er zijn pleksgewijs kale plekken

Op redelijk veel plaatsen vertoont het bosplantsoen dunningsachterstand. Er zijn redelijk veel kale plekken.

Op veel plaatsen vertoont het bosplantsoen een dunningsachterstand. Er zijn veel kale plekken.

kaal oppervlak kaal oppervlak kaal oppervlak kaal oppervlak kaal oppervlak

0 % per 100 m2 ≤ 5 % per 100 m2 ≤ 10 % per 100 m2 ≤ 20 % per 100 m2 > 20 % per 100 m2

achterstand achterstand achterstand achterstand achterstand

geen per 100 m2 nauwelijks / 100 m2 pleksgewijs / 100 m2 redelijk veel / 100 m2 veel per 100 m2




































































































































































































































57

4 Groen-beplanting-haag-kale plekken in haag

A+ A B C D

Er zijn geen gaten in de haag.

Er zijn weinig gaten in de haag.

Er zijn hier en daar gaten in de haag.

Er zijn redelijk veel gaten in de haag.

Er zijn veel gaten in de haag.

Gaten gaten gaten gaten Gaten


5 Groen-beplanting-haag-overgroei randen verharding of gras

A+ A B C D


De rand van de verharding of het gras is goed zichtbaar.




gemiddelde lengte overgroei haag






6 Groen-beplanting-haag-snoeibeeld geschoren hagen

A+ A B C

De haag ziet eruit alsof deze gisteren gesnoeid is. Er steken geen uitlopers uit de haag.

De haag ziet eruit alsof deze recent gesnoeid is. Er steken weinig uitlopers uit de haag.

De haag is voldoende gesnoeid. Hier en daar steken kleine uitlopers uit de haag.

De strakke lijnen van de haag zijn niet meer zichtbaar. Er steken redelijk veel kleine uitlopers uit de haag.

De strakke lijnen van de haag zijn niet meer zichtbaar. Met veel uitlopers uit de haag. Hij is ontwik-keld tot losse heesterrand.

gemiddelde lengte uitlopers






mate van extra ver uitgroeiende uitlopers (> gem. lengte + 20 cm)



mate van extra er uitgroeiende uitlopers (> gem. lengte + 20 cm)


0 % per 100 m1 ≤ 5 % per 100 m1 ≤ 10 % / 100 m1 ≤ 20 % / 100 m1 > 20 per 100 m1




































































































































































































































58

7 Groen-beplanting-heesters-gesloten heesters-kale plekken

A+ A B C D

Er zijn geen kale plekken.

Er zijn weinig kale plekken.

Er zijn hier en daar kale plekken.

Er zijn redelijk veel kale plekken.

Er zijn veel kale plekken.



8 Groen-beplanting-heesters-overgroei randen verharding of gras

A+ A B C D






gemiddelde lengte uitloper





0 cm per 100 m1 ≤ 10 cm per 100 m ≤ 20 cm per 100 m1 ≤ 40 cm per 100 m1 > 40 cm per 100 m1

9 Groen-beplanting-heesters-snoeibeeld en vitaliteit

A+ A B C D

De heesters ogen fris en verzorgd. De heesters hebben geen storende takken.

De meeste heesters ogen fris en verzorgd. De heesters hebben weinig storende takken.

De heesters krijgen hier en daar een 'holle vorm'. De heesters hebben hier en daar storende takken.

Redelijk veel heesters zijn 'hol'. De heesters hebben redelijk veel storende takken.

Veel heesters zijn 'hol'. De heesters hebben veel storende takken.

habitus herkenbaar?

habitus herkenbaar?

habitus herkenbaar?

habitus herkenbaar?

habitus herkenbaar?

ja ja ja ja nee

storende takken storende takken storende takken storende takken storende takken

0 % stuk ≤ 5 % stuk ≤ 10 % stuk ≤ 20 % stuk > 20 % stuk

10 Groen-beplanting-rozen-kale plekken

A+ A B C D




































































































































































































































59


Er zijn nauwelijks kale plekken.






11 Groen-beplanting-rozen-overgroei randen verharding of gras

A+ A B C D






gemiddelde lengte overgroei rozen






12 Groen-beplanting-rozen-snoeibeeld en vitaliteit

A+ A B C D

De rozen zien er zeer verzorgd uit.

De rozen zien er verzorgd uit.

De rozen zien er redelijk verzorgd uit.

De rozen zien er nauwelijks verzorgd uit.

De rozen zien er onverzorgd uit.

takken met uitgebloeide bloemen





0 % per 100 m2 0 % per 100 m2 0 % per 100 m2 ≤ 25 % per 100 m2 > 25 % per 100 m2

verhouding aantal hoofdtakken t.o.v. rozenstruik





zeer goed goed voldoende matig slecht

wildopslag en uitlopers









































































































































































































































60

13 Groen-beplanting-vaste planten-kale plekken

A+ A B C D


Er zijn nauwelijks kale plekken.






14 Groen-beplanting-vaste planten-overgroei randen verharding of gras

A+ A B C D






gemiddelde lengte overgroei





0 cm per 100 m1 ≤ 5 cm p r 00 m1 ≤ 10 cm per 100 m1 ≤ 25 cm per 100 m1 > 25 cm per 100 m1

15 Groen-beplanting-wisselperken-kale plekken

A+ A B C D

De beplanting is volledig sluitend.

De beplanting is goed sluitend.

De beplanting is redelijk sluitend.

De beplanting is nauwelijks sluitend.

De beplanting is niet sluitend.






































































































































































































































61

16 Groen-gras-beschadiging

A+ A B C D

Het gras heeft geen beschadigingen.

Het gras heeft weinig beschadigingen.

Het gras heeft hier en daar beschadigingen.

Het gras heeft redelijk veel beschadigingen.

Het gras heeft veel beschadigingen.

beschadiging beschadiging beschadiging beschadiging beschadiging


beschadiging van 100 cm2 of meer





0 m2 per 100 m2 ≤ 0,25 m2 / 100 m2 ≤ 0,50 m2 / 100 m2 ≤ 1 m2 per 100 m2 > 1 m2 per 100 m2

17 Groen-gras-dichtheid

A+ A B C D

De grasmat is zeer goed gesloten.

De grasmat is goed gesloten.

De grasmat is redelijk gesloten. De ondergrond is enigszins waar te nemen.

De grasmat is nauwelijks gesloten. De ondergrond is waar te nemen.

De grasmat is niet gesloten. Ondergrond is goed te zien.







18 Groen-gras-gazon-kale plekken

A+ A B C D


Er zijn weinig kale plekken.

Hier en daar zijn kale plekken.





oppervlakte per kale plek





0 m2 per 100 m2 ≤ 0,1 m2 / 100 m2 ≤ 0,4 m2 / 100 m2 ≤ 2 m2 per 100 m2 > 2 m2 per 100 m2




































































































































































































































62

19 Groen-gras-overgroei randen verharding

A+ A B C D

De rand van de verharding is volledig zichtbaar.

De rand van de verharding is goed zichtbaar.

De rand van de verharding is redelijk zichtbaar.

De rand van de verharding is nauwelijks zichtbaar.

De rand van de verharding is niet zichtbaar.

gemiddelde lengte overhangend gras






20 Groen-gras-vlakheid ondergrond

A+ A B C D

Er zijn geen oneffenheden.

Er zijn weinig oneffenheden.

Hier en daar zijn oneffenheden.

Er zijn redelijk veel oneffenheden.

Er zijn veel oneffenheden.

oneffenheden grasmat






21 Groen-gras-soorten rijkdom

A+ A B C D

De vegetatie bestaat uit zeer veel kruidachtige soorten

De vegetatie bestaat uit veel kruidachtige soorten

De vegetatie bestaat uit redelijk veel kruidachtige soorten

De vegetatie bestaat uit enkele kruidachtige soorten

De vegetatie koemn nauwelijks verschillende kruidachtige soorten voor.

aantal soorten aantal soorten aantal soorten aantal soorten aantal soorten

> 30 stuks per 25 m2 > 25 stuks per 25 m2 > 15 stuks per 25 m2 > 10 stuks per 25 m2 ≤ 10 stuks per 25 m2

bedekking door glanzede grassoorten





≤ 10 stuks / 25 m2 ≤ 30 stuks / 25 m2 ≤ 50 stuks / 25 m2 ≤ 90 stuks / 25 m2 > 90 stuks / 25 m2





















































































































































































































63

22 Water-oevers-soorten rijkdom

A A B C D

De beplanting bestaat uit zeer veel kruidachtige soorten

De beplanting bestaat uit veel kruidachtige soorten

De beplanting bestaat uit redelijk veel kruidachtige soorten

De beplanting bestaat uit enkele kruidachtige soorten

Er komen nauwelijks verschillende kruid-achtige soorten voor.

aantal soorten gras aantal soorten gras aantal soorten gras aantal soorten gras aantal soorten gras

> 30 stuks per 25 m2 > 25 stuks per 25 m2 > 15 stuks per 25 m2 > 10 stuks per 25 m2 ≤ 10 stuks per 25 m2

bedekking door glanzende grassoorten





≤ 10 stuks per 25 m2 ≤ 30 stuks per 25 m2 ≤ 50 stuks per 25 m2 ≤ 90 stuks per 25 m2 > 90 stuks per 25 m2

23 Groen-boom-beschadiging

A+ A B C D

Er zijn geen beschadigingen.

Er zijn weinig beschadigingen.

Er zijn hier en daar beschadigingen.

Er zijn redelijk veel beschadigingen.

Er zijn veel beschadigingen.

kroonverlies door verdwijnen gesteltakken





0 % per stuk ≤ 10 % per stuk ≤ 20 % per stuk ≤ 30 % per stuk > 30 % per stuk

schade stam schade stam schade stam schade stam schade stam


schade zichtbare worteloppervlak






24 Groen-boom-vitaliteit en ziekte

A+ A B C D

De boom is gezond en groeikrachtig.

De boom is gezond en groeikrachtig.

De boom is gezond & redelijk groeikrachtig.

De boom is niet gezond/groeikrachtig.

De boom is (bijna) dood.

vitaliteit vitaliteit vitaliteit vitaliteit Vitaliteit

goed goed redelijk nauwelijks Niet

























































































































































64

25 Groen-boom-boom in beplanting-knotboom-snoeibeeld

A+ A B C D

Geen snoeiachterstand.



Enige snoeiachterstand.

Veel snoeiachterstand.

leeftijd uitlopers leeftijd uitlopers leeftijd uitlopers leeftijd uitlopers leeftijd uitlopers

≤ 3 jaar per stuk ≤ 3 jaar per stuk ≤ 3 jaar per stuk ≤ 5 jaar per stuk > 5 jaar per stuk

26 Groen-boom-boom in beplanting-leibomen-snoeibeeld

A+ A B C D




Enige snoeiachterstand.

Veel snoeiachterstand.

leeftijd scheuten leeftijd scheuten leeftijd scheuten leeftijd scheuten leeftijd scheuten

≤ 2 jaar per stuk ≤ 2 jaar per stuk ≤ 2 jaar per stuk ≤ 4 jaar per stuk > 4 jaar per stuk







































































































65

27 Groen-boom-stamopschot

A+ A B C D

Er is geen stamopschot.

Er is weinig stamopschot.

Er is in enige mate stamopschot.

Er is redelijk veel stamopschot.

Er is veel stamopschot.

bedekking stam oppervlak door stamopschot






gemiddelde lengte opschot





0 cm per stuk ≤ 20 cm per stuk ≤ 50 cm per stuk ≤ 100 cm per stuk > 100 cm per stuk

28 Groen-boom-wortelschot

A+ A B C D

Er is geen wortelopschot.

Er is weinigwortelopschot.

Er is in enige mate wortelopschot.

Er is redelijk veel wortelopschot.

Er is veel wortelopschot.

bedekking boomspiegel oppervlakte door wortelopschot





0 % ≤ 20 % ≤ 50 % ≤ 100 % > 100 %






0 cm ≤ 20 cm ≤ 50 cm ≤ 100 cm > 100 cm







































































































66

29 Groen-boom-wegtype 1-4 (doorgaande wegen)-opkroonhoogte

A+ A B C D

Boom belemmert de vrije doorgang niet.


Boom belemmert de vrije doorgang in geringe mate.


Boom groeit over de weg Belemmert de vrije door-gang in ernstige mate.

jong hout in vrije doorgang





nee nee Ja ja Ja

meerjarig hout in vrije doorgang





nee nee Nee nee Ja

30 Groen-boom-wegtype 5 (woonstraten)-opkroonhoogte

A+ A B C D






Jong/meerjarig hout in vrije doorgang





Nee / nee Nee / ne Ja / nee Ja / nee Ja / ja

31 Groen-boom-wegtype 6-7 (voet- en fietspad)-opkroonhoogte

A+ A B C D






jong/meerjarig hout in vrije doorgang





Nee / nee nee / nee Ja / nee Ja / nee Nee / ja




































































































































































































































67

Bijlage 9. Raming varianten onderhouds-niveau A, B en C. projectnummer: 271-018

werk: Beheerplan openbaar groen 2013-2017 Postbus 222

onderwerp: Ramingen varianten groenonderhoud op A, B en C niveau 2770 AE Boskoop

datum / paraaf: 2012-09-04 fax. 0172-210165

NB De eenheidsprijzen van de bomen zijn gekoppeld aan de verdeling van leeftijd in Langedijk per 1-1-2012

NB De varianten zijn exclusief de schouw van watergangen, oeverbegroeiingen en maaien ruw gras (bermen enz).

NB De varianten zijn exclusief kosten buiten direct groenonderhoud zoals groenadoptie, boomplantdag, herstel vandalisme, adviezen en plannen [email protected]

Werkpakket Eenheid Hoeveelheid Eenheids

prijs

Kosten Eenheids

prijs

Kosten Eenheids

prijs

Kosten

H BOMEN

BOMEN IN BEPLANTING st 7.710 33,90 261.369 33,52 258.439 31,82 245.332

BOMEN IN GAZON st 2.384 52,52 125.208 48,56 115.767 36,88 87.922

BOMEN IN RUW GRAS/BERMEN st 3.240 38,59 125.032 35,20 114.048 34,15 110.646

BOMEN IN VERHARDING st 810 70,47 57.081 63,04 51.062 57,91 46.907

KNOTBOOM IN BEPLANTING st 56 31,24 1.749 30,61 1.714 29,68 1.662

KNOTBOOM IN GAZON st 356 34,14 12.154 32,89 11.709 31,55 11.232

KNOTBOOM IN RUW GRAS/BERMEN st 441 32,22 14.209 31,60 13.936 30,12 13.283

KNOTBOOM IN VERHARDING st 13 58,94 766 54,51 709 49,62 645

LEI EN VORMBOMEN IN BEPLANTING st 24 42,69 1.025 36,37 873 35,9 862

LEI EN VORMBOMEN IN GAZON st 21 51,26 1.076 48,20 1.012 43,59 915

LEI EN VORMBOMEN IN VERHARDING st 16 63,13 1.010 62,24 996 57,81 925

H BOSPLANTSOEN

BOSPLANTSOEN m2 249.444 0,71 177.105 0,66 164.633 0,63 157.150

BOSPLANTSOEN OP EILANDEN m2 115.964 0,78 90.452 0,72 83.494 0,70 81.175

BOSPLANTSOEN RANDEN LANGS GRAS m1 32.228 0,32 10.313 0,26 8.379 0,20 6.446

BOSPLANTSOEN RANDEN LANGS PAD m1 13.902 0,32 4.449 0,26 3.615 0,20 2.780

H GAZON

GAZON m2 286.499 0,80 229.199 0,62 177.630 0,51 146.115

GAZON MET BOLLEN m2 4.312 1,10 4.743 1,01 4.355 0,75 3.234

SPEELVELD m2 57.405 1,04 59.701 0,91 52.239 0,85 48.794

GRASKANTEN HARD m1 50.670 0,40 20.268 0,17 8.614 0,17 8.614

GRASKANTEN ZACHT m1 5.115 0,51 2.609 0,22 1.125 0,11 563

H HAGEN

LOSSE HAGEN

m2

knipopp

196 0,96 188 0,64 125 0,64 125

GESCHOREN HAGEN

m2

knipopp 24981

1,91 47.589 1,27 31.726 1,27 31.726

BLOKHAAG m2 1.078 7,26 7.826 6,82 7.352 6,54 7.050

HAAGVOET m2 6.601 4,65 30.694 4,21 27.790 3,92 25.875

H HEESTERS EN BODEMBEDEKKERS

BODEMBEDEKKERS FIJN m2 2.740 9,51 26.058 8,44 23.126 7,52 20.605

BODEMBEDEKKERS GROF m2 50.362 8,62 434.120 7,61 383.254 6,76 340.447

BOTANISCHE ROZEN m2 3.156 3,25 10.256 2,89 9.120 2,68 8.457

SIERHEESTERS m2 112.838 3,47 391.546 3,11 350.925 2,90 327.229

SIERHEESTERS MET ONDERBEPLANTING m2 13.062 3,01 39.318 2,66 34.746 2,19 28.607

SIERHEESTERS RANDEN GRAS m1 9.684 0,79 7.650 0,43 4.164 0,22 2.130

SIERHEESTERS RANDEN PAD m1 42.127 0,26 10.953 0,23 9.689 0,20 8.425

BLOEMBAKKEN st 16 194,57 3.113 193,39 3.094 141,10 2.258

H EENJARIGE, VASTE PLANTEN EN ROZEN

EENJARIGE m2 130 62,44 8.120 59,84 7.782 55,94 7.275

VASTE PLANTEN m2 4.872 14,93 72.735 14,22 69.276 13,45 65.524

PERKROZEN m2 1.117 13,11 14.648 12,09 13.509 9,52 10.637

KLIMPLANTEN GELUIDSWAL st 167 1,06 177 1,06 177 1,06 177

H SPORTGRASVELDEN

TRAPVELD m2 19.061 1,11 21.158 1,11 21.158 1,11 21.158

VOETBAL TRAININGSVELD m2 17.448 1,11 19.368 1,11 19.368 1,11 19.368

VOETBALVELD m2 67.717 1,16 78.552 1,16 78.552 1,16 78.552

H GRAFAKKERS

GRAFAKKER BEPLANTING m2 2.501 6,32 15.804 6,17 15.429 5,86 14.653 Verschil A-BGRAFAKKER GRAS m2 3.403 1,86 6.330 1,75 5.955 1,53 5.207 € 255.056TOTAAL PER VARIANT DIRECTE

BEHEERKOSTEN 2.445.720 2.190.664 2.000.686 Verschil B-C

€ 189.977

Kwaliteitsniveau A Kwaliteitsniveau B Kwaliteitsniveau C

BEHEERPLAN OPENBAAR GROEN 2013-2017€¦ · Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte (KOR) van het CROW....

Documents

Transcript of BEHEERPLAN OPENBAAR GROEN 2013-2017€¦ · Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte (KOR) van het CROW....